Nota vaii B&W. Dienst Bestuursdienst Datum 9 oktober 2006

Transcriptie

1 Nota vaii B&W Ondenverp Plan van aanpak vervolg op rapport Onderzoeksraad 2006 / Portefeuillehouder drs. M.J. Bez ijen steiler Wendy Kooistra ( ) Petra van der Meulen Dienst Bestuursdienst Datum 9 oktober 2006 Aanleiding In de nacht van 26 op 27 oktober 2005 heefi in het cellencomplex op Schiphol Oost een verschrikkelijke brand gewoed. In deze nacht kwamen 11 mensen om het leven en raakten 15 mensen gewond. Op 21 september 2006 heefi de Onderzoeksraad het definitieve rapport Brand Cellencomplex Schiphol-Oost openbaar gemaakt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heefi bij alle partijen omissies geconstateerd: zowel bij de totstandkoming van het cellencomplex als tijdens de bestrijding van de brand. Het rapport biedt ons mogelijkheden om verdergaande maatregelen te treffen die kunnen bijdragen aan het voorkomen van soortgelijke c.q. vergelijkbare situaties. Bespreking in de raad Op 28 september j.1. is het rapport van de Onderzoeksraad en onze reactie hierop besproken in de raad. Wij hebben toen aangegeven dat wij het rapport zeer serieus nemen. Het rapport is goed onderbouwd en het bevat veel waardevolle aanbevelingen voor onze gemeente een voor de overige organisaties die direct betrokken waren. De impact van het rapport is in onze ogen zodanig, dat wij naar de toekomst kijkend, een ander veiligheidsbeleid voorstaan. Hoe we dat concreet gaan invullen is de komende maanden onderwerp van analyse. Een analyse van reeds uitgevoerd en huidig beleid, zoals de Kadernota Handhaving. Die informatie als uitkomst is bepalend voor een nieuwe koers, een nieuwe richting van ons veiligheidsbeleid. En zoals wij al hebben aangegeven in het debat moet de veiligheidsstructuur duidelijk en goed zijn; de veiligheidscultuur moet daar direct op aansluiten. Vergunningverleners en handhavers moeten zich steeds bewust zijn van hun primaire taak om zorg te dragen voor maximale veiligheid in Haarlemmermeer. Andere doelstellingen moeten daaraan ondergeschikt zijn. Over basisveiligheid wordt niet onderhandeld. College en raad hebben weliswaar een forse inzet hebben gedaan op veiligheidsgebied, (zeker na het rapport van de commissie Hendrikx), maar we hebben ook in het raadsdebat onderkend dat dat nog lang niet genoeg is geweest. En dan doelen wij niet op meer van hetzelfde. Dat betekent in onze ogen niet meer regels, voorschriften en controlelijsten, maar meer focus op cultuuraspecten en systemen van early warning bij toezicht, controles en handhaving.

2 Meer regels, zoals dat in het debat naar voren kwam, leidt niet tot een veiliger situatie, maar voedt de 'veiligheidsillusie': het beeld dat de overheid 100% veiligheid zou kunnen of moeten garanderen. Wij zijn ervan overtuigd dat wij de cultuuromslag in het denken over veiligheid niet alleen kunnen en moeten maken, maar dat wij in samenspraak met alle betrokkenen tot een integrale, sluitende aanpak moeten komen. Daarin moet het niet gaan over het landjepik tussen verschillende overheden, maar over de veiligheidswaarborg die wij als overheid aan burgers verschuldigd zijn. Wat uiteindelijk nodig is, is een grotere 'awareness' bij alle betrokkenen om ervoor te zorgen dat met de juiste instelling vergunningen worden verleend en met de juiste middelen wordt gehandhaafd. Daarmee kunnen en moeten we beginnen in Haarlemmermeer ook al hebben we daar andere partners voor nodig. Bestuur en ambtenaren moeten zich meer dan in het verleden bewust zijn -en daar naar handelen - dat veiligheid een eerste en belangrijke voorwaarde is voor hun beslissingen. Wij hebben in het debat met de raad toegezegd maatregelen te treffen om de bevindingen en aanbevelingen van de Onderzoeksraad uit te werken. Deze maatregelen dienen aan te sluiten op de reeds gestarte implementatie van de aanbevelingen van de commissie Hendrikx. In deze nota leggen wij voor op welke wijze de toezeggingen aan de raad kunnen worden uitgevoerd. Toezeggingen aan de raad Naar aanleiding van het debat met de raad hebben wij de volgende toezeggingen gedaan: - De raad ontvangt voor het einde van het jaar een integraal (vei1igheids)plan van aanpak en de evaluatie van de kadernota handhaving. In de evaluatie en het plan van aanpak worden de voor- en nadelen van de scheiding van vergunning en handhaving meegenomen, de voortgang van het congruentiebesluit, alsmede de borging van het geven van een vervolg aan informatie die resulteert uit de toegezegde pro-actieve houding. - De raad zal periodiek geïnformeerd worden over de voortgang van de toegezegde kwaliteitsslag. Wij zullen proberen hier een meetinstrument aan te koppelen. - Wij zullen verantwoordelijkheid en initiatief nemen in de samenwerking met andere overheidsorganisaties betreffende brandveiligheid. - Het besluit tot heropening van het cellencomplex zal, indien het er komt, eerst aan de raad worden voorgelegd. Projectorganisatie tot en met december 2006 Gelet op de hoge bestuurlijke prioriteit en de korte doorlooptijd kiezen wij voor een bijzondere projectorganisatie onder leiding van een extern projectleider. Deze projectleider informeert en rapporteert rechtstreeks het bestuurlijk kernteam. Hij is voor ons bestuurlijk het eerste aanspreekpunt voor het gehele project. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is ambtelijk opdrachtgever. Bestuurlijk Kernteam Wij formeren een bestuurlijk kernteam bestaande uit 3 bestuurders. Het ambtelijk apparaat wordt vertegenwoordigd door de extern projectleider en de programmadirecteur. Indien gewenst zullen wij ons op ad hoc basis bestuurlijk laten adviseren door het COT. Het bestuurlijk kernteam heeft een coördinerende rol.

3 De projectleider wordt ondersteund door een eigen projectstaf die bestaat uit ambtenaren van de gemeente Haarlemmermeer en externe ondersteuning. De projectorganisatie zal geleid worden door J. van Riessen, voormalig hoofdcommissaris van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en tegenwoordig adviseur bij het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. Projectopzet Proiectaaenda In het natraject van het rapport van de Onderzoeksraad over de brand van het cellencomplex speelt een aantal onderwerpen. 1. Heropening vleugels A tím H 2. Brandveiligheid vleugels L en M 3. Brandveiligheid aanmeldcentrum asielzoekers 4. Nieuwe locatie cellencomplex 5. Evaluatie kadernota handhaving 6. Verantwoording outcome Taskforce Veiligheid (f ,-) 7. Beschouwing stand van zaken implementatie aanbevelingen commissie Hendrikx 8. Integraal plan van aanpak a. Vergunning en handhaving gebouwen niet zelfredzamen b. Organisatie en cultuur c. Scheiding rollen adviseur, toetser en handhaver d. Kennis en kunde e. Intervisie f. Afstemming en informatie-uitwisseling met andere overheden g. Registratie h. Oefening i. Congruentie 9. Integraal Veiligheidsplan (IVP) Al deze onderwerpen worden tot december 2006 centraal gecoördineerd onder de projectstructuur, met uitzondering van het traject nieuwe locatie cellencomplex (4), het congruentieproject (8i) en het IVP (9). Deze lopende onderwerpen worden in de lijn uitgevoerd. Plannina proiectopdracht De grote hoeveelheid aan onderwerpen rond het cellencomplex kunnen worden onderverdeeld in zaken die op korte termijn kunnen worden opgepakt en uitgevoerd en zaken die een langere uitvoering vragen. Wij hebben gekozen voor een gefaseerde aanpak om weloverwogen elke stap in het proces te kunnen organiseren. Alvorens een ontwikkeling te starten of een activiteit uit te zetten, analyseren wij allereerst welke vraagstukken beantwoord en opgelost dienen te worden. Zo is bijvoorbeeld de evaluatie van de kadernota handhaving essentieel bij de invulling van de beoogde ontwikkeling van kwantiteit naar kwaliteit. Op de korte termijn kan een aantal quick wins worden uitgezet en afgerond. Wij kunnen de raad in december informeren over de volgende onderwerpen; - Heropening vleugels A tím H, - Brandveiligheid vleugels L en M,

4 - Brandveiligheid aanmeldcentrum asielzoekers, - Evaluatie kadernota handhaving, - Verantwoording outcome Taskforce Veiligheid (f ,-), - Beschouwing stand van zaken implementatie aanbevelingen commissie Hendrikx - Oefening Voor de volgende zaken geldt dat in december een analyse kan worden gegeven en de wijze waarop e.e.a wordt uitgevoerd. De daadwerkelijke uitvoering van deze onderwerpen heeft een langere looptijd. - Vergunning en handhaving gebouwen niet zelfredzamen - Scheiding rollen adviseur, toetser en handhaver - Afstemming en informatie-uitwisseling met andere overheden Tenslotte voorzien wij voor de volgende onderwerpen een langere ontwikkelperiode en invulling; - Organisatie en cultuur - Kennis en kunde - Intervisie - Registratie Deze onderwerpen zullen de komende maanden om een intensieve aanpak vragen. We willen echter voorkomen dat deze punten in het denken over (brand)veiligheid de overhand krijgen. Belangrijker vinden we het ontwikkelen van nieuwe concepten en nieuwe werkwijzen. In het debat met de raad is de ontwikkeling van een collectief bewustzijn van veiligheid nadrukkelijk aan de orde gekomen. Deze awareness is een van de belangrijkste voorwaarden om te komen tot daadwerkelijke versterking van de veiligheidsketen. Dit is een ontwikkeling die niet op gang kan worden gebracht wanneer de gebruikelijke instrumenten, samenwerkingsverbanden en werkwijzen worden gehanteerd. Ook is dit niet een traject dat op korte termijn kan worden afgerond. Om een verschuiving te realiseren van een integrale veiligheidsaanpak - waarin de geest van de wet belangrijker is dan de letter van de wet - is een structurele investering in collectieve awareness noodzakelijk. Een dergelijke cultuurverandering is ingewikkelder en verstrekkender dan de noodzakelijke structuurveranderingen. De Gemeente Haarlemmermeer is onderdeel van een keten; een complex geheel van actoren, afspraken en activiteiten. De kernboodschap voor de langere termijn is ons inziens het versterken van de kracht in ketensamenhang. Een dergelijke aanpak waarin ontwikkeling, bewustzijn en vernieuwing centraal staan, vraagt om een vernieuwende werkwijze. Voor deze onderwerpen die een langere ontwikkelperiode met zich meebrengen dient de projectgroep een specifieke inhoudelijke en procedurele benadering vorm te geven. Dit kan door het exploreren van kennis, ervaringen en ideeën, deuren openen bij strategische en operationele partners, versterken van de eigen professionaliteit en herstellen van vertrouwen.

5 Proiectopdracht Op basis van het voorafgaande krijgt de projectleider van ons de volgende opdracht: 1. leiden van de projectorganisatie 2. zorgdragen dat in december 2006 de volgende producten zijn gerealiseerd: e raadsvoorstel mogelijke heropening vleugels A tlm H e sluitende afspraken over opzet en uitvoering maatregelen brandveiligheid met Ministerie van Justitie en de rijksgebouwendienst over de brandveiligheid vleugels L en M e sluitende afspraken over opzet en uitvoering maatregelen brandveiligheid aanmeldcentrum asielzoekers met IhlD en Rijksgebouwendienst e Evaluatie kadernota handhaving e Verantwoording outcome Taskforce Veiligheid (f ,-) e Beschouwing stand van zaken implementatie aanbevelingen commissie Hendrikx e Oefening objecten niet zelf redzamen e Analyses ten aanzien van vergunning en handhaving gebouwen niet zelfredzamen, scheiding rollen adviseur, toetser en handhaver, afstemming en informatie-uitwisseling met andere overheden. 3. Opzet voor langere termijnontwikkeling ten aanzien van: e Organisatie en cultuur e Kennis en kunde Intervisie e Registratie Communicatie Elk van de onderwerpen vraagt om een eigen communicatieaanpak. Het geheel vraagt een om zorgvuldige communicatie zowel intern als extern in continue afstemming met het bestuur. Financiën Op dit moment is nog niet exact aan te geven welke kosten gemoeid zijn in verband met de projectorganisatie en de ambtelijke ondersteuning. Uiteraard wordt dit als eerste uitgewerkt en het benodigde krediet zullen wij per ommegaande aan de raad ter besluitvorming voorleggen. Planning bestuurlijk traject Wij zijn voornemens de genoemde onderwerpen uiterlijk op 15 december 2006 in B&W vast te stellen. Het debat met de raad volgt dan in januari Over zaken die eerder gereed en afgehecht zijn, zullen wij uiteraard eerder een besluit nemen en communiceren.

6 Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: 1. In te stemmen met dit plan van aanpak, met de daarin geformuleerde projectopdracht, de projectorganisatie en het aanstellen van een extern projectleider; 2. In te stemmen met de planning van de genoemde onderwerpen, zoals weergegeven op pagina 3 en 4 van deze nota; 3. Het presidium voor te stellen deze nota ter kennisname aan de raad te sturen. Burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, namens deze, =jen, loco burgemeester