Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud?"

Transcriptie

1 Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud? Een (rechtsvergelijkend) onderzoek naar de mogelijkheid om minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud een recht te geven om een rechtsgeldig verzoek tot euthanasie te kunnen indienen. Masterthesis Rechtsgeleerdheid Sectie Privaatrecht / Familie- en Jeugdrecht door M. (Mara) van der Velden

2 Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud? Een (rechtsvergelijkend) onderzoek naar de mogelijkheid om minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud een recht te geven om een rechtsgeldig verzoek tot euthanasie te kunnen indienen. Naam: Mara van der Velden Tilburg University Law School Studentnummer ANR Scriptiebegeleider: de heer prof. mr. P. Vlaardingerbroek Coördinator: mevrouw mr. dr. V.M. Smits Datum en plaats: Tilburg, 11 oktober

3 Voorwoord Voor u ligt mijn thesis die tot stand is gekomen na maanden onderzoek. Het schrijven van deze scriptie vormt het slotstuk van mijn masteropleiding Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University. De periode waarin ik mijn scriptie heb geschreven heb ik als zeer interessant, plezierig en vooral leerzaam ervaren, met name omdat het onderwerp mij erg aanspreekt. Tijdens het schrijven van deze thesis heb ik van verschillende personen steun ontvangen. In de eerste plaats bedank ik de heer prof. mr. Vlaardingerbroek voor zijn uitgebreide kundige feedback en de tijd die hij heeft genomen om mijn scriptie te lezen en te beoordelen, alsmede voor zijn kritische blik. Daarnaast bedank ik mevrouw mr. dr. Smits voor de tijd die zij heeft genomen om de eerste hoofdstukken van mijn thesis te beoordelen en te voorzien van feedback. Tot slot bedankt ik ook mijn vriend, mijn ouders, mijn vrienden, en mijn collega s van Notariaat Thielen voor hun support tijdens het schrijven van deze thesis, alsmede voor de steun die zij mij hebben gegeven tijdens mijn gehele studieloopbaan. Tilburg, oktober 2016 Mara van der Velden 3

4 Lijst van afkortingen AZG BW e.a. e.v. EVRM EHRM HR IVRK KNMG MvT NVK NVVE RTE OM SW (W)GBO WLB WvSr WOD WMO WPR WTL Academisch Ziekenhuis Groningen, tegenwoordig UMCG: Universitair Medisch Centrum Groningen. Burgerlijk Wetboek en anderen en verder Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Europees Hof voor de Rechten van de Mens Hoge Raad der Nederlanden Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Memorie van Toelichting Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde Regionale Toetsingscommissie Euthanasie Openbaar Ministerie Strafwetboek (België) (Wet op de) Geneeskundige Behandelovereenkomst Wet op de Lijkbezorging Wetboek van Strafrecht (Nederland) Wet op de Orgaandonatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Wet Betreffende de rechten van de patiënt (België) Wet Toetsing Levensbeëindiging (ook wel: euthanasiewet) 4

5 Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van afkortingen Inleiding 1.1 Probleemanalyse en onderzoeksdoel 1.2 Centrale onderzoeksvraag 1.3 Het theoretisch en wetenschappelijk kader, en de maatschappelijke relevantie Theoretisch kader Wetenschappelijk kader Maatschappelijke relevantie 1.4 De methodologie 1.5 Leeswijzer Het nationaal en internationaal juridisch kader 2.1. Samengevat: voorgeschiedenis 2.2 Definitie euthanasie 2.3 Strafrechtelijk kader 2.4 Europees kader 2.5 WTL Grondslagen Zorgvuldigheidseisen Leeftijdsgrenzen Evaluatie WTL 2.6 Het Gronings Protocol Deelconclusie Rechtspositie minderjarigen en knelpunten 3.1 Rechtspositie minderjarigen in het algemeen 3.2 De gezondheidsrechtelijke positie van minderjarigen in het kader van de geneeskundige behandelovereenkomst

6 3.3 Rechtspositie minderjarigen WTL Minderjarigen van zestien en zeventien jaar oud Minderjarigen van twaalf tot en met vijftien jaar oud Minderjarigen jonger dan twaalf jaar 3.4 Toestemming wettelijk vertegenwoordigers 3.5 Knelpunten Leeftijdsgrenzen en wilsbekwaamheid Deelconclusie Rechtsvergelijking: euthanasie bij minderjarigen in België 4.1 Samengevat: (totstandkoming) euthanasiewet in België 4.2 De rechtspositie van de minderjarige in België Wet betreffende de rechten van de patiënt De Belgische euthanasiewet: voor de wetswijziging De Belgische euthanasiewet: na de wetswijziging 4.3 Euthanasie in Canada Wetgeving in Canada Deelconclusie Conclusie en aanbevelingen 5.1 Conclusie 5.2 Aanbevelingen Bibliografie Lijst van gebruikte jurisprudentie 45 6

7 1. Inleiding 1.1 Probleemanalyse en onderzoeksdoel Eu tha na sie (de; v): het op hun eigen verzoek bespoedigen van de dood of ter dood brengen van hevig lijdende, ongeneeselijk zieken. Zo omschrijft de Dikke van Dale het begrip euthanasie. 1 Euthanasie vindt enkel plaats op verzoek van de patiënt zelf en het behelst zowel hulp bij zelfdoding als het op verzoek beëindigen van een leven van de patiënt. Huidige wetgeving Het op verzoek beëindigen van een leven van een patiënt is in Nederland in beginsel strafbaar gesteld in artikel 293 en artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr). Het tweede lid van artikel 293 WvSr, dat ook van toepassing is op artikel 294 WvSr, meldt een uitzondering; indien wordt voldaan aan de voorwaarden zoals beschreven in de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (hierna: WTL), is het beëindigen van een leven op verzoek van de patiënt niet strafbaar. De arts is gebonden aan strikte zorgvuldigheidseisen, neergelegd in artikel 2 WTL. Middels de WTL, die op 1 april 2002 in werking is getreden, is euthanasie in Nederland wettelijk geregeld. 2 De WTL wordt ook wel de Euthanasiewet genoemd. Met deze wet werd Nederland wereldwijd het eerste land met een wettelijke regeling voor euthanasie. De WTL is uitsluitend van toepassing op personen van twaalf jaar of ouder; zij kunnen een verzoek tot euthanasie indienen. Minderjarigen in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar oud kunnen dus ook een verzoek indienen. Het verzoek van kinderen in die leeftijdscategorie wordt enkel gehonoreerd als er aan de strikte voorwaarden, die in de WTL zijn geregeld, wordt voldaan. Voor alle verzoeken geldt ook een verplichte meldings- en toetsingsprocedure. 3 Bij minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar oud is de instemming van de ouders of voogd vereist (art. 2 lid 4 WTL). Bij kinderen van zestien en zeventien jaar oud dienen de ouders of voogd bij de besluitvorming te worden betrokken en is er derhalve geen toestemming vereist (art. 2 lid 2 WTL). 1 geraadpleegd 1 maart Wet van 12 april 2001 betreffende de toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij 2 Wet van 12 april 2001 betreffende de toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, Staatsblad Artikelen 9 tot en met 19 WTL. 7

8 Naast de WTL bestaat ook het Gronings Protocol; dit is een richtlijn waarmee artsen bij pasgeborenen (jonger dan één jaar oud) levensbeëindiging kunnen uitvoeren als het betreffende kind zeer ernstige (aangeboren) afwijkingen vertoont, ondraaglijk en uitzichtloos lijdt en waarbij verdere behandeling zinloos is. 4 Het Gronings Protocol is door artsen van destijds het Academisch Ziekenhuis in Groningen (hierna; AZG) in samenspraak met het Openbaar Ministerie opgesteld. Het is geen vorm van een euthanasierichtlijn; zoals genoemd geschiedt euthanasie uitsluitend op verzoek van de patiënt zelf. In beginsel is het afbreken van een zwangerschap of het beëindigen van een leven van een pasgeborene strafbaar tenzij aan de zorgvuldigheidseisen uit het Gronings Protocol is voldaan. Positie minderjarigen jonger dan twaalf jaar Minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud kunnen geen rechtsgeldig verzoek tot euthanasie doen. Zij vallen, zoals hierboven beschreven, buiten de WTL en het Gronings Protocol. Voor deze groep minderjarigen is wettelijk gezien niets geregeld. Zij zijn volgens artikel 2 WTL en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (hierna; GBO), artikel 7:465 lid 2 BW, wilsonbekwaam 5. Als er bij een kind tussen de één en twaalf jaar oud zich een geval van levensbeëindigend handelen voordoet is dit enkel te rechtvaardigen met een beroep op conflict van plichten conform artikel 40 WvSr en het Schoonheim-arrest, en moet dit worden beschouwd als levensbeëindiging zonder verzoek. 6 Men kan het standpunt innemen dat er een gat zit tussen het Gronings Protocol en de WTL voor kinderen in deze leeftijdscategorie aangezien er voor kinderen tussen de één en twaalf jaar oud geen actieve levensbeëindiging mogelijk is. Knelpunten Zowel uit de geschiedenis als uit een recent rapport van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (hierna: NVK) blijkt dat kinderartsen in de praktijk een probleem ervaren met de verplichte voornoemde leeftijdsgrens van twaalf jaar voor levensbeëindiging. 7 Zij 4 Zorgvuldigheidseisen rond actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen met een ernstige aandoening, Het Gronings Protocol, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, 23 juni 2002, geactualiseerde versie 3 november De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst is geen aparte wet; het is slechts een onderdeel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Om verwarring te voorkomen wordt in deze thesis de afkorting GBO aangehouden. 6 HR 27 november 1987, ECLI:NL:HR:1984:AC8615 (Schoonheim). 7 Dossier Levenseinde Jonge Kinderen, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, 9 juni 2015; P.L.P. Brand, Kinderen hebben recht op een waardig levenseinde, Kinderarts en samenleving 2014/3, p

