PISA ste SCHOOLFEEDBACK HOOFDONDERZOEK Technisch Instituut Euclides

Transcriptie

1 PIS ste SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK echnisch Instituut Euclides Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs en Vorming Vakgroep Onderwijskunde

2 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK INRODUCIE: PIS 2012 FOCUS OP WISKUNDIGE GELEERDHEID Het PIS-onderzoek (Programme for International Student ssessment) van de OESO meet de leerprestaties van 15-jarigen in de geïndustrialiseerde landen. Het onderzoek werd voor het eerst uitgevoerd in 2000 en wordt om de drie jaar herhaald. In elke cyclus worden dezelfde drie domeinen onderzocht (leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid), maar de nadruk ligt telkens op een ander domein. In 2012, de cyclus waaraan uw school deelnam, was het hoofddomein wiskundige geletterdheid, net zoals in Daarnaast werd financiële geletterdheid voor het eerst als bijkomend PIS-domein getest. PIS 2000 PIS 2003 PIS 2006 Wiskundige geletterdheid & probleemoplossend vermogen Leesvaardigheid Wetenschappelijke geletterdheid PIS 2009 Leesvaardigheid PIS 2012 Wiskundige geletterdheid & financiële geletterdheid De cognitieve PIS bevraging overstijgt het louter kennisniveau. Met PIS wordt nagegaan in welke mate leerlingen begrippen en concepten verstaan, bepaalde processen beheersen en vaardigheden in verschillende situaties kunnen toepassen. Of, met andere woorden, in welke mate leerlingen hetgeen ze leerden, kunnen toepassen in realiteitsgebonden contexten. an het hoofdonderzoek van PIS2012 namen 174 Vlaamse scholen deel. Uit die scholen werd telkens een toevallige steekproef van 43 leerlingen geselecteerd. In kleinere scholen, waar niet zoveel 15-jarigen les volgen, werden alle 15-jarigen geselecteerd. De geselecteerde leerlingen werden gedurende twee uur in hun school getest en vulden daarna, net zoals de directies van de deelnemende scholen, een achtergrondvragenlijst in over zichzelf en over hun school. In de namiddag vulden een willekeurig geselecteerde groep van 20 leerlingen ook nog een elektronische test in die zowel de domeinen leesvaardigheid en wiskundige geletterdheid als het probleemoplossend vermogen van leerlingen bevroeg. Doordat de resultaten van de computerbevraging pas later beschikbaar zullen zijn, worden deze echter niet in deze schoolfeedback besproken. DE SELECIE VN DE 5 REFERENIESCHOLEN Voor elke deelnemende PIS-school werden vijf andere scholen gezocht waarin een vergelijkbare leerlingengroep werd getest. Op deze manier kan men als school nagaan hoe de eigen leerlingen presteren in vergelijking met de geselecteerde leerlingen in een school met ongeveer hetzelfde leerlingenprofiel. Voor bepaalde scholen zoals middenscholen, Steinerscholen, of USO-scholen is het mogelijk dat er minder dan 5 referentiescholen zijn, om vergelijkbaarheid te garanderen. Daarnaast merken we op dat voor scholen met heel specifieke studierichtingen (bijvoorbeeld maritieme richtingen) of een heel specifiek leerlingenpubliek (bijvoorbeeld meer dan 75% anderstalige leerlingen) het niet eenvoudig was om gelijkaardige referentiescholen te vinden. In die gevallen werden dan scholen met een meer afwijkend leerlingenprofiel als referentie gekozen. Een eerste indeling van de deelnemende Vlaamse PIS-scholen is inherent aan de steekproeftrekking. Vanaf 2003 gebeurt de steekproeftrekking op basis van vestigingsplaatsen. Dit was een bewuste keuze: uit PIS2000 bleek het voor scholen haalbaarder om leerlingen te bevragen binnen één vestigingsplaats dan wanneer men leerlingen uit verschillende locaties moet samenbrengen.

