ZIEKTEVERZUIM BELEIDSPLAN OZG

Transcriptie

1 ZIEKTEVERZUIM BELEIDSPLAN OZG Mede gelet op de van de G.M.R. ontvangen reactie 22 april Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Onderwijscentrum Zuid Gelderland op 22 februari Versie maart 2011

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitgangspunten Preventief beleid Curatief beleid Registratie, administratie en ziekteverzuimbeheer Overige of nadere richtlijnen... 7 Bijlage 1: Protocol bij ziekte en re-integratie...9 Bijlage 2a: Verzuimovereenkomst (alle regels samengevat) Bijlage 3: Checklist Bijlage 4: Protocol werkhervatting Bijlage 5: Leidraad voor (telefonisch) gesprek bij ziekmelding Bijlage 6: Leidraad voor een verzuimgesprek Bijlage 7: Leidraad voor huisbezoek Bijlage 8: Leidraad voor werkhervattinggesprek Bijlage 9: Algemene toelichting op de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) Bijlage 10: Adresgegevens

3 1. UITGANGSPUNTEN Dit ziekteverzuimbeleid maakt onderdeel uit van het arbo- en personeelsbeleid van de Stichting Onderwijscentrum Zuid Gelderland, verder genoemd OZG. Dit beleid is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel. Het ziekteverzuimbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van een speciaal hiervoor opgesteld plan. Dit ziekteverzuim beleidsplan is een uitwerking van de regels waaraan het beleid moet voldoen en omschrijft maatregelen ter bevordering van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers. Met andere woorden, het ziekteverzuimbeleid draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat in overeenstemming met de sociale wetgeving en overige relevante regelgeving. Het ziekteverzuimbeleid heeft als algemeen doel: - arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen; - ziekteverzuim tot een minimum te beperken; - de wetgeving op dit gebied na te leven. Verantwoordelijkheid Het bestuur van OZG, de leidinggevenden en de medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor de uitwerking van het ziekteverzuimbeleid aan de hand van het ziekteverzuimbeleidsplan. De Bestuurder zorgt in de eerste plaats voor de invulling van het beleid voor de hele organisatie en voor een adequate overlegstructuur. De leidinggevenden zorgen voor de uitvoering van het beleid. Bestuur en leidinggevenden laten zich in hun werkzaamheden bijstaan door een gecertificeerde Arbodienst (thans: ArboNed). In de jaarlijkse budgetteringsronde worden de activiteiten, die in het kader van het ziekteverzuimbeleid worden verricht, begroot. Plan Het ziekteverzuimbeleidsplan, zoals hieronder weergegeven, bestaat uit drie onderdelen: preventief beleid, ter verbetering van de verdeling tussen werkbelasting en belastbaarheid van personeel; curatief beleid, ter bevordering van het herstel van personeel en spoedige werkhervatting; registratie en administratie. 2. PREVENTIEF BELEID Voorkomen is beter dan genezen, luidt het spreekwoord. Preventief beleid houdt in dat mogelijke oorzaken van verzuim worden gesignaleerd en dat maatregelen worden genomen om verzuim tegen te gaan. Dit gebeurt onder andere aan de hand van: - signalen van de (deskundige) medewerkers (preventiemedewerkers); - individuele gesprekken met medewerkers (functioneringsgesprekken, loopbaangesprekken); - regelmatige teamvergaderingen (waarin verzuim, welzijn en arbeidsomstandigheden worden besproken); - directieoverleg en/of directeurenberaad; - feedback van de medezeggenschapsraden; -2-

4 - risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), en plan van aanpak; - voorlichting over het verzuimbeleid; - het aanbieden van een voor ieder vrij toegankelijk spreekuur over arbeidsomstandigheden. Inzet De leidinggevende van de school probeert ziekteverzuim tot een minimum te beperken door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor de individuele werknemer. De werknemer draagt bij aan de preventie van verzuim door er een gezonde levenswijze op na te houden en problemen tijdig te onderkennen en te bespreken. Het beleid van OZG is er op gericht oorzaken van verzuim zo veel mogelijk uit te sluiten. Alleen als leidinggevende én werknemers zich volledig inzetten voor beperking van het ziekteverzuim en elkaar daarop aanspreken, is het beleid effectief. Medewerkers met preventietaken De bestuurder overlegt met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) over de wijze waarop de preventietaken worden georganiseerd. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de sectordirecteur. De deskundige medewerkers die de bestuurder en de sectordirecteuren bijstaan bij de preventie van arborisico's hebben in ieder geval twee concrete taken: medewerking verlenen aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak en uitvoerende taken (coördinatie signaleren van arbomaatregelen en RI&E uitvoeren op onderdelen) en het adviseren aan en overleggen met de sectordirecteur. Voorlichting In het teamoverleg komt het ziekteverzuim aan de orde en worden kengetallen vergeleken met het voortschrijdend gemiddelde van de sectoren. De bestuurder draagt zorg voor voorlichting over onderwerpen die gezondheid en arbeid aangaan en informeert werknemers over het gehanteerde ziekteverzuimbeleid en de afspraken die hierover zijn gemaakt. Voorlichting is een essentieel onderdeel van de aanpak van ziekteverzuim. Functioneringsgesprek Tijdens de jaarlijkse gesprekkencyclus is het ziekteverzuim een punt op de agenda. Op deze manier kan systematisch worden geïnventariseerd of er (werkgebonden) oorzaken voor het verzuim zijn en kunnen werknemers op hun verzuimgedrag worden aangesproken als hier een noodzaak voor is. Verzuimgesprek De leidinggevende houdt met iedere zieke werknemer contact en heeft eventueel een terugkeergesprek. De leidinggevende houdt met iedereen die vier keer of meer heeft verzuimd in een kalenderjaar een verzuimgesprek. Dit gesprek staat los van actueel verzuim en heeft als onderwerp de oorzaak van het individuele herhaalde verzuimgedrag. Ook de gevolgen van het verzuim voor de school en eventuele wijzigingen in het werk tijdens de verzuimperiode komen tijdens het gesprek aan de orde. Bijlage 6 bevat een leidraad voor een dergelijk verzuimgesprek. -3-

5 Uit het gesprek blijkt of verzuimd werd als gevolg van alleen medische klachten of dat ook arbeids- of privé-omstandigheden een rol spelen. Indien de oorzaak van het verzuim bekend is, proberen werkgever en werknemer tot een oplossing van de problemen te komen. Naar aanleiding van het verzuimgesprek kan worden overwogen om in voorkomende situaties de werkzaamheden tijdelijk aan te passen, dan wel een afspraak te regelen bij de Arbodienst. (NB of er sprake is van een arbeidsongeschiktheid op medische gronden of op niet-medische gronden (bijv. een conflict) is hier niet de vraag; deze vraag word beantwoord door de bedrijfsarts). 3. CURATIEF BELEID In geval van ziekmelding streeft het bestuur van OZG naar het herstel van de werknemer en een zo spoedig mogelijke werkhervatting dan wel reïntegratie. Hoe dit gebeurt, staat hieronder beschreven. Ziekmeldingsprocedure De werknemer meldt zich ziek bij de leidinggevende van de school. Leidinggevende en werknemer dienen zich te houden aan het protocol bij ziekte en re-integratie (ziekteverzuimkalender OZG; zie bijlage 1). De bestuurder ziet er op toe dat de leidinggevenden alle werknemers op de hoogte stellen van het protocol bij ziekte en re-integratie en voorziet de leidinggevenden van een leidraad voor het voeren van een (telefonisch) gesprek bij ziekmelding (zie bijlage 5). De bestuurder maakt afspraken met de Arbodienst over het verrichten van de verzuimbegeleiding. Dit gebeurt om inzicht te krijgen in mogelijk werk gerelateerd verzuim en om onterechte ziekmelding tegen te gaan. Betrokkenheid De leidinggevende stimuleert de betrokkenheid van collega s bij de situatie waarin de zieke zich bevindt. Telefoontjes, ziekenbezoek, bloemen en dergelijke worden aangemoedigd. Bij langdurig verzuim tracht de leidinggevende vervreemding van het werk tegen te gaan, zodat reintegratie van de werknemer na zijn (gedeeltelijke) herstel voorspoedig verloopt. De leidinggevende heeft op de 1e ziektedag en de daarop volgende ziekteweken persoonlijk contact met de zieke. Vanaf de 8e ziekteweek minstens eenmaal in de 6 weken; relevante post en andere informatie van de school worden doorgestuurd. De bestuurder draagt zorg dat op gezette tijden een attentie namens OZG wordt bezorgd. Bijlage 5 is een leidraad voor huisbezoek door een leidinggevende. In geval van ziekte van een leidinggevende ligt het initiatief voor de betrokkenheid bij zijn back-up. Betreft het een zieke sectordirecteur dan is dit de bestuurder. -4-

6 Werkhervatting en re-integratie Werkhervatting brengt een aantal regels met zich mee voor werkgever en werknemer, zoals vastgelegd in het protocol werkhervatting (zie bijlage 4). Het bovenschools management ziet er op toe dat de leidinggevenden ervoor zorgen dat alle werknemers op de hoogte zijn van dit protocol en voorziet de leidinggevenden van een leidraad voor een werkhervattinggesprek (zie bijlage 8). De bestuurder en de leidinggevenden van de scholen bevorderen de re-integratie van zieke werknemers door tijdig maatregelen te treffen en voorschriften te leveren aan de hand waarvan de werknemer zijn werk kan hervatten, dan wel een aangepaste functie kan vervullen. Als blijkt dat de werknemer het eigen werk niet meer kan uitvoeren en er geen geschikte arbeid voorhanden is, probeert de werkgever de werknemer in een andere organisatie van passend werk te voorzien. Tijdelijk aangepast werk Door middel van tijdelijk aangepaste werkzaamheden blijft de werknemer betrokken bij zijn werk en zal hij minder snel in de WIA belanden. Bovendien kan de leidinggevende gebruik blijven maken van de kennis en capaciteiten van de werknemer. De bedrijfsarts geeft in dit geval aan wat de mogelijkheden / beperkingen zijn van de werknemer. De leidinggevende bekijkt welke deeltaken van de functie dan wel andere taken binnen school of OZG kunnen worden aangeboden. Bij aangepast werk dan wel arbeidstherapeutisch werk moeten afspraken worden gemaakt over het doel, de aard, inhoud en duur van het werk. Aangepast of therapeutisch werk is nooit een doel op zich, maar zal in de regel zijn gericht op hervatting van het oorspronkelijke werk binnen een bepaalde termijn. Aangepast of therapeutisch werk kan tevens als middel worden ingezet om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden van re-integratie. De werkgever maakt duidelijke afspraken over de termijn waarbinnen het middel aangepast of therapeutisch werk wordt ingezet. Bij arbeidstherapeutische arbeid wordt een termijn van in totaal maximaal 6 weken aangehouden. Sociaal-medisch team (SMT) Per sector komt, vijf maal per jaar het sociaal-medisch team (SMT) bij elkaar voor overleg. Het SMT evalueert minimaal eenmaal per jaar het verzuimbeleid, bespreekt de verzuimcijfers, het individuele verzuim en de algemene arbo problematiek. Ook de mogelijkheden voor aangepast werk zijn onderwerp van gesprek. Er worden afspraken gemaakt over actuele verzuimgevallen en over hoe verzuim kan worden tegengegaan. Het team bestaat uit de sectordirecteur, de bedrijfsarts (die beroepsgeheim heeft), de teamleiders en P&O. 4. REGISTRATIE, ADMINISTRATIE EN ZIEKTEVERZUIMBEHEER Om het ziekteverzuim te kunnen sturen, evalueren en bij te stellen draagt de bestuurder zorg voor een nauwkeurige registratie en administratie van de afwezigheid van personeel, absentie door ziekteverzuim inbegrepen. Hiervoor maakt OZG gebruik van het webbased registratiesysteem Client Self Service (CSS) en Raet Verzuim Manager (RVM) van Dyade. -5-

7 De PZ-medewerker van Dyade Personeel draagt zorg voor de verzending van de relevante personeelsgegevens, arbeidsgegevens, ziekte- en hersteld meldingen en zwangerschapsverloven naar de ziekteverzuimbeheer applicatie RVM. Een internetapplicatie dat voldoende verzuimmanagement informatie genereert om te sturen. De volgende signalering, gegevens en andere verzuimbeheer(s) ondersteunende informatie kunnen voor het uitvoeren van de taken door de gebruiker, afhankelijk van diens plaats in de organisatie, rol en autorisatie, automatisch of op verzoek o.a. de volgende gegevens worden gegenereerd: signalering van wettelijke, bestuursbrede of individuele acties; actuele ziek- en hersteld meldingen; historische ziek- en hersteld meldingen; alle relevante UWV formulieren, w.o. plan van aanpak, bijstelling plan van aanpak, evaluatieformulier; afdrukken complete re-integratiedossier; notities preventiedossier; het ziekteverzuimpercentage per individu (indien beschikbaar) en per school in een bepaalde periode; de gemiddelde ziekteverzuimduur in dagen per individu (indien beschikbaar) en per school in een bepaalde periode; de ziekmeldingfrequentie per individu (indien beschikbaar) en per school in een bepaalde periode; een indeling van het ziekteverzuim per school op grond van leeftijd, geslacht, OP, OOP enzovoort. Omdat de basis voor deze registratie wordt gevormd door de meldingen die door of namens de leidinggevenden wordt gedaan aan het administratiekantoor resp. de Arbodienst, ziet de leidinggevende er op toe dat die meldingen regelmatig en zorgvuldig worden verzorgd. Overzicht De bestuurder maakt periodiek een overzicht per school en op bestuursniveau. Dit overzicht bevat algemene, geen individuele, verzuimgegevens, die met de leidinggevenden van de school worden besproken zodat medewerkers kunnen worden geïnformeerd over het verzuim van de sector. De kengetallen van de eigen school en bovenschools worden gespiegeld aan die van vergelijkbare scholen en aan het landelijk gemiddelde. Evaluatie Jaarlijks, tijdens het evaluatiegesprek, maakt de bestuurder in samenspraak met de Arbodienst een analyse van het verzuim op OZG- en sectorniveau. Deze gegevens worden gebruikt bij de contractevaluatie ofwel bij aanpassing van de contractafspraken. Jaarlijks heeft ook de GMR een evaluatief gesprek met de bedrijfsarts over de gang van zaken rondom het verzuim in het afgelopen jaar. Budgettering In de jaarlijkse begroting neemt de Bestuurder een bedrag op voor de kosten van de reguliere -6-

