rapport R 124: Abw MODDERWERK Het uitdiepen van de haven van Amsterdam in de tweede helft van de zeventiende eeuw door H. R.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "rapport R 124:6 1978-19 Abw MODDERWERK Het uitdiepen van de haven van Amsterdam in de tweede helft van de zeventiende eeuw door H. R."

Transcriptie

1 rapport Abw MODDERWERK Het uitdiepen van de haven van Amsterdam in de tweede helft van de zeventiende eeuw door H. R. Reinders R 124: enst voor de ijsselmeerpolders

2 "JP 4 rapport a Abw MODDERWERK Het uitdiepen van de haven van Amsterdam in de tweede helft van de zeventiende eeuw door H. R. Reinders 12 \ZC\4 Tt 0 rijksdienst voor de ijsselmeerpolders smedinghuis, lelystad

3 Inhoud SAMENVATTING 5 INLEIDING 7 1. TWEE MODDERSCHOUWEN Vindplaats Constructie Scheepstype Datering DE SCHUITENMAKERSWERF Opdracht Werf Jan Lucasz. Root, stadsschuitenmaker HET FABRIEKAMBT Organisatie Arbeidsvolk Loon en tractement DE STADSMODDERWERKEN Organisatie Materiaal Produktie Advies 27 BRONNEN EN LITERATUUR 31 Biz. VERKLARENDE WOORDENLIJST 33 VERANTWOORDING 35

4 Samenvatting In de zeventiende eeuw wordt Amsterdam in toenemende mate geconfronteerd met het dichtslibben van de haven. De jaarlijkse aanwas - achter, tussen en voor de palenrij die de haven aan de noordzijde afsluit van het IJ - bedraagt gemiddeld 10 duim. Tussen 1674 en 1684 stellen de Commissarissen van de Walen een onderzoek in naar de jaarlijkse aanslibbing, de produktie van de moddermolens en het transport van de modder. Hun advies leidt tot het inzetten van het naar hun mening juiste aantal moddermolens en modderschouwen: een poging om de haven ondanks hoge kosten op diepte te houden. In de organisatie van de stadsmodderwerken spelen de modderschouwen een belangrijke rol. Uit een rapport was gebleken dat de moddermolens soms werkeloos lagen, omdat te weinig schouwen beschikbaar waren om de modder af te voeren. Twee van dergelijke modderschouwen, gevonden bij ontginningswerkzaaraheden in Flevoland, zijn in 1972 en 1977 opgegraven en onderzocht. Naar aanleiding van een inscriptie kwam vast te staan dat Jan Lucasz. Root in 1664 opdracht kreeg om in totaal 125 modderschouwen op de schuitenmakerswerf van de stad Amsterdam te bouwen.

5

6 Inleiding In Flevoland zijn in 1972 en in 1977 twee vrijwel identieke schepen opgegraven, waarvan men vanaf het begin vermoedde dat ze waren gebruikt voor het transport van modder. Op het ene schip was het nuramer 33 geschilderd, terwijl op een balk in het andere schip 16 x 64 was gekerfd (het bouwjaar 1664 en een aanduiding van het wapen van Amsterdam). Nummer en inscriptie waren aanleiding om te zien of bij de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam gegevens waren te vinden over de bouw en de functie van deze schepen en over het modderbedrijf in Amsterdam. De gegevens voor deze publikatie zijn in hoofdzaak ontleend aan het opgravingsverslag van de schepen en aan het archief van de Thesaurieren ordinaria en van het fabriekambt. Daarnaast is gebruik gemaakt van literatuur, vooral wat betreft de moddermolen. Hoewel de gegevens niet strikt beperkt blijven tot een periode is vooral de aandacht gericht op de tweede helft van de zeventiende eeuw, toen de stad Amsterdam in toenemende mate werd geconfronteerd met het dichtslibben van de havens.

7 5»> 1 kavel B19 2kaveiMZ6 Fig. 1. Vindplaats van de modderschouwen in Flevoland 8

8 1. Twee modderschouwen De eerste systeniatische opgraving van een scheepswrak in de IJsselmeerpolders dateert uit de Tweede Wereldoorlog, toen een object is onderzocht in de pas drooggevallen Noordoostpolder. Sindsdien is een groot aantal wrakken gevonden bij het graven van kanalen en tochten en bij het leggen van drains. Vaak blijken het kleine vrachtschepen of vissersschepen te zijn, een enkele maal een groot vrachtschip of werkschuiten, zoals de twee modderschouwen Vindplaats Het eerste van de twee schepen kwam in 1966 te voorschijn bij drainagewerkzaamheden op kavel B 19 in Oostelijk Flevoland (fig. 1). De kavel lag aan de Bosweg die in latere jaren is verdwenen; de vindplaats ligt nu in het bebouwde gebied van Lelystad. De vindplaats ligt 20 km ten noordwesten van Harderwijk en 38 km ten oostnoordoosten van Amsterdam. V66r de bouw van de Afsluitdijk stond ter plaatse 3,5 m water (gemiddeld laagwater). Bij de opgraving in 1972 bleek dat het vaartuig door de drainagewerkzaamheden slechts weinig was beschadigd. Alleen een deel van de voorsteven en van de zijden was weggerot en verdwenen. Het andere schip is in 1971 gevonden bij het trekken van greppels op kavel MZ 6 bij de Roerdompweg in Zuidelijk Flevoland. Beide boorden, vooren achtersteven, en de schotten van het ruim waren op maaiveldhoogte zichtbaar. Hoewel het schip in 1971 nog intact leek te zijn, waren bij de opgraving in 1977 de hoger gelegen delen van het schip verrot of verdwenen. Als voornaamste oorzaak hiervoor kan de verlaging van de grondwaterstand worden genoemd. Ook is de grond na het droogvallen van de polder geklonken, zodat landbouwwerktuigen geraakkelijk hout konden lostrekken. Bij het andere vaartuig speelden beide factoren een minder belangrijke rol vanwege de diepere ligging. De vindplaats van het tweede vaartuig ligt 11 km ten westen van Harderwijk en 36 km ten oosten van Amsterdam, waar vroeger 2,2 m water stond (gemiddeld laagwater) Constructie De constructie van beide schepen is vrijwel identiek (fig. 2, *). De onderdelen - vlak, Stevens, zijden, inhouten en schotten - zijn gemaakt van eikehout. Ze zijn onderling verbonden door middel van houten pennen, spijkers en rozebouten. Het vlak van de vaartuigen is opgebouwd uit 5 tot 6 cm dikke planken van verschillende breedte. De middelste vlakplank bestaat uit een lengte (13,60 m) en eindigt aan beide einden in een recht afgewerkt gedeelte, dat smaller is dan de rest van de vlakplank. Op het uiteinde en gedeeltelijk er buiten staan de Stevens; ze zijn recht en vertonen een grote vailing. De afmetingen van de Stevens zijn: lengte 160 cm, breedte 28 cm en dikte 30 cm. De zijden van het schip zijn overnaads gebouwd en bestaan uit twee gangen met daarop een berghoutsgang; deze gangen lopen van steven tot ste- * zie ook bijlage 1

9 ven. Tussen de Stevens en de schotten van het ruim zijn geergangen gebruikt, waardoor voor- en achterschip zeeg kregen, De berghoutsgang is 9 cm dik en heeft aan de onderkant een 3 cm brede sponning waar de onderliggende plank in valt. De berghoutsgang en de overige gangen overlappen elkaar 8 cm en zijn zowel van buitenaf als van binnenuit gespijkerd; tussen de overlappende gedeelte zit een laagje mos als breeuwsel. De onderste gang is tegen de afgeschuinde zijkant van het vlak bevestigd met dunne houten pennen. Bij een van de vaartuigen staat op de berghoutsgang aan beide zijden van de Steven het nummer 33 geschilderd. Voor het verband tussen vlak en zijden heeft men leggers, oplangers, kromhouten en kalven gebruikt. De leggers zijn op het vlak geplaatst en lopen van kim tot kirn. Pal tegen de leggers staan zowel aan bakboord als aan stuurboord kromhouten, die van de bovenkant van de zijden tot op het vlak lopen. De ruimte tussen de kromhouten is opgevuld met kalven. Voor het verband tussen de Stevens en de zijden heeft men alleen kromhouten gebruikt. Drie zware dwarsbalken verbinden de zijden; bij het schip op kavel B 19 zijn ze gemaakt van grenenhout bij MZ 6 van eikehout. De balken rusten op klampen die tegen de zijden zijn vastgespijkerd. Rozebouten en een T-vormig plat stuk ijzer zorgen voor een stevige verbinding met de berghoutsgang (bijl. 1). Aan de bovenzijde van de balken zit aan vooren achterzijde van de balken, direct naast het boord een uitsparing zodat men langs beide zijden planken kon leggen. Bij het transport konden de modderlieden over de planken lopen, om het schip te bomen. Op ongeveer 2,50 m vanaf de uiteinden van het vlak staan ook nog twee zware schotten, die met rozebouten aan de berghoutsgang zijn vastgemaakt. Ieder schot bestaat uit twee planken en is ongeveer 90 cm hoog en 8 tot 10 cm dik Scheepstype Uit de beschrijving van de constructie krijgt men het beeld van een stevig gebouwd platboomd vaartuig met rechte vallende Stevens, een hoekige kim en overnaads gebouwde zijden. De afmetingen van het best bewaarde exemplaar zijn: lengte over de Stevens 15,60 m, grootste breedte 3,90 m, holte 0,75 m. De bovengenoemde dwarsschotten verdelen het schip in drie compartimenten. Tussen de schotten blijft een ruim over, waarvan de afmetingen bij benadering 8,5 x 3,5 x 0,75 ra zijn, zodat de inhoud van het ruim ongeveer 20 m3 bedraagt. Voor- en achterschip waren waarschijnlijk voorzien van een plecht, slechts de achterplecht van een van de vaartuigen is bewaard gebleven. De plecht wordt ondersteund door zes dekbalken en bestaat uit brede planken over de zijden van het schip en langs de achtersteven, met daartussen twaalf planken in de lengterichting. Tussen het achterschot en de eerste dekbalk is een luikopening uitgespaard van 164 x 48 cm: de toegang tot de ruimte onder de plecht. Op een ets van Reinier Nooms (1970, c 10) komen modderschuiten voor die grote gelijkenis vertonen met de opgegraven vaartuigen (fig. 3), Op de afbeelding stort een moddermolen het opgebaggerde slib in een modderschuit. Twee andere schuiten worden voortgeboomd. Bij de rechterschuit zijn duidelijk voor- en achterplecht, dwarsbalken en loopplanken te onderscheiden. Gelet op de afmetingen van de mensen die op de X)

10 Fig. 2. Modderschouw, overzicht van achterschip naar voorschip (B 19)

11 E.eti Ho<U*r~ni.'len ra enrage Mod lerfckuytsn i Fig. 3. Iloddermolen met modderschouwen, Reinier Hooms (ca. 1660) Fig. 4. Dwarsbalk van een modderschouw met inscriptie (MZ 6)

