Opmerking en correctie: Opmerking en correctie: De VHZC wil geen korting op de heffing van toeristenbelasting. voor de eerste overnachting

Transcriptie

1 Wij hebben recent kennis kunnen nemen van de bestuurlijke reactie van het College van burgemeester en wethouders t.a.v. ons voorstel m.b.t. de heffing van Watertoeristenbelasting Onderstaand hebben wij tussen de regels van deze bestuurlijke reactie opmerkingen en correcties aangebracht om het e.e.a. te verhelderen. VHZC. Dit naar aanleiding van de aangekondigde raadsagenda van 25 oktober 2016 waarop de vaststelling van de belastingverordening toeristenbelasting en forensenbelasting voor 2017 staat. Deze stichting is een belangenorganisatie voor de Nederlandse zeilende beroeps-charter en handelsvaart. Zoals wij al eerder hebben bericht is de VHZC (Verenigde Hollandse Zeil Compagnie) een volledig onafhankelijke stichting voor de marketing en promotie van de hele Nederlandse vloot, ruim 400 schepen Beroeps zeilvaart. Wij maken geen deel uit van andere "overkoepelende" organisaties, verenigingen, boekingskantoren e.d. Het voorstel van de stichting is, kort samengevat, als volgt: De toeristenbelasting voor de bruine vloot wordt berekend op 1 overnachting van 24 uur (tot maximaal 30 uur in verband met uitvaren, tij etc.) a 1,60. In de huidige systematiek zouden ze volgens de verordening betalen 2 x 1,60 = 3,20 (dag van aankomst en 1 overnachting) Het tekort wat op de begroting ontstaat van ongeveer wordt gecompenseerd door de toeristenbelasting voor de 1e dag in het bootkaartje van de rederij te verhogen met 0,20, van 1,60 naar 1,80. Redenering is dat de toeristenbelasting wordt gelegd bij de hoofdzakelijke gebruiker van alle toeristische voorzieningen, namelijk de langer verblijvende toerist. In ons voorstel wordt bij gelijkblijvende toeristenbelasting van 1,60 per nacht i.p.v. per dag voor alle toeristen de 1 e dag belasting voor toeristen die met de veerdienst Doeksen arriveren een 1 e overnachting toeristenbelasting van 1,80 per persoon. Uiteraard is dit ook van toepassing voor de toeristen die per (zeilend) charterschip of per privéschip arriveren. Hiervoor dient echter de digitale administratie van de havenmeester(s) i.p.v. de inning via het bootkaartje. (Als deze 1 e overnachting toeristenbelasting door de logiesverstrekkers i.p.v. de veerdienst geïnd zou worden kan tevens de omslachtige procedure voor het terugvragen van de toeristenbelasting voor zakelijke bezoekers vervallen). Conclusie: In onze berekening wordt er inderdaad vanuit gegaan dat de langer verblijvende toerist ( een nacht) meer betaald dan een kort verblijvende toerist ( één nacht maximaal). De toeristenbelasting wordt hierdoor inderdaad gelegd bij de hoofdzakelijke gebruiker van alle toeristische voorzieningen, m.n. de langer

2 Dit voorstel heeft veel weg van het voorstel van begin van dit jaar van een andere belangenvereniging, de BBZ. Zij stelden voor om al in 2016 uit te gaan van een fictieve bezetting van het maximum aantal gasten aan boord conform het scheepscertificaat. Tevens wilden zij voor leden van de BBZ een additionele korting. Ons voorstel heeft helemaal niets weg van het voorstel van de BBZ, In ons voorstel wordt NIET uitgegaan van de fictieve bezetting van het maximaal aantal gasten aan boord conform het scheepscertificaat. Wel van het aan de havendienst opgegeven aantal gasten die daadwerkelijk aan boord zijn zoals het wordt doorgegeven aan de VC Brandaris (overeenkomstig AIS) en de havenautoriteiten, m.a.w. zoals het al jaren door de havenmeester(s) van Terschelling digitaal wordt geregistreerd. Bovendien vragen wij expliciet niet om additionele kortingen voor aangesloten leden. Rechtmatigheid en rechtsgelijkheid zou hierdoor direct in het geding komen met te verwachten rechtszaken van andere belanghebbenden. Bestuurlijke reactie De gedachtegang van beide voorstellen is gelijk. Men wil een wijziging (lees korting) op de heffing van toeristenbelasting die niet in lijn is met de door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunten voor de verordening op de toeristenbelasting. De VHZC wil geen korting op de heffing van toeristenbelasting. Wij gaan uit van een gelijke toeristenbelasting voor elke, op welke wijze dan ook op Terschelling arriverende toerist voor de eerste overnachting (in plaats van dag of delen daarvan). Voor het jaar 2017 hebben wij berekend dat dit, met de ons ter beschikking staande financiële informatie 1,80 is om geen tekorten in de gemeentebegroting te veroorzaken. Het tarief voor elke vervolg- overnachting voor elke toerist op Terschelling, dus ook voor opvarende toeristen van de (zeil)chartervaart is in onze berekening 1,60. De gemeente kan deze uitgangspunten voor de toeristenbelasting niet wijzigen zonder een bredere discussie te voeren over de gevolgen van aanpassing. De uitgangspunten zijn: 1)voor iedereen is hetzelfde tarief van toepassing onafhankelijk van de verblijfsaccommodatie; In ons voorstel betaald iedere bezoekende toerist dezelfde toeristenbelasting: 1,80 voor de 1 e nacht, 1,60 voor elke volgende nacht. 2) de belasting is van toepassing per kalenderdag of een gedeelte daarvan; In ons voorstel betaald iedere bezoekende toerist per overnachting.

3 Toelichting - Ad 1) Er is geen enkele juridische rechtvaardiging voor verschillende tarieven van toeristenbelasting voor de dag van aankomst voor een bezoeker die reist met de veerdienst of met een charterschip of een boot die in de jachthaven verblijft.. Aanpassing van tarieven voor één groep zou leiden tot schending van nagenoeg alle beginselen van behoorlijk bestuur (gelijkheidsbeginsel, willekeur, zorgvuldigheid, belangenafweging, evenredigheid) en ten nadele zijn van de andere belastingplichtigen. Het overhevelen van een begrotingstekort op één groep belastingplichtigen is ontoelaatbaar en daarmee riskeren wij de verbindendheid van de gehele verordening als beroep tegen de aanslag toeristenbelasting wordt ingesteld, en dus het risico op het mislopen van 3 miljoen euro inkomsten toeristenbelasting. De inschatting is dat de kans dat er beroep wordt ingesteld én gehonoreerd door de rechtbank groot is. - - Er zijn in ons voorstel geen verschillende tarieven van toeristenbelasting voor welke groep toeristen dan ook. Het verschil in berekening ligt in heffing van toeristenbelasting per nacht i.p.v. per dag, m.a.w. een 1 e nacht tarief van 1,80 voor elke toerist en een tarief voor alle volgende overnachtingen van 1,60 per nacht voor elke toerist (berekening voor 2017). Dus ook voor opvarenden van de chartervloot én opvarenden van privéschepen in de jachthaven. De vermeende schending van nagenoeg alle beginselen van behoorlijk bestuur is derhalve niet van toepassing. Er wordt geen enkele andere belastingplichtige benadeeld, er worden geen begrotingstekorten overgeheveld en het vermeende risico van mislopen van 3 miljoen euro inkomstenbelasting is op zijn minst gezegd overdreven. De verordening watertoeristenbelasting geldt voor alle personen die op een vaartuig verblijf houden binnen de gemeentelijke wateren. Dit zijn dus ook de bezoekers van de jachthaven. Dit voorstel moet dan ook gelden voor alle jachthaven bezoekers, die weliswaar gemiddeld langer blijven maar die ook vallen onder de verordening watertoeristenbelasting. Als het tarief voor deze groep ook aangepast wordt zal het tekort groter worden.. Een indicatieve berekening van de toeristenbelasting voor de eerste dag in de jachthaven komt uit op In het 19 oktober meegezonden rekenvoorbeeld is onderstaande toelichting m.b.t. de jachthaven opgenomen: ( ) Toelichting toeristenbelasting jachthaven: (*)Het bedrag "Toeristenbelasting Jachthaven" is samengesteld uit een deel toeristenbelasting "1e dag", en een onbekend aantal vervolgdagen- en nachten In de gemeentebegroting is bij de Verdeling toeristenbelasting de post Watertoeristenbelasting" (jachthaven) uitgegaan van ,00 Dit bedrag is, evenals het begrote bedrag "Forensenbelasting" ( ,00) overgenomen in het rekenvoorbeeld. Wij zijn ons ervan bewust dat met de exacte gegevens m.b.t. de post "Toeristenbelasting Jachthaven" een nauwkeuriger berekening mogelijk is. ( )