8 verzuimbegeleiding door de Arbodienst. Daarnaast wordt een bedrag in de begroting opgenomen voor de kosten van extra begeleiding bij re-integratie. De kosten die hiervoor de afgelopen jaren zijn gemaakt, zijn hiervoor een aardige indicatie. Daarnaast wordt rekening gehouden met de hoogte van het verzuim in die jaren: was er sprake van veel of juist weinig langdurig verzuim. Vanzelfsprekend wordt bij de budgettering tevens rekening gehouden met de financiële situatie van OZG 5. OVERIGE OF NADERE RICHTLIJNEN 5.1 Arbeidsgerelateerd Als de oorzaak van het verzuim (mede) te wijten is aan omstandigheden op het werk, wordt dit arbeid gerelateerd verzuim genoemd. Oorzaken kunnen onder andere zijn: slecht binnenklimaat, slecht meubilair, te grote werkbelasting of een verstoorde arbeidsrelatie. Als er sprake is van arbeidsgerelateerde problematiek, zijn zowel de leidinggevende als de werknemer verantwoordelijk voor het in een zo vroeg mogelijk stadium werken aan structurele oplossingen. Dit kan in onderling overleg geschieden of door het inschakelen van de bedrijfsarts dan wel een van de andere deskundigen van de arbodienst. In het kader van een goed arbobeleid wordt uiteraard in preventieve zin gewerkt aan verbeteringen van de arbeidsomstandigheden. De leidinggevende draagt zorg voor registratie en beheer van het preventiedossier van de werknemer. Als er sprake is van verzuim ten gevolge van een conflict vergoedt het VF de vervanging niet. 5.2 Vakantie tijdens ziekte Een zieke werknemer kan tijdens zijn ziekteperiode met vakantie naar het buitenland gaan als voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. ten eerste moet de bedrijfsarts een positief advies geven. Dat kan zijn "geen medisch bezwaar", of "ter bevordering van het herstel"; b. vervolgens is altijd de instemming van het bevoegd gezag vereist. Bij vakantie in het binnenland geldt dat de zieke werknemer altijd bereikbaar moet zijn voor de werkgever, de bedrijfsarts en de UWV. Deze afspraak geldt óók tijdens de schoolvakanties. 5.3 Bewaking privacy Tijdens het re-integratieproces zorgt de leidinggevende ervoor dat alle informatie over de verzuim- en re-integratiebegeleiding van de betrokken werknemer zorgvuldig wordt opgeborgen en dus niet voor derden toegankelijk is. Alle correspondentie die de verzuim- en re-integratiebegeleiding van individuele werknemers betreft moet worden gericht aan de persoon voor wie de brief bestemd is, op de enveloppe moet duidelijk worden vermeld dat de inhoud vertrouwelijk is. Uiteraard zijn alle gesprekken die door betrokkenen met betrekking tot het verzuim van een werknemer worden gevoerd strikt vertrouwelijk! 5.4 Voorlichting Voorlichting over het verzuimbeleid is een belangrijk onderdeel van de aanpak van het ziekteverzuim. Alleen als alle werknemers en leidinggevenden zich verantwoordelijk voelen voor -7-

9 een zo laag mogelijk ziekteverzuim kan dit doel worden bereikt. Daarnaast is voorlichting over allerlei zaken die met gezondheid en arbeid te maken hebben belangrijk voor de preventie van beroepsgebonden aandoeningen. In dit kader zijn de volgende zaken van belang: De leidinggevende zorgt ervoor dat ieder personeelslid kan beschikken over de ziekteverzuimkalender en alle regels samengevat. De leidinggevende informeert het team over de verzuimgegevens van de schoolorganisatie. Op OZG Actueel (intranet) is aanvullende informatie te vinden over arbozaken. Het verzuim binnen de school wordt met in achtneming van de privacy van werknemers besproken in de teamvergadering. -8-

10 Bijlage 1: Protocol bij ziekte en reïntegratie 1. De werknemer die om medische redenen niet kan werken, meldt zich ziek bij de leidinggevende of diens plaatsvervanger én de administratie van de school op de eerste dag van het ziekteverzuim. Moet de ziekmelding plaatsvinden door een derde (bijv. partner) dan neemt de werknemer zo mogelijk diezelfde dag nog zelf contact met de school op. 2. Verzuim door ziekte dient zo spoedig mogelijk te worden gemeld. Indien s ochtends duidelijk is dat er niet gewerkt kan worden dan vindt de melding tussen 7.30 en 8.00 plaats zodat de leidinggevende tijdig voor vervanging kan zorgen. 3. De leidinggevende informeert op de 1 e ziektedag naar de oorzaak en ernst van de ziekte, de gevolgen die de ziekte heeft voor het werk, verwachte duur enzovoort (zie bijlage 5), en maakt een vervolgafspraak met de melder voor een volgend contact. Zo wordt bepaald wat over het verzuim aan het onderwijsteam, leerlingen en ouders wordt medegedeeld. In de eerste zes weken van het verzuim is er in ieder geval wekelijks contact. 4. De leidinggevende draagt er zorg voor dat de melding op de eerste dag van het ziekteverzuim wordt doorgegeven aan het administratiekantoor. 5. De zieke werknemer wordt opgeroepen voor het spreekuur. Tijdstip van het eerste spreekuur vindt plaats uiterlijk in de derde ziekteweek. Zowel werknemer als werkgever kunnen desgewenst kenbaar maken dat een eerdere afspraak gewenst is. 6. De werknemer dient tijdens het ziekteverzuim bereikbaar te zijn voor de leidinggevende van de school, uiteraard voor zover de gezondheidstoestand dit toelaat. 7. Tijdens het verzuim is het niet toegestaan andere werkzaamheden te verrichten zonder toestemming van de bedrijfsarts (verklaring van medisch geen bezwaar) en overleg met de leidinggevende. 8. Van de werknemer wordt verwacht dat veranderingen in de situatie worden doorgegeven aan de leidinggevende. Indien nodig geeft de leidinggevende deze veranderingen door aan de Arbodienst. 9. Een zieke werknemer werkt mee aan een spoedig herstel en doet er alles aan om op een zo kort mogelijke termijn het werk te hervatten. Adviezen van de bedrijfsarts moeten dus worden opgevolgd. In overleg met het sectordirecteur kan een second opinion worden gevraagd indien de werknemer het oneens is met de bedrijfsarts. 10. Van de werknemer wordt verwacht met de Arbodienst en leidinggevende mee te denken over reïntegratie activiteiten. 11. De leidinggevende zal alle re-integratie-inspanningen verrichten die redelijkerwijs van hem kunnen worden verwacht om de werknemer snel weer aan het werk te helpen in de eigen organisatie. Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en er geen andere passende arbeid in de eigen organisatie voor handen is bevordert de werkgever de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid bij een andere werkgever. 12. In alle gevallen ontvangen de leidinggevende (via P&O) en de werknemer (van de bedrijfsarts) uiterlijk in de zesde ziekteweek een (uitgebreide of beknopte) probleemanalyse met advies plan van aanpak van de Arbodienst met een verklaring dat de afwezigheid een gevolg is van ziekte en/of gebreken (6 e weeks melding). 13. Als sprake is van duurzaam benutbare mogelijkheden stellen de leidinggevende en de werknemer uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de probleemanalyse een plan -9-

11 van aanpak voor re-integratie op. De leidinggevende zal hiertoe in de week van de ontvangst van de probleemanalyse de zieke werknemer uitnodigen voor een gesprek. De werknemer kan zich op het gesprek voorbereiden door de UWV-brochure Ik ben ziek. Wat nu?" (wordt door de Arbodienst verstrekt) en de probleemanalyse te lezen. De leidinggevende en de werknemer voeren de activiteiten uit die zijn afgesproken in het plan van aanpak. Ook als er geen benutbare mogelijkheden en geen re-integratieactiviteiten mogelijk zijn, legt de werkgever dit gemotiveerd vast. 14. De werkgever legt een reïntegratiedossier aan dat alle gegevens, documenten en correspondentie bevat die betrekking hebben op het verloop van het ziekteverzuim, het aantal feitelijk gewerkte uren en de ondernomen activiteiten. 15. Conform het reglement van de Stichting Vf/BGZ wordt conform de procesgang eerste twee ziektejaren, wanneer het langdurig verzuim betreft, door de Arbodienst bijvoorbeeld in de verzuimanalyse een verklaring afgegeven waarin al dan niet wordt aangegeven dat het verzuim wordt veroorzaakt door ziekte. P&O ontvangt hiervan een afschrift. De 6 e weeks verklaring is hiermee niet meer nodig en geïntegreerd wordt dus geïntegreerd in de procesgang. De organisatie heeft van de bedrijfsarts één of meer documenten nodig voor controle doeleinden. Desgevraagd moet door het Vervangingsfonds vastgesteld kunnen worden dat de afwezigheid te maken heeft met ziekte en/of gebreken. 16. De Arbodienst voert regelmatig overleg (spreekuurcontact) met de werknemer en zonodig met de leidinggevende om de uitvoering van het Plan van aanpak te volgen en te stimuleren. In zijn algemeenheid is aan de vereiste regelmaat voldaan bij een spreekuurcontact eens in de zes weken. De frequentie van de contacten met de werknemer is afhankelijk van de situatie van de werknemer. De Arbodienst heeft hiervoor professionele richtlijnen. De spreekuurcontacten kunnen plaatsvinden met diverse disciplines zoals bedrijfsarts, psycholoog, bedrijfsmaatschappelijk werker of arboverpleegkundige. Wie de contactpartij is, hangt af van de oorzaak van het verzuim. Alle acties zijn er op gericht het herstel zo veel en snel mogelijk te bevorderen met zo min mogelijk kans op herhaald uitvallen. 17. De leidinggevende en de zieke werknemer overleggen de eerste zes weken regelmatig, daarna minimaal eenmaal per zes weken. Ook minimaal eenmaal per zes weken wordt bepaald of alle afspraken in het Plan van aanpak zijn nagekomen, en of het Plan van aanpak nog aansluit op de situatie van de werknemer. 18. Wanneer de gezondheidstoestand het toelaat wordt een werknemer die langdurig verzuimt, uitgenodigd om de school te bezoeken en deel te nemen aan sociale activiteiten teneinde de band met de school in stand te houden. 19. In de 42e week van het verzuim meldt het administratiekantoor en de arbodienst het verzuim aan UWV. UWV informeert de leidinggevende over rechten en plichten, en over financiële risico s die instroom in de WIA met zich meebrengt. 20. Aan het eind van het eerste ziektejaar (geen vast tijdstip, veelal tussen de 46 e en 52 e ziekteweek) evalueren leidinggevende en werknemer, eventueel met ondersteuning van de bedrijfsarts de geleverde re-integratie-inspanningen. De evaluatie wordt door de leidinggevende schriftelijk vastgelegd. In dit verslag worden door de werkgever opgenomen: de terugblik, de uitkomsten van de evaluatie, het afgesproken doel voor het tweede ziektejaar en de gemaakte afspraken om dit doel te bereiken. De zogenaamde eerstejaarsevaluatie is verplicht. -10-

