SCHEEFSTANDMETING Objectnummer Adres

Transcriptie

1 Aan: SCHEEFSTANDMETING Objectnummer Adres Deze scheefstandmeting is een bijlage van het inspectierapport Bezoekadres Veerdijk MS Wormer T E info@monumentenwachtnoordholland.nl Postadres Postbus AB Wormerveer W KvK Bankrelatie ING NL96INGB BIC INGBNL2A ABN Amro NL87ABNA BIC ABNANL2A

2 Inhoudsopgave pagina 1.0 Onderzoeksgegevens Conclusie Lintvoegmeting Onderzoeksmethodiek Richtlijn F3O 16 object pagina 1

3 1.0 - Onderzoeksgegevens Algemene gegevens Aanleiding onderzoek : nulmeting Datum meting op locatie : Objectgegevens Funderingtype : vermoedelijk houten paalfundatie Gevel: voorgevel Herengracht kwaliteit steen : natuursteen metselverband : halfsteens muurdikte : n.v.t. voeg : kalkmortel trasraam : niet aanwezig plint : hardsteen Gevel: voor- rechtergevel Driekoningen kwaliteit steen : handvorm klinker metselverband : kruisverband dikte gevels : (vermoedelijke) 1,5-steens voeg : kalkmortel trasraam : niet aanwezig plint : hardsteen Gevel: voorgevel Singel kwaliteit steen : hardgrauw metselverband : kruisverband dikte gevels : (vermoedelijke) 1,5-steens voeg : kalkmortel trasraam : niet aanwezig plint : hardsteen Verbouwingen : nee (visueel zichtbaar) Inzage bouwtekeningen : nee Eerdere inspecties/onderzoeken : nee object pagina 2

4 Omgeving Grondslag : veen Bijzonderheden in omgeving (visueel zichtbaar) : pand grenst aan gracht Toegepaste meetapparatuur Meetinstrument 1 : Bouwlaser en ontvanger Type : Spectra precision, HV 301 object pagina 3

5 2.0 Conclusie Een overzicht van de representatieve meetwaardes per onderzoek. Meting Locatie Representatieve waarde Beoordeling Lintvoegmeting Voorgevel 1:320 - grootste rotatie Nihil/goed Herengracht Voorgevel 1: grootste rotatie Nihil/goed Driekoningen Rechtergevel 1:291 - grootste rotatie architectonisch redelijk Driekoningen Voorgevel Singel 1:326 - grootste rotatie Nihil/goed Aanbevelingen Bij de nulmeting zijn geen verontrustende zakkingsverschillen waargenomen. De verschillen die er zijn vallen binnen de beoordeling Goed en kunnen door diverse factoren veroorzaakt worden zoals materiaaluitzettingen. Zie ook hoofdstuk 4. Er is geen aanleiding voor een uitgebreider funderingsonderzoek of het uitvoeren van herstelwerkzaamheden. Wij adviseren u deze meting na 5 jaar te herhalen als er vermoed wordt dat er in een van de gebouwen zakking heeft plaats gevonden. Contact Heeft u vragen of opmerkingen over het onderzoek, neemt u dan contact op met het hoofdkantoor of de adviseur. De contactgegevens kunt u terugvinden in het inspectierapport behorende bij dit verslag of op onze website, object pagina 4

6 3.1 - Lintvoegmeting Bij een lintvoegmeting wordt de gevel aan de hand van vaste punten (zoals de lintvoeg of raamkozijnen) ingemeten. Er worden vaste punten gekozen waarvan men mag aannemen dat deze oorspronkelijk op één horizontale lijn in de gevel lagen. Uit de lintvoegmeting wordt duidelijk of de punten inderdaad nog op één lijn liggen of dat er onderlinge niveauverschillen zijn ontstaan. In deze paragraaf vindt u per gevel de meetresultaten. De meetgegevens staan weergegeven in zowel een tabel als een zakkinggrafiek. Voorgevel Herengracht De resultaten van de lintvoegmeting aan de voorgevel. meetpunt verzakking onderling zakkingsverschil onderlinge afstand rotatie a a-b : 7600 b b-c : 320 c c-d : - d d-e : 715 e -4 0 e-f : - f -4 4 f-g : 1350 g 0 Beoordeling De gemeten zakkingsverschillen en rotaties vallen volgens de richtlijn van F3O in de categorie: nihil/goed Het pand is licht naar links verzakt. object pagina 5

7 Voorgevel Herengracht E F G A B C D Verzakking in mm De meetpunten a t/m g liggen op de lijn van de bovenkant van het derde hardstenen blok. Zie voor de meetpunten de bijlage object pagina 6

8 Voorgevel De resultaten van de lintvoegmeting aan de voorgevel Driekoningen. meetpunt verzakking onderling zakkingsverschil onderlinge afstand rotatie a 0 3 a-b : 3300 b -3 1 b-c : 9800 c -4 Beoordeling De gemeten zakkingsverschillen en rotaties vallen volgens de richtlijn van F3O in de categorie: nihil/goed Het pand is licht naar rechts verzakt. object pagina 7

9 Voorgevel A B C Verzakking in mm De meetpunten a t/m c liggen op de lijn van de bovenkant van de derde voeg. Zie de bijlage voor de meetpunten object pagina 8

10 Rechtergevel De resultaten van de lintvoegmeting aan de Rechtergevel Driekoningen. meetpunt verzakking onderling zakkingsverschil onderlinge afstand rotatie a -7 1 a-b : 5200 b -6 1 b-c : 5180 c -7 1 c-d : 5500 d -6 5 d-e : 1084 e -1 1 e-f : 5880 f 0 25 f-g : 291 g -25 Beoordeling De gemeten zakkingsverschillen en rotaties vallen volgens de richtlijn van F3O in de categorie: architectonisch redelijk Het pand is licht naar links en rechts verzakt. object pagina 9

11 Rechtergevel F E B C D A G Verzakking in mm De meetpunten a t/m g liggen op de lijn van de bovenkant van de derde voeg. Zie de bijlage voor de meetpunten object pagina 10

12 Voorgevel zijstraat De resultaten van de lintvoegmeting aan de voorgevel zijstraat. meetpunt verzakking onderling zakkingsverschil onderlinge afstand rotatie a -5 2 a-b : 2675 b -7 4 b-c : 2163 c -3 3 c-d : 1117 d 0 15 d-e : 327 e -15 Beoordeling De gemeten zakkingsverschillen en rotaties vallen volgens de richtlijn van F3O in de categorie: nihil/goed Het pand is licht in het midden en naar rechts verzakt. object pagina 11

13 Voorgevel zijstraat D C A B E Verzakking in mm De meetpunten a t/m e liggen op de lijn van de bovenkant van de hardsteenplint object pagina 12

14 4.0 - Onderzoeksmethodiek Lintvoegmeting Doel onderzoek Met het uitvoeren van een lintvoegmeting wordt op een eenvoudige en relatief goedkope wijze informatie verkregen over de vervormingen die een pand heeft ondergaan. De metingen worden vaak in de beginfase van een funderingsonderzoek uitgevoerd. In combinatie met andere onderdelen van het funderingsonderzoek (zoals het graven van een inspectieput) wordt een totaalbeeld verkregen van de kwaliteit van de fundering van een pand. Onderzoeksmethodiek Tijdens de opname worden er niveauverschillen gemeten in de gevel. Uitgangspunt hierbij is dat zettingverschillen moeten worden gevonden die zijn ontstaan sinds de oprichting van het pand. Dit houdt in dat niveaus moeten worden gemeten van onderdelen van de gevel die bij de bouw waterpas zijn gesteld. Dergelijke onderdelen kunnen zijn: een lintvoeg, een gevellijst, kozijnaansluitingen, puibalken en andere destijds in één horizontaal vlak gebouwde onderdelen die over de gehele gevelbreedte voorkomen. De gevel wordt van de linker- tot rechterzijde gemeten. Hierbij geldt het uitgangspunt dat het hoogste niveau van de gemeten punten in de gevel de waarde 0 (nul) krijgt en dat lagere niveaus (zettingen) een negatieve waarde krijgen. Bij panden die deel uitmaken van een serie gebouwen met gemeenschappelijke bouwmuren, kan er voor gekozen worden om ook de aangrenzende panden te meten. Op deze wijze kunnen hoekverdraaiingen van funderingselementen zo veel mogelijk buiten beschouwing worden gehouden. De lintvoegmeting is niet geschikt om (actuele) zakkingsnelheden vast te stellen. Met een precisie waterpassing kan wel de zakkingsnelheid over enkele jaren gemeten worden. Bij een dergelijke meting wordt vanaf een vast punt in de omgeving (bijvoorbeeld een gefundeerde put) de gevel ingemeten met behulp van vaste punten die hierin zijn aangebracht (zoals keilbouten). Kwalificatiemethodiek De resultaten van de lintvoegmeting worden in een tabel c.q. grafiek weergegeven en geven een compleet beeld van de zakkingverschillen die sinds de bouw in de gevels zijn opgetreden. Het risico van een verzakking wordt bepaald aan de hand van de rotatie. Om de rotatie te kunnen bepalen dient de onderlinge afstand van de meetpunten aan de gevel te worden gemeten. Hierbij geldt een maximale onderliggende afstand van 10 meter. De nauwkeurigheid van de lintvoegmeting is beperkt tot circa 2,5 mm. Dit als gevolg van maatafwijkingen in de stenen, het metselproces en de meetmethode. Uit de zakkingsverschillen en de afstanden tussen de meetpunten kan worden herleid op welke wijze het metselwerk van de gevels vervormd is. Deze vervormingen kunnen scheurvorming veroorzaken. Bij welke rotaties scheurvorming begint op te treden, is afhankelijk van de geometrie en de samenhang van de constructie, de gebruikte bouwmaterialen en het tijdsverloop van de zakkingverschillen. Gelijkmatige zakking of scheefstand van een pand hoeft dus niet tot schade te leiden. Grote zakkingverschillen op korte afstand kan wel schade veroorzaken. Beide situaties kunnen op gebreken in de fundering duiden. De beoordeling hiervan dient echter in combinatie met andere onderdelen van het funderingsonderzoek plaats te vinden. object pagina 13

15 5.0 - Richtlijn F3O Bij de beoordeling van de meetresultaten worden de richtlijnen van F3O aangehouden. De organisatie F3O is een brancheorganisatie waarin ingenieursbedrijven zich verenigd hebben. F3O staat voor Organisatie Onafhankelijk Onderzoek Funderingen. De brancheorganisatie verenigt partijen die onderzoek uitvoeren naar bestaande funderingen. Om het kwaliteitsniveau van funderingsonderzoeken te verhogen zijn er door de organisatie twee richtlijnen uitgeschreven, te weten: Onderzoek en beoordeling van funderingen op staal (ondiepe funderingen) eerste versie, 17 januari 2012 Richtlijn onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen september 2012 In beide richtlijnen staat uitgeschreven op welke wijze een volledig onderzoek naar de fundering uitgevoerd kan worden. Binnen de expertise en kaders van de Monumentenwacht Noord-Holland kunnen wij enkele elementen van deze funderingonderzoeken uitvoeren. De richtlijnen van F3O bevatten een methode om resultaten uit een lintvoegmeting, vloerwaterpassing en loodmeting te beoordelen op hun ernst. De beoordelingwijze die in dit verslag gehanteerd wordt is afkomstig uit de F3O richtlijnen. Beoordelingwijze van de scheefstand volgens F3O: Rotatie Schade typering Benaming risico/conditie niveau < 1:300 Geen Nihil/Goed 1:300 tot 1:200 Architectonisch Klein/Redelijk 1:200 to 1:100 Architectonisch Matig 1:100 tot 1:75 Constructief Groot/Slecht > 1:75 Constructief Zeer groot/zeer slecht De beoordelingswijze gaat uit van de berekende rotatie. De rotatie (draaiinghoek) stelt het zakkingverschil in perspectief tot de onderlinge afstand van de meetpunten. Des te kleiner de rotatie, des te groter het onderlinge zakkingverschil. Voorbeeldberekening van de rotatie: - een pand is 4,8 m breed - het gemeten zakkingverschil tussen de linker en de rechter bouwmuur is 24 mm. - de rotatie is dan 24 mm / 4800 mm = 1:200 object pagina 14