3 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK De geselecteerde vestigingsplaatsen werden onderverdeeld in verschillende strata volgens de onderwijsvormen die er worden aangeboden. Zo bieden scholen in strata 1 tot en met 6 enkel SO aan, combineren scholen in strata 7 tot en met 12 SO met een andere onderwijsvorm, bieden scholen in strata 13 tot en met 18 SO en/of SO aan, enz. innen deze categorieën werd een verdere opdeling gemaakt volgens het onderwijsnet waartoe de scholen behoren en de graden die de geselecteerde vestigingsplaats aanbieden. er verduidelijking toont onderstaande tabel de gedetailleerde opdeling voor de scholen in strata 13 tot en met 18: Str. 13 Str. 14 Str. 15 Str. 16 Str. 17 Str. 18 SO/SO-scholen uit het vrije net enkel 1 ste graad SO/SO-scholen uit het vrije net enkel 2 de graad SO/SO-scholen uit het vrije net combinatie 1 ste + 2 de graad SO/SO-scholen uit het officiële net enkel 1 ste graad SO/SO-scholen uit het officiële net enkel 2 de graad SO/SO-scholen uit het officiële net combinatie 1 ste + 2 de gr Het eerste criterium voor het bepalen van de referentiescholen is het stratum waartoe een school behoort en dus meer in het bijzonder de onderwijsvormen waarin de geselecteerde leerlingen les volgen. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan de gelijklopende verdeling van de leerlingen overheen de aangeboden onderwijsvormen. Zo heeft het bijvoorbeeld weinig zin om een SO-SO school waarin slechts één SOleerling voor PIS werd geselecteerd te vergelijken met een SO-SO school waarin slechts één SO-leerling werd geselecteerd. In dit concrete geval is het zelfs meer opportuun om de eerste school te vergelijken met een louter SO-school en de tweede met een louter SO-school. In een tweede stap worden de studierichtingen waarin de geselecteerde leerlingen les volgen in rekening gebracht. Voor elke school wordt een gegevenskaart gemaakt met een verdeling van het aantal leerlingen dat aan PIS deelnam volgens de richtingen waarin ze op dat moment les volgden. Hieronder volgt een voorbeeld van zo n gegevenskaart: School : Wetenschappen 2 Latijn 5 Economie 1 Humane wetenschappen 2 Handel 5 Soc. en techn. wetenschappen 4 Mechanische technieken 3 Verzorging-voeding 4 ouw 2 Hout 3 Metaal 1 OL 32 Deze kaart bevat dus geen profiel van de totale groep 15-jarigen van een school, maar door de manier waarop de steekproeftrekking bij PIS gebeurt, zou het profiel wel de reële situatie moeten benaderen. ij de selectie van de referentiescholen wordt vooral gekeken naar het globale aanbod van studierichtingen van een school in plaats van naar het exacte aantal leerlingen dat per studierichting aan PIS deelnam. Het kan dus zijn dat de referentiescholen andere studierichtingen aanbieden dan de hoofdschool, maar over de globale lijn zullen ze een gelijk(w)aardig studieaanbod hebben. Zo hebben we bijvoorbeeld voor het bepalen van de referentiescholen voor de scholen die onder andere KSO aanbieden de studierichtingen beeldende en architecturale kunsten en muziek als gelijkaardige richtingen beschouwd, door de geringe variatie aan KSO-studierichtingen binnen onze PIS-scholen. Maar ook voor studierichtingen uit andere onderwijsvormen waren dergelijke niet 100% identieke vergelijkingen soms noodzakelijk.