12 21. Rond de 87e ziekteweek evalueert de Arbodienst op basis van de contacten met de leidinggevende de werknemer het verloop van de re-integratie. De Arbodienst beschrijft dit in een Actueel Oordeel, onderdeel van de probleemanalyse dat wordt meegezonden met het re-integratieverslag, dat zowel naar de werkgever als naar de werknemer wordt gestuurd. Ook het medisch deel voor het re-integratieverslag wordt door de bedrijfsarts opgemaakt. De werknemer ontvangt daarvan een exemplaar. 22. In de 87e ziekteweek evalueert de leidinggevende samen met de werknemer het plan van aanpak. De evaluatie wordt aan het plan van aanpak toegevoegd. 23. In de 89e ziekteweek overhandigt of stuurt de leidinggevende het plan van aanpak (inclusief bijstellingen en evaluatie) aan de werknemer. De leidinggevende heeft inmiddels van de arbodienst de probleemanalyse, het actueel oordeel en de eventuele bijstellingen ontvangen. De leidinggevende bewaart de originele exemplaren. De arbodienst stuurt de medische informatie rechtstreeks aan de werknemer. 24. Uiterlijk in de 91e ziekteweek levert de werknemer bij UWV een aanvraag in voor een WIA-uitkering, inclusief het re-integratieverslag (gehele probleemanalyse, medische informatie en het plan van aanpak). Werkgever en werknemer kunnen in uitzonderingsituaties samen besluiten om de WIA-aanvraag uit te stellen. Bijvoorbeeld als werknemer waarschijnlijk op korte termijn weer volledig aan de slag gaat. Er kan eenmaal uitstel worden gevraagd. 25. Rond de 103e week beoordeelt UWV de re-integratie-inspanningen van de werkgever en de werknemer. Als na 104 weken verzuim, de inspanningen tijdens de ziekteperiode niet hebben geleid tot volledige werkhervatting volgt een keuring van de WIA of begint de periode van verlengde wachttijd. De WIA geldt alleen voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek zijn geworden. Werknemers die vóór die datum ziek zijn geworden, vallen nog onder de WAO) Voor de aanvraag WIA hebben Arbodienst, werkgever en werknemer weergegeven wat de laatste stand van zaken is. Maar het plan van aanpak hoeft natuurlijk nog niet klaar te zijn. Zolang het einddoel van de re-integratie nog niet is bereikt, moeten werknemer en werkgever hieraan blijven werken met behulp van het Plan van aanpak. Deze verplichting loopt door zolang het dienstverband bestaat Na 24 maanden verzuim kan bij voortdurende arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk, de werkgever overgaan tot ontslag (gedeeltelijk of volledig). Voor het bijzonder onderwijs geldt een opzegtermijn van maximaal 6 maanden. De werknemer wordt van het voornemen tot ontslag schriftelijk op de hoogte gesteld. Met een positieve beschikking van UWV op de aanvraag van de WIA-uitkering is voldaan aan de ontslagvoorwaarden van artikel 20, tweede lid BZA, mits het ontslagbesluit binnen één jaar na de datum van de beschikking van UWV wordt genomen. 28. De ontslagtermijn wordt verlengd met de duur van de vertraging indien de werkgever de aangifte van arbeidsongeschiktheid bij UWV later doet dan is voorgeschreven (uiterlijk op de eerste dag nadat de ongeschiktheid van de werknemer 42 weken heeft geduurd). De ontslagtermijn van twee jaar bij arbeidsongeschiktheid kan worden verlengd in de situatie dat de wachttijd van 104 weken wordt verlengd door UWV op gezamenlijk verzoek van werknemer en werkgever, dan wel indien de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen onvoldoende nakomt of onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De duur van de verlenging van de opzegtermijn is gelijk aan de duur waarmee de -11-

13 wachttijd is verlengd. 29. In de WIA blijft een werknemer met minder dan 35% loonverlies in beginsel in dienst van de werkgever. Werkgever en werknemer moeten er alles aan doen om de werknemer aan het werk te houden. Lukt dat niet dan heeft de werknemer eventueel recht op WW of bijstand. NB: De sectordirecteur houdt regelmatig contact met de bestuurder over de uitvoering van de bovengenoemde afspraken. -12-

14 Bijlage 2a: Verzuimovereenkomst (alle regels samengevat) Traject in tijd Dag 1: ziekmelding door de werknemer zelf bij de leidinggevende en de administratie / secretariaat. ziekmelding doorgeven aan Dyade (via Client Self Service [CSS] door de sectordirecteur). Dag 1 : Persoonlijk contact met de leidinggevende. De leidinggevende wint informatie in over de aard en de mogelijke oorzaak van de ziekte. De leidinggevende overlegt met werknemer en bepaalt welke maatregelen er eventueel genomen moeten worden. De leidinggevende kan voor nader advies de bedrijfsarts inschakelen. Week 1: melden van ziekte (is ziekte gerelateerd aan zwangerschap of bevallingsverlof, bedrijfsongeval of veroorzaakt door derden?) t.b.v. aanvraag uitkering Ziektewet of aanvraag verhoging / vervroegde toekenning uitkering voor personen met status structurele functionele beperkingen (versnelde aanvraag WIA-uitkering) door de leidinggevende. Week 2-4: Persoonlijk contact met de leidinggevende. Zieke werknemer ontvangt een oproep voor reïntegratie spreekuur bij de bedrijfsarts (uiterlijk in de 3e ziekteweek). Week 4-6: Reïntegratiespreekuur met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts zorgt stelt de Probleemanalyse op en een concept plan van aanpak en (bij verzuim van 6 weken of langer) ook een verklaring dat afwezigheid gevolg is van ziekte en/of gebreken). De leidinggevende heeft - in de regel - in de periode tot de 8e week wekelijks contact met de medewerker. Week 8: Vanaf deze week minstens eenmaal in de 6 weken (afhankelijk van de situatie van de medewerker) bestaat contact tussen de leidinggevende en de medewerker. Het plan van aanpak wordt besproken en aangevuld of bijgesteld. Alle contacten worden schriftelijk vastgelegd in Raet Verzuim Manager. Regelmatig bestaat contact tussen de medewerker en de bedrijfsarts voor de tussentijdse evaluaties (spreekuur of telefonisch). Week 18: De arbeidsdeskundige van de arbodienst bekijkt (in overleg met de bedrijfsarts) de herstelmogelijkheid voor eigen werk (check). De leidinggevende kan, vrijblijvend, contact opnemen met de arbeidsdeskundige voor advies ( ). Geen kosten. Week 26: Controle moment voor de leidinggevende of het verzuimdossier op orde is. De werknemer doet dit ook en draagt hierin eigen verantwoordelijkheid. Week 42: kale ziekmelding aan UWV door Dyade. -13-

