Euthanasie bij minderjarigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Euthanasie bij minderjarigen"

Transcriptie

1 Euthanasie bij minderjarigen Een onderzoek naar de mogelijkheden van euthanasie bij minderjarigen onder de 12 jaar oud Afstudeerscriptie master Rechtsgeleerdheid, Tilburg Law School Naam: Studentnummer: Administratienummer: Scriptiebegeleidster: Stacey Oosterhof mr. Y. Bogaers 2017

2 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie ter afronding van de master Rechtsgeleerdheid. Na vijf mooie jaren is er een einde gekomen aan mijn studententijd. Van jongs af aan wist ik al heel zeker dat ik de advocatuur in wilde. De keuze om rechten te gaan studeren was na het behalen van mijn VWO diploma dan ook snel gemaakt. Na met veel plezier mijn bachelor en eerste master in Leiden te hebben gevolgd, heb ik ook mijn tweede master in Tilburg als zeer prettig ervaren. Ik heb mijn studententijd met veel plezier beleefd en ik heb er vrienden voor het leven aan overgehouden. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken. Allereerst ben ik mevr. mr. Y. Bogaers zeer erkentelijk voor de goede begeleiding gedurende mijn scriptietraject. Tevens wil ik mijn tweede lezer bedanken voor de tijd die hij/zij heeft vrijgemaakt voor het beoordelen van mijn scriptie. Verder wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken die mij gedurende mijn studie altijd hebben gesteund. Zij hebben altijd achter mijn keuzes gestaan en ik kon altijd op ze rekenen. Daarnaast wil mijn grootouders, oom, Hennie en Silvia bedanken voor hun interesse tijdens mijn gehele studieperiode. Ook wil ik Sanne, Hein en kinderarts Cornelissen-Schouten van het Rijnstate ziekenhuis bedanken voor het nalezen van mijn scriptie. Tot slot wil ik mijn vrienden, vriendinnen en huisgenoten bedanken voor de leuke studententijd die ik met ze heb beleefd. Zonder hen was het allemaal een stuk minder leuk geweest. Verder rest mij niets anders dan u veel leesplezier toe te wensen. Stacey Oosterhof Tilburg, mei

3 Lijst van afkortingen ALL Acute Lymfatische Leukemie AMC Amsterdams medische centrum BS Belgisch Staatsblad BW Burgerlijk Wetboek Hand. Parlementaire handelingen HR Hoge Raad IVRK Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind KNMG Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst LZA-LP Late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging pasgeborenen MvT Memorie van Toelichting NVK Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde NVVE Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde OM Openbaar Ministerie Parl. St. Parlementaire stukken Rb. Rechtbank RTE Regionale Toetsingscommissie Euthanasie RV Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Stb. Staatsblad VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Bopz Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen WGBO Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst WTL Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding WvSr Wetboek van Strafrecht 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Lijst van afkortingen Inleiding Probleemanalyse Onderzoeksdoel Onderzoeksvraag en deelvragen Theoretisch en wetenschappelijk kader Methoden van onderzoek Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Maatschappelijke relevantie Wetenschappelijke relevantie Structuur van het onderzoek Euthanasie en de huidige regelgeving in Nederland Begripsbepaling Zorgvuldigheidseisen Grondslagen Barmhartigheid Zelfbeschikking Euthanasie bij minderjarigen Minderjarigen tot 1 jaar oud Minderjarigen van 1-11 jaar oud Minderjarigen van jaar oud Minderjarigen van jaar oud Deelconclusie Juridische positie van minderjarigen onder de 12 jaar oud De minderjarige Gezag Handelingsonbekwaamheid Materiële rechtspositie Formele rechtspositie Deelconclusie

5 4. Discussie en knelpunten omtrent euthanasie bij minderjarigen onder de 12 jaar oud Discussie over wetswijziging in Nederland Standpunten voor Standpunten tegen Kalenderleeftijd of mate van bekwaamheid als criterium Deelconclusie Euthanasie en de huidige regelgeving in België De discussie Standpunten voor Standpunten tegen De wetsuitbreiding Deelconclusie Conclusie en aanbeveling Conclusie Aanbevelingen Commissie verlenen toestemming Onderzoek oordeelsbekwaamheid Overeenstemming beroepsgroep Uitbreiding regeling beoordelingscommissie LPA-LZ Literatuur- en jurisprudentielijst Boeken Dissertaties Bijdragen in boeken Artikelen in tijdschriften Elektronische bronnen Overig Wet- en regelgeving Parlementaire stukken Jurisprudentie

6 Als laatste houvast is er de hoop op geen toekomst - Loesje - 6

7 1. Inleiding Sanne is 10 jaar oud en bij haar is, ondanks de chemotherapie en bestraling, voor de derde keer acute lymfatische leukemie (hierna: ALL) geconstateerd. Inmiddels is Sanne uitbehandeld. Sanne weet zelf ook dat zij niet meer beter zal worden. Ze is erg moe en heeft veel pijn. Sanne haar ouders hebben haar verteld wat er gebeurt als zij overlijdt. Zij zal naar dezelfde plek gaan als waar haar opa een aantal jaar geleden heen is gegaan en daar zal zij geen pijn meer hebben. Op een gegeven moment, wanneer Sanne echt niet meer kan, vraagt Sanne aan haar ouders en artsen: Mag ik alsjeblieft naar opa? Probleemomschrijving Het beëindigen van een leven op verzoek van een patiënt is in Nederland strafbaar gesteld op grond van artikel 293 lid 1 Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr). Artikel 293 lid 2 WvSr stelt echter dat de strafbaarheid vervalt indien wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (hierna: WTL). 2 Deze wet is in april 2002 in werking getreden. 3 In deze wet is opgenomen dat minderjarigen vanaf twaalf jaar om euthanasie kunnen vragen. Het is in Nederland echter verboden om bij kinderen tot twaalf jaar euthanasie te plegen. 4 Bij de invoering van de wet is er bewust voor gekozen om euthanasie bij kinderen onder de twaalf jaar niet te legaliseren. Zij worden niet in staat geacht om zo een zware beslissing te nemen. 5 De arts beschikt slechts over opties om de lijdensweg van de patiënt te verzachten, verder kan de arts alleen afwachten tot het onvermijdelijke vanzelf gebeurt: het kind komt te overlijden. 6 Hoewel kinderen en de dood niet met elkaar dienen te worden geassocieerd, houden ziekten geen rekening met leeftijden en is lijden niet leeftijdsgebonden. Het is niet zo dat kinderen niet ernstig ziek kunnen worden of dat zij minder lijden dan volwassenen. Toch bestaat er voor hen geen mogelijkheid om legaal door middel van euthanasie uit het leven te stappen, een mogelijkheid die oudere kinderen en volwassenen wel hebben. Zouden 1 Fictieve casus. 2 Hendriks 2014, p Stb. 2002, Artikel 2 WTL; Meijer 2016, p Kamerstukken II, 1998/99, 26691, 3, p NVK e.a. 2013, p

8 (oordeelsbekwame) kinderen onder de twaalf jaar oud niet evenveel recht moeten hebben op een waardige dood als deze oudere kinderen en volwassenen? In 2014 is de discussie omtrent de levensbeëindiging bij kinderen actueel geworden. 7 Deze discussie is het gevolg van de veranderde euthanasiewetgeving in België. 8 In België is de leeftijdsgrens opgeheven en mogen nu ook euthanasieverzoeken van oordeelsbekwame minderjarigen worden gehonoreerd, dus ook de minderjarigen onder de twaalf jaar oud. 9 Naar aanleiding van deze discussie vroeg minister Edith Schippers, toenmalig Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS), de Nederlandse kinderartsen om hun standpunt. 10 De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (hierna: NVK) stelt dat niet de kalenderleeftijd maar de daadwerkelijke bekwaamheid van het kind als uitgangspunt zou moeten worden genomen. 11 In reactie op dit standpunt heeft de PvdA de toenmalig Minister van VWS verzocht een regeringsstandpunt in te nemen ten aanzien van het onderwerp. 12 Op 22 april 2016 heeft de toenmalig Minister van VWS aangegeven dat vooralsnog zal worden volstaan met het inrichten van een steunpunt voor kinderartsen die vragen hebben rondom het levenseinde. 13 Daarnaast zullen de ontwikkelingen in de gaten worden gehouden en zullen enkele onderzoeken subsidie ontvangen. De toenmalig minister heeft aangegeven dat er voorlopig geen wetswijzigingen plaats zullen vinden. De bestaande juridische oplossingen bieden volgens haar vooralsnog voldoende mogelijkheden. 14 Toen op 17 september 2016 in België voor het eerst gebruik werd gemaakt van de nieuwe wettelijke regeling is in Nederland de discussie, of het noodzakelijk is om in Nederland de leeftijdsgrens af te schaffen, wederom aangewakkerd. 15 Tot op heden is de wet in Nederland nog niet aangepast, maar wel heeft de toenmalig minister een wetenschappelijk onderzoek naar euthanasie bij kinderen van één tot twaalf jaar mogelijk gemaakt Legemate 2016, p BS 2014, Artikel 3 1 Wet betreffende de euthanasie. 10 G. Herderscheê, Kinderartsen: sta lijdend kind euthanasie toe, de Volkskrant 19 juni 2015, volkskrant.nl (zoek op Kinderartsen: sta lijdend kind euthanasie toe). Laatst geraadpleegd: 20 december NVK 2016, p. 3; Meijer 2016, p, PvdA vraagt regeringsstandpunt euthanasie 12-minners, Tweede Kamer 23 juni 2015, < Laatst geraadpleegd: 19 december 2016; Meijer 2016, p Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Kamerbrief met reactie op NVK standpunt levensbeëindiging kinderen. Kenmerk brief: PG, Den Haag: 2016.; Meijer 2016, p Meijer 2016, p Voor het eerst euthanasie bij minderjarige in België, de Volkskrant 17 september 2016, volkskrant.nl (zoek op Voor het eerst euthanasie bij minderjarige in België). Laatst geraadpleegd: 18 december Minister onderzoekt mogelijkheid euthanasie bij kinderen van een tot twaalf jaar, de Volkskrant 22 april 2016, volkskrant.nl (zoek op Minister onderzoekt mogelijkheid euthanasie bij kinderen van een tot twaalf jaar). Laatst geraadpleegd: 15 december

9 1.2 Onderzoeksdoel Bij euthanasie bij kinderen op jonge leeftijd is sprake van een spanningsveld. Een spanningsveld tussen de mate van bescherming van kinderen aan de ene kant en de zelfbeschikking van wilsbekwame kinderen aan de andere kant. Het onderzoeksdoel van deze scriptie is nagaan of, net als in België, in Nederland regelgeving met betrekking tot euthanasie bij kinderen tussen de één en twaalf jaar noodzakelijk is. 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat luidt: Dient de huidige regelgeving omtrent euthanasie te worden verruimd door de leeftijdsgrens van twaalf jaar los te laten? Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd: 1. Wat is euthanasie en hoe is dit m.b.t. minderjarigen in de Nederlandse wet geregeld? 2. Wat is de juridische positie van kinderen onder de twaalf jaar oud? 3. Wat zijn de knelpunten van de huidige wetgeving omtrent euthanasie bij minderjarigen? 4. Hoe is euthanasie m.b.t. minderjarigen in de Belgische wet geregeld? In de hoofdstukken wordt getracht om een zo duidelijk mogelijk antwoord op deze deelvragen te geven. 1.4 Theoretisch en wetenschappelijk kader Het onderzoek naar de mogelijke verruiming van de euthanasie door de leeftijdsgrens van twaalf jaar los te laten wordt door verschillende rechtsgebieden ingekaderd. Het theoretisch kader is het civiele recht, het gezondheidsrecht, het strafrecht en het internationale recht. Meer specifiek zal worden gekeken naar de euthanasiewetgeving in het gezondheidsrecht. Gekeken zal worden naar de WTL en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: 9

10 WGBO). Verder zal aandacht worden besteed aan de strafbaarstelling van euthanasie in artikel 293 WvSr. Daarnaast zal ook worden gekeken naar de rechtspositie en bescherming van minderjarigen in het civiele recht. Hierbij zal met name worden gekeken naar boek 1 en boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Tot slot zal aandacht worden besteed aan internationale regelgeving. Hierbij zal voornamelijk worden gekeken naar de Belgische wet betreffende de euthanasie. 1.5 Methoden van onderzoek In deze scriptie zal een combinatie van twee onderzoeksmethoden centraal staan. De eerste onderzoeksmethode betreft een theoretisch onderzoek door middel van een uitgebreide literatuurstudie. Er zal hierbij gebruik worden gemaakt van juridische handboeken, wetenschappelijke tijdschriftartikelen, (inter)nationale wet- en regelgeving en bijbehorende parlementaire geschiedenis en jurisprudentie. Verder zal een belangrijk deel van het onderzoek bestaan uit (extern) rechtsvergelijkend onderzoek. Hierbij zal het Belgische systeem omtrent de euthanasie onder de loep worden genomen en worden vergeleken met het Nederlandse systeem omtrent euthanasie. Er zal worden gekeken of het Belgische recht omtrent euthanasie ook in Nederland noodzakelijk is. Er is bewust voor België gekozen, omdat dit op dit moment het enige land is waar euthanasie bij minderjarigen onder de twaalf jaar oud mogelijk is Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Maatschappelijke relevantie Euthanasie blijft een zwaar beladen en gevoelig onderwerp. Zeker als het euthanasie bij kinderen betreft. Een kind behoort niet met de dood geassocieerd te worden, maar zoals al eerder is gezegd is het leven niet altijd eerlijk en kunnen ook kinderen hiermee in aanmerking komen. Jaarlijks overlijden er ongeveer 1200 kinderen tussen de nul en achttien jaar oud in Nederland. De meeste kinderen overlijden na een beslissing om een zinloos geworden levensverlengende behandeling te staken of niet te starten. In uitzonderlijke gevallen, waarbij 17 Voor het eerst euthanasie bij minderjarige in België, de Volkskrant 17 september 2016, volkskrant.nl (zoek op Voor het eerst euthanasie bij minderjarige in België). Laatst geraadpleegd: 12 december

11 ernstig en uitzichtloos lijden bij terminaal zieke kinderen bestaat, en palliatieve zorg niet volstaat, zou de vraag naar euthanasie kunnen ontstaan. 18 Op dit moment bestaat deze mogelijkheid dus alleen voor kinderen boven de twaalf jaar oud. Ondanks dat er in de periode maar vijf minderjarigen in Nederland zijn gestorven door middel van euthanasie is het toch belangrijk om de mogelijke verruiming van de wet te onderzoeken. 19 Dat er maar schaars gebruik zal worden gemaakt van de regeling zou geen tegenargument moeten zijn, ieder kind is immers even belangrijk. Naar aanleiding van de maatschappelijke maar ook de politieke discussie is het dus belangrijk om de mogelijkheden naar de verruiming van de wetgeving te onderzoeken en hierover duidelijkheid te scheppen Wetenschappelijke relevantie Nu blijkt dat er, op kleine schaal, door minderjarigen euthanasie wordt verzocht en over het onderwerp veel discussie bestaat is het verstandig om hierover een wetenschappelijk oordeel te vellen. De mogelijkheid van de verruiming van de wet omtrent de euthanasie door de leeftijdsgrens los te laten moet serieus worden onderzocht, voordat men de wetgeving aanpast. Er zal moeten worden nagegaan of kinderen onder de twaalf jaar daadwerkelijk wilsbekwaam kunnen zijn en daarnaast in hoeverre wij minderjarigen onder de twaalf jaar dienen te beschermen. In deze bijdrage zal worden onderzocht of en zo ja, welke mogelijkheden er bestaan om minderjarigen onder de twaalf jaar oud ook mogelijkheden te bieden om euthanasie te verzoeken dan wel om de regeling die geldt voor levensbeëindiging voor pasgeborenen op te rekken. 1.7 Structuur van het onderzoek In hoofdstuk 2 zal antwoord worden gegeven op de eerste deelvraag. Hier wordt een omschrijving van het begrip euthanasie gegeven en zal het juridisch kader omtrent de euthanasie in Nederland worden uitgewerkt. In hoofdstuk 3 zal antwoord worden gegeven op de tweede deelvraag. Allereerst zal worden nagaan welke rechtsgevolgen minderjarigheid met zich meebrengt. Vervolgens zullen achtereenvolgens de materiële en formele rechtspositie van minderjarigen worden besproken. 18 De Vries 2016, p Gevers 2016, p. 1; G. van Dijk, Euthanasie bij kinderen: wedstrijd met België? KNMG, knmg.nl (zoek op Euthanasie bij kinderen: wedstrijd met België). Laatst geraadpleegd: 1 december

12 In hoofdstuk 4 wordt antwoord gegeven op de derde deelvraag. Dit hoofdstuk gaat over de huidige discussie en knelpunten omtrent de euthanasie bij minderjarigen met een leeftijd onder de twaalf jaar. In dit hoofdstuk zullen de argumenten voor en tegen die in Nederland worden gegeven worden besproken. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed de vierde deelvraag. In dit hoofdstuk wordt het juridisch kader omtrent euthanasie in België uitgewerkt. Tot slot worden in hoofdstuk 6 conclusies getrokken uit het onderzoek en zal een antwoord worden gegeven op de vraag of de huidige regelgeving omtrent de euthanasie dient te worden verruimd door de leeftijdsgrens van twaalf jaar los te laten. 12

13 2. Euthanasie en de huidige regelgeving in Nederland In dit hoofdstuk wordt allereerst in 2.1 een omschrijving van het begrip euthanasie gegeven. Vervolgens zullen in 2.2 de zorgvuldigheidseisen uiteen worden gezet. In 2.3 zullen de twee grondslagen van de WTL worden besproken. Allereerst zal in worden ingegaan op de barmhartigheid en vervolgens zal in worden ingegaan op de zelfbeschikking. In 2.4 zal worden ingegaan op de euthanasie bij minderjarigen in het huidige Nederlandse euthanasierecht. Achtereenvolgens zullen de verschillende categorieën minderjarigen aan bod komen. Tot slot zal dit hoofdstuk in 2.5 worden afgesloten met een deelconclusie. 2.1 Begripsbepaling Het woord euthanasie is afgeleid van het uit het Oudgrieks afkomstige woord euthanatos. Letterlijk betekent dit woord: een goede dood. Goede dood is echter niet bruikbaar als juridische definitie van het woord euthanasie, omdat deze omschrijving de euthanasie niet voldoende van andere vormen van levenseinde onderscheid. Ook andere medische beslissingen omtrent het levenseinde kunnen immers een goede dood ten gevolge hebben. 20 In juridische zin worden er verschillende definities gehanteerd. Hoewel deze definities dicht bij elkaar liggen, verschillen zij toch van elkaar. In artikel 293 WvSr blijkt dat euthanasie het opzettelijk beëindigen van het leven van een ander op diens uitdrukkelijk en ernstig verlangen inhoudt. Het VU medisch centrum definieert euthanasie als het handelen van een arts dat tot doel heeft het leven van een patiënt op diens uitdrukkelijk en aanhoudend verzoek te beëindigen. In deze bijdrage zal echter de definitie worden gehanteerd die de staatscommissie euthanasie in 1985 hanteerde. 21 Hier is voor gekozen aangezien deze definitie tevens door rechtsgeleerde Leenen is overgenomen. 22 Volgens Leenen is voor de juridische omschrijving van euthanasie een aantal elementen van belang. Zo moet het gaan om handelen dat de dood ten gevolge heeft. Het handelen dient daarnaast een levensbekortend effect te hebben. Verder moet het gaan om het handelen van iemand anders dan de betrokkene zelf. 23 Indien dit namelijk niet het geval is spreken we van zelfdoding. Tot slot moet er sprake zijn van een verzoek van de betrokkene zelf. Indien een ander ongevraagd van het leven 20 Hierbij kan worden gedacht aan palliatieve sedatie en hulp bij zelfdoding. 21 Prins e.a. 2005, p Leenen e.a. 2007, p Dit dient een arts te zijn. 13

14 wordt beroofd spreken we van moord of doodslag. 24 Door het samenvoegen van bovengenoemde elementen komt Leenen, net als de staatscommissie euthanasie in 1985, tot een algemeen aanvaarde en gangbare definitie van euthanasie: euthanasie is het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander op verzoek van de patiënt. 25 In deze definitie komen de zorgvuldigheidseisen uit de WTL niet naar voren. Leenen stelt daarop dat de zorgvuldigheidseisen geen deel uitmaken van de definitie, zij geven slechts aan onder welke voorwaarden euthanasie niet strafbaar is Zorgvuldigheidseisen Zoals in de inleiding naar voren kwam is het beëindigen van een leven op verzoek van een patiënt in Nederland strafbaar gesteld op grond van artikel 293 lid 1 WvSr. Artikel 293 lid 2 WvSr stelt echter dat de strafbaarheid vervalt indien de arts bij het voorbereiden en uitvoeren van de euthanasie heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. Deze zorgvuldigheidseisen zijn opgenomen in artikel 2 lid 1 WTL. Ten eerste dient de arts de overtuiging te hebben gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt. 27 Ten tweede dient de arts de overtuiging te hebben gekregen dat er sprake was van een uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt. 28 Ten derde dient de arts de patiënt te hebben voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond. 29 Ten vierde dient de arts met de patiënt tot de overtuiging te zijn gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was. 30 Ten vijfde moet de arts ten minste één andere, onafhankelijke arts hebben geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub a tot en met d WTL. 31 Tot slot dient de arts de levensbeëindiging medisch zorgvuldig te hebben uitgevoerd Leenen 2000, p Met een ander wordt een arts bedoeld; Leenen 2000, p Leenen e.a. 2007, p Artikel 2 lid 1 sub a WTL. 28 Artikel 2 lid 1 sub b WTL. 29 Artikel 2 lid 1 sub c WTL. 30 Artikel 2 lid 1 sub d WTL. 31 Artikel 2 lid 1 sub e WTL. 32 Artikel 2 lid 1 sub f WTL. 14

15 2.3 Grondslagen De grondslag voor de Nederlandse Euthanasiewet 33 lijkt gebaseerd te zijn op twee opvattingen, namelijk barmhartigheid en zelfbeschikking. De twee opvattingen vormen de balans tussen enerzijds de wil van de patiënt en anderzijds de mogelijkheid van artsen om aan deze wil tegemoet te komen Barmhartigheid De plicht van de artsen om het ondraaglijk en uitzichtloos lijden van patiënten te verlichten vormt een van de belangrijkste grondslagen voor het legitimeren van euthanasie. Deze plicht wordt ook wel het beginsel van barmhartigheid genoemd. 34 Den Hartogh stelt dat barmhartigheid de basis vormt voor het Nederlandse euthanasierecht. 35 Volgens hem komt dit voort uit het Schoonheim arrest waarin werd bepaald dat er situaties kunnen zijn waarin de beschermwaardigheid van het leven niet als zwaarstwegende beginsel geldt. 36 Ook Pan stelt dat de barmhartigheidsplicht het dragende beginsel van de wet is. 37 De meest bepalende zorgvuldigheidseis voor het toestaan van euthanasie is namelijk of de arts de overtuiging heeft dat de patiënt voldoet aan het criterium van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Het lijden is uniek en individueel en daardoor is het lastig te bepalen of daar sprake van is. Het is een open norm die nauwelijks nader geconcretiseerd is door de rechter. 38 Doordat de rechters en wetgever de norm niet nader hebben ingevuld, is er ruimte geboden aan rechters en toetsingscommissies om euthanasiegevallen per geval te bekijken. 39 Er kan dan per geval worden bekeken of de arts terecht tot de conclusie is gekomen dat het lijden zo ondraaglijk en uitzichtloos is dat hij euthanasie mocht toepassen. Met de open norm blijft er ruimte bestaan om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen en nieuwe inzichten in een ethisch veranderlijke maatschappij. 33 Hiermee wordt de WTL bedoeld. 34 Pans 2006, p Den Hartogh 2007, p Den Hartogh 2007, p Pans 2006, p Pans 2006, p Pans 2006, p

16 2.3.2 Zelfbeschikking In de maatschappij wordt vaak gesproken over het recht op euthanasie. Het beeld dat hierbij wordt opgeroepen, dat iemand volledig zelf kiest voor de dood, is onjuist. 40 Tussen artsen en patiënten bestaat geen gelijkwaardige relatie. Hoewel de artsen de opvattingen van patiënten dienen te respecteren, beschikken artsen over kennis en inzichten die patiënten niet hebben, waardoor artsen het beste zicht hebben op de belangen van patiënten. Zelfbeschikking speelt dus wel een rol bij het invullen en begrenzen van de plicht tot barmhartigheid, zonder zelfbeschikking zou euthanasie immers verworden tot moord. 41 De plicht wordt echter vooral bepaald door de medische kennis en mogelijkheden van artsen. Zelfbeschikking is een randvoorwaarde, maar het is niet de rechtvaardigheidsgrond voor het handelen van artsen. Artsen mogen namelijk niet het leven van patiënten beëindigen enkel omdat zij hierom verzoeken. Artsen mogen dit slechts doen omdat de plicht tot verlichting van het lijden van de patiënt op dat moment opweegt tegen de beschermwaardigheid van diens leven. 42 De arts dient dus een afweging te maken in de plicht tot verlichting van het lijden (barmhartigheid) en de plicht tot behoud van het menselijk leven (beschermwaardigheid van het menselijk leven) Euthanasie bij minderjarigen Zoals uit hoofdstuk 3 zal gaan blijken, ontstaat zelfbeschikking bij de geboorte. 44 Toch mag niet iedereen een verzoek indienen voor euthanasie. Naarmate kinderen ouder worden, worden zij geacht meer verantwoordelijkheid te kunnen dragen. 45 Dit blijkt ook uit de WGBO. In de WGBO wordt onderscheid gemaakt tussen drie leeftijdscategorieën: minderjarigen tot twaalf jaar, minderjarigen in de leeftijd van twaalf tot en met vijftien jaar, minderjarigen in de leeftijd van zestien jaar en ouder. De wetgever heeft bij de WTL de systematiek van de WGBO gevolgd, waarin dezelfde leeftijdscategorieën gelden. 40 Pans 2006, p Pans 2006, p Den Hartogh 2007, p Pans 2006, p Leenen e.a. 2007, p Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 316 en

17 2.4.1 Minderjarigen tot 1 jaar oud Hoewel er voor kinderen onder de twaalf jaar oud geen mogelijkheden bestaan tot actieve levensbeëindiging dient dit gegeven enigszins te worden genuanceerd. In uitzonderlijke gevallen kan actieve levensbeëindiging zonder verzoek bij kinderen onder de twaalf jaar aanvaardbaar worden geacht. Dit is het geval indien de levensbeëindiging zorgvuldig wordt uitgevoerd onder de regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (hierna: LZA-LP). Hoewel bij deze regeling geen sprake is van euthanasie 46, is het toch belangrijk hier stil bij te staan. Wellicht kan de regeling voor de actieve levensbeëindiging voor pasgeborenen namelijk worden opgerekt tot de wilsonbekwame minderjarigen onder de twaalf jaar oud. Het Gronings Protocol is een protocol dat in 2004 is ontwikkeld en op 23 juni 2005 door de NVK als landelijke richtlijn is aangenomen. Het protocol biedt richtlijnen en criteria voor artsen om het leven van pasgeboren kinderen met zeer ernstige afwijkingen, die ondraaglijk en uitzichtloos lijden en waarbij verdere behandeling medisch zinloos of kansloos is, te beëindigen. 47 Het protocol is ingevoerd om ongecontroleerde en ongerechtvaardigde levensbeëindigende handelingen te voorkomen. Het is een richtlijn voor iets wat in de praktijk al bestond, maar waarvan geen uiting was gegeven in beleidsregels door de beroepsgroep. Het protocol is dus een vorm van zelfregulering. 48 Het Gronings protocol heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de regeling beoordelingscommissie LZA-LP. De regeling beoordelingscommissie LZA-LP is tot stand gekomen om de artsen meer zekerheid te bieden. 49 Een arts die levensbeëindigend handelen bij een pasgeborene overweegt, dient aan vijf criteria te toetsen. Allereerst moet het kind een bepaalde diagnose en prognose hebben die bepalend is voor het verdere verloop en de kwaliteit van het leven. De arts dient de overtuiging te hebben bekomen dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. 50 Ten tweede dient de arts met de ouders tot de overtuiging te zijn bekomen dat voor de situatie waarin de pasgeborene zich bevond geen andere redelijke oplossing was. 51 Ten derde dienen de voorgaande criteria te 46 Kinderen tot een jaar zijn nooit in staat zelf een verzoek te doen. 47 Een behandeling is medisch zinloos als: 1. het handelen van artsen niet bijdraagt aan de instandhouding of verbetering van de medische toestand van de patiënt en/of 2. de daarbij te gebruiken middelen niet in redelijke verhouding staan tot het doel en/of 3. een bepaald minimumniveau van kwaliteit van leven niet kan worden bereikt. Een behandeling is kansloos als er geen reële overlevingskans is; KNMG 2013, p Leenen e.a. 2007, p Van de Vathorst 2016, p Artikel 7 onder a regeling beoordelingscommissie LZA-LP. 51 Artikel 7 onder b regeling beoordelingscommissie LZA-LP. 17

18 worden bevestigd door minimaal één onafhankelijke arts. 52 Ten vierde dienen beide ouders toestemming te geven. 53 Tot slot moet de levensbeëindiging medisch verantwoord worden uitgevoerd, dit wil zeggen aan de hand van de algemeen geaccepteerde normen Minderjarigen van 1-11 jaar oud Zoals in de inleiding al naar voren kwam kunnen minderjarigen onder de twaalf jaar oud geen rechtsgeldig verzoek tot euthanasie doen. Zij zijn, zoals in hoofdstuk drie verder zal worden uitgewerkt, wilsonbekwaam. De ondergrens voor euthanasie is gesteld op twaalf jaar omdat vanaf deze leeftijd het abstract denkvermogen meestal ontwikkeld is. 55 Indien toch levensbeëindigend wordt gehandeld bij minderjarigen onder de twaalf jaar, dient deze handeling te worden beschouwd als levensbeëindiging zonder verzoek. 56 Hiermee valt het handelen niet binnen de grenzen van de WTL. De arts heeft in dit geval, net als voor de invoering van de WTL, slechts de mogelijkheid om zich op overmacht in de zin van noodtoestand op grond van artikel 40 WvSr te beroepen, wegens een conflict van plichten Minderjarigen van jaar oud Volgens de WGBO worden minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar niet bekwaam geacht om zelfstandig een geneeskundige behandelingsovereenkomst aan te gaan. In deze gevallen is naast de toestemming van de minderjarige zelf, ook de toestemming van de ouders of voogd vereist. 58 Dit wordt ook wel het dubbele toestemmingsvereiste genoemd. De WTL sluit aan bij dit dubbele toestemmingsvereiste. Op grond van artikel 2 lid 4 WTL kan een wilsbekwame minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar, maar nog niet die van zestien jaar heeft bereikt, met toestemming van de ouders of voogd een euthanasieverzoek doen. Er dient dus consensus te worden bereikt tussen de minderjarige patiënt, diens wettelijke vertegenwoordigers en de uitvoerende arts. 52 Artikel 7 onder d regeling beoordelingscommissie LZA-LP. 53 Artikel 7 onder c regeling beoordelingscommissie LZA-LP. 54 Artikel 7 onder e regeling beoordelingscommissie LZA-LP. 55 Bussche e.a. 2012, p Legemaate 2006, p. 140; KNMG 2003, p KNMG 2003, p Artikel 7:450 lid 2 BW; Leenen e.a. 2007, p

19 Het komt niet vaak voor dat een minderjarige om euthanasie verzoekt, maar de ouders hier niet mee instemmen. 59 Indien de situatie zich wel voordoet dat de minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordigers het niet eens kunnen worden, kan het, ondanks het ontbreken van de toestemming van diens wettelijke vertegenwoordigers, toch gebeuren dat de euthanasie bij de minderjarige doorgang vindt. 60 In de lijn van de WGBO kan aan dit verzoek van de minderjarige gevolg worden gegeven indien de arts ervan overtuigd is dat hiermee ernstig nadeel voor de patiënt kan worden vermeden. 61 Op grond van artikel 7:456 lid 4 BW, het goed hulpverlenerschap, is de arts gelegitimeerd om behandelingen te weigeren of toch uit te voeren, wanneer de wettelijke vertegenwoordigers niet optreden in het belang van de minderjarige patiënt. De mening van ouders weegt dus zwaar, maar deze mening is niet doorslaggevend Minderjarigen van jaar oud Uit de WGBO blijkt dat minderjarige patiënten van zestien jaar en ouder bekwaam zijn tot het aangaan van geneeskundige behandelingen. Hiervoor is geen toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers vereist. 63 Ook het verzoek tot euthanasie kan deze minderjarige zonder toestemming van diens wettelijke vertegenwoordigers doen. 64 De euthanasie procedure is dan vrijwel hetzelfde als bij een meerderjarige patiënt. Wel stelt artikel 2 lid 3 WTL als voorwaarde dat de wettelijke vertegenwoordigers desondanks bij de besluitvorming moeten worden betrokken. Verder geldt als voorwaarde voor het kunnen doen van een euthanasieverzoek dat de minderjarige tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat kan worden geacht. Indien de minderjarige hier toe niet in staat is, kan de arts toch gehoor geven aan het verzoek indien de patiënt, voordat hij in deze staat raakte, een schriftelijke verklaring inhoudende een verzoek om euthanasie heeft afgelegd Kamerstukken II 1999/00, 26691,5, p Weyers 2004, p Kamerstukken II 1998/99, 26691,3, p. 3; Artikel 7:450 lid 2 BW. 62 Weyers 2004, p Artikel 7:447 lid 1 BW. 64 Artikel 2 lid 3 WTL. 65 Artikel 2 lid 2 WTL; Artikel 7:450 lid 2 BW. 19

20 2.5 Deelconclusie Euthanasie is het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een arts op verzoek van de patiënt. De grondslag van de Nederlandse Euthanasiewet is gebaseerd op twee opvattingen: zelfbeschikking en barmhartigheid. De twee opvattingen vormen de balans tussen enerzijds de wil van de patiënt en anderzijds de mogelijkheid van artsen om aan deze wil tegemoet te komen. De arts dient een afweging te maken in de plicht tot verlichting van het lijden (barmhartigheid) en de plicht tot behoud van het menselijk leven (beschermwaardigheid van het menselijk leven). Actieve levensbeëindiging is voor de meeste mensen in Nederland goed geregeld. De WTL legt de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie vast voor individuen boven de twaalf jaar en het Gronings Protocol regelt de actieve levensbeëindiging voor pasgeboren. Voor kinderen tussen de een en twaalf jaar oud zijn de mogelijkheden echter zeer beperkt. Deze minderjarigen en hun ouders staan, wettelijk gezien, met lege handen. 20

21 3. Juridische positie van minderjarigen onder de 12 jaar oud In dit hoofdstuk wordt allereerst in 3.1 een korte omschrijving van het begrip minderjarige gegeven. Vervolgens zal in 3.2 het gezag, een van de twee belangrijkste rechtsgevolgen van minderjarigheid, worden besproken. Daarna zal in 3.3 de handelingsbekwaamheid, het andere belangrijke rechtsgevolg van minderjarigheid, uiteen worden gezet. In zal de materiele handelingsbekwaamheid worden besproken en in zal de formele handelingsbekwaamheid worden besproken. Tot slot zal dit hoofdstuk in 3.4 worden afgesloten met een deelconclusie. 3.1 De minderjarige Zelfbeschikking begint bij de geboorte en eindigt wanneer men overlijdt. 66 Soms moet de overheid de zelfbeschikking echter beperken ter bescherming van de burger zelf. Dit is onder meer het geval bij minderjarigen. Ondanks dat zij dus een recht op zelfbeschikking hebben, worden zij gezien als een kwetsbare groep die bescherming en zorg behoeft. 67 Op 1 januari 1988 is de meerderjarigheidsgrens aangepast. 68 Volgens artikel 1:233 BW zijn minderjarigen zij die de ouderdom van achttien jaren niet hebben bereikt. 69 Verder volgt uit artikel 1:233 BW dat een minderjarige moeder die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt met toepassing van artikel 253ha lid 1 BW ook meerderjarig kan worden verklaard. Deze minderjarige vrouw kan als degene die het gezag heeft, haar kind wenst te verzorgen en op te voeden, de kinderrechter verzoeken haar meerderjarig te verklaren. Het zijn van een minderjarige heeft twee belangrijke rechtsgevolgen. Allereerst is de minderjarige handelingsonbekwaam en verder staat deze onder gezag Gezag Een van de twee belangrijkste rechtsgevolgen van minderjarigheid is het feit dat elke minderjarige onder gezag van een ouder of voogd staat. 71 Minderjarigen staan onder gezag 66 Leenen e.a. 2007, p De Bruijn-Lückers 1994, p. 210; Bruning 2001, p Stb. 1987, Voor 1988 was de meerderjarigheidsgrens gesteld op 21 jaar. 70 De Bruijn-Lückers 1994, p Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 341; Wortmann & Duijvendijk-Brand 2005, p

22 van een meerderjarige, omdat zij, vanwege hun jeugdige leeftijd, in het algemeen de bescherming en zorg van ouderen behoeven. 72 Gezag kan bestaan uit ouderlijk gezag, gezamenlijk gezag of voogdij. 73 Ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders gezamenlijk of door één ouder. Ook kan er sprake zijn van gezamenlijk gezag door een ouder en een ander dan de ouder. Hierbij is het niet van belang of de ouders zijn gehuwd, een geregistreerd partnerschap hebben of samenleven zonder een van beide. 74 Voogdij wordt, in tegenstelling tot ouderlijk en gezamenlijk gezag, door een ander dan de ouder uitgeoefend en kan slechts worden uitgeoefend indien het ouderlijk gezag, al dan niet tijdelijk, ontbreekt. 75 Op grond van artikel 1:245 lid 4 BW heeft het gezag betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte. 76 Gezag is dus gericht op de bescherming van het kind. Het is volgens Leenen daarom ook geen recht van de ouder, maar het recht van het kind. Het doel van ouderlijk gezag is volgens hem niet het toekennen aan ouders van beschikkingsrecht over hun kinderen, maar het begeleiden van de kinderen naar zelfbeschikking. Het ouderlijk gezag is er omwille van het kind, niet ter wille van de ouder. 77 In 1976 werd door Doek en Slagter gesteld dat het ouderlijk gezag wellicht meer gericht moet zijn op de ontplooiing van de persoonlijkheid van de minderjarige en het waarborgen van diens rechten, dan op diens bescherming. 78 Ook de commissie Wiarda stelde dat ouders zich moeten realiseren dat gezag van tijdelijke aard is en geleidelijk afneemt naarmate het kind ouder wordt. 79 In artikel 5 en 12 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK) wordt dit denkbeeld gecodificeerd. Iedere minderjarige moet in staat worden gesteld om diens mening te geven over aangelegenheden die hem of haar betreffen. Daarnaast dient er een passend belang te worden gehecht aan deze mening in overeenstemming met de leeftijd of rijpheid van het kind. 72 De Bruijn-Lückers 1994, p Artikel 1:245 lid 3 BW. 74 Van Mourik & Nuytinck 2009, p. 214; Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 341; Wortmann & Duijvendijk-Brand 2005, p Artikel 1:245 lid 3 BW. 76 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 127; Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 345; Wortman & Duijvendijk-Brand 2005, p Leenen 2007, p Doek & Slagter 1976, p. 14 & Commissie Wiarda 1970, p

23 3.3 Handelingsonbekwaamheid Het andere belangrijke rechtsgevolg van minderjarigheid is dat de minderjarige handelingsonbekwaam is. Het doel hiervan is om de minderjarige tegen zichzelf en tegen derden te beschermen. 80 Bij het begrip handelingsonbekwaamheid kan onderscheid worden gemaakt tussen formele handelingsonbekwaamheid en materiële handelingsonbekwaamheid. De materiële handelingsonbekwaamheid gaat over het niet zelfstandig mogen verrichten van rechtshandelingen. De formele handelingsonbekwaamheid gaat om het zelfstandig aanhangig maken van procedures. De materiële en formele handelingsonbekwaamheid zullen achtereenvolgens in en worden besproken Materiële rechtspositie Sinds 6 april 1995 bepaalt artikel 1:234 lid 1 BW dat een minderjarige, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam is rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. 81 De toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger kan slechts voor een bepaalde rechtshandeling of een bepaald doel worden verleend. 82 Een uitzondering op deze regel geldt wanneer het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan het in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van een bepaalde leeftijd deze zelfstandig verrichten. In dat geval wordt de toestemming verondersteld te zijn verleend. 83 Door artikel 1:234 BW worden minderjarigen beschermd tegen de mogelijke nadelige gevolgen van hun handelen. 84 Het criterium in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk is een relatief nieuwe wijziging in het BW. Voorheen werd het oordeel des onderscheids als criterium gehanteerd. Het oordeel des onderscheids werd ook gehanteerd in de kamerstukken in de voorbereiding op de WTL. 85 Dit oordeel strekte ertoe dat een kind de gevolgen, risico s en de voor- en nadelen van zijn handelingen kon overzien. Het oordeel des onderscheids werd echter te subjectief bevonden en vervangen door in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk Fiege 1993, p Stb. 1995, Artikel 1:234 lid 2 BW. 83 Artikel 1:234 lid 3 BW; Vlaardingerbroek e.a. 2008, p Vlaardingerbroek e.a. 2008, p Kamerstukken II 1998/99, 26691, 3 (MvT). 86 Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 316; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p

24 In het gezondheidsrecht werd in tegenstelling tot het criterium in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk gekozen voor een ander criterium. In zowel de WGBO als de WTL wordt vereist dat de minderjarige in staat is een redelijke waardering van diens belangen te maken. Of de minderjarige hiertoe in staat is wordt ingeschat door een medisch professional. 87 In de WTL is bepaald dat deze toets alleen wordt toegepast op minderjarigen boven de twaalf jaar. De vraag of een patiënt beneden de twaalf jaar ook tot een redelijke waardering van diens belangen in staat is, is niet aan de orde, zelfs niet wanneer het kind zou kunnen aantonen dat het hier wel toe in staat is. 88 De vraag wanneer een minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van diens belangen is vooralsnog erg lastig te beantwoorden. Volgens Doek komt dit omdat het bestaan van een redelijke waardering lastig vast te stellen is. Een bepaalde gedragslijn kan volgens hem immers redelijk zijn, maar desalniettemin kunnen de ouders of arts deze onverantwoordelijk achten. 89 In de tweede memorie van toelichting (hierna: MvT) op de WGBO wordt gesteld dat de minderjarige tot een redelijke waardering van diens belangen in staat is, wanneer de minderjarige het vermogen heeft de aangeboden informatie te begrijpen en op basis hiervan een verantwoorde keuze kan maken. 90 Er dient een begrip te bestaan van alternatieven die aangeboden worden op basis waarvan een redelijk prioritering ontstaat. Uiteindelijk moet hieruit de keuze voortvloeien. 91 Indien de minderjarige de informatie dus niet begrijpt, kan hij of zij geen geneeskundige behandelingsovereenkomst sluiten of euthanasie ondergaan. In artikel 7:448 jo. 7:453 BW is daarom de verplichting voor de arts opgenomen om de informatie op een voor de patiënt begrijpelijke wijze voor te leggen. De minderjarige heeft, ondanks de beperkingen van diens rechtspositie, een volledig recht op informatie Formele rechtspositie Uit de vorige paragraaf kwam naar voren dat de minderjarige zich in een erg afhankelijke positie tot de ouders bevindt. Tussen ouders en kinderen kunnen echter conflicten ontstaan, waardoor het ook van belang is om te bekijken hoe het zit met de formele rechtspositie van de minderjarige. 87 Eventueel in overleg met de ouders. 88 Artikel 2 lid 4 WTL. 89 Doek 1998, p Doek 1998, p Pans 2006, p Hendriks 2009, p

25 In Nederland hebben minderjarigen geen eigen rechtsingang. De ouders vertegenwoordigen het kind in rechte, waardoor geen zelfstandige rechtsingang mogelijk is. 93 Er is bewust gekozen om minderjarigen geen zelfstandige rechtsingang te bieden om de verstandhouding tussen kinderen en hun ouders niet onnodig te juridiseren. 94 Verder is er voor gekozen om in zaken waar kinderen bij betrokken zijn, het belang van het kind als uitgangspunt te nemen. Hierdoor worden diens belangen ook zonder diens aanwezigheid behartigd. 95 Er zijn echter situaties waarin de minderjarige wel zelfstandig kan optreden. In veel van deze gevallen gaat deze formele uitzondering echter alleen op voor minderjarigen boven de zestien jaar. Dit is onder andere het geval in de WGBO. Indien het gaat om een geneeskundige behandelingsovereenkomst, dan kan een minderjarige van zestien jaar of ouder onafhankelijk in rechte optreden. 96 Ook voor kinderen boven de twaalf jaar bestaan enige formele rechtsingangen. De hoofdregel die hierbij geldt is dat de minderjarige in elk geval het recht heeft om als belanghebbende te worden aangemerkt wanneer het gaat om een zaak die hem persoonlijk betreft op grond van artikel 798 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: RV). De minderjarige heeft in dit geval echter geen recht tot hoger beroep. 97 Tot slot kan de rechter ook besluiten dat het kind vertegenwoordigd moet worden door een bijzondere curator. De rechter zal dit besluiten indien er een conflict bestaat tussen de ouders en de minderjarige waar op informele wijze geen oplossing voor gevonden kan worden. De aanstelling van de bijzonder curator maakt de minderjarige echter niet processueel bekwaam. 98 Veel mensen stellen dat het niet hebben van een eigen rechtsingang in strijd is met internationaal recht. Hierbij wijzen zij op het recht op deelname aan procedures en het recht om gehoord te worden in gerechtelijke procedures. 99 Anderen daarentegen stellen dat Nederland wel aan deze verplichtingen voldoet, aangezien kinderen in Nederland toegang tot de rechter hebben. Zij stellen dat het niet vereist is dat kinderen zelfstandig toegang tot de rechter hebben. Hoewel minderjarigen dus veel rechten toekomen, kunnen zij niet altijd zelf voor hun rechten opkomen. Er zijn mensen die stellen dat dit een inbreuk vormt op een 93 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 240; Bruijn-Lückers 1994, p Kamerstukken II 1992/93, 21309, p. 19; De Bruijn-Lückers 1994, p. 112; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Wortmann & Duijvendijk-Brand 2005, p Artikel 7:447 BW. 97 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Artikel 1:250 BW. 99 Artikel 9 lid 2 IVRK; Artikel 14 IVBPR; Artikel 6 EVRM; Artikel 12 lid 2 IVRK. 25

26 fundamenteel mensenrecht. Zij stellen dat het vreemd is om minderjarigen rechten en plichten te geven, maar niet tevens de mogelijkheid om voor deze rechten op te komen Deelconclusie Minderjarigen bevinden zich in een zeer afhankelijke positie, met name indien het gezondheidsrechtelijke aangelegenheden betreft. Hoewel het kind vanaf diens geboorte zelfbeschikking heeft, wordt deze zelfbeschikking door de overheid beperkt ter bescherming van het kind zelf. Om dit te bewerkstelligen staan minderjarigen onder gezag van een ouder of voogd. Daarnaast zijn minderjarigen handelingsonbekwaam. In het gezondheidsrecht zijn minderjarigen tot zestien jaar daardoor erg afhankelijk van hun ouders. Voor kinderen onder de twaalf jaar bepalen de ouders alles wat betreft de medische behandeling van hun kinderen. Bij kinderen tussen de twaalf en vijftien jaar wordt gekeken of de minderjarige in staat is een redelijke waardering van diens belangen te maken. Daarnaast wordt ook hier de toestemming van ouders vereist. Naast deze materiele handelingsonbekwaamheid zijn de kinderen ook formeel handelingsonbekwaam. Dit kan in de gezondheidsrechtelijke praktijk problemen opleveren. Het is niet ondenkbaar dat er conflicten ontstaan tussen ouders en kinderen. Kinderen boven de twaalf jaar hebben in beginsel dus het recht om euthanasie te verzoeken. Toch kunnen zij niet altijd gebruik maken van dit recht, omdat tot de leeftijd van zestien jaar de toestemming van de ouders nodig is om het verzoek te kunnen doen. Indien er dus een conflict bestaat tussen het kind en de ouders, kan het kind geen gebruik maken van het recht om euthanasie te verzoeken. Het kind kan niet naar de rechter stappen, ondanks dat de zaak het kind persoonlijk treft. 100 Steketee, Overgaag & Lünnemann 2003, p

27 4. Discussie en knelpunten omtrent euthanasie bij minderjarigen onder de 12 jaar oud In dit hoofdstuk zal in 4.1 de discussie, over de mogelijke wetsuitbreiding in Nederland, worden besproken die op dit moment gaande is. In zullen de argumenten voor de wetsuitbreiding worden besproken. In zullen de argumenten tegen de wetsuitbreiding worden besproken. Vervolgens zal in 4.2 worden besproken of het beter is om een kalenderleeftijd of een mate van bekwaamheid als criterium voor euthanasie te laten gelden. Tot slot zal dit hoofdstuk in 4.3 worden afgesloten door middel van een deelconclusie. 4.1 Discussie over wetswijziging in Nederland Euthanasie bij minderjarigen komt niet vaak voor. In de periode werden in Nederland slechts vijf meldingen gedaan aan regionale toetsingscommissies (hierna: RTE). 101 Toch werd in 2014 de discussie omtrent de levensbeëindiging bij kinderen actueel. 102 De discussie was het gevolg van de veranderde euthanasiewetgeving in België. 103 In België is in 2014 de leeftijdsgrens losgelaten. Door deze wetswijziging mogen ook euthanasieverzoeken van oordeelsbekwame minderjarigen worden gehonoreerd, dus ook de minderjarigen onder de twaalf jaar oud. 104 In de discussie over de verruiming van de mogelijkheden tot actieve levensbeëindiging bij minderjarigen staan twee vragen centraal. Allereerst de vraag of het in het belang van ernstig zieke kinderen is om de mogelijkheid tot euthanasie (op verzoek van het kind zelf) te verruimen door de leeftijdsgrens van twaalf jaar los te laten en te vervangen door een lagere leeftijdsgrens dan wel een individuele beoordeling zoals in België. Ten tweede de vraag of het in het belang van ernstig zieke kinderen, die door hun jonge leeftijd en/of cognitieve beperkingen niet in staat zijn om voor zichzelf te beslissen, is om de mogelijkheid tot actieve levensbeëindiging zonder verzoek van het kind zelf te verruimen door de leeftijdsgrens van één jaar los te laten zoals die is vastgelegd in de regeling beoordelingscommissie LZA-LP Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Kamerbrief met reactie op NVK standpunt levensbeëindiging kinderen. Kenmerk brief: PG, Den Haag. 102 Legemate 2016, p BS 2014, Artikel 3 1 Wet betreffende de euthanasie. 105 De Vos 2016, p

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

Levenseinde juridisch beschouwd

Levenseinde juridisch beschouwd Levenseinde juridisch beschouwd P.J.M. (Peter) Ros, advocaat Witte Paal 333b, Schagen Ros Ploeger advocaten Schagen 2015 www.advocatenschagen.nl Euthanasie opzettelijk leven van ander op diens uitdrukkelijk

Nadere informatie

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Hartelijk welkom Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Inhoud avond 1 Inleiding op thema m.b.v. presentatie 2 filmdocumentaire: Als

Nadere informatie

Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud?

Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud? Een recht om euthanasie te vragen voor minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud? Een (rechtsvergelijkend) onderzoek naar de mogelijkheid om minderjarigen tussen één en twaalf jaar oud een recht te geven

Nadere informatie

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN Palliatieve sedatie, morfine en euthanasie in de praktijk; enkele juridische aspecten, waaronder de tuchtrechtelijke Begrippenkader palliatieve sedatie euthanasie

Nadere informatie

Informatie over euthanasie

Informatie over euthanasie Informatie over euthanasie Inleiding Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken. Wat u van euthanasie vindt, hangt onder meer af van uw (religieuze) achtergrond, opvoeding,

Nadere informatie

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) mr. S.R. Bakker 10 juni 2015 Aanleiding jurisprudentieonderzoek Aflevering Zembla over euthanasie en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar

Nadere informatie

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is.

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Euthanasie Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Wij gaan in op de volgende onderwerpen: Wat is euthanasie? Aan welke

Nadere informatie

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE Cor Spreeuwenberg HOE KOMT HET DAT OVER DIT SOORT BESLISSINGEN MEER WORDT GESPROKEN DAN VROEGER? vroeger dood door infectieziekten en ongevallen

Nadere informatie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur Ruimte en grenzen bij euthanasie Eric van Wijlick beleidsadviseur Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (1) Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen,

Nadere informatie

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen Jannie Willemsen Medewerker Presentatiedienst Agenda Wetten en patiëntenrechten Keuzes aan het einde van het leven NVVE en Wilsverklaringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69445 1 december 2017 Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven. Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN

Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven. Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN Wet Toetsing Levensbeëindiging op Verzoek Arts: overtuiging vrijwillig en weloverwogen

Nadere informatie

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek De laatste levensfase Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek In gesprek In de laatste levensfase krijgen mensen te maken met allerlei vragen. Misschien ziet u op tegen de pijn en benauwdheid die

Nadere informatie

TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE?

TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE? TE JONG VOOR EEN WAARDIG LEVENSEINDE? Een onderzoek naar de Nederlandse en Belgische euthanasiewetgeving inzake de rechtspositie van minderjarigen ten aanzien van euthanasie. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Nadere informatie

LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst. Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg

LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst. Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg LEVENSBEËINDIGING BIJ MINDERJARIGEN De toekomst van kinderen zonder toekomst Annemieke Drenth, 387306 Masterscriptie recht van de Gezondheidszorg _ Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie ter afronding van

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Publieksversie Waarom nadenken en praten over uw levenseinde? Misschien denkt u wel eens na over uw levenseinde. In dat laatste deel van uw leven kan uw dokter

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking

Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking Inhoudsopgave 1. Onderwerp. Doelstelling 3. Toepassingsgebied 4. Uitgangspunten zorgvuldigheidseisen LZA op maternale indicatie 5. Werkwijze

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

De zelfverkozen dood van ouderen

De zelfverkozen dood van ouderen De zelfverkozen dood van ouderen Eerste druk, maart 2012 2012 Wouter Beekman isbn: 978-90-484-2348-4 nur: 748 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Euthanasie. De nieuwe regels in Nederland. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk

Euthanasie. De nieuwe regels in Nederland. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie De nieuwe regels in Nederland De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie: De nieuwe regels per 2002 in Nederland Euthanasie een moeilijk onderwerp.

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Studiemiddag Illustere School 13 november 2015

Studiemiddag Illustere School 13 november 2015 Actuele Kwesties in het Nederlandse Euthanasiedebat Studiemiddag Illustere School 13 november 2015 Docenten: Suzanne van de Vathorst (AMC & Erasmus MC) Govert den Hartogh (Faculteit Geesteswetenschappen

Nadere informatie

De eindsprint als keuze

De eindsprint als keuze De eindsprint als keuze Erica van Maanen en Classien Rebergen beiden huisarts/kaderarts palliatieve zorg/scen-arts Lovah-congres 2016 Stelling 1: Als een patiënt kiest voor overlijden dan is euthanasie

Nadere informatie

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 vra2005vws-10 29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2005

Nadere informatie

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven. Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had een sigmoidcarcinoom. Zij leed onder meer onder heftige buikkrampen,

Nadere informatie

Voorwoord 11 Inleiding 13

Voorwoord 11 Inleiding 13 Voorwoord 11 Inleiding 13 1 Een gemeenschappelijk perspectief 13 2 Herkenning, reflectie en argumentatie 14 2.1 Herkenning 14 2.2 Reflectie 14 2.2.1 Ethisch kader 14 2.2.2 Términologisch kader 15 2.3 Argumentatie

Nadere informatie

Wensen rond de laatste levensfase

Wensen rond de laatste levensfase Wensen rond de laatste levensfase Ouderen en zelfbeschikking Dorothea Touwen Docent en onderzoeker Medische Ethiek WASSENAAR, 31 OKTOBER 2018 Punten ter bespreking Wensen in deze fase van uw leven Wensen

Nadere informatie

Betreft: informatie over toestemmingsvereiste WGBO bij minderjarigen in relatie tot kindermishandeling

Betreft: informatie over toestemmingsvereiste WGBO bij minderjarigen in relatie tot kindermishandeling > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag Aan geadresseerde Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl Datum Betreft: informatie over toestemmingsvereiste

Nadere informatie

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie: vragen en antwoorden De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk INHOUD VRAGEN: 1. Waarom een euthanasiewet? 2. Worden artsen in Nederland voor euthanasie

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische-opdracht door K. 1845 woorden 5 januari 2015 8,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Inleiding: Ik zag een

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 13 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: SCEN-arts kent weliswaar patiënt niet, maar neemt regelmatig waar in de praktijk van de arts en is niet onafhankelijk vanwege een persoonlijke

Nadere informatie

Stijging Juridisch onderzoek

Stijging Juridisch onderzoek Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Veenendaal,

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Artsenversie Waarom nadenken en praten over het levenseinde? Misschien denkt uw patiënt wel eens na over zijn levenseinde. In dat laatste deel van zijn leven

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Inhoudsopgave 1. Onderwerp. Doelstelling 3. Toepassingsgebied 4. Uitgangspunten. Achtergrond 6. Werkwijze 7. Verslaglegging 8. Toetsingscommissie

Nadere informatie

Handboek gezondheidsrecht

Handboek gezondheidsrecht Handboek gezondheidsrecht Deell Rechten van mensen in de gezondheidszorg Vijfde.geheel herziene druk Prof. dr. H.J.J. Leenen t Prof. mr.j.k.m.gevers Prof. mr. J. Legemaate Bohn Stafleu van Loghum Houten

Nadere informatie

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst WGBO bij kinderen Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst Januari 2016 Rechten van de patiënt (WGBO) De relatie tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener hoort gebaseerd te zijn op wederzijds

Nadere informatie

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde Wat zegt de wet? Belangrijkste argument is wilsbekwaamheid

Nadere informatie

Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen. Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015

Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen. Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015 Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015 Wat gaan we vandaag bespreken? 1. Betekenis veldnorm binnen het gezondheidsrecht; 2. Informatieplicht

Nadere informatie

Wilsverklaring. Belangrijke documenten

Wilsverklaring. Belangrijke documenten Wilsverklaring Belangrijke documenten Bijlage 1: Voorbeeld wilsverklaring Behandelverbod Lees voordat u deze verklaring invult de toelichting bij het behandelverbod. Naam : Geboortedatum : Geboorteplaats:

Nadere informatie

Algemeen. Euthanasie.

Algemeen. Euthanasie. Algemeen Euthanasie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG051 / Euthanasie / 09-11-2018 2 Euthanasie Artsen kunnen in bijzondere omstandigheden

Nadere informatie

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Is een regeling betreffende gedwongen anticonceptie in strijd met artikel 8 en artikel 12 EVRM of kan het belang van het ongeboren kind een inbreuk op

Nadere informatie

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Een onderzoek naar de rechtspositie van het kind Auteur: Melissa de Keijzer ANR: 628534 Faculteit: Rechtswetenschappen Opleiding: Master Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Niet-reanimeren verklaring

Niet-reanimeren verklaring Niet-reanimeren verklaring 1 van 4 Niet-reanimeren verklaring Algemene informatie over een wilsverklaring Een wilsverklaring is een document waarin u uw wensen rondom het levenseinde vastlegt. Schriftelijke

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist

Nadere informatie

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde 39 5 Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs een opsomming gegeven van de conclusies over de rol, de verantwoordelijkheden,

Nadere informatie

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 196 Beleid en richtlijnen

Nadere informatie

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal INFORMATIE OVER WETTELIJKE REGELS BEHANDELING KINDEREN POSITIE OUDERS - behandelen van minderjarige kinderen - het sluiten van een behandelingsovereenkomst

Nadere informatie

Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012

Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012 Een goed gesprek over de dood Voltooid leven-problematiek Dorothea Touwen & Ellie van der Burg 11 december 2012 Punten ter bespreking Voltooid leven wat is dat eigenlijk? Plaatsbepaling in het euthanasie

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Euthanasie en hulp bij zelfdoding Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn bespreking voor verpleegkundigen. Irene Bas, verpleegkundige Astrid Hofstra, verpleegkundige Marian Zuure, specialist ouderengeneeskunde en SCEN arts. www.netwerkpalliatievezorg.nl/rotterdam

Nadere informatie

Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel

Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel Menselijke waardigheid in het rapport van de cie Schnabel Amersfoort, 25 november 2016 Martin Buijsen Hoogleraar Gezondheidsrecht buijsen@bmg.eur.nl Inhoud Commissie Schnabel Het juridische deelonderzoek

Nadere informatie

Euthanasie bij dementie

Euthanasie bij dementie Euthanasie bij dementie Scriptie master Gezondheidsrecht Universiteit van Amsterdam Monique Volker-Koomans Studentnummer 6352839 Juli 2012 1 2 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding 4 Hoofdstuk 2 Wet

Nadere informatie

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Landelijke richtlijn, Versie: 1.0 Laatst gewijzigd : 01-01-2007 Methodiek: Consensus based Verantwoording: KNMG Inhoudsopgave Folder SCEN...1...3

Nadere informatie

Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE

Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE Voltooid Leven Nu doorpakken. Robert Schurink Directeur NVVE Inleiding NVVE bestaat sinds 1973 en had als doel de legalisering van euthanasie NVVE heeft in 2003 doelstelling verbreed en het brede palet

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2015 houdende instelling van een commissie voor de beoordeling van gemelde gevallen

Nadere informatie

EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag

EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag 'A whole code of juvenile law' M.L.C.C. de Bruijn-Lückers W.EJ. Tjeenk Willink Zwolle Inhoudsopgave Lijst van afkortingen xiü Inleiding 1 Algemeen deel Hoofdstuk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

dasfwefsdfwefwef Euthanasie

dasfwefsdfwefwef Euthanasie Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen, is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding zoals in 2001 gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden onder nummer 194. 194 Wet van 12 april 2001, houdende toetsing

Nadere informatie

De minderjarige patiënt als rechtssubject

De minderjarige patiënt als rechtssubject De minderjarige patiënt als rechtssubject Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de minderjarige patiënt en zijn geneeskundige behandeling Naam: Peggy Smits ANR: 634747 Universiteit: Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 708 Vragen van het lid

Nadere informatie

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC)

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) 1. Iets over mijzelf O.a. als hoogleraar gezondheidsrecht al vele jaren

Nadere informatie

De Euthanasiewet en de initiatieven Levenseindekliniek en Uit Vrije Wil

De Euthanasiewet en de initiatieven Levenseindekliniek en Uit Vrije Wil 1 De Euthanasiewet en de initiatieven Levenseindekliniek en Uit Vrije Wil 1. Inleiding De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding regelt onder welke voorwaarden een arts aan een

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen Uw kind bezoekt binnenkort of is onder behandeling in een ziekenhuis van Treant

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de

Nadere informatie

De versterking van de formele rechtspositie van de minderjarigen

De versterking van de formele rechtspositie van de minderjarigen De versterking van de formele rechtspositie van de minderjarigen Het functioneren van het bijzonder curatorschap ex artikel 1:250 Burgerlijk Wetboek versus de invoering van een eigen rechtsingang voor

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29740 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Booij, Suzanne José Title: Wishes for the end of life in Huntington's Disease.

Nadere informatie

Gezondheidsstrafrecht

Gezondheidsstrafrecht Gezondheidsstrafrecht Mr. dr. W.L.J.M Duijst Deventer 2014 Omslagontwerp: H2R creatievecommunicatie ISBN 978-90-13-12600-6 E-book 978-90-13-12601-3 NUR 824-410 2014, W.L.J.M. Duijst Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC Ethische vragen Dick Willems Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC d.l.willems@amc willems@amc.uva.nl Voorbeelden van ethische vragen in de palliatieve zorg Toegankelijkheid van zorg Cognitieve problemen

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener?

Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener? Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener? Parkinsonnet jaarcongres 2013 Y.G. van Ingen, specialist ouderengeneeskunde Leerdoelen Wat is euthanasie

Nadere informatie

Het toetsingsproces toegelicht

Het toetsingsproces toegelicht Het toetsingsproces toegelicht Drs. Ronald T.C.M. van Nordennen Specialist Ouderengeneeskunde/ Hospice arts SCEN-arts / RTE-arts. 1 Wat is allemaal geen euthanasie? 1. Staken of niet starten van kunstmatige

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Als ouders niet meer samen zijn Informatiefolder over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen ALS OUDERS NIET MEER SAMEN ZIJN INFORMATIEFOLDER OVER DE RECHTEN EN PLICHTEN

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

Euthanasie bij kinderen onder de twaalf

Euthanasie bij kinderen onder de twaalf Euthanasie bij kinderen onder de twaalf Is het verbod op euthanasie bij kinderen onder de twaalf strijdig met de grondslagen van de Euthanasiewet en het ouderlijk gezag? Masterscriptie Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen.

Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen. Juridische informatie bij de Meldcode HG & KM Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen. In het eerste deel wordt

Nadere informatie

Uw rechten als patiënt (WGBO)

Uw rechten als patiënt (WGBO) Uw rechten als patiënt (WGBO) Wanneer er met uw gezondheid iets aan de hand is, heeft u de hulp van een arts of een andere deskundige nodig. U vertrouwt zich toe aan zijn zorg. Zowel u als de hulpverlener

Nadere informatie

Waarom mag ik niet zelfstandig bij u aankloppen om mijn mening te geven edelachtbare rechter?

Waarom mag ik niet zelfstandig bij u aankloppen om mijn mening te geven edelachtbare rechter? Waarom mag ik niet zelfstandig bij u aankloppen om mijn mening te geven edelachtbare rechter? Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarigen geboren in een informele relatie om de rechter te vragen

Nadere informatie

Medische beslissingen rond het levenseinde

Medische beslissingen rond het levenseinde Medische beslissingen rond het levenseinde Adri Jobse, huisarts, kaderarts, consulent PTMN Gon Uyttewaal, gesp. vpk pz, consulent PTMN 26 juni 2014 1. Wet geneeskundige op de behandelingsovereenkomst 2.

Nadere informatie

WIE HEEFT HET VOOR HET ZEGGEN?

WIE HEEFT HET VOOR HET ZEGGEN? MASTERSCRIPTIE GEZONDHEIDSRECHT FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM WIE HEEFT HET VOOR HET ZEGGEN? DE RECHTSPOSITIE VAN OUDERS EN ARTSEN BIJ CONFLICTEN OVER BESLISSINGEN ROND HET

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Als ouders niet meer samen zijn Inhoudsopgave Waarover gaat deze folder?...5 Werkwijze hulpverleners...5 Rol van ouders...6 Regelingen met betrekking tot het gezag...7 Als ouders niet meer samen zijn...8

Nadere informatie

Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie

Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie FOD Volksgezondheid Brussel, 14 december 2017 Euthanasie bij psychisch lijden: Een ethische visie Axel Liégeois KU Leuven Broeders van Liefde Inclusie psychisch lijden Inclusie psychisch lijden in euthanasiewet

Nadere informatie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Zorg en behandeling rondom het levenseinde Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Inleiding In deze folder kunt u het beleid van de Frankelandgroep

Nadere informatie

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) Disclosure belangen Agnes van der Heide Agnes van der Heide Erasmus MC Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg 13 maart 2015 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Patiëntenrechten en -plichten

Patiëntenrechten en -plichten Patiëntenrechten en -plichten Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Rechten 1 Toestemming voor behandeling 2 Minderjarige patiënten 2 Het recht op inzage in uw dossier 3 Wetenschappelijk

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:7795

ECLI:NL:RBZWB:2016:7795 ECLI:NL:RBZWB:2016:7795 Instantie Datum uitspraak 30-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/323759 / FA RK 16-6853 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Algemene informatie Als ouders niet meer samen zijn Informatiefolder over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen 1 2 Waarover gaat deze folder? Uw kind bezoekt binnenkort

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3145 26 januari 2016 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zo uniek als mensen Moeilijke beslissingen rond de laatste levensfase Met deze folder willen wij u informeren over het levenseindebeleid van Vivantes Zorggroep.

Nadere informatie

Beslissingen en zorg rond het levenseinde. Manda Westeneng Merie Bruins & Alette Zeeman

Beslissingen en zorg rond het levenseinde. Manda Westeneng Merie Bruins & Alette Zeeman Beslissingen en zorg rond het levenseinde Manda Westeneng Merie Bruins & Alette Zeeman Opening Psalm 4:9 In vrede leg ik mij neer En meteen slaap ik in, Want U, HEER, laat mij veilig wonen In een vertrouwd

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Ethiek

Palliatieve zorg: Ethiek Palliatieve zorg: Ethiek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: P. Vleugels Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Omschrijving praktijksituatie

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts en de consulent zijn werkzaam in dezelfde maatschap zodat geen sprake is geweest van het raadplegen van een onafhankelijke arts. OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie

Nadere informatie

(1) Euthanasieverzoek

(1) Euthanasieverzoek (1) Euthanasieverzoek Naam euthanasieverzoeker: Na grondige afweging, uit vrije wil en in het bezit van mijn volle verstand, verklaar ik het volgende: 1. De onderhavige verklaring is bestemd om dienst

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie