B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014"

Laura van Beek
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014 Besluiten: 1. Kennis te nemen van de Inspectierapportage BAG-beheer 2. De brief voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu vast te stellen waarin de gemeente aangeeft wat zij met de bevindingen gaat doen en op welke punten zij een andere koers kiest en BAG-wetgeving anders interpreteert. Perssamenvatting: De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). In oktober 2014 heeft een extern bureau de wijze waarop de gemeente de BAG uitvoert, geïnspecteerd en de bevindingen vastgelegd in de Inspectierapportage BAG-beheer Gemeente Leiden. De gemeente is net niet geslaagd voor deze inspectie. De rapportage wordt naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu gestuurd, vergezeld van een brief waarin het college aangeeft wat het met de bevindingen gaat doen en op welke punt het een andere koers kiest. 1

2 Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden De minister van I&M Ter attentie van de afdeling Beleid Geo-informatie Postbus EX Den Haag Bezoekadres Postadres Telefoon Website Gemeente Leiden Stadhuis Stadhuisplein 1 Postbus PC Leiden Datum 2 februari Contactpersoon A. Honkoop Ons kenmerk Join Doorkiesnummer Onderwerp Inspectierapportage BAG over gemeente Leiden Geachte excellentie, Op 29 oktober 2014 heeft in de gemeente Leiden de inspectie BAG-beheer plaatsgevonden. Wij sturen u de inspectierapportage BAG-beheer Gemeente Leiden toe en onze reactie hierop. We zijn blij met de constatering dat wij grote stappen hebben gemaakt sinds de aansluitaudit en gaan uiteraard aan de slag met de genoemde verbeter- en aandachtspunten. De belangrijkste conclusies zijn: 1. Voor de bestandscontroles scoorden we een onvoldoende: 96,8% correct (norm 98%). Na de audit hebben we een aantal wijzigingen doorgevoerd, waardoor we de norm nu al wel halen. 2. Voor de steekproef registratie en register scoorden we een voldoende. Alle brondocumenten ter onderbouwing van mutaties zijn raadpleegbaar. 3. Een onvoldoende scoorden we voor de inbedding van de processen. We voldoen niet aan de norm dat alle constateringen binnen 2 werkdagen in de BAG worden doorgevoerd. Wij zullen dit deels in de toekomst ook niet gaan doen. We gaan hier verderop in de brief nader op in. 4. De werking van de processen is voldoende. Wijzingen worden voldoende en tijdig in de BAG verwerkt. 5. De BAG-applicatie die wij gebruiken voldoet aan de eisen. 6. De continuïteit in het systeem (uitwijk) is voldoende, dankzij de inrichting van het twin datacenter. 7. Ook de continuïteit van het systeem voor back-up en herstel is als voldoende beoordeeld. Voor punt drie maken wij graag deels een voorbehoud. Het betreft het standaard opnemen van objecten naar aanleiding van alle terugmeldingen binnen twee werkdagen. Het verificatiepunt (controle inbedding processen 10.) bij de inspectie is als volgt geformuleerd: Heeft de gemeente voldoende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat een terugmelding over een object dat ten onrechte niet in de basisregistraties adressen en gebouwen is opgenomen, binnen 2 werkdagen na ontvangst van de melding alsnog leidt tot de opname als geconstateerd object in de basisregistratie adressen en gebouwen (tenzij binnen deze periode wordt vastgesteld dat voor het ontstaan van dit object geen regulier brondocument vereist is)? 2

3 Wij voeren een actief beleid op het weigeren van inschrijvingen op niet-woonadressen (BenW nr d.d ). Hier komt mede onze terughoudendheid om alle meldingen over nieuwe objecten direct op te nemen uit voort. Wij hanteren de richtlijn van het Kadaster dat indien een melding een volledig object betreft, dat niet is opgenomen in de BAG, moet een bevoegd ambtenaar constateren of het betreffende object inderdaad bestaat. Zodra het bestaan van het object is vastgesteld wordt het object opgenomen in de BAG met een zo goed mogelijke schatting voor de waarden van de verschillende attributen. Wij gaan ervan uit dat een niet-onderbouwde melding door een burger niet aan de richtlijn voldoet. Een burger is namelijk geen bevoegd ambtenaar. De melding alleen bewijst niet dat het object ook echt bestaat en daarom ten onrechte niet in de BAG is opgenomen. Om deze melding serieus te onderzoeken en om te zetten naar de bevoegd ambtelijke constatering is de termijn van 2 werkdagen te kort. Alle constateringen door een bevoegd ambtenaar worden wel binnen 2 werkdagen opgenomen, waarna zo nodig nader onderzoek volgt. Terugmelding burger en werkwijze Onze terughoudendheid betreft dus terugmeldingen van burgers die zich willen inschrijven op een adres waarbij snel duidelijk is dat er sprake is van een twijfelachtige situatie. Het adres bestaat niet (omdat er nooit een vergunning is verleend waarmee het verblijfsobject is ontstaan) of het adres kent geen woonfunctie. Bedoelde terugmeldingen nemen we wel in onderzoek en we koppelen de uitkomst van het dossieronderzoek binnen 5 werkdagen terug. Als uit dossieronderzoek blijkt dat het object ten onrechte niet in de BAG voorkomt, nemen we deze alsnog op en kan de burger zich, mits relevant, ook inschrijven. Als het object na dossieronderzoek niet blijkt te bestaan, wordt de afdeling Handhaving op de hoogte gesteld en wordt voor het vervolg de uitkomst van hun onderzoek afgewacht. In de tussentijd schrijven we de burger niet in, want er wordt geen adres opgevoerd en inschrijving op een niet-woonadres in Leiden is niet toegestaan. Wij wijzen betrokkene(n) op de mogelijkheid tot het aanvragen van een omgevingsvergunning om zodoende de situatie te laten legaliseren. Op basis van de constatering die de afdeling Handhaving doet, wordt het object wel of niet in de BAG opgenomen en wordt de persoon alsnog ingeschreven of wordt inschrijving geweigerd. Het omschreven beleid waarin wij de relatie BAG, BRP en Handhaven als keten zien, met iedere zijn eigen verantwoordelijkheid, werkt goed. Gemiddeld een keer per week wordt een inschrijving in onderzoek geplaatst. Sinds de introductie van dit beleid in juli 2012 zijn circa 15 inschrijvingen formeel geweigerd. Tot op heden heeft dit niet tot behandeling bij commissie Bezwaar & Beroep geleid. Waarom geen constateringen opnemen? Het standaard opnemen van alle constateringen binnen twee werkdagen is naar ons idee niet efficiënt en leidt tot vervuiling van de BAG en de BRP. Bovendien geeft het betrokkene schijnzekerheid: de registratie wordt in de BAG opgenomen en enkele dagen later krijgt betrokkene te horen dat de registratie wordt teruggedraaid. Dit probleem hebben wij als college al 3

4 eerder geconstateerd. Er bestaat een juridisch gat tussen de BAG en de BRP: formeel kan de afdeling Burgerzaken een inschrijving in de BRP niet weigeren. Daarom heeft het vorig college in 2012 besloten om 'te weigeren bij de voordeur'. Iemand wordt niet in de BRP ingeschreven als het adres volgens de BAG niet bestaat of geen woonfunctie heeft. Uitzonderingen, zoals antikraak, worden gemaakt in overleg tussen BAG en BRP. De BRP heeft de uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid voor het al dan niet inschrijven. Het doel van onze werkwijze is vervuiling van BRP en BAG te voorkomen. Bij de opbouw van de BAG is veel tijd en energie gestoken in het opschonen van de adressen in de BRP en het registreren van de juiste gegevens bij de verblijfsobjecten en de daaraan gekoppelde adressen in de BAG. Wij willen de kwaliteit van de BAG verder optimaliseren en garanderen. Het standaard opnemen van dit soort constateringen draagt hier niet aan bij. Wij beogen hiermee geen starre, afwijzende werkwijze naar de burger toe. Integendeel. Wij wijzen de burger erop dat deze niet per se gebaat is bij inschrijving op een adres wat niet bestaat of geen woonadres is. Door het stelsel van basisregistraties en de koppeling van diverse registraties wordt het hebben van een authentiek adres alleen maar belangrijker. Wij kiezen er daarom juist voor om het probleem bij de kern aan te pakken en geen schijn van legalisering te bieden. Zo wordt ook bijgedragen aan het voorkomen en bestrijden van adressen fraude. Dit is in lijn met de gemeentebrede intensivering van het fraudebestrijdingsbeleid met daarin onder andere bestandskoppeling. Conclusie Door zeer alert te zijn en een strikt beleid te voeren kunnen wij de BAG en de BRP kwalitatief zuiver houden. Uitzonderingen worden tot een minimum beperkt en zijn ook duidelijk vastgelegd. Wij vinden het belangrijk om duidelijk en eenduidig te communiceren naar onze burgers. Daarom volgen wij de kadaster richtlijn dat alleen een bevoegd ambtenaar mag constateren. Die interpretatie van de wet BAG, in combinatie met ons interne beleid (BenW nr d.d ), is strijdig met de regels zoals deze in het inspectieprotocol staan. Bij de her-inspectie zal dit verificatiepunt dus mogelijk weer een onvoldoende als oordeel krijgen. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, 4

5 5

Vergelijkbare documenten

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heeze-Leende bij hun gemeente op 19