15 Week 46-52: De leidinggevende stelt met de werknemer de eerstejaarsevaluatie op. Op verzoek van de leidinggevende kan hij hierbij worden ondersteund door de arbeidsdeskundige van de arbodienst. Zie volgende punt. Als de loonwaarde minder is dan 65 procent en de verwachting bestaat dat de werknemer niet spoedig hersteld, kan een arbeidsdeskundig onderzoek worden gestart. Doel hiervan is het onderzoeken van andere passende arbeid in het eigen bedrijf of het starten van een reintegratietraject naar passende arbeid extern (kosten aan verbonden). Eventueel kan een deskundigenoordeel (kosten zijn 50,00) worden aangevraagd bij UWV. Werkgever betaalt de kosten. Week 52: Actualiseren van het reïntegratiedossier door de werkgever en werknemer. Korting op het salaris: (De leidinggevende zorgt voor brief aan medewerker): 100% salaris wordt uitbetaald over de uren die de medewerker arbeidsgeschikt; 70% wordt uitbetaald over de uren die de medewerker arbeidsongeschikt is (of arbeidstherapeutisch werkt). Indien, door de korting, het inkomen van de medewerker onder bijstandsniveau daalt, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd bij UWV Werkbedrijf van de eigen woonplaats. Week 87: In de 87e ziekteweek evalueert de leidinggevende samen met de werknemer het plan van aanpak. De evaluatie wordt aan het plan van aanpak toegevoegd. In de periode vanaf de 82e tot de 87e ziekteweek evalueert de bedrijfsarts op basis van de contacten met de leidinggevende en de werknemer het verloop van de re-integratie. De bedrijfsarts beschrijft dit in een Actueel Oordeel, onderdeel van de probleemanalyse. Indien van toepassing; aanvragen bij UWV verlenging wachttijd WIA en dit melden aan Dyade. Week 89: Opstellen re-integratieverslag door werkgever en werknemer. De interne herplaatsingsmogelijkheden zijn onderzocht. Eventueel is de re-integratie tweede spoor (intern) in gang gezet. Week 91: Binnen 21 maanden (91 weken) na eerste ziektedag of samengesteld ziekteverzuim indienen WIA-aanvraag (incl. re-integratieverslag, medische dossier arboarts, gezamenlijke evaluatie en eigen opinie werknemer) door de werknemer, of verlenging loondoorbetaling aanvragen als de aanvraag voor de WIA kan worden uitgesteld als verwacht wordt dat de medewerker binnen 6 maanden volledig arbeidsgeschikt zal zijn. Vanaf week 92: De werknemer is verantwoordelijk voor de WIA aanvraag. De werknemer ontvangt van UWV een oproep voor de WIA keuring. De werknemer ontvangt bericht van UWV over de WIA aanvraag. De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige van UWV geven een oordeel over de belasting (hoeveel uur werken) en belastbaarheid (welke taken). De medewerker ontvangt een brief van de sectordirecteur over de WIA en voorwaarden voor ontslag. -14-

16 Vanaf 24 maanden ziekte: WIA keuring heeft plaatsgevonden. Medewerker bespreekt de uitslag met leidinggevende. Eventueel wordt de ontslagprocedure in gang gezet, aanpassing van de benoemingsomvang en/of het takenpakket of herplaatsing in en andere, passende, functie. Indien ontslagprocedure in gang wordt gezet verzorgt de sectordirecteur de instroomtoets van het Participatiefonds (vergoeding van de WIA uitkering). De verklaring dat werknemer geïnformeerd is over de regeling "ontheffing benoeming eigen wachtgelder" wordt door de bestuurder naar de werknemer gezonden (medewerker tekent dit en sectordirecteur zorgt voor documentatie in het personeelsdossier). De werknemer kan een aanvulling op het inkomen aanvragen bij het ABP (arbeidsongeschiktheid Pensioen) en/of bij Loyalis (dit geldt alleen voor IPAP verzekerden). Week 130: Stopzetten Vervangingsbekostiging als WIA wordt ontvangen. Onder bepaalde voorwaarden kan vervangingsbekostiging doorlopen (zie Reglement Vervangingsfonds). Als partijen er niet uitkomen: Als de leidinggevende en de medewerker er niet uitkomen dan wordt eerst advies gevraagd aan de bedrijfsarts en P&O. Indien geen oplossing wordt gevonden, dan neemt het bovenschools management een besluit. Daarnaast kan de medewerker of de werkgever een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Kosten zijn 50,00. De aanvrager betaalt de kosten. Overige belangrijke zaken en informatie: Herstel: moet voor uur op de dag voor werkhervatting (hersteldatum) worden doorgegeven aan de leidinggevende en aan de administratie / secretariaat. Een eventuele boete komt voor rekening van de medewerker. Frequent verzuim: Een medewerker die 4 keer of meer verzuimt, heeft een gesprek hierover met de leidinggevende. Open spreekuur/arbeidsomstandighedenspreekuur: Een medewerker kan op eigen initiatief een afspraak maken met de arbeidsomstandigbedrijfsarts voor een open spreekuur. Niet verschenen op het spreekuur: Als de medewerker niet verschijnt op het spreekuur bij de bedrijfsarts, worden de kosten in rekening gebracht bij de werkgever. Als dit te wijten is aan nalatigheid van de medewerker, dan wordt de rekening door de medewerker betaald. Preventiemedewerkers: Bij iedere sector zijn preventiemedewerkers werkzaam. Deze medewerkers adviseren de sectordirecteuren over de Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en over de arbeidsomstandigheden. Bij hen worden ook de "bijna ongevallen"gemeld. OZG Actueel: Op OZG Actueel (intranet) kun je meer informatie vinden over allerlei onderwerpen die gaan over arbeidsomstandigheden, IPAP verzekering, klachtenregeling, preventiemedewerkers etc.). Zie hiervoor op: onderwijscentrumzg.nl/cms/. -15-

17 Bijlage 2b: Wie doet wat? Bedrijfsarts/arbodienst - spreekt de zieke, beziet welke maatregelen er eventueel genomen dienen te worden en informeert de leidinggevende daarover (rond week 3 of zoveel eerder of later als nodig of gewenst). - maakt de probleemanalyse, concept plan van aanpak en geeft een re-integratieadvies (uiterlijk in week 6). - zorgt bij signalering langdurig verzuim dat er een verklaring van afwezigheid wegens ziekte of gebreken voor de werkgever is opgesteld. - ondersteunt op verzoek van werkgever bij het opstellen van het plan van aanpak (week 8). - informeert en adviseert de werkgever en werknemer (informatiepakket aan de werknemer bij het eerste bezoek aan de bedrijfsarts). - heeft regelmatig contact met de werknemer (iedere 6 weken) en werkgever (ieder 8 weken) en geeft een werkhervattingsadvies. - Verzorgt medisch/arbeidsdeskundige gedeelte van het re-integratieverslag (vóór week 91) - Neemt deel aan het SMT. - Bewaakt de periodieke voortgang van de re-integratie. - Ondersteunt de leidinggevende - desgewenst - bij het opstellen van de 1e jaarsevaluatie. - Verzorgt het jaarverslag en de verzuimanalyse. Werkgever (direct leidinggevende / casemanager) De direct leidinggevende treedt op als casemanager. Als er sprake is van een verstoorde relatie tussen de zieke werknemer en de casemanager of als de situatie te complex en/of te arbeidsintensief is, is het noodzakelijk om (intern of extern) een andere casemanager aan te wijzen die geheel of gedeeltelijk taken overneemt. De casemanager is verantwoordelijk voor een goed verloop van het gehele re-integratietraject. Taken hierin zijn: - Onderhouden van de contacten met de zieke medewerker volgens het verzuimprotocol - Zorgt voor het opzetten en bijhouden van het verzuimdossier en/of preventiedossier op met behulp van de applicatie Raet Verzuimmanager (RVM); - Maakt in overleg met de werknemer een Plan van aanpak (uiterlijk einde week 8) en stelt dit indien nodig bij; - voert re-integratie-activiteiten uit; - Kan altijd op eigen initiatief contact opnemen met de bedrijfsarts (bij langdurig verzuim: richtlijn eenmaal per 8 weken. Het is raadzaam de zieke medewerker hiervan op de hoogte te stellen); - Controle verklaring bedrijfsarts oorzaak langdurige afwezigheid gevolg van ziekte en/of gebreken (check is gedaan door Ronald. Het hoeft niet meer vóór de 6 e weeks maar moet wel plaatsvinden) Stelt eventueel met ondersteuning van de bedrijfsarts de eerstejaarsevaluatie met de werknemer op; - Verzamelt documenten voor het Re-integratieverslag (beheer d het re-integratiedossier met behulp van de applicatie RVM (Raet Verzuim Manager). - Onderneemt actie bij arbeidsgerelateerde problematiek; - Voert overleg met de bedrijfsarts en UWV; - Bewaakt de procedures en maakt daarbij gebruik van RVM; - Zorgt voor afstemming van zijn taken als een andere casemanager wordt aangewezen; - Zorgt voor een goede afstemming van de begeleiding als een werknemer ook op een andere school werkzaam is; - Zorgt voor het opstellen van het re-integratieverslag (zie protocol); - Zorgt in RVM voor het actueel houden van het preventiedossiers van de medewerkers. -16-

