VOS/ABB Consultancy BV. Eindrapportage. Bestuurlijke verzelfstandiging openbaar basisonderwijs gemeente Drimmelen

Transcriptie

1 Eindrapportage Bestuurlijke verzelfstandiging openbaar basisonderwijs gemeente Drimmelen VOS/ABB Consultancy BV J.A. Littink, mba-me R. van der Raaij oktober 2010

2 Inhoud 1....Inleiding Opzet rapportage Stuurgroep Projectgroep Conclusies en aanbevelingen een samenvatting Algemene conclusies Bestuur Personeel Ouders Onderwijs Financiën Contracten en medegebruik Overweging bestuurlijke overdracht Landelijke ontwikkelingen Waarom verzelfstandigen van het openbaar onderwijs Bestuurlijke organisatie Keuze bestuursvorm De mogelijke partners Vooraf Gesprekken Stichting Openbaar BasisOnderwijs West Brabant (OBO West Brabant) Overwegingen Aanbeveling Een parallel spoor Forse toename bestuurlijke verzelfstandiging in Relatie met gemeentebestuur Bestuursfilosofie en mandaat Profiel bestuursleden Mandaat en management Ondersteuning Uitbesteding Medezeggenschap Personeel Overzicht personele regelingen... 20

3 De bestuursaanstelling Werkgelegenheids- en ontslagbeleid Tertiaire arbeidsvoorwaarden Positie personeel gemeente Het onderwijs Schoolplan de Windhoek en t Klaverblad Financiën Beoordeling financiële positie Stichting openbaar onderwijs West-Brabant Kosten administratie, beheer & bestuur (ABB) Algemeen OBO Drimmelen De bruidsschatregeling Vervolgtraject Bijlagen: Bijlage 1: WPO: artikel 48 en Bijlage 2: de financiële beoordeling van OBO Drimmelen (R. van der Raaij, VOS/ABB) (los meegestuurd) Bijlage 3: de financiële beoordeling van OBO West Brabant (R. van der Raaij, VOS/ABB) (los meegestuurd Bijlage 4: het managementstatuut OBO West Brabant (los meegestuurd) Bijlage 5: reglement medezeggenschap OBO West Brabant (los meegestuurd) Bijlage 6: de huidige statuten van OBO West Brabant (los meegestuurd) Bijlage 7: Gemeenschappelijke regeling Raad van Toezicht openbaar basisonderwijs West Brabant (los meegestuurd) CAO PO: werkgelegenheidsbeleid a - oktober

4 1. Inleiding In de gemeente Drimmelen vormt het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag van de openbare basisschool De Windhoek. Deze school bestaat uit een hoofdvestiging en een nevenvestiging t Klaverblad. De hoofdvestiging is de Windhoek te Terheijden met (per ) 103 leerlingen. De nevenvestiging is t Klaverblad te Drimmelen met (per ) 66 leerlingen. Vóór 2000 waren beide vestigingen zelfstandige scholen. Door de terugloop in leerlingenaantal moest het voortbestaan van de enige schoolvoorziening in de kern Drimmelen, t Klaverblad, gewaarborgd worden door een fusie aan te gaan met de andere openbare school in gemeente Drimmelen, de Windhoek. Eind 2000 is de bestuursvorm van het openbaar onderwijs in de gemeente onderwerp van onderzoek geweest en is deze in de vergadering van de commissie Sociale zaken & Onderwijs van 18 december 2000 besproken. In die commissievergadering is toen geconcludeerd dat de bestaande integrale bestuursvorm door het college van burgemeester en wethouders een goede vorm is, die gehandhaafd kon blijven. In het raadsprogramma voor de periode was er opnieuw aandacht voor de bestuursvorm van het openbaar onderwijs en in het raadsprogramma is benadrukt dat er een onderzoek zou moeten komen naar de mogelijkheden om het openbaar onderwijs op afstand te zetten. In een startnotitie van 19 oktober 2009 is een hernieuwde afweging geweest omtrent de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs in de gemeente Drimmelen. In deze startnotitie is gesteld, dat er een onderzoek zal plaatsvinden naar een (eigen) verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs. Daarbij zijn in de notitie ook eventuele partners benoemd, waarbij het openbaar primair onderwijs van Drimmelen onder gebracht zou kunnen worden. In het nieuwe coalitie-akkoord voor is de verzelfstandiging van De Windhoek / t Klaverblad ook opgenomen. Op 15 april 2010 heeft de gemeenteraad van Drimmelen een akkoord gegeven voor een onderzoek naar een verzelfstandiging van de obs De Windhoek / t Klaverblad Opzet rapportage In dit rapport wordt in hoofdstuk 1 beschreven hoe de projectorganisatie is georganiseerd en heeft gewerkt. In hoofdstuk 2 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven. In hoofdstuk 3 worden overwegingen beschreven waarom verzelfstandiging van het openbaar (primair) onderwijs plaatsvindt. In hoofdstuk 4 worden de voorstellen voor de toekomstige bestuurlijke organisatie beschreven. In hoofdstuk 5 komen de personele consequenties aan de orde. In hoofdstuk 6 worden de onderwijskundige zaken beschreven en in hoofdstuk 7 de financiën en de zaken op basis van kosten Administratie, Beheer en Bestuur. Hoofdstuk 8 behelst een voorstel voor het vervolgtraject. In hoofdstuk 9 vindt u de bijlagen Projectorganisatie a - oktober