4 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK Nadat per school een aantal scholen met een gelijkaardig aanbod (zowel op het vlak van onderwijsvormen als op dat van de studierichtingen) werd weerhouden, gebeurde de definitieve selectie van de vijf referentiescholen aan de hand van drie 1 schoolkenmerken die een grote invloed hebben op de gemiddelde prestaties van scholen: 1 / het percentage allochtone en anderstalige leerlingen; 2 / het percentage leerlingen in de 1 ste graad; 3 / het percentage jongens en meisjes. 1 het percentage allochtone en anderstalige leerlingen Onder allochtone leerlingen verstaan we binnen PIS zowel de eerstegeneratieleerlingen (leerlingen die niet in elgië geboren zijn en waarvan de ouders ook in een ander land geboren zijn) als de tweedegeneratieleerlingen (leerlingen die in elgië geboren zijn, maar waarvan de ouders in een ander land geboren zijn). Meer nog dan het al dan niet behoren tot de groep van allochtone leerlingen blijkt de thuistaal van de leerlingen een grote invloed uit te oefenen op hun prestaties. Vandaar dat bij de selectie van de referentiescholen niet alleen werd rekening gehouden met het percentage allochtone leerlingen in een school, maar daarnaast ook met het percentage leerlingen dat geen Nederlands (of een Vlaams dialect) spreekt thuis. Deze groep leerlingen blijkt met een aanzienlijke achterstand aan het onderwijsgebeuren te beginnen en zal dus de groepsprestaties in grote mate beïnvloeden. Uit de eerste Vlaamse PIS2012-gegevens bleek dat 5 procent van de leerlingen de vraag naar thuistaal verkeerd heeft ingevuld. Vooral leerlingen met een buitenlandse herkomst duidden meer dan één thuistaal 1 Een vierde sterk bepalende factor is de sociaal-economische status (SES) van het thuisgezin van de leerlingen. Die SES wordt binnen PIS berekend op basis van het opleidingsniveau en het beroep van de ouders en aan de hand van vragen over bezittingen thuis. Deze concrete gegevens zullen echter pas voorhanden zijn als het hoofdonderzoek in alle deelnemende landen werd afgenomen en verwerkt. aan in plaats van enkel die taal aan te kruisen die ze thuis meestal spreken. angezien we in de tabellen bij deze feedback enkel rekening houden met de leerlingen die de vraag correct beantwoordden, kunnen de gegevens voor sommige scholen mogelijks vertekend zijn. Of, anders geformuleerd, in sommige scholen zal het percentage leerlingen dat thuis geen Nederlands spreekt, onderschat worden. 2 het percentage leerlingen in de 1 ste graad Het tweede schoolkenmerk dat in rekening wordt gebracht, is het percentage leerlingen dat al minstens één jaar heeft overgedaan. ij deze indeling wordt geen rekening gehouden met het moment waarop een leerling een jaar overzat. Vermits de PIS-leerlingvragenlijst geen specifieke vragen bevat over zittenblijven, wordt het percentage deelnemende leerlingen dat in de 1 e graad les volgt, gebruikt als maat voor het percentage zittenblijvers. In Vlaanderen is de 2 de graad van het secundair onderwijs de modale graad voor 15-jarigen om les in te volgen. Uit PIS2012 blijkt dat 65% van de Vlaamse leerlingen geboren in 1996 in het 4 de jaar van het middelbaar onderwijs zit. Vlaamse 15-jarigen in het 1 ste of 2 de middelbaar (~ de 1 ste graad) zijn dus minstens één keer blijven zitten. 3 het percentage jongens en meisjes Het derde en laatste schoolkenmerk dat in rekening wordt gebracht, is het percentage jongens en meisjes in een school. Dit kenmerk heeft in vergelijking met de vorige twee kenmerken een minder grote impact op de gemiddelde prestaties van scholen, maar afhankelijk van de geteste domeinen kan het de schoolresultaten wel eerder positief of negatief beïnvloeden. Voor leesvaardigheid presteren meisjes bijvoorbeeld standaard gemiddeld beter dan jongens en zullen scholen met een grote concentratie aan meisjes op dit domein in het voordeel zijn. Omgekeerd zullen scholen waarin voornamelijk jongens les volgen een voordeel hebben op het vlak van wiskundige geletterdheid.

5 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK Van alle factoren waarmee bij de selectie van de referentiescholen rekening werd gehouden, vindt u de concrete gegevens voor uw school en uw vijf referentiescholen terug in de eerste tabel (achtergrondgegevens) en op de bladzijden met de gegevenskaarten bij deze schoolfeedback. Op die manier kunt u zelf nog nagaan welke factoren de prestatieverschillen mogelijks beïnvloeden. Schematische voorstelling van het selectieproces bij het PIS2012- hoofdonderzoek % leerlingen per onderwijs vorm lle Vlaamse vestigingsplaatsen waarin 15-jarigen les volgen PIS-steekproef: 174 Vlaamse vestigingsplaatsen antal leerlingen per studierichting % allochtone leerlingen & thuistaal 9 strata: Ingedeeld op basis van onderwijsvorm en -net Per PIS-school % leerlingen in de eerste graad % jongens en meisjes DE SCHOOLFEEDCK Met deze schoolfeedback willen we u een eerste overzicht geven van de resultaten van de groep geselecteerde 15-jarigen uit uw school in vergelijking met de resultaten van de parallelle groepen geselecteerde leerlingen uit andere deelnemende scholen. elangrijke opmerking vooraf: bij deze eerste feedback kon de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet in rekening worden gebracht, waardoor we nog geen echte scores konden berekenen. Hierdoor zijn alle tabellen en figuren gebaseerd op het percentage vragen dat de deelnemende leerlingen juist beantwoordden. Hoe hoger uw school presteert, hoe meer vragen de geselecteerde leerlingen uit uw school juist beantwoordden. Dit impliceert enerzijds dat de positie van de scholen nog kan veranderen eens aan de vragen een moeilijkheidsgraad wordt toegekend. De rangschikking van de scholen in de tweede (definitieve) feedback kan dus verschuiven, omdat er dan niet alleen rekening gehouden wordt met het aantal juist beantwoorde vragen, maar ook met hun moeilijkheidsgraad. Scholen waarvan de leerlingen iets minder, maar net iets moeilijkere vragen juist hebben beantwoord, zullen dan bijvoorbeeld een hogere positie krijgen dan scholen waarvan de leerlingen meer, maar minder moeilijke vragen correct hebben opgelost. nderzijds impliceert het werken op basis van enkel percentage correcte antwoorden dat de resultaten van de USO-scholen in deze feedback overschat worden. Vermits de leerlingen in deze scholen een speciaal testboekje kregen met minder en eenvoudigere vragen, ligt het percentage correct beantwoorde vragen in die scholen hoger dan wanneer ze de reguliere PIS-testboekjes zouden gebruikt hebben. Deze overschatting zal in definitieve feedback gecompenseerd worden doordat dan ook de moeilijkheidsgraad van de vragen zal meetellen. Hiermee moet rekening gehouden worden bij het interpreteren van de figuren en tabellen in deze feedback.