12 afbeelding voorkomen, zou men denken dat de modderschuiten kleiner zijn dan de opgegraven schepen. Reinier Nooms vermeldt het woord modderschuit voor dergelijke vaartuigen. Uit archiefstukken is gebleken dat men in Amsterdam het woord modderschouw gebruikte: een algemenebenaming voor een werkschuit, die geen verband houdt met de tegenwoordige schouwen; deze hebben een andere vorm Datering In geen van beide vaartuigen zijn tijdens de opgraving voorwerpen gevonden die enige zekerheid kunnen verschaffen over de datering van de ondergang van de schepen. De meest opmerkelijke voorwerpen waren twee houten boezemschoppen en een paar modderlaarzen, die ongetwijfeld dienst hebben gedaan bij het lossen van de modder. Op grond van de overige voorwerpen - pijpekoppen en aardewerkscherven - en van de verstoring van het bodemprofiel wordt aangenomen dat de schepen in de tweede helft van de zeventiende eeuw of in het begin van de achttiende eeuw zijn vergaan. Het vaartuig dat in 1977 werd onderzocht had een dwarsbalk, waarop 16 x 64 stond gekerfd (fig. 4). Het verraoeden dat hiermee het bouwjaar 1664 en de plaats van herkomst - Amsterdam - waren bedoeld, is door ar~ chiefonderzoek bevestigd. Bij het andere vaartuig is een dergelijke inscriptie niet aangetroffen. Het is niet duidelijk hoe deze schepen zo ver van Amsterdam zijn verzeild geraakt. Heeft men zo nu en dan een aantal van deze schepen op zee gesleept? Waarschijnlijker lijkt het dat de schepen zijn losgeslagen, afgedreven en op de Zuiderzee zijn gezonken. Interessant is in dit geval de vermissing van twee vaartuigen in 1709: "Alsoo 't sedert den 28 junij twee dubbelde modderschouwen buijten de Oostindische Comp. boom gemerkt no. 63 en no. 91 sijn vermist, soo is Nicol. Muijden geauthoriseert om een premie te stellen van vier dukatons op ider van deselve daer van aenwijsinghe kan werden gedaen" (Thes. Ord. 10, 145 v ). 11

13 2. De schuitenmakerswerf Bij de meeste schepen die in de IJsselmeerpolders worden opgegraven is het moeiiijk om gegevens te vinden over de bouw van het schip, ook al omdat de gedeelten waar een indicatie op kan staan meestal zijn verrot en verdwenen. De inscriptie bood in dit geval echter een goed aanknopingspunt Opdracht In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de organisatie van het fabriekambt (vergelijkbaar met Publieke Werken) dat onder de Thesaurieren ressorteerde. Ook de aanmaak van schuiten die de stad nodig had voor het transport van stadsvuil, zand en modder, viel onder verantwoordelijkheid van de Thesaurieren. Het resolutieboek van de Thesaurieren (Thes. Ord. 2,176) vermeldt op 29 februari 1664: "Hondert nieuwe schouwen te maken soo dubbelde als enckelde". Uit het register valt op te maken dat het hier gaat om modderschouwen. De reden voor de aanmaak van dit grote aantal wordt helaas niet vermeld; het aantal blijkt zelfs nog te weinig, getuige de volgende opdracht (Thes. Ord. 2, 195) op 3 September 1664: "Jan Lucassen Root is geordonneert noch aen te maken 25 cleine schouwen". Uit het bovenstaande blijkt dat men de bouw van de schouwen niet aanbesteedt, maar in eigen beheer laat uitvoeren door Jan Lucasz. Root, de stadsschuitenmaker. Ook is duidelijk dat men een onderscheid maakt tussen dubbele en enkele of kleine schouwen. Hierop wordt later nader ingegaan. Latere opdrachten door de Thesaurieren voor de aanmaak van schouwen, waarvan tabel 1 een indruk geeft, worden meestal gegeven ter vervanging van de versleten exemplaren. Soras voor uitbreiding van het aantal schouwen ten gevolge van een hogere produktie van de moddermolens. Tabel 1. De aanmaak van modderschouwen te Amsterdam Dubbele Enkele Dubbele en enkele schouwen schouwen schouwen Omdat de schouwen op de stadsschuitenmakerswerf werden gebouwd, zijn we niet ingelicht over de kosten van de bouw van een dergelijk vaartuig. Wel worden in 1682 in een voorstel om de bouw van de schouwen aan te besteden de kosten geschat op 500 gulden per stuk (Thes. Ord. 13

14 7, 53). Het bedrag komt overeen met de bedragen die in het begin van de achttiende eeuw gelden: in 1725 krijgt Arie Goutrock opdracht om binnen acht weken twaalf modderschouwen te leveren voor 520 gulden per stuk (Thes. Ord. 12, 21). Ook over de levertijd van de schouwen in 1664 tasten we enigszins in het duister, omdat dergelijke gegevens in het archief van het Fabriekarabt ontbreken. Van IJk (1697, 288) zegt dat het moeiiijk is om te schatten we Ik deel de loonkosten uitraaken van de totale bouwkosten: voor een groot schip ongeveer 1/6 deel, voor kleine schepen 2/7 deel. In tabel 2 is geprobeerd om tot een schatting te komen voor de bouwtijd van de 100 dubbele en enkele schouwen die in 1664 zijn gebouwd. Tabel 2. Schatting van de bouwtijd van 100 modderschouwen Gemiddelde bouwkosten Arbeids Loon 30 Gemiddelde Bouwtijd 400 gulden loon man per bouwtijd 50 dubbele en dag 50 enkele schouwen Arbeidsloon 1/6 deel 66 gld 42 gld 1,6 dagen 160 dagen van de totale som Arbeidsloon 1/5 deel 80 gld 42 gld 2 dagen 200 dagen van de totale som Arbeidsloon 1/4 deel 100 gld 42 gld 2,4 dagen 240 dagen van de totale som Arbeidsloon 1/3 deel 133 gld 42 gld 3,2 dagen 320 dagen van de totale som We gaan er daarbij van uit dat de totale bouwkosten van een dubbele schouw 500 gulden bedragen: van een enkele schouw 300 gulden (gemiddeld 400 gld). In 1664 werkten op de schuitenmakerswerf 30 timmerlieden die ongeveer 28 stuiver per dag verdienen. Wanneer we aannemen dat men voor de bouw van de 100 modderschouwen alle 30 timmerlieden heeft ingezet en dat er 50 dubbele en 50 enkele schouwen zijn gebouwd, dan komt men op een totale bouwtijd die varieert van 160 tot 320 dagen. Uitgaande van 290 werkdagen in een jaar, is het aannemelijk dat de modderschouwen binnen een jaar zijn gebouwd. Mogelijk zijn ze al op 3 September 1664 gereed, wanneer een nieuwe opdracht volgt om nog 25 kleine schouwen te maken Werf In een resolutie van 27 januari 1666, die nog vaker ter sprake zal komen, wordt besloten om het fabriekarabt in de toekomst slechts te belasten met onderhoudswerk en om nieuwe werken aan te besteden. Hoewel men zich hier zeker niet strikt aan houdt, danken we aan dit initiatief een lijst van gebouwen en een vermelding van de stadsschuiten. Hieruit blijkt het volgende: "Tot onderhout van stad sijn int gebruijck omtrent 440 a 450 soo groot als cleijn vaertuijgen bestaende in moddermolens, bocken, vlotschuijten, arcken, dubbelde en enckelde modderschouwen, vulnisschuijten en roeijschuijten soo groot als cleijn" (Thes. Ord. 3, 57 v ). 14

15 Fi8 " 5 'T/Jr nh^l g - Wi "f bur «en Kattenburg met de werven van de Admiraliteiten de Verenigde Oostindische Compagnie. De Stadsschuitenmakerswerf ligt op Oostenburg Links op de kaart het Zieke Water.

16 Fig. 6. Acte van ondertrouw van Jan Lucasz. Root en Trijntje van Neck fn i - rf«* (OOVX' T vjfi I tmfot*aufa* lr^ i I.,,.*/- / I I \*"~f i i>. f-v U,+4-1 & T> ffu4rt r* C C l ^

17 Alle schuiten worden onderhouden op de stadsschuitenmakerswerf die in 1664 is verplaatst van Marken naar Oostenburg (fig. 5). In het jaar daarvoor was de nieuwe omwalling langs de zuid- en oostzijde van Amsterdam gereedgekomen. Een van de motieven voor deze uitbreiding was het scheppen van ruimte voor scheepswerven en magazijnen. Al in 1657 was men begonnen met de overplaatsing van enige werven van Marken, ook wel Valkenburg genoemd, naar Kattenburg en in latere jaren naar Wittenburg en Oostenburg, waar ook de Admiraliteit en de Oost-Indische Compagnie een plaats vonden (Jansen 1963, 375). Op 18 maart enige weken na de opdracht om 100 modderschouwen te bouwen - betogen de onderfabriekmeester Gerrit Swanenburg en Jan Lucasz. Root dat de schuitenmakerswerf op Marken te klein is. De werf is evenmin geschikt om hout te sorteren, schuiten te bouwen en te kalefaten. Zoals vele andere werven wordt ook de stadsschuitenmakerij overgebracht naar Oostenburg (Thes. Ord. 2, 180 v ). De wens om nieuwe werken aan te besteden heeft ook tot gevolg dat men vaststelt hoeveel arbeidsvolk de stadsmeesters in dienst mogen hebben. Daaraan is het te danken dat we de bezetting van de schuitenmakerswerf kennen uit het jaar 1666 en uit 1682, wanneer de bezetting opnieuw wordt vastgesteld (tabel 3). Tabel 3. De bezetting van de stadsschuitenmakerswerf in 1666 en 1682 (Thes. Ord. 3, 58; Thes. Ord. 7, 81) Meester schuitenmaker 1 1 Ondermeester - 1 Timmerlieden Voor het breeuwen en teren 4 8 van bruggen Pikstoker - 1 Sjouwers 3 4 Schrijvers - 1 Jongens 3 1 Totaal Volledigheidshalve moeten nog de twee smeden genoemd worden die op de werf werkzaam waren Jan Lucasz. Root, stadsschuitenmaker Zoals boven vermeld was Jan Lucasz. Root als stadsmeester belast met de leiding van de schuitenmakerswerf. Root wordt op 13 januari 1661 (Thes. Ord. 2, 66 v ) in deze functie aangesteld als opvolger van Jan Cornelisz. Jonghe Raven. Hij vervult zijn ambt gedurende 26 jaar tot aan zijn dood in Zijn opvolger Jan Booy blijft tot 1706 in functie. Het tractement van de stadsschuitenmaker wordt 12 december 1664 vastgesteld op 600 gulden per jaar; daarboven geniet hij vrije woning en ontvangt 40 gulden voor turf (Res. Burg. B, 153 v ). Naast stadsschuitenmaker is Root ook stadsschepenraeter en na het overlijden van Cornells Danckertsz. de Reij "eijckmeester van schepen sijnde in ' s lands dienst" (Gr. Mem. 5, 99). Hij woont evenals de ondermeester Jan Vereyck op de schuitenmakerswerf. 15

