Praktijkonderzoek Actieve & zelfsturende studenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktijkonderzoek Actieve & zelfsturende studenten"

Transcriptie

1 Praktijkonderzoek Actieve & zelfsturende studenten Roald Duijff 18 april 2016 Praktijkonderzoek: actieve & zelfsturende studenten. Pedagogisch didactisch getuigschrift, NHL Handel en Ondernemerschap, ROC Friese Poort Emmeloord.

2 Voorwoord In dit rapport is mijn laatste beroepsproduct voor de opleiding pedagogisch didactisch getuigschrift tot stand gekomen. In dit beroepsproduct heb ik praktijkonderzoek gedaan naar het creëren van zelfsturende, betrokken en actieve studenten. Dit doe ik binnen de afdeling handel en ondernemerschap op de ROC Friese Poort te Emmeloord. Hier ben ik momenteel 2,5 jaar met veel plezier werkzaam als docent. Ik wil mijn begeleiders binnen NHL en ROC Friese Poort bedanken voor de ondersteuning en medewerking. Daarnaast wil ik natuurlijk de studenten bedanken die mijn onderzoek mogelijk hebben gemaakt. Roald Duijff. 1

3 Inhoudsopgave Inhoud Voorwoord... 1 Inhoudsopgave... 2 Samenvatting Inleiding Aanleiding Oriëntatie Probleemstelling Doelstelling Hoofdvraag Deelvragen Literatuurverkenning Krachtige leeromgeving Perspectief voor het onderzoek Differentiëren Perspectief voor het onderzoek Samenwerkend leren Perspectief voor het onderzoek Conceptueel kader Onderzoeksdesign Resultaten

4 2.1 Resultaten Resultaten deelvraag Resultaten deelvraag Resultaten deelvraag Conclusie en bespreking Aanbevelingen Evaluatie en reflectie Discussie Verwijzingen Bijlage Observatieverslag krachtige leeromgeving (31 maart 2017) Observatieverslag samenwerkend leren (21 maart 2017) Observatieverslag samenwerkend leren (21 maart, 2017) Observatieverslag differentiëren (28 maart, 2017) Interview verslag studenten (7 april,2017) Verslag Studenktank afdeling handel en ondernemerschap (14 maart, 1017)

5 Samenvatting In dit praktijkonderzoek wordt er onderzoek gedaan naar de rol van de docent bij het creëren van actieve, betrokken en zelfsturende studenten in de onderwijspraktijk. Hierbij is de volgende doelstelling omschreven: Actieve, betrokken en zelfsturende studenten in mijn les. Dit onderzoek is ontstaan vanuit een reflectie op mijn eigen lessen. Uit mijn reflectie bleek dat ik veel zelf aan het woord ben, de studenten voornamelijk passief zijn en ik veel energie verbruik. Het onderzoek is gebaseerd op een vergelijkend onderzoek. Allereerst ga ik op zoek naar theoretische inzichten over activerende didactiek. De uitkomsten hiervan pas ik toe in de praktijk. Dit wordt gedaan vanuit de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre heb ik, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, invloed op het stimuleren van actieve en zelfsturende studenten? Om deze vraag te beantwoorden zijn er verschillende studenten van de afdeling handel & ondernemerschap geobserveerd en bevraagd. Dit heeft geleidt tot de volgende conclusies: Conclusies. Studenten hebben niet direct de vaardigheden om samen te werken of zelfstandig te leren Gestructureerde leeromgeving met orde en structuur zorgt voor actieve en zelfsturende studenten. Differentiatie stimuleert samenwerkend leren en interactie in de klas. Studenten trekken elkaar mee in niveau. Het geven van betekenis aan de leerstof zorgt er voor dat studenten sneller in beweging komen. Autonomie zorgt ervoor dat studenten actiever en zelfstandiger werken. Studenten werken harder voor een docent waar ze een goede band mee hebben. Differentiatie zorgt ervoor dat er meer tijd is voor de individuele studenten. Hierdoor hebben andere studenten meer de kans individuele en zelfsturender de les te volgen. Studenten worden actiever door de groepsindeling en activerende opdrachten. Studenten zijn minder actief als een docent direct met een oplossing komt. Aanbevelingen. Geef niet direct les op de inhoud, maar op het groepsproces qua samenwerking en zelfstandigheid. Geef structuur aan je les, door duidelijke instructies. Denk na over hoe je differentieert. Wat wordt de groepsindeling? Geef betekenis aan de leerstof door middel van praktijkvoorbeelden. Leer de studenten dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Geef ze het gevoel dat ze hun eigen leerproces sturen. Creëer een goede band met de student. Laat zien dat je plezier en spontaniteit uitstraalt. Motiveer en steek veel energie in de student. Begin met differentiatie. Hierdoor is er meer tijd om een relatie met de student op te bouwen. Bedenk groepsindelingen en activerende opdrachten die bijdragen aan het stimuleren van interactie bij de student. Stel reflecteerde en evaluerende vragen. Doe niks wat de student zelf kan. 4

6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Tijdens de ontwikkeling van de beroepsproducten van mijn PDG studie (pedagogisch didactisch getuigschrift) heb ik in verschillende beroepsproducten gereflecteerd op mijn competenties. In één van de beroepsproducten heb ik mijn lessen gefilmd en heb ik verschillende lesobservaties laten doen door ervaren docenten. Uit mijn analyse en de feedback van collega s komt sterk naar voren dat ik actief ben en de studenten voornamelijk passief. Om te achterhalen wat hier de oorzaak van is heb ik mijn gedrag tegenover dat van de student gezet. Mijn studenten geven aan dat ze niet altijd de link zien met de praktijk, de stof te theoretisch benaderd wordt en dat ze niet altijd de juiste motivatie kunnen vinden. Daarnaast komen ze vaak pas in beweging rondom een examen. Mijn rol is veel actiever, ik ben veel aan het woord, geef lange instructies en deze instructies zijn vaak theoretisch. Zelf kom ik uit het bedrijfsleven, dus je zou zeggen dat het dan gemakkelijk is om een koppeling te maken naar de praktijk. Zelf zie wel de koppeling met de praktijk, maar vindt het lastig om dit door te vertalen naar de student. De vertaling van de stof probeer ik te vertalen door een activerende werkvorm in te zetten. Wat ik dan merk is dat de meeste studenten het niet uitdagend vinden en snel klaar zijn. Dit resulteert vaak in een passieve houding. De rol van de studenten en mijn rol zijn voor mijn gevoel niet in verhouding. Ik merk dat ik heel veel energie verbruik om studenten aan het werk te zetten en om ze te motiveren. Waar ik in de toekomst heen wil is dat studenten zelf actiever worden. Om dit te bereiken heb ik verschillende literatuurbronnen gelezen. Dit heeft voor mij verschillende theoretische inzichten opgeleverd. Om te bepalen of deze theoretische inzichten mij zullen helpen met het praktijkprobleem, ben ik op zoek naar bevestiging over deze theoretische inzichten mij zullen helpen in de praktijk. 1.2 Oriëntatie Tijdens de oriëntatie ben ik met verschillende collega s en begeleiders in gesprek gegaan en heb ik workshops / lessen gevolgd. In die gesprekken komen een aantal punten naar voren: De theorie is voor mij een houvast. Ik heb op die manier het gevoel dat ik de controle hou, de theorie past bij mijzelf. Door mij te focussen op de theorie maak ik minder snel een verbinding met de student. Op deze manier creëer ik minder snel een relatie met de student. Ik doe veel zelf. Bijvoorbeeld het lezen van een tekst in de les. Dit zou ik ook kunnen uitbesteden aan studenten. Volgens mijn begeleider zal ik meer rust creëren door meer met activerende werkvormen te werken. De uitleg kan ik ook vervangen voor een activerende werkvorm. Met mijn directe collega heb ik kort gebrainstormd over hoe we studenten meer in beweging kunnen krijgen tijdens de projecten. Wekelijks hebben we met alle docenten en studenten een projectdag op vrijdag. Hierbij merken we ook dat studenten niet altijd gemotiveerd zijn en 5

7 passief overkomen op ons. Tijdens deze brainstorm kwamen we erop dat studenten meer zelf keuzes moeten laten maken en dat de leeromgeving levensecht moet zijn (ontstaan vanuit de praktijk). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat studenten vooral leren als ze actief betrokken zijn bij het onderwijs. Dit wordt activerend onderwijs genoemd (Wijleren.nl, 2017). Geerts en van Kralingen beschrijven in het boek handboek voor leraren dat studenten meer onthouden als ze zelf ook actief bezig zijn geweest met de stof. De volgende gegevens laten zien welke leerwijze het meest effectief is voor een leerling (Geerts en van Kralingen, 2016). 10% door te lezen. 20% door iets te horen. 30% door iets te zien. 50% van wat ze zien en horen. 70% door discussie. 80% door persoonlijke ervaring. 95% door uitleg aan anderen. Volgens het rapport differentiëren maakt het verschil is er in het onderwijs een visie verandering gaande van het behaviorisme naar het constructivisme. Behaviorisme is voornamelijk gericht op zichtbaar gedrag van de studenten en gaat er vanuit dat kennis ontstaat door de kennisoverdracht van de docent. Constructivisme focust zich op de denkactiviteiten van de student. Het constructivisme gaat ervan uit dat leren het resultaat is van denkactiviteiten van de leerling zelf en niet het resultaat van de directe kennisoverdracht door de docent. (OAB Dekkers, 2016). Constructivisme wordt meer gezien als actief leren en leren in de context: de leertheorie gaat ervan uit dat leerlingen hun eigen nieuwe kennis construeren (Geerts en van Kralingen, 2016) (Hoogeveen & Winkels, 2008). In het rapport het nieuwe leren wordt gesproken over een nieuwe schoolbeweging. Deze schoolbeweging werkt met een constructivistische visie en ageert op een aantal punten tegen het huidige schoolsysteem: de massale aanpak, passiviteit van de leerling en de opdeling van het onderwijs in verschillende vakken. Deze beweging zijn voornamelijk bij basisscholen te zien, zoals Dalton en de Montensorri (Zwart, 2013). Volgens het rapport differentiëren maakt het verschil wordt constructivisme beïnvloed door drie verschillende dingen: een krachtige leeromgeving, differentiatie en samenwerkend leren (OAB Dekkers, 2016). Deze punten licht ik hieronder toe. Het constructivisme ziet leren als een sociaal proces. Het delen met anderen en samenwerkend leren is hierbij belangrijk (wijleren.nl. 2017). S.Ebbens en S. Ettekoven, schrijvers van het boek Samenwerkend Leren omschrijven een vijftal argumenten om samenwerkend leren toe te passen. Eén van die argumenten is dat samenwerkend leren ervoor zorgt dat studenten actief leren. De kwaliteit van leren is op hoger niveau als leerlingen actief leren en betekenis kunnen geven aan de leerstof. De docent kan 6

8 niet alleen uitleg geven, hij zal studenten ook de kans moeten geven om studenten de stof eigen te laten maken. Dankzij samenwerkend leren wordt het verwerkingsproces van leerlingen beter zichtbaar. De leerling moeten veel meer hardop denken als bij individueel leren (Ebbens & Ettekoven, 2016). Volgens Geerts en van Kralingen zorgt reflectie, zelfcorrectie en feedback van andere voor een stimulatie om te leren (Geerts en van Kralingen, 2016). Het rapport differentiëren maakt het verschil beschrijft differentiëren als een methode om actief leren te bevorderen (OAB Dekker. 2017) Differentiëren is de verzamelnaam voor het afstemmen op individuele doelen, niveaus en succeservaringen (Teitler. 2015). Een docent die differentieert past het lesmateriaal aan op wat de student op dat moment nodig heeft en probeert leerlingen te betrekken bij de instructie door verschillende leer-benaderingen aan te bieden. Als docent probeer je op deze manier aan te sluiten bij de competenties van de leerling en zorg je ervoor dat het leermateriaal en leerklimaat vorm wordt gegeven om het leren en de optimale ondersteuning van de leerling (OAB Dekker, 2017) Een voorwaarde om te differentiëren is het creëren van een krachtige leeromgeving. Een krachtige leeromgeving bestaat uit drie aspecten (OAB Dekker, 2017). Autonomie: de student heeft het gevoel dat die zelf de keuzes maakt. De relatie: in hoeverre hoort de student bij de groep en hoe is de relatie met de docent? En het derde aspect bestaat uit competentie: heeft de student het gevoel dat hij of zij de taak aankan? (Teitler, 2015). Een krachtige leeromgeving versterkt de motivatie van een klas. Ontbreekt er één of meerdere aspecten van een krachtige leeromgeving, dan ontstaan er vaak taakgerichtheids- en of motivatie probleem in de klas (OAB Dekker, 2017). In de literatuur worden verschillende benamingen gebruikt die te maken hebben met constructivisme. In dit rapport gebruik ik de volgende benaming: activerende didactiek. Deze definitie sluit aan bij de eerder beschreven probleemstelling. Activerende didactiek leidt tot een actiever en zelfstandiger lerende leerling en laat bovendien leerlingen effectiever leren. Leerstof wordt niet langer over de leerlingen uitgestort, maar de leerling komt zelf, al dan niet samen met andere en al dan niet met hulp van de docent, tot nieuwe inzichten en ideeën (Hoogenveen & Winkels, P. 30). 1.3 Probleemstelling Tijdens mijn lessen zijn de studenten voornamelijk passief en ik ben actief. Deze passieve houding zorgt ervoor dat ik veel energie verbruik tijdens mijn lessen. Daarnaast zorgt de passieve houding van de studenten ervoor dat ze niet effectief aan het leren zijn. Via verschillende literatuurbronnen heb ik kennis ontwikkeld over constructivisme en deze kennis heb ik in de praktijk geëxperimenteerd. Om deze theorie eigen te maken, zoek ik naar verschillende praktijkervaringen van ervaren docenten die mij helpen om een actieve leerhouding te stimuleren en de theoretische inzichten bevestigen. 7

9 1.4 Doelstelling Het onderzoek moet het volgende voor mij opleveren: Actieve, betrokken en zelfsturende studenten in mijn lessen. 1.5 Hoofdvraag In hoeverre heb ik, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, invloed op het stimuleren van actieve en zelfsturende studenten? 1.6 Deelvragen De hoofdvraag heb ik opgedeeld in de volgende deelvragen: 1. In hoeverre draagt een krachtige leeromgeving, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? 2. In hoeverre draagt het toepassen van differentiatie, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? 3. In hoeverre draagt het toepassen van samenwerkend leren, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten in mijn lessen? 1.7 Literatuurverkenning Krachtige leeromgeving Geerts en van Kralingen omschrijven dat leerlingen beduidend meer leren als ze gemotiveerd zijn en zich betrokken voelen bij het leren. Als docent kun je de leerkracht versterken door een leeromgeving te creëren waarin betrokkenheid en motivatie wordt gestimuleerd. De vraag is hoe je dit doet als docent. Er zijn twee factoren die de kracht van de leeromgeving bepalen (Geerts en van Kralingen, 2016) (OAB Dekker, 2017): Het welzijn van de leerling: voelt de student zich prettig? De mate van betrokkenheid van de student. Dit zegt iets over de intensiteit waarmee de leerling bezig is met zijn activiteit. Er zijn drie basisbehoeften die een krachtige leeromgeving versterken. Deze worden hieronder toegelicht (Geerts en van Kralingen, 2016): 1. Competentie: de taak aankunnen 8

10 De leerling moet het gevoel hebben dat hij of zij de taak aankan. De leerling mag niet het gevoel hebben dat hij of zij iets niet aankan. Geerts en van Kralingen geven een aantal voorbeelden hoe een docent dit kan stimuleren: Om dit te bereiken zal de docent het leerproces transparant moeten maken. De docent zal moeten weten in welke denkstappen de student leert. Een optie is om studenten de stof te laten uitleggen aan elkaar. Het blijkt dat het leereffect groot is als studenten iets aan elkaar uitleggen. De docent heeft de rol in het aanbieden van de leerstof. Om studenten intrinsiek gemotiveerd te laten raken voor de leerstof, zal de docent betekenis moeten geven aan de leerstof. Enthousiasme tonen in de lessen en in de omgang van de student. Dit enthousiasme moet zichtbaar zijn in het gehele gedrag en niet alleen in woorden. Voor leerlingen is het belangrijk om positieve en prettige prikkels te ontvangen. Hierbij is het belangrijk dat de docente positieve verwachting uit richting de student. 2. Relatie: erbij horen De leerling functioneert het beste als de relatie met de medestudenten en de docent goed is. De student hoort bij de groep wordt gezien, en kan bij de docent terecht. Dit kan op de volgende manier gestimuleerd worden: Communicatieadviezen voor de docent: volg de klas en leerlingen, oogcontact, ervoor zorgen dat de klas en de individuele leerling gezien wordt, reageer positief op handelingen van de student, duidelijke beurtverdeling en betrek de hele klas bij vragen aan individuele studenten. Studenten leren beter als ze in onderlinge interactie bezig zijn met de leerstof. Een docent zal de gezelligheid van een klas moeten benutten om leerlingen te motiveren in hun leerproces. Een gezellig klas zorgt vaak voor een goede werksfeer waar participatie wordt gestimuleerd. 3. Autonomie: deels eigen keuzes maken Autonomie houdt in dat studenten zelf keuzes maken in hun leerproces. Volgens Geerts en van Kralingen lukt leren beter als de leerling daar zelf sturing aan geeft. Een leerling die meer aankan, zal ook aangemoedigd moeten worden om meer te doen. Dit wordt differentiëren genoemd. De drie aspecten van een krachtige leeromgeving komen naar voren in het artikel van Dick Van Der Wateren, docent op het Eerste Christelijk Lyceum in Haarlem. Op de website het kind schrijft hij een blog over onvoldoende betrokken leerlingen. Volgens een rapport van de onderwijsinspectie is één op de vijf leerlingen onvoldoende betrokken in het voortgezet onderwijs en zijn leerlingen onvoldoende gemotiveerd (Het kind, 2017). Volgens van der Wateren is het de taak van de docent om een leerling te motiveren: als leerlingen niet 9

11 gemotiveerd zijn, doe ik iets niet goed. Ik moet als docent toch in staat zijn om mijn leerlingen te motiveren. Ik mag dat niet mijn leerlingen verwijten (Wateren, 2017) In het artikel laat van der Wateren zien dat vooral de docent invloed heeft om een krachtige leeromgeving te versterken. Het is de taak van de docent om studenten te laten inzien waarom de les relevant is voor de leerling. Dat betekent dat de docent in eerste instantie het vak wat die geeft moet beheersen en dat de student de keuze maakt om te leren wat hij of zij wil leren. Daarnaast geeft van der Wateren aan in zijn artikel dat een docent er rekening mee moet houden dat niet elke student op hetzelfde tempo leert. Je zal als docent rekening moeten houden met verschillende niveaus en leerstijlen in de klas. Als niet gebeurt, zal er chaos kunnen ontstaan in de les. Ook is het belangrijk om vooral regels te handhaven die echt te maken hebben met leren. Hoe kan je leerlingen straf geven als ze te laat zijn, terwijl ikzelf ook te laat ben, aldus van der Wateren. Het is volgens van der Wateren vooral belangrijk om vooral normaal te doen (Wateren, 2017). Van der Wateren beschrijft ook het belang van autonomie. Studenten bepalen bij deze docent hoe hij lesgeeft en wat ze nodig hebben. Ze bepalen zelf hoe ze door de stof gaan, wie klaar is, is klaar. Tussentijds zorgt van der Wateren voor tussentijdse toetsen. Hierbij is vrijheid, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en vertrouwen belangrijk. Studenten zullen moeten leren hoe ze omgaan met deze kernbegrippen. De bovenstaande uitleg bevestigd de theorie van Geerts en van Kralingen. Het artikel laat zien dat de docent zelf verantwoordelijk is voor de krachtige leeromgeving. Van der Wateren geeft betekenis aan de lesstof door de relevantie van de stof de benadrukken richting studenten, bouwt aan een relatie in de klas door nuttige regels op te stellen en studenten te motiveren en creëert autonomie: de studenten maken de keuze hoe hun leerproces eruit ziet (Wateren, 2017) In de bovenstaande theorie wordt veel gesproken over het leren op verschillende tempo s en niveaus. Dit heeft te maken met differentiëren. In de onderstaande alinea wordt dit begrip verder uitgewerkt Perspectief voor het onderzoek Na de vergelijking van verschillende bronnen, zijn er een aantal uitgangspunten voor een krachtige leeromgeving ontstaan. Deze worden in de onderstaande tabel opgesomd: Krachtige leeromgeving Competentie: de student moet het gevoel hebben de taak aan te kunnen Relatie: het opbouwen van een band met de student. De rol van de docent. -Het leerproces transparant maken. Op welke wijze leert de student? -Betekenis geven aan de leerstof door middel van praktijk, enthousiasme en passie. -Het geven van positieve en prettige prikkels aan de leerling (motiveren). -Zorg voor een beurtverdeling tijdens de les, zodat iedereen aan woord komt. -Oogcontact met de student. -Betrekken van vragen bij de hele klas. 10

12 Autonomie: de leerling is verantwoordelijk voor eigen keuzes in zijn leerproces. -Onderlinge interactie stimuleren. -Het geven van vrijheid aan de student. -Het geven van verantwoordelijkheid aan de student. Laat studenten meebeslissen over het onderwijs Differentiëren In de inleiding van dit rapport is beschreven hoe de rol van de docent verandert. In plaats van kennis overdragen zal de docent de zelfstandigheid meer bij de studenten moeten neerleggen. Differentiëren is een middel om dit te realiseren; de leerling staat meer centraal, daarom is het belangrijk dat de docent om kan gaan met verschillen in het leerproces van de leerlingen (OAB Dekkers, 2017). Differentiatie is de verzamelnaam voor het algemeen afstemmen op individuele doelen, niveaus en succeservaringen (Teitler, 2015). Bij differentiëren is het de bedoeling dat je een goede analyse maakt van het leerproces van de leerling en lesmateriaal ontwikkeld voor de specifieke behoefte van de student. Bij differentiatie gaat het onderwijs er vanuit dat het voorgeschreven lesmateriaal niet altijd passend is binnen elk curriculum (OAB Dekkers, 2017). In het rapport differentiëren maakt het verschil (OAB Dekkers, 2017) en het boek Lessen in orde (Teitler, 2015) worden de voorwaarden van differentiëren beschreven. Deze worden hieronder stapsgewijs beschreven: 1. Houding docent Een docent heeft tijdens het differentiëren twee belangrijke taken. Een zal docent zal gefocust moeten zijn op het leren van de student. Op die manier brengt een docent in kaart hoe een student leert en kan je daar je lesmateriaal op aanpassen. Daarnaast heeft de docent de taak om leerlingen bewust te laten maken dat ze hun eigen leergedrag kunnen aanpassen (Oab Dekkers, 2017). 2. Krachtige leeromgeving In de vorige paragraaf is de krachtige leeromgeving uitgebreid beschreven. Een krachtige leeromgeving is één van de basisvoorwaarden om differentiëren te realiseren. In een klas met een veilig leerklimaat zie je studenten die lekker in hun vel zitten, inzet tonen en zin hebben om te leren. Ontbreken deze basisbehoeften dan ontstaan er taakgerichtheids- en motivatieproblemen in je klas (OAB Dekkers, 2017). 3. Structuur 11

13 Belangrijk is om een goede structuur te creëren. MBO studenten hebben structuur nodig in hun leerproces. Op die wordt er duidelijk wat er van hen wordt verwacht. Een middel om structuur aan te bieden is het directe instructiemodel (OAB Dekker, 2017). Dit instructiemodel stimuleert leerlingen om actief bezig deel te nemen aan de les. Zelfsturend leren wordt op die manier gestimuleerd. 4. Zelfstandigheid Zelfstandigheid is iets van leerlingen moeten leren en wat stapsgewijs moet worden opgebouwd. De docent heeft de taak om zelfstandigheid aan te leren bij studenten. Zelfstandigheid in een te vroeg stadium kan zorgen voor slechte schoolprestaties. De leerlijn zelfstandigheid start met een duidelijke structuur die geleidelijk kan worden losgelaten bij leerlingen die een losse structuur aankunnen (Teitler, 2015). Differentiëren kan op verschillende manier gedaan worden: Differentiëren in instructie: de klas krijgt op verschillende manieren een instructie. Dit wordt gedaan op basis van niveau en tempo. Differentiëren op basis van kennis die een student beheerst. Het kan zijn dat de ene groep meer kennis bezit dan de andere kennis. De docent kan dan differentiëren op cognitieve vaardigheden. Studenten met veel kennis kunnen de kennis verwerken op een hoger cognitief niveau. De Bloom methode helpt hierbij. Differentiëren op basis van vaardigheden. Als de student de vaardigheden beheerst of je niet veel ondersteuning aan te bieden. Als de student de vaardigheden nog niet beheerst kan de docent activiteiten en leertaken toevoegen. Er ontstaat meer ondersteuning. Differentiëren op basis van leerstijlen. Volgens het rapport van OAB Dekkers kunnen studenten verschillende leerstijlen hebben. Door goed het leerproces van studenten te analyseren kan de docent de leerstijlen ontdekken. Hier kan de docent vervolgens zijn of haar lesmateriaal op aanpassen Perspectief voor het onderzoek Na de vergelijking van verschillende bronnen, zijn er een aantal uitgangspunten voor differentiatie ontstaan. Deze worden in de onderstaande tabel opgesomd: Uitgangspunten van differentiëren Differentiatie. Bewustwording. De rol van de docent Door differentiatie heeft de docent de mogelijkheid om te werken op verschillende niveaus. Door dat studenten op hun eigen niveau werken, worden ze uitgedaagd, actiever en zelfstandiger. De docent zal studenten moeten laten inzien dat studenten hun eigen leergedrag kunnen aanpassen. 12

14 Focus op hoe de student leert. Structuur. Zelfstandigheid aanleren. Differentiëren op verschillende niveaus. Om te differentiëren zal de docent eerst moeten analyseren hoe de studenten leren. Het geven van structuur werkt als een stimulans voor actieve en zelfsturende studenten. Een docent kan niet direct differentiëren. Het zal studenten moeten leren hoe om te gaan met zelfstandigheid. Een docent kan differentiëren op verschillende niveaus: op basis van instructie, op basis van kennis, op basis van vaardigheden en op basis van de leerstijlen. De keuze voor differentiatie heeft te maken met hoe de klas leert Samenwerkend leren Zoals beschreven in paragraaf 1.7.1: één van de basisbehoeften van een krachtige leeromgeving is het creëren van een goede relatie. Dankzij een goede relatie ontstaat er onderlinge interactie tussen leerlingen over de leerstof. Een vorm om dit te generen is samenwerkend leren. Samenwerkend leren is gebaseerd op de gedachte dat leerlingen makkelijker leren, makkelijker informatie begrijpen en makkelijker bepaalde vaardigheden onder de knie krijgen als ze er met studenten over kunnen praten (Hoogeveen en winkels, 2008). Samenwerkend leren zorgt ervoor dat leerlingen meer inzicht krijgen in hun eigen denken. Hierdoor blijft de stof langer hangen. Daarnaast zorgt samenwerkend leren ervoor dat leerlingen actief bezig zijn met de stof, zelf verantwoordelijk worden voor de stof en leerlingen hebben een grotere variatie op een lesdag (Ebbens en Ettekoven, 2016). Volgens Ebbens en Ettekoven zijn er vijf sleutelbegrippen die samenwerkend leren stimuleren (Ebbens en Ettekoven, 2016). 1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid: de docent zal het samenwerkend leren zo moeten organiseren dat leerlingen positief afhankelijk zijn van elkaar. Dit kan een docent organiseren met structuur, taakverdeling, materiaal, aanvullende rollen, beloning en identiteit. 2. Individuele aanspreekbaarheid: de docent zal ruimte moeten hebben om een student individueel aan te spreken en te beoordelen. Er zal een manier gevonden moeten worden om studenten individueel te kunnen beoordelen op zijn of haar inbreng in de groep. 3. Directe interactie: de docent zal studenten moeten stimuleren om directe interactie te bewerkstelligen. Dit kan een docent door na te denken over de tafelopstelling en het lesmateriaal. Lesmateriaal zal zo ontwikkeld moeten worden na het studenten stimuleert om met elkaar in gesprek gaan. 4. Docent verantwoordelijk voor het aanleren van de sociale vaardigheden: in de beginfase zal de studenten zich eerst moeten ontwikkelen in sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld: luisteren, elkaar vertrouwen, elkaar accepteren en problemen effectief oplossen. 13

15 5. Aandacht voor het groepsproces: de docent zal niet alleen de inhoud van de opdrachten moeten bespreken, maar ook de wijze van samenwerking. Wat ging er goed? Wat kan er nog verbeteren? Hoe is de samenwerking onderling? Wat zal er met de volgende opdracht moeten veranderen? Om bovenstaande te realiseren hebben Ebbens en Ettekoven drie vuistregels beschreven die van toepassing zijn op samenwerkend leren. De docent doet niets wat de leerling zelf kan doen. Bij samenwerkend leren is het de bedoeling dat een leerling zelf verantwoordelijkheid wordt voor het leren. Als een docent iets doet wat de student zelf ook dan doen, dan stimuleer je de student niet om zelf verantwoordelijkheid te pakken. Het kan zijn dan een individuele student een vraag heeft aan de docent. Als je deze vraag direct beantwoord, verdwijnt het doel van samenwerkend leren: verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Studenten zullen binnen de groep eerst vragen zelf moeten oplossen. Om vragen te voorkomen, zal de instructie helder moeten zijn en de opdrachten op niveau. Door een heldere instructie kunnen de studenten direct aan de slag. De aanwezigheid van de docent verleend meerwaarde aan het samenwerkend leren. De docent heeft een coachende rol, gericht op de ontwikkeling van samenwerkend leren. Tijdens het coachen van samenwerkend leren, zal de docent reflecterende en evaluerende vragen moeten stellen aan de groepen. Door dit soort vragen te stellen stimuleer je de groep om actief na te denken over de stelling of over de opdracht. De docent zoekt een goede balans tussen het begeleiden van beginnende groepen en groepen met meer ervaring, minder goed en beter functionerende groepen. Als docent is het belangrijk om het niveau te bepalen van de groep. Hebben de leerlingen genoeg vaardigheden om te samenwerken? In het begin zal een docent vaak meer begeleiding aanbieden. Daarna zullen studenten in stappen telkens meer eigen verantwoordelijkheid moeten opbouwen. Hierbij is het creëren van structuur en een goede instructie belangrijk Perspectief voor het onderzoek Na het vergelijken van de verschillende bronnen is er een definitie ontstaan voor samenwerkend leren: samenwerkend leren is een theorie die er vanuit gaat dat studenten effectiever leren in de sociale context. Door met studenten onderling over de stof te laten praten, worden studenten zelfstandiger, worden ze meer verantwoordelijker en zijn ze actiever bezig met de leerstof. Er zijn een aantal uitgangspunten voor samenwerkend leren. Deze worden in de onderstaande tabel toegelicht. 14

16 Uitgangspunten samenwerkend leren. Positieve wederzijdse afhankelijkheid Directe interactie. Aanleren van sociale vaardigheden. Evalueren. Niet doen wat de student zelf kan. Docent biedt meerwaarde aan samenwerkend leren. Rol van de docent. De studenten zullen positief afhankelijk van elkaar moeten zijn. Dit doet de docent door opdrachten te geven die samenwerkend leren stimuleren of de verschillende studenten met verschillende niveaus aan elkaar te koppelen. In de lesvoorbereiding zal de docent moeten nadenken over een klassenopstelling of opdracht die de studenten stimuleren op direct met elkaar in interactie te gaan. Studenten kunnen niet direct samenwerkend leren. De docent zal ze eerst moeten aanleren hoe je samenwerkt in een groep. De docent zal regelmatig moeten evalueren op de manier van samenwerken in de klas. Verantwoordelijkheid bij de student creëren. Alles wat de student zelf kan, ook bij de student laten. Niet direct alles beantwoorden, maar evaluerende en reflecterende vragen stellen. 1.8 Conceptueel kader Het conceptueel kader bevat de belangrijkste kernbegrippen van de literatuurverkenning. In het conceptueel kader wordt er vanuit gegaan dat een krachtige leeromgeving, bestaande uit autonomie, de relatie met de student en competentie, voorwaarden zijn voor het uitvoeren van differentiatie en samenwerkend leren. Deze drie kernbegrippen stimuleren uiteindelijk het zelfsturend en actief leren van de student. 15

17 1.9 Onderzoeksdesign In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze er onderzoek wordt gedaan. In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van vergelijkend onderzoek. Deze methode van onderzoek past het beste bij het onderzoeksdoel van dit rapport; actieve, betrokken en zelfsturende studenten in mijn lessen. De literatuurstudie heeft een aantal uitkomsten gegeven om activerende didactiek te stimuleren. Nu zal dit in de praktijk getoetst moeten worden. Om dit te bereiken zal ik gebruik maken van participerende observatie. Hierbij ben ik, als docent, onderdeel van de observatie (Van der Donk & Van Lanen, 2016). Ik zal zelf de studenten observeren en hiermee meten wat het effect is van mijn handelen. Omdat ik zelf les geef en de observatie uitvoer, maak ik gebruik van minder gestructureerd observatie. Minder gestructureerde observatie heeft het kenmerk van een logboek (Van der Donk & Van Lanen, 2016) (Verhoeven, 2007). Elke observatie heeft een kijkwijzer: hierin staat beschreven wat er wordt geobserveerd tijdens de observatie. De tabel hieronder geeft weer welke onderzoeksactiviteiten er zullen plaatsvinden per deelvraag, en waar ik op ga letten tijdens de observatie. Deelvraag Onderzoeksactiviteit Methode van onderzoek. 1 Observatie 1 krachtige leeromgeving tijdens een gastles. 2 Observatie 2,3 samenwerkend leren tijdens mijn les. 3 Observatie 4 differentiatie toepassen in mijn les. 1,2,3 Interview met verschillende leerlingen van handel en ondernemerschap. De uitgangspunten van een krachtige leeromgeving worden uitgevoerd in de praktijk. De uitgangspunten worden in de praktijk getoetst door te observeren. Aan de hand van een observatie kijkwijzer (zie bijlage 1) ga ik observeren hoe studenten reageren op de theoretische beweringen. De uitgangspunten van samenwerkend leren worden uitgevoerd in de praktijk. De uitgangspunten worden in de praktijk getoetst door te observeren. Aan de hand van een observatie kijkwijzer (zie bijlage 2&3) ga ik observeren hoe studenten reageren op de theoretische beweringen. De uitgangspunten van differentiëren worden uitgevoerd in de praktijk. De uitgangspunten worden in de praktijk getoetst door te observeren. Aan de hand van een observatie kijkwijzer (zie bijlage 4) ga ik observeren hoe studenten reageren op de theoretische beweringen. Tijdens het interview ga ik studenten bevragen over wat zij belangrijk vinden aan het onderwijs. De hoofdvraag van dit interview is: hoe krijg ik jullie in 16

18 beweging? Dit interview bestaat uit 9 vragen met ruimte tot doorvragen. De resultaten worden vervolgens vergeleken met het literatuur onderzoek. 1,2,3 Brainstormsessie (Studenktank) met studenten van de afdeling handel en ondernemerschap Tijdens de brainstormsessie ga ik met verschillende studenten in gesprek over wat zij belangrijk vinden van het onderwijs. Deze resultaten worden vergeleken met de resultaten van het literatuur onderzoek. De onderstaande tabel geven de een weergave van de tijdsplanning van dit onderzoek. Weeknummer. Onderzoeksactiviteit. Randvoorwaarden. Week 13 -Observatie 1 krachtige leeromgeving. -Observatie 2&3. Samenwerkend leren en de rol van de docent. -2 uur nodig voor het observeren en maken van het observatieverslag. Week 14 -Observatie 4. Differentiëren. -Interview met studenten. -Brainstormsessie studenktank met de vraag: wat vinden studenten belangrijk aan ons onderwijs? -2 uur nodig voor het observeren en maken van het observatieverslag. -1 uur nodig voor het opstellen van de interviewvragen en 1 uur voor het afnemen van het interview. -1 uur nodig voor de brainstormsessie en 1 uur voor het maken van het brainstorm - verslag. Week 14 Analyseren observaties deelvraag 1,2,3. Rapporteren resultaten interviews. Onderzoeksrapport inleveren. -2 uur nodig voor het analyseren en het verder afmaken van het onderzoeksrapport. 17

19 2. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven van de observaties en de interviews met studenten. 2.1 Resultaten In deze paragraaf zal per onderzoeksvraag de belangrijkste resultaten worden beschreven. 2.2 Resultaten deelvraag 1 In hoeverre draagt een krachtige leeromgeving, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? Vanuit observatie 1 en de interview zijn dit de belangrijkste resultaten voor deelvraag 1: De studenten zijn tijdens de gastles 1,5 uur aandachtig bezig met de opdracht. De studenten stellen veel vragen over de leerstof. Ze geven de indruk dat ze de opdracht leuk vinden en dat ze gemotiveerd zijn om de opdracht af te ronden. Tijdens de terugkoppeling van de studenten wordt dit bevestigd. Ze vinden het leuk omdat ze nu echt zelf bezig mogen met iets. De studenten helpen elkaar onderling met de leerstof en zijn zelfstandig bezig. De docenten in de les hebben voornamelijk een sturende rol. De studenten geven aan dat ze het fijn vinden om te leren via activerende opdrachten. De studenten vinden het belangrijk dat een docent spontaniteit en plezier uitstraalt. Studenten zien docenten als een motivator. De studenten vinden het belangrijk dat ze met vragen altijd bij de docent terecht kunnen. De studenten geven aan dat ze het belangrijk vinden dat de docent orde en structuur aanbrengt. Bij chaotische lessen komen studenten minder aan leren toe. Studenten werken bij de ene docent harder dan de andere docent. Dit heeft te maken met hoe de relatie is met de docent, of de docent interesse toont in de student en of de docent bereidt is om veel hulp aan te bieden bij de studenten. Studenten komen sneller in beweging vanuit praktijkvoorbeelden en gastlessen vanuit de praktijk. 2.2 Resultaten deelvraag 2 In hoeverre draagt het toepassen van differentiatie, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? Vanuit observatie 4 en de interviews met studenten zijn de volgende resultaten ontstaan: 18

20 Tijdens de les had ik meer tijd voor de studenten met een lager niveau. Door deze studenten bij elkaar neer te zetten bespaarde ik mijzelf energie. Tijdens de toepassing van differentiatie kreeg ik meer tijd om met de studenten de interactie aan te gaan. De studenten met een hoger niveau namen studenten met een lager niveau mee op sleeptouw. De concentratie was bij bepaalde studenten hoger dan voorheen. Er kwamen veel vragen uit de groep en de studenten waren actief en zelfsturende bezig, op groepje één na. Tijdens de les moest ik één keer het twee groepjes stimuleren om verder te werken. Studenten geven aan het fijn te vinden om zelfstandig bezig te zijn met de opdrachten. Wel geven ze aan ze dit moeten leren. Dit bleek ook uit de observatie. Niet alle studenten zijn klaar om zelfstandig te werken. Studenten geven aan het fijn te vinden om meer aandacht te besteden aan studenten die het moeilijk vinden. Orde en structuur in de les zorgde ervoor dat de opdracht voor de studenten helder was. 2.2 Resultaten deelvraag 3 In hoeverre draagt het toepassen van samenwerkend leren, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten in mijn lessen? Vanuit observatie 2 en 3 en de interviews zijn de volgende resultaten ontstaan: Niet alle studenten gingen direct aan de slag tijdens de observatie. Door extra instructie in te zetten werd de opdracht duidelijker. Tijdens de observatie bleek de opdracht uit te nodigen om met elkaar in interactie te gaan. Studenten geven aan dat ze eerst moeten leren om te samenwerken. Hierbij zijn de rollen van de student belangrijk. Wie neemt de leiding? Uit de observatie komt naar voren dat niet alle studenten de vaardigheden hebben die ze nodig moeten hebben om te samen werken. Studenten geven aan dat ze leren van de interactie met andere studenten. Hierbij spelen praktijkvoorbeelden een belangrijke rol. Er ontstond veel interactie over de leerstof tijdens het samenwerken in groepen. Ik heb één groepje op weg moeten helpen om meer te communiceren met elkaar. De vorm samenwerkend leren zorgde ervoor dat het mij minder energie koste als een theorieles. De groepsindeling bij samenwerkend bleek belangrijk. De studenten met veel interactie trokken de andere studenten hierin mee. Studenten geven aan dat ze in beweging komen als ze zien dat andere studenten ver zijn met de opdrachten. 19

21 Om tot een uiteindelijke conclusie te komen worden hieronder de hoofdpunten uit de analyse en theoretisch kader met elkaar vergeleken. Hoofdpunten literatuuronderzoek. Een krachtige leeromgeving zorgt voor het genereren van betrokkenheid en motivatie bij de student. Een docent kan dit op een aantal manieren stimuleren: -Competentie: betekenis geven aan de leerstof, denkstappen van de leerling analyseren, onderlinge interactie stimuleren (onderlinge uitleg), enthousiasme en een positieve verwachting laten zien aan de leerling. -Relatie: oog voor de individuele student en het benutten van de onderlinge interactie. Hierdoor wordt participatie gestimuleerd. -Autonomie: leerlingen leren effectiever als keuzes maken over hun eigen leerproces. -Een krachtige leeromgeving is een belangrijke voorwaarde om differentiatie en samenwerkend leren te bewerkstelligen in de klas. Hoofdpunten veldwerk. -Studenten geven aan dat ze sneller in beweging komen voor een docent met een positieve houding richting de student. De relatie met de docent vinden de studenten belangrijk. De docent is voor de student iemand die hen motiveert, interesse toont, plezier uitstraalt en altijd tijd heeft om vragen te beantwoorden. -Het analyseren van de denkstappen van de student bleek een basis voor het creëren van samenwerkend leren en differentiëren. Om die manier kunnen groepen samen worden gesteld. -Tijdens de observatie bleek dat de leerlingen 1,5 uur actief en zelfsturend waren. Ze stelde vragen en waar allemaal bezig met hun eigen leerproces. Er ontstond autonomie tijdens de gastles. -Dankzij onderlinge interactie tussen de studenten stimuleerde ze elkaar om aan het werk te gaan. Studenten geven aan dat ze positief beïnvloed worden door studenten die al verder zijn. -Bij differentiëren is het de bedoeling dat je een goede analyse maakt van het leerproces van de leerling en lesmateriaal ontwikkeld voor de specifieke behoefte van de student. Bij differentiatie gaat het onderwijs er vanuit dat het voorgeschreven lesmateriaal niet altijd passend is binnen elk curriculum. Differentiatie kent een aantal hoofdpunten: -De docent zal moeten achterhalen hoe een leerling leert. Met deze informatie kan er vervolgens gedifferentieerd worden. -De docent zal leerlingen ervan bewust moeten maken dat ze hun eigen gedrag kunnen veranderen. -Door een analyse te maken van het leerproces, kon ik klas indelen op niveau. Hierdoor had ik meer tijd voor studenten met behoefte aan extra uitleg. Andere studenten konden daardoor actiever en zelfstandiger aan het werk met de opdracht. -Door te differentiëren kwam ik er sneller achter hoe een student leert. De verschillen worden sneller zichtbaar. -Studenten met een hoger niveau trekken de studenten met een lager niveau mee in het leerproces. -De krachtige leeromgeving vormde volgens de theorie de basis voor 20

22 -Structuur aanbieden in de instructie zorgt voor het stimuleren van zelfsturend leren. Het directe instructiemodel is hier een middel voor. -Leerlingen kunnen niet direct zelfstandig leren. De docent zal leerlingen zelfstandigheid moeten aanleren. -Differentiatie kan op verschillende manieren: o.a. differentiatie op basis van kennis, vaardigheden, leerstijlen en instructie. differentiatie. In de praktijk ontstond autonomie: studenten waren op een verschillende manier bezig met hun eigen leerproces. Daarnaast is het als docent gemakkelijk om aan de relatie met de klas te werken. Tijdens het zelfstandig werken, kon ik rondlopen en met verschillende studenten in gesprek gaan. -Sommige studenten moest ik meer stimuleren om zelfstandig te gaan werken. De rol van de docent bleek hier belangrijk bij. Door niet gelijk de vraag te beantwoorden, gaan studenten actief meedenken voor een oplossing. -Door studenten op niveau in te delen, ontstond er meer concentratie bij bepaalde studenten. -Samenwerkend leren is een theorie die er vanuit gaat dat interactie een positieve invloed heeft op effectief leren. Samenwerkend leren zorgt voor meer interactie, meer zelfverantwoordelijkheid en meer variatie tijdens de lessen. Er zijn een aantal aspecten die samenwerkend leren stimuleren: -Er zal ruimte moeten blijven om, tijdens het samenwerkend leren, de individuele student te beoordelen. -De docent zal directe interactie moeten stimuleren. -Samenwerkend kan niet direct. Voor samenwerkend leren zullen de leerlingen eerst sociale vaardigheden moeten oefenen. De docent is hier verantwoordelijk voor. -De docent moet in zijn of haar les niet alleen reflecteren op de inhoud van de leerstof, maar ook op de manier van samenwerken. -De docent doet niks wat de student zelf kan. Een individuele leerling zal zijn vraag eerst moeten neerleggen in de groep. Als een docent direct antwoord, dan is het doel van samenwerkend leren verdwenen. -De docent zal reflecterende en evaluerende vragen moeten stellen. -Bij zowel samenwerkend leren en differentiatie bleek de groepsindeling van belang. De groepsindeling stimuleerde studenten onderling om actief aan het werk te zijn. -Bij samenwerkend leren bleek structuur en orde van belang. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn. -In de praktijk is het belangrijk dat de opdracht zo is geschreven dat het stimuleert om met elkaar in gesprek te gaan. -Net zoals bij differentiëren, is het in de praktijk belangrijk dat studenten eerst leren om samenwerkend leren te oefenen. Uit de observatie bleek dat nog niet elke student hier aan toe was. -Door als docent minder te doen, ontstaat er meer onderlinge interactie tussen studenten. In de observatie werd geconstateerd dat studenten onderling de vragen kunnen beantwoorden. Hierdoor ontstond er direct gezamenlijk interactie en zelfstandigheid. -Studenten geven aan dat ze door met elkaar in gesprek te gaan van elkaar te leren. 21

23 -Tijdens de observatie bleek dat de groepsindeling bijdroeg aan meer concentratie bij verschillende studenten. 22

24 3. Conclusie en bespreking In dit hoofdstuk worden de conclusies van dit rapport beschreven. De verschillende conclusies dragen bij aan het beantwoorden van de volgende hoofdvraag en doelstelling: Doel: actieve, betrokken en zelfsturende studenten in mijn les. Hoofdvraag: In hoeverre heb ik, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, invloed op het stimuleren van actieve en zelfsturende studenten? Allereerst worden de deelvragen één voor één beantwoord: 1. In hoeverre draagt een krachtige leeromgeving, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? Uit onderzoek blijkt dat een krachtige leeromgeving op verschillende manieren bijdraagt aan actieve en zelfsturende studenten: Studenten vinden de relatie met de docent belangrijk. Een goede relatie met de docent stimuleert de studenten om harder te werken. Studenten zien een docent als iemand die studenten motiveert, die ze plezier meegeeft en uitstraalt, interesse in de studenten toont en die altijd bereidt is om vragen te beantwoorden. De relatie met de student zorgt ervoor dat je een student beter leert kennen en hoe die nadenkt over een bepaalde stof. Studenten vinden orde en structuur tijdens de les belangrijk. Het maakt hen actiever en gemotiveerder. Betekenis geven aan de stof zorgt voor actieve en zelfsturende studenten. Studenten willen veel praktijkles en leren van elkaars praktijksituaties. Autonomie zorgt ervoor dat studenten gemotiveerder raken. Ze voelen zich verantwoordelijk en zelfstandiger. Ze creëren hun eigen leerproces. 2. In hoeverre draagt het toepassen van differentiatie, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten? Uit onderzoek blijkt dat differentiatie op verschillende manieren bijdraagt aan actieve en zelfsturende studenten. Er ontstaat meer tijd voor en met de individuele student. Dankzij de interactie wordt het duidelijk hoe een student leert en wie er behoefte heeft aan meer uitleg. Op die manier kan een docent beter anticiperen op de wensen van de individuele student, waardoor de student actiever wordt. Studenten geven aan dat ze het belangrijk vinden om meer tijd te besteden aan studenten met een lager niveau. 23

25 Er ontstaat meer samenwerking en interactie tussen studenten. De meeste studenten nemen elkaar op sleeptouw. Studenten met een hoger niveau stimuleerde de studenten met een lager niveau. Dankzij differentiatie hoeft de docent minder energie te verbruiken. Studenten zijn harder aan het werk. Niet alle studenten zullen direct actief zijn. Tijdens het proces van differentiatie is het belangrijk als docent om zelfstandigheid bij de studenten aan te leren. Differentiatie zorgt voor een bepaalde groepindeling die verschillende studenten stimuleert om geconcentreerder in de les aanwezig te zijn. 3. In hoeverre draagt het toepassen van samenwerkend leren, in mijn lessen bij de opleiding handel en ondernemerschap, bij aan actieve en zelfsturende studenten in mijn lessen? Uit onderzoek blijkt dat samenwerkend leren op verschillende manieren bijdraagt aan actieve en zelfsturende studenten. Tijdens samenwerkend leren is een heldere instructie van belang. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn. Ze geven aan dat orde en structuur van belang is. Bij een gestructureerde les zullen ze sneller in beweging komen. Niet alle studenten kunnen niet direct beginnen met samenwerkend leren. Ze zullen moeten leren wat samenwerken is en hoe je dit doet in de praktijk. De docent zal ze vaardigheden moeten aanleren die het samenwerkend leren stimuleren. Studenten worden positief beïnvloed door samen te werken, er ontstaat onderlinge hulp. Studenten geven aan ze leren van interactie door met elkaar te hebben over verschillende praktijksituaties. Daarnaast voelen ze ook een bepaalde druk als andere studenten verder zijn met een opdracht. De opdracht die de docent geeft, zal de studenten moeten uitnodigen om met elkaar in interactie te gaan. De tafelopstelling moet zo worden ingericht dat het studenten uitnodigt om met elkaar in gesprek te gaan. Door samenwerkend leren hoeft de docent minder energie te verbruiken. Studenten zijn onderling aan het leren. De docent moet niet direct in de oplossingsmethode staan. De studenten zullen uitgedaagd moeten worden om zelf, binnen de groep, met oplossingen te komen. De docent kan dit stimuleren door reflecterende en evaluerende vragen te stellen. Door dit soort vragen te stellen zullen studenten actiever en zelfstandiger worden. Na de beantwoording van de deelvragen zijn er verschillende conclusies ontstaan die bijdragen aan het beantwoording van de hoofdvraag. 24

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

KPB Observeren en differentiëren

KPB Observeren en differentiëren 2014-2015 Cursuscode: Cohort 2012: LGWKOD40P2 Cohort 2013: LGWKOD40P2 Cohort 2014: LGWKOD40P2 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Werken aan competenties 3 Praktijkopdracht observeren en differentiëren 3 Bijlage

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Bonaventuracollege Leiden Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Advies voor docenten Sanne Macleane 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De opbouwende leerlijn van het zelfstandig

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

De consumerende leerling veroorzaken we zelf

De consumerende leerling veroorzaken we zelf De consumerende leerling veroorzaken we zelf Op naar meer eigenaarschap op middelbare scholen Jeroen Verhaaren Wat kom je doen? Wat wil je na dit uur bereikt hebben, wat is je doel? Op welke manier zou

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom.

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Workshop Differentiatie Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom. Voorstelrondje Wat kom je halen? Wat versta je onder differentiëren? Wat is het programma Doel: aantal voorbeelden van

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Didactisch bekwaam D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leerlingen krijgen ruimte voor eigen inbreng en creatieve invulling van de opdracht. De leraar zorgt ervoor dat leerlingen zich

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Inleiding School X is een talentschool (mensgericht) vanuit de invalshoek dat leerlingen die hun talent benutten beter presteren

Nadere informatie

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn: Visiestuk Deze foto past bij mij omdat ik altijd voor het hoogst haalbare wil gaan. Ook al kost dit veel moeite en is het eigenlijk onmogelijk. Ik heb doorzettingsvermogen, dat heb je ook nodig bij het

Nadere informatie

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein Onderwijs op het Cals College Nieuwegein 2017-2020 1 Onze kernwaarden Ambities onderwijsvernieuwing 2017-2020 We hebben vertrouwen in elkaars We streven een sfeer van openheid kunnen en bedoelingen. We

Nadere informatie

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN HULPZINNEN VOOR HET BENOEMEN VAN ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN LEERLINGEN Deze leerling heeft een instructie

Nadere informatie

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren Opleiding Mbo-Verpleegkundige Graafschap College Doetinchem w.reijrink@graafschapcollege.nl

Nadere informatie

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s) LWT DIRECTE INSTRUCTIE Tentamen Fase 1 RU Opleidingsbekwaam Hoofdfase HAN LIO-bekwaam Proeve (RU) Competentie(s) Standaardles 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en

Nadere informatie

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid JOUW ROL ALS TRAINER Het klinkt misschien overbodig om het te hebben over de rol die je hebt bij het beïnvloeden van het denken en doen van anderen in groepssituaties. Iedereen weet toch wel wat die rol

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname

Nadere informatie

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Doel Dit werkdocument is bedoeld voor scholen in het voorgezet onderwijs die een initiatief voor passend onderwijs aan het opzetten

Nadere informatie

POP Martin van der Kevie

POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid) Leerwerkstage 1 voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten Project: informatievaardigheden (mediawijsheid) Activiteiten tijdens de stage Eerst geven we een globaal overzicht van de verschillende

Nadere informatie

Mijn visie; mijn manier van handelen en

Mijn visie; mijn manier van handelen en Mijn visie; mijn manier van handelen en ideeën over hoe kinderen ontwikkelen, leren en zouden moeten leren op school. Mariska Gerritsen, Docent beeldende vorming Fontys Tilburg Onderwijs Mijn visie op

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Visie basisschool De Grasspriet

Visie basisschool De Grasspriet Visie basisschool De Grasspriet Kernwaarden? Welbevinden en relatie Ontwikkelen van talenten Zelfstandigheid autonomie Uitdagingen Samen leren en werken Betrokkenheid Welbevinden en relatie Ik ben uniek

Nadere informatie

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het

Nadere informatie

Ontwerpgericht onderzoek MM2

Ontwerpgericht onderzoek MM2 Ontwerpgericht onderzoek MM2 Onderzoeksvraag - Hoe creëer ik een veilig klasklimaat tijdens mijn lessen? Methode - Door op deze onderzoeksvraag antwoord te vinden, ga ik op verschillende manieren te werk:

Nadere informatie

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties : Inhoud Inleiding...3 Competenties...4 1. Interpersoonlijk competent...5 2. Pedagogisch competent...5 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent...6 4. Organisatorisch competent...6 5. Competent in samenwerking

Nadere informatie

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken!

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken! Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken! Over de rol van de kwaliteitszorgmedewerker binnen OGW Juliette Vermaas Opdracht 1: Inventarisatie 1. Wat is volgens jou kenmerkend voor OGW? Kies

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren Startbijeenkomst ptaak jaar 2 Ontwerpen en innoveren Wat is het doel? Hoe gaan we dat doel bereiken? Met extra aandacht voor Ontwerponderzoek Dataverzamelingsmethoden Interviewen Toetsen van leereffect

Nadere informatie

Lesson Study: beginnende en ervaren docenten in één multidisciplinair team

Lesson Study: beginnende en ervaren docenten in één multidisciplinair team Lesson Study: beginnende en ervaren docenten in één multidisciplinair team Lesson Study UT Nellie Verhoef Lesson Study: een multidisciplinair team met Fer Coenders beginnende en ervaren docenten BSL: problemen

Nadere informatie

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten. 1. Differentiëren Onderzoeken welke manieren en mogelijkheden er zijn om te differentiëren en praktische handvatten bieden om hiermee aan de slag te gaan. Vervolgens deze kennis toepassen in de praktijk

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

2012-2016. Zelfstandig Leren

2012-2016. Zelfstandig Leren 2012-2016 Zelfstandig Leren 0 Inhoud Beschrijving doelgroep... 2 Visie op onderwijs... 2 Basisvisie... 2 Leerinhouden/ activiteiten... 2 Doelen voor het zelfstandig leren... 3 Definitie zelfstandig leren...

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten Lesplanformulier naam student : Aukelien Stalman opleiding : docent GZW jaar : 3 naam school : Gomarus College Assen coach : klas : 1 datum van de les: mei 2017 Lesonderwerp: Biologie stevigheid en beweging

Nadere informatie

Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht: ,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school

Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht: ,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school Samenvatting Van deze scholen hebben we er voor het onderzoek 3 bezocht:,kader en gemengd theoretische leerweg en De Einder, een school Lyceum Ypenburg Maerlant Lyceum we eerst samen, onder het kopje "Wat

Nadere informatie

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Titel Bouwen aan grammatica! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch 3

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

WAT IS DALTONONDERWIJS?

WAT IS DALTONONDERWIJS? WESTERKIM EN DALTON DALTONONDERWIJS Westerkim vindt het belangrijk rekening te houden met de mogelijkheden van het kind en de verschillen tussen kinderen. Aandacht voor ieder kind, zelfstandigheidsbevordering,

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Peergroeponderwijs. Dé Dag. Over het opzetten van een plusklas. 25 november 2016 Jaap Verouden

Peergroeponderwijs. Dé Dag. Over het opzetten van een plusklas. 25 november 2016 Jaap Verouden Peergroeponderwijs Over het opzetten van een plusklas Dé Dag 25 november 2016 Jaap Verouden jverouden@hetabc.nl Startopdracht Verzin zoveel mogelijk overeenkomsten tussen een kleerhanger en een koekoeksklok

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Brochure. Meerbegaafden uitdagen met de taxonomie van Bloom. Leerkring Omgaan met verschillen

Brochure. Meerbegaafden uitdagen met de taxonomie van Bloom. Leerkring Omgaan met verschillen Brochure Meerbegaafden uitdagen met de taxonomie van Bloom Leerkring Omgaan met verschillen Inleiding Omgaan met verschillen is een thema dat inmiddels een geschiedenis heeft binnen het primair onderwijs.

Nadere informatie

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring Authentiek leiderschap Pedagogische tact Ruimte geven Hoge verwachtingen Authentiek contact! Ik heb zelfvertrouwen. Ik heb hoge

Nadere informatie

Rapportage visitatie Eenbes Kindcentrum De Vlinder

Rapportage visitatie Eenbes Kindcentrum De Vlinder Rapportage visitatie Eenbes Kindcentrum De Vlinder 1. Vooraf De scholen van Eenbes Basisonderwijs hebben met elkaar afgesproken dat zij de onderwijskwaliteit van hun scholen willen bewaken en waar nodig

Nadere informatie

21ste-eeuwse vaardigheden:

21ste-eeuwse vaardigheden: INLEIDING 21ste-eeuwse vaardigheden Het helpen ontwikkelen van 21ste-eeuwse vaardigheden bij studenten vraagt het nodige van docenten. Zowel qua werkvormen als begeleiding. In hoeverre neem je een voorbeeldrol

Nadere informatie

Innoverend onderwijs op maat van uw kind.

Innoverend onderwijs op maat van uw kind. Innoverend onderwijs op maat van uw kind. GO! campus Genk Middenschool 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 1 2 Voorwoord... 2 3 Onderwijs van de toekomst... 3 3.1 Kerneigenschappen... 3 3.2 Werkvormen...

Nadere informatie

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?!

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?! Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?! Titel Hoor je wat ik zeg?! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO Alle 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17 Lambrecht Spijkerboer STA@Lambrechtspijkerboer.nl 12 oktober 17 De leerling in beeld Waarom eigenlijk toetsen? Wat wil je van de leerlingen weten? En wat willen de leerlingen van jou weten?... 4 vragen

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 015-016 Stageopdracht Samenwerkend leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn - Stageopdracht leerjaar 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties...

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Ondernemerschaponderwijs. Kansloze onderneming?

Ondernemerschaponderwijs. Kansloze onderneming? Ondernemerschaponderwijs Kansloze onderneming? Probleemstelling Theoretisch kader Methode van Onderzoek Resultaten Conclusie Discussie Effectiviteit van Ondernemerschaponderwijs Probleemstelling Belang

Nadere informatie

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015 Regionaal verslag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 Den Haag, 28 mei 2015 1. Een korte impressie van de dialoog De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige

Nadere informatie

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 DET VAN GILS d.vangils@aps.nl Naam Datum Verschillen havo/vwo (bron: SLO) Havo Vwo Kennis moet relevant zijn Kennis is middel Ondernemen Organiseren

Nadere informatie

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO Taalblokken Nederlands Brochure MBO Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? U kunt gemakkelijk differentiëren studenten leren wat nodig is Motiverend en uitdagend lesmateriaal voor

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN

BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN Remco Regeling, 4 e jaar SLB er: Wouter de Groot INHOUD Definitie + relevantie Interventie Onderzoeksvraag Motivatie (definitie) Motivatie Self Determination Theory

Nadere informatie

Leerwerktaak Voor alles is een woord

Leerwerktaak Voor alles is een woord Leerwerktaak Voor alles is een woord Titel Niveau Voor alles is een woord Hoofdfase WPL2B Competenties 3 vakinhoudelijk/vakdidactisch 4 organisatorisch 7 reflectie en ontwikkeling Beroepstaak 1 lesgeven

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO Taalblokken Nederlands Brochure MBO Na het doorlopen van de weet ik precies wat ik kan verwachten op het examen Nederlands. Door deze goede voorbereiding zie ik het examen met vertrouwen tegemoet! Toetsing

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum: A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle

Nadere informatie

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Wij zijn een katholieke school en daarom vinden het belangrijk

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g SWPBS: meer dan behaviorisme? Programma Welkom & intro: de kern Pedagogische kwaliteit: de opdracht & keuzes in de uitvoering Theoretische kaders De functie & kwaliteit van feedback Belonen/ erkennen/

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

ACTIVERENDE WERKVORMEN. Pedagogische dag COLOMAplus Johan Fouquaert

ACTIVERENDE WERKVORMEN. Pedagogische dag COLOMAplus Johan Fouquaert ACTIVERENDE WERKVORMEN Pedagogische dag COLOMAplus 2013-03-01 LEERPLANREALISATIE Het handboek. is de bijbel voor vele leraars ik krijg mijn handboek niet uit Nochtans. Activerend onderwijs Wat? Ll verwerkt

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

PERSOONLIJK ONTWIKKELPLAN. Pop Martin van der Kevie

PERSOONLIJK ONTWIKKELPLAN. Pop Martin van der Kevie POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 2 Datum: 27 sept 2010 Interpersoonlijk competent voor deze Een inter-persoonlijk competente docent

Nadere informatie

Leerwerktaak Schatrijk aan woorden

Leerwerktaak Schatrijk aan woorden Leerwerktaak Schatrijk aan woorden Titel Schatrijk aan woorden Niveau Hoofdfase WPL2A Competenties 3 vakinhoudelijk/vakdidactisch 4 organisatorisch 7 reflectie en ontwikkeling Beroepstaak 1 lesgeven 2

Nadere informatie

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek Prof. dr. Perry den Brok Betrokkenen Connect College (opdrachtgever) Kennisnet (subsidie onderzoek) Technische Universiteit Eindhoven

Nadere informatie

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Het huis van JBC Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Van schoolvisie naar gezamenlijke beleving van het nieuwe gebouw Met leerlingen, school, ouders en architect aan

Nadere informatie

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor , Onderwijs en Opvoeding HANDLEIDING Educatieve minor Fase Semester 1 Leerroute Educatieve Minor 2018-2019 Schrijvers Susan Kruis, Danielle van der Maten en Inge Oudkerk-Pool e-mail Docenten: m.s.kruis@hva.nl

Nadere informatie

BLAADJE #4. mei 2018

BLAADJE #4. mei 2018 BLAADJE #4 mei 2018 School voor KEES GROEP 1/2 breinvriendelijk onderwijs OBS met engelse les vanaf groep 1 De Koningslinde is een jonge openbare basisschool (obs ) in Vught. In het stadhouderspark, in

Nadere informatie

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman Taakbekwaam onderbouw Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman Daltonbasisschool de Leer, Hengelo (Gld) Ria Menting Groep 3 Intern opleider: Miriam Pasman Beoordelaar:

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Uitgedaagd! De verveling voorbij.

Uitgedaagd! De verveling voorbij. Uitgedaagd! De verveling voorbij. E V A V E R L I N D E N L I E F V A N D U F F E L Inhoud 1. Theoretisch gedeelte Wat is hoogbegaafdheid? Kenmerken van hoogbegaafde leerlingen Niet elke hoogbegaafde is

Nadere informatie