Verhuisketens in Leiden pagina 1 van 25. gemeente eind 2009 prestatieafspraken heeft gemaakt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verhuisketens in Leiden pagina 1 van 25. gemeente eind 2009 prestatieafspraken heeft gemaakt."

Transcriptie

1 Verhuisketens in Leiden (onderzoek 5 uit het Projectplan uitvoering woononderzoeken ) Definitieve versie, 2 februari 2011 Wim Vos, in opdracht van de afdeling SEB van de gemeente Leiden 1. Inleiding Dit onderzoek is bedoeld om de gemeente inzicht te geven in de verhuisketens in Leiden. Want als zij beschikt over die kennis, kunnen de gewenste verhuisketens voortaan mede bepalend zijn voor het vaststellen van het woningbouwprogramma van een nieuwbouwlocatie. Omdat het adequaat en op een efficiënte manier huisvesten van de doelgroep en het stimuleren van de doorstroming ook belangrijke doelen zijn van de woningcorporaties, hebben ook de Leidse woningcorporaties belang bij dit onderzoek. Zij zijn daarom nauw bij de uitvoering ervan betrokken Aanleiding en doel Het gemeentebestuur van Leiden vindt nieuwbouw van woningen en doorstroming op de woningmarkt belangrijke thema s. In de Woonvisie gemeente Leiden geeft de gemeente aan dat zij voor alle inwoners wonen mogelijk wil maken. Dit betekent bijvoorbeeld dat er voldoende woningen moeten zijn voor huishoudens met een laag inkomen, maar ook voor huishoudens met een hoger inkomen. In een aangenomen motie 2 over de Woonvisie heeft de gemeenteraad gevraagd om de effecten van nieuwbouw op de doorstroming te monitoren. Door middel van een amendement 3 is besloten om in het woningbouwprogramma bij voorkeur die woningen op te nemen, die het grootste effect op de doorstroming hebben. In de ontwikkelingvisie Leiden, Stad van Ontdekkingen heeft het gemeentebestuur de ambitie uitgesproken om zich verder te ontwikkelen als kennisstad. Daarvoor is het nodig om hoogopgeleide, creatieve mensen aan de stad te binden en naar de stad te lokken. Deze genoemde documenten maken duidelijk dat het woonbeleid van de gemeente meerdere groepen onderscheidt en dat het dus belangrijk is om niet alleen de goede woningen te bouwen, maar ook de woningen die de gewenste verhuisketens tot gevolg hebben. Maar wat zijn verhuisketens eigenlijk en hoe kun je doorstroming sturen met nieuwbouw? Daarover gaat deze notitie. Het doel van deze notitie is om inzicht te geven in de werking van verhuisketens (in het algemeen en in Leiden) en in de manieren om inzicht te krijgen in verhuisketens die het gevolg zijn van een nieuwbouwplan. Het onderzoek dat rondom deze notitie is uitgevoerd heeft een rekenmodel opgeleverd. Dit model is bedoeld om de gemeente en de Leidse woningcorporaties te ondersteunen bij het bepalen van de beste woningdifferentiatie van een bouwplan. Welke differentiatie de beste is, is afhankelijk van de vraag welke doelgroep(en) direct en indirect met het bouwplan moet(en) worden bediend. Als met een bouwplan bijvoorbeeld vooral starters moeten worden geholpen, kan worden besloten om direct voor starters te bouwen (dus starterswoningen), of indirect voor starters te bouwen (luxere woningen, die tot gevolg hebben dat er bestaande woningen voor starters vrijkomen). Het is hierbij dus niet alleen van belang welk type woning wordt gebouwd, maar ook tot welke verhuisketens deze nieuwbouw leidt. Hoe langer de keten is, hoe meer huishoudens hun woonwens kunnen realiseren met de bouw van één woning. En dus des te meer de woningvoorraad passend wordt bewoond. 1 Het gaat om de Sleutels, Ons Doel, Portaal, SLS Wonen en Ymere. Dit zijn ook de woningcorporaties waarmee de gemeente eind 2009 prestatieafspraken heeft gemaakt. 2 Nummer RV , met als onderwerp: Woonvisie inrichting monitor. 3 Nummer RV , met als onderwerp: Woonvisie doorstroming als toetssteen. Verhuisketens in Leiden pagina 1 van 25

2 1.2 Resultaten van dit onderzoek Wat heeft dit onderzoek opgeleverd? Dit onderzoek: - geeft inzicht in de theorie van verhuisketens en daarmee in het functioneren van de woningmarkt; - maakt duidelijk dat een onderzoek naar de werkelijke verhuisketens erg arbeidsintensief is (en dus duur); - levert een actueel verhuisketenmodel op waarmee de gemeente en de Leidse corporaties beschikken over een instrument waarmee zij een aantal jaren lang voor alle relevante bouwlocaties de verhuisketens kunnen inschatten en (mede) op basis daarvan de differentiatie van een bouwplan kunnen bepalen. 1.3 Gevolgde aanpak Voor dit onderzoek zijn de volgende stappen gezet: 1. In juni 2010 is gestart met het verzamelen en analyseren van documenten die op landelijk en lokaal niveau inzicht geven in verhuisketens. Dat zijn: - Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie, afstudeeronderzoek van Rojina Yip aan de TU Delft (juni 2009). 4 - Informatie van Portaal over de verhuisketens van twee deelprojecten van Nieuw Leyden. - De rapportage Wonen in Leiden, rapportage WoON Vervolgens is in de periode juni tot en met augustus 2010 de informatie uit die beschikbare documenten opgenomen in het concept van deze notitie. 3. Het concept van deze notitie is op 16 augustus 2010 besproken met mevrouw M. van Duijn van de gemeente en met de heren W. Debets en S. Turan van Portaal. 4. Omdat uit de vorige stappen bleek dat er weinig informatie beschikbaar is over werkelijke verhuisketens en omdat duidelijk werd dat het achterhalen van werkelijke verhuisketens erg arbeidsintensief (en dus duur) is, is gekozen voor het hanteren van een verhuisketenmodel van Rigo. Op 23 augustus 2010 heeft de gemeente mede namens de Leidse woningcorporaties aan Rigo opdracht gegeven om haar bestaande model 2006 te actualiseren en dat actuele model aan de gemeente Leiden en de Leidse corporaties beschikbaar te stellen. Dit eerste houdt in dat aan het model de meest recente informatie over verhuiswensen van Leidse huishoudens is toegevoegd uit WoON 2009 en Woonzicht.nl; het tweede betekent dat de gemeente en de corporaties het verhuisketenmodel mogen gebruiken om zelf de verhuisketens van bouwprojecten te kunnen inschatten. 5. Na het beschikbaar komen van dat geactualiseerde verhuisketenmodel (hierna model 2009) is begin oktober 2010 summier getest in hoeverre dit model de werkelijke verhuisketens kan inschatten. De uitkomst daarvan is toegevoegd aan deze notitie. 6. De notitie is vervolgens op 27 oktober 2010 besproken met vertegenwoordigers van de corporaties. De gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in deze notitie. 4 Dit rapport is een afstudeeronderzoek naar de effecten van verhuisstromen die op gang zijn gebracht door het deelplan Historie van Portaal van het nieuwbouwproject Roomburg in Leiden. In 2006 zijn de woningen van dat deelplan (94 sociale huurwoningen met een huurprijs tot de liberaliseringsgrens, toen 632) opgeleverd. Portaal hoopte door daar duurdere huurwoningen te bouwen een manier te hebben gevonden om de doorstroming op de woningmarkt van Leiden op gang te brengen en zo de lage inkomensgroep te bedienen. De doelstelling van dat onderzoek is om te onderzoeken of het project met relatief dure huurwoningen voor de middeninkomens inderdaad heeft geleid tot het vrijkomen van de sociale huurwoningen voor de lage inkomensgroepen. 5 Het eindconcept van deze rapportage verscheen wat later, in augustus Verhuisketens in Leiden pagina 2 van 25

3 7. Ten slotte is deze notitie in oktober 2010 opgeleverd aan de gemeente en is het verhuisketenmodel 2009 overhandigd aan de gemeente en de woningcorporaties. 1.4 Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk gaat hoofdstuk 2 in op de theorie van verhuisketens. Hoofdstuk 3 geeft informatie over de verhuisketens op landelijk niveau. Hoofdstuk 4 zoomt in op de situatie in Leiden. Hoofdstuk 5 besteedt aandacht aan het Rigo-verhuisketenmodel en in het afsluitende hoofdstuk 6 zijn conclusies en aanbevelingen opgenomen. Verhuisketens in Leiden pagina 3 van 25