18 De instructie voor de schuitenmaker dateert uit 1650 (Gr. Mem. 3, 282) en wordt opnieuw vastgesteld in De punten die vermeld staan verdienen nauwelijks de kwalificatie instructie. Naast enige vanzelfsprekende zaken als toezicht op de timmerlieden en op de leveranciers van materialen bevat de instructie uitsluitend aanwijzingen wat de schuitenmaker niet mag doen, of wat hij niet zelf mag beslissen. Duidelijk komt naar voren dat beleidszaken zijn voorbehouden aan het college van Thesaurieren, maar dat de stadsmeester een grote mate van vrijheid geniet bij de uitvoering van de werkzaamheden. Jan Lucasz. Root kwam uit een familie van scheepstimmerlieden. Zijn vader was mastenmaker, zijn grootvader scheepstimmerman en zijn overgrootvader en diens vader waren schlpper geweest (tabel 4). Van de laatste Jan Jansz. - aan de kleur van zijn hoofd dankte de familie zijn naam - zijn in het archief van de weeskamer enige stukken bewaard gebleven: twee testamenten van zijn vader, de chirurgijn mr. Jan Hendriksz., twee testamenten van hemzelf, een borgstelling op Cornells Simonsz. te Alkmaar uit 1591 en het eigendomsbewijs van het door hem gebouwde huis "De Vergulde Hulk", uit 1564, in de vorm van een chirograaf. Hij krijgt de noorderhelft toegewezen van twee huizen aan de Nieuwezijds Achterburgwal met drie woningen daarachter aan de Nieuwstraat, die hij samen met Reinier Jacobsz. door de timmerman Ott Ellertsz. had laten bouwen. Onder dat stuk plaatste hij de handtekening Jan Jansz. Roothoofd.' Omdat Jan Jansz. een hulk in de gevel van zijn huis liet metselen, zal hij waarschijnlijk schipper op een hulk zijn geweest; mogelijk dankte hij het geld waarvan hij de bouw van het huis had bekostigd aan een voordelige reis met dat schip. Jan Lucasz. Root ging op 22raaart1657 in ondertrouw met Trijntje van Neck, de weduwe van Cornells Jansz. Jonghe Raven, de zoon van de toenmalige stadsschuitenmaker (fig. 6). Zij kwam uit een voorname familie. Haar grootvader van moederskant Crijn Cornelisz. was scheepsbouwer geweest, haar grootvader, overgrootvader en verdere voorvaders Van Neck, oefenden het aanverwante en vaak lucratieve beroep van houtkoper uit. De oudst bekende, Pieter van Neck, geboren orastreeks 1430, was koopman op 't Water, nu het Damrak (DTB 662/98, 664/1, 667/179, 681/161; Elias 1/29). Jan Lucasz. en Trijntje van Neck Rregen drie kinderen, waarvan hun zoon Lucas naar zijn grootvader was genoemd. Deze zoon werd geen scheepstimmerman, maar koekbakker. Daarmee trad hij in het spoor van een oudtante, die ook Trijntje van Neck heette en een zuster van zijn grootvader was. Zij was koekbakster in de bekende koekbakkerij "De Olifant" in de Oudebrugsteeg, naast de muziekherberg "De os in de bruiloft". Vlak voor zijn dood wist Jan Lucasz. Root dat complex huizen te kopen (Wijnman, 1938). De zoon van Lucas, die zich niet meer Jan maar Jean noemde, werd boekhouder. 1). Mevrouw M.B. Lohmann - de Roever heeft de gegevens over de familie van Jan Lucasz. Root bijeengebracht en verwerkt. 16

19 »i O - ) 01 cn CO IO B 0 <- o t- > c- c S > > a > rj x T B. Cl c as (D P E?2 B Q. & 1 B Hi t 9 ite a n (! n ib te B» rt O H» n 3 ~ i» O»* 3 HJ 0 rt rt te te 3»» *< = 1 3 ft 3 ff B B ff a o «i te 3 0 0) B B a 3 1 B ED B B B * t* Cfi ff (fl «i» er r- c. - X 3 "1 C t-. BJ r> C, H E c te ft EH» ** *4 O 0 uu c_ r& o <._ c- > Q. > a te t- K 3 3 O 3 O B 0 0 BJ» p a g m 1 > a > a ff» E X a B> B o 0 B ft o o c. cr O B B IB 3 C_ ra»t (A r» N E" cr o tu «u 6 5 S N V> B 3 N 50 o to cr n 1 I N» N u ca N 3 a 3T ' 0?B N Ul o o & i/, N N CD pa i U O 0 0 3) Ul N O " 0 N SO N 0 I- N 50 r* 0 ui a O 0 * 5 0 Ul rt E0 0 u 0 0 N i^? o «- ff 0 o o * * t- t-t t t-t H 1-- *_ _ t-t M» i H- Ol Ol C (J, Oj Ol Ol Ol Ol Ol Ol tn tn cn cn V CB 03 oi cn CM CO ro H* (- H*»* O CD CD CD CD IT CC -J to to O UJ oi J* ro o -J c cn -4 tn CO O o to * CO co cn CO -J»-* c* o u *o o - 2 w «3 H- 9 ft 1 < 1 + x + < < c o 0 B 0 0 o ff < *1 IN 1 i t H M H* 1»- K - * 01 <f> tn oi cn Ol tn if/, -J --J A 01 at CO O CD o tn a to t- tn M to 9 t-t H* -J -J H* cn K» oi H* Ol M t-t cn cn»-»- 01 Ol M Ol M (ft - Ol? I-*» * 03 CO tn co cn J*, u IO O. CO O 03 o -J co *o UJ to CD s 2 9»1 w o e H H. t- O S O -i 5*7 l- r* ft 1 S5 c? > t > 3 1 B H- 9 * n 1 >- 9 M- Hj 0 *l 0 a3 1 3 H-»1 ft < O a3 ft» w I ffl» C 3 ft ft 1 0» ^«o c- ^ ft t 0 X 3 r- 3 f a 3 r» 1. c is a & cr < 3 IS (S 3 4 r. it cr n H h c_ i - 3 ^> ft o ft e- i a * 3 r. if r* H< 9» a in T fl o C C* a 3- rr cu ft C C-. ft D r- 3 (ft O O H K ff B O B *i I- 10 n H- u B cr r* B 3 1 B C -i (B i K * ^ < M ti C to Hi. 3 0 N -. S 9 3T»- u w ff X B 0 C. IB 3 UJ w 1 CO Ul * i\ it> C t- H- o ft a z r* Ul 1 i N M B S - 2- cr r. Ol 3» «o H n 9 H* a Cl i CT (fl JC 3T *- cn B 3 CD 1-9 cn cn 3 a * 0 1 r- CD -J a O t- en cn u a r» rr - J i ml? o a I i > C L - j < w 0 0 c? 1 r- 3 0 I S i I ft K? K ft> K 6) 3 * "i IT r* V» (ft 3" N tfl (A CD t o g *- - M h" Jr S 1 S it -. t-. 1* 9 X E O T IS OT 2 W cn CO O CO >-> O ~J B 0 0 i n v rt o 0 n ft»1 o 3" 3" 9 o a ff 9 3" [A 3* ff ff O ff *i X 9 IT 9 r* a i ft 0 f 0 o cr am 3-9 a ft D ft r» 'U » n -r, o -a t i u -o «*.3 g V X* S" IB C IA is 0) ft ft n cn rr c r.» r. a - i ff 1 CA H- 1 a 9 r * 9 >- IV " * * (1 CJi i n r. 13 ff 3 3 l 1 E 9 CD 1 j a 1 ft ft" 3' ft s 2 cn ro 01 Ol 01 Ol J -J -J 01 cn oi cn Oi CJ H H IB CO * CO tn c«os o & 9 *-* 01 Ol > 32 a t " 5 1 CT r i m OQ B, n (xj BQ 55» «1 r* Cfl r» 1 & r» (0 3 r* an ft J i 1 O. r.» n * 1 u * a ^ > 3 r» ff ft 9 ft) II BT C 0 r«1 1 B o a o a o «O * * 3 * * m * * D * * * * en * * a * * * m X X X X «w X A * X X X X X X ca **$ CO Ol 3 - j - J CJ CJ CO UJ O -J -J U M H H* H- >- B 01 \ X 00»»- «\ v. Ol Co 1 s CO U> -J 222 CO ro ro ro ro ro ro v. \ -s. a K- ro X to ro ro ff* Q CO to CO CB \ ^v \ X V 01 Ol Ol 01 Ol Ol 01 *J *J CO -O -J CD CD CD 01 cp M (0 ifi 01 *! * \ to -j -j -j -g -j ^j CO «\ cn UJ to *.." " * cn - cn CD t-* 01 Ol - - ro H- i-. cn (- H- _S_ o cn ro o - h- a. H* )_. CO CD t-» t-t -o to IO»- H- oi cn CO t o * V w CO V "X. "N. B B - -J 3 Ol \ X 1 - t - X *N. tn i CO?1 3 Si a o - 01 IO <o t» ot Q co tn cn - cn I P CD ft 9»- u» o ^ V 01 IO Ol Ol Ol Ol * -J Ol Ol to - A *o X X o cn *j *J X < - 01 cn '^ Jk * CO H* M CO \ CD < u -.. ^. t-t cn H- - CO ro o - 01 CO CJ 10 ro «X s s >- o Ol B -X 01 CJ ^ CO A cn H* Ol N f f l - J tn o - x»- O) 2 8 CO (0 3 m H a co 01 ro ^ en oi H- X 01 CD A CO Ol - Ol -i * oi cn o cn \ X M Ol X < Ol a cn oi CO ^ u CD ft o a c *» % 2 CO o s \ o. t-> 01 CO ro Ol H- 9 <o < 3 A M M 01 ft IO \ H* 01 Ol H 01 a CO ft 01 < * s Ol X 10 A CO IO 8 - s i 3