4 - Ad 2) De toeristenbelasting en ook de watertoeristenbelasting geldt voor alle bezoekers per gehele of gedeeltelijke kalenderdag. De genoemde reden dat de bezoekers met de veerdienst meer profijt hebben van de toeristische voorzieningen is niet terecht, ze hebben slechts langer profijt van de voorzieningen omdat zij gemiddeld langer blijven en dus ook meer toeristenbelasting betalen. Indien het uitgangspunt van de kalenderdag voor de eerste dag integraal gewijzigd wordt, doen wij de toeristen die met de veerboot reizen tekort. Deze groep kan immers ook de eerste dag in het bootkaartje voor de eerste 24 uur betalen en pas de 2e overnachting bij de logiesverstrekker gaan betalen. Aangezien dit een veel groter tekort oplevert is dit momenteel geen reële optie. Gebruikelijk is dat toeristen per overnachting betalen en niet per dag. Het zou toch wel vreemd zijn als bezoekende toeristen van bijvoorbeeld Amsterdam een opslag toeristenbelasting moeten betalen voor hun trein, bus of taxirit of tolheffing om Amsterdam te bereiken. Wij vragen een wijziging van toeristen- én watertoeristenbelasting van berekening per overnachting i.p.v. dag of dagdelen. Hierdoor wordt geen enkele toerist tekort gedaan. In het rekenvoorbeeld betalen alle toeristen exact hetzelfde tarief voor de eerste overnachting en vervolgens een tarief voor de 2 e overnachting en verdere overnachtingen. Ad 3) De toeristenbelasting is geen profijtheffing (waarbij de mate van profijt wordt geheven), maar een algemene heffing ten gunste van de algemene middelen van de gemeente. Dat hiermee veel toeristische voorzieningen worden gefinancierd is evident omdat de overige belastinginkomsten van deze gemeente deze additionele voorzieningen en kosten niet kunnen dekken.. De toeristenbelasting in ons rekenvoorbeeld blijft onveranderd een algemene heffing ten gunste van de algemene middelen. Conclusie: Voordat een of meer van de huidige uitgangspunten van de verordening aangepast wordt, zal eerst het effect op het gehele systeem van heffen van toeristen- en watertoeristen belasting in beeld moeten zijn. Wijzigen van heffing voor bepaalde doelgroepen leidt bij gelijkblijvende opbrengst onherroepelijk tot aanpassing voor andere doelgroepen. Wij vragen geen wijziging, compensaties of additionele kortingen voor specifieke bepaalde doelgroepen. Rechtmatigheid en rechtsgelijkheid zou hierdoor in het geding komen. Hierdoor staat inderdaad de weg naar de rechter open voor benadeelde schippers en scheepseigenaren die geen lid zijn van deze specifieke bepaalde doelgroepen. Rechtmatigheid en rechtsgelijkheid zijn belangrijke basisprincipes van onze wet- en regelgeving, wijzigingen vereisen dan ook een zorgvuldige bestuurlijke afweging. Te

5 belangenorganisaties zich zullen melden voor vergelijkbare regelingen. Uiteindelijk staat dan de weg naar de rechter open. Wij onderschrijven dat rechtmatigheid en rechtsgelijkheid belangrijke basisprincipes zijn van de Nederlandse wet- en regelgeving. Ons oorspronkelijke voorstel, aangevuld met bovenstaande opmerkingen en correcties, veroorzaken geen afwijkende regelingen of uitzonderingen voor de beroepschartervaart t.a.v. andere Terschelling bezoekend toeristen. Er is derhalve geen enkele reden dat andere doelgroepen en belangenorganisaties zich zullen melden. Wij adviseren voorstellen, zoals gedaan door de VHZC, niet als afzonderlijk voorstel ten behoeve van een doelgroep te behandelen, maar uitsluitend te betrekken bij een bredere discussie over de werking van het heffingssysteem. Bovenstaande overwegingen zijn voorgelegd aan fiscaal adviesbureau Van den Bosch & Partners en zij bevestigen deze redeneringen en afwegingen.