4 2. Verhuisketens: de werking van de woningmarkt 6 Om doorstroming op gang te brengen spelen verhuizingen een belangrijke rol. Om verhuizingen mogelijk te maken, is het belangrijk om te weten wat de woonwensen zijn van de woningvragers. Gemiddeld verhuist een huishouden iedere tien jaar. 7 Een huishouden zal over het algemeen proberen om bij een verhuizing de woonsituatie te verbeteren. Dit betekent dat de woningvoorraad als een hiërarchisch functionerend systeem kan worden gezien, de zogenoemde Woninghiërarchie of Woonladder, zie figuur 1. Figuur 1: Woninghiërarchie of Woonladder 8 Dure koop (hoge kwaliteit) Dure huur Middeldure koop Middeldure huur Goedkope koop Goedkope huur (lage kwaliteit) Doorstromers proberen van goedkope huurwoningen (zoals meergezinswoningen) te verhuizen naar goedkope of middeldure koopwoningen (zoals eengezinswoningen), van klein naar groot, etc. Starters (nieuw gevormde huishoudens) moeten het evenwicht herstellen. Zij zullen relatief veel in meergezinswoningen en kleine woningen terecht komen en dus relatief weinig in laagbouw en grote woningen. Hoog op de woninghiërarchie staan gewilde woningen. Laag op de hiërarchie staan niet-gewilde woningen (Priemus, 1984). De doorgetrokken lijnen tussen de woningtypen in figuur 1 geven de opwaartse stappen op de Woonladder weer die huishoudens maken. Maar op de woningmarkt komen ook neerwaartse stappen voor. Dat zijn bijvoorbeeld oudere huishoudens die verhuizen van een dure koopwoning naar een duur huurappartement. Bijvoorbeeld om daarmee hun opgebouwde vermogen te verzilveren en te wonen in een woning die gelijkvloers is en dichtbij de voorzieningen ligt. Deze neerwaartse stap is aangegeven met de onderbroken pijl. Een andere neerwaartse stap is vaak te zien als gevolg van echtscheidingen en werkloosheid. Een direct met elkaar samenhangende reeks verhuizingen wordt een verhuisketen genoemd. Een verhuisketen is een groep verhuizingen die onderling direct samenhangen, 6 De informatie in dit hoofdstuk is vooral ontleend aan de rapportage Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie, afstudeeronderzoek van Rojina Yip aan de TU Delft (juni 2009). 7 Dit gemiddelde is afhankelijk van de levensfase van een huishouden. Doorgaans verhuizen jongeren vaker dan ouderen. In steden met veel studenten zoals Leiden zullen de huishoudens dus gemiddeld vaker verhuizen dan één keer per 10 jaar. 8 Dit is wat gedetailleerdere vorm dan de versimpelde vorm die in het afstudeerrapport is opgenomen. Verhuisketens in Leiden pagina 4 van 25

5 doordat telkens een woning (of deel ervan) bij de ene verhuizing wordt betrokken als ontruimde woningen en bij de andere als woning die men betrekt (Priemus en Kroes, 1969). De lengte van een verhuisketen wordt uitgedrukt in schakels. Het aantal schakels is gelijk aan het aantal verhuizingen dat tot eenzelfde verhuisketen behoort, zie figuur 2. In figuur 2 stelt de linker woning een grote/luxe nieuwbouwwoning voor. Deze is het beginpunt van de verhuisketen. Deze nieuwe woning wordt betrokken door een huishouden dat een iets kleinere c.q. minder luxe woning achterlaat. Dit is de eerste schakel. Op haar beurt wordt deze bestaande woning betrokken door een ander huishouden dat ook weer een iets kleinere woning achterlaat. Dit is de tweede en derde schakel. Als dat huishouden een starter of vestiger is of wanneer de vrijkomende woning wordt gesloopt, eindigt de (lokale) verhuisketen. Figuur 2: Verhuisketen Eerste schakel Tweede schakel Derde schakel Beginpunt: nieuwbouwwoning of overlijden Herkomst doorstromers = Vrijkomend aanbod 2e schakel Eindpunt: Starter, vestiger of sloop Een verhuisketen heeft een beginpunt en een eindpunt. Een beginpunt is een woning die niet door vorige bewoners is verlaten. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld nieuwbouw, overlijden van vorige bewoners en verbouwing van een niet-woning tot een woning. Een eindpunt wordt gecreëerd wanneer een huishouden wordt gevormd, als er een verhuizing van buiten het woningmarktgebied/de gemeente plaatsvindt (een vestiger), of als de woning wordt gesloopt. Kort gezegd eindigt een keten door de geboorte van een huishouden 9 of de dood van een woning (Priemus, 1984). 9 Hiervan is sprake bij een inwonend kind dat voor het eerst zelfstandig gaat wonen of bij een echtscheiding (waarbij uit één huishouden twee huishoudens ontstaan). Verhuisketens in Leiden pagina 5 van 25

6 3. Verhuisketens in Nederland 10 Om een indruk te krijgen van het rendement van nieuwbouw heeft VROM in 2003 gebruik gemaakt van een model van doorstroomketens. Het model is opgebouwd op basis van feitelijke verhuizingen die hebben plaatsgevonden in de twee jaar voorafgaand aan het WoningBehoefte Onderzoek (WBO, de voorganger van het WoON). Uit het model blijkt dat een nieuwbouwwoning gemiddeld een ketenlengte heeft van 3,3. Dit betekent dat één nieuwe woning gemiddeld 2,3 verhuizingen in de bestaande woningvoorraad tot gevolg heeft. Huurwoningen leiden gemiddeld tot minder lange verhuisketens dan koopwoningen omdat huurwoningen doorgaans dichter bij het einde van een verhuisketen zitten (zie de Woonladder, figuur 1). Huurwoningen komen vooral na de tweede schakel relatief veel voor. Deze trekken starters aan waardoor de keten stopt. Als een verhuisketen met een huurwoning begint, is de kans dus groter dat starters eerder worden bediend, maar de verhuisketen is dan korter. Over het algemeen levert bouwen voor de top van de markt de langste verhuisketens op. Als er bijvoorbeeld in de eerste schakel luxe koopwoningen (vrijstaand en twee-onder-een-kap) worden gebouwd, dan maken die indirect nog eens luxe koopwoningen vrij als gevolg van doorstroming (VROM, 2003). De reden hiervan is dat er relatief veel doorstromers zijn die hun twee-onder-een-kap inruilen voor een betere twee-onder-een-kap of een vrijstaande woning. Dit aanbod is nauwelijks voor starters toegankelijk. De keten zet zich voort en verderop in de keten worden andere woningtypen vrijgemaakt. Dit kunnen bijvoorbeeld huurwoningen zijn die wél toegankelijk zijn voor starters. Bouwen aan de top van de markt levert dus ook iets op voor woningzoekenden aan de onderkant van de markt. Het omgekeerde geldt niet: het bouwen van woningen aan de onderkant van de Woonladder (zoals goedkope huurwoningen, zie figuur 1) levert weinig of niets op voor degenen die op zoek zijn naar luxe koopwoningen. Een ander aspect dat verschillen oplevert in de lengte van verhuisketens is de locatie waar de keten begint. VROM (2003) heeft een onderscheid gemaakt tussen Westen/Randstad en Overig Nederland. Buiten de Randstad is men er in geslaagd om met strategisch toevoegen van koopappartementen eengezinskoopwoningen vrij te maken en op deze manier lange verhuisketens op gang te brengen. In het Westen van het land lukt dit minder goed. Daar worden nieuwe koopappartementen namelijk veel vaker betrokken door starters. In de Randstad maakten eengezinshuurwoningen naar verhouding de meeste goedkope meergezinshuurwoningen vrij. Nieuwbouw van dure, vrijstaande koopwoningen dus in de top van de markt levert weliswaar lange verhuisketens op, maar daarvan eindigen er slechts weinig in een goedkoop huurappartement. Naarmate de verhuisketen vordert, is de kans groot dat die keten zich buiten de gemeente voortzet. Uiteindelijk komt er weliswaar een starter aan bod, maar die bevindt zich in een andere gemeente dan waar de nieuwbouw is gerealiseerd. De lokale verhuisketen is hierdoor vroegtijdig afgebroken. De verhuisketen zet zich voort, maar buiten de gemeente. Vaak zal dat in de regio zijn. 10 De informatie in dit hoofdstuk is vooral ontleend aan de rapportage Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie, afstudeeronderzoek van Rojina Yip aan de TU Delft (juni 2009). Verhuisketens in Leiden pagina 6 van 25

