Platgetreden paden in reisadvertenties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Platgetreden paden in reisadvertenties"

Transcriptie

1 Platgetreden paden in reisadvertenties Een experimenteel onderzoek naar de effecten van adjectieven met verschillende frequentie en intensiteit Bachelorscriptie Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Tekst en Communicatie Begeleiders: dr. M.B.J. Mos dr. C.H. van Wijk Emiel van den Hoven S541900

2 Juli 2011 II

3 Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek 1.2 Intensiverende adjectieven 1.3 Invloed van intensiteit op overtuigingskracht 1.4 Woordfrequentie-effecten 1.5 Een model van de besproken effecten 1.6 Onderzoeksvraag en hypotheses 2 Methode 2.1 Materiaal 2.2 Instrumentatie 2.3 Samenstelling respondentgroep 2.4 Procedure 2.5 Verwerking van gegevens 3 Resultaten 3.1 Tekstwaardering 3.2 Overtuigingskracht 4 Discussie 4.1 Conclusies 4.2 Discussie Literatuur III II

4 Samenvatting Reisadvertentieteksten bevatten veel intensiverende adjectieven. Dit zijn adjectieven met een versterkte betekenis, zoals prachtig, waar ook mooi gebruikt kan worden. Sommige intensiverende adjectieven komen vaker voor dan andere en sommige zijn intenser dan andere. Het is goed mogelijk dat de frequentie en de intensiteit van de gebruikte adjectieven invloed hebben op hoe lezers de tekst waarderen, en op de overtuigingskracht van de tekst. Zo zou het kunnen dat lezers een bepaald intens adjectief zo vaak zijn tegengekomen dat het op hen geen intense indruk meer maakt. En taalintensiteit kan invloed hebben op overtuigingskracht, bijvoorbeeld doordat intensere woorden vaak een grotere affectieve betekenis hebben dan minder intense woorden. Lezers koppelen die affectieve betekenis dan aan het onderwerp van de tekst en raken zo overtuigd. In dit onderzoek is nagegaan of minder frequente, intensere adjectieven voor een beter gewaardeerde, overtuigendere tekst zorgen dan frequentere, minder intense adjectieven. Respondenten kregen een reisadvertentie te lezen met lexicale intensiveerders, semantische intensiveerders of stilistische intensiveerders. De lexicale intensiveerders waren het minst intens en het meest frequent en de stilistische intensiveerders waren het meest intens en het minst frequent. De semantische intensiveerders hielden op beide vlakken het midden. Na het lezen van de tekst vulden de respondenten een vragenlijst in waarmee tekstwaardering en overtuigingskracht werden gemeten. Uit de resultaten bleek dat de tekst met semantische intensiveerders aantrekkelijker en beeldender werd gevonden dan de tekst met stilistische intensiveerders. De tekst met stilistische intensiveerders werd ook beeldender gevonden dan de tekst met lexicale intensiveerders, maar minder gepast. De verschillende versies hadden een ander effect op overtuigingskracht bij jongere respondenten dan bij oudere respondenten. Jongere respondenten zagen bij een intensere tekst de reisbestemming eerder als een serieuze kandidaat voor een vakantie, maar zouden minder snel een reis naar de bestemming boeken dan bij een minder intense tekst. Ouderen zagen de reisbestemming juist minder snel als serieuze kandidaat voor een vakantie bij een intensere tekst, maar zouden wel sneller een reis naar die bestemming boeken dan bij een minder intense tekst. III

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Onderstaande tekst is een fragment uit een advertentie in het Brabants Dagblad ( ): Het historische en mooie Andalusië is de meest zuidelijke provincie van het Spaanse vasteland. Het ruige landschap vol olijfboomgaarden, de geweldige cultuursteden en pittoreske dorpjes maken dit gebied tot een fantastische bestemming om zélf te ontdekken! Wat opvalt aan de tekst, is het aantal adjectieven dat wordt gebruikt om aspecten van de reisbestemming te beschrijven. Van de negen zelfstandig naamwoorden zijn er slechts twee die niet gepaard gaan met een adjectief (olijfboomgaarden en gebied). Binnen het genre van reisadvertenties is het echter niet vreemd dat teksten veel adjectieven bevatten. Volgens Hoeken (1995, p.134) bestaan reisadvertenties gemiddeld voor zo n 10% uit adjectieven. Adjectieven worden veel gebruikt in reisadvertenties omdat ze een eenvoudige manier bieden om de perceptie en evaluatie van de schrijver weer te geven (Pierini, 2009). Evaluatie is daarbij het belangrijkst, aangezien het doel van advertenties is om lezers te overtuigen om het product te kopen. Echter, reisbestemmingen worden veelal op dezelfde manier geëvalueerd. Zoveel bestemmingen worden aangeprezen als mooi, zoveel zeeën zijn azuurblauw en zoveel dorpjes zijn pittoresk. De vraag is, of een tekst overtuigender is wanneer er gebruik wordt gemaakt van intensere en minder vaak voorkomende adjectieven. Zijn lezers eerder overtuigd wanneer ze lezen over een wonderschoon landschap dan wanneer ze lezen over een mooi landschap? En, als dat zo is, is dat effect dan toe te schrijven aan de intensiteit van de adjectieven, of aan de originaliteit van het taalgebruik? Met dit onderzoek wordt geprobeerd een antwoord te geven op die vragen. 1.2 Intensiverende adjectieven Er zijn verschillende manieren om een tekst te intensiveren. Renkema (1997) identificeert drie typen intensiveerders: lexicale intensiveerders, semantische intensiveerders en stilistische intensiveerders. Een lexicale intensiveerder is een versterkend woord dat kan worden weggelaten. Een goed idee is een lexicale intensiveerder ten opzichte van een idee. Bij semantische intensiveerders kan een woord worden vervangen door een woord dat minder specifiek is. Zwaarlijvig is bijvoorbeeld een semantische intensiveerder van dik. Stilistische intensiveerders zijn stijlfiguren, zoals vergelijkingen of metaforen. Zo is torenhoog een stilistische intensiveerder ten opzichte van hoog, omdat er een vergelijking wordt gemaakt met een toren. Deze indeling geldt niet alleen voor adjectieven; andere woordklassen kunnen op 1

6 dezelfde manier een tekst intensiever maken. Het werkwoord rennen kan bijvoorbeeld semantisch geïntensiveerd worden tot sprinten. Hier ligt de focus echter op intensiverende adjectieven. Er zijn meer manieren waarop de drie typen intensiveerders van elkaar verschillen. De lexicale intensiveerder mooi, de semantische intensiveerder prachtig en de stilistische intensiveerder wonderschoon verschillen niet alleen van elkaar in de manier waarop, maar ook in de mate waarin ze intensiveren. Wonderschoon is intensiever dan prachtig en prachtig intensiever dan mooi. Mooi is, zoals veel lexicale intensiveerders, wat Taylor (2002) een woord op het basic level noemt. Dit is het niveau in de taxonomie van betekenissen waarop het woord zich bevindt waarmee een concept aangeduid wordt, tenzij er een reden is om het anders te noemen. In Figuur 1 staat een voorbeeld van een dergelijke taxonomie. Mooi en lekker vormen hierbij het basic level. Op niveaus hoger dan het basic level staan minder specifieke betekenissen (goed) en op niveaus lager dan het basic level staan specifiekere betekenissen (prachtig, wonderschoon en heerlijk). Intensere adjectieven zijn specifieker dan minder intense adjectieven, en komen daarom minder vaak voor. Een schrijver die het heeft over een idyllisch plaatsje, gebruikt originelere taal dan een schrijver die het heeft over een mooi plaatsje. Figuur 1 Taxonomie van betekenissen De reden waarom schrijvers ervoor kiezen om een specifiekere term te gebruiken, kan zijn dat er meer informatie nodig is in een bepaalde context. Als er verschillende soorten glazen op tafel staan, dan wordt het woord bierglas gebruikt om naar een bepaald glas te verwijzen, terwijl als er maar een glas staat, simpelweg glas voldoet. Maar er is nog een functie van specifieker taalgebruik. Normaal gesproken zorgt specificatie er ook voor dat lezers zich een concreter beeld kunnen vormen van het 2

7 object waarnaar verwezen wordt. Een bierglas is makkelijker voor te stellen dan een glas. Bij abstracte begrippen als mooi en prachtig gaat dit echter niet op. De reden dat schrijvers ervoor kiezen om een object prachtig te noemen in plaats van mooi, is niet dat lezers zich bij prachtig een concreter beeld kunnen vormen, maar dat lezers bij gebruik van prachtig het idee krijgen dat het object bijzonder mooi is; prachtig wordt alleen gebruikt in gevallen waar mooi niet afdoende is. Naast het feit dat specifiekere woorden minder gebruikt worden, omdat ze zich niet op het basic level bevinden, wordt de specifiekere betekenis ook bepaald door de lagere frequentie van gebruik. Hier wordt in paragraaf 1.4 verder op ingegaan. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat twee nauw samenhangende eigenschappen van semantische en stilistische intensiveerders invloed zouden kunnen hebben op de overtuigingskracht van een tekst: hogere intensiteit en lagere frequentie dan lexicale intensiveerders. Voor er naar effecten van frequentie gekeken wordt, wordt eerst de, uitgebreider onderzochte, invloed van intensiteit op overtuigingskracht behandeld. 1.3 Invloed van intensiteit op overtuigingskracht Hoe werkt overtuiging met behulp van intens taalgebruik? Volgens het Elaboration Likelihood Model (ELM) van Petty en Cacioppo (1986) kan overtuiging bewerkstelligd worden via twee routes: de centrale route en de perifere route. Overtuiging via de centrale route omvat de zorgvuldige overweging van argumenten. Overtuiging via de perifere route vindt plaats op basis van perifere cues, simpele vuistregels, zoals: als de bron aantrekkelijk is, dan heeft hij/zij gelijk. Via welke route overtuiging plaatsvindt, hangt af van hoe grondig het bericht wordt verwerkt. Bij grondige verwerking, die plaatsvindt mits ontvangers de motivatie en de capaciteit hebben die hiervoor nodig is, verloopt overtuiging waarschijnlijk via de centrale route. Als ontvangers niet de motivatie en/of capaciteit hebben om het bericht te verwerken, dan verloopt overtuiging waarschijnlijk via de perifere route. De intensiteit van het taalgebruik in een tekst is geen argument dat zorgvuldig onderzocht wordt; het is een perifere cue. Het kan er op verschillende manieren voor zorgen dat overtuiging waarschijnlijker wordt, maar alleen als het bericht op een manier verwerkt wordt waarbij de argumenten niet zorgvuldig overdacht worden. Een voorbeeld van hoe overtuiging met behulp van intens taalgebruik werkt, komt van Hamilton, Hunter en Burgoon (1990). Zij legden meer en minder intense teksten voor aan respondenten. Daarna werd overtuigingskracht gemeten. Uit de resultaten bleek dat taalintensiteit op verschillende manieren effect had op overtuigingskracht. Een daarvan was dat geïntensiveerd taalgebruik de geloofwaardigheid van de bron verhoogde en daardoor de tekst overtuigender maakte. Een andere manier was dat intensiteit de begrijpelijkheid van de tekst verhoogde en dat daardoor de overtuigingskracht verhoogd werd. 3

8 Hoeken (1995) onderzocht eveneens de invloed van geïntensiveerd taalgebruik op overtuigingskracht. Hij liet in een onderzoek met een reisadvertentie respondenten een van twee verschillende teksten lezen. De ene tekst bevatte adjectieven met een voornamelijk affectieve betekenis (zoals beautiful) en de andere adjectieven met een voornamelijk conceptuele betekenis (zoals prehistoric). Hiervan werd het effect op overtuigingskracht gemeten. De respondenten werden opgedeeld in twee groepen; respondenten met een lage need for cognition (NFC; behoefte aan cognitieve inspanning) en respondenten met een hoge NFC. NFC werd vastgesteld met een standaardvragenlijst. NFC voorspelt langs welke route lezers de tekst verwerken. Respondenten met een lage NFC verwerken de tekst eerder via de perifere route, terwijl respondenten met een hoge NFC de tekst eerder via de centrale route verwerken. Uit de resultaten bleek dat bij lezers die de tekst via de centrale route verwerkten, conceptuele adjectieven een beter effect op overtuigingskracht hadden dan affectieve adjectieven. Dit kwam overeen met de verwachting, omdat conceptuele adjectieven meer feitelijke informatie en dus sterkere argumenten bieden dan affectieve adjectieven. Bij lezers die de tekst verwerkten via de perifere route was er geen verschil in overtuigingskracht, wat wel verwacht werd, omdat affectieve betekenis als perifere cue effect kan hebben op overtuigingskracht. De positieve gevoelens die de affectieve adjectieven op moesten roepen, zouden geassocieerd moeten worden met het attitudeobject (de reis). Hoeken draagt als reden voor het ontbreken van dit effect aan, dat respondenten die de tekst via de perifere route zouden moeten verwerken, degenen met de relatief lage NFC, waarschijnlijk toch beïnvloed zijn door argumenten in de tekst. De twee routes zijn immers de uitersten van een continuüm; normaliter spelen zowel argumenten als perifere cues in een bepaalde mate een rol in de verwerking. In het geval dat argumenten en perifere cues beide een rol hebben gespeeld in de verwerking bij respondenten met een lage NFC, hebben perifere cues in de affectieve tekst dezelfde overtuigingskracht gehad als argumenten in de conceptuele tekst. Uit deze twee onderzoeken komen al drie manieren naar voren waarop taalintensiteit invloed kan hebben op overtuigingskracht. Ten eerste kan de geloofwaardigheid van de bron verhoogd worden. De vuistregel als een bron geloofwaardig is, dan heeft hij/zij gelijk, speelt dan een rol bij de overtuiging. Ten tweede kan de begrijpelijkheid van de tekst verhoogd worden, waardoor de capaciteit om de tekst te verwerken bij sommige lezers verhoogd wordt. Dit is geen perifere cue; er wordt alleen een drempel weggehaald. En ten derde kan de positieve affectieve betekenis van intensiveerders geassocieerd worden met het attitudeobject. Zoals eerder is opgemerkt, worden in reisadvertenties vaak dezelfde veelvoorkomende intensiveerders gebruikt. De mogelijkheid bestaat dat de frequentie waarmee intensiveerders voorkomen, ook effect heeft op overtuigingskracht. 4

9 1.4 Woordfrequentie-effecten In paragraaf 1.2 werd gesteld dat de specifiekere betekenis van woorden als prachtig, vergeleken met mooi, afhing van de frequentie waarmee die woorden voorkwamen. De totstandkoming van die specifiekere betekenis wordt uitgelegd door Dahl (2001). Volgens hem neemt de waarde van woorden af naarmate ze meer gebruikt worden. Woorden zijn, net als geld, onderhevig aan inflatie. Het werkt als volgt: een woord wordt eerst alleen gebruikt in speciale gevallen. Men heeft het bijvoorbeeld eerst alleen over een prachtig schilderij wanneer het schilderij uitzonderlijk mooi is. Maar wanneer het, om wat voor reden dan ook, vaker gebruikt wordt, dus ook voor schilderijen die niet bijzonder mooi zijn, wordt prachtig als woord steeds minder waard. Uiteindelijk kan de bijzonderheid van echt mooie schilderijen niet meer met het woord prachtig worden omschreven, en moet er een nieuw woord worden gebruikt dat alleen geldt voor die bijzondere gevallen, zoals wonderschoon. Zo hangen intensiteit, specifieke betekenis en frequentie dus nauw met elkaar samen. Hogere woordfrequentie heeft echter niet alleen maar negatieve effecten op overtuigingskracht. Dat blijkt uit het mere-exposure effect, uitgelicht door Zajonc (1968). Dit effect houdt in dat enkel blootstelling aan een object er al voor zorgt dat de attitude ten opzichte van dat object positiever wordt. Voor woorden betekent dit dat de affectieve connotatie van een woord toeneemt naarmate het woord vaker voorkomt. Zajonc (1968) onderzocht dit effect in een onderzoek met nonsenswoorden. Proefpersonen kregen zogenaamde Turkse adjectieven te zien en te horen, en moesten ze daarna nazeggen. De proefpersonen kregen te horen dat het onderzoek ging om het leren van uitspraak. De woorden werden in verschillende frequenties aangeboden. Sommige woorden kwamen bijvoorbeeld maar 1 of 2 keer voor en andere 25 keer. Na afloop moesten de proefpersonen raden of de woorden een positieve of een negatieve betekenis hadden. Aan frequentere woorden werd vaker een positieve betekenis toegekend dan aan minder frequente woorden. Dit is maar een van vele onderzoeken die Zajonc (1968) beschrijft, waaruit blijkt dat hoge frequentie een positief effect heeft op attitude. Dus hoewel de intensiteit van een woord afneemt naarmate het vaker voorkomt, neemt de affectieve connotatie toe. En beide effecten kunnen via de perifere route invloed hebben op overtuigingskracht. 1.5 Een model van de besproken effecten In het model in Figuur 2 staan alle effecten van taalintensiteit en frequentie die besproken zijn. Het model is gebaseerd op het ELM-model (Petty & Cacioppo, 1986). In het model is te zien dat de intensiteit van het taalgebruik drie effecten heeft. Ten eerste zorgt intensere taal voor een verhoging van de capaciteit van de lezer om de tekst via de centrale route te verwerken. Dit leidt niet direct tot een overtuigendere tekst; alleen als de argumentatie sterk is. Ten tweede verhoogt intens taalgebruik de geloofwaardigheid 5

10 van de bron, en een hogere geloofwaardigheid van de bron zorgt voor een overtuigendere tekst, mits die via de perifere route verwerkt wordt (O Keefe, 2002, p.149). En ten derde heeft intens taalgebruik een grotere affectieve betekenis, die ook tot overtuiging kan leiden via de perifere route, doordat het positieve gevoel dat door zulk taalgebruik wordt opgeroepen, geassocieerd kan worden met het attitudeobject (Hoeken, 1995, p.147). Verder is in het model te zien dat woordfrequentie twee effecten heeft. Ten eerste zijn hoogfrequente woorden minder intens dan laagfrequente woorden, omdat ze door het inflatie-effect minder waard zijn geworden (Dahl, 2001). En ten tweede hebben hoogfrequente woorden een grotere affectieve betekenis dan laagfrequente woorden, vanwege het mere-exposure effect (Zajonc, 1968). Dit laatste effect leidt tot een tegenstelling: een hoge woordfrequentie zorgt voor een grote affectieve betekenis, maar hoogfrequente woorden zijn tegelijkertijd minder intens, en hebben daardoor een minder grote affectieve betekenis dan laagfrequente, vaak intensere woorden. Maar, hoewel frequentie intensiteit beïnvloedt, kunnen frequentie en intensiteit niet gelijkgesteld worden. Er zijn bijvoorbeeld ook laagfrequente woorden met een lage intensiteit. Het is daarom goed mogelijk dat deze tegengestelde effecten naast elkaar bestaan. Een andere, ogenschijnlijk vreemde, conclusie die uit het model getrokken kan worden, is dat lage woordfrequentie indirect zorgt voor een begrijpelijkere tekst. Dit lijkt onwaarschijnlijk, maar het moet in acht worden genomen dat de woorden die dit model betreft niet zo infrequent zijn dat een gemiddelde lezer ze niet kent. Frequentie speelt daarom enkel een rol in de begrijpelijkheid van een tekst via het effect op intensiteit. Figuur 2 Effecten van taalintensiteit en frequentie binnen het ELM In dit onderzoek wordt gekeken wat het effect van lexicale, semantische en stilistische intensiveerders is op overtuigingskracht. Van de hiervoor besproken factoren 6

11 die effect hebben op overtuigingskracht, zijn er twee die ook invloed kunnen hebben op hoe lezers de tekst waarderen. Taalintensiteit heeft invloed op affectieve betekenis en begrijpelijkheid, en frequentie heeft ook invloed op affectieve betekenis. Daarom is het van belang om ook te kijken wat de verschillende intensiveerders voor invloed hebben op tekstwaardering. 1.6 Onderzoeksvraag en hypotheses Dit onderzoek richt zich op de volgende onderzoeksvraag: Is een reisadvertentietekst met minder frequente, intensere adjectieven overtuigender dan een reisadvertentietekst met frequentere, minder intense adjectieven? Daarbij worden de volgende vier hypotheses gehanteerd: H1 H2 H3 H4 Een reisadvertentietekst met semantisch intensiverende adjectieven wordt beter gewaardeerd dan een reisadvertentietekst met lexicaal intensiverende adjectieven. Een reisadvertentietekst met stilistisch intensiverende adjectieven wordt beter gewaardeerd dan een reisadvertentietekst met lexicaal intensiverende adjectieven. Een reisadvertentietekst met semantisch intensiverende adjectieven is overtuigender dan een reisadvertentietekst met lexicaal intensiverende adjectieven. Een reisadvertentietekst met stilistisch intensiverende adjectieven is overtuigender dan een reisadvertentietekst met lexicaal intensiverende adjectieven. 7

12 2 Methode 2.1 Materiaal De basistekst bestond uit de advertentie in Figuur 3. Figuur 3 Reisadvertentie De drie experimentele versies zijn gemaakt door op plekken (1) tot en met (11) verschillende intensiveerders te plaatsen (zie Tabel 1). De intensiveerders zijn geselecteerd op basis van drie criteria. Ten eerste moest iedere intensiveerder van het juiste type zijn, dus lexicaal, semantisch of stilistisch. Ten tweede moest de intensiteit oplopen; lexicaal moest het minst intens zijn en stilistisch het meest intens. En ten derde moest de frequentie aflopen, zodat lexicale intensiveerders het meest frequent waren en stilistische intensiveerders het minst frequent. De frequentie is nagegaan met het Corpus Gesproken Nederlands (CGN), dat ongeveer 9 miljoen woorden bevat. Hierbij is enkel gekeken naar orthografische gegevens, dus als het woord ook voorkwam met een 8

13 andere functie (zoals zeker als eerste persoon enkelvoud van het werkwoord zekeren), werd dat ook meegeteld. Bovendien is alleen de vorm zoals die voorkomt in de advertentie gebruikt, dus de frequentie van mooi is bijvoorbeeld niet meegenomen in de telling; alleen die van mooie. Uit analyse met de non-parametrische Friedman-test blijkt dat de lexicale intensiveerders daadwerkelijk frequenter zijn dan de semantische intensiveerders, die op hun beurt frequenter zijn dan de stilistische intensiveerders (χ 2 (2)=14.36, p<.01). Omdat de drie criteria in sommige gevallen met elkaar in conflict waren, is het niet overal gelukt om alle criteria na te leven. Soms is een semantische intensiveerder bijvoorbeeld frequenter dan een lexicale intensiveerder, zoals bij (8), waar hoge frequenter is dan flinke. En soms is een stilistische intensiveerder geen stijlfiguur, zoals absoluut, bij (11). Het doorslaggevende criterium was in die gevallen de oplopende intensiteit. Tabel 1 Intensiveerders per type en frequentie in CGN Lexicaal Semantisch Stilistisch Intensiveerder Frequentie Intensiveerder Frequentie Intensiveerder Frequentie (1) mooie 1582 prachtige 378 wonderschone 3 (2) lichte 107 zonnige 26 zonovergoten 7 (3) zachte 213 milde 16 weldadige 2 (4) rijke 152 weelderige 10 overvloedige 6 (5) opmerkelijke 26 unieke 34 weergaloze 0 (6) aardige 231 gezellige 76 sfeervolle 5 (7) onregelmatige 16 ruige 14 rotsachtige 5 (8) flinke 167 hoge 687 hemelshoge 0 (9) gevarieerde 6 bonte 41 kleurrijke 13 (10) bijzondere 222 indrukwekkende 30 adembenemende 0 (11) echt zeker 6429 absoluut Instrumentatie De vragenlijst bestond uit drie onderdelen: persoonlijke kenmerken, tekstwaardering en overtuigingskracht. Persoonlijke kenmerken Er is gevraagd naar leeftijd, sekse en hoogst genoten opleiding. Tevens zijn er zeven voor het thema relevante achtergrondgegevens bevraagd (zie (1)-(7)). Hierop is steeds 9

14 gereageerd met ja of nee. (1) Ik kom ieder jaar wel een keer op vakantie in het buitenland (2) Ik reis elk jaar wel een keer per vliegtuig (3) Ik ben wel eens naar Madeira geweest (4) Een vliegreis naar Madeira ligt buiten mijn vakantiebudget (5) Ik geef de voorkeur aan actieve vakanties boven strandvakanties (6) Ik vind op vakantie cultuur belangrijker dan natuurschoon (7) Ik kies mijn vakantiebestemming altijd op het Europese vasteland Tekstwaardering Respondenten gaven met een rapportcijfer van 1 tot en met 10 hun algehele waardering van de tekst aan. Daarnaast is tekstwaardering gemeten op de aspecten aantrekkelijk (A1-A3), evocatief (E1-E3), gepast (G1-G3) en begrijpelijk (B1-B3). Elk aspect is bevraagd met drie items die gescoord werden op een zevenpunts oneens/eens-schaal. In Tabel 2 staan alle items De feitelijke samenhang van de items is nagegaan met een principale componentenanalyse onder toepassing van varimaxrotatie. De items vielen uiteen in vier groepen. De verdeling van de items over de groepen kwam precies overeen met de apriori indeling. Per tekstwaarderingsdimensie zijn de drie items samengevoegd tot één schaal. De betrouwbaarheid van de schalen was goed voor aantrekkelijk (Cronbach s alpha =.90), evocatief (Cronbach s alpha =.90) en gepast (Cronbach s alpha =.82). De betrouwbaarheid van de schaal voor begrijpelijk was adequaat (Cronbach s alpha =.79). Tabel 2 Ladingen van de tekstwaarderingsitems na varimaxrotatie aantrekkelijk evocatief gepast begrijpelijk A1 Dit tekstje is plezierig geschreven A2 Dit tekstje is prettig geschreven A3 Dit tekstje is aangenaam geschreven E1 Bij dit tekstje komen voorstellingen bij me op , E2 Bij dit tekstje kan ik me goed een plaatje maken E3 Bij dit tekstje zie ik allerlei beelden G1 Dit tekstje is overdreven van toon G2 Dit tekstje is aanstellerig van toon G3 Dit tekstje is hoogdravend van toon B1 Dit tekstje is rommelig

15 B2 Dit tekstje is vaag B3 Dit tekstje is warrig Percentage verklaarde variantie Noot Achtergrond gearceerd bij een factorlading van.50 of meer Overtuigingskracht Overtuigingskracht is bepaald door overtuigingen, attitude en gedragsintenties te meten. Vier overtuigingen (zie (8)-(11)) zijn gemeten met een zevenpunts oneens/eens-schaal. (8) Bij een vakantie op Madeira krijg ik veel natuurschoon te zien (9) Met een vakantie op Madeira kom ik in een verrassend landschap terecht (10) Een vakantie op Madeira biedt genoeg mogelijkheden om me te ontspannen (11) Madeira is de moeite waard om te ontdekken De attitude ten opzichte van een vakantie op Madeira is gemeten met vier semantische differentialen (zie (12)). De betrouwbaarheid van de schaal was adequaat (Cronbach s alfa =.76). (12) Mij lijkt een vakantie op Madeira: voorspelbaar - verrassend boeiend - saai afwisselend - eentonig gewoon - bijzonder Gedragsintenties zijn gemeten met vier ja/nee-vragen (zie (13)-(16)). (13) Ik wil graag meer weten over Madeira als vakantiebestemming (14) Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie (15) Ik denk dat ik ooit wel eens naar Madeira op vakantie ga (16) Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan 2.3 Samenstelling respondentgroep In totaal namen 286 respondenten deel aan het onderzoek: 146 mannen en 140 vrouwen. De leeftijd varieerde van 17 tot en met 82 jaar, met een gemiddelde van 38.5 (sd=15.7). Leeftijd verschilde niet significant tussen sekse (man:37.6, vrouw:39.4, t(284)=0.95, p=.34). Wat betreft leeftijd zijn de respondenten voor de gegevensverwerking opgedeeld in jonger dan of gelijk aan 35 en ouder dan 35. Het opleidingsniveau is opgedeeld in hoog (hbo of universiteit) en niet-hoog (basisonderwijs, vmbo, havo, vwo of mbo). Mannen waren vaker hoogopgeleid dan vrouwen (man: 59.6%, vrouw: 47.9%, χ 2 (1)=3.96, p<.05). Respondenten van 35 jaar of 11

16 jonger waren vaker hoogopgeleid dan respondenten boven de 35 ( 35: 67.4%, >35: 53.8%, χ 2 (1)=18.92, p<.001). 80,1 procent van de respondenten gaf aan ieder jaar wel een keer op vakantie te komen in het buitenland. 50 procent van de respondenten reisde elk jaar wel een keer met het vliegtuig en 26 procent van de respondenten koos zijn/haar vakantiebestemming altijd op het Europese vasteland. 3,9 procent was wel eens naar Madeira geweest. Voor 19,4 procent van de respondenten lag een reis naar Madeira buiten het vakantiebudget. 53,3 procent had een voorkeur voor actieve vakanties boven strandvakanties en 40,5 procent vond cultuur op vakantie belangrijker dan natuurschoon. Jongere respondenten kwamen vaker ieder jaar op vakantie in het buitenland dan oudere ( 35: 85.2%, >35: 75.5%, χ 2 (1)=4.19, p<.05). Ook reisden ze vaker minimaal een keer per jaar met het vliegtuig ( 35: 59.3%, >35: 41.7%, χ 2 (1)=8.77, p<.01). Oudere respondenten gaven vaker dan jongere respondenten aan dat ze altijd op het Europese vasteland op vakantie gingen ( 35: 15.6%, >35: 35.8%, χ 2 (1)=15.04, p<.001). Voor jongere respondenten lag een vakantie naar Madeira vaker buiten het vakantiebudget dan voor oudere ( 35: 24.4%, >35: 14.8%, χ 2 (1)=4.25, p<.05). Oudere respondenten hadden vaker een voorkeur voor actieve vakanties boven strandvakanties dan jongere ( 35: 40.3%, >35: 64.9%, χ 2 (1)=17.27, p<.001). En jongere respondenten vonden op vakantie cultuur vaker belangrijker dan natuurschoon dan oudere ( 35: 48.9%, >35: 32.9%, χ 2 (1)=7.53, p<.01). Hoogopgeleiden gaven vaker aan dat ze jaarlijks op vakantie kwamen in het buitenland dan niet-hoogopgeleiden (wel hoog: 87,0%, niet hoog: 72,0%, χ 2 (1)=10.08, p<.01) en vaker dat ze elk jaar wel een keer per vliegtuig reisden (wel hoog: 59.1%, niet hoog: 39.4%, χ 2 (1)=11.03, p<.01). Minder hoogopgeleiden dan niet-hoogopgeleiden gingen altijd op vakantie op het Europese vasteland (wel hoog: 15.6%, niet hoog: 35.8%, χ 2 (1)=15.04, p<.001). Er waren met sekse, leeftijdscategrie en opleidingsniveau verschillen te zien in de achtergrondgegevens, maar het betrof steeds kleine relatieve verschuivingen. In alle subgroepen waren de deelnemers in de betreffende categorieën steeds in voldoende mate vertegenwoordigd. 2.4 Procedure Respondenten kregen twee teksten met vragen aangeboden, waarvan één tekst voor een ander onderzoek was. De volgorde van de twee teksten was gevarieerd. Van de reisadvertentie kreeg elke respondent een van de drie tekstversies; er werd een tussenproefpersoonontwerp gehanteerd. Op het voorblad van de vragenlijst stond een introductie van het onderzoek, gevolgd door een instructie. Er werd aangegeven dat het doel van het onderzoek was om in kaart te brengen hoe lezers op tekstjes reageren. Respondenten werden geïnstrueerd niet te lang na te denken bij het beantwoorden van de vragen, omdat het om hun eerste indruk ging. Het werd hun duidelijk gemaakt dat de 12

17 antwoorden anoniem verwerkt zouden worden en ze werden bedankt voor de moeite. Afnamen duurden ongeveer een kwartier. 2.5 Verwerking van gegevens Voor de karakterisering van de respondentgroep is gebruik gemaakt van de t-toets en de χ 2 -toets. De samenhang tussen de items is nagegaan met een principale componentenanalyse onder toepassing van varimaxrotatie. De betrouwbaarheid van de schalen is nagegaan met Cronbach s alpha. De effecten op tekstwaardering en overtuigingskracht zijn getoetst met meerweg (M)ANOVA s met als factoren stijl (lexicaal, semantisch, stilistisch), versie (eerste tekst in onderzoek, tweede tekst in onderzoek), leeftijdscategorie ( 35, >35), opleiding (wel hoog, niet hoog) en sekse (man, vrouw). 13

18 3 Resultaten 3.1 Tekstwaardering In Tabel 3 staan de resultaten voor Rapportcijfer en voor Tekstwaarderingen. Bij Rapportcijfer was er geen effect van Stijlkeuze (F<1; alle interacties: F<1.59, p>.20). Bij Tekstwaardering was er een effect van Stijlkeuze (F(8,472)>3,79, p<.001, η 2 =.060; alle interacties: F<1). Univariate analyses lieten zien dat een effect van Stijlkeuze optrad bij gepast (F(2,238)=5.03, p<.01, η 2 =.041; aantrekkelijk: F(2,238)=2.86, p=.059, η 2 =.023; begrijpelijk: F<1; evocatief: F(2,238)=2,89, p=.057, η 2 =.024). Paarsgewijze vergelijkingen lieten zien dat semantisch op de aspecten aantrekkelijk en evocatief hoger scoorde dan lexicaal. Stilistisch scoorde hoger op evocatief dan lexicaal en lager op gepast. Tabel 3 Waardering advertentie in relatie met Stijlkeuze (score is minimaal 1, maximaal 10 respectievelijk 7) Lexicaal Semantisch Stilistisch Rapportcijfer Aantrekkelijk Begrijpelijk Evocatief Gepast Noot Achtergrond gearceerd indien bij paarsgewijze vergelijking significant verschil met Lexicaal 3.2 Overtuigingskracht In Tabel 4 staan de resultaten van Overtuigingen en Attitude in relatie met Stijlkeuze. Bij Overtuigingen was er geen effect van Stijlkeuze (F(8,466)=1.30, p=.24; alle interacties: F<1.26, p>.26). Uit paarsgewijze vergelijkingen bleek dat stilistisch hoger scoorde dan lexicaal op Madeira is de moeite waard om te ontdekken. Stijlkeuze had geen effect op Attitude (F<1; alle interacties: F<1.51, p>.22). 14

19 Tabel 4 Overtuigingen en attitude in relatie met Stijlkeuze (score is minimaal 1, maximaal 7) Lexicaal Semantisch Stilistisch Bij een vakantie op Madeira krijg ik veel natuurschoon te zien ,66 5,86 Met een vakantie op Madeira kom ik in een verrassend landschap terecht Een vakantie op Madeira biedt genoeg mogelijkheden om me te ontspannen 5,22 5,20 5,33 5,02 5,05 5,34 Madeira is de moeite waard om te ontdekken 5,08 5,47 5,58 Attitude ten opzichte van een vakantie op Madeira 4,59 4,58 4,76 Noot Achtergrond gearceerd indien bij paarsgewijze vergelijking significant verschil met Lexicaal In Tabel 5 staan de resultaten van Gedragsintenties in relatie met Stijlkeuze. De percentages geven het deel van de respondentgroep weer dat ja heeft geantwoord. Er waren geen effecten van Stijlkeuze (meer weten: χ 2 (2)=1.59, p=.45; serieuze kandidaat: χ 2 (2)=0.91, p=.64; ooit op vakantie: χ 2 (2)=0.72, p=.70; nu naar Madeira: χ 2 (2)=0.52, p=.77). Tabel 5 Gedragsintenties in relatie met Stijlkeuze (in percentages) Lexicaal Semantisch (N=95) (N=95) Stilistisch (N=96) Ik wil graag meer weten over Madeira als vakantiebestemming Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie Ik denk dat ik ooit wel eens naar Madeira op vakantie ga Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan Noot Achtergrond gearceerd indien bij paarsgewijze vergelijking significant verschil met Lexicaal Stijlkeuze bleek in twee gevallen een interactie te laten zien met leeftijd: bij serieuze kandidaat (χ 2 (3)=8.19, p<.05) en bij nu naar Madeira (χ 2 (3)=10.47, p<.025). Deze resultaten staan in Tabel 6. De percentages geven weer het deel van de respondentgroep weer dat ja heeft geantwoord. In Figuur 4 is te zien dat jongere respondenten Madeira eerder als serieuze kandidaat voor een vakantie zien wanneer de tekst semantisch of stilistisch is geïntensiveerd dan wanneer de tekst lexicaal is geïntensiveerd, en dat oudere respondenten na het lezen van de stilistisch geïntensiveerde versie Madeira minder snel als serieuze kandidaat zien voor een vakantie dan na het lezen van de lexicaal of semantisch geïntensiveerde versie. In Figuur 5 is te zien dat enkele jongere respondenten na het lezen van de lexicaal of semantisch geïntensiveerde versie naar Madeira zouden gaan, als ze op dat moment een reis zouden boeken. Geen enkele jongere respondent zou een reis naar Madeira boeken na het lezen van de stilistisch geïntensiveerde versie. Oudere respondenten die de semantisch of stilistisch geïntensiveerde versie hadden gelezen, zouden eerder naar Madeira gaan als ze op dat moment konden boeken dan oudere respondenten die de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen. 15

20 Tabel 6 Gedragsintenties in relatie met Stijlkeuze en Leeftijd (in percentages) Leeftijd Lexicaal (N=95) Semantisch (N=95) Stilistisch (N=96) Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie > Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan > Figuur Gedragsintentie serieuze kandidaat in relatie met Stijlkeuze en Leeftijd (in percentages) 35 > Figuur Lexicaal Semantisch Stilistisch Gedragsintentie nu naar Madeira in relatie met Stijlkeuze en Leeftijd (in percentages) 35 > Lexicaal Semantisch Stilistisch 16

21 4 Discussie 4.1 Conclusies Een reisadvertentietekst met minder frequente, intensere adjectieven kan overtuigender zijn dan een reisadvertentietekst met frequentere, minder intense adjectieven. Dit effect is niet erg sterk; bij slechts een overtuiging was een direct effect te zien wanneer de stilistisch geïntensiveerde versie vergeleken werd met de lexicaal geïntensiveerde versie. Op het moment dat de respondentengroep in tweeën werd gedeeld op basis van leeftijd, kwamen meer effecten tevoorschijn. Op dat moment waren er ook (meerduidige) effecten op gedragsintentie te zien. De reisadvertentietekst met semantische intensiveerders kreeg geen hoger rapportcijfer dan de versie met lexicale intensiveerders. Hij werd echter wel aantrekkelijker en meer evocatief gevonden. H1 is dus deels bevestigd: in sommige opzichten wordt een reisadvertentietekst met semantische intensiveerders beter gewaardeerd dan een reisadvertentietekst met lexicale intensiveerders, maar de algehele waardering verschilt niet. De versie met stilistische intensiveerders verschilde ook niet van de versie met lexicale intensiveerders qua rapportcijfer. De stilistisch geïntensiveerde versie werd wel meer evocatief gevonden dan de versie met lexicale intensiveerders, maar minder gepast. H2 is dus grotendeels ontkracht: een reisadvertentietekst met stilistische intensiveerders wordt niet beter gewaardeerd dan een reisadvertentietekst met lexicale intensiveerders, behalve dat hij meer evocatief wordt gevonden, en hij wordt zelfs minder gepast gevonden. H3 is eveneens deels ontkracht en deels bevestigd. Er was geen direct verschil in overtuigingskracht tussen de semantisch geïntensiveerde versie en de lexicaal geïntensiveerde versie. Overtuigingen en attitude verschilden niet tussen de stijlen. Alleen de gedragsintenties Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie en Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan lieten een effect zien wanneer de respondentgroep opgedeeld werd in jongere en oudere respondenten. Voor oudere respondenten was Madeira een even serieuze kandidaat voor een vakantie na het lezen van de lexicaal geïntensiveerde versie als na het lezen van de semantisch geïntensiveerde versie. De intentie om naar Madeira te gaan als ze nu een reis zouden boeken, was echter eerder aanwezig bij oudere respondenten wanneer ze de semantisch geïntensiveerde versie hadden gelezen dan wanneer ze de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen. Voor jongere respondenten was Madeira minder snel een serieuze kandidaat voor een vakantie wanneer ze de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen dan wanneer ze de semantisch geïntensiveerde versie hadden gelezen. Er was bij jongere respondenten geen verschil in intentie om een reis naar Madeira te boeken tussen degenen die de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen en degenen die de semantisch geïntensiveerde versie hadden gelezen. H4 is ook deels bevestigd; er was wel een verschil in overtuigingskracht tussen de lexicaal en de stilistisch geïntensiveerde versie. De overtuiging Madeira is de moeite 17

22 waard om te ontdekken scoorde significant hoger bij de stilistisch geïntensiveerde versie. Er was geen verschil in attitude en geen direct verschil in gedragsintentie, maar ook hier was er bij de gedragsintenties Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie en Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan wel een verschil te zien wanneer de respondenten opgedeeld werden in een jongere en een oudere groep. Oudere respondenten vonden Madeira na het lezen van de stilistisch geïntensiveerde versie minder snel een serieuze kandidaat voor een vakantie dan na het lezen van de lexicaal geïntensiveerde versie. Echter, ze gaven eerder aan op dat moment een vakantie te willen boeken naar Madeira wanneer ze de stilistisch geïntensiveerde versie hadden gelezen dan wanneer ze de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen. Voor jongere respondenten was Madeira eerder een serieuze kandidaat voor een vakantie wanneer ze de stilistisch geïntensiveerde versie hadden gelezen dan wanneer ze de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen. Maar geen enkele jongere respondent die de stilistisch geïntensiveerde tekst had gelezen, zou een reis naar Madeira boeken, terwijl er tussen de jongeren die de lexicaal geïntensiveerde versie hadden gelezen, er wel enkele waren die een reis naar Madeira zouden boeken. 4.2 Discussie Uit dit onderzoek bleek dat een reisadvertentie met intens taalgebruik in het algemeen niet beter gewaardeerd wordt dan een reisadvertentie met minder intens taalgebruik. Taalintensiteit had echter wel wat effecten op overtuigingskracht. De leeftijd van de lezer speelde een grote rol bij de vraag of intensiteit en frequentie invloed hadden op overtuigingskracht. Bij beide leeftijdsgroepen waren schijnbaar tegenstrijdige resultaten te zien wanneer de gedragsintenties werden bekeken. De jongere groep vond Madeira een serieuzere kandidaat voor een vakantie naarmate de taalintensiteit opliep, maar de intentie om daadwerkelijk een reis naar Madeira te boeken, nam juist af naarmate de intensiteit van de tekst toenam. Bij de oudere groep was een tegenovergesteld effect te zien. Zij vonden bij een intensere tekst Madeira minder snel een serieuze kandidaat voor een vakantie, maar hadden bij een intensere tekst wel eerder de intentie om te boeken dan bij een minder intense tekst. De verschillen tussen de jongere en oudere respondenten zijn te verklaren door de persoonlijke kenmerken in acht te nemen. Voor jongere respondenten lag een vakantie naar Madeira vaker buiten hun vakantiebudget dan voor oudere respondenten. Daarnaast hadden oudere respondenten vaker voorkeur voor een actieve vakantie in een natuuromgeving, volgens de tekst op Madeira goed mogelijk, terwijl jongere respondenten een voorkeur hadden voor strandvakanties en cultuur, waar in de tekst nauwelijks iets over staat. Het is dus niet vreemd dat ouderen vaker de gedragsintenties onderschrijven dan jongeren. Het verschil binnen de leeftijdsgroepen is als volgt te interpreteren: bij een weinig intense tekst, geven relatief veel ouderen aan Madeira een serieuze kandidaat te vinden voor een vakantie. De tekst is immers neutraal; weinig mensen worden erdoor afgeschrikt, en de drempel om Madeira als kandidaat voor een vakantie te zien is niet zo 18

23 hoog. Relatief weinig van deze respondenten zijn echter bereid om daadwerkelijk te boeken. Bij een intense tekst zien minder oudere respondenten Madeira als een serieuze kandidaat voor een vakantie (misschien omdat ze afgeschrikt worden door het ongepaste, onzakelijke taalgebruik), maar als ze Madeira wel als serieuze kandidaat zien (wellicht zijn dit degenen die het intense taalgebruik waarderen), dan is de kans groter dat ze daadwerkelijk boeken. Bij jongeren is het verschil in scores op de gedragsintentie Als ik nu een reis zou boeken, dan zou ik naar Madeira gaan, tussen de verschillende versies überhaupt klein. Bij de lexicaal en semantisch geïntensiveerde versie is 2 procent het hiermee eens, en bij de stilistisch geïntensiveerde versie 0 procent. Jongere respondenten zijn dus in het algemeen niet van plan om een vakantie naar Madeira te boeken. Afgaand op de gedragsintentie Ik vind Madeira een serieuze kandidaat voor een vakantie, kan gesteld worden dat een intensere tekst bij jongere lezers waarschijnlijk overtuigender is dan een minder intense tekst. Het is met dit onderzoek niet duidelijk geworden welke rol frequentie speelt in het overtuigingsproces. Zoals in de inleiding is beargumenteerd, speelt frequentie een zodanige rol in de totstandkoming van betekenis, dat een specifieke betekenis, die vaak intens is in het geval van adjectieven, vaak samenvalt met een lage frequentie. Om erachter te komen of lage frequentie er ook zonder de invloed van intensiteit voor kan zorgen dat een tekst overtuigender wordt, moet een onderzoek worden opgezet waarin woorden worden gebruikt die zowel laagfrequent als niet-intens zijn. De vraag is echter of zulke woorden een meerwaarde aan overtuigingskracht bezitten. De effecten van frequentie op overtuigingskracht die in de inleiding zijn behandeld, hadden namelijk ofwel via taalintensiteit, ofwel via affectieve betekenis effect op overtuigingskracht, maar niet enkel door frequentie. Het verdient wel aanbeveling om in een eventueel vervolgonderzoek rekening te houden met de frequentie van woorden binnen het genre. De frequentie waar in dit onderzoek mee is gewerkt, is de frequentie in het CGN. En hoewel sommige woorden in het algemeen niet frequent zijn, komen ze binnen het genre van reisadvertenties wel vaak voor. Het zou zo kunnen zijn dat die woorden binnen het genre minder intens worden bevonden dan daarbuiten. Zoals is aangegeven in de inleiding, als alle dorpjes die in reisadvertenties voorkomen pittoresk zijn, dan daalt daarmee wellicht de waarde, en dus de intensiteit, van het woord pittoresk in reisadvertenties. Om de rekening te houden met de frequentie van woorden binnen het genre, moet gebruik worden gemaakt van een corpus van reisadvertenties. Zo kan dit probleem worden omzeild, en kan er gekeken worden of een originele reisadvertentie, in dit geval een advertentie met laagfrequente woorden, overtuigender is dan een reisadvertentie zoals alle andere. 19

24 Literatuur Dahl, Ö. (2001). Inflationary effects in language and elsewhere. In J.L. Bybee & P. Hopper (Eds.), Frequency and the emergence of linguistic structure (pp ). Amsterdam: John Benjamins. Hamilton, M.A., Hunter, J.E. & Burgoon. M. (1990). An empirical test of an axiomatic model of the relationship between language intensity and persuasion. Journal of Language and Social Psychology, 9, Hoeken, H. (1995) The effect of style on persuasiveness. In The design of persuasive texts: Effects of content, structure, and style on attitude formation (pp ) Ongepubliceerd doctoraal proefschrift, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit van Tilburg. O Keefe, D.J. (2002). Persuasion: Theory and research. Londen, Engeland: Sage. Petty, R.E. & Cacioppo, J.T. (1986) The elaboration likelihood model of persuasion. Advances in Experimental Social Psychology, 19, Pierini, P. (2009). Adjectives in tourism English on the web: A corpus-based study. Círculo de Lingüística Aplicada a la Comunicación, 40, Renkema, J. (1997). Geïntensiveerd taalgebruik: Een analyseschema. In: H. van den Bergh, D. Janssen, N. Bertens & M. Damen (Red.) Taalgebruik Ontrafeld. Dordrecht: Foris, Taylor, J. R. (2002). Cognitive Grammar. New York: Oxford University Press. Zajonc, R.B. (1968). Attitudinal effects of mere exposure. Journal of Personality and Social Psychology Monograph Supplement, 9(2),

LEXICALE VARIATIE IN RECLAMETEKSTEN Effecten van intensiveringen op lezers van een reclameboodschap

LEXICALE VARIATIE IN RECLAMETEKSTEN Effecten van intensiveringen op lezers van een reclameboodschap LEXICALE VARIATIE IN RECLAMETEKSTEN Effecten van intensiveringen op lezers van een reclameboodschap Verslag Bachelorafstudeerproject Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Hoe affectiever, hoe liever?

Hoe affectiever, hoe liever? Hoe affectiever, hoe liever? Een experimenteel onderzoek naar effecten van affectief geïntensiveerd taalgebruik in relatie met genre, leeswijze en interesse Master Thesis Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Intensivering voor jong en oud: van (spuug)zat tot vertrouwd

Intensivering voor jong en oud: van (spuug)zat tot vertrouwd Intensivering voor jong en oud: van (spuug)zat tot vertrouwd Effecten van in editorials en advertorials in vrouwentijdschriften op tekstwaardering en overtuigingskracht Audrey Theunissen ANR: 707930 Masterscriptie

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

OVERTUIGEND OVERTUIGEN

OVERTUIGEND OVERTUIGEN OVERTUIGEND OVERTUIGEN Experimenteel onderzoek naar de rol van gender van de bron, waargenomen bronkwaliteit en type evidentie in een persuasieve boodschap Bachelor Eindwerkstuk, derde versie Communicatie-

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht

Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht Masterscriptie Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Tekst en Communicatie Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Versie 1.0 (c) Mei 2008, Dr Edwin van Thiel Copyright 123test alle rechten voorbehouden info@123test.nl 1 Over de Nederlandse persoonlijkheidstest Dit document

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA ONDERZOEKSRAPPORT Achtergrond Onderzoeksopzet Regelmatig wordt beweerd dat de familieberichtenpagina de best gelezen pagina van de krant is, ook wanneer lezers weinig tijd hebben zouden zij toch de familieberichtenpagina

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015 Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking Januari 2015 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl Gemeente Deventer 1 Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw?

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Een onderzoek naar de invloed van de sekse van de afgebeelde persoon in een sekseneutrale reclame op de waardering van het product en de persoon

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn Imago-onderzoek 1 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn 1 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting 3 Resultaten ouders Algemene beschrijving ouders 1. Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? 6. Waar

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen Andrew Britt, Volkan Atalay, augustus 2015 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 2 WAARDERING

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Uit onderzoek blijkt dat 75% van de studenten in één keer geslaagd is. óf Bij mij in de klas zijn drie van de vier studenten in één keer geslaagd.

Uit onderzoek blijkt dat 75% van de studenten in één keer geslaagd is. óf Bij mij in de klas zijn drie van de vier studenten in één keer geslaagd. Alet Krikken 2012 Uit onderzoek blijkt dat 75% van de studenten in één keer geslaagd is. óf Bij mij in de klas zijn drie van de vier studenten in één keer geslaagd. Een onderzoek naar de invloed van argumenttype

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis 1 Onderzoeksverantwoording Onderzoek Artsenbezoek Doel onderzoek TNS NIPO heeft in opdracht

Nadere informatie

1. Inleiding. Scriptie Marlou Heijnen - 11 maart 2012

1. Inleiding. Scriptie Marlou Heijnen - 11 maart 2012 Scriptie Marlou Heijnen - 11 maart 2012 1. Inleiding In deze tijd worden we dagelijks geconfronteerd met reclame uitingen. Niet alleen de gedrukte folders die we in de brievenbus krijgen, maar ook wanneer

Nadere informatie

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal?

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Leo Lentz Henk Pander Maat Begrijpelijke financiële communicatie: hypotheken en pensioenen Leo Henk

Nadere informatie

Burgerpeiling communicatie 2014

Burgerpeiling communicatie 2014 Burgerpeiling communicatie 2014 Datum: 22 oktober 2014 Versie 2.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & drs. K. Meeusen Gemeente Midden-Delfland

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014

Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014 Evaluatie SamenOud-lezingen voorjaar 2014 Een evaluatierapport over de SamenOud-lezingen in, en R. Brans September 2014 0 Inhoud 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding... 2 1.2 Doel van de lezingen... 2 1.1

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Een hoge taalintensiteit, trekt dat uw aandacht?

Een hoge taalintensiteit, trekt dat uw aandacht? Een hoge taalintensiteit, trekt dat uw aandacht? Een onderzoek naar het verband tussen taalintensiteit en het trekken van aandacht in een digitale nieuwsbrief Scriptie voor de opleiding Toegepaste Communicatiewetenschap,

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Samenvatting Ruim de helft van alle Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met één of meer gemeentelijke diensten. De meeste contacten vinden

Nadere informatie

Hond tegen depressiviteit - vragenlijst -

Hond tegen depressiviteit - vragenlijst - Hond tegen depressiviteit - vragenlijst - Geachte respondent, De Universiteit Utrecht doet momenteel een onderzoek naar overtuigende teksten. Voor dit onderzoek vragen wij u een advertentie te beoordelen.

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved.

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved. CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN 2016 MeMo². All rights reserved. INHOUDSOPGAVE Introductie & Methodologie Campagne Evaluatie Vrouwen Doelstellingen Campagne effecten / single medium, synergie Herkenning

Nadere informatie

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011 SBO de Vlinderboom Bemmel Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011 Haarlem, maart 2011 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl 023

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Sinds 2012 voert Resto VanHarte een jaarlijks onderzoek uit onder haar vrijwilligers. Dit jaar is er een aparte versie gemaakt voor incidentele vrijwilligers

Nadere informatie

Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you

Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you Zijn vmbo-scholieren ervan te overtuigen om een mbo-opleiding te kiezen die kans op werk biedt? NAAM: Oscar van Elferen STUDENTNUMMER: 3390160 STAGEBEDRIJF: Spirit4you

Nadere informatie

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december 2011. door: in opdracht van:

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december 2011. door: in opdracht van: Ouders op (be)zoek Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl december 2011 door: in opdracht van: Inhoudsopgave Voorwoord blz. 3 1. Onderzoeksgroep blz. 4 2. Simulaties blz.

Nadere informatie

Wat is er met motivatie aan de hand?

Wat is er met motivatie aan de hand? Wat is er met motivatie aan de hand? Hans Kuyper GION, mei 2011 Een op veel middelbare scholen voorkomend verschijnsel is dat de leerlingen aan het begin van de eerste klas behoorlijk gemotiveerd zijn

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

LEXICALE VARIATIE. De effecten van taalintensivering op de overtuigingskracht van e-mail nieuwsbrieven

LEXICALE VARIATIE. De effecten van taalintensivering op de overtuigingskracht van e-mail nieuwsbrieven LEXICALE VARIATIE De effecten van taalintensivering op de overtuigingskracht van e-mail nieuwsbrieven Verslag Bachelorafstudeerproject Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Datum: 5 september 2014

Datum: 5 september 2014 Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth Enige tijd geleden heeft onze school BS Rehoboth deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 227360 ouders en

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

C & B Masterscriptie. Marieke Hoetjes. Jos Hornikx. Mark Reessink S

C & B Masterscriptie. Marieke Hoetjes. Jos Hornikx. Mark Reessink S . Cursus: Titel Ondertitel Eerste lezer Tweede lezer Naam Student: Studentnummer: E-mailadres student: C & B Masterscriptie Is een statistisch zwak argument overtuigender dan een anekdotisch sterk argument?

Nadere informatie

Het groen in Oud-West

Het groen in Oud-West Het groen in Oud-West Van 18 tot en met 24 september 2008 kon het bewonerspanel van Oud-West vragen beantwoorden over het groen in Oud-West. Van de 1.106 panelleden hebben er 496 meegedaan. Dit komt neer

Nadere informatie

De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke anekdotische evidentie in het bijzijn van statistische evidentie

De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke anekdotische evidentie in het bijzijn van statistische evidentie De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke anekdotische evidentie in het bijzijn van statistische evidentie Jos Hornikx & Thomas Houët Vanuit normatief oogpunt zou de kwaliteit van

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg Enige tijd geleden heeft onze school Locatie Heelweg deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 200864 ouders

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

FACTSHEET MTO Villa Attent BV, Nijverdal 7,9

FACTSHEET MTO Villa Attent BV, Nijverdal 7,9 Het onderzoek FACTSHEET MTO 2017 Villa Attent BV, Nijverdal Online, van 10 april t/m 22 mei Aantal benaderde medewerkers: 11 Aantal ingevulde vragenlijsten: 11 Respons: 100% Algemene waardering voor Villa

Nadere informatie

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Toekomstgericht onderwijs Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1. Toelichting op de gebruikte instrumenten en begrippen... 4 1.1 Participanten... 4 1.2 Instrumenten...

Nadere informatie

Inhoud. Bijlage A: Ingevulde vragenlijsten 1-80 Bijlage B: Ingevulde vragenlijsten

Inhoud. Bijlage A: Ingevulde vragenlijsten 1-80 Bijlage B: Ingevulde vragenlijsten Inhoud 1. Inleiding Blz. 1 2. Theoretisch kader Blz. 2 2.1 Argumentatietype Blz. 3 2.2 Aantal argumenten Blz. 4 3. Methode Blz. 4 3.1 Design Blz. 4 3.2 Materiaal Blz. 4 3.2.1 Bronnen Blz. 5 3.2.2 Manipulatie

Nadere informatie