18 Werknemer De WVP legt bij de werknemer de verantwoordelijkheid neer om te werken aan een voorspoedig herstel. De Arbo-wet stelt de werknemer medeverantwoordelijk voor veiligheid, gezondheid en welzijn in het werk. De werknemer werkt in preventieve zin hieraan mee door zelf initiatief te nemen en door: - zich in te zetten voor het verbeteren van de eigen arbeidsomstandigheden; - het bespreken van belastende factoren in het werk met de werkgever; - het bespreken van belastende factoren binnen het werk in het arbeidsomstandighedenspreekuur met de bedrijfsarts. De verzuimende werknemer is onder andere verplicht om: - te werken aan eigen herstel en mee te werken aan terugkeer naar werk; - de arboarts telefonisch te woord te staan en het re-integratiespreekuur te bezoeken; - zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek; - de adviezen die uit het onderzoek voortvloeien na te leven; - Het plan van aanpak samen met zijn leidinggevende /casemanager op te stellen en periodiek te evalueren - bewust en actief mee te werken aan het re-integratieproces (en activiteiten); - neemt regelmatig contact op met de werkgever (iedere week) en de bedrijfsarts (iedere 6 weken); - houdt in overleg met de werkgever het re-integratiedossier bij; - mee te werken aan het opstellen en ondertekening van de eerstejaarsevaluatie; - stuurt het Re-integratieverslag in bij de aanvraag WIA-keuring (voor einde week 91); - passend werk te aanvaarden. P&O - Plannen van evaluatiemomenten tussen werkgever en bedrijfsarts (SMT). - Neemt deel aan het SMT. - Verzuim Manager, kwartaaloverzichten op bestuursniveau, per school etc. (zie hoofdstuk 4). Genereren van ziekteverzuim rapporten en andere management informatie uit Raet Verzuim Manager. - Ondersteunen van de bedrijfsarts bij het maken van zijn analyses van het verzuim op OZGof schoolniveau;registeren / controleren van statusgevens in Raet Verzuim Manager als WAO/WIA, medewerkers met functionele beperkingen. - Ondersteuning bij de instroomtoets Participatiefonds bij ontslag (uitgevoerd door de sectordirecteur). - Controleert (op verzoek van Dyade) bij langdurig ziekteverlof of de 6 e weeks melding is opgesteld. - Zorgt voor verspreiding van de ontvangen probleemanalyses en overige spreekuurrapportages naar de leidinggevenden. - Is eerste aanspreekpunt voor Arboned. - Bewaakt en ondersteunt bij de ontslagprocedure. - Ondersteunt leidinggevenden bij de uitvoering van het casemanagement. - Beheren van standaardbrieven / sjablonen. - Bewaakt de actualiteit van het verzuim- en arbobeleid en doet voorstellen voor aanpassingen in RVM. Administratief Medewerker (administratie school) - Via RVM genereren van periodieke rapportages op sector en /of teamniveau. - Bewaakt voortgang uitgevoerde acties leidinggevenden voor sectordirecteur. - Controleren of na bevallingsverlof compensatieverlof van toepassing is. - Feitelijke bevallingsdatum aan Dyade Personeel melden. - Periodieke controle ziekteverzuim in RVM (matchen met eigen ziek- en hersteldmeldingen) -17-

19 - Via Client Self Service (CSS) en onder verantwoordelijkheid en instructie van leidinggevende uitvoeren van alle ziek- en hersteldmeldingen en overige (ziekte)verlofmutaties. - Controleert bij langdurig ziekteverlof of de verklaring / aantekening van de bedrijfsarts, dat dit gevolg is van ziekte en gebreken, ontvangen is en in verzuimdossier is opgeborgen. Dyade geeft dit nu aan P&O door. ICT medewerker Eerstelijns helpdesk (tussen gebruikers module RVM en applicatie helpdesk Dyade). Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) - Ontvangen van ziekmelding in 42 e week. - Geven van een deskundigenoordeel voor werkgever en werknemer over arbeidsongeschiktheid, re-integratieactiviteiten en passend werk. - Beoordelen van de WIA-aanvraag: claimbeoordeling, toetst re-integratie-inspanningen; beoordeelt aanvragen van de werkgever t.b.v. voorzieningen voor de werknemer. na 21 maanden verzuim. - Ondersteuning met middelen en informatie. - Opleggen van sancties op: uitstel betaling WIA. Overige spelers Het Vervangingsfonds (VF): uit de premies die aan het VF worden betaald, vergoedt het VF de vervanging van een werknemer bij o.a. ziekte (zie Reglement VF). Er worden tevens subsidies beschikbaar gesteld uit het zogenaamde aanvullend pakket voor het terugdringen van verzuim op organisatieniveau. Regio adviseurs informeren scholen over verzuimproblematiek en het aanvragen van subsidies. Het Participatiefonds (PF) toetst in geval van ontslag van een personeelslid of voldaan is aan de criteria de in het Reglement PF worden gesteld (instroomtoets). Externe deskundigen: naast de begeleiding die de arbodienst biedt is het mogelijk om deskundigheid in te huren bij andere bureaus die procesbegeleiding, casemanagement, coaching, supervisie, psychologische begeleiding en diagnostisch onderzoek kunnen bieden. Ook hiervoor kunnen soms subsidies worden aangevraagd. Het administratiekantoor (afdeling Personeel) zorgt voor ziekmelding richting UWV en uitvoering rechtspositionele gevolgen (stopzetten reiskosten, stopzetten spaarverlof, loonkorting i.v.m. ziekte, aanvragen WAZO uitkering bij UWV), controle ontvangst verklaring bedrijfsarts dat afwezigheid gevolg is van ziekte en/of gebreken en op basis van afspraken onderhoud applicatiebeheer RVM en helpdesk RVM. -18-

20 Bijlage 3: Checklist WAO/WIA status - Heeft betrokkene een WAO/WIA status op 1e ziektedag? Zo ja, ophoging uitkering aanvragen. De Probleemanalyse en re-integratieadvies: - Gegevens verzamelen en analyseren die van belang zijn voor herstel, werkhervatting en reïntegratie - Welke problemen staan werkhervatting en re-integratie in de weg? - Kan interventie de werkhervatting en re-integratie bevorderen? Het Plan van aanpak: - Perspectief op de langere termijn voor eigen of aangepast werk (wat) - Geeft de weg er naar toe aan (hoe) - Wie houdt het re-integratiedossier bij (De casemanager. neemt via de beheersapplicatie RVM kennis van alle activiteiten en bewaakt de voortgang) Het Re-integratiedossier Is het verzuimdossier compleet en zijn alle documenten gedagtekend en ondertekend? - Aanvraag ziekteverlof van de werknemer - Re-integratieadvies van de bedrijfsarts (incl. actueel oordeel) - Het plan van aanpak met bijstelling(en) plan van aanpak - Eerstejaarsevaluatie - Datum re-integratieverslag - Print dossier overzicht via Raet Verzuim Manager (verloop, activiteiten werknemer, activiteiten werkgever, verslagen van contact met bedrijfsarts, deskundigenoordeel etc.) Het Preventiedossier: - Overzicht van alle preventieve acties die zijn gepland en/of ingezet naast werknemerinformatie en contractinformatie. - Communicatie: Overzicht van alle communicatie items die preventief zijn ingezet - Interventies: Overzicht van alle interventies die zijn gepland en/of ingezet. - Verslagen interventies: Overzicht van verslagen die zijn opgesteld door interventionisten naar aanleiding van een contact met de medewerker - Overzicht van alle acties die zijn gepland voor de geautoriseerde gebruiker Het Re-integratieverslag: - Functiegegevens: datum eerste ziektedag, bekwaamheden van de werknemer - Probleemanalyse + actueel oordeel (van de bedrijfsarts) - Plan van aanpak, bijstellingen en evaluatie (van de werkgever en de werknemer) - Eerstejaasrevaluatie: stand van zaken na een jaar ziekte, zijn er verdere maatregelen nodig hetzij voor traject 1 ste spoor( eigen werk) of traject 2 de spoor (buiten de organisatie) eventueel op basis van een deskundigenoordeel - Medische informatie (van de bedrijfsarts) - Evaluatie werknemer -19-

21 Bijlage 4: Protocol werkhervatting Verzuim < 6 weken: 1. Wanneer een werknemer na ziekteverzuim zijn werkzaamheden wil hervatten zonder door de bedrijfsarts te zijn gezien, moet dit minimaal een dag van tevoren met de directeur worden besproken. 2. Bij twijfel over de arbeidsgeschiktheid van de zieke medewerker kan de directeur alsnog de bedrijfsarts verzoeken de medewerker op te roepen voor het spreekuur en te oordelen over mogelijke werkhervatting. 3. Na een positief oordeel van de bedrijfsarts kan de medewerker zijn werkzaamheden hervatten, eventueel begeleid. 4. De leidinggevende zorgt conform de afspraken voor melding van het herstel richting de Arbodienst en het administratiekantoor. 5. De werknemer dient zelf eventuele afspraken met de Arbodienst, waar geen gebruik van wordt gemaakt, af te zeggen. Laat de werknemer dit na dan worden de kosten daarvan verhaald op de werknemer. Verzuim > 6 weken: 1. Voor werkhervatting is altijd toestemming nodig van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts licht de leidinggevende in over de datum van werkhervatting en eventuele beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Alvorens dat te doen pleegt de bedrijfsarts overleg met de leidinggevende over de beoogde aanpak. Dit laatste gaat via de spreekuurrapportage of via het SMT. 2. Werk kan worden hervat in (een deel van) de oorspronkelijke functie en in een andere, passende functie. Het einddoel en de duur van het re-integratieproces moet worden omschreven. Dit geldt ook voor therapeutische werkhervatting (zie BZA artikel 13). Hieraan is geen loonwaarde verbonden en de werknemer blijft in formele zin ziek of arbeidsongeschikt. In dit geval blijft de bedrijfsarts de medewerker begeleiden. 3. De leidinggevende zorgt voor melding van het (volledige of gedeeltelijke) herstel aan de Arbodienst en aan het administratiekantoor uiterlijk op de dag van (gedeeltelijke) werkhervatting. NB1: Bij hervatting van de werkzaamheden houden zieke medewerker en leidinggevende altijd een werkhervattingsgesprek waarin de oorzaak en het verloop van het verzuim aan de orde komen. Dit laatste zal toch bekend moeten zijn, zeker als je langer dan 6 weken ziek bent en er een PvA ligt. Het gesprek moet de insteek hebben dat de afspraken helder en duidelijk zijn. Ook voorwaarden die nodig zijn om goed terug te keren (o.a. uren / takenpakket) NB2: Een volledige herstelmelding betekent dat de betreffende werknemer zijn functie volledig uitoefent qua taken en omvang. -20-

22 Bijlage 5: Leidraad voor (telefonisch) gesprek bij ziekmelding Doel: hulpmiddel voor de schoolleiding bij ziekmelding. 1. Gebruik de verzuimkaart 1 van de betreffende medewerker voor het gesprek. 2. Informeer naar de aard en ernst van de aandoening (check of de ziekte gerelateerd aan zwangerschap of bevallingsverlof, bedrijfsongeval of veroorzaakt door derden). 3. Laat de medewerker vertellen wat er aan de hand is. 4. Kan ik iets voor je doen? Vraag de medewerker naar belangen op de korte termijn. 5. Wanneer denk je er weer te zijn? 6. Vat punt 4 en 5 samen en trek gezamenlijk een conclusie. 7. Spreek af hoe verder te gaan en wanneer er weer contact is. 8. Leg belangrijke informatie vast op de verzuimkaart. 1 Bedoeld wordt met werknemerskaart de beschikbare informatie over de werknemer rondom personalia, arbeidsovereenkomst, verzuimverleden. Zie voor bron Raet Verzuim Manager. -21-