20 18

21 3. Het fabriekambt De schuitenmakerswerf en het modderwerk maken beide deel uit van het fabriekambt. In de loop van de zeventiende eeuw treden in de organisatie van het fabriekambt regelmatig veranderingen op, die onder andere leiden tot het instellen van een aparte groep die is belast met de stadsmodderwerken Organisatie Over het fabriekambt is betrekkelijk weinig bekend. Een wens van De Roever (z.j., 5) om de geschiedenis van het fabriekambt op schrift te stellen ging niet in vervulling, omdat het onderwerp te uitgebreid was, en omdat de bronnen gering in aantal waren. Het onderstaande kan alleen om die reden al niet meer dan een schets zijn. De gegevens zijn ontleend aan enige artikelen van Jansen (1960, 1963), aan de resoluties van het college van Thesaurieren en aan de instructies van de stalmeesters. Aan het einde van de zestiende eeuw stonden de stadsmeesters onder de fabrieksmeester Pieter Jacobsz. Nachtglas; naast ambtenaar was de fabrieksmeester ook lid van de Vroedschap die uit 36 leden bestond. Omstreeks de eeuwwisseling voerde hij het beleid van de stadswerken, terwijl de technische inbreng kwam van de stadstimmerman Hendrick Jacobsz. Staets, de stadsbouwmeester Hendrick de Keyser en de stadsmetselaar Cornells Danckertsz. Het arbeidsvolk stond op het cedul van bovengenoerade stadsmeesters en dat van Jan Claesz., de leidekker. Het overige arbeidsvolk, onder andere "modderluyden, laders, draghers, cuypers, schuytvoerders, scheepstimmerluyden, steenhouwers, heyers, oock die in ende aen deraoddermolengearbeyt hebben ende anders", stond vermeld op het cedul van de schrijver van het fabriekambt (Jansen, 1960). De eerste decennia van de zeventiende eeuw kenmerken zich door expansie van de stad - stadsuitbreiding in en later de bouw van het stadhuis en vele andere gebouwen, waaraan de namen van de stadsarchitect Jacob van Campen en van de overige stadsmeesters zijn verbonden. Een belangrijke omschakeling bij het fabriekarabt is het afschaffen van het ambt van fabriekmeester in De laatste fabriekmeester, Pieter Hasselaer, wordt kolonel en later burgemeester, maar krljgt geen opvolger (De Roever z.j., 26). Ook in de daaropvolgende periode wordt een tendens zichtbaar die er op is gericht om de stadsmeesters direct onder het college van Thesaurieren te brengen en de ambten waaraan een zekere beleidstaak is gekoppeld, ook de hoogst betaalde, niet langer te vervullen. Zo krijgt de architect Daniel Stalpaert na zijn overlijden in 1676 geen opvolger, en wordt besloten het ambt van ingenieur-landmeter, na het overlijden van de toenmalige ingenieur Jacob Bos, niet meer te vervullen. In feite gebeurt dit al in 1683, wanneer Jacob Bos wordt aangesteld als opzichter van de graafwerken, een functie die hij tot zijn pensionering in 1688 vervult (Ambtenboek , 59). Niet alleen beleidszaken en de wens om nieuwe werken aan te besteden hebben hierbij een rol gespeeld. Ook een vermindering van het werkaanbod voor de landmeter na voltooiing van de nieuwe omwalling in 1663 en het uitzetten van straten en grachten in de uitbreiding kan van invloed zijn geweest. Ook de bouwactiviteit was beduidend minder dan aan het begin van de eeuw vooral na de voltooiing van het stadhuis en de poorten van de nieuwe uitleg. 19

22 De naam fabriekmeester leefde nog enige tijd voort,omdat men de architect, ter onderscheid van de overige stadsmeesters wel als zodanig aanduidde. Daarnaast kende men nog de onderfabriekmeester, die de leiding had over de timmertuin en het opzicht over de stadsgebouwen. Na het overlijden van de onderfabriekmeester Dirck Wijnantsz. in 1658 stelt men zelfs twee onderfabriekmeesters aan: Gerrit Barentsz. van Swanenburg en Jacob Lambertsz. Spakenburg. Uit hun instructies (Gr. Mem ) blijkt dat Swanenburg is belast met "den opsicht, directie en beleyt van alle deser stede gebouwen, timmeragien en reparatien, mitsgaders alle den aencleven en alle gevolgen van dien". Spakenburg heeft "den opsicht dierectie ende beleyt, van alle de resterende stadssaken", zoals de straten, de beschoeiingen, de stank in de grachten en het op diepte houden van grachten. Met het vertrek van Swanenburg in 1667 verdwijnt de onderfabriekmeester en vervalt het opzichtersschap van de stadswerken. Ook wordt bepaald dat "ider meester sijn eijgen werken sal hebben te verantwoorden aan de heeren Burgermeesteren" (Thes.Ord. 3,108 ). De opvolger van Swanenburg, Jan Hansz. van Peterson wordt aangenomen als stadstimmerman. Voor Jan Hendricksz. van den Berg; de opvolger van Spakenburg, is evenmin de titel onderfabriekmeester weggelegd; hij wordt in 1661 aangesteld als opzichter van stads modder- en graafwerken. Uit het voorgaande blijkt dat het college van Thesaurieren langzamerhand een sterke greep heeft gekregen op de publieke werken en dat de stadsmeesters rechtstreeks verantwoording zijn verschuldigd aan de Thesaurieren Arbeidsvolk De gegevens over de mankracht van het fabriekambt zijn schaars. In de vorige paragraaf hebben we gezien dat het arbeidsvolk in 1597 was ingedeeld op het cedul van de timmerman, de metselaar en de leidekker. Het overige arbeidsvolk, waaronder de modderlieden en de bemanning van een moddermolen, stond op het cedul van de schrljver van het fabriekambt. Bij de al genoemde resolutie van 27 januari 1666 stond een opsomming vermeld van het arbeidsvolk dat iedere stadsmeester onder zich mocht hebben; een soortgelijke opsomming is bekend uit Vergelijking van de getallen in tabel 5 laat zien dat verschuivingen optreden, die waarschijnlijk verband houden met het werkaanbod. Evenals in 1597 komen op de lijst de timmerman en de metselaar voor; voor beide is een teruggang te constateren tussen 1666 en De schuitenmaker werd in 1597 nog niet apart vermeld; de stijging voor deze tak van het fabriekambt is misschien te verklaren uit het grote aantal vaartuigen, dat nodig bleek te zijn voor het op diepte houden van de haven en de grachten. Een sterke achteruitgang is te zien bij de landmeters. Evenals het afschaffen van het ambt van ingenieur-landmeter houdt dat verband met een vermindering van de landmeetkundige werkzaamheden. De smeden, schilders en loodgieters blijven in aantal ongeveer gelijk. Het is niet duidelijk of de schilders onder een stadsmeester stonden. De steenhouwers, in 1666 nog zes in getal, worden in 1682 niet opgevoerd; wel noemt het Ambtenboek ( , 160) een stadsmeester steenhouwer, Pieter de Keyzer. Het arbeidsvolk dat op de moddermolens werkt staat in 1666 nog op het cedul van de schrijver, maar in 1682 onder Michiel Muiden, de op- 20

23 Tabel 5. Het arbeidsvolk dat de stadsmeesters onder zich mochten hebben in 1666 en 1682 (Thes.Ord. 3,58; Thes.Ord. 7,81) TIMMERMAN 2. METSELAAR timmerlieden ondermeester 1 1 kistenmakers 4 1 schrijver 1 1 kruiwagenraakers 2 - metselaars in 't spijkerhuis 1 1 opperlieden jongens 10 2 sleeper 1 1 houtzagers 2 2 jongens 2 2 sjouwers 3 6 in de metseltuin 1 - boekhouder " SCHUITENMAKER 4. SMID ondermeester - 1 in de timmertuin 8 6 timmerlieden op de schuitenmakerij 2 2 voor het breeuwen 4 8 en teren van bruggen pikstoker - 1 sjouwers 3 4 schrijver - 1 jongens To ~~i 5. SCHRIJVER 1666 MICHIEL MUIDEN 1682 bazen op de vijf 10 bazen 4 moddermolens paardeknech ten 4 werkvolk moddermolens 15 afhouders 4 opzichters modder 2 opschieters 4 schouwen ' ' opzichters modderschouwen 4 bruggevegers 30 opzichters 2 pisdrager '') 1 knecht in de boeien 0 1 klokkenluider ) 1 schuimers of krengen- 3 vissers 6. OVERIGEN 1666 OVERIGEN 1682 schilders 6 schilders 4 pompemakers en lei- 6 loodgieters en leidekkers dekkers landmeters 14 landmeters 2 steenhouwers 6 emmerlappers 4 boomplanters 6 ' opzichters modderschouwen stonden niet op het cedul van de schrijver maar bij de overigen ') werkzaam op het stadhuis 21

24 zichter van de modderwerken. Kennelijk resulteert een verbetering van de organisatie tussen 1674 en 1682, waarop in het volgende hoofdstuk wordt ingegaan, in een aparte vermelding. Het cedul van de schrijver wordt in 1682 niet genoemd. Uit het voorgaande blijkt dat binnen het fabriekambt een vaste groep wordt gevormd die wordt ingezet om de haven open te houden Loon en tractement Om enig inzicht te krijgen in de "status" van de verschillende beroepen zijn gegevens verzameld over het loon en het tractement van arbeidsvolk en stadsmeesters. Hoewel de gegevens uit verschillende jaren dateren zijn ze goed vergelijkbaar, omdat loonsverhogingen in de periode 1666 tot 1682 weinig voorkomen. Het loon van het arbeidsvolk, de linkerkolom van figuur 7, wordt per dag berekend, zodat de jaarverdienste niet geheel vaststaat. In de archiefstukken die zijn geraadpleegd wordt in het algemeen een jaar op 290 werkdagen gesteld. Bij slechte weersomstandigheden is het aantal werkbare dagen voor "modderluyden, vulnisluyden en andere ruyge werkers" aanzienlijk minder geweest, zoals in het volgende hoofdstuk zal blijken. Men kan onderscheid maken in de volgende groepen: - ongeschoold arbeidsvolk stuiver per dag - opzichters stuiver per dag - geschoold arbeidsvolk stuiver per dag De paardeknecht op de moddermolen nam een bijzondere plaats in; hij verdiende 24 stuiver per dag en werkte 365 dagen per jaar, zodat hij 438 gulden per jaar verdiende. Het loon van de laagstbetaalde stadsmeesters, de loodgieter, de steenhouwer en de schilder, sluit aan bij het dagloon van het arbeidsvolk; zij ontvangen respectievelijk 30/36 en 36 stuiver per dag. Het tractement van de overige stadsmeesters geeft aanzienlijke verschillen te zien, waarbij moet worden opgemerkt dat de hoogst betaalde ambten - architect en ingenieur - na 1676 en 1683 niet langer zijn vervuld. Globaal kan men de volgende indeling maken. - steenhouwer, loodgieter, schilder gulden per jaar - stratemaker, schuitenmaker, smid, gulden per jaar metselaar - opzichter graaf- en modderwerken, gulden per jaar boekhouder fabriekambt, timmerman - ingenieur, architect gulden per jaar De bedragen in het overzicht zijn niet in alle gevallen geheel vergelijkbaar, omdat de stadsmeesters soms op daggeld werden gesteld en omdat geen rekening is gehouden met nevenfuncties. Wel geeft het overzicht een idee van het "aanzien" van bepaalde functies bij het fabriekambt in de tweede helft van de zeventiende eeuw. 22

25 Fig. 7. Het loon van het arbeidsvolk en het tractement van de stadsmeesters, Arbeidsvolk Stuiver per dag Stadsmeesters Gulden per jaar Steenhouwer 36 Schilder Architect 1800 I Ingenieur-landraeter 1500 Timmerman Loodgieter Baas moddermolen Schui tenmaker Timmerman Schuitenmaker Mr. timmerman 1200 Boekhouder fabriekambt 1074 Opzichter modderwerken 1000 Landraeter Metselaar Paardeknecht moddermolen Smid Opzichter bruggevegers Opzichter modderschouwen Opzichter brandemmers Schrijver van de modderschouwen Knecht in de boeien 20 Opschieter moddermolen Afhouder moddermolen Pisdrager stadhuis 18 Landmeter Schuimer 17 Klokkenluider stadhuis Mr. metselaar 800 Mr. smid 700 Mr. schuitenmaker 640 Mr. stratemaker 624 Steenhouwer 522 Baas moddermolen 435 Schuitenmaker Opzichter modderschou- 319 wen Afhouder moddermolen 261 Bruggeveger 174 Bruggeveger 12 ' Gegevens ontleend aan: Thes. Ord. 3, 58 Ambtenboek , 59 en Fabriekambt 146, 9 en 157 * N.B.: het loon van de steenhouwer en enige anderen is ook per jaar berekend en opgenomen in de rechter kolom.

26 r * 9 I Tj Fig. 8. Moddermolen, Roelant Savery (ca. 1610) -J Fig. 9. Moddermolen, Natrus (1734, XIV) \\u\\\\\\\\\\\ jjiijii

27 4. De stadsmodderwerken Het havenfront van Amsterdam was over de hele lengte afgesloten door een dubbele rij palen met afsluitbare openingen; daarachter lagen de walen, ligplaatsen voor schepen, eveneens door palen afgesloten.' In dit rustige gedeelte tussen en achter de palen bezonk het slib dat dagelijks door de vloedstroora vanuit de Zuiderzee werd aangevoerd. De aanslibbing was een voortdurende zorg voor de stad, waarvoor men moddermolens en modderschouwen inzette, ressorterend onder de opzichter voor graaf- en modderwerken Organisatie Zoals we bij de organisatie van het fabriekambt hebben gezien, had de onderfabriekmeester Jacob Lambertsz. Spakenburg sinds 1658 het opzicht over de modderwerken. Hij heeft zijn ambt slechts korte tijd vervuld (Res. Burg. B , 134 v ); na zijn ontslag en het terugtreden van Swanenburg in 1667 verdwijnt de functie van onderfabriekmeester. De opvolger van Spakenburg is Jan Hendricksz. van den Berg, een schoenmaker, die in 1661 wordt aangesteld tot opzichter van "modderluijden en andere ruijgh werkers". aanvankelijk op een tractement van 600 gulden en 150 gulden huur (Thes. Ord. 2, 66). Uit zijn instructie blijkt dat hij nog verantwoording schuldig is aan de onderfabriekmeester Swanenburg. Uit een aanvulling op de instructie (Thes. Ord. 3, 86 v ) blijkt dat hij onder de Thesaurieren staat; later - in een resolu.tie uit 1673 en ook in het Ambtenboek (1682, 159) - wordt zijn functie omschreven als opzichter van graaf- en modderwerken en geniet hij een inkomen van 1000 gulden per jaar. Volgens zijn instructie was Jan Hendricksz. belast met het toezicht op de moddermolens en op het laden en lossen van de modderschouwen; 's winters had hij het toezicht op de vulnislieden en de bruggevegers. Daarnaast diende hij aanwezig te zijn bij de aanbesteding van graafwerk. Voor het uitdiepen van de grachten en de havens maakte men gebruik van moddermolens en van de beugel. De stad Amsterdam beschikte in 1666 over vijf moddermolens en in 1682 over vier moddermolens, twee grote en twee kleine. De bemanning van iedere molen bestond uit een baas, meestal een timmerman, een paardeknecht, een opschieter en een afhouder (Fabriekambt 146, 9). Voor het transport van de gemalen modder gebruikte men de modderschouwen; bij iedere grote moddermolen noorden 18 dubbele modderschouwen, bij een kleine moddermolen 20 enkele schouwen. Op iedere dubbele modderschouw zorgden twee mannen - modderlieden - voor het laden, lossen en voortbomen van de schouwen, op de enkele een man. Aan iedere molen was een opzichter toegevoegd die er op lette dat de modderlieden de modder op de juiste wijze vervoerden en op de juiste plaats losten (Fabriekarabt 146, 9). Een notitieboekje uit het midden van de achttiende eeuw (Fabriekambt 140) laat zien dat de organisatie in vergelijking met 1682 niet is veranderd. Het boekje vermeldt vier grote molens en een kleine met in totaal 98 modderschouwen; iedere molen is beraand met een baas, paardeknecht, afhouder en opschieter, iedere dubbele schouw met twee mannen en de enkele schouwen met een man. Daarnaast heeft men nog 20 dubbele haalschouwen, waarop twee mannen met de beugel werken. 23

28 In tegenstelling tot de vaste positie van de bemanning van de moddermolens is het dienstverband van de modderlieden niet geheel duidelijk. v Uit een resolutie in 1669 (Thes. Ord. 4, 69 ) blijkt dat men een kleine moddermolen met bijbehorende schouwen verhuurt, waarbij de huurder - de dijkgraaf van de Diemermeer - de bemanning van de moddermolen moet betalen, maar zelf moet zorgen voor "luyden die de schouwen sullen waernemen". In een resolutie uit 1683 (Thes. Ord. 7, 89 v ), wordt vastgesteld dat: "het affhalen, voeren, en lossen van de modder van de moddermolens sal besteed worden niet aan eenige basen, maar aan de modderluiden in het particulier op den voet van sesendertig stuiver de dubbelde schouw en achthien stuiver de enkelde of daar omtrent na de ver afgelegenheit ofte nabijheit van de losplaatsen, des dat haar de schouwhuur daar aan gekort sal worden, tegens acht stuiver daags van de dubbelde en vier stuiver van de enkelde schouw, ende dat de voorsz. modderluiden alle 14 dagen op de cedul van Michiel Muiden in de stadsthuijn hare betalinge sullen ontfangen". Waarschijnlijk is hier sprake van een verbetering van de organisatie, omdat er klachten waren dat de moddermolens soms stil lagen bij gebrek aan schouwen, welk euvel kon worden verholpen door de schouwen een vaste bemanning te geven. Uit de opbrengst per schouw, verminderd met de schouwhuur, en de produktiecijfers gedurende 1676 en 1679 kan het gemiddelde dagloon van de modderlieden worden berekend op 16 tot 19 stuiver per dag. Tabel 6 laat zien dat het jaarloon sterk varieert en afhankelijk is van het aantal werkbare dagen. Tabel 6. Het loon van de modderlieden in 1676 en 1679 Dubbele schouwen Enkele schouwen Gemiddeld dagloon in stuivers ,5 16,5 Aantal werkbare dagen Gemiddeld jaarloon in guldens 211, ,5 250 Van dit loon moesten de modderlieden zelf zorgen voor haken, bomen en beugels en alles wat verder bij de modderschouwen behoorde (Thes. Ord. 2,20 v ). Modderschouwen die niet in gebruik waren, lagen in het hok, een haven op het terrein van de stadstimmertuin. Een opzichter hield notitie van de inkomende en uitgaande schouwen en zorgde ervoor dat ze zo nodig werden uitgehoosd of gerepareerd (Thes. Ord. 5, 136). Het beugelen gebeurde op plaatsen waar men met de molens moeiiijk kon komen en in de burgwallen. Zo diepte men in enkele schouwen modder uit de grachten (Fabriekambt 146, 158). 24

29 4.2. Materiaal Het belangrijkste instrument dat men tegen het dichtslibben van de haven inzette, was de moddermolen, waarover veel bekend is, omdat deze vernuftige machine op reizigers en technici grote indruk maakte. Aan de hand van afbeeldingen zullen hier enige aspecten van de moddermolen worden beschreven. Voor een uitvoerige verhandeling over de geschiedenis van het baggermateriaal wordt verwezen naar Conradis (1940), Dekker (1925) en Doorman (1951 en 1952). De moddermolen die omstreeks 1600 in gebruik was kennen we uit afbeeldingen van Joost Jansz., en Roelant Savery. Op de tekening van Savery is de constructie van een dergelijke moddermolen goed te zien (fig. 8). De molen wordt aangedreven door mensen, die in twee grote tredmolens lopen en zodoende een ketting met houten planken in beweging brengen. De ketting loopt rond de as van de tredraolen en een as die is geplaatst op het einde van een lange smalle houten goot, waarin het onderste gedeelte van de ketting loopt. Deze stellage is geplaatst op een open houten bak met in het midden een opening. Men kan de houten goot door de opening laten zakken of ophalen met behulp van een windas op het voorschip, om de molen op de juiste diepte in te stellen. Door de molen langzaam voort te trekken, met de houten goot op de juiste diepte, komt er voor de opening van de goot steeds een hap modder, die door de rondgaande ketting met dwarsplanken naar boven wordt geschoven en aan de achterkant in een modderschouw wordt uitgestort. De moddermolen uit de tweede helft van de zeventiende eeuw verschilt in wezen weinig van de bovengenoemde; de aandrijving gebeurt echter met paarden. De beweging van de rondlopende paarden wordt via tandraderen overgebracht op een as die op zijn beurt via tandraderen de ketting in beweging brengt. Doorman (1951, 50) toonde aan dat het gebruik van de rosmolen voor het baggeren voor zover bekend het eerst voorkomt in een octrooi dat in 1622 wordt verleend aan Jacob Jacobsz. Een ets van Reinier Nooms laat een moddermolen omstreeks 1660 zien. Het vaartuig maakt in vergelijking met de moddermolen van Savery al een forsere indruk; op een drijvende bak staat een aantal overkapte loodsen, waaronder de paardestal en de ruimte waar de paarden rondlopen. Conradis (1940, 56) vermeldt een ets van Jan Luyken waarop de bak van de moddermolen hoger is en waar de ruimte waar de paarden rondlopen uitsteekt buiten de bak. De haspel om de molen op de juiste diepte in te stellen is zwaarder uitgevoerd dan op de ets van Reinier Nooms. Het onderscheid tussen een grote en een kleine moddermolen dat uit verschillende archiefstukken naar voren komt, is niet aan te wijzen: wel staan op beide etsen voornamelijk modderschouwen die worden voortgeboomd door een man. De moddermolen, zoals boven beschreven, was vooral geschikt voor het opbaggeren van modder en slib, maar niet voor klei of zand. Tot aan de invoering van de stoombaggermolens zijn moddermolens met paarden in de haven van Amsterdam actief geweest. Een duidelijke tekening van een moddermolen uit de achttiende eeuw staat afgebeeld in het Groot volkomen Moolenboek (fig. 9). Het hele bedrijf is hier aanschouwelijk voorgesteld en behoeft geen nader conrmentaar (Natrus 1734, XIV). Slechts weinig veranderingen zijn in de loop van de tijd aangebracht. Le Comte (1831, 6) vermeldt dat het "groote rad en het windas, hetwelk men vroeger boven den molen zag uitstaan, en diende om den bak 25

30 met deszelfs scheppen op de diepte tot steun en in bedwang te houden", is vervangen "door twee stijlen met dwarshout (of galg) waaraan een zwaar gijn, dat met den looper om de spil zulks thans volvoert". Ook zijn de molens omstreeks 1830 geschikt gemaakt om de modder "van 7 Nederlandse ellen diepte" op te baggeren. Voor het overige bleven de moddermolens vrijwel gelijk. Het aantal moddermolens dat men nodig had is in de loop der tijd iets gestegen. In 1677 had men vier moddermolens in bedrijf: twee kleine molens met enkele schouwen onder Jan Pietersz. en Gerrit Symensz. en twee grote molens met dubbele schouwen onder Pieter Hagen en Evert Jurriaensz. (Fabriekambt 146, 33-39). Omstreeks 1750 waren het vier grote molens en een kleine, en in 1831 in totaal zeven (Le Comte 1831, 6). Over de modderschouwen die voor het transport van de opgebaggerde modder moesten zorgen kunnen we kort zijn; vorm en constructie van de schouwen uit de tweede helft van de zeventiende eeuw zijn voldoende besproken in het eerste hoofdstuk. De prent van Savery toont een modderschouw uit het begin van de zeventiende eeuw. Voor- en achterschip verschillen iets van het latere type en doen meer denken aan wat tegenwoordig onder een schouw wordt verstaan: een vaartuig met voor- en achterbord. Ook deze schouw heeft een voor- en achterplecht en drie dwarsbalken over het ruim. De modderschouwen op de afbeeldingen van Nooms en Luyken hebben de vorm van de schouwen die in Flevoland zijn opgegraven, alleen lijken ze kleiner te zijn. Uit het feit dat de meeste door een man worden bediend mag men afleiden dat het enkele schouwen zijn. Om ze met de juiste hoeveelheid modder te kunnen laden waren de schouwen voorzien van bouten en merken (Fabriekambt 146, 15), die bij de opgraving niet zijn opgemerkt. Of zijn het de koppen van de rozebouten? Volgens voorschrift moest een dubbele schouw worden geladen met 2,5 schaft modder (Thes. Ord. 7, 52), wat ongeveer gelijk staat met 9,6 m3; voor een enkele schouw rekende men de helft van een grote, ongeveer 4,8 m3. Een wezenlijke verbetering in vergelijking met bovengenoemde schouwen, die tot in de negentiende eeuw in gebruik blijven, zijn de onderlossers. In 1830 wordt daarvoor octrooi verleend aan Tymon en Adrianus Kater. Le Comte (1831, 7) geeft hiervan de volgende beschrijving: "Zij drijven op het voorste en achterste gedeelte, hetwelk geheel is afgescheiden van het ruim. Het vlak is in het midden der schuit rijzend, en afhellend naar beide zijden gelegen, aan welke zijden vier ophalende kleppen met ijzeren hengsels zijn gebracht; ligt de schuit nu in lading dan zijn deze kleppen gesloten en goed verzekerd; en is zij ter plaatse, waar de specie gebracht moet worden, dan ontlaadt zij zich in een oogenblik door het enkele ophalen der kleppen. Door deze vinding wint men eenen onnoemelijken tijd, dien men anders noodig zoude hebben om door twee man iedere schuit te doen ontladen door het op- of uitwerpen der specie". De stoombaggerraolen en de onderlosser luiden een nieuw tijdperk in, waarin men ook naar andere middelen zoekt om de haven open te houden. 26

31 4.3. Produktie Het dubbele palenscherm langs het havenfront en de palenrijen rond de walen boden een veilige beschutting voor de schepen en maakten een effectieve bewaking mogelijk, ook wanneer de schepen van de werf kwamen of tijdelijk waren opgelegd. Het rustige water had ook een nadeel: juist daar kwam het slib tot bezinking, waarbij de palen eenzelfde functie vervulden als bij landaanwinningswerken. De aanslibbing tussen de palen en in de walen is in 1674 zo groot geworden, en het nut tig effect van de moddermolens zo gering, dat de Commissarissen van de Walen de directie over het uitdiepen op zich nemen. Op 31 augustus 1674 krijgen ze toestemming om een "proefje" te nemen met het verzoek om goede rekening te houden van de kosten (Thes. Ord. 6, 5), waarmee Michiel Muiden, kapitein van de waalredders, wordt belast. De resultaten zijn van dien aard dat ze op 29 januari 1675 het verzoek krijgen om door te gaan. Dank zij hun bevindingen - "Notitie van 't gepasseerde aengaende de stadsmoddermolens, 16 September januari 1682 (Fabriekambt 146) - hebben we gegevens over de mate van aanslibbing en over de produktie van de moddermolens. Hun bemoeienissen leiden tot aanschaf van het juiste materiaal en tot verbetering van de organisatie. De aanleiding voor deze aanpak was een rapport van Jan Pietersz., baas op een kleine moddermolen, waaruit bleek dat zijn moddermolen van 21 maart tot 3 juni 1672 in 53 werkbare dagen slechts 1017 schouwen had gemalen. Het resultaat was niet alleen belnvloed door regenachtig weer, harde wind en laag water, maar vooral door een tekort aan schouwen om de modder af te voeren, waardoor de molen soms werkeloos lag. Op grond van dit rapport zorgden de Commissarissen van de Walen ervoor dat er tijdens hun directie voldoende schouwen beschikbaar waren. De produktie van een aantal molens in de jaren en is bijgehouden, telkens voor een periode van een jaar. Iedere week is notitie gehouden van het aantal werkdagen, het aantal gevulde schouwen en het aantal schouwen dat beschikbaar was (Fabriekambt 140). In figuur 10 zijn de produktiegegevens van bovengenoemde moddermolens per maand gegroepeerd en aangevuld met gegevens van een grote moddermolen die in het hok van de Admiraliteit op diepte heeft ge-* bracht, waarbij de modder in enkele schouwen is afgevoerd. Tabel 7. Produktie van een grote en een kleine moddermolen Groti z moddermolen Kleine moddermolen Aantal werkdagen Aantal schouwen Totale produktie, m Gemiddeld aantal schouwen per dag Gemiddelde produktie m3 per dag Maximum aantal schouwen per dag Maximale produktie m3 per dag Aantal schouwen per dag 18 14? beschikbaar 27

Daniel Stalpaert (1615-1676) stadsarchitect van

Daniel Stalpaert (1615-1676) stadsarchitect van Daniel Stalpaert (1615-1676) stadsarchitect van Amsterdam IO2 BU LLETI NKNOB2OOO-4 voor in Elias' De Vroedschap van Amsterdam /57S-/795. 30 Hierdoor krijgen BULLETIN KNOB 2OOO-4 IO3 beperkt 1O4 BULLETIN

Nadere informatie

De IJsselkogge van Kampen. Kampen Open Monumentendagen, 13 september 2014 Alice Overmeer, maritiem archeoloog

De IJsselkogge van Kampen. Kampen Open Monumentendagen, 13 september 2014 Alice Overmeer, maritiem archeoloog De IJsselkogge van Kampen Kampen Open Monumentendagen, 13 september 2014 Alice Overmeer, maritiem archeoloog De IJsselkogge van Kampen bron: ADC Maritiem. Introductie Introductie Waar gaat het vandaag

Nadere informatie

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok Gelijkvormigheid in de 17 de - en 18 de -eeuwse landmeetkunde Heb jij enig idee hoe hoog dat gebouw of die boom is die je uit het raam van je klaslokaal ziet? Misschien kun je de hoogte goed schatten,

Nadere informatie

DE LOTGEVALLEN VAN HET MEDAILLON OP DE BREESTRAAT SINDS 1977

DE LOTGEVALLEN VAN HET MEDAILLON OP DE BREESTRAAT SINDS 1977 DE LOTGEVALLEN VAN HET MEDAILLON OP DE BREESTRAAT SINDS 1977 door L. Barendregt Het Leids Jaarboekje 1978 vermeldt in het verslag van de Vereniging Oud- Leiden over het jaar 1977: Op donderdag 3 november

Nadere informatie

DE BAAK VAN EGMOND AAN ZEE

DE BAAK VAN EGMOND AAN ZEE DE BAAK VAN EGMOND AAN ZEE 1n de prenten-verzameling van de Gemeente Alkmaar bevindt zich een merkwaardige aquarel van de hand van de Alkmaarse tekenaar Cresent. Deze aquarel vertoont twee figuren, die

Nadere informatie

MODELLEN EN BOUWTEKENINGEN

MODELLEN EN BOUWTEKENINGEN BIJLAGE B MODELLEN EN BOUWTEKENINGEN Model : Overnaads waterschip ZM22 uit de zestiende eeuw Functie : Reconstructie van het gevonden wrak voor archeologisch onderzoek Schaal : 1:10 Plaats : Rijksdienst

Nadere informatie

Hijswerktuig. Zie CiITblad Hijswerktuig 01. G. Dubbeld November 1961 Schaal 1:50 UDC 621.86. DOCblad 01-1. Plaats Gebouw Omschrijving

Hijswerktuig. Zie CiITblad Hijswerktuig 01. G. Dubbeld November 1961 Schaal 1:50 UDC 621.86. DOCblad 01-1. Plaats Gebouw Omschrijving Hijswerktuig Tredrad, windas UDC 621.86 Lifting tool Treadwheel, windlass Plaats Gebouw Omschrijving Datering Toelichting Haarlem Grote of Sint Bavokerk Tredrad boven het gewelf van het schip nabij de

Nadere informatie

Kijktocht Een koffer vol scherven bij de tentoonstelling Vergane Schepen

Kijktocht Een koffer vol scherven bij de tentoonstelling Vergane Schepen Kijktocht Een koffer vol scherven bij de tentoonstelling Vergane Schepen Deze opdracht maak je aan het begin van de tentoonstelling. Daar hangt een groot wit doek met de tekst Vergane Schepen. Ga er naar

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

7.1 Scheepsjournaals

7.1 Scheepsjournaals Thema/ onderwerp: Ontdekkaart 7.1 Scheepsjournaals Korte samenvatting van de leeractiviteit: De leerlingen vullen de woorden op de goede plek in in de gatentekst. De leerlingen bevragen het scheepsjournaal

Nadere informatie

zoeken en vinden Reeds Dr. sprak als meening uit, dat de latere renaissance gevel ontworpen was door den

zoeken en vinden Reeds Dr. sprak als meening uit, dat de latere renaissance gevel ontworpen was door den zoeken en vinden Wil men met eenige kans op succes, iets ondernemen wat het ook zij en tot een goed einde brengen, voorbereiding is noodig en geboden. Voorbereiding, ook van zichzelf en de zaak waar het

Nadere informatie

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen Les 1: Kinderarbeid Les 1: Kinderarbeid Het fenomeen kinderarbeid Kinderarbeid bestaat al net zolang als de mensheid bestaat. In de prehistorie gingen kinderen vaak mee op jacht of hielpen ze bij het verzamelen

Nadere informatie

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen door Gerrit Vermeer in opdracht voor de gemeente Enkhuizen namens de Vereniging Oud Enkhuizen. oktober 2015 1 Afbeelding omslag. De voorgevel van

Nadere informatie

BULLETIN KNOB I 994-3 101

BULLETIN KNOB I 994-3 101 Het Amsterdamse fabrieksambt BULLETIN KNOB I 994-3 101 Aan dit vernieuwde fabrieksambt is door historici omstreeks 1900 veel aandacht besteed.' Na circa 1930 raakte dit onderwerp op de achtergrond. 2 Dit

Nadere informatie

Beschrijving duikinspectie Contactnummer 75

Beschrijving duikinspectie Contactnummer 75 Beschrijving duikinspectie Contactnummer 75 Locatie nr. 75 Datum 12-04-2011 Duiker W.B. waldus Duiknummer 09 Rechthoekige stalen bak met klinknagels. Lengte 4 meter, breedte 1,2 meter, hoogte ca 0,8 meter,

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1330 1630 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 18 vragen

Nadere informatie

Bouwhistorisch onderzoek

Bouwhistorisch onderzoek Bouwhistorisch onderzoek BOUWHISTORISCHE NOTITIE Adres : (tussen Poelestraat 12 en 14) Status : BBP Periode : september 2010 Onderzocht door : Taco Tel Auteur : Taco Tel Datum : Groningen, 16 september

Nadere informatie

Het Stadskanaal, bevaren door houten en ijzeren schepen

Het Stadskanaal, bevaren door houten en ijzeren schepen Het Stadskanaal, bevaren door houten en ijzeren schepen Het laatste stuk onontgonnen gebied in het zuid-oosten van de provincie Groningen was niet in handen van de provincie maar van de stad Groningen.

Nadere informatie

Toelichting en lesplanning bij groepswerk gelijkvormigheid voor klas 9B (havogroep)

Toelichting en lesplanning bij groepswerk gelijkvormigheid voor klas 9B (havogroep) Toelichting en lesplanning bij groepswerk gelijkvormigheid voor klas 9B (havogroep) Deze week gaan we groepswerk over gelijkvormigheid. De groepsindeling is als volgt: Boudewijn Kjell Pepijn Synne Tom

Nadere informatie

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is rcheobode Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is archeoloog. Hij hoort bij de groep archeologen die nu aan het opgraven is in Oosterhout in het gebied Vrachelen. Daar wordt over een jaar

Nadere informatie

Het Snijdersplein. Voorwoord

Het Snijdersplein. Voorwoord Het Snijdersplein Voorwoord Ruim 4 jaar ben ik nu bezig om alle gegevens van de kadastrale percelen van de vestingstad s-hertogenbosch, in 1832 aangeduid als de secties G en H, vanaf het begin van het

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 28 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. In de vroege zomer van 2017 heeft Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd tussen de Davidstraat, Romeinstraat en Korte

Nadere informatie

Het plaatwerk aan de Spaarndamsche sluizen.

Het plaatwerk aan de Spaarndamsche sluizen. Het plaatwerk aan de Spaarndamsche sluizen. Als een algemeene regel van waterschapsrecht mag worden (aanvaard, de besturen der lichamen, welke belast met waterkeering in zooverre schouw hielden op onderhoud

Nadere informatie

Klankkast. Figuur 2. Figuur 3

Klankkast. Figuur 2. Figuur 3 Klankkast We gebruiken een stevige plaat met een minimale afmeting van 1040 x 400 mm en ca mm dik als tijdelijk support. Teken vervolgens parallelle lijnen op afstanden zoals gegeven in figuur 2. Deze

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl) Twee functies en hun som In figuur 1 zijn de grafieken getekend van de functies f ( x) = 2x + 12 en g ( x) = x 1 figuur 1 y Q f g O x De grafiek van f snijdt de x-as in en de y-as in Q 4p 1 Bereken de

Nadere informatie

Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen

Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen Damwanden Damwand wordt in de waterbouw toegepast om water en grond te scheiden, veelal langs een oever waar een bepaalde waterdiepte vereist

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20649 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sanders, George Title: Het present van Staat : de gouden ketens, kettingen en

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

Turfgravers worden binnenschippers

Turfgravers worden binnenschippers Turfgravers worden binnenschippers Aan het eind van de zeventiende eeuw waren Hoogezand-Sappemeer, de Pekela s, Wildervank en Veendam allemaal plaatsen in opkomst. Het veen was grotendeels afgegraven en

Nadere informatie

Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol.

Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol. Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol. Literatuur: Gedenkboek 100 jaar Nieuw Amsterdam-Veenoord P. van der Woude 1960 Gedenkboek 125 jaar Tweelingdorp

Nadere informatie

De punt op de i van de restauratie

De punt op de i van de restauratie Gerlof van der Veen De punt op de i van de restauratie Op zoek naar historische eenheid in hedendaagse verscheidenheid Aan de markten in Zutphen vormen de afzonderlijke gevels met elkaar een beschermd

Nadere informatie

Van Kogge tot Coaster

Van Kogge tot Coaster Van Kogge tot Coaster Speurtocht door het Noordelijk Scheepvaartmuseum leeftijd: 12-15 jaar Welkom in het Noordelijk Scheepvaartmuseum! Met deze speurtocht kun je het museum bezoeken en allerlei vragen

Nadere informatie

(Frans/Goofy) ( )

(Frans/Goofy) ( ) (RDM-collectie Johan Journée) www.kombuispraat.com (Frans/Goofy) (28-03-2010) Dit verhaal is zo goed mogelijk overgeschreven uit de oud-hollandse schrijfwijze van de jaren 30. Het verhaal gaat over het

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Bindend Advies Watersportvereniging

Nadere informatie

<<< Molen Hunsingo te Onderdendam >>> <<< Ander Molennieuws >>>

<<< Molen Hunsingo te Onderdendam >>> <<< Ander Molennieuws >>> > De eerste pagina van het artikel heeft een achtergrond gebaseerd op een foto die de uitbater van de molen toonde aan de auteur van het artikel. Het is een zicht op

Nadere informatie

Restauratieplan Hijsinstallatie Motorboot Terra Nova

Restauratieplan Hijsinstallatie Motorboot Terra Nova Restauratieplan Hijsinstallatie Motorboot Terra Nova Bouwjaar : 1929 Werf: Boot Leiderdorp Bouwnummer: 1299 lengte: 50 m Breedte: 6,50 m Holte: 2,25 m Inleiding De stichting Terra Nova heeft mij gevraagd

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl.1 4 Woonkamer van huize "Cammingha Foto G.Th. Delemorre. 1967

Tussen Rijn en Lek Dl.1 4 Woonkamer van huize Cammingha Foto G.Th. Delemorre. 1967 Tussen Rijn en Lek 1967 4. - Dl.1 4-7-CAMMINGHA TE BUNNIK (III). Beschrijving van het gebouw. Het oudste gedeelte zal zeker aan het einde van de 14eeeuw als versterkt huis gebouwd zijn. Aan de ene zijde

Nadere informatie

St. Gomarus of Westerkerk en St. Pancras of Zuiderkerk, 1704

St. Gomarus of Westerkerk en St. Pancras of Zuiderkerk, 1704 St. Gomarus of Westerkerk en St. Pancras of Zuiderkerk, 1704 In de loop der tijden hebben meermalen stormen de kerkgebouwen geteisterd, waarvoor belangrijke reparaties nodig waren, zoals in 1704. Deze

Nadere informatie

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J.

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J. Aan Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder Kopie aan Projectteam Waternet Contactpersoon J.J. Hofstra Doorkiesnummer 020 608 36 14 Onderwerp Analyse van het open water in het

Nadere informatie

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal Inleiding In opdracht van Cultureel Erfgoed Noord-Holland heeft op 1 december 2010 een kort onderzoek plaatsgevonden naar de opbouw en datering van de lage voetmuur van de korenmolen De Nachtegaal, gelegen

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Stichting Johannes van den Bosch

Stichting Johannes van den Bosch Stichting Johannes van den Bosch Familiebrief, 4 e jaargang nr. 1 (maart 2016). Beste familieleden, Zoals in de vorige familiebrief al was aangekondigd, is deze familiebrief geheel gewijd aan het familiegraf

Nadere informatie

Schutting plaatsen. Written by Online Tuinieren

Schutting plaatsen. Written by Online Tuinieren Er zijn veel manieren om je eigen stukje of stuk tuin af te bakenen. Het plaatsen van een schutting is één van de meest toegepaste manieren. Ondanks dat er vele soorten kant en klare tuinschermen op de

Nadere informatie

Historisch beeldmateriaal Vanaf het jaar van de oudste weergave van de ruimte (tekening 1768) is het vertrek in hoofdopzet onveranderd gebleven.

Historisch beeldmateriaal Vanaf het jaar van de oudste weergave van de ruimte (tekening 1768) is het vertrek in hoofdopzet onveranderd gebleven. Bijlage 42 bij besluit 2017-2805-V1 INLEIDING In opdracht van Defensie is op maandag 9 april 2018 door een bouwhistoricus van een bezoek gebracht aan het hoofdgebouw (gebouw A) van de Koninklijke Militaire

Nadere informatie

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Toelichting Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Hieronder treft u de geanonimiseerde ranglijst per 1 januari 2019 aan voor het woongebied van Land van Matena. Het betreft een momentopname.

Nadere informatie

Carport met houten dak

Carport met houten dak Carport 300 x 500 Afmetingen: 300cm x 500cm x 251cm Carport met houten dak Voordat u aan de opbouw van uw carport begint, lees dan eerst aandachtig deze handleiding. Dit om problemen te voorkomen, en om

Nadere informatie

1.6 Reconstructie van de noordzijde van de Markt, omstreeks 1500 (AEH, RG)

1.6 Reconstructie van de noordzijde van de Markt, omstreeks 1500 (AEH, RG) 1.6 Reconstructie van de noordzijde van de Markt, omstreeks 1500 (AEH, RG). - 14 - - 15 - 3.23 3.24 3.26 3.25 vastgesteld. De verdieping in het voorhuis van dit pand had geen schouw, een balklaag met gekantrechte

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK ARCHEOLOGISCHE KRONIEK door H. Suurmond-van Leeuwen In 1989 verscheen wegens onvoldoende aanbod aan copy geen uitgave van Bodemonderzoek in Leiden. Het ligt in het voornemen van de Directie Civiele Werken

Nadere informatie

KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven

KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN POLITIEHOND 1 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Politiehond 1 algemeen

Nadere informatie

Met Stoom / Anno 1961

Met Stoom / Anno 1961 Met Stoom / Anno 1961 Ge/amenlijke uitgave VOORWOORD S. de Jong EEN EN ANDER OP EEN RIJ ZETTEN... om: mondeling van de ene molenbaas naar zijn opvolger en er werd nauwelijks iets van opgeschreven. Dit

Nadere informatie

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Dossiernr. 2010/067 onderzoek t.h.v. het koorgestoelte Elisabeth Van

Nadere informatie

Abw november

Abw november W E R K D O C U M E N T SINTELS door K. Vlierman en L. van Dijk 1980-304 Abw november 3113 ' E R I E V A N V E R K E E R E N W A T E R S T A A T I E N S T V O O R D E I J S S E L M E E R P O L D E R S

Nadere informatie

Eén daarvan is: De laatste stuiver uithangen, of ook De laatste stuiver uitsteken. De betekenis daarvan is: op één stuiver na blut zijn.

Eén daarvan is: De laatste stuiver uithangen, of ook De laatste stuiver uitsteken. De betekenis daarvan is: op één stuiver na blut zijn. Voor de invoering van de Euro kenden we onder meer een munt met de naam stuiver. Een al heel oude naam voor een muntje ter waarde van 1/20 gulden ofwel vijf centen. Er zijn heel veel spreekwoorden en gezegdes

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

WHAT S UP ZUIDERZEELAND?

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? WHAT S UP ZUIDERZEELAND? TECHNIEK THEORETISCHE OPDRACHT KERNMODULE TECHNASIUM 4HV Naam: Klas: DUURZAME OEVERS Het kernthema van deze module is het duurzaam maken van de oevers van de vaarten en tochten

Nadere informatie

De bouw van het Misjkan

De bouw van het Misjkan De bouw van het Misjkan Laten wij nu eens een kijkje nemen op de plaats waar Betsalel en Oholiav en de overige mensen die hen helpen, bezig zijn met de bouw van het Misjkan, terwijl heel het volk hen steunt.

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

6Plekjes met voelbare historie

6Plekjes met voelbare historie 6Plekjes met voelbare historie Waterwegen hebben in heel veel belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis een rol gespeeld. Voor aanval en verdediging tijdens oorlogen, voor het vervoer van goederen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-I Vogels die voedsel zoeken Vogels die voedsel zoeken op de grond vertonen vaak een karakteristiek patroon van lopen en stilstaan. In figuur 1 is dit patroon voor twee vogelsoorten schematisch weergegeven.

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick 25-11-2010 Inleiding Op 25 november 2010 is op het terrein van het vroegere Fort Sint Michiel te Blerick een proefsleuf getrokken, in verband

Nadere informatie

Nieuwe Aanwinst van Oud Kempen op 27 Februari 2015

Nieuwe Aanwinst van Oud Kempen op 27 Februari 2015 Nieuwe Aanwinst van Oud Kempen op 27 Februari 2015 Het bestuur heeft ter verfraaiing van de hoofdingang een bijna antiek Stock-Anker (85 jaar oud) aangekocht. Het is de bedoeling later ook nog een oud

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; gelet op artikel

Nadere informatie

Kavelpaspoort vrije bouwkavels Vroonermeer Noord, fase 1 en fase 2

Kavelpaspoort vrije bouwkavels Vroonermeer Noord, fase 1 en fase 2 Kavelpaspoort vrije bouwkavels Vroonermeer Noord, fase 1 en fase 2 d.d. maart 2018 1 Inleiding: In fase 1 en fase 2 van het project Vroonermeer Noord in de gemeente Alkmaar worden door Vos Bouw- en Exploitatiemaatschappij

Nadere informatie

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes) In de stortgrond afkomstig uit deze put langs de Kanaalschans werden veel metalen voorwerpen aangetroffen met de metaaldetector. Onder andere is met de detector een ronde penning van lood gevonden. Op

Nadere informatie

RUILVERKAVELING REKKEN Grondwaterstandgegevens en pf-waarden in tijd-stijghoogtediagrammen en tabellen

RUILVERKAVELING REKKEN Grondwaterstandgegevens en pf-waarden in tijd-stijghoogtediagrammen en tabellen NN31396,576,2 STICHTING VOOR BODEMKARTERING BEN NEK OM BIBLIOTHEEK C-? RUILVERKAVELING REKKEN Grondwaterstandgegevens en pf-waarden in tijd-stijghoogtediagrammen en tabellen Rapport nr 576 Bij Lage 9 Q

Nadere informatie

GEMEENTE VA EKENS W AARD

GEMEENTE VA EKENS W AARD V GEMEENTE VA EKENS W AARD de Hofnar 15 Postbus 11 555 GA Valkenswaard T (4) 28 4 44 F (4) 24 58 9 gemeente@valkenswaard.nl www.valkenswaard.nl Aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard Kenmerk

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 2 Klacht Verzoeker, die werkzoekend was en een WW-uitkering ontving, klaagt over de wijze van informatieverstrekking

Nadere informatie

Je kunt in de grafiek aflezen wat de gewichtstoename is van schapen die zwanger zijn van één, twee of drie lammetjes.

Je kunt in de grafiek aflezen wat de gewichtstoename is van schapen die zwanger zijn van één, twee of drie lammetjes. Zwanger schaap Een schaap is gemiddeld 147 dagen (21 weken) zwanger. Tijdens de zwangerschap neemt het gewicht van het schaap toe. Je kunt in de grafiek aflezen wat de gewichtstoename is van schapen die

Nadere informatie

Inventaris van het archief van de Admiraliteitscolleges: Verzameling D.E. Hinxt, 1753-1795

Inventaris van het archief van de Admiraliteitscolleges: Verzameling D.E. Hinxt, 1753-1795 Nummer archiefinventaris: 1.01.47.09 Inventaris van het archief van de Admiraliteitscolleges: Verzameling D.E. Hinxt, 1753-1795 Auteur: J. de Hullu Nationaal Archief, Den Haag 1924 Copyright: cc0 This

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Harderwijk kende oorspronkelijk zeven stadspoorten. De meest onbekende hiervan is de Peelenpoort aan het einde van de Grote Oosterwijk. Deze poort

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland?

What s up Zuiderzeeland? What s up Zuiderzeeland? techniek theoretische opdracht kernmodule technasium 4HV Naam: Klas: Duurzame Oevers Het kernthema van deze module is het duurzaam maken van de oevers van de vaarten en tochten

Nadere informatie

Bouwhistorisch onderzoek

Bouwhistorisch onderzoek Bouwhistorisch onderzoek BOUWHISTORISCHE NOTITIE Adres : Gedempte Zuiderdiep 8 Status : Gemeentelijk monument Periode : januari 2003 Onderzocht door : Taco Tel en Henk Wierts Auteur : Taco Tel Datum :

Nadere informatie

De oudste generaties Stoel in Dordrecht

De oudste generaties Stoel in Dordrecht De oudste generaties Stoel in Dordrecht In het Regionaal Archief Dordrecht bevindt zich onder Toegang 116 (Collectie van familiepapieren en genealogische aantekeningen), Inventarisnummer 763 een dossier

Nadere informatie

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein. Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein. Uit: C. Baardman, Leo J. Leeuwis, M.A. Timmermans, Langs Merwede en Giessen (Den Haag 1961) Op de zuidelijke oever van de

Nadere informatie

Broederenkerk. Ω Bouwjaar: 1772

Broederenkerk. Ω Bouwjaar: 1772 Informatiekaart Broederenkerk Broederenkerk De Broederenkerk is een van de drie grote kerken in de binnenstad van Zutphen. De toren van de kerk bevat een klok die elke avond om tien voor tien wordt geluid

Nadere informatie

Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014

Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014 Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014 Agendapuntnummer: 10 Raadsvergadering 26 juni 2014 Onderwerp: Baggeren havens Registratienummer: 14int02330 Casenr: 14.00797 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage:

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Naam: KASTELEN. Vraag 1a. Waarvoor moeten we onze huizen tegenwoordig beschermen? ... pagina 1 van 6

Naam: KASTELEN. Vraag 1a. Waarvoor moeten we onze huizen tegenwoordig beschermen? ... pagina 1 van 6 Naam: KASTELEN Heb jij je wel eens afgevraagd hoe je jouw huis zou verdedigen als anderen het probeerden te veroveren? Nou, vroeger dachten de mensen daarr dus echt wel over na. Ze bouwden hun huis zelfs

Nadere informatie

KOSTEN VOOR HET OPMAKEN VAN EEN MEMORIE VAN SUCCESSIE IN 1826

KOSTEN VOOR HET OPMAKEN VAN EEN MEMORIE VAN SUCCESSIE IN 1826 12 Dit is het vredig Puntenburg, waar eenmaal de Amersfoortsche poëet Pieter Pijpers woonde. Puntenburg zag er toen wel heel anders uit dan nu en de dichter woonde niet in die moderne villa, maar dit eenzaam

Nadere informatie

Argeologysk Wurkferbân.

Argeologysk Wurkferbân. Argeologysk Wurkferbân. Archeologische begeleiding duikactiviteit Dongjumer waterpoort Franeker. Op verzoek van mevrouw W. Stienstra-Streekstra van de gemeente Franekeradeel, zulks na overleg met de provinciaal

Nadere informatie

o ATerinzagelegging @ 7906572

o ATerinzagelegging @ 7906572 Octrooiraad o ATerinzagelegging @ 7906572 Nederland @ NL

Nadere informatie

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen Vuurstenen werktuigen steentijd [Stadsmuseum] L ang geleden zag de Achterhoek er heel anders uit dan tegenwoordig. Er waren uitgestrekte heidevelden, moerassen en veel bossen. Kortom, een ruig en onherbergzaam

Nadere informatie

Werkstuk Dordtologie november 2014

Werkstuk Dordtologie november 2014 Werkstuk Dordtologie november 2014 Hilde van Kruiningen VAN BIERBROUWEN. NAAR BLAUWBILGORGEL Omdat ik in dit gebied woon en me dagelijks over de Groenmarkt en het Buddingh plein begeef hebben de geschiedenis

Nadere informatie

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Bij het werken aan niet of onvoldoend beveiligde vlakbanken vinden in Nederland jaarlijks vele ongevallen plaats door het in aanraking komen met de sneldraaiende beitels. Dit kan zich

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

De Burg te Wassenaar.

De Burg te Wassenaar. De Burg te Wassenaar. hierboven reeds door Dr. Holwerda in herinnering werd gebracht, deelde de heer W. J. J. C. Bijleveld in jaargang van ons Jaarboekje het een en ander aangaande den zoogenaamden burg

Nadere informatie

Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters

Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters Inhoud Inleiding... 1 Indeling van bevolkingsregisters... 2 Registers die zijn ingedeeld op huis, wijk en straat... 2 Registers met een alfabetische indeling... 3 Werkwijze

Nadere informatie

Polder Halsteren Schade en herstel 1953

Polder Halsteren Schade en herstel 1953 Polder Halsteren Schade en herstel 1953 Waterschap De Polders van Halsteren Schade aan de dijken De buitendijken van dit waterschap hebben een hoogte van N.A.P. -\- 5,00 a 5,50 m, terwijl de stormvloedstand

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Klager heeft een woning gekocht. Beklaagde trad daarbij op als makelaar voor verkoper B. Verkoper B weigerde

Nadere informatie

Project Koolschuur - Stroet 49 - Sint Maarten. Beschrijving

Project Koolschuur - Stroet 49 - Sint Maarten. Beschrijving Project 17.14 Koolschuur - Stroet 49 - Sint Maarten Beschrijving Deze omvangrijke koolboet staat dicht aan de weg op het erf van een grote boerderij die dateert uit 1873. Het betreft een koolboet met twee

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21974 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hermans, Dagobert Bernardus Maria Title: Middeleeuwse woontorens in Nederland :

Nadere informatie