7 4. Verhuisketens in Leiden Doordat in deze notitie wordt ingezoomd op de gemeente Leiden, ligt de nadruk in de uitkomsten op de verhuisketens voor deze gemeente. Dit neemt niet weg dat Leiden een onderdeel vormt van de regionale woningmarkt en dat regionale verhuisketens dus van groot belang zijn. Maar die zijn in dit onderzoek niet onderzocht. 4.1 Algemeen beeld Het WoON 2006 onderschrijft de conclusies uit eerder onderzoek dat huurwoningen over het algemeen niet tot lange verhuisketens leiden. Maar opmerkelijk is dat in WoON 2006 wordt vermeld dat de bouw van huurwoningen in de gemeente Leiden juist wél voor langere verhuisketens zorgt dan de bouw van koopwoningen. Dit komt doordat er in Leiden veel koopwoningen door vestigers worden betrokken, waardoor de lokale verhuisketens worden afgebroken. De nieuwbouwhuurwoningen kunnen daarom alsnog langere verhuisketens opleveren. In 2006 was dus in Leiden de verhuisketen van huurwoningen gemiddeld langer dan de verhuisketen van koopwoningen. Het WoON 2009 laat zien dat dit nu anders is. Bij koop- en huurwoningen is nu een groter deel afkomstig van vestigers 11 (en minder van doorstromers). Zie figuur 3. Hierdoor stopt de verhuisketen eerder. Wellicht is het grotere aandeel vestigers het gevolg van de luxe nieuwbouw in Roomburg en het feit dat gedurende de twee jaar vóór 2009 meer nieuwe woningen zijn opgeleverd dan gedurende de twee jaar vóór De ketenlengte in de koopsector is nu 1,9 en in de huursector 1,8. Dit betekent dat één nieuwe koopwoning gemiddeld 0,9 verhuizingen in de bestaande woningvoorraad tot gevolg heeft en dat één nieuwe huurwoning gemiddeld 0,8 verhuizingen in de bestaande woningvoorraad tot gevolg heeft. In 2006 was de gemiddelde ketenlengte nog 2,5 in de koopsector en 2,7 in de huursector. De verhuisketens in Leiden zijn dus korter geworden door het grotere aandeel vestigers. In heel Nederland is een toename te zien van 9% vestigers in 2006 naar 11% in De starters en vestigers zijn nu samen goed voor 24%. Dat was in 2006 nog 21%. In de studentenstad Groningen is die toename ook te zien: van 47% starters en vestigers in 2006 naar 54% in Zowel in Nederland (gemiddeld, op gemeentelijk niveau) als in Leiden en Groningen is dus een afname van de ketenlengte te zien. De bovenste twee staven in figuur 3 geven de situatie aan voor 2009; de onderste twee de situatie voor In de bovenste staaf is aangegeven welke groepen twee jaar vóór 2009 zijn verhuisd naar een koop- of een huurwoning. Er worden vier groepen onderscheiden: doorstromers uit een koopwoning (aangeduid met: uit koop en koop ), doorstromers uit een huurwoning (aangeduid met: uit huur en huur ), vestigers en starters. Elke staaf geeft het aandeel van deze vier groepen weer. 11 Over het algemeen zullen vestigers voor Leiden kiezen omdat het een aantrekkelijke woongemeente is vanwege haar historische centrum en goede openbaar vervoersmogelijkheden. De meeste vestigers komen uit de regio. 12 Uit de rapportage Wonen in Leiden, rapportage WoON 2009 (Explica, september 2010) blijkt dat er in Leiden in 2007 en 2008 ongeveer 660 woningen zijn gebouwd en in 2004 en 2005 ongeveer 210 woningen. Verhuisketens in Leiden pagina 7 van 25

8 Figuur 3: Recent verhuisden (afgelopen twee jaar) naar vorige woonsituatie, naar eigendom van de woning, Leiden (bron: WoON 2009, WoON 2006) % 20% 40% 60% 80% 100% koop huur 2006 uit koop uit huur vestiger starter 0% 20% 40% 60% 80% 100% koop huur koop huur vestiger starter Voor eengezinswoningen is de keten in Leiden langer dan voor meergezinswoningen (2,0 resp. 1,8). In 2006 was de ketenlengte zowel bij eengezinswoningen als bij meergezinswoningen 2,6. Bij de eengezinswoningen blijkt het aandeel starters groter te zijn dan in 2006; bij de meergezinswoningen is de afname van de ketenlengte het gevolg van het grotere aandeel vestigers. Zie figuur 4. Beide groepen (starters en vestigers) leiden tot het einde van de lokale verhuisketen. De bovenste twee staven geven opnieuw de situatie aan voor 2009; de onderste twee de situatie voor In de bovenste staaf is aangegeven welke groepen twee jaar vóór 2009 zijn verhuisd naar een eengezinswoning. Er worden vier groepen onderscheiden: doorstromers uit eengezinswoningen (aangeduid met: uit eengezins en egw ), doorstromers uit meergezinswoningen (aangeduid met: uit meergezins en mgw ), vestigers en starters. Elke staaf geeft het aandeel van deze vier groepen weer. Verhuisketens in Leiden pagina 8 van 25

9 Figuur 4: Recent verhuisden (afgelopen twee jaar) naar vorige woonsituatie, naar woningtype, Leiden (bron: WoON 2009, WoON 2006) % 20% 40% 60% 80% 100% eengezins meergezins uit eengezins uit meergezins vestiger starter % 20% 40% 60% 80% 100% eengezins meergezins egw mgw vestiger starter 4.2 Verhuisketens in Roomburg Werkelijke verhuisketens De schrijfster van het onderzoek Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie heeft onderzocht wat de werkelijke verhuiseffecten zijn als gevolg van deelplan Historie van Roomburg. Het resultaat daarvan staat in figuur 5. Figuur 5: Werkelijk resultaat van verhuizingen Vrijkomend aanbod (output) Bediende groepen (output) Huur < kwaliteitskortingsgrens 13 Doorstromers % < aftoppingsgrens 43 Starters 21 10% < liberaliseringsgrens 11 Vestigers 73 34% > liberaliseringsgrens 4 Totaal % Koop < > Onbekend 31 Totaal 120 Lengte verhuisketens 2,3 Uit dit resultaat blijkt dat de nieuwbouwhuurwoningen ook in de koopsector woningen vrij maken. Van alle vrijkomende woningen is 15% een koopwoning. Verhuisketens in Leiden pagina 9 van 25

10 Het achterhalen van de werkelijke verhuisketens bleek heel lastig te zijn. Zie daarvoor de beschrijving in bijlage 1 van de manier waarop de onderzoekster te werk is gegaan. Het achterhalen van werkelijke verhuisketens: - is zeer tijdrovend (en daardoor duur), omdat handmatig het GBA, Woonzicht.nl en het kadaster moeten worden geraadpleegd; - levert niet alle benodigde informatie op: de inkomens van de huishoudens zijn niet bekend en het is niet in alle gevallen duidelijk of de achtergelaten woning een sociale huurwoning of particuliere huurwoning is Verhuisketens volgens het model 2006 In het eerder aangehaalde onderzoek Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie zijn de effecten van de verhuisstromen gesimuleerd met het verhuisketenmodel 2006 dat Rigo Research en Advies BV voor dat onderzoek heeft opgesteld. Het bouwprogramma van deelplan Historie van Roomburg (94 eengezinshuurwoningen) is ingevoerd in dit model. Dit is overigens de eerste keer dat de betrouwbaarheid van het verhuisketenmodel van Rigo is getoetst aan de hand van een bouwplan. Als de 94 eengezinshuurwoningen van Portaal met een huurprijs onder de liberaliseringsgrens worden ingevoerd in het model, is de uitkomst dat naast deze nieuwe woningen 108 bestaande woningen beschikbaar komen voor starters, doorstromers en vestigers. Van deze huishoudens is 53% een huishouden met een inkomen lager dan modaal. De verhuisketen die door het bouwprogramma van Roomburg zal ontstaan, heeft een lengte van 2,2. Dit betekent dat iedere nieuwbouwwoning gemiddeld 1,2 verhuizingen in de bestaande woningvoorraad tot gevolg heeft. De verdeling van de bediende groepen over de woningen en verschillende prijssegmenten is in figuur 6 weergegeven. Figuur 6: Resultaat van verhuizingen volgens het model 2006 Vrijkomend aanbod (output) Bediende groepen (output) Huur < kwaliteitskortingsgrens 14 Doorstromers % < aftoppingsgrens 47 Starters 37 18% < liberaliseringsgrens 10 Vestigers 57 28% > liberaliseringsgrens 10 Totaal % Koop < < modaal % ,5 x modaal 51 25% > 1,5 x modaal 44 22% > Totaal % Totaal 108 Lengte verhuisketens 2,2 Uit de vergelijking tussen de werkelijke effecten (figuur 5) en de uitkomsten van het model 2006 (figuur 6) blijkt dat de verschillen niet groot zijn. Mogelijke oorzaken van de verschillen zijn dat het model 2006 is gebaseerd op een steekproef en dat in 2006 het woonruimteverdelingssysteem in Leiden is veranderd: Huis-Aan-Bod is vervangen door Woonzicht.nl. De verhuisgegevens vanaf die overgang zijn niet in WoON 2006 opgenomen. In bijlage 1 wordt dieper ingegaan op deze test van het model Verhuisketens in Leiden pagina 10 van 25

11 4.3 Verhuisketens in Nieuw Leyden Woningcorporatie Portaal heeft voor twee deelplannen in Nieuw Leyden zelf de doorstroomeffecten in kaart proberen te brengen. Dit is niet zo uitgebreid gebeurd als de onderzoekster bij Roomburg heeft gedaan. Portaal heeft de verhuisketens ingeschat door eerst de eerste schakel in beeld te brengen en vervolgens aan te nemen dat het doorstroomeffect van de tweede en eventueel derde schakel samen 50% zo groot is als het effect van de eerste schakel. De uitkomst van die exercitie staat in bijlage 2. Ook hier zijn net als bij het achterhalen van de werkelijke verhuisketens in deelplan Historie van Roomburg de inkomens van de nieuwe huurders niet bekend omdat Portaal deze inkomens niet registreert bij verhuring. In de toekomst wil deze corporatie dit wél gaan doen. Verhuisketens in Leiden pagina 11 van 25

12 5. Rigo verhuisketenmodel 2009 In paragraaf is aangegeven dat het achterhalen van de werkelijke verhuisketens erg arbeidsintensief (en dus duur) is en desalniettemin niet alle gewenste informatie oplevert. Daarom is het niet verwonderlijk dat in Leiden slechts van één bouwplan (deelplan Historie van Roomburg) de werkelijke verhuisketens zijn onderzocht. Om deze reden hebben de gemeente Leiden en de woningcorporaties ervoor gekozen om de verhuisketens in te schatten op basis van het verhuisketenmodel van Rigo. Dit model geeft weliswaar slechts een inschatting van de verhuiseffecten van een nieuwbouwplan, maar de voordelen ten opzichte van het achterhalen van de werkelijke verhuisketens van een nieuwbouwplan zijn de volgende: - De aanschaf van het model is niet duur. - Het gebruik van het model is heel eenvoudig. - Het model kan niet uitsluitend worden gebruikt voor een reeds gerealiseerd bouwplan (dus achteraf), maar kan ook worden gebruikt voor een nog te realiseren bouwplan (dus vooraf). Dit biedt de mogelijkheid om te spelen met het model en op basis van de gewenste uitkomsten van de doorstroomeffecten het woningbouwprogramma te kiezen. De gemeente en de Leidse woningcorporaties hebben Rigo opdracht gegeven om haar verhuisketenmodel 2006 voor Leiden te actualiseren. Rigo heeft begin oktober 2010 het nieuwe model 2009 opgeleverd. Bijlage 3 geeft informatie over model Ook het nieuwe model is getest door de uitkomsten voor deelplan Historie van Roomburg te vergelijken met de werkelijke verhuiseffecten en de uitkomsten van model Bijlage 4 bevat de resultaten van die vergelijking. Uit die vergelijking blijkt dat de uitkomsten van model 2006 en 2009 soms met elkaar overeen komen, maar meestal van elkaar afwijken. Op grond van deze vergelijking is niet te zeggen of model 2009 de werkelijkheid beter inschat dan model Daarvoor is de test te summier. In principe moet model 2009 betrouwbaarder zijn dan model 2006 omdat in model 2009 de meest recente informatie over verhuizingen in Leiden is verwerkt (op basis van WoON 2009). Het verschil tussen de uitkomsten van het model en de werkelijkheid lijkt voornamelijk te ontstaan bij de eerste schakel. Als aanbieders er in slagen om in de eerste schakel vrijwel uitsluitend doorstromers te bedienen (dit betekent dat de nieuwe woningen worden betrokken door huishoudens uit Leiden), is het effect een langere verhuisketen dan het model voorspelt. In Roomburg lijkt dit te zijn gelukt, maar dit lukt niet overal. Anders zou dit wel in het WoON 2009 tot uitdrukking zijn gekomen. In de sociale huursector is er enige invloed op de eerste instroom (zoals het toewijzen van nieuwe woningen aan Leidse huurders met een urgentieverklaring), maar in de koopsector is die invloed er nauwelijks. Daarom verwacht Rigo dat het model bij het effect van de bouw van koopwoningen in het algemeen minder zal afwijken van de werkelijkheid dan bij huurwoningen. Dit betekent overigens dat het voor de doorstroming in Leiden effectief is als huur- en koopwoningen bij voorrang zouden kunnen worden toegewezen aan Leidse huishoudens. Dit is op grond van de regionale Huisvestingsverordening niet toegestaan, maar woningcorporaties kunnen hierbij wel een rol vervullen door een gerichte communicatie over de nieuwbouwplannen richting hun huurders. Verhuisketens in Leiden pagina 12 van 25

13 Werkelijke verhuizingen zijn van zoveel factoren afhankelijk dat het model 2009 van Rigo die verhuisbewegingen niet exact kan voorspellen. Het model 2009 leent zich echter wel goed om op een eenvoudige manier die verhuizingen globaal in te schatten. Een lange verhuisketen betekent dat zo veel mogelijk huishoudens kunnen verhuizen als gevolg van het nieuwbouwplan. Het streven is echter ook gericht op het zo goed mogelijk bedienen van de groepen voor wie het bouwplan (direct en/of indirect) is bedoeld. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om de volgende groepen en de beleidsmatige overwegingen daarbij. Tabel 3: Enkele belangrijke groepen bij verhuisketens Groep Doorstromers Starters Vestigers Hogere inkomens Lage inkomens Huishoudens met kinderen Jonge huishoudens Overweging Doorstroming in de bestaande woningvoorraad stimuleren. Voorzieningenniveau in stand houden door jongeren aan de stad te binden. Hogere inkomens aan te trekken ten behoeve van de stedelijke economie. Verkleinen van de goedkope scheefheid in de huursector. Ook voor hen moeten er voldoende woningen zijn. Bevorderen van de levendigheid van een wijk. Daarom leent het model 2009 zich goed om per bouwplan een keuze te maken ten aanzien van de te bedienen doelgroep(en). Wat heeft deze wijk nodig? Wat zijn de sterke kanten van deze buurt? Op basis daarvan wordt bepaald voor welke groep(en) de nieuwbouw vooral is bedoeld. Door vervolgens met het model 2009 te spelen door diverse woningdifferentiaties in te voeren, kan worden bepaald welke woningdifferentiatie het beste resultaat oplevert. Dit neemt niet weg dat andere overwegingen met name financiële tot een andere woningdifferentiatie nopen. Verhuisketens in Leiden pagina 13 van 25

14 6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies De werking van de woningmarkt - Door verhuizingen kunnen woningvragers hun woonwensen realiseren. Doorgaans zullen zij hierbij een opwaartse stap maken op de zogenoemde Woonladder. De Woonladder geeft de hiërarchie van woningen: bovenaan de Woonladder staan de dure, grote koopwoningen; onderaan staan de goedkope, kleine huurwoningen. Door de opwaartse stappen die huishoudens op de Woonladder maken, komen woningen aan de onderkant van de Woonladder vrij voor starters op de woningmarkt en andere huishoudens met een laag inkomen. - Het bouwen van woningen aan de bovenkant van de Woonladder komt in eerste instantie ten goede aan huishoudens met een hoog inkomen. Maar indirect aan het einde van de verhuisketen komen de vrijkomende woningen ook ten goede aan huishoudens die zijn aangewezen op de onderkant van de Woonladder. Het omgekeerde geldt niet. Het bouwen van woningen aan de onderkant van de Woonladder leidt niet of nauwelijks tot verhuizingen van huishoudens met een hoog inkomen. - Over het algemeen geldt dat het bouwen van woningen aan de bovenkant van de Woonladder tot langere verhuisketens leidt dan het bouwen van woningen aan de onderkant van de Woonladder. Het bouwen van huurwoningen over het algemeen zijn dit woningen in het onderste deel van de Woonladder leidt dus over het algemeen tot kortere ketens dan de bouw van koopwoningen, maar de kans is wel groter dat starters eerder in de tijd worden bediend (namelijk: aan het begin van de verhuisteken en niet aan het einde ervan). - De woning die door een verhuizing vrijkomt, wordt doorgaans ingenomen door een ander huishouden. Op die manier ontstaat een verhuisketen, die een aantal schakels heeft. De laatste schakel wordt vaak gevormd door een starter op de woningmarkt. Dit is bijvoorbeeld een thuiswonend kind dat voor het eerst zelfstandig gaat wonen. Ook eindigt de verhuisketen als de vrijkomende woning wordt gesloopt Verhuisketens in de regio Doordat in deze notitie wordt ingezoomd op de gemeente Leiden, ligt de nadruk in de uitkomsten op de verhuisketens voor deze gemeente. Dit neemt niet weg dat Leiden een onderdeel vormt van de regionale woningmarkt en dat regionale verhuisketens dus van groot belang zijn. Maar die zijn in dit onderzoek niet onderzocht Verhuisketens in Leiden - Op landelijk niveau bestaat een verhuisketen uit heel veel schakels. Dit betekent dat de bouw van een nieuwe woning leidt tot veel verhuizingen. Op lokaal niveau zijn de ketens veel kleiner. Want een lokale verhuisketen eindigt zodra een vrijkomende woning wordt betrokken door een vestiger (een huishouden dat een lege woning in een andere gemeente achterlaat) of een starter (iemand die geen lege woning achterlaat). De verhuisteken zet zich voort, maar buiten de gemeente. - In 2009 is de gemiddelde ketenlengte in Leiden in de koopsector 1,9 en in de huursector 1,8. In 2006 was de gemiddelde ketenlengte nog 2,7 respectievelijk 2,5. De lengte van de verhuisketen is vooral afgenomen door het grotere aantal vestigers. Dit komt vermoedelijk doordat er de afgelopen jaren meer nieuwe woningen zijn gebouwd dan de jaren daarvoor. - Maar niet alleen de lengte van de verhuisketen is belangrijk. Het gaat ook en misschien wel vooral om de vraag of met het nieuwbouwplan de huishoudens met een laag inkomen Verhuisketens in Leiden pagina 14 van 25

15 worden geholpen of juist (of ook) de huishoudens met een hoger inkomen? Of alleenstaanden of gezinnen met kinderen? Het nieuwe verhuisketenmodel van Rigo is een instrument om op basis van de gewenste verhuisketen de meest geschikte woningdifferentiatie van een nieuwbouwplan te kunnen bepalen. - Het model 2009 is in zijn algemeenheid betrouwbaar omdat daarin de meest recente informatie over verhuizingen in Leiden is opgenomen (WoON 2009). De test is echter beperkt omdat er in Leiden maar één bouwplan is waarvan de werkelijke verhuisketens zijn onderzocht. Dit is overigens niet vreemd, want dergelijk onderzoek is zeer arbeidsintensief (en dus duur). In deze notitie is het model daarom getest aan de hand van dat ene bouwplan. Voor een heel specifiek bouwplan op een heel specifieke locatie zal de betrouwbaarheid van het model 2009 kleiner zijn dan voor een meer gemiddeld bouwproject. - Ondanks dat de exactheid van het model per project dus niet vaststaat, lijkt het model de werkelijkheid redelijk goed te kunnen voorspellen. Met het model hebben de gemeente en de Leidse woningcorporaties een goedkoop en eenvoudig model in handen om hen te ondersteunen bij het bepalen van de woningdifferentiatie van nieuwbouwplannen. 6.2 Aanbevelingen Op basis van dit onderzoek worden aan de gemeente en de Leidse woningcorporaties de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Gebruik het model 2009 van Rigo bij het bepalen van de gewenste woningdifferentiatie. 13 Zowel de gemeente als de Leidse corporaties zijn eigenaar van dit model. Het gebruik van dit model daagt partijen uit om na te denken over de functie van het bouwplan; de aandacht richt zich daarbij niet uitsluitend op de nieuwbouwwoningen (wat en voor wie bouwen we?), maar ook op de effecten daarvan op de bestaande voorraad (hoeveel en welke woningen komen door de nieuwbouw vrij en welke groepen worden daarmee geholpen?). Zo kan het inzicht heel belangrijk zijn dat met de bouw van luxe koopwoningen uiteindelijk ook een aantal starters worden geholpen. Wees je hierbij ook bewust van de beperkingen van het model. Dat uit het model bijvoorbeeld blijkt dat dure koopwoningen de langste verhuisketens opleveren, betekent niet dat het verstandig is om voortaan in Leiden uitsluitend dure koopwoningen te bouwen. Want zo n eenzijdig woningbouwprogramma zou de woningmarkt ernstig verstoren zodat de beoogde doorstroomeffecten niet worden gerealiseerd. 2. Wijs collega s op het bestaan van dit model. Het mag vrijelijk worden gebruikt, mits bij publicatie van uitkomsten de bron wordt vermeld: Rigo Research en Advies, Gebruikers bij de gemeente Leiden zijn vooral de projectleiders van het Projectmanagementbureau (PMB), de afdeling Grondzaken en de beleidsambtenaren van SEB en REABEH/REA aan wie PMB een advies vraagt ten aanzien van de woningdifferentiatie van een bouwplan. Gebruikers bij de corporaties zijn de projectleiders en de beleidsmedewerkers. 3. Organiseer een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van de gemeente en de woningcorporaties over het gebruiken van dit model. Denkbaar is dat uit de Nieuwbouwmonitor het totaal aan harde bouwplannen voor bijvoorbeeld de komende 4 jaren wordt ingevoerd. Het model geeft dan aan welke verhuiseffecten optreden met de realisatie van al die bouwplannen. Er kan vervolgens worden gediscussieerd over de 13 De waarde van dit model 2009 zal afnemen naarmate er meer en sterkere wijzigingen optreden op de huidige woningmarkt. Als Leiden ook bij het volgende WoON 2012 gebruik maakt van de mogelijkheid om deel te nemen aan de oversampling kan zij en de corporaties als het model de komende jaren zijn waarde bewijst besluiten om in 2013 opnieuw aan Rigo de opdracht te verstrekken om het verhuisketenmodel te actualiseren, waarna deze partijen het model opnieuw enkele jaren kunnen gebruiken. Verhuisketens in Leiden pagina 15 van 25

16 vraag wat partijen vinden van die verhuiseffecten: is dit het effect dat partijen wenselijk vinden of niet? 4. Als partijen meer informatie wensen over werkelijke verhuiseffecten van nieuwbouw bijvoorbeeld om de exactheid van het model beter te kunnen beoordelen moet worden bedacht dat dit een tijdrovend onderzoek vergt Een ruwe inschatting van de kosten om de verhuiseffecten van een bouwplan van 50 woningen te achterhalen is Verhuisketens in Leiden pagina 16 van 25

17 Bijlage 1: Test van model 2006 Het verhuisketenmodel 2006 van Rigo schat het aantal verhuizingen in dat door nieuwbouw ontstaat in de achtereenvolgende schakels van de ketens. In elke schakel vermindert het aanbod doordat een deel van de woningen terecht komt bij starters en/of vestigers en doordat een deel van de woningen wordt gesloopt of gebruikt voor de herhuisvesting van huurders uit te slopen woningen. In die gevallen komt er geen woning vrij voor de volgende schakel. Input in het model 2006 vormen referentiecijfers van steekproefonderzoeken, onder andere WoON 2006, en van een selectie van middelgrote gemeenten in de Randstad (inwoners tussen de en van de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht). Daarbij zijn de referentiecijfers representatief gemaakt voor Leiden aan de hand van voor Leiden bekende cijfers over bevolking en woningvoorraad. In het model wordt het aantal nieuwbouwwoningen, onderscheiden naar huur/koop, eengezins/appartementen en prijzen ingevoerd. Het model geeft de verwachte effecten hiervan weer in tabellen. De betrouwbaarheid van het model 2006 is voor het eerst getest in het kader van het voor deze notitie gebruikte afstudeeronderzoek Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie. De onderzoekster heeft onderzocht welke verhuisstromen werkelijk zijn opgetreden na de oplevering van de woningen in het project Roomburg van Portaal (zie figuur 5) en die resultaten zijn vergeleken met de uitkomsten van het model 2006 (zie figuur 6). De onderzoekster heeft de informatie over de eerste schakel proberen te achterhalen door een vragenlijst te sturen aan de bewoners van de nieuwe woningen. De respons was echter zeer klein. Daarom heeft zij de informatie over de eerste schakel verzameld bij Portaal. De onderzoekster heeft de informatie over de overige schakels achterhaald vanuit het GBA van de gemeente (op basis van de adreswijzigingen). In de bestanden van de gemeente staat echter niet of de achtergelaten woningen een sociale of particuliere woning is. Om dat te achterhalen, heeft de onderzoekster informatie uit Woonzicht.nl gebruikt. Wanneer een adres in dat bestand is terug te vinden, betekent het dat het om een sociale huurwoning gaat. Voor de koopwoningen zijn de prijzen met behulp van het kadaster achterhaald. De inkomens van de huishoudens zijn echter niet bekend. De werkelijke totale gemiddelde verhuisketenlengte is 2,3 (zie figuur 5). Dit betekent dat één nieuwbouwwoning gemiddeld 1,3 verhuizingen in de bestaande woningvoorraad tot gevolg heeft. In totaal zijn er 120 bestaande woningen vrijgemaakt. Van 31 adressen (huurwoningen) kon de prijsklasse van de woning niet worden achterhaald. In figuur 7 zijn de verschillen tussen de werkelijkheid (zie figuur 5) en de uitkomsten van het model 2006 (zie figuur 6) grafisch weergegeven De 31 huurwoningen waarvan de prijsklasse niet bekend is, zijn in deze figuur naar rato verdeeld over de verschillende huurprijsklassen. Verhuisketens in Leiden pagina 17 van 25