9 krijgen te maken met kinderen die patiënt zijn en actief willen worden betrokken bij ingrijpende behandelbeslissingen. Voor een kind dat de diagnose kanker heeft gekregen met het bericht uitbehandeld te zijn, komt eens het moment waarop medicatie alsmede eventuele palliatieve sedatie niet meer helpt. Het is dan letterlijk wachten op de dood. Het verzoek van (de ouders van) het kind om levensbeëindiging bij ernstig, uitzichtloos en ondraaglijk lijden kan echter niet gehonoreerd worden. Kinderen kunnen even ondraaglijk en uitzichtloos lijden als ieder ander. Het ondraaglijk en uitzichtloos lijden is immers bij mensen die wel om euthanasie kunnen verzoeken een van de criteria om een verzoek tot euthanasie te honoreren. De kalenderleeftijd van twaalf jaar waarop een kind wilsbekwaam kan zijn volgens de huidige wet wordt tevens ter discussie gesteld door onder andere beroepsgroepen, belangenorganisaties en juristen. De NVK pleit voor een wettelijke wilsbekwaamheid in plaats van een kalenderleeftijd waarbij het besluitvormingsvermogen van het kind centraal moet staan; indien men de wilsbekwaamheid zal invoeren als toetsingscriterium kan men stellen dat dit tot minder onrecht leidt aangezien de minderjarigen tussen de één en twaalf jaar oud niet meer buiten beschouwing worden gelaten. 8 Tot slot kan men stellen dat het euthanasieverbod bij minderjarigen onder de twaalf jaar in strijd is met verschillende grondrechten zoals art. 2 en art. 8 EVRM en de artikelen 3, 12 en 13 IVRK. Bovenstaande knelpunten en argumenten kunnen als overtuigend gezien worden bij de stelling dat wilsbekwame minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud ook om euthanasie moeten kunnen vragen. Indien dit het geval is dient bezien te worden onder welke voorwaarden. Euthanasie in België en andere landen België kent een euthanasiewet die op 28 mei 2002 in werking is getreden. 9 In 2014 heeft een wetswijziging plaatsgevonden waarbij de leeftijdsgrens tot het indienen van een euthanasieverzoek is losgelaten. 10 Hierdoor kunnen artsen in België nu ook een verzoek tot euthanasie van minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud inwilligen indien het aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Een van die voorwaarden betreft de wilsbekwaamheid van het 8 I. Hein, Childeren s competence to consent to treatment or research, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2015; Standpunt NVK: Levensbeëindiging moet ook mogelijk zijn voor kinderen 1-12 jaar. Te raadplegen via I. Hein, Jonge kinderen kunnen ook wilsbekwaam zijn, Kinderarts en Samenleving 2014, mei, p Wet betreffende de euthanasie 28 mei 2002, Belgisch Staatsblad, 22 juni Artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie (België). 9

10 kind die moet worden vastgesteld door een psycholoog dan wel psychiater. 11 Naast België is er een aantal andere landen waar euthanasie legaal is of waar heden ten dage de discussie omtrent het legaliseren centraal staat. In Luxemburg en Canada is euthanasie eveneens legaal en net zoals in Nederland en België, voorwaardelijk; dat wil zeggen dat het enkel geoorloofd is als aan de in de wet omschreven eisen wordt voldaan. 12 Aanleiding en doel Sinds de wetswijziging van de Belgische euthanasiewet heeft het onderwerp euthanasie bij kinderen in Nederland (maar ook wereldwijd) op verschillende vlakken tot discussie geleid. Enkele kinderartsen hebben middels de NVK de vraag opgeworpen of kinderen jonger dan twaalf jaar oud die ernstig, uitzichtloos en ondraaglijk lijden in Nederland ook de mogelijkheid moeten krijgen om een rechtsgeldig verzoek tot euthanasie in te dienen. De wetswijziging in België, mijn interesse voor de rechtspositie van het kind in het algemeen, alsmede de discussies omtrent euthanasie bij kinderen zijn voor mij de aanleiding geweest van dit thesisonderwerp. In deze thesis zal onderzocht worden of onze huidige euthanasiewetgeving afdoende is of dat het aan te bevelen is om eveneens een wetswijziging aan te brengen waarbij het doel van deze thesis is het inzichtelijk maken of het in Nederland wenselijk is om euthanasieverzoeken bij kinderen jonger dan twaalf jaar oud mogelijk te maken. Dienen ook kinderen jonger dan twaalf jaar oud een recht te krijgen om een verzoek tot euthanasie in te dienen? Met andere woorden: is het wenselijk dat het gat tussen het Gronings Protocol en de WTL voor de leeftijd één tot twaalf jaar gedicht wordt? En zo ja, hoe? Tevens wordt onderzocht of dit juridisch haalbaar en uitvoerbaar is. De positie van het kind jonger dan twaalf jaar oud staat hierbij steeds centraal. 1.2 Centrale (onderzoeks)vraag In deze thesis zal het privaatrechtelijk aspect van euthanasie bij minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud centraal staan. De centrale onderzoeksvraag is vrij algemeen van karakter. De centrale onderzoeksvraag luidt: Dienen kinderen jonger dan twaalf jaar oud in Nederland, gelet op de rechtspositie van het kind en de huidige wetgeving rondom euthanasie in andere landen, met name België, het recht te krijgen om een verzoek tot euthanasie in te dienen? 11 Artikel 3, paragraaf 3 sub 7 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie (België). 12 Loi du 16 mars 2009 sur l euthanasie et l assistance au suicide, Journal Officiel du Grand-Duche de Luxembourg, 16 maart 2009; E. Delbeke, Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde, Antwerpen: Intersentia, 2012, p

11 Soms wordt gesuggereerd dat iedereen recht heeft op euthanasie. Deze opvatting deel ik niet: men heeft geen recht op euthanasie, aangezien euthanasie aan voorwaarden casu quo zorgvuldigheidseisen is gebonden, die later in deze thesis aan de orde zullen komen, en een arts kan echter niet gedwongen worden tot het overgaan tot euthanasie bij een patiënt. Vanwege dit gegeven is gekozen voor de centrale onderzoeksvraag zoals hierboven beschreven waarbij het recht krijgen om een verzoek tot euthanasie in te dienen centraal staat. 1.3 Het theoretische en wetenschappelijk kader, en de maatschappelijke relevantie Theoretisch kader Hoewel het onderwerp van deze thesis vanuit verschillende rechtsgebieden kan worden bezien zal uitsluitend het privaatrechtelijk aspect centraal staan, meer specifiek het jeugdrecht en gezondheidsrecht waarbij steeds het minderjarige kind jonger dan twaalf jaar oud als uitgangspunt geldt. De uitvoering van het onderzoek geschiedt met verschillende juridische bronnen (zie hierna onder 1.4 methodologie). Het juridisch kader zal worden gevormd met de huidige wetgeving en de geschiedenis. Door op een systematische manier de benodigde informatie te analyseren krijgt het onderzoek meer diepgang en zal uiteindelijk een gedegen antwoord op de centrale vraag kunnen worden gegeven. Nadat het probleem is blootgelegd staat een rechtsvergelijking met voornamelijk België centraal Wetenschappelijk kader Deze thesis zal een bijdrage leveren aan de wetenschappelijke discussie doordat geanalyseerd wordt of de huidige Nederlandse wetgeving ter zake van euthanasie bij minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud afdoende is. Hierbij staat het beginsel van subsidiariteit en proportionaliteit centraal. Door onder andere rechtsvergelijkend onderzoek zal inzichtelijk worden gemaakt of een aanpassing van de huidige wet- en regelgeving gewenst dan wel noodzakelijk is. Vanuit verschillende platformen, denk hierbij aan vakgroepen, organisaties en verenigingen, is kritiek geuit op het feit dat minderjarigen jonger dan twaalf jaar in Nederland geen verzoek kunnen doen tot euthanasie. Middels deze thesis zal bezien worden of deze kritiek terecht is, waarna aanbevelingen volgen. 11

12 1.3.3 Maatschappelijk relevantie De problematiek waarop de centrale vraag is gebaseerd komt in het dagelijks leven van verschillende actoren aan de orde, denk hierbij aan het zieke lijdende kind, de behandelend kinderarts en de ouders. Indien een kind jonger dan twaalf jaar oud in Nederland uitzichtloos en ondraaglijk lijdt is er voor dat kind geen mogelijkheid om een verzoek tot euthanasie in te dienen. Als gevolg daarvan blijft het kind ernstig lijden waarbij het zowel lichamelijk als ook psychisch een vreselijke tijd doormaakt. De ouders/voogd bevinden zich eveneens in een emotioneel heftige situatie. De arts bevindt zich in het spanningsveld tussen de wet en de realiteit; het ondraaglijk en uitzichtloos lijden van het kind. Dit maakt dat het maatschappelijk belang van het vinden van een oplossing voor de problematiek voor minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud relevant is. 1.4 De methodologie Voor een gedegen beantwoording van de probleemstelling zal gebruik worden gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden. Hoofdzakelijk zal gebruik worden gemaakt van literatuur- en jurisprudentieonderzoek. Een rechtsvergelijking tussen Nederland en België zal centraal staan vanwege het feit dat minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud in België wel een verzoek tot euthanasie in kunnen dienen. Ook zal kort de euthanasiewet in Canada aan de orde komen. Euthanasie is sinds korte tijd gelegaliseerd in Canada en bezien kan worden hoe het proces van de totstandkoming van de wet heeft plaatsgevonden. Een rechtsvergelijkend component is in casu noodzakelijk om een gedegen antwoord te kunnen geven op de voornoemde hoofdvraag. Door de (totstandkoming van de) wetgeving inzake euthanasie van andere landen met een vergelijkbare cultuur en levenswijze als Nederland te bezien en te analyseren kan uiteindelijk een vergelijking van de euthanasiewetgeving elders met het Nederlandse recht worden gemaakt. Andere juridische bronnen zullen zijn; kamerstukken, rapporten en wetenschappelijke artikelen. Het onderwerp euthanasie wordt in dit onderzoek hoofdzakelijk vanuit juridisch oogpunt bezien, maar om een gedegen antwoord te kunnen geven op de probleemstelling zullen ook bronnen uit de medische wereld aan de orde komen, zoals bijvoorbeeld vakbladen. 1.5 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2, zal eerst het juridische kader worden geschetst waarbij de huidige nationale en internationale wetgeving met betrekking tot euthanasie, voor 12

13 zover van toepassing bij minderjarigen, aan de orde zal komen. In hoofdstuk 3 staat de rechtspositie van de minderjarige ten aanzien van euthanasie en ten aanzien van het gezondheidsrecht in het algemeen centraal. Het tweede deel van hoofdstuk 3 zal gewijd zijn aan de huidige knelpunten met betrekking tot euthanasie bij minderjarigen. In hoofdstuk 4 volgt een rechtsvergelijking met de Belgische wetgeving ten aanzien van euthanasie. Ook zal in dit hoofdstuk beknopt de (totstandkoming van de ) euthanasiewet van Canada aan de orde komen. Deze thesis wordt afgesloten met een conclusie en het antwoord op de centrale vraag, gevolgd door enkele aanbevelingen. 13

14 2. Het nationaal en internationaal juridisch kader Om een gedegen antwoord te kunnen geven op de voornoemde centrale vraag wordt in dit hoofdstuk (de totstandkoming van de) de huidige wetgeving en grondslagen van euthanasie in Nederland en in internationaal perspectief besproken. 2.1 Samengevat: voorgeschiedenis van euthanasie Euthanasie is een onderwerp dat maatschappelijk veel besproken blijft. Al sinds de oudheid waren er verschillende standpunten over euthanasie; sterven was een vrije keuze, of het was niet aan de mens om zelf te bepalen wanneer het leven eindigde. Zelfdoding werd niet geaccepteerd, want God was de enige in het christendom die beschikte over het leven en over de dood. Na verschillende vernieuwende ontwikkelingen in de geneeskunde kwamen steeds meer mensen minder snel te overlijden, maar bleven zij hierdoor wel langer lijden waardoor de doodswens sterker werd. 13 Euthanasie wordt in 1886 in het Wetboek van Strafrecht strafbaar gesteld, maar de betreffende artikelen kwamen in de praktijk nauwelijks of niet aan de orde. Euthanasie werd voorzichtig voor het eerst aan het einde van de achttiende en begin van de negentiende eeuw een discussiepunt. In de jaren 60 van de twintigste eeuw barstte de discussie echt los. Na onder andere de legalisering van abortus ging de Nederlandse burger ervan uit dat er naar hen geluisterd werd; naast euthanasie waren ook abortus en democratisering een discussiepunt. 14 Zo liet men zich uit over de vraag of er een verschil is tussen het nalaten van een daad die het leven verlengt en het verrichten van een daad die het leven bekort. 15 Vanaf de jaren 70 van de twintigste eeuw zijn de eisen die gesteld (zouden) moeten worden aan euthanasie een discussiepunt, en politieke partijen zijn zich over het onderwerp gaan uitspreken. 16 In 1984 werd door de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen. De Hoge Raad rechtvaardigde een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand conform artikel 40 WvSr, waarbij de aanleiding was een conflict van plichten van de arts, namelijk het leven beschermen, of aan de zorgplicht voldoen te weten het lijden verlichten. 17 Uit de praktijk 13 H.A.M.J. ten Have e.a., Leerboek medische Ethiek, Bohn Stafleur van Loghum 2013, p H. Weyers, Euthanasie, het proces van rechtsverandering, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2004, p H. Weyers, Euthanasie, het proces van rechtsverandering, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2004, p H. Weyers, Euthanasie, het proces van rechtsverandering, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2004, p HR 27 november 1984, ECLI:NL:HR:1984:AC

15 bleek dat het beroep op overmacht niet werkte; de rechtvaardiging op grond van dit artikel werd steeds vaker ingeroepen, terwijl het uitdrukkelijk was bedoeld voor enkel uitzonderlijke noodsituaties. 18 In 2002 werd in Nederland de WTL ingevoerd die euthanasie onder bepaalde voorwaarden toestaat. Deze voorwaarden, de zorgvuldigheidseisen, dragen onder andere bij aan de rechtszekerheid en bieden houvast. 19 Een geval van euthanasie of hulp bij zelfdoding is onderhavig aan toetsing; de WTL meldt immers dat alle gevallen die gemeld zijn inzake euthanasie en hulp bij zelfdoding getoetst moeten worden door de regionale toetsingscommissie euthanasie (hierna: RTE, artikel 3 WTL e.v.). De huidige WTL en voorwaarden zullen later in dit hoofdstuk nader worden besproken. 2.2 Definitie euthanasie Zoals in de inleiding al aan de orde is gekomen behelst het begrip euthanasie zowel actieve levensbeëindiging op verzoek, als hulp bij zelfdoding. Van hulp bij zelfdoding is sprake indien een arts het dodelijk middel voor de patiënt verstrekt, maar de patiënt dit zelf inneemt. Bij actieve levensbeëindiging dient de arts het dodelijke middel zelf toe. Bij beide vormen is de arts gebonden aan verschillende zorgvuldigheidseisen, die later in dit hoofdstuk nader worden besproken. Leenen stelt dat er voor de juridische omschrijving van euthanasie drie punten van belang zijn: (i) er moet gehandeld worden met de dood tot gevolg, een levensverkorting, (ii) een ander dan de betrokkene moet handelen, (iii) het handelen van de ander dan de betrokkene moet wel op verzoek van de betrokkene zijn. Door een samenvatting van deze punten te maken beschrijft Leenen de definitie van euthanasie als volgt: euthanasie is een opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens verzoek Strafrechtelijk kader Zoals in hoofdstuk 1 aan de orde is gekomen is levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding strafbaar, conform artikel 293, respectievelijk artikel 294 WvSr. In het eerste lid van beide artikelen zijn alle vormen van euthanasie en hulp bij zelfdoding strafbaar gesteld. Deze strafbaarheid komt te vervallen indien aan de na te noemen zorgvuldigheidseisen uit de 18 H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p Kamerstukken II 1998/99, 26691, 3, (memorie van toelichting). 20 H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p

16 WTL is voldaan en kan daarmee ook een strafuitsluitingsgrond worden genoemd. De wetgever heeft er destijds expliciet voor gekozen om de legalisering van euthanasie niet binnen het WvSr weg te leggen; de wetgever stelt dat het WvSr enkel annex strafuitsluitingsgronden bevat en de aanvullingen omtrent euthanasie meer gericht zijn op gezondheidsrechtelijke en beslissingsbevoegde onderwerpen Europees kader Artikel 2 EVRM Bij de totstandkoming van de WTL ontstond eveneens de discussie of euthanasie niet in strijd was met artikel 2 van het EVRM; een recht op leven. 22 Eerbied aan het leven ligt aan artikel 2 EVRM ten grondslag en houdt in dat men niet tegen iemands wil zijn of haar leven mag benemen. In dat kader stelt de wetgever bij het opstellen van de euthanasiewet dat artikel 2 EVRM zich niet verzet tegen een door een betrokkenen zelf uitdrukkelijk gewenste levensbeëindiging, mits aan voorwaarden is voldaan. 23 In de zaak Pretty versus het Verenigd Koninkrijk die bij het EHRM in behandeling was, is het hiervoor genoemde discussiepunt betreffende artikel 2 EVRM nader aan de orde gekomen. De situatie van een vrouw die het recht wilde om te sterven door hulp van haar echtgenoot stond in onderhavige zaak centraal. 24 Het EHRM heeft zich in onderhavige zaak niet uitgelaten over een eventuele inbreuk op dit recht indien er euthanasiewetgeving is. Wel heeft het EHRM benadrukt dat het aan de lidstaten zelf is (gelet op de margin of appreciation ) om voldoende waarborgen bij wet te creëren die euthanasie onder strikt genormeerde voorwaarden mogelijk maakt. Volgens het EHRM omvat artikel 2 EVRM dus geen recht om te sterven. Artikel 8 EVRM In een zaak die bij het gerechtshof in Zwitserland speelde kwam artikel 8 EVRM, recht op eerbiediging van het privéleven, aan de orde. Bepaald was dat in artikel 8 EVRM gelezen moet worden dat dit artikel ook het recht omvat om zelf te beslissen over het moment van levensbeëindiging, waarna het EHRM deze opvatting overnam met de toevoeging dat de 21 Kamerstukken II 1998/99, 26691, 3 (memorie van toelichting). 22 G.A. den Hartogh, Euthanasie en het recht op leven, Den Exter, 2006, p H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p EHRM 29 april 2002, 2346/02. 16

17 betrokkene wel tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat is geweest. 25 Zoals ook in de zaak Pretty versus het Verenigd Koninkrijk aan de orde was oordeelde het Hof dat het aan de lidstaten zelf is om eventuele wetgeving zelf op te stellen en laat het EHRM het aan de lidstaten zelf over om te oordelen op welke wijzen zij het recht op zelfdoding vormgeven. Gelet op het vorenstaande kan gesteld worden dat het recht om vrijwillig en weloverwogen over het eigen levenseinde te beslissen valt onder artikel 8 EVRM. 26 Het IVRK In het kader van minderjarigen is ten aanzien van het recht op euthanasie naar mijn mening artikel 3 IVRK (belang van het kind) van belang in combinatie met de artikelen 12 (participatie) en 13 IVRK (vrijheid van meningsuiting). De belangen van het kind moeten de eerste overweging vormen. Wel dient opgemerkt te worden dat dit niet betekent dat daarbij andere belangen geen rol meer spelen. Gesteld kan worden dat verscheidene artikelen uit het IVRK een basis kunnen vormen om kinderen jonger dan twaalf jaar een recht te geven om een verzoek te doen tot euthanasie. Het IVRK onderscheidt in haar verdrag drie groepen rechten; recht op bescherming (protection), recht op toegang tot voorzieningen (provision), en recht op participatie (participation). In het kader van euthanasie bij minderjarigen kan gesteld worden dat voor wat betreft de groep protection het individu van het kind moet worden beschermd, waarbij de artikelen 6 en 37 IVRK belangrijk zijn. Voor wat betreft de groep provisions impliceren de artikelen 24 en 26 IVRK wellicht dat het kind toegang tot gezondheidsvoorzieningen dient te hebben waarbij naar mijn mening ook hoort de palliatieve zorg casu quo hulp. Tot slot vallen onder de groep participation met name de artikelen 12 en 13 IVRK; er moet een passend belang worden gehecht aan de mening van minderjarigen en er worden aan hen inspraak-, informatie- en beslissingsrechten toegekend. De reikwijdte van deze rechten zijn afhankelijk van de leeftijd. Liefaard stelt dat het IVRK niet in de weg staat aan het openstellen van euthanasie voor kinderen jonger dan twaalf jaar waarbij hij refereert aan artikel 5 IVRK (ontwikkelende vermogens van het kind) vanwege het feit dat een categorische uitsluiting van kinderen 25 EHRM 20 januari 2011, (Haas/Zwitserland). 26 H Snijders en C. Samkalden, Nieuwe euthanasiewetgeving getoetst aan het EVRM, AA 2001, p

18 onder de 12 jaar haaks staat op het idee dat kinderen in toenemende mate in staat moeten worden geacht hun rechten zelfstandig uit te oefenen De WTL Grondslagen Als hoofdzaak voor de totstandkoming van de euthanasiewet wordt genoemd het vergroten van de rechtszekerheid. 28 De wetgever heeft als nadere grondslagen voor het opstellen van de euthanasiewet voor ogen genomen de bescherming van het menselijk leven en het respecteren van de wens van iemand die ernstig lijdt om op (een voor hem/haar) waardige manier te kunnen sterven. De rechtszekerheid en het vergroten daarvan wordt als hoofdoverweging gevonden voor het invoeren van de wet. 29 Leenen stelt dat het zelfbeschikkingsrecht een belangrijke grondslag is van het gezondheidsrecht; een patiënt verzoekt om het leven te beëindigen vanwege de uitzichtloze noodsituatie waarin hij is komen te verkeren. 30 Zelfbeschikking is niet de enige grondslag en daarmee ook niet het enige uitgangspunt voor euthanasie. De arts is de persoon die het leven van de patiënt zal beëindigen, maar daarbij zal zelfbeschikking van de patiënt niet het enige en doorslaggevende argument zijn. Een arts kan eigen argumenten hebben om een verzoek tot euthanasie in te willigen, denk hierbij aan het verlichten van ernstig lijden en barmhartigheid. Volgens Pans ligt de grondslag bij de wens tot het verlichten van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, aangezien het opheffen van het lijden steeds als doel genoemd wordt voor het ontwikkelen van de mogelijkheid tot euthanasie Zorgvuldigheidseisen Zoals gemeld is euthanasie en hulp bij zelfdoding in beginsel strafbaar. Deze strafbaarheid komt te vervallen indien de arts aan alle zorgvuldigheidseisen casu quo voorwaarden van 27 T. Liefaard, Levensbeëindiging kinderen 1-12 jaar, Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 2015/47 Afl. 10, oktober 2015, p Kamerstukken II 1999/2000, , nr 6, p C. van Swaal, Het recht op de dood een juridische beschouwing over mensen die lijden aan het leven en (ontbrekende) recht op hulp bij zelfdoding onder de huidige Euthanasiewet, Tilburg: Celsus Juridische uitgeverij 2008; Kamerstukken II 2000/2001, p H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p E. Pans, De normatieve grondslagen van het Nederlandse euthanasierecht (diss. Vrije Universiteit Amsterdam), Nijmegen: Wolfs Legal Publishers 2006, p

19 artikel 2 WTL heeft voldaan. Daarnaast moet de arts, zoals eerder in dit hoofdstuk gemeld, voldoen aan de meldingsplicht conform artikelen 3 e.v. WTL juncto artikel 7 van de Wet op de Lijkbezorging (hierna: WLB). De zorgvuldigheidseisen zijn ontleend aan vaste jurisprudentie en houden in dat de arts: 1, de overtuiging heeft gekregen dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt, 2, de overtuiging heeft gekregen dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt, 3, de patiënt heeft voorgelicht over de medische situatie waarin deze zich bevindt en over diens vooruitzichten, 4, met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing was, 5, ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en 6, de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd. 32 Deze zorgvuldigheidseisen zijn cumulatief en aan alle voorwaarden dient dus te worden voldaan. Het verzoek dient concreet te zijn en geldt niet indien uitspraken als ik wil geen kasplantje zijn door de verzoeker zijn gedaan. Het verzoek van de patiënt is vormvrij en hoeft niet schriftelijk te worden gedaan; het kan wel in de vorm van een wilsverklaring. 33 Denk hierbij aan een algemene volmacht (bijvoorbeeld in een levenstestament); een notariële akte waaraan men, net als een behandelverbod en een niet-reanimeerverklaring, aan de minuutakte ook een euthanasieverklaring kan hechten en bij de notaris in bewaring kan geven. Kort en bondig zullen hieronder de zorgvuldigheidseisen worden toegelicht. 34 Deze zorgvuldigheidseisen zijn (elders) in de wet niet nader uitgewerkt, maar ze zijn door de beroepsgroep (KNMG) en de rechtspraak nader ingevuld Kamerstukken II 1998/99, 26691, (memorie van toelichting). 33 H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p Zie voor een nadere toelichting van de totstandkoming van de zorgvuldigheidseisen Kamerstukken II 1998/1999, 26691, 3 (memorie van toelichting). 35 Legemaate geeft in zijn boek Medisch Handelen rond het Levenseinde onder andere weer hoe de zorgvuldigheidseisen in de praktijk dienen te worden opgevat en uitgewerkt. 19

20 ad 1. Vrijwillig en weloverwogen verzoek Cruciaal aan deze eis zijn de begrippen vrijwillig en weloverwogen. De patiënt dient uitdrukkelijk zelf te kiezen voor levensbeëindiging en mag niet onder druk staan van een of meer anderen. Daarnaast dient de patiënt, gelet op het woord weloverwogen, volgens Leenen (i) geïnformeerd te zijn over alle aspecten van zijn gezondheidstoestand, (ii) mogelijke alternatieven en (iii) de mogelijkheid tot het verlichten van het lijden. 36 ad 2. Uitzichtloos en ondraaglijk lijden Deze eis houdt in dat het lijden van de patiënt niet op andere wijzen kan worden weggenomen of verlicht. 37 Gelet op het Schoonheim arrest houdt lijden niet enkel het hebben van pijn in, maar ook algehele zwakte, verlies van waardigheid, moeheid, angst en immobiliteit. 38 Ook psychisch lijden valt onder het criterium ondraaglijk lijden. 39 Bij psychisch lijden is een grote behoedzaamheid van de arts vereist aangezien men er van overtuigd dient te zijn dat er geen sprake is van wilsonbekwaamheid of een ziekte waaruit het lijden voortvloeit. 40 Bepalend is het uitzichtloos en ondraaglijk lijden, niet de oorsprong. 41 Het lijden hoeft echter niet continue aanwezig te zijn. Voor wat betreft de ondraaglijkheid moet hier gekeken worden naar de subjectieve ervaring van de patiënt alsmede de invoelbaarheid van de arts van het lijden. ad 3. Geen andere oplossing Deze zorgvuldigheidseis valt naar mijn mening min of meer samen met de vorige zorgvuldigheidseis. De toegevoegde waarde van deze eis is dat zowel de arts als patiënt moeten overwegen of er nog andere oplossingen zijn die het lijden kunnen stoppen casu quo verlichten. Er dient rekening gehouden te worden met het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel; is het handelen noodzakelijk en staat het in verhouding tot het beoogde doel? Het advies en de deskundigheid van de arts is hierbij doorslaggevend H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p HR 27 november 1987, ECLI:NL:HR:1984:AC8615 (Schoonheim). 39 N. Rozemond, De voortdurende invloed van de Hoge Raad op het euthanasierecht, AA 2015, p H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p HR 21 juni 1994, ECLI:NL:HR:1994:AD2122 (Chabot). 42 J. Legemaate, Medisch handelen rond het levenseinde, Bohn Stafleu van Loghum, juni 2006, p

21 ad 4. Onafhankelijke arts Naast de behandeld arts dient, gelet op deze zorgvuldigheidseis, ook een (onafhankelijke) collega arts het verzoek te toetsen. Dit is binnen de beroepsgroep overigens gebruikelijk bij complexe situaties. De onafhankelijk arts dient inzage te hebben in het medisch dossier en dient zijn bevindingen op schrift te stellen. De behandelaar is echter niet verplicht het advies casu quo oordeel op te volgen. 43 ad 5. Medisch zorgvuldige uitvoering Nadat de arts het verzoek heeft ingewilligd is deze verplicht zorgvuldig te handelen. Dit houdt in dat de juiste medicatie en dosering gekozen moeten worden alsmede de juiste toediening. De arts dient aanwezig te zijn tot het moment dat de dood is geconstateerd. 44 ad 6. Voorwaarde van melding Zoals gemeld dient de arts het geval van euthanasie te melden bij de RTE op grond van artikelen 3 e.v. van de WTL alsmede de WLB Leeftijdgrenzen Naast de genoemde zorgvuldigheidseisen zijn ook de leeftijdsgrenzen een belangrijk punt binnen de euthanasiewetgeving conform artikel 2 van de WTL. Minderjarigen van zestien of zeventien jaar oud hebben geen toestemming van de wettelijk vertegenwoordigers nodig bij het verzoeken om euthanasie. Bij patiënten van twaalf tot en met vijftien jaar oud is deze toestemming wel nodig. Minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud kunnen geen verzoek tot euthanasie doen. De rechtspositie van de minderjarige in concreto zal in hoofdstuk 3 uitgebreid aan de orde komen Evaluatie WTL Uit onderzoek is gebleken dat niet alle artsen op de hoogte zijn van de inhoud van de WTL en dat een steun- en adviespunt voor vragen rondom levensbeëindigend handelen bij minderjarigen gewenst is. Wel wordt geconcludeerd dat de WLT in grote lijnen bijdraagt aan 43 J. Legemaate, Medisch handelen rond het levenseinde, Bohn Stafleu van Loghum, juni 2006, p H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p

22 het vergroten van de zorgvuldigheid en transparantie van levensbeëindigend handelen door artsen en dat de WTL tot op heden in beginsel goed functioneert. 45 Tijdens de wetsevaluatie van de WTL is kinderartsen gevraagd naar hun mening over euthanasie bij minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud. 46 Levensbeëindiging bij minderjarigen komt weinig voor, en wanneer het voorkomt is het op verzoek van de ouders. Kinderartsen vinden levensbeëindiging op verzoek bij minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud denkbaar en aanvaardbaar Het Gronings Protocol Naar aanleiding van gemelde discussie enkele jaren geleden omtrent euthanasie, werd in 2005 door het AZG het Gronings Protocol opgesteld, in samenspraak met het Openbaar Ministerie. Dit protocol heeft de insteek om actieve levensbeëindiging bij jonge, pasgeboren kinderen die ondraaglijk lijden aan een onbehandelbare aandoening mogelijk te maken. Het Gronings Protocol is zoals gezegd geen vorm van euthanasie, omdat de levensbeëindiging niet op verzoek van de betrokkene wordt uitgevoerd. De meldingsprocedure is wel op het Gronings Protocol van toepassing. 48 Het protocol onderscheidt drie groepen van kinderen, te weten (i) de pasgeborenen zonder enige kans van overleven, (ii) de pasgeborenen die een zeer slecht toekomstperspectief hebben en afhankelijk zijn van intensieve zorg en (iii) de pasgeborenen die niet afhankelijk zijn van intensieve zorg, maar die wel een zeer slecht toekomstperspectief hebben zonder enige kans op verbetering. Het feit dat het een protocol betreft en geen wet maakt het mogelijk dat van het protocol kan worden afgeweken indien er voldoende documentatie dan wel argumentatie is. In het betreffende protocol zijn zorgvuldigheidseisen neergelegd die ten grondslag moeten liggen aan het besluit van de arts om tot een zorgvuldige en uitvoering van de procedure tot levensbeëindiging van de pasgeborene te komen: het kind moet uitzichtloos en ondraaglijk lijden; het lijden van het kind kan niet op een medische wijze worden verlicht; de betreffende diagnose moet ten minste door één onafhankelijke arts kunnen worden bevestigd; 45 A. van der Heide e.a., Tweede evaluatie Wet toetsing levensbeeindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, Den Haag: ZonMw 2012 p. 130 (geraadpleegd via 46 Zie hiervoor hoofdstuk (knelpunten leeftijdsgrenzen en wilsbekwaamheid). 47 A.van der Heide e.a., Tweede evaluatie Wet toetsing levensbeeindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, Den Haag: ZonMw 2012 p. 131 (geraadpleegd via 48 H.J.J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014, p

23 de ouders van het kind moeten volledig op de hoogte zijn van het proces en moeten instemmen met de levensbeëindiging. de uitvoering moet zorgvuldig gebeuren. Deze criteria stroken met criteria die de NVK in het rapport genaamd Doen of laten, dat is opgesteld in 1992, naar voren komen. Het betrof een rapport over levensbeëindiging bij neonaten. Dit rapport kan worden gezien als de basis van het Gronings Protocol. In het rapport zijn door de NVK zorgvuldigheidseisen geformuleerd ter zake van het niet beginnen of staken van een behandeling voor de behandelend arts, te weten: er moet een duidelijke diagnose zijn waar alle behandelend artsen en verpleegkundigen instemmen; er dient een verantwoordelijk arts te zijn; een besluit tot het niet beginnen of staken van de behandeling dient voor akkoord bevonden te worden door het gehele behandelteam; er moet een beoordeling tot zinloosheid gemaakt worden waarbij verschillende aspecten van het huidige en toekomstige beeld van het kind in beeld moeten worden gebracht; ouders moeten volledig worden voorgelicht en instemmen met de besluitvorming en de uitvoering daarvan; het gehele proces dient volledig gedocumenteerd te worden. Uit het bovenstaande kan ik afleiden dat er voor de ouders van het betreffende kind een grote rol is weggelegd en dat zij veel inspraak hebben in het gehele proces. De mening van de ouders is onmiskenbaar van belang, evenals de taak van de arts voor wat betreft het voorlichten van de ouders van het betreffende kind. De beslissing omtrent de behandeling wordt echter vooral bepaald door de medische situatie van het betreffende kind. Deelconclusie Euthanasie houdt in een opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens verzoek. Nederland heeft sinds 2002 een euthanasiewetgeving: de WTL. De WTL heeft voor de behandelend arts casu quo een geldig euthanasieverzoek zorgvuldigheidseisen gecodificeerd die cumulatief zijn. De WTL is een uitzondering op hetgeen strafbaar is gesteld in de artikelen 293 en 294 WvSr. Uit onderzoek blijkt dat de WTL goed functioneert. De leeftijd van de patiënt die een verzoek tot euthanasie doet is al dan niet 23

24 bepalend voor de procedure dan wel het toestemmingsvereiste. De rechtspositie van de minderjarige in het gezondheidsrecht, meer specifiek ten aanzien van euthanasiewetgeving, komt in het hoofdstuk hierna uitgebreid aan de orde. Het Gronings Protocol ziet toe op actieve levensbeëindiging bij jonge, pasgeboren kinderen die ondraaglijk lijden. Het betreft geen vorm van euthanasie. Ouders hebben veel inspraak in het proces van levensbeëindiging van de pasgeborene jonger dan één jaar. Gelet op de besproken WTL en het Gronings protocol kan geconcludeerd worden dat kinderen in de leeftijd van een tot twaalf jaar geen rechtsgeldig verzoek tot euthanasie kunnen doen. 24

25 3. Rechtspositie minderjarigen en knelpunten In het eerste deel van dit hoofdstuk zal de rechtspositie van de minderjarige in het gezondheidsrecht aan de orde komen. Meer specifiek zal worden ingegaan op de rechtspositie van het kind in de leeftijd van één tot twaalf jaar oud inzake euthanasiewetgeving. In het tweede deel van dit hoofdstuk zullen knelpunten casu quo discussiepunten aan de orde komen op het terrein van het (mogelijk toestaan van) een recht tot een verzoek doen om euthanasie door minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud. Hierbij zullen ook standpunten van beroepsgroepen en belangenorganisaties aan de orde komen. 3.1 Rechtspositie minderjarigen in het algemeen Alvorens in te gaan op de rechtspositie van de minderjarige, meer specifiek onder de twaalf jaar oud, in de euthanasiewetgeving, is het van belang de rechtspositie van de minderjarige in het algemeen vast te stellen. Het IVRK meldt in de artikelen 3 en 12 dat bij alle handelingen die betrekking hebben op minderjarigen, het belang van de minderjarige centraal dient te staan en dat de minderjarige, indien hij/zij in staat is zijn/haar mening te vormen, hij/zij het recht heeft deze mening te uiten in aangelegenheden die hem/haar betreffen. Deze artikelen in het IVRK zijn onder andere neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 1:233 BW meldt dat men minderjarig is indien de leeftijd van 18 jaar nog niet is bereikt. Artikel 1:234 lid 1 meldt vervolgens dat een minderjarige slechts bekwaam is rechtshandelingen te verrichten indien er wordt gehandeld met toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaald. De wet heeft ter zake van het gezondheidsrecht en euthanasiewetgeving inderdaad anders bepaald. 3.2 De gezondheidsrechtelijke positie van minderjarigen in het kader van de geneeskundige behandelovereenkomst De wetgever heeft in de GBO (onderdeel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) een uitzondering opgenomen voor wat betreft de handelingsbekwaamheid van een minderjarige. De GBO maakt een onderscheid tussen: Minderjarigen jonger dan twaalf jaar; zij zijn volgens de GBO wilsonbekwaam en worden vertegenwoordigd door hun ouders of voogd (artikel 7:465 lid 1 BW). De toestemming van de ouder(s) of voogd is vereist voor het aangaan van geneeskundige behandelingen. 25

26 Minderjarigen van twaalf tot en met vijftien jaar. Voor het aangaan van een geneeskundige behandelovereenkomst is dubbele toestemming vereist; die van de ouders of voogd en die van het kind (artikel 7:450 lid 2 BW). Het kind kan door de hulpverlener ook niet-wilsbekwaam worden geacht, dan moet hij vertegenwoordigd worden door ouders of voogd (artikel 7:465 lid 2 BW). In twee gevallen mag het kind zonder toestemming van de ouders behandeld worden, te weten (i) indien de behandeling noodzakelijk is om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen en (ii) het kind de behandeling na de weigering van de toestemming van de ouders weloverwogen blijft wensen (artikel 7:450 lid 2 BW). In paragraaf 3.4 wordt de toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger nader besproken. Minderjarigen van zestien en zeventien jaar; zij kunnen zelfstandig een geneeskundige behandelovereenkomst aangaan zonder dat daar toestemming van een wettelijk vertegenwoordiger voor is vereist. Indien de mening van het kind niet strookt met die van de ouders dan geldt de mening van het kind. Naar mijn mening dienen dan het kind, ouders (en wellicht arts) het gesprek aan te gaan waardoor ouders en kind niet (verder) uit elkaar komen te staan en het betreffende onderwerp goed wordt besproken. 3.3 Rechtspositie minderjarigen WTL Uit de Kamerstukken behorend bij de totstandkoming van de WTL blijkt dat de wetgever van mening was dat naast meerderjarigen ook bij minderjarigen het oordeel des onderscheids aanwezig is, met name bij zestien en zeventien jarigen. 49 Men was echter van mening dat bij een minderjarigen jonger dan twaalf jaar oud het oordeel des onderscheids niet aanwezig is. 50 Levensbeëindigend handelen bij een minderjarige jonger dan twaalf jaar oud moet derhalve volgens de wetgever worden beschouwd als levensbeëindiging zonder verzoek. De wetgever heeft voor wat betreft de leeftijdsgrenzen in de WTL dezelfde systematiek aangehouden als de leeftijdsgrenzen in de (W)GBO Minderjarigen van zestien en zeventien jaar oud Net als in de GBO worden minderjarigen van zestien en zeventienjaar oud in de WTL vrijwel gelijkgesteld aan meerderjarigen. Artikel 2 lid 3 WTL meldt enkel dat aan een verzoek van 49 Kamerstukken II 1998/1999, 26691, 3 (memorie van toelichting). 50 Kamerstukken II 1998/1999, 26691, 3 (memorie van toelichting). 51 Kamerstukken II 1998/1999, 26691, 3 (memorie van toelichting). 26

27 euthanasie door deze minderjarige enkel gehoor gegeven kan worden als ook de ouder of de ouders die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen dan wel zijn voogd bij de besluitvorming zijn betrokken. Dit houdt overigens niet in dat de ouders ook expliciet met het verzoek moeten instemmen. Toestemming is dus niet vereist Minderjarigen van twaalf tot en met vijftien jaar oud De minderjarigen in deze leeftijdscategorie kunnen een rechtsgeldig verzoek doen om hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging. Het verzoek kan conform artikel 2 lid 3 WTL echter enkel gehonoreerd worden als ook een ouder of de ouders die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen dan wel zijn voogd zich met de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding kan of kunnen verenigen. Van belang in deze categorie is dus dat er overeenstemming bereikt wordt tussen de arts, het kind en de wettelijk vertegenwoordiger. Indien een ouder niet instemt met het verzoek kan het verzoek toch worden gehonoreerd, op grond van artikel 7:465 BW. 52 Daarnaast is ook de KNMG van mening dat het verzoek doorgang moet kunnen vinden indien een wettelijke vertegenwoordiger niet instemt met het verzoek; de mening is wel van groot belang maar niet doorslaggevend Minderjarigen onder de twaalf jaar oud Zoals in hoofdstuk 2 aan de orde is gekomen kan bij het kind tot één jaar oud het Gronings Protocol van toepassing zijn. Een kind jonger dan twaalf jaar oud kan conform de WTL geen rechtsgeldig verzoek tot euthanasie doen. De problematiek van euthanasie richt zich dus op de groep van kinderen tussen de één en twaalf jaar oud die zich in een situatie van uitzichtloos en ondraaglijk lijden bevinden; zij vallen buiten het Gronings Protocol en buiten de WTL. Voor wat betreft de groep minderjarigen jonger dan 12 jaar oud wijkt de GBO enigszins af van de WTL. In de GBO beslissen de wettelijk vertegenwoordigers van een kind jonger dan twaalf jaar oud omtrent het aangaan van een geneeskundige behandelovereenkomst. In de WTL is dit niet zo. Leenen is, naar mijn mening deels terecht, van mening dat beslissen over leven en dood van hun kind niet behoort tot het ouderlijk gezag en dat de mogelijkheid tot uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht bij de minderjarigen met het groeien der jaren 52 Kamerstukken II 1998/1999, 26691, 3 (memorie van toelichting). 53 H. Weyers, Euthanasie, het proces van rechtsverandering, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2004, p

Levenseinde juridisch beschouwd

Levenseinde juridisch beschouwd Levenseinde juridisch beschouwd P.J.M. (Peter) Ros, advocaat Witte Paal 333b, Schagen Ros Ploeger advocaten Schagen 2015 www.advocatenschagen.nl Euthanasie opzettelijk leven van ander op diens uitdrukkelijk

Nadere informatie

Informatie over euthanasie

Informatie over euthanasie Informatie over euthanasie Inleiding Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken. Wat u van euthanasie vindt, hangt onder meer af van uw (religieuze) achtergrond, opvoeding,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek De laatste levensfase Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek In gesprek In de laatste levensfase krijgen mensen te maken met allerlei vragen. Misschien ziet u op tegen de pijn en benauwdheid die

Nadere informatie

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE Cor Spreeuwenberg HOE KOMT HET DAT OVER DIT SOORT BESLISSINGEN MEER WORDT GESPROKEN DAN VROEGER? vroeger dood door infectieziekten en ongevallen

Nadere informatie

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar

Nadere informatie

De eindsprint als keuze

De eindsprint als keuze De eindsprint als keuze Erica van Maanen en Classien Rebergen beiden huisarts/kaderarts palliatieve zorg/scen-arts Lovah-congres 2016 Stelling 1: Als een patiënt kiest voor overlijden dan is euthanasie

Nadere informatie

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN Palliatieve sedatie, morfine en euthanasie in de praktijk; enkele juridische aspecten, waaronder de tuchtrechtelijke Begrippenkader palliatieve sedatie euthanasie

Nadere informatie

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) mr. S.R. Bakker 10 juni 2015 Aanleiding jurisprudentieonderzoek Aflevering Zembla over euthanasie en

Nadere informatie

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Hartelijk welkom Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Inhoud avond 1 Inleiding op thema m.b.v. presentatie 2 filmdocumentaire: Als

Nadere informatie

Euthanasie bij minderjarigen

Euthanasie bij minderjarigen Euthanasie bij minderjarigen Een onderzoek naar de mogelijkheden van euthanasie bij minderjarigen onder de 12 jaar oud Afstudeerscriptie master Rechtsgeleerdheid, Tilburg Law School Naam: Studentnummer:

Nadere informatie

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen Jannie Willemsen Medewerker Presentatiedienst Agenda Wetten en patiëntenrechten Keuzes aan het einde van het leven NVVE en Wilsverklaringen

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist

Nadere informatie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur Ruimte en grenzen bij euthanasie Eric van Wijlick beleidsadviseur Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (1) Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen,

Nadere informatie

Euthanasie bij dementie

Euthanasie bij dementie Euthanasie bij dementie Scriptie master Gezondheidsrecht Universiteit van Amsterdam Monique Volker-Koomans Studentnummer 6352839 Juli 2012 1 2 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding 4 Hoofdstuk 2 Wet

Nadere informatie

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is.

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Euthanasie Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Wij gaan in op de volgende onderwerpen: Wat is euthanasie? Aan welke

Nadere informatie

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven. Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had een sigmoidcarcinoom. Zij leed onder meer onder heftige buikkrampen,

Nadere informatie

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie: vragen en antwoorden De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk INHOUD VRAGEN: 1. Waarom een euthanasiewet? 2. Worden artsen in Nederland voor euthanasie

Nadere informatie

LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst. Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg

LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst. Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg _ Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie ter afronding van

Nadere informatie

Algemeen. Euthanasie.

Algemeen. Euthanasie. Algemeen Euthanasie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG051 / Euthanasie / 09-11-2018 2 Euthanasie Artsen kunnen in bijzondere omstandigheden

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Inhoudsopgave 1. Onderwerp. Doelstelling 3. Toepassingsgebied 4. Uitgangspunten. Achtergrond 6. Werkwijze 7. Verslaglegging 8. Toetsingscommissie

Nadere informatie

De zelfverkozen dood van ouderen

De zelfverkozen dood van ouderen De zelfverkozen dood van ouderen Eerste druk, maart 2012 2012 Wouter Beekman isbn: 978-90-484-2348-4 nur: 748 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven. Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN

Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven. Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN Wet Toetsing Levensbeëindiging op Verzoek Arts: overtuiging vrijwillig en weloverwogen

Nadere informatie

TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE?

TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE? TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE? Een onderzoek naar de Nederlandse en Belgische euthanasiewetgeving inzake de rechtspositie van minderjarigen ten aanzien van euthanasie. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Nadere informatie

Voorwoord 11 Inleiding 13

Voorwoord 11 Inleiding 13 Voorwoord 11 Inleiding 13 1 Een gemeenschappelijk perspectief 13 2 Herkenning, reflectie en argumentatie 14 2.1 Herkenning 14 2.2 Reflectie 14 2.2.1 Ethisch kader 14 2.2.2 Términologisch kader 15 2.3 Argumentatie

Nadere informatie

Wensen rond de laatste levensfase

Wensen rond de laatste levensfase Wensen rond de laatste levensfase Ouderen en zelfbeschikking Dorothea Touwen Docent en onderzoeker Medische Ethiek WASSENAAR, 31 OKTOBER 2018 Punten ter bespreking Wensen in deze fase van uw leven Wensen

Nadere informatie

Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012

Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012 Een goed gesprek over de dood Voltooid leven-problematiek Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012 Punten ter bespreking Voltooid leven wat is dat eigenlijk? Plaatsbepaling in het euthanasie

Nadere informatie

Wilsverklaringen vanuit de (huis)arts gezien. Els Roelofs kaderhuisarts palliatieve zorg

Wilsverklaringen vanuit de (huis)arts gezien. Els Roelofs kaderhuisarts palliatieve zorg Wilsverklaringen vanuit de (huis)arts gezien Els Roelofs kaderhuisarts palliatieve zorg Uitgebreide volmacht: Wie beslist namens een patiënt als deze dat zelf (tijdelijk) niet meer kan Voorkomen: Onder

Nadere informatie

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, leed aan een onbehandelbaar ovariumcarcinoom. Enkele maanden voor het overlijden kreeg zij te

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Publieksversie Waarom nadenken en praten over uw levenseinde? Misschien denkt u wel eens na over uw levenseinde. In dat laatste deel van uw leven kan uw dokter

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013)

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten tussen de 80 en de 90 jaar oud kampten met ernstige aandoeningen en ondraaglijk lijden. Zij verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. De beide betrokken

Nadere informatie

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst WGBO bij kinderen Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst Januari 2016 Rechten van de patiënt (WGBO) De relatie tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener hoort gebaseerd te zijn op wederzijds

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Artsenversie Waarom nadenken en praten over het levenseinde? Misschien denkt uw patiënt wel eens na over zijn levenseinde. In dat laatste deel van zijn leven

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische-opdracht door K. 1845 woorden 5 januari 2015 8,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Inleiding: Ik zag een

Nadere informatie

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) Disclosure belangen Agnes van der Heide Agnes van der Heide Erasmus MC Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg 13 maart 2015 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69445 1 december 2017 Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

Euthanasie. De nieuwe regels in Nederland. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk

Euthanasie. De nieuwe regels in Nederland. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie De nieuwe regels in Nederland De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie: De nieuwe regels per 2002 in Nederland Euthanasie een moeilijk onderwerp.

Nadere informatie

Het toetsingsproces toegelicht

Het toetsingsproces toegelicht Het toetsingsproces toegelicht Drs. Ronald T.C.M. van Nordennen Specialist Ouderengeneeskunde/ Hospice arts SCEN-arts / RTE-arts. 1 Wat is allemaal geen euthanasie? 1. Staken of niet starten van kunstmatige

Nadere informatie

Wilsverklaring. Belangrijke documenten

Wilsverklaring. Belangrijke documenten Wilsverklaring Belangrijke documenten Bijlage 1: Voorbeeld wilsverklaring Behandelverbod Lees voordat u deze verklaring invult de toelichting bij het behandelverbod. Naam : Geboortedatum : Geboorteplaats:

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de

Nadere informatie

Euthanasie versus palliatieve sedatie. John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016

Euthanasie versus palliatieve sedatie. John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016 Euthanasie versus palliatieve sedatie John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016 Vraag? Is palliatieve sedatie een keuze? Prehistorie Euthanasie is al eeuwen lang een uiterst controversieel onderwerp.

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

dasfwefsdfwefwef Euthanasie

dasfwefsdfwefwef Euthanasie Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen, is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen Scen Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen inhoud Inleiding Getallen Zorgvuldigheidscriteria Valkuilen Euthanasie versus palliatieve sedatie De scenarts S: staat voor steun: informatie,

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: In casu was de consulent als hoofd medische dienst van een verpleeghuis langer dan een half jaar geleden de behandelend arts geweest

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 13 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: SCEN-arts kent weliswaar patiënt niet, maar neemt regelmatig waar in de praktijk van de arts en is niet onafhankelijk vanwege een persoonlijke

Nadere informatie

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC)

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) 1. Iets over mijzelf O.a. als hoogleraar gezondheidsrecht al vele jaren

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel

Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel Amersfoort, 25 november 2016 Martin Buijsen Hoogleraar Gezondheidsrecht buijsen@bmg.eur.nl Inhoud Commissie Schnabel Het juridische deelonderzoek

Nadere informatie

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde Wat zegt de wet? Belangrijkste argument is wilsbekwaamheid

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid

Nadere informatie

Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE

Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE Inleiding NVVE bestaat sinds 1973 en had als doel de legalisering van euthanasie NVVE heeft in 2003 doelstelling verbreed en het brede palet

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Een vrouw met Alzheimer leed ondraaglijk onder cognitieve achteruitgang, fatische, praktische en executieve stoornissen en onder

Nadere informatie

Procedure euthanasie ouderenzorg

Procedure euthanasie ouderenzorg Procedure euthanasie ouderenzorg 1. Euthanasie: Volgens de Belgische wetgeving wordt euthanasie omschreven als het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene op diens verzoek

Nadere informatie

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Landelijke richtlijn, Versie: 1.0 Laatst gewijzigd : 01-01-2007 Methodiek: Consensus based Verantwoording: KNMG Inhoudsopgave Folder SCEN...1...3

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking

Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking Inhoudsopgave 1. Onderwerp. Doelstelling 3. Toepassingsgebied 4. Uitgangspunten zorgvuldigheidseisen LZA op maternale indicatie 5. Werkwijze

Nadere informatie

Commentaar op het boven samengevatte oordeel van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie

Commentaar op het boven samengevatte oordeel van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie 1 Een schriftelijke wilsverklaring vraagt onderhoud Commentaar op het boven samengevatte oordeel van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie Govert den Hartogh Tot voor kort wisten weinig artsen dat

Nadere informatie

Stijging Juridisch onderzoek

Stijging Juridisch onderzoek Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Veenendaal,

Nadere informatie

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde 39 5 Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs een opsomming gegeven van de conclusies over de rol, de verantwoordelijkheden,

Nadere informatie

Palliatieve zorg of moord: causaliteit is de crux

Palliatieve zorg of moord: causaliteit is de crux Palliatieve zorg of moord: causaliteit is de crux Mr. dr. N. Rozemond 1 1 inleiding Artsen die palliatieve zorg verlenen aan patiënten in de terminale fase van een ziekte worden in bepaalde gevallen vervolgd

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Handboek gezondheidsrecht

Handboek gezondheidsrecht Handboek gezondheidsrecht Deell Rechten van mensen in de gezondheidszorg Vijfde.geheel herziene druk Prof. dr. H.J.J. Leenen t Prof. mr.j.k.m.gevers Prof. mr. J. Legemaate Bohn Stafleu van Loghum Houten

Nadere informatie

Betreft: informatie over toestemmingsvereiste WGBO bij minderjarigen in relatie tot kindermishandeling

Betreft: informatie over toestemmingsvereiste WGBO bij minderjarigen in relatie tot kindermishandeling > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag Aan geadresseerde Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl Datum Betreft: informatie over toestemmingsvereiste

Nadere informatie

Studiemiddag Illustere School 13 november 2015

Studiemiddag Illustere School 13 november 2015 Actuele Kwesties in het Nederlandse Euthanasiedebat Studiemiddag Illustere School 13 november 2015 Docenten: Suzanne van de Vathorst (AMC & Erasmus MC) Govert den Hartogh (Faculteit Geesteswetenschappen

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: Op basis van art.2 lid 2 WTL vervangt de schriftelijke wilsverklaring een mondeling verzoek; evidente uitingen van lijdensdruk;

Nadere informatie

Wat kan de NVVE voor u betekenen?

Wat kan de NVVE voor u betekenen? Wat kan de NVVE voor u betekenen? at is euthanasie? Wat is geen euthanasie? Verzoek tot euthan el of niet behandelen Wilsverklaringen, volmacht en getuigen laring Bespreek uw wensen Wilt u lid worden?

Nadere informatie

Euthanasie en het EVRM

Euthanasie en het EVRM Het Europese recht en de Nederlandse rechtsorde: In hoeverre is de Nederlandse euthanasiewetgeving in strijd met de Europese wetgeving, zoals het EVRM? Inleiding Het onderwerp van dit werkstuk is het Europese

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Snel proces waarin de arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek, patiënt eenmaal persoonlijk en eenmaal telefonisch heeft gesproken. De arts heeft zich er voldoende

Nadere informatie

Voltooid leven een debat vol misverstanden

Voltooid leven een debat vol misverstanden Voltooid leven een debat vol misverstanden Gert van Dijk 31 oktober 2017 De huidige euthanasiewet Vrijwillig en weloverwogen verzoek Uitzichtloos en ondraaglijk lijden Geen redelijke andere oplossing Medische

Nadere informatie

Filmverslag Levensbeschouwing De vijf grote geloven en euthenasie

Filmverslag Levensbeschouwing De vijf grote geloven en euthenasie Filmverslag Levensbeschouwing De vijf grote geloven en euthenasie Filmverslag door R. 1725 woorden 21 januari 2015 8,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Zin in zin Hoe kijken de vijf grote

Nadere informatie

Workshop 1. Op de grens: hoe om te gaan met een verzoek om euthanasie?

Workshop 1. Op de grens: hoe om te gaan met een verzoek om euthanasie? Workshop 1. Op de grens: hoe om te gaan met een verzoek om euthanasie? Marc Blom RvB & Klaas Bets, GD 1 Wie? Marc Blom, Psychiater/ lid Raad van Bestuur Parnassia Groep Belangenverstrengeling?? 2 Wie?

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC Ethische vragen Dick Willems Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC d.l.willems@amc willems@amc.uva.nl Voorbeelden van ethische vragen in de palliatieve zorg Toegankelijkheid van zorg Cognitieve problemen

Nadere informatie

Euthanasie en dementie. Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht

Euthanasie en dementie. Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht Euthanasie en dementie Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht Verschillende situaties Vroege vorm: Patiënt weet dat hij dement wordt (is?) Maar is nog wilsbekwaam Lijdt aan vooruitzicht verder

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, werd na drie jaar van cognitieve achteruitgang de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Vooral de laatste weken voor overlijden ging

Nadere informatie

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 196 Beleid en richtlijnen

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte had een hersentumor met zware epileptische insulten en daardoor blijvende neurologische achteruitgang. Zij was tijdens bezoeken arts en consulent soms delirant

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE

VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE Alle wetteksten en/of documenten, beschreven in dit document zijn te downloaden op www.palliatieve.org > professionele gebruiker > wetgeving en documenten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 33 506 Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra tot wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het opnemen van een actief donorregistratiesysteem

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding. Folder voor cliënten en hun familie/naasten

Euthanasie en hulp bij zelfdoding. Folder voor cliënten en hun familie/naasten Euthanasie en hulp bij zelfdoding Folder voor cliënten en hun familie/naasten Euthanasie, ofwel de keuze om het leven te beëindigen, is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken.

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel : zorgvuldig Samenvatting: Na het verstrijken van bijna twee jaar na het bezoek van de consulent aan patiënt was een - desnoods kort - tweede bezoek noodzakelijk geweest. Echter, arts en consulent

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts diende patiënt intraveneus niet 2000 mg thiopental toe, maar 1500 mg thiopental omdat de ademhaling van patiënt stopte.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Wat kan de NVVE voor u betekenen?

Wat kan de NVVE voor u betekenen? Wat kan de NVVE voor u betekenen? at is euthanasie? Wat is geen euthanasie? Verzoek tot euthan el of niet behandelen Wilsverklaringen, volmacht en getuigen laring Bespreek uw wensen Niet-reanimeren penning

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Na jaren van klachten werd bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, een beginnende dementie vastgesteld. Het laatste jaar voor overlijden ging zij steeds verder achteruit.

Nadere informatie

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: patiënte leed al vele jaren aan een chronische waanstoornis gepaard gaande met ernstige depressieve episoden, waarvoor zij allerlei behandelingen

Nadere informatie

Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie

Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie FOD Volksgezondheid Brussel, 14 december 2017 Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie Axel Liégeois KU Leuven Broeders van Liefde Inclusie psychisch lijden Inclusie psychisch lijden in euthanasiewet

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Euthanasie

Spreekbeurt Nederlands Euthanasie Spreekbeurt Nederlands Euthanasie Spreekbeurt door een scholier 2444 woorden 29 februari 2004 7,5 174 keer beoordeeld Vak Nederlands Soms is sterven menselijker dan leven Inleiding Onze motivatie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 708 Vragen van het lid

Nadere informatie

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Naomi Van De Moortele, psychologe hematologie en palliatieve zorgen UZ Gent An Lievrouw, psychologe digestieve oncologie UZ Gent Workshop: 1. Palliatieve

Nadere informatie

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS In verband met een melding aan de gemeentelijke lijkschouwer van het overlijden als gevolg van de toepassing van de levensbeëindiging op verzoek of hulp bij

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: patiënt, 70-80 jaar, leed al meer dan vijftig jaar aan hoofdpijn. Later kwamen daar andere somatische klachten en psychische klachten

Nadere informatie

Hulp bij zelfdoding. Informatie voor cliënten en hun familie/naasten

Hulp bij zelfdoding. Informatie voor cliënten en hun familie/naasten Hulp bij zelfdoding Informatie voor cliënten en hun familie/naasten Hulp bij zelfdoding GGz Breburg heeft in 2013 een Handreiking hulp bij zelfdoding vastgesteld. De handreiking is bedoeld voor de hulpverleners

Nadere informatie

Niet-reanimeren verklaring

Niet-reanimeren verklaring Niet-reanimeren verklaring 1 van 4 Niet-reanimeren verklaring Algemene informatie over een wilsverklaring Een wilsverklaring is een document waarin u uw wensen rondom het levenseinde vastlegt. Schriftelijke

Nadere informatie

Iedereen heeft recht op een waardig levenseinde!

Iedereen heeft recht op een waardig levenseinde! Iedereen heeft recht op een waardig levenseinde! Een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding van een patiënt met een psychische stoornis binnen GGZ Oost Brabant Auteur: Aniek Twaalfhoven Onderwijsinstelling:

Nadere informatie