6 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK Deze feedback start met drie tabellen. In de eerste tabel vindt u de concrete achtergrondgegevens voor uw school en de vijf referentiescholen (voor meer informatie zie De selectie van de 5 referentiescholen ). De tweede tabel geeft het percentage vragen dat de leerlingen uit uw school per domein correct beantwoordden in vergelijking met de resultaten van de vijf referentiescholen en het gemiddelde overheen alle Vlaamse PIS scholen (~ het gemiddelde van het percentage correcte antwoorden overheen alle 174 deelnemende scholen). De derde tabel geeft vervolgens het percentage correct beantwoorde vragen op het hoofddomein wiskundige geletterdheid per schooltype. Dit maakt het mogelijk om de prestaties van de geselecteerde leerlingen uit uw school te vergelijken met de gemiddelde prestaties van leerlingen die in eenzelfde onderwijsvorm les volgen. De prestaties van uw school en de vijf referentiescholen staan in de rij naast het relevante referentietype. Naast de tabellen bevat deze feedback ook 8 figuren. Figuur 1 gaat gedetailleerd in op de resultaten voor wiskundige geletterdheid, het hoofddomein van deze PIS-cyclus. Op deze figuur worden alle deelnemende scholen gerangschikt volgens het percentage correct beantwoorde vragen bij dit domein, dat op de Y-as kan worden afgelezen. - Uw school wordt voorgesteld door een rood ingekleurd symbool. - De horizontale blauwe lijn op de figuur weerspiegelt het gemiddelde van de deelnemende Vlaamse scholen op wiskundige geletterdheid. ij de berekening van het gemiddelde werden de prestaties van alle middenscholen als één groep opgenomen (symbool ). Deze werkwijze werd gevolgd omdat er slechts weinig PIS-leerlingen in middenscholen les volgen (meestal 1 of 2 leerlingen per school). Het zou een vertekend beeld geven om uitspraken te doen op middenschoolniveau aangezien dit sterk wordt beïnvloed door de individuele prestatie van één leerling. Vandaar dat de prestaties van alle leerlingen uit middenscholen samen werden in rekening gebracht en hun gemiddelde als één eenheid op de figuur werd geplot. - Elke school wordt in de figuur voorgesteld door een symbool dat varieert naargelang de onderwijsvormen die in de school worden aangeboden. Een school waar bijvoorbeeld algemeen, beroeps- en - technisch onderwijs wordt aangeboden, wordt in de figuren voorgesteld door een. De legende met de 10 gebruikte symbolen vindt u onderaan op iedere figuur. Op de figuur worden ook de 5 referentiescholen aangeduid. Deze scholen met een gelijkaardige leerlingengroep bieden de mogelijkheid om de eigen prestaties te vergelijken met prestaties van soortgelijke scholen (voor meer informatie zie De selectie van de 5 referentiescholen ). De referentiescholen worden aangeduid door een blauw symbool met erboven een nummer. Dit nummer verwijst naar de gegevens in de tabellen, waar u voor elke (referentie-)school enige achtergrondinformatie terugvindt. Figuren 2, 3 en 4 gaan, op dezelfde wijze als figuur 1, gedetailleerd in op de resultaten voor respectievelijk leesvaardigheid, wetenschappelijke geletterdheid en financiële geletterdheid. Daarbij worden de resultaten voor uw school telkens vergeleken met die van de andere deelnemende scholen en met de gemiddelde Vlaamse prestatie. Figuren 5 tot en met 8 tonen de prestaties (percentage correct beantwoorde vragen) per studierichting en per onderwijsvorm voor de verschillende domeinen. De linkse kolom op deze figuren toont het percentage correct opgeloste vragen per studierichting voor Vlaanderen. Elke studierichting wordt hierbij voorafgegaan door een letter in een gekleurd vlak die de bijhorende onderwijsvorm aanduidt (een zwart vlak met voor SO, een blauw vlak met voor SO, een groen vak met voor SO studierichtingen, een rood vak met K voor KSO studierichtingen). Zoals u kunt zien, worden niet alle bestaande studierichtingen vermeld. Om betekenisvolle resultaten te verkrijgen, werden enkel de richtingen met voldoende groot aantal geteste leerlingen in de figuren 5 tot en met 8 opgenomen. Zo wordt bijvoorbeeld de SO richting Dek niet vermeld omdat er te weinig leerlingen uit die studierichting deelnamen aan het PIS onderzoek. Om dezelfde reden wordt ook geen enkele DSO- of USO-richting opgenomen.