18 Figuur 7: Verschil uitkomsten model 2006 en werkelijke effecten Werkelijk Model < kwaliteitskortingsgrens < aftoppingsgrens < liberaliseringsgrens > liberaliseringsgrens < > Doorstromers Starters Vestigers Uit de vergelijking tussen de werkelijke effecten en de uitkomsten van het model 2006 blijkt dat de verschillen niet groot zijn. Het verschil is het grootst bij de groep starters. Eén van de mogelijke oorzaken van de verschillen is dat in 2006 het woonruimteverdelingssysteem in Leiden is veranderd: Huis-Aan-Bod is vervangen door Woonzicht.nl. De verhuisgegevens vanaf die overgang zijn niet in WoON 2006 opgenomen. Verhuisketens in Leiden pagina 18 van 25

19 Bijlage 2: Inschatting verhuisketens Nieuw Leyden door Portaal Voor Nieuw Leyden heeft Portaal de doorstroomeffecten in kaart gebracht van twee projecten. Het eerste project behelst 43 markthuurwoningen, met een huurprijs van 800 tot per maand. Het tweede project behelst een complex met 42 dure sociale huurwoningen, met een huurprijs van 573 tot dure huurwoningen In het project van de 43 markthuurwoningen komt 50% van de huurders van de nieuwe woningen uit Leiden, 25% uit enkele andere gemeenten van de Randstad (Den Haag, Amsterdam en Alphen aan den Rijn), 10% van buiten de Randstad, 10% uit andere Europese landen (dit past goed in het profiel van de gemiddelde Leidenaar ) en 6% uit de directe regio. Het feit dat een relatief groot deel van huurders van buiten de gemeente komt, drukt het effect van de doorstroming op de Leidse markt. Van een kwart van de nieuwe huurders is niet bekend wat voor woning zij achterlaten, 54% laat een huurwoning achter, 20% komt uit een koopwoning en 10% was inwonend. In de eerste stap van de verhuisketen komen door de 43 nieuwe eengezinswoningen 13 extra bestaande sociale huurwoningen beschikbaar. De tweede stap levert over het algemeen nog eens de helft op van de eerste stap. De lengte van de verhuisketen is dan 1,5. Dit is veel lager dan in deelplan Historie van Roomburg (2,3). De prijs van de woningen (minimaal 800) speelt hierbij een belangrijke rol. 42 sociale huurwoningen In het project van de 42 dure sociale huurwoningen komen alle nieuwe huurders uit de Leidse regio; bijna allemaal kwamen ze uit Leiden. Op één huurder na lieten ze een huurwoning achter (in 90% van de gevallen was dat een corporatiewoning). In de eerste stap van de verhuisketen komen door de 42 nieuwe eengezinswoningen 41 extra bestaande huurwoningen beschikbaar. Hiervan is 85% in de goedkope en betaalbare categorie. De tweede stap levert over het algemeen nog eens de helft op van de eerste stap. De lengte van de verhuisketen is dan 2,5. Dit is dus een zeer lange verhuisketen; het effect is nog groter dan in deelplan Historie van Roomburg. De inkomens van de nieuwe huurders zijn niet bekend omdat deze bij verhuring niet worden geregistreerd. In de toekomst wil Portaal dit wél gaan doen. Verhuisketens in Leiden pagina 19 van 25

20 Bijlage 3: Informatie over verhuisketenmodel 2009 Leiden Begin oktober 2010 heeft Rigo het verhuisketenmodel 2009 (de update van het model 2006) opgeleverd. In het model 2009 zijn niet uitsluitend de gegevens van het WoON 2009 ingevoerd, maar ook de verhuisgegevens die zijn opgenomen in het eerder in deze notitie aangehaalde afstudeeronderzoek Verhuisstromen door nieuwbouw van woningcorporatie en de verhuisgegevens waarover Portaal beschikt (zie paragraaf 4.3 en bijlage 2). Model 2009 van Rigo biedt gebruikers de mogelijkheid om een nieuwbouwprogramma in te voeren in acht prijsklassen (vier in de huursector; vier in de koopsector) en schat het vrijkomende aanbod in de voorraad over alle schakels, gespecificeerd naar dezelfde acht segmenten. Ook wordt onderscheid gemaakt naar grondgebonden woningen en appartementen. Het model schat ook de kenmerken van de over alle schakels bediende huishoudens, in termen van doorstromers, starters en vestigers en naar inkomensklasse, samenstelling en leeftijd. Het model baseert de schattingen op daadwerkelijk waargenomen verhuizingen in vergelijkbare woningmarktsituaties. Omdat het achterhalen van werkelijke verhuisketens aan de hand van de GBA van een gemeente gecompliceerd, kostbaar en tijdrovend is, zijn de referenties vooral ontleend aan het landelijke onderzoek Bewoners Nieuwe Woningen en aan het WoON. Bijkomend voordeel van deze bronnen is dat ook informatie beschikbaar is over de inkomens van huishoudens, hetgeen in het GBA ontbreekt. De informatie in het model 2009 is aangevuld met referenties uit Woonzicht.nl en lokale bronnen. Het model 2009 is een Excel-applicatie waarmee de gemeente en de Leidse woningcorporaties zelf analyses kunnen verrichten. De applicatie spreekt voor zich en wordt dus zonder handleiding geleverd. Partijen kunnen het model vrijelijk gebruiken, mits bij publicatie van uitkomsten de bron wordt vermeld. Figuur 8 laat zien hoe het model 2009 er uit ziet, voordat een bouwprogramma is ingevoerd. Het blad bestaat uit een invoer- en een uitvoergedeelte: - Invoer (linker kolom) In de gele cellen kan het bouwprogramma worden ingevoerd. Ook is het mogelijk om een sloopprogramma 16 in te voeren. Omdat het nauwelijks voorkomt dat er woningen worden gebouwd met een huurprijs tot de kwalititeitskortingsgrens en omdat er maar weinig grondgebonden woningen worden gesloopt, kan in deze cellen geen getal worden ingevoerd. Daarover zijn namelijk te weinig verhuisbewegingen bekend. De koopprijsgrenzen ( en ) zijn gelegd bij 50% respectievelijk 75% van de koopvoorraad. - Uitvoer (middelste en rechter kolom) Nadat het bouw- (en eventueel sloop-)programma is ingevoerd, is het keteneffect over alle schakels direct te zien. Dat effect wordt op de volgende manieren zichtbaar gemaakt: - Effect op het aanbod uit doorstroming: in de middelste kolom wordt in de bovenste tabel aangegeven hoeveel bestaande woningen vrijkomen als gevolg van de nieuwbouw. Hierbij worden dezelfde huur- en koopprijsgrenzen gehanteerd als bij de invoer. - Totaal woningaanbod: in de middelste kolom wordt in een staafgrafiek (in figuur 8 niet zichtbaar omdat er geen bouwprogramma is ingevoerd) en in een tabel aangegeven 16 Als een sloopprogramma wordt ingevoerd, berekent het model het effect op de verhuisketen: de gederfde doorstroming. Verhuisketens in Leiden pagina 20 van 25

21 wat het woningaanbod is (bestaand en nieuw) als gevolg van het nieuwbouwplan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nieuw/bestaand, huur/koop en tussen grondgebonden/appartementen. - Totaal bediende groepen: in de rechter kolom wordt in een taartdiagram (in figuur 8 niet zichtbaar omdat er geen bouwprogramma is ingevoerd) en in vier tabellen aangegeven welke huishoudens worden bediend als gevolg van het nieuwbouwplan. Er wordt onderscheid gemaakt in: o doorstromers, starters en vestigers; o inkomensgroepen: < modaal, 1 tot 1,5 x modaal en > 1,5 x modaal o huishoudensgroepen: alleenstaanden, huishoudens zonder kinderen en huishoudens met kinderen; o leeftijdsgroepen: tot 25 jaar, jaar, jaar en 60-plussers. - Gemiddelde ketenlengte: helemaal rechts onderaan is de gemiddelde lengte van de verhuisketen vermeld. Verhuisketens in Leiden pagina 21 van 25

22 Figuur 8: Verhuisketenmodel Leiden 2009 Verhuisketens in Leiden pagina 22 van 25

23 Bijlage 4: Test van model 2009 In het kader van deze notitie is de betrouwbaarheid van het verhuisketenmodel 2009 summier getest door de uitkomst van het model voor deelplan Historie van Roomburg te vergelijken met de werkelijke verhuisstromen die zijn opgetreden. Deelplan Historie van Roomburg behelst de bouw van 94 eengezinshuurwoningen met een huurprijs onder de liberaliseringsgrens. Figuur 11 laat het resultaat zien van model Dat resultaat is in figuur 9 samengevat. Figuur 9: Resultaat van verhuizingen van Historie volgens het model 2009 Vrijkomend aanbod (output) Bediende groepen (output) Huur < kwaliteitskortingsgrens 25 Doorstromers 91 49% < aftoppingsgrens 33 Starters 37 20% < liberaliseringsgrens 13 Vestigers 57 31% > liberaliseringsgrens 5 Totaal % Koop < < modaal 73 39% ,5 x modaal 31 17% > 1,5 x modaal 81 44% > Totaal % Totaal 91 Lengte verhuisketens 2,0 In figuur 10 zijn deze uitkomsten van het model 2009 vergeleken met die van model 2006 (zie figuur 6) en met de werkelijke resultaten van de verhuizingen (zie figuur 5). Figuur 10: Verschil uitkomsten simulaties en werkelijke effecten van Historie Werkelijk Model 2006 Model < kwaliteitskortingsgrens < aftoppingsgrens < liberaliseringsgrens > liberaliseringsgrens < > Doorstromers Starters Vestigers Uit deze figuur blijkt dat de uitkomsten van de beide modellen soms met elkaar overeen komen (vooral bij de onderverdeling naar doorstromers, starters en vestigers), maar meestal van elkaar afwijken (de grootste relatieve afwijkingen zijn bij de koopprijsklassen te zien). Verhuisketens in Leiden pagina 23 van 25

24 Op grond van deze grafiek is niet te zeggen welke van de twee modellen de werkelijkheid het best inschat: van de 11 onderscheiden groepen in figuur 10 voorspelt model 2009 van 3 groepen de werkelijkheid het best. Model 2006 doet dat bij 4 groepen het best. Bij de overige 4 groepen is de afwijking van de uitkomst van beide modellen ten opzichte van de werkelijkheid even groot. Figuur 11: Uitkomst verhuisketenmodel Leiden 2009: deelplan Historie van Roomburg Verhuisketens in Leiden pagina 24 van 25

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 INHOUD Samenvatting Inleiding 5 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 De bewoners van de nieuwbouwwoningen 9.1 Nieuwbouw naar bewonerstype 9. Herkomst vestigers 10. Nieuwbouw naar eigendomsverhouding 11.4

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

1. Inleiding. Behoefte aan eengezins- en meergezinswoningen in Leiden pagina 1 van 30

1. Inleiding. Behoefte aan eengezins- en meergezinswoningen in Leiden pagina 1 van 30 Behoefte aan eengezins- en meergezinswoningen in Leiden (onderzoek 4 uit het Projectplan uitvoering woononderzoeken ) Definitieve versie, 2 februari 2011 Wim Vos, in opdracht van de afdeling SEB van de

Nadere informatie

2010-2012 SAMENVATTING

2010-2012 SAMENVATTING 2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis

Nadere informatie

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad Nr: 2004-11-08 Schipluiden: 18 november 2004 Onderwerp: Notitie woningbouwprogrammering Midden-Delfland Aan de Raad Inleiding Voor u ligt de notitie woningbouwprogrammering waarin de uitgangspunten voor

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. Deze factsheet geeft een overzicht van de geactualiseerde

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Page 1 of 6 Kopers van nieuwbouwwoningen in Nesselande januari 2003 In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 1 Inleiding In oktober 2002 is in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer Woningmarktrapport - 3e kwartaal 213 Gemeente Haarlemmermeer Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 10.0986, d.d. 28 september 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Aanbieding onderzoek Scheefwonen BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. kennis te nemen van het onderzoeksrapport Scheefwonen

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

Marktonderzoek bouwgrond woningbouw 2014-2018 in Dalfsen

Marktonderzoek bouwgrond woningbouw 2014-2018 in Dalfsen Marktonderzoek bouwgrond woningbouw 2014-2018 in Dalfsen De behoefte aan bouwgrond voor woningen in Dalfsen 2014-2018 BMC Maart 2014 ing. W. Vos A. van den Heuvel Projectnummer: 098048 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren Woningmarktrapport - 1e kwartaal 212 Gemeente Wijdemeren Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 25 aantal verkocht 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 2e kwartaal

Nadere informatie

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Sunta Veerkamp (gemeente Ede) Geert van der Bruggen (zelfstandig adviseur) Agenda 1. Aanleiding (toelichting Sunta

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Verhuisketens in Amsterdam

Verhuisketens in Amsterdam Verhuisketens in Amsterdam reconstructie en effectverkenningen In opdracht van Huurdersvereniging Amsterdam André Buys april 2005 Rapportnummer: 88280 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011

Nadere informatie

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

Lichte toename jaar en kinderen 0-14 Tabel 1 Bevolking naar leeftijd 1.1.2013 leeftijd Sliedrecht 2010 Sliedrecht 2013 % 0-14 4424 4526 18,6 15-24 2937 2951 12,1 25-44 6369 6330 26,0 45-64 6174 6137 25,2 65-74 2162 2368 9,7 75 jaar e.o. 1987

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport - 4e kwartaal 212 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 18 aantal verkocht 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

De woningmarkt in Goirle 2010-2015. Woonbehoefte gemeente Goirle

De woningmarkt in Goirle 2010-2015. Woonbehoefte gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015 Woonbehoefte gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015 Woonbehoefte gemeente Goirle Oktober 2010 COLOFON Samenstelling Wim Vos Annelieke van den Heuvel Vormgeving

Nadere informatie

Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar

Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar 1 Aanleiding Bij behandeling van het beleidsvoorstel Actualisatie Woonruimteverdeling op 16 oktober

Nadere informatie

Contactpersoon SRE: Nicole Rongen I.s.m. klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeenten Bergeijk, Deurne, Eindhoven, Gemert-Bakel,

Contactpersoon SRE: Nicole Rongen I.s.m. klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeenten Bergeijk, Deurne, Eindhoven, Gemert-Bakel, Contactpersoon SRE: Nicole Rongen I.s.m. klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeenten Bergeijk, Deurne, Eindhoven, Gemert-Bakel, Helmond, corporaties, NVM makelaar, Bouwfonds, SRE Inhoud

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen

Nadere informatie

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Eindverslag April 2015 1. Inleiding In april 2014 hebben gemeente Uden, gemeente Veghel en wooncorporatie Area een woonwensenonderzoek uitgevoerd. Om

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk Woningmarktrapport - 1e kwartaal 215 Gemeente Beverwijk Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 45 Aantal verkocht 4 35 3 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn Woningmarktrapport 3e kwartaal 217 Gemeente Alphen aan den Rijn Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Informatie Woonvisie Sliedrecht Informatie Woonvisie Sliedrecht In 2008 heeft de gemeente Sliedrecht de Woonvisie uitgebracht: Wonen in Sliedrecht 2007-2015, doorkijk tot 2025. De veranderende omstandigheden op de woningmarkt zijn aanleiding

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch Woningmarktrapport - 4e kwartaal 214 Gemeente s-hertogenbosch Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 2 Aantal verkocht 18 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage Woningmarktrapport 3e kwartaal 216 Gemeente 's-gravenhage Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum

Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum Notitie nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog Datum 9 april 2008 Onderwerp notitie betreffende nieuwbouwlocatie Oosterreeweg te Schiermonnikoog 1. Historie vanaf 2001 Woonplan 2001 Er is al

Nadere informatie

HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017

HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 1 HET MIDDENSEGMENT VAN AMSTERDAM PLATFORM AMSTERDAM MIDDENHUUR ONDERZOEK JUNI 2017 Contact Platform Amsterdam Middenhuur

Nadere informatie

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025. Deel II: onderzoeksrapport Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen 2025 Deel II: onderzoeksrapport Ilse Giesbers Henriette Rombouts Juli 2009 Rapportnummer: 10050 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Landgraaf

Woningmarktrapport - 3e kwartaal Gemeente Landgraaf Woningmarktrapport - 3e kwartaal 212 Gemeente Landgraaf Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 14 aantal verkocht 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Naar een woonvisie voor Waterland

Naar een woonvisie voor Waterland Naar een woonvisie voor Waterland Informatieavond Raad 29 oktober 2015 de ruyterkade 112 1011ab amsterdam www.rigo.nl OPZET 1. Welkom en opening door de wethouder 2. Naar een woonvisie voor Waterland 3.

Nadere informatie

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor 3. Fysieke kwaliteit 3.1 Wonen en stedelijkheid Samenvatting: Woonaantrekkelijkheidsindex ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor Gemeenten

Nadere informatie

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlage 1: Vraag en Aanbod woningmarkt Aalsmeer Bijlage 2: Kaart Woningbouwprojecten Bijlage 3: Woonfonds Aalsmeer Bijlage 1: Vraag & aanbod woningmarkt Aalsmeer

Nadere informatie

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen Basisinspanning Een evenwichtige bevolkingsopbouw, die in 2025 gegroeid is naar minimaal 25.000 inwoners. Voor iedere (toekomstige) inwoner moet een woning beschikbaar zijn die past in zijn/haar leefsituatie.

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Betaalbare woningen Hoe krijgen we de markt weer in beweging? hello partner

Betaalbare woningen Hoe krijgen we de markt weer in beweging? hello partner Betaalbare woningen Hoe krijgen we de markt weer in beweging? hello partner Property Development Property Finance Asset Management Hypotheken Fondsenbeheer 1 2 Betaalbare woningen Hoe krijgen we de markt

Nadere informatie

Oplegger voor het raadsdebat

Oplegger voor het raadsdebat Oplegger voor het raadsdebat Datum raadsdebat : 17 november 2016 Agendapuntnummer : 3 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Actualisatie Woonplan Inleiding en aanleiding:

Nadere informatie

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018 Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018 Inleiding Voor Oudega worden in het kader van een aantal projecten woningbouwmogelijkheden onderzocht. Locaties waar

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Breda

Woonruimteverdeling in Breda RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Startnotitie woonvisie Wassenaar

Startnotitie woonvisie Wassenaar Startnotitie woonvisie 2014-2020 Wassenaar Documentbeheer DATUM AUTEURS VERSIE VERANDERING 18 september 2013 S. Bueving 1.1 24 september 2013 S. Bueving 1.2. Communicatieparagraaf 8 oktober 2013 S. Bueving

Nadere informatie

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties

Nadere informatie

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010 Publicaties Stadsdeelbestuur 2010 Stadsdeelraad Vergaderstukken/raadsvoorstellen 28 september 2010-r Voorstel van Raadsleden Van Lissum en De Meij (VVD) over Effecten van Europese maatregel voor huishoudens

Nadere informatie

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen

Nadere informatie

Verhuisonderzoek Drechtsteden

Verhuisonderzoek Drechtsteden Verhuisonderzoek Kenmerken van de verhuizingen en de verhuisredenen? Inhoud: 1. Conclusies 2. Verhuissaldo 3. Huishoudengroepen 4. Inkomensgroepen 5. Kenmerk en prijs woning 6. Woningvoorraad 7. Vertrekredenen

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Kerncijfers SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 8.79 43.2 4.9.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 78.33 42.93 4.347 47.9 Aantal respondenten enquête..73.77

Nadere informatie

Informatienota. Onderwerp Woonwensenonderzoek en raming woningbehoefte Zuid-Kennemerland/ IJmond

Informatienota. Onderwerp Woonwensenonderzoek en raming woningbehoefte Zuid-Kennemerland/ IJmond Informatienota Onderwerp Woonwensenonderzoek en raming woningbehoefte Zuid-Kennemerland/ IJmond Nummer 2018/692391 Portefeuillehouder Meijs, M.-Th. Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Project Cape Kennedy 5 april 2016

Project Cape Kennedy 5 april 2016 5 april 2016 1. Aanleiding Vanuit de integraliteit van het wijkvernieuwingsplan en de beleidskaders die in samenwerking met de gemeente zijn vastgesteld, is het wenselijk om het college van B&W inzicht

Nadere informatie

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol RAADSVOORSTEL Datum en nummer 30 oktober 2012, nummer Raadsvergadering 6 december 2012 Agendapunt Programmaveld Ruimte Portefeuillehouder C.Koppenol Wettelijke basis - Onderwerp Woonvisie Papendrecht 2012-2020

Nadere informatie

Woonmonitor Dordrecht 2005

Woonmonitor Dordrecht 2005 Woonmonitor Dordrecht 2005 Deze Woonmonitor vergelijkt de ontwikkelingen op gebied van bevolking, woningvoorraad en woningmarkt in 2004 met die in 2003. In 2004 kwam de Woonvisie: Spetterend wonen in de

Nadere informatie

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019. Bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019 Onderbouwing van de schaarste aan goedkope huurwoningen en verdringingseffecten daardoor op de Goudse woningmarkt 1. Doel van deze onderbouwing De Huisvestingswet

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp Dit voorstel gaat over de Woonvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp Dit voorstel gaat over de Woonvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering d.d. : 8 maart 2018 Commissievergadering d.d. : 21 februari 2018 Commissie : Commissie Samenleving Portefeuillehouder : wethouder T. van Rijnberk Programmaonderdeel

Nadere informatie

De rol van corporaties op de woningmarkt

De rol van corporaties op de woningmarkt De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven

Nadere informatie

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma 5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma Het regionale woningbouwprogramma moet actueel blijven. Dynamiek is ook nodig omdat nu niet te voorspellen is wat er over een aantal jaar nodig

Nadere informatie

Gevolgen passendheidstoets

Gevolgen passendheidstoets Gevolgen passendheidstoets Corporaties moeten jaarlijks 90% van de vrijkomende huurwoningen tot de vrije-sector toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot de EU-grens. Vanaf 1 januari 2015 gaat er ook

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 2 14 Ruim 22.000 corporatiewoningen verkocht Vanaf 199 tot en met de eerste helft van 14 hebben de woningcorporaties ruim 22.000 bestaande woningen verkocht aan particulieren. Het aantal verkopen kwam

Nadere informatie

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland Door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-l 04 2012 HK Haarlem 2 2OKT. 2013

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt Woningmarktonderzoek IJsselstein 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt de r u y t e r k a d e 1 1 2 C 1 0 1 1 a b a m s t e r d a m w w w. r i g o. n l Opbouw 1. Algemeen beeld woningmarkt

Nadere informatie

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER 2015 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Cijferopbrengst woondebat 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Inleiding 5 3. Ontwikkeling bevolking en woningvoorraad

Nadere informatie

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 2 Inhoud Inleiding 5 Aanleiding 5 5 Leeswijzer 7 Deel 1 9 1. De vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt 9 1.1. Omvang van groep verhuisgeneigde huishoudens 9

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Datum 4 oktober 2016 Doorkiesnummer

Nadere informatie

STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS

STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS Dit stappenplan is bedoeld voor gemeenten die willen onderzoeken welke huisvestingsvormen het beste kunnen worden ingezet om de hoge taakstellingen

Nadere informatie

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein Samenvatting In 2015 leverden wij 39 appartementen op aan het Schauwplein te Putten. De belangstelling voor de woningen was groot en leidde tot doorstroming. Wij sloten in 2015 inclusief deze nieuwbouw

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden, Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon J.J. Kluit BEL Doorkiesnummer

Nadere informatie

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen Beleid Uw contact F (020) 540 45 59 gemeente@amstelveen.nl Fractie Groen Links T.a.v. T. van Wijnen en M. Kortekaas Postbus 4, 1180 BA Amstelveen Vermeld bij reactie ons kenmerk en datum van deze brief

Nadere informatie

Westerkoog. bevolking woonkwaliteit woningmarkt nieuwbouw wonen en zorg KANSENVERKENNER WONEN

Westerkoog. bevolking woonkwaliteit woningmarkt nieuwbouw wonen en zorg KANSENVERKENNER WONEN 11 KANSENVERKENNER WONEN bevolking woonkwaliteit woningmarkt nieuwbouw wonen en zorg Inhoudsopgave Introductie Bevolking Tabel: bevolkingsprognose, 2011-2040 Kaart: concentraties 65 plus, 2009 Kaart: concentraties

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Doorkiesnummer 030-28 64408

Nadere informatie

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor 2018-1 > kerngegevens Halfjaarmonitor 2018-1 kerngegevens Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden 4 september 2018 > rapport

Nadere informatie

Toetsingskader woningbouwplannen Delft

Toetsingskader woningbouwplannen Delft Toetsingskader woningbouwplannen Delft Nuanceringen op de notitie september 2013 Harry Boumeester / TU Delft Technische Universiteit Delft / Faculteit Bouwkunde / Challenge the future Inhoud van de presentatie

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012

Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012 Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012 Versie: juni 2013 Gemaakt door: Ingeborg van den Wijngaart Gemaakt in samenwerking met: Willemijn Tepper Suggesties voor verbetering kunt u e-mailen naar i.vandenwijngaart@volksbelangwbd.nl

Nadere informatie

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Petra Bassie petra.bassie@vng.nl Betaalbaarheid van het wonen - Rapport VNG - Belangrijkste inzichten & bestuurlijke

Nadere informatie

$ % $ # &'' ( ) &!'&! * +) &!'&!,, & # & -. / 0 1 1 * 2. -.! "!#

$ % $ # &'' ( ) &!'&! * +) &!'&!,, & # & -. / 0 1 1 * 2. -.! !# $%$ #&''( )&!'&!*+)&!'&!,,& #& -./ 011 *2.-. "!#! ! (31-.1 41 51 /.( 1131 ( 31 $3 6 36 1 31 0* 34*17 3 1,*/8,/$9. 6 1 3 3 * : 1 1 3 /,/$& ;3*/33 131(1 1 ( 7 6 3 / 1 1 3 (31$/ (/)1-.-7 16 3 6 6 3 11

Nadere informatie