5 Stuurgroep Er is een stuurgroep ingesteld. Deze is opdrachtgever en wordt gevormd door de wethouder van onderwijs door een ambtelijk beleidsmedewerker en de directeur van de school als adviseur. Een senior consultant van VOSABB Consulting vervult het onafhankelijk voorzitterschap. Tijdens de periode van het onderzoek is door de wethouderswisseling dhr. J. van Meggelen, die in eerste instantie met dit onderwerp aan het werk was, vervangen door de wethouder van onderwijs, dhr. M. van Oosterhout. De stuurgroep is drie keer bijeengekomen. De eerste maal voor het goedkeuren van het plan van aanpak en intentieverklaring, die door de projectgroep werden opgesteld. De tweede keer voor een voortgangsoverleg over de stukken van de projectgroep en de vorderingen over gesprekken met potentiële partners. De derde keer om de eindrapportage te bespreken Projectgroep Om het proces voor iedereen zo transparant mogelijk te laten verlopen is een projectgroep ingesteld. De projectgroep bestaat uit zeven vertegenwoordigers van de betrokken geledingen (gemeente en school) en een onafhankelijke projectleider (senior adviseur VOS/ABB Consulting). De medezeggenschapsraad is uitgenodigd deel te nemen aan de projectgroep. De medezeggenschapsraad van de obs De Windhoek / t Klaverblad heeft besloten in haar vergadering van 28 april jl. niet deel te nemen in de projectorganisatie om haar onafhankelijke positie te waarborgen. De medezeggenschapsraad heeft voorgesteld twee ouders en een personeelslid lid te laten zijn van de projectgroep, niet namens de medezeggenschapsraad, maar wel als vertegenwoordiging van de geledingen. De medezeggenschapsraad is op de hoogte gehouden via de vastgestelde verslagen van de vergaderingen van de projectgroep en de stuurgroep en de aanwezigheid van een afgevaardigde uit de projectgroep bij de vergaderingen van de medezeggenschapsraad. De projectgroep heeft het proces tot bestuurlijke verzelfstandiging geleid en begeleid, binnen de kaders die gesteld zijn door de stuurgroep. Alle leden zitten zonder last of ruggespraak in deze groep. Zij zijn geen persoonlijke verantwoording schuldig aan hun achterban. Dat laat onverlet dat zij hun achterban kunnen raadplegen. De besluitvorming in de groep geschiedt op basis van consensus. Blijkt dat niet haalbaar dan worden de verschillende opties c.q. standpunten opgenomen in het eindadvies aan de stuurgroep. De projectgroep is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het eindrapport dat aan de stuurgroep wordt overlegd en op grond waarvan een besluit tot bestuursoverdracht kan worden genomen. Voor de materiële en financiële aspecten is door VOS/ABB Consulting specifieke deskundigheid van dhr. R. van der Raaij ingebracht voor een financiële analyse en rapportage, een belangrijk onderdeel van de eindrapportage aan de stuurgroep. Vanuit de projectgroep is een werkgroep gevormd van drie personen. Deze werkgroep is door de projectgroep gevormd in verband met de gesprekken met potentiële partners. a - oktober

6 2. Conclusies en aanbevelingen een samenvatting 2.1. Algemene conclusies Alles overwegende komt de projectgroep tot de volgende conclusies: Er bestaat binnen de projectgroep van de verzelfstandiging van de Windhoek- t Klaverblad consensus met betrekking tot nut en noodzaak van bestuurlijke aansluiting; Er zijn geen onoverkomelijke bezwaren tegen overdracht van het bevoegd gezag aan een bestaand zelfstandig rechtspersoon OBO West Brabant, e.e.a. met inachtneming van onderstaande adviezen. Er wordt vanuit de projectgroep geadviseerd, dat de gemeenteraad van Drimmelen ten behoeve van de bestuurlijke verzelfstandiging van de Windhoek- t Klaverblad de volgende besluiten neemt: Het bevoegd gezag over het openbaar primair onderwijs wordt overgedragen aan de stichting openbaar basisonderwijs West Brabant; De bevoegdheden van het nieuwe bestuur zijn vastgelegd in de statuten; De wettelijk vastgestelde toezichthoudende taken blijven voorbehouden aan een toezichthoudend orgaan geregeld binnen de Wet Gemeenschappelijk Regelingen, zoals beschreven in Gemeenschappelijke Regeling Raad van Toezicht Openbaar Onderwijs West Brabant. De gemeente Drimmelen sluit aan bij deze gemeenschappelijke regeling. Het recht tot voordracht van kandidaat bestuursleden van het bestuur namens de ouders is gelegd bij de oudergeleding van de GMR (statuten artikel 6 lid 4); Aan het bestuur wordt een bruidsschat meegegeven van 80% van = (berekend per 31 december 2010 en vaststelling en betaling conform de wettelijke regeling) Er wordt vóór 30 december 2010 tussen de gemeente Drimmelen en de stichting openbaar onderwijs West Brabant een regeling getroffen betreffende de overdracht van de schoolgebouwen en terreinen van t Klaverblad en de Windhoek, omdat beide gebouwen multifunctioneel zijn opgezet en met meerdere partners wordt gedeeld. De stichting Openbaar Basisonderwijs West Brabant zal de twee vestigingen van de Windhoek / t Klaverblad open houden. Dus niet vanwege de geringe schoolgrootte de nevenvestiging t Klaverblad in Drimmelen sluiten. Op basis van het toepassen van de regeling van de gemiddelde schoolgrootte worden binnen de stichting openbaar basisonderwijs West Brabant nu ook locaties opengehouden. Ook in de toekomst zullen de kleinere locaties kunnen blijven voortbestaan, tenzij het beleid van Openbaar Basisonderwijs West Brabant in het algemeen ter zake wordt gewijzigd. De stichting Openbaar Basisonderwijs West Brabant heeft als beleid dat iedere vestiging een eigen directeur heeft, zonder lesgevende taken. Zij wil echter voor de Windhoek/ t Klaverblad de huidige situatie (1 directeur en 2 adjuncten) handhaven, mede doordat de stichting de discussie gaat voeren of dit beleid betaalbaar blijft voor de stichting. Het onderwijsconcept van De Windhoek/ t Klaverblad kan onder de stichting openbaar basisonderwijs West Brabant voortgezet worden. Scholen binnen de stichting zijn vrij hun eigen concept te kiezen, mits ze dat concept dan ook duidelijk uitdragen en ernaar handelen. a - oktober

7 Het ingezette kwaliteitstraject op t Klaverblad moet vanzelfsprekend afgemaakt worden. De stichting stelt dit als voorwaarde. De ingezette investeringen in de lesmethoden van De Windhoek / t Klaverblad worden gerespecteerd, mits ze binnen de financiële kaders past. Hiervoor is een meerjarenplan op schoolniveau. Er wordt door de stichting Openbaar Basisonderwijs West Brabant een implementatieplan opgesteld, dat de uitvoering van de aansluiting van De Windhoek / t Klaverblad in goede banen moet leiden. De gemeenteraad wordt voorgesteld om tot de volgende besluitvorming over te gaan ten aanzien van par. 2.2 t/m 2.8: 2.2. Bestuur Bij de bestuurlijke verzelfstandiging waarbij het bevoegd gezag wordt overgedragen, wordt voorgesteld aan te sluiten bij de stichting Openbaar BasisOnderwijs West Brabant. Het stichtingsbestuur zal zich volgens de wetgeving moeten verantwoorden aan de raad t.a.v. de begroting en jaarrekening (goedkeuring verlenen). Hiervoor is een gemeenschappelijke regeling ingesteld, die de taken van de raad gemandateerd heeft gekregen. De stichting als rechtsvorm voor het openbaar primair onderwijs is vorm gegeven in artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Deze wetsbepaling is als bijlage (hst 10.1) aan deze rapportage toegevoegd. Tevens bevat die bijlage de tekst van artikel 49 van de WPO. Dat artikel heeft betrekking op de bestuursoverdracht van de openbare school. Het bestuur van OBO West Brabant heeft in het kader van de nieuwe wet Goed bestuur een onderzoek ingesteld naar de bestuursvorm, die recht doet aan voldoende scheiding tussen bestuur en intern toezicht. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat het bestuursmodel en daardoor de statuten voor of per 1 augustus 2011 gewijzigd kunnen worden.(inmiddels is besloten op de bestuursvergadering van 4 oktober 2010 om een Raad van Toezicht model in te stellen). Hiervoor wordt de voorgeschreven procedure gevolgd door deze aan het toezichthoudend orgaan voor te leggen. Nieuwe bestuursleden worden geworven volgens de procedure die voor de werving en selectie van de bestuursleden is beschreven in het huishoudelijk reglement van het bestuur van OBO West Brabant onder paragraaf B. Er wordt een profiel opgesteld voor nieuwe bestuursleden. Deze wordt hierin betrokken (artikel B1 lid 3) 2.3. Positie gemeente na verzelfstandiging De gemeenteraad houdt toezicht op de stichting om te waarborgen dat tijdig wordt ingegrepen als er sprake mocht zijn van ernstige taakverwaarlozing of handelen in strijd met de wet, het recht of het algemeen belang. Daarvoor heeft de gemeenteraad een aantal wettelijke/statutaire instrumenten: Het benoemen van bestuursleden; de goedkeuring van de begroting en jaarrekening; het regelen van het toezicht op het bestuur; het opheffen van een school; a - oktober

8 het bespreken van het openbaar jaarverslag van het stichtingsbestuur, waarin aandacht moet worden geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs) 1 ; het goedkeuren van een statutenwijziging en het bij eventuele opheffing van de stichting goedkeuren van de bestemming van het batig saldo; bij ernstige taakverwaarlozing kan de gemeenteraad zelf in het bestuur van de stichting voorzien en zo nodig de stichting ontbinden. Binnen de gemeenten van stichting Openbaar Basisonderwijs West Brabant zijn binnen de Wet Gemeenschappelijk Regeling de bevoegdheden van de raden overgedragen aan een toezichthoudend orgaan bestaande uit de wethouders van onderwijs van de aangesloten gemeenten, behalve het opheffen van een openbare school binnen een gemeente. De gemeente Drimmelen sluit hierbij aan Personeel De nieuwe werkgever neemt op grond van artikel 49 van de WPO alle rechten en plichten van de overdragende rechtspersoon over. Dat betekent dat het personeel in gelijke betrekking worden aangesteld door de nieuwe rechtspersoon ( WPO, art. 49 lid 3). Er zijn medewerkers op het gemeentehuis van de gemeente Drimmelen specifiek werkzaam ten behoeve van het openbaar basisonderwijs. Het bestuur van OBO West Brabant heeft aangegeven geen medewerkers over te kunnen nemen binnen het stafbureau Ouders De positie van leerlingen en ouders is geregeld in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Deze in de WMS verankerde positie verandert niet door de bestuurlijke aansluiting. Conform de WMS heeft de MR, waarin vertegenwoordigers van ouders en personeel participeren, instemmingsrecht ten aanzien van de bestuursoverdracht overeenkomstig artikel 49 van de WPO Onderwijs Het onderwijs op de Windhoek- t Klaverblad verandert niet door de bestuursoverdracht. Het schoolpan van de Windhoek- t Klaverblad, dat geldig is voor de schooljaren , vormt de basis voor het onderwijs op de school, inclusief de meerjarenplanningen. 1 Artikel 46. Karakter openbaar onderwijs 1. Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. 2. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. 3. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing a - oktober

9 2.7. Financiën Dhr. R. van der Raaij, senior financieel adviseur van VOS/ABB, heeft een financiële notitie gemaakt in het kader van dit onderzoek. Hij komt in deze rapportage tot de volgende conclusies ten aanzien van het huidige bestuur van het basisonderwijs van Drimmelen (OBO Drimmelen) : Citaat rapport hst 9:2 Leerlingenprognoses Het aantal leerlingen bepaalt de hoogte van de Rijksvergoeding OC&W. Nu en later. Hoewel prognoses in de regel wel anders uitpakken kunnen prognoses niet worden genegeerd. Over de afgelopen jaren is er sprake geweest van een afname van 188 leerlingen in 2006 tot 169 in 2009 (1 oktober). Ook voor de langere termijn is er sprake van een geringe afname. Uit de cijfers blijkt echter dat het gehele basisonderwijs binnen de gemeente een vermindering van het aantal leerlingen laat zien. Er is derhalve geen sprake van een specifiek probleem voor het openbaar basisonderwijs Drimmelen en dus geen negatief aspect in relatie tot de voorgenomen bestuurlijke verzelfstandiging. Exploitatie Bij de exploitatie is het van belang of OBO Drimmelen in staat is om meerjarig een dekkende exploitatie te realiseren. Specifieke aspecten worden bij de onderdelen personeel en materieel besproken. Uit de voorgaande jaren blijkt dat OBO Drimmelen daartoe niet in staat is geweest. Met ingang van 2010 zijn nadrukkelijke maatregelen getroffen waardoor er naar verwachting- thans wel sprake is van een dekkende exploitatie. Uit tussentijdse rapportages dient dit te worden bevestigd. Personeel De personele lasten bedragen gemiddeld circa 85% van de hele begroting. Een kijk op de dekking van deze lasten is om die reden zeer relevant. Over het schooljaar 2009/2010 bleek dat er weliswaar een dekkende exploitatie was maar met inbegrip van het grootste deel van het budget voor personeel- en arbeidsmarktbeleid. Met ingang van het schooljaar bedraagt de belasting van het budget P&A voor personeel slechts 25% hetgeen een marktconform plaatje is. De overige personele voorzieningen zijn conform de richtlijnen opgenomen en verantwoord. Huisvesting Binnen de materiële begroting vormt huisvesting de grootste kostenpost voor een schoolbestuur. Ook bij een voorgenomen bestuurlijke verzelfstandiging is dit een bijzonder aspect in verband met de eigendomssituatie. Er is sprake van twee gebouwen met een meer of minder multi functionele accommodatie. In het kader van de bestuurlijke verzelfstandiging moeten hierover afspraken worden gemaakt. De onderhoudsvoorziening tevens een belangrijk element binnen de schoolbestuurlijke lasten voor huisvesting- wordt met ingang van 2010 nieuw gevormd. De begrote dotaties en onttrekkingen zijn bepaald op een MOP. De baten en lasten verhouding is marktconform. Investeringen (plannen) OBO Drimmelen heeft zowel de huidige als de toekomstige investeringen op uitstekende wijze in kaart gebracht. Op basis hiervan is het (nieuwe) schoolbestuur in staat om de a - oktober

10 afschrijvingslasten zowel te monitoren als te begroten. Er is nog sprake van een reserve 1 e waardering, deze kan eventueel worden toegevoegd aan het eigen vermogen, cq de algemene reserve. Uit de post G&T zou kunnen worden geconcludeerd dat er sprake is van gebouwen & terreinen; het blijken echter reguliere investeringen in cv installatie, schilderwerk etc. Balans & weerstandsvermogen De kengetallen voor balans & weerstandsvermogen zijn liquiditeit, solvabiliteit en het weerstandsvermogen. De kengetallen liquiditeit en solvabiliteit liggen binnen of boven de gangbare signaleringsgrenzen. Dit geldt ook voor het kengetal weerstandsvermogen met de nadrukkelijke kanttekening dat er voor OBO Drimmelen geen risicoprofiel is vastgesteld en er geen rekening is gehouden met de financieringsfunctie van het eigen vermogen. Indien de financieringsfunctie van het eigen vermogen normatief wordt berekend (via de MVA) daalt het weerstandsvermogen tot circa 7%. OBO Drimmelen blijft binnen de signaleringsgrenzen van de commissie Don. Kosten administratie, beheer & bestuur (ABB) Er zijn diverse modellen denkbaar voor de toekomstige kosten van ABB oftewel de bovenschoolse lasten. Van belang is dat deze baten & lasten worden begroot, ongeacht of er wel of niet sprake is van een bruidsschat. De bruidsschatregeling kan uiterlijk tot en met 31 december 2010 worden toegepast, daarna vervalt de regeling en vallen eventuele bijdragen onder het regime van de overschrijdingsregeling (art 142 tot en met 147, van de WPO). Het voor OBO Drimmelen maximaal toepasbare bedrag is verdeeld over vier kalenderjaren. De volledige financiële rapportage is opgenomen in de bijlagen (hst 9.2) 2.8. Contracten en medegebruik De gemeente Drimmelen heeft voor haar multifunctionele (school)gebouwen regelingen en overeenkomsten gesloten met de gebruikers van de gebouwen. Binnen de nieuwe verzelfstandigde situatie zullen hierover nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Eén en ander zal voor 30 december 2010 afgesproken en vastgelegd worden. Waarbij gestreefd wordt naar duidelijkheid per medio november. Contracten, die de gemeente Drimmelen heeft afgesloten voor de school zullen worden opgezegd of overgedragen aan het bestuur van OBO West Brabant. a - oktober

11 3. Overweging bestuurlijke overdracht 3.1. Landelijke ontwikkelingen Het door het Rijk al enkele jaren gevoerde beleid tot deregulering en vergroting van de autonomie van schoolbesturen vereist een professionele onderwijsorganisatie. De grotere bestuursvrijheid houdt in dat de organisatie over het vermogen (mensen, tijd, middelen en expertise) moet kunnen beschikken om zelf beleid te ontwikkelen en in de praktijk vorm te geven. De noodzaak het beleidsvoerend vermogen te versterken raakt het bestuur, het management en de ondersteuning. De keerzijde van een grotere vrijheid is dat het Rijk tegelijkertijd de (financiële) verantwoordelijkheid van het schoolbestuur voor het reilen en zeilen van de eigen organisatie heeft vergroot. Sinds augustus 2006 is voor het primair onderwijs het declaratiestelsel vervangen door een systeem van lumpsumbekostiging. Het bestuur zal moeten rondkomen met een vooraf vastgesteld geldbedrag. Tegenvallers dienen zelf opgevangen te worden. De invoering van de lumpsumbekostiging in het primair onderwijs heeft per 1 augustus 2006 zijn beslag gekregen. Dit vraagt volgens de minister van O, C en W om nieuwe competenties bij schoolbesturen en schoolleiders van zowel strategische als operationele aard. Parallel aan dit traject zijn nog de onderstaande beleidsvoornemens te vermelden, die mede de noodzaak van professionalisering ondersteunen: Decentralisatie van de financiële middelen betreffende de schoolbegeleiding naar de schoolbesturen (inwerkingtreding ); Verkenning naar decentralisatie aan schoolbesturen van onderdelen op het gebied van de secundaire arbeidsvoorwaarden; Verkenning van decentralisatie naar schoolbesturen van de bekostiging werkeloosheid en vervanging (opheffing bestaande fondsen) Waarom verzelfstandigen van het openbaar onderwijs Dit onderzoek richt zich op de voorbereidingen van een bestuurlijke verzelfstandiging in de gemeente Drimmelen. Dus de overdracht van het bevoegd gezag aan een (zelfstandig) rechtspersoon. Het is van belang de bestuurlijke organisatie (bestuur, management, ondersteuning) verder te professionaliseren. Een zelfstandige rechtspersoon, die volledig voor het openbaar onderwijs verantwoordelijk is, vormt een goede basis om verder aan die professionalisering te werken. Een volledige vermogensrechtelijke scheiding tussen het gemeentebestuur en het schoolbestuur, mits het nieuwe bestuur financieel adequaat wordt uitgerust, schept duidelijkheid in de situatie van de onderwijsfinanciën, waardoor een gezonde financiële huishouding voor het openbaar onderwijs kan worden ingericht en opgebouwd. Een verzelfstandigde bestuurlijke organisatie is een zelfstandiger partner in onderhandelingen met de gemeente. De gemeente Drimmelen is daarmee verlost van de dubbele petten: enerzijds het zijn van het integraal schoolbestuur van het openbaar primair onderwijs, anderzijds het moeten voeren van lokaal onderwijsbeleid ten behoeve van alle zuilen binnen het (primair) onderwijs. Voor de gemeente betekent dit ook dat de schoolbestuurlijke onderwijsgelden van het openbaar primair onderwijs geen onderdeel meer uitmaken van de gemeentelijke begroting. Tevens is de gemeente verlost van de a - oktober

12 verschillende jaarrekeningvoorschriften van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Ministerie van O, C & W. Het openbaar primair onderwijs krijgt een zelfstandig bestuur, dat eenzelfde positie inneemt als de andere schoolbesturen. Het bestuur van de Windhoek en t Klaverblad wordt ondergebracht bij een grotere organisatie met 15 vestigingen met een aantal leerlingen van 3027 (oktober 2009). De financiële notitie heeft aangegeven dat de voorwaarden om te verzelfstandigen positief zijn. De noodzaak het beleidsvoerend vermogen te versterken en de grotere financiële verantwoordelijkheid pleiten voor een bepaalde bestuurlijke schaal. Risico s kunnen beter afgedekt worden, er is voldoende spreiding van mogelijkheden voor personeel. Er zijn dan voldoende inkomsten vanuit het Rijk om extra kwaliteitsimpulsen te kunnen bekostigen. In zo n situatie kan door bestuur en bovenschools management invulling worden gegeven aan de planning & control in de ruimste zin van het woord, met inachtneming van de medezeggenschap op bovenschools en schoolniveau. Bij het onderzoek is er vanuit gegaan, dat op dit moment de uitgangspunten voor een verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs door een aansluiting bij een groter bestuur voldoende zijn. Ten aanzien van personeelsbeleid biedt schaalvergroting meerdere kansen. Er is sprake van werkgelegenheidsbeleid, dat voor individuele werknemers een grotere vorm van zekerheid ten aanzien van de werkgelegenheid biedt. Daarnaast biedt een grotere organisatie meer mogelijkheden voor deskundigheidsdeling, het leren van elkaar. Ook komen er meer mogelijkheden voor mobiliteit. a - oktober

13 4. Bestuurlijke organisatie 4.1. Keuze bestuursvorm De Wet op het primair onderwijs (WPO) kent zes bestuursvormen, waaruit een keuze gemaakt kan worden voor het besturen van openbaar scholen. Integraal bestuur (bestuur berust bij het college van B&W c.q. de gemeenteraad); Bestuurscommissie ex artikel 83 van de Gemeentewet; Openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Stichtingsvorm ex artikel 48 van de WPO (bijlage 11); Openbare rechtspersoon ex artikel 47 van de WPO; Samenwerkingsbestuur ex artikel 17 van de WPO (dit bestuur houdt zowel openbare als bijzondere scholen in stand). Gezien het uitgangspunt dat in het college van B&W is uitgesproken en in de intentieverklaring is verwoord, willen we werken richting (aansluiting bij) een stichting. Een stichting voor openbaar onderwijs kan, in tegenstelling tot een bestuurscommissie, over gemeentegrenzen heen werken. Daarnaast is een bestuurscommissie geen zelfstandig rechtspersoon. Binnen de stuurgroep is uitgesproken dat in de nieuwe situatie een organisatie voor openbaar onderwijs wenselijk blijft. Stichting openbaar primair onderwijs Een gemeenteraad kan het bestuur van de openbare scholen overdragen aan een Stichting openbaar onderwijs. De Stichting openbaar onderwijs is een vermogensrechtelijk zelfstandige rechtspersoon. Zij heeft alle bevoegdheden, behalve de beslissing tot opheffing van de school. De gemeenteraad heeft een toezichthoudende rol. Deze bestuursvorm kan worden benut om openbare scholen van verschillende gemeenten (over de gemeentegrenzen heen) te besturen. Een stichting heeft geen leden en wordt opgericht d.m.v. een notariële akte. De stichting is niet-publiekrechtelijk, wel vervult zij een publiekrechtelijke taak. Een stichting mag een onderneming drijven, maar de winst die gemaakt wordt, moet gebruikt worden voor het doel van de stichting. Het uitkeren van winsten is niet toegestaan aan oprichters of bestuursleden. Besluiten zijn slechts vatbaar voor bezwaar en beroep voor zover dat besluit te maken heeft met die publiekrechtelijke taak. De formele grondslag van de Stichting openbaar onderwijs is vastgelegd in artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs. Daarnaast geldt tevens dat de bepalingen van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op de regeling van toepassing zijn. De kosten van de scholen worden vergoed volgens de bepalingen die in de onderwijswetgeving worden gesteld. De Stichting openbaar onderwijs ontvangt de bekostiging rechtstreeks van het rijk. Zij is daardoor in financieel opzicht zelfstandig. Het toezicht op de begroting vindt plaats door de gemeenteraden. De gemeenteraad benoemt de leden van de Stichting openbaar onderwijs. De gemeenteraad moet in ieder geval ten minste eenderde en ten hoogste de helft van de bestuursleden benoemen op bindende voordracht van de ouders. Daardoor worden de ouders meer bij het bestuur van het openbaar onderwijs betrokken. (bron: rapport De voorbereiding op Lumpsum in het openbaar onderwijs; Ecorys Nei) a - oktober

14 In schema: Stichting Formele grondslag Artikel 48 WPO Artikel 51 WEC Artikel 42b WVO Boek 2 Burgerlijk Wetboek Ruimtelijk bereik De grenzen van de gemeenten die gezamenlijk de Stichting hebben opgericht. Bekostigingsrelatie met De Stichting ontvangt de het Rijk bekostiging Financiële gelijkstelling Op basis van verordening Toezicht op de begroting Door de gemeenteraad Benoeming bestuursleden Benoeming door de gemeente, deels op bindende voordracht van de ouders Wijze van instelling Door middel van de oprichting van een Stichting (notariële akte) en civielrechtelijke overdracht (notariële akte) Bestuurlijke Alle, behalve opheffing van de bevoegdheden school Positie Personeel Ambtenaar (bron: Bestuursvormen voor de school; uitgave VOS/ABB, november 2002) 4.2. De mogelijke partners Vooraf Binnen de stuurgroep is een aantal voorwaarden voor een aansluiting gesteld, die bij eerste verkennende besprekingen meegenomen zouden moeten worden: Stichting openbaar onderwijs vanwege de identiteit van het openbaar onderwijs De stichting werkt grenzend aan de gemeente Drimmelen Het onderwijsconcept De Windhoek/ t Klaverblad wordt geaccepteerd Beide vestigingen van de Windhoek en t Klaverblad blijven bestaan binnen de normen van de instandhouding. Er is door de projectleider op voorstel van de stuurgroep contact gelegd met enkele besturen, die aan de gestelde voorwaarden voldeden Gesprekken Alle geconsulteerde stichtingen hebben aangegeven dat men bereid was tot verdere. Ook is geconstateerd dat de tijdsspanne waarin het traject zit kort is. Om te komen tot een fusie van stichting van openbaar onderwijs vergt de nodige procedures. Naast de (voorgenomen) besluitvorming van het bestuur (soms B & W) moeten procedures in ogenschouw genomen worden van: de medezeggenschapsraad gemeenteraden (statutenwijziging artikel 48 WPO) a - oktober

15 administratief/ technisch (CFI, ABP etc.) Afhankelijk van reglementen en de praktische invulling daarvan kunnen deze, los van alle voorwerk, enige maanden in beslag nemen. Daarnaast is er nog de mogelijkheid dat de fusietoets, die voorligt in de Eerste Kamer aangenomen wordt, zodat er na positieve besluitvorming een aanvraag voor de fusie bij het ministerie voor de goedkeuring van een fusie moet worden gedaan. In de voorbereidende stukken daarvan wordt een periode van 13 weken hiervoor uitgetrokken door het ministerie. Op het moment van schrijven is de fusietoets nog steeds in bespreking in de Eerste Kamer. De stichtingen hebben bij monde van hun algemeen directeur of bestuurder aangegeven, dat men positief staat ten opzichte van een eventuele fusie. Wel zijn hieraan voorwaarden gesteld, die vooral van financiële en personele aard waren. Gezien de voorwaarden, die eerder gesteld zijn binnen de projectgroep was er op voorhand geen van de stichtingen die afviel. De stichtingen konden aan de voorwaarden van de projectgroep voldoen Stichting Openbaar BasisOnderwijs West Brabant (OBO West Brabant) De stichting Openbaar BasisOnderwijs West Brabant heeft te maken met vier gemeenten: Roosendaal, Halderberge, Moerdijk en Rucphen. De vier wethouders van de gemeenten vormen hier het toezichthoudend platform. Zij zijn door de gemeenteraden via de Wet Gemeenschappelijke Regelingen bevoegd om besluiten namens de raden te nemen, als bedoeld in artikel 48 van de WPO. Dit heeft te maken met de toezichthoudende rol van de raden. In het gesprek gaf de algemeen directeur aan dat de procedurelijnen binnen de organisatie kort zijn, zowel richting Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) als naar het toezichthoudend orgaan van de gemeenten. Na het eerste gesprek is verder binnen de organisatie (bestuur, directies, gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) geïnformeerd en aangegeven dat de Windhoek/ t Klaverblad welkom is en er bij de verschillende organen, die hierover binnen het traject over meepraten en beslissen, op voorhand geen problemen zijn. De stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant is een stichting met rond de 3000 leerlingen. Hun scholen zijn variërend in grootte en staan zowel op het platteland als binnen meer stedelijke omgeving Overwegingen Overwegend kan gesteld worden, dat vanwege de opdracht die door B&W van de gemeente Drimmelen is gesteld (het aansluiten bij een grotere organisatie) én als er sprake is van het meegeven van een bruidsschat (kan alleen nog, als het besluit en de uitvoering daarvan in 2010 valt), dat dan voor aansluiting met Openbaar Basisonderwijs West Brabant gekozen wordt omdat de onderwijskundige visie van de stichting (volledig) aansluit bij die van de Windhoek/ t Klaverblad en bij het openbaar onderwijs West Brabant de kansen en mogelijkheden het grootst lijken om alles voor 31 december 2010 af te ronden. Indien deze datum niet gehaald wordt en de gemeente Drimmelen wil een bruidsschat meegeven, dan is er sprake aan de doorbetaling aan het bijzonder onderwijs. Dat zou een niet reële verhoging (want circa 14x) van de kosten voor de gemeente Drimmelen betekenen. a - oktober

16 Aanbeveling De voorkeur van de stuurgroep gaat ernaar uit aan te sluiten bij een verzelfstandigde stichting voor openbaar onderwijs, omdat deze vorm de meest onafhankelijke vorm is en de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs het meest gewaarborgd is. Slechts in geval van een dreigende mislukking om dit voor 31 december 2010 rond te krijgen, wordt voorgesteld om het parallel spoor te volgen Een parallel spoor. Zorgvuldigheid gaat voor snelheid is de slogan binnen het plan van aanpak. In de projectgroep is dit in de eerste bijeenkomst van 27 april al aan de orde geweest. De start van het project is, door allerlei redenen, op een zodanig moment geweest, dat de korte tijdsspanne in het kader van een eventuele bruidsschat altijd aanwezig is geweest. Omwille van de bruidsschat, die de gemeente Drimmelen kan meegeven om de Windhoek/ t Klaverblad op een goede manier te verzelfstandigen, zou ervoor gekozen kunnen worden om eerst een (tijdelijke) stichting voor de school op te richten. Het bestuur van deze stichting krijgt de opdracht mee om een fusie met een groter bestuur vorm te geven. Het nadeel hiervan is wel dat er twee keer een formele procedure gedaan moet worden en dat er een situatie zou kunnen ontstaan, dat er geen partner om de een of andere reden bereid is om samen te gaan. Het voordeel is dat de tijdsdruk omtrent de bruidsschatregeling is weggenomen en er rustiger gewerkt kan worden naar een partner met meer tijd voor overleg en/of onderhandelingen. Daarnaast is het voor de hand liggend, dat met een voldoende bruidsschat het openbaar onderwijs van de gemeente Drimmelen een betere fusiepartner is. Hiervoor kan een tijdelijk bestuur in het leven geroepen worden, die de aansturing van de school tijdelijk (een af te spreken termijn) van de gemeente overneemt a - oktober

17 4.3. Forse toename bestuurlijke verzelfstandiging in 2009 In 2009 is in het primair onderwijs het aandeel van de openbare stichtingen gegroeid naar 63 % (2007:46%). Deze besturen vertegenwoordigen 72% (2007: 64%) van de scholen en 72% (2007: 66%) van de leerlingen. De integrale bestuursvorm en de bestuurscommissie vormen een ieder nu nog 7% (2007: 18%) van het totaal aantal besturen. Zie tabel voor de meest recente cijfers. Besturen openbare scholen PO april 2010 besturen scholen leerlingen besturen scholen leerlingen (lid VOS/ABB) % % % Bestuur openbaar lichaam op basis van WGR % 0,04% 0,03% Bestuurscommissie (art. 83 Gmw) % 8% 7% Integraal bestuur B&W % 4% 4% Openbare rechtspersoon % 3% 3% Samenwerkingsbestuur % 13% 15% Stichting openbaar onderwijs % 72% 72% Totaal % 100% 100% Besturen openbare scholen PO 2007 besturen scholen leerlingen besturen scholen leerlingen Bestuur openbaar lichaam op basis van WGR % 0 % 0 % Bestuurscommissie (art. 83 Gmw) % 14% 14% Integraal bestuur B&W % 13% 11% Openbare rechtspersoon % 3% 3% Samenwerkingsbestuur % 5% 5% Stichting openbaar onderwijs % 64% 66% Totaal % 100% 100% 4.4. Relatie met gemeentebestuur Toezichthoudende rol gemeente De positie van de gemeente tijdens en na verzelfstandiging De gemeente draagt de verantwoordelijkheid voor het verzelfstandigen van een gezonde en krachtige onderwijsorganisatie. Deze onderwijsorganisatie is nu en in de toekomst in staat om de wettelijke taak van het verzorgen van openbaar primair onderwijs adequaat uit te voeren. Het gaat hier deels om een procesverantwoordelijkheid (het zorgvuldig en met inachtneming van de geldende procedures verzelfstandigen van het openbaar primair onderwijs van Drimmelen) en deels om een inhoudelijke verantwoordelijkheid (het creëren van een adequate bestuurlijke structuur en het garanderen van een voldoende materiële/financiële basis). Omdat de gemeente de grondwettelijke plicht heeft om te zorgen voor voldoend(e) openbaar primair onderwijs kan de verzelfstandigde stichting niet zelfstandig besluiten tot het a - oktober

18 opheffen van een openbare school. Deze bevoegdheid is en blijft aan de gemeenteraad voorbehouden. Na bestuurlijke verzelfstandiging is de gemeente niet meer verantwoordelijk voor de wijze waarop de verzelfstandigde organisatie inhoud geeft aan haar statutaire doelstelling van het verzorgen van openbaar primair onderwijs, tenzij er sprake is van ernstige taakverwaarlozing, handelen in strijd met de wet, of (wanneer het om de begroting en jaarrekening gaat) wegens strijd met het recht of het algemeen belang, waaronder begrepen het financieel belang van de gemeente. De gemeenteraad houdt via de wethouder binnen de gemeenschappelijke regeling toezicht op de stichting om te waarborgen dat tijdig wordt ingegrepen als er sprake mocht zijn van ernstige taakverwaarlozing of handelen in strijd met de wet, het recht of het algemeen belang als bedoeld in de vorige alinea. Daarvoor heeft de gemeenteraad een aantal wettelijke/statutaire instrumenten: Het benoemen van bestuursleden; De goedkeuring van de begroting en het instemmen van de jaarrekening; Het regelen van het toezicht op het bestuur; Het bespreken van het openbaar jaarverslag van het Stichtingsbestuur, waarin aandacht moet worden geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs; Het goedkeuren van een statutenwijziging en het bij eventuele opheffing van de Stichting; Bij ernstige taakverwaarlozing kan de gemeenteraad zelf in het bestuur van de Stichting voorzien en zo nodig de Stichting ontbinden. Het bovenstaande betekent dat de gemeenteraad na verzelfstandiging in een toezichthoudende rol betrokken blijven bij het functioneren van het openbaar primair onderwijs van Drimmelen. Binnen stichting Openbaar Basisonderwijs West Brabant is de toezichthoudende rol via de Wet Gemeenschappelijke regeling overgedragen van de gemeenteraden naar de wethouders van onderwijs. Voor de gemeente Drimmelen betekent dit dat de wethouder van onderwijs toetreedt tot dit toezichthoudend orgaan. Deze toezichthoudende rol wordt vervuld door de wethouder, die gemandateerd is door de gemeenteraad om deze taak uit te voeren. Het toezicht van het toezichthoudend orgaan is toezicht op afstand. Door de afstandelijkheid van het toezicht kan het toezichthoudend orgaan niet het dagelijkse functioneren van de organisatie volgen. De stichting stuurt het openbaar primair onderwijs aan. Mocht onverhoopt een bestuurlijk verzelfstandigd openbaar schoolbestuur niet meer aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen, dan is de gemeente niet voor het tekort aansprakelijk. Het gaat immers om een zelfstandige rechtspersoon. De gemeente heeft wel de grondwettelijke verplichting om voldoend(e) openbaar primair onderwijs te bieden. In ultieme zin kan de stichting failliet gaan. In dat geval ontstaat er een situatie waarin de gemeente in overleg met de curator een doorstart van de stichting kan entameren om hiermee te voldoen aan de grondwettelijke plicht om voldoende openbaar onderwijs aan te bieden Bestuursfilosofie en mandaat a - oktober

19 Aangesloten wordt bij de bestuursfilosofie van OBO West Brabant, waarbij sprake is van een bestuur op hoofdlijnen met een dagelijkse leiding in een algemene directie van twee personen, die taken en bevoegdheden gemandateerd heeft gekregen via een managementstatuut. Daarnaast is er een aansturing per school(locatie) door een directeur. De directeuren vormen samen het directieberaad. Het uitgangspunt is dat het bestuur als geheel de autoriteit bezit. Het bestuur spreekt met één mond. Het management is niet gebonden aan individuele uitspraken van bestuursleden. Daarnaast formuleert het bestuur haar verwachtingen duidelijk en draagt deze vervolgens glashelder aan het management op. Tot slot voert het bestuur controle uit over het gevoerde beleid binnen de afgebakende kaders. Het bestuur van OBO West Brabant heeft in het kader van het wetsvoorstel een onderzoek ingesteld naar de bestuursvorm, die recht doet aan voldoende scheiding tussen bestuur en toezicht. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat het bestuursmodel en daardoor de statuten gewijzigd kunnen worden. Hiervoor wordt de voorgeschreven procedure gevolgd door deze aan het toezichthoudend orgaan voor te leggen. Zoals al eerder aangegeven wordt de bestuursfilosofie van OBO West Brabant in het kader van nieuwe wetgeving tegen het licht gehouden Profiel bestuursleden Nieuwe bestuursleden worden geworven volgens de procedure, die voor de werving en selectie van de bestuursleden is beschreven in het huishoudelijk reglement van het bestuur van OBO West Brabant onder paragraaf B. Er wordt een profiel opgesteld voor nieuwe bestuursleden. Deze wordt hierin betrokken (artikel B1 lid 3) 4.7. Mandaat en management Binnen de stichting OBO West Brabant heeft het bestuur voor het management (algemene directie en schooldirecties) een managementstatuut vastgesteld. In dit managementstatuut staan de taken en bevoegdheden van het bestuur en de directies beschreven. Dit managementstatuut wordt van toepassing voor de Windhoek en t Klaverblad. Het managementstatuut is opgenomen in de bijlagen (hst 9.3) Ondersteuning De stichting OBO West Brabant heeft een eigen stafbureau en wordt daarnaast wordt administratief ondersteund door administratiekantoor op het gebied van personeel en administratie (PSA) en financiën. Deze ondersteuning zal in de nieuwe situatie gehandhaafd blijven Uitbesteding Personeels -en salarisadministratie a - oktober

20 Hierbij zien we landelijk 2 dat besturen de personeels -en salarisadministratie relatief het meest uitbesteden (resp. 70% en 90%) aan een administratiekantoor. Hoe harder de taak op het gebied van personeelsadministratie hoe vaker dit wordt uitbesteed. Een overweging bij uitbesteding is ook om te voorkomen dat salaris een keer niet wordt uitbetaald en het bovenschools management hierop wordt aangesproken. Over de dienstverlening door het administratiekantoor is men in de regel tevreden. Vanwege de specifieke expertise die voor deze gebieden nodig is, alsmede de bewerkelijkheid van ervan, verdient het aanbeveling om dit aspect te beleggen bij een administratiekantoor. De aansturing van het administratiekantoor dient gedegen belegd te worden. Financiële administratie Dit is een expertise die vaak in verschillende vormen van ondersteuning extern wordt ingekocht (83 % van de besturen). Het belang om de financiële administratie goed geregeld te hebben, brengt mee dat de selectie van het juiste administratiekantoor van groot belang is. Tevens kan het administratiekantoor ook de jaarrekening in EFJ format (elektronisch financieel jaarverslag, door het ministerie voorgeschreven op basis van de richtlijnen voor verantwoording, die m.i.v zijn gewijzigd op basis van de Raad voor de jaarverslaggeving) alsmede de bestuursbegroting aanleveren. In dit kader is ook de professionaliteit van de aansturing van het administratiekantoor van groot belang Medezeggenschap Basisschool de Windhoek/ t Klaverblad heeft een medezeggenschapsraad van 6 leden: drie personeelsleden en drie ouders. De grootte en omvang van de medezeggenschapsraad zal in de nieuwe situatie niet wijzigen. In het kader van de aansluiting bij OBO West Brabant zullen het reglement en het medezeggenschapstatuut (WMS 2006) van deze stichting gaan gelden. De medezeggenschapsraad krijgt een vertegenwoordiger (ouder of personeelslid) in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van OBO West Brabant. Iedere school van OBO West Brabant is vertegenwoordigd met één afgevaardigde van iedere school De reglementen en statuut zijn opgenomen in de bijlagen (hst 9.4). 2 Management en Bestuur. Onderzoek naar de inrichting van bovenschoolse managementbureaus in het primair onderwijs. Fraukje Wartenberg-Cras en Niko van Kessel, 2006 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen a - oktober

21 5. Personeel 5.1. Overzicht personele regelingen De gemeente Drimmelen hanteert voor het personeel de CAO-PO en daarnaast is er een lief en leed regeling, die ook van toepassing is voor het ambtelijk personeel van de gemeente Drimmelen. Deze regeling wordt meegenomen in een gesprek in oktober 2010 tussen de gemeente Drimmelen en OBO West Brabant, waarin regelingen van beide organisaties vergeleken zullen worden De bestuursaanstelling Circa 11,2 fte personeelsleden heeft nu een bestuursaanstelling bij de gemeente Drimmelen. Hieronder bevinden zich de directeur, groepsleerkrachten, onderwijsassistenten en schoonmaakpersoneel. Al het personeel, dat op basis van de CAO PO is aangesteld en betaald wordt uit middelen die voor de school bestemd zijn, wordt van rechtswege overgedragen aan het bestuur van OBO West Brabant. De stichting wordt de werkgever van deze werknemers. Alle werknemers ontvangen een nieuwe akte van aanstelling. Alle opgebouwde rechten en plichten gaan van rechtswege over en blijven dus bestaan. Het personeel blijft personeel in de zin van de ABP en de Ambtenarenwet Werkgelegenheids- en ontslagbeleid De gemeente Drimmelen hanteert voor het personeel de regeling ontslagbeleid met afvloeiingslijsten en protocollen, zoals beschreven in de CAO PO. Het afvloeiingscriterium is diensttijd bij het onderwijs (in brede zin dus) en daarbij geldt het principe van opgebouwde dienstjaren bij onderwijs. Binnen de stichting OBO West Brabant geldt voor het personeel een werkgelegenheidsbeleid. Voorgesteld wordt om aan te sluiten bij dit beleid (zie ook bijlage 9.5) Tertiaire arbeidsvoorwaarden Uit de documenten of het overleg zijn geen bijzondere regelingen gebleken voor het personeel, die overgenomen moeten worden door het nieuwe bestuur. Indien alsnog bestaan zullen deze in principe worden overgenomen door het nieuwe bestuur Positie personeel gemeente De gemeente heeft als stelregel: mens volgt werk. De vraag aan stichting openbaar basisonderwijs West Brabant gesteld om 1 fte gemeentepersoneel over te nemen, omdat deze werknemer zich bezighoudt met de onderwijsadministratie van het openbaar basisonderwijs. Stichting openbaarbasisonderwijs West Brabant heeft aangegeven deze vraag binnen het bestuur uitvoerig te hebben besproken, maar is tot de conclusie gekomen, dat zij geen ruimte ziet om meer functionarissen in het stafbureau in dienst te nemen. a - oktober

22 Het huidige werk kan door het bestaande team (2,5 fte) opgevangen worden. Het extra werk vanwege de aansluiting van OBO Drimmelen zal meer op management- en bestuursniveau komen te liggen. Daarnaast zijn er financiële overwegingen en een langlopend contract met een administratiekantoor, dat onlangs is afgesloten. a - oktober

23 6. Het onderwijs 6.1. Schoolplan de Windhoek en t Klaverblad In het schoolplan van de Windhoek en t Klaverblad zijn de onderwijskundige zaken van de openbare basisschool de Windhoek en t Klaverblad omschreven. De projectgroep adviseert dit schoolplan, dat gemaakt is voor de periode , als onderwijskundig beleidsdocument over te dragen naar de nieuwe stichting. Dit schoolplan is immers vastgesteld door de het bevoegd gezag met instemming van de medezeggenschapsraad. In het schoolplan zijn onderdelen beschreven als: - Visie en missie - Het onderwijsaanbod - Onderwijskundige zaken - Kwaliteit(szorg) - De inzet en ontwikkeling van het personeel - Algemeen strategisch beleid - (Meerjarig) financieel beleid a - oktober