Euthanasie en hulp bij zelfdoding. Folder voor cliënten en hun familie/naasten

Transcriptie

1 Euthanasie en hulp bij zelfdoding Folder voor cliënten en hun familie/naasten

2 Euthanasie, ofwel de keuze om het leven te beëindigen, is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. Het feit dat u deze folder heeft gekregen, betekent misschien dat u of één van uw naasten met de afweging tot een dergelijke keuze bezig is. In deze folder geven we meer informatie over euthanasie en over de procedure die GGz Breburg hierbij volgt. Euthanasie is geen gemakkelijk onderwerp. Wij begrijpen dat dit veel gevoelens bij u kan oproepen. Heeft u behoefte aan een gesprek of heeft u vragen over deze folder? Neemt u dan gerust contact op met uw behandelend psychiater of die van uw naaste Euthanasie of hulp bij zelfdoding Er is volgens de wet sprake van hulp bij zelfdoding wanneer de arts een ander opzettelijk behulpzaam is bij zelfdoding of hem de middelen daartoe verschaft. Er wordt onderscheid gemaakt tussen euthanasie en hulp bij zelfdoding. Bij euthanasie krijgt de cliënt meerdere injecties (door de arts toegediend), waarna de dood snel intreedt. Bij hulp bij zelfdoding krijgt de cliënt een drankje (dat hij zelf inneemt) waardoor een diep coma ontstaat waarna de dood volgt binnen iets langere tijd. Wanneer is het gerechtvaardigd? Het is van belang om te realiseren dat de cliënt geen recht heeft op euthanasie of hulp bij zelfdoding en dat een psychiater een verzoek kan weigeren om uiteenlopende redenen. GGz Breburg vindt het echter, met o.a. beroepsverenigingen als de Nederlandse

3 Vereniging voor Psychiatrie, in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd dat aan een psychiatrische cliënt euthanasie of hulp bij zelfdoding wordt geboden. De overwegingen hiervoor zijn als volgt: Compassie en barmhartigheid: wanneer een arts na een zorgvuldige beoordeling tot de overtuiging komt dat de keuze voor euthanasie of hulp bij zelfdoding voldoet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen, kan hij de hulpvrager niet aan zijn lot overlaten. Hij moet dan bevorderen dat de zelfdoding op een menswaardige wijze plaatsvindt. Daarbij komt dat de meeste medicatie niet vrij verkrijgbaar is. Zonder hulp verloopt een suïcide wellicht gewelddadiger. Een gewelddadige suïcide kan traumatiserend zijn voor derden (denk aan treinbestuurders), maar kan ook ernstig blijvend letsel veroorzaken als de suïcide niet slaagt. Er dient dus een zorgvuldige beoordeling plaats te vinden en aan wettelijke zorgvuldigheidseisen voldaan zijn. Dit houdt in dat de arts: a) De overtuiging heeft dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de cliënt; b) De overtuiging heeft dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de cliënt; c) De cliënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens vooruitzichten;

4 d) Met de cliënt tot de overtuiging komt dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen andere oplossing was; e) Bij psychiatrische problematiek vóór inschakeling van de SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland-arts) een onafhankelijke psychiater heeft geconsulteerd om de behandelmogelijkheden te beoordelen, f) Ten minste één andere onafhankelijke (SCEN-)arts heeft geraadpleegd, die de cliënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, zoals hierboven beschreven en g) De levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd. Indien een arts zich niet aan de zorgvuldigheidseisen houdt, kan dit tot strafrechtelijke vervolging leiden. Binnen GGz Breburg hebben we daarom het volgende afgesproken: a) Zodra een behandelend psychiater de vraag om hulp bij zelfdoding van een cliënt overweegt, neemt hij contact op met de Geneesheer-directeur. Ook de Raad van Bestuur wordt geïnformeerd. Daarnaast wordt het verzoek binnen de multidisciplinaire behandelplanbespreking en met verschillende collega s besproken. b) De Handreiking van GGZ Breburg is gebaseerd op de Richtlijn omgaan met het verzoek om hulp bij zelfdoding door cliënten met een psychiatrische stoornis van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. c) Er wordt aan de arts aangeraden om twee onafhankelijke artsen te raadplegen voor de eerste en tweede consultatie: één met bijzondere expertise op het gebied van de stoornis, een tweede om het proces te toetsen. Deze tweede consultatie gebeurt door een SCEN-arts, die hiervoor speciaal is opgeleid.

5 d) Als een psychiater hulp bij zelfdoding principieel afwijst, verwijst hij de cliënt naar een collega die de vraag van de cliënt overneemt. e) De behandelend psychiater geeft na de uitvoering van hulp bij zelfdoding geen verklaring van overlijden af, maar meldt het overlijden onmiddellijk bij de gemeentelijke lijkschouwer. Hierbij verzendt de behandelend psychiater een beredeneerd verslag, waarin de zorgvuldigheidsnormen opgenomen zijn. Dit betekent dat er 2 fasen zijn die ongeveer 6 tot 12 maanden kunnen duren, afhankelijk van de nog aanwezige behandelopties. In de eerste fase maakt de behandelend psychiater met de cliënt de overweging óf het traject tot hulp bij zelfdoding wordt ingegaan. De tweede fase bestaat uit het traject zelf: in deze fase vinden de twee hiervoor genoemde consultaties plaats. Familie en naasten Euthanasie of hulp bij zelfdoding is primair een zaak tussen arts en cliënt. Los daarvan zijn de emotionele gevolgen ook voor familie en naasten groot. We proberen familie en naasten dan ook zo goed mogelijk bij het proces te betrekken. In hoeverre dit mogelijk is, zal er mede van afhangen in hoeverre de cliënt daar achter staat.

6 Powered by TCPDF ( GGz Breburg GGz Breburg is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, voor mensen in alle leeftijden, met vestigingen in de regio s Midden- en West-Brabant. info@ggzbreburg.nl Tel Postadres GGz Breburg Postbus AT Tilburg Afdeling I & K (Innovatie & Kwaliteit) VIK I&K 002 augustus 2017