7 PIS2012 EERSE SCHOOLFEEDCK HOOFDONDERZOEK De middelste kolom geeft het percentage correct opgeloste vragen per onderwijsvorm. ij deze berekening werden per onderwijsvorm alle studierichtingen uit de tweede en derde graad meegenomen, dus ook deze waarin slechts een klein aantal PIS-leerlingen les volgt. Zo wordt bijvoorbeeld in de berekening van het percentage voor SO ook de prestatie van de leerlingen die de studierichting Dek volgen meegenomen niettegenstaande deze richting niet in de linkse kolom van de figuren voorkomt. ij het interpreteren van gegevens uit deze kolom is het ook zeer belangrijk om de opmerking van de vorige pagina in het achterhoofd te houden. Door de overschatting van de resultaten van de USO-scholen scoren ze in de figuren soms beter dan bepaalde SO-studierichtingen, maar dat is in de realiteit niet het geval. Pas wanneer de moeilijkheidsgraad van de correct opgeloste vragen mee in rekening zal worden gebracht (cfr. de definitieve feedback) zal voor de USO-scholen juiste informatie aanwezig zijn. De rechterkolom van de figuren toont tenslotte de resultaten specifiek voor uw school en opgesplitst per onderwijsvorm. Wanneer er minder dan 5 PIS-leerlingen in een bepaalde onderwijsvorm les volgen, worden de resultaten van die onderwijsvorm in het cursief genoteerd. Op die manier willen we expliciet wijzen op het gevaar om op basis van de PISgegevens conclusies te trekken over een bepaalde subgroep leerlingen. Wanneer er in een school bijvoorbeeld slechts 3 SO leerlingen deelnamen aan het PIS-onderzoek, is het niet mogelijk om op basis hiervan uitspraken te doen over de 15-jarige SO leerlingen van die school. ELNGRIJK OM WEEN Op het moment dat PIS afgerond is in alle deelnemende landen en de gegevens internationaal verwerkt worden, zal iedere PIS vraag een moeilijkheidsgraad toegekend krijgen. Zoals eerder in dit rapport uitgelegd impliceert dit dat de positie van de scholen in de figuren nog kan veranderen en dat pas de tweede (definitieve) feedback de 100% correcte prestatie van alle deelnemende scholen zal bevatten. De bovenvermelde beperking zorgt er ook voor dat scholen die al eerder aan een PIS-cyclus hebben deelgenomen, deze nieuwe resultaten niet zomaar kunnen vergelijken met vorige prestaties. In die vorige figuren van de definitieve schoolfeedback zit immers de moeilijkheidsgraad van de vragen wel verwerkt. ovendien worden er bij elke nieuwe cyclus een aantal nieuwe items en vragen toegevoegd. Deze eerste schoolfeedback geeft dus enkel een indicatie van de prestaties van uw school. De definitieve prestaties van uw school zal u ontvangen in het voorjaar van 2014, nadat we op basis van de internationaal gecontroleerde gegevens de gemiddelde scores voor alle Vlaamse scholen berekenden. De indicaties van uw prestaties uit deze eerste feedback zijn wél vergelijkbaar met die van de andere deelnemende scholen. Vandaar dat we vanuit het PIS Nationaal Project Centrum de nodige moeite getroostten om voor elke school vijf referentiescholen met een gelijkaardig leerlingenprofiel te vinden. O SLO Vanuit het PIS-onderzoek garanderen wij 100% anonimiteit wat deelnemende scholen en leerlingen betreft. De identiteit van de referentiescholen wordt dan ook niet vrijgegeven.

8 echnisch Instituut Euclides Studierichting antal in steekproef % steekproef antal deelgenomen % deelgenomen Uw school otaal Kantoor en verkoop - Mode 2 4,65% 1 2,50% Handel 13 30,23% 13 32,50% Handel-talen 10 23,26% 10 25,00% Kantoor 12 27,91% 11 27,50% Moderealisatie en -presentatie 6 13,95% 5 12,50% Referentieschool 1 otaal Handel 13 30,23% 12 32,43% Handel-talen 9 20,93% 8 21,62% Kantoor 7 16,28% 7 18,92% oerisme 9 20,93% 7 18,92% Verkoop 5 11,63% 3 8,11% Referentieschool 2 otaal ,65% 2 4,76% Decoratie - Kantoor en verkoop 1 2,33% 1 2,38% Handel 14 32,56% 14 33,33% Handel-talen 9 20,93% 9 21,43% Kantoor 7 16,28% 7 16,67% oerisme 6 13,95% 5 11,90% Verkoop 4 9,30% 4 9,52% Referentieschool 3 otaal Handel 5 11,63% 5 11,90% Handel-talen 5 11,63% 5 11,90% Sociale en technische wetenschappen 16 37,21% 16 38,10% echniek-wetenschappen 5 11,63% 5 11,90% Verkoop 3 6,98% 3 7,14% Verzorging-voeding 9 20,93% 8 19,05%

9 echnisch Instituut Euclides Studierichting antal in steekproef % steekproef antal deelgenomen % deelgenomen Referentieschool 4 otaal Handel 6 13,95% 6 14,29% Kantoor 7 16,28% 7 16,67% Kantoor en verkoop verzorging-voeding 1 2,33% 0 0% Nijverheid 1 2,33% 1 2,38% Sociale en technische wetenschappen 20 46,51% 20 47,62% Verkoop 1 2,33% 1 2,38% Verzorging-voeding 7 16,28% 7 16,67% Referentieschool 5 otaal oekhouden-informatica 1 2,33% 1 2,70% Creatie en mode 2 4,65% 2 5,41% Handel 13 30,23% 12 32,43% Handel-talen 4 9,30% 4 10,81% Kantoor 4 9,30% 3 8,11% Moderealisatie en -presentatie 2 4,65% 0 0% Sociale en technische wetenschappen 11 25,58% 11 29,73% Verzorging-voeding 6 13,95% 4 10,81%

10 echnisch Instituut Euclides - chtergrondgegevens % MEISJES % JONGENS % LLN IN DE EERSE GRD¹ % LLN IN DE WEEDE GRD 3 de M 4 de M % LLN IN DE DERDE GRD % LLOCH- ONEN² % LEERLINGEN D HUIS GEEN NDL SPREEK³ Uw school ,50 42,50 2,50 40,00 57, ,50 15,79 Referentieschool ,97 27,03 5,41 24,32 70, ,22 12,50 Referentieschool ,33 66,67 11,90 52,38 35, ,71 42,50 Referentieschool ,95 19,05 2,38 28,57 69,05 0 2,38 9,76 Referentieschool ,19 23,81 4,76 26,19 69, ,67 23,81 Referentieschool ,86 35, ,03 70,27 0 2,70 9,68 otale steekproef (alle Vlaamse PISscholen) 49,40 50,60 8,14 26,41 64,63 0,83 12,71 18,02 ¹ Dit percentage wordt gebruikt als maat voor het percentage zittenblijvers in de steekproef. In Vlaanderen is de tweede graad van het secundaire onderwijs voor 15-jarigen de modale graad om in les te volgen. Het percentage leerlingen in de eerste graad kan dus bij gebrek aan een concrete vraag over zittenblijven als voornaamste indicatie voor het percentage leerlingen dat niet op leeftijd zit, worden gebruikt. ² De groep allochtonen bevat zowel de eerste-generatieleerlingen (leerlingen die niet in elgië geboren zijn en waarvan de ouders ook in een ander land geboren zijn) als de tweedegeneratieleerlingen (leerlingen die in elgië geboren zijn, maar waarvan de ouders in een ander land geboren zijn). ³ De vraag naar thuistaal werd door een aanzienlijk percentage leerlingen van allochtone afkomst foutief ingevuld (in plaats van slechts één thuistaal aan te kruisen, duidden ze meer dan één taal aan, waardoor hun antwoorden ongeldig werden). De percentages in deze tabel houden enkel rekening met de leerlingen die de vraag correct beantwoordden, wat op schoolniveau eventueel een vertekend beeld kan geven.

11 echnisch Instituut Euclides Prestaties Wiskunde 1 Lezen 1 Wetenschappen 1 Financiële geletterdheid 1 Uw school 39,07 54,96 45,57 58,39 Referentieschool 1 40,46 61,99 49,24 63,57 Referentieschool 2 37,65 55,22 47,74 57,81 Referentieschool 3 38,79 56,35 51,28 58,91 Referentieschool 4 37,42 56,95 43,85 44,22 Referentieschool 5 39,13 51,41 41,24 52,97 otale steekproef (alle Vlaamse PIS-scholen) 48,49 60,34 55,06 61,05 1 In deze eerste schoolfeedback weerspiegelen de prestaties op de verschillende domeinen het percentage vragen dat de leerlingen bij dat domein correct beantwoordden. Hierin werd de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet verwerkt, waardoor er geen echte score kon worden toegekend.

12 echnisch Instituut Euclides Gemiddelde wiskunde prestaties van scholen volgens hun aanbod Middenscholen 25,95% SO-scholen 66,87% SEEKPROEF UW SCHOOL REF SCHOOL 1 REF SCHOOL 2 REF SCHOOL 3 REF SCHOOL 4 REF SCHOOL 5 SO/SO of SO/SO-scholen SO/SO/SOscholen KSO/andere ond.vorm 55,41% 49,59% 44,65% SO-scholen 47,24% SO/SO-scholen 41,50% 39,07 40,46 37,65 38,79 37,42 39,13 SO-scholen 26,06% DSO-scholen 12,80% USO-scholen 25,45 In de USO-scholen werd een speciaal testboekje gebruikt dat enkel de eenvoudigste opgaven van ieder domein bevatte. Hierdoor ligt het gemiddelde percentage juist beantwoorde vragen binnen deze scholen iets hoger dan bij sommige andere schooltypes. Wanneer in de definitieve schoolfeedback de moeilijkheidsgraad van de items in rekening wordt gebracht, zullen de gegevens van de USO-scholen meer vergelijkbaar zijn met die van de andere schooltypes.

13

14

15

16

17 echnisch Instituut Euclides Figuur 5 Resultaten per studierichting voor wiskundige geletterdheid (PIS2012): Vlaanderen Uw school WE / WIS. (84,89) LIJN / WIS (76,80) GRIEKS / L. (75,99) INDUSR. WE. (71,85) IOECH. WE. (62,18) ECONOMIE (60,18) ELEK.-ELEKR. (59,45) ELEKROMECH. (57,78) HUMNE WE. (55,46) GRIEKS (73,66) WEENSCHP. (68,29) SPORWE. (67,06) ECHN. WE. (59,39) HOUECHN. (55,25) ECO/ WIS. (73,37) K UDIOV. VORM. (56,09) LIJN (72,16) SO 65,76 K EELD & RCH. V. (52,30) ELEKROECH. (49,67) L.O. en SPOR (45,71) IO-ESHEIEK (40,76) MECH. ECHN. (47,42) SOC & ECH. (45,36) HNDEL / L. (39,21) OERISME (47,28) HNDEL (44,63) K EELD & RCH. K. (46,13) K WOORDK.-DRM (43,66) SO 49,18 KSO 47,73 SO 46, OUW (33,32) SISMECH. (30,21) KNOOR (28,83) VERKOOP (32,25) VERZORGENDE (29,23) HRZORG (28,43) ELEK. INSL. (31,74) HOU (28,34) SO KSO SO SO DSO 12,32 Noot. In deze eerste schoolfeedback weerspiegelen de prestaties op wiskundige geletterdheid het percentage vragen dat de leerlingen correct beantwoordden. Hierin werd de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet verwerkt, waardoor er geen echte score kon worden toegekend. 1 Opgelet: slechts één leerling werd bevraagd. VERZ.-VOEDING (27,10) SO USO 26,68 24,78 SO GSO 29,26 24,04 1

18 echnisch Instituut Euclides Figuur 6 Resultaten per studierichting voor leesvaardigheid (PIS2012): Vlaanderen Uw school WE / WIS. (88,21) LIJN / WIS (86,72) GRIEKS (84,74) GRIEKS / L. (84,47) 80 LIJN (81,74) ECO/ WIS. (78,50) K UDIOV. VORM. (78,55) 75 WEENSCHP. (75,26) K EELD & RCH. V. (74,65) ECONOMIE (72,73) SPORWE. (72,43) HUMNE WE. (72,34) SO 76,19 70 IOECH. WE. (67,89) ECHN. WE. (67,33) INDUSR. WE. (66,78) KSO 66, K ELEK.-ELEKR. (65,08) WOORDK.-DRM (60,82) HOUECHN. (59,32) K EELD & RCH. K. (63,99) ELEKROMECH. (60,63) HNDEL (57,98) SOC & ECH. (60,56) IO-ESHEIEK (57,96) OERISME (59,62) L.O. en SPOR (57,65) SO 60,09 SO 63,01 55 ELEKROECH. (55,68) HNDEL / L. (55,37) MECH. ECHN. (52,69) 50 VERKOOP (47,15) KNOOR (47,00) OUW (44,35) ELEK. INSL. (40,08) VERZ.-VOEDING (43,64) HOU (38,79) HRZORG (41,96) SISMECH. (38,51) VERZORGENDE (37,66) SO USO 42,03 37,29 SO 43, SO KSO SO SO DSO 28,17 Noot. In deze eerste schoolfeedback weerspiegelen de prestaties op leesvaardigheid het percentage vragen dat de leerlingen correct beantwoordden. Hierin werd de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet verwerkt, waardoor er geen echte score kon worden toegekend.

19 echnisch Instituut Euclides Figuur 7 Resultaten per studierichting voor wetenschappelijke geletterdheid (PIS2012): Vlaanderen Uw school WE / WIS. (84,99) GRIEKS / L. (82,59) LIJN / WIS (82,02) LIJN (75,41) GRIEKS (72,74) INDUSR. WE. (70,23) IOECH. WE. (75,41) WEENSCH. (72,37) ECHN. WE. (69,63) ECO/ WIS. (74,77) SPORWE. (72,20) SO 70,70 65 ELEK.-ELEKR. (66,42) ECONOMIE (65,99) HUMNE WE. (64,35) K ELEKROMECH. (58,44) ELEKROECH. (54,98) WOORDK.-DRM (50,58) HOUECHN. (57,48) SOC & ECH. (53,79) MECH. ECHN. (52,25) K K EELD & RCH. V. (62,80) EELD & RCH. K. (56,90) L.O. en SPOR (53,18) HNDEL / L. (51,43) IO-ESHEIEK (48,77) K UDIOV. VORM. (62,72) OERISME (56,78) HNDEL (51,38) KSO 57,51 SO 55,85 SO 54,08 45 OUW (44,03) 40 GSO 42, ELEK. INSL. (37,83) VERKOOP (36,91) HOU (33,61) KNOOR (36,50) SISMECH. (33,12) VERZ.-VOEDING (36,32 ) VERZORGENDE (32,64) HRZORG (32,57) SO USO 35,78 30,09 SO 33, SO KSO SO SO DSO 19,98 Noot. In deze eerste schoolfeedback weerspiegelen de prestaties op wetenschappelijke geletterdheid het percentage vragen dat de leerlingen correct beantwoordden. Hierin werd de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet verwerkt, waardoor er geen echte score kon worden toegekend. 1 Opgelet: slechts één leerling werd bevraagd.

20 echnisch Instituut Euclides Figuur 8 Resultaten per studierichting voor financiële geletterdheid (PIS2012): Vlaanderen Uw school GRIEKS / L. (78,47) LIJN (77,78) WEENSCH. (74,71) ECONOMIE (70,82) INDUSR. WE. (69,92) ECHN. WE. (66,56) K EELD & RCH. V. (63,75) HNDEL (62,76) ELEKROECH. (60,95) SOC & ECH. (58,28) LIJN / WIS (75,83) ELEK.-ELEKR. (70,28) ELEKROMECH. (69,31) HUMNE WE. (68,63) HOUECHN. (66,25) OERISME (65,25) K WOORDK.-DRM (63,75) K EELD & RCH. K. (59,03) L.O. en SPOR (56,88) SPORWE. (67,61) SO 73,58 SO 60,99 KSO 60,45 SO 63, MECH. ECHN. (55,23) OUW (49,00) KNOOR (47,63) IO-ESHEIEK (54,17) VERKOOP (49,03) ELEK. INSL. (46,63) HNDEL / L. (48,52) SO 51, SISMECH. (43,92) VERZ.-VOEDING (42,07) HRZORG (41,96) SO 42, HOU (30,21) DSO 30,63 30 SO KSO SO SO 25 Noot. In deze eerste schoolfeedback weerspiegelen de prestaties op financiële geletterdheid het percentage vragen dat de leerlingen correct beantwoordden. Hierin werd de moeilijkheidsgraad van de vragen nog niet verwerkt, waardoor er geen echte score kon worden toegekend. 1 Opgelet: slechts vier leerlingen werden bevraagd. 2 Opgelet: slechts drie leerlingen werden bevraagd.

21 Copyright 2013 Voor meer informatie over deze eerste schoolfeedback: Universiteit Gent Vakgroep Onderwijskunde Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent 09/ of 09/ Vlaams PIS2009-rapport op het net: