Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie"

Transcriptie

1 Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie Prof. Dr. Nancy Huyghebaert Hoogleraar corporate finance Departement Accountancy Finance & Insurance, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven januari 2012

2 Verantwoordelijke uitgever : Beroepsvereniging van het Krediet - BVK Dhr. Ivo Van Bulck Aarlenstraat BRUSSEL De overname van de teksten, afbeeldingen, vermeldingen of informatie uit dit boekwerk zijn slechts toegelaten mits uitdrukkelijke vermelding van de bron.

3 3 Voorwoord Deze studie werd uitgevoerd met medewerking van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), deelvereniging van Febelfin. De BVK vertegenwoordigt als beroepsvereniging de sector van het krediet aan particulieren, d.i. het consumentenkrediet en het hypothecair krediet. De bij de BVK aangesloten financiële instellingen zijn banken, verzekeringsmaatschappijen, hypothecaire ondernemingen, kredietverzekeraars, distributieondernemingen of filialen van distributie-ondernemingen die erkend zijn om consumentenkredieten te verstrekken, en ondernemingen die accreditief- en kredietkaarten uitgeven. De BVK verenigde 60 leden op 31 december 2011 (zie Appendix A); zij vertegenwoordigen ongeveer 95% van het consumentenkrediet en 90% van het hypothecair krediet verstrekt in België. Voor het uitvoeren van deze studie kon een beroep worden gedaan op de gegevens en de expertise van een stuurgroep bestaande uit 10 BVK-leden. Deze stuurgroep heeft in België op basis van de productiegegevens voor het jaar 2010 een marktaandeel van 70,62% inzake consumentenkredieten en 83,65% inzake hypothecaire kredieten. In de hierna volgende analyses werd vooreerst gebruik gemaakt van macro-economische gegevens over de periode (op kwartaalbasis, semesterbasis of jaarbasis), omdat dit de periode is waarvoor geaggregeerde gegevens inzake het consumentenkrediet en het hypothecair krediet beschikbaar zijn voor de Belgische markt. De gegevens inzake de productie en omloop van consumentenkredieten en hypothecaire kredieten werden bekomen via Belgostat (Nationale Bank van België) of via de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie. Voor bepaalde deelanalyses werd de studie noodgedwongen beperkt tot de periode , zoals telkens in de tekst wordt aangegeven. Om de analyses op micro-niveau uit te voeren, werd gebruik gemaakt van een door de leden van de stuurgroep aangeleverde databank met een aantal belangrijke parameters inzake de consumentenkredieten en de hypothecaire kredieten die zij in 2010 verstrekt hebben. N.B. : in het vervolg van de studie wordt voor de rapportering van cijfers steeds gebruik gemaakt van de Amerikaanse notatie (d.w.z. duizendtallen worden gescheiden met een komma; het punt wordt gebruikt om reële getallen weer te geven)

4 4 Executive summary De belangrijkste conclusies uit het gevoerde onderzoek zijn : De sector van het krediet aan particulieren heeft een substantiële impact op de Belgische economie. De sector van het consumentenkrediet leverde in 2010 een toegevoegde waarde van miljoen EUR en stelde 3,573 personen te werk. De sector van het hypothecair krediet leverde een toegevoegde waarde van miljoen EUR en stelde 2,094 personen te werk. Zo staan deze sectoren rechtstreeks in voor 0.37% van de toegevoegde waarde in ons land en 0.13% van de tewerkstelling. Het is noodzakelijk om op te merken dat deze tewerkstellingsgegevens een benedengrens vormen aangezien het aantal personeelsleden dat tewerkgesteld wordt in de bankkantoren (distributie van consumentenkredieten en hypothecaire kredieten) niet inbegrepen is in deze cijfers. De verstrekkers van consumentenkredieten hebben een substantiële impact op de Belgische economie. Ze helpen de huishoudens in belangrijke mate bij het financieren van hun consumptieve uitgaven. De sectoren die het meest beïnvloed worden door het consumentenkrediet zijn de auto-industrie, de meubelindustrie, de productie van huishoudtoestellen, en in mindere mate de kledingindustrie. In 2010 werd 10.97% van de consumptie-uitgaven van de gezinnen gefinancierd via het consumentenkrediet. De binnenlandse consumptie heeft een aandeel van 52.41% in het BBP van België, een aandeel dat zeer stabiel blijkt over de tijd heen. De mate van samenhang (correlatie) tussen de groei van de consumptie en de groei van het BBP is dan ook zeer hoog en bedraagt 91.48%. Consumentenkredieten hebben een procyclisch karakter, m.a.w. in tegenstelling tot wat soms verwacht wordt is het niet zo dat gezinnen (en kredietverschaffers) een daling in het beschikbaar inkomen compenseren door meer kredieten op te nemen (te verlenen). De groei van de consumentenkredieten blijkt immers op basis van semestriële data voor 65.64% gecorreleerd te zijn met de groei van het beschikbaar inkomen van de gezinnen. De verstrekkers van hypothecaire kredieten hebben een substantiële impact op de Belgische economie. Ze helpen de huishoudens in belangrijke mate bij het financieren van hun aankoop, bouw en verbouwing/renovatie van een woning. De sector die het meest beïnvloed wordt door het hypothecair krediet is dan ook logischerwijze de bouwsector. Naar schatting werden 73.54% van de nieuwbouw-woningen in 2010 (gedeeltelijk) via een hypothecair krediet gefinancierd. Het historisch gemiddelde over de periode bedraagt evenwel 59.74%. Verder is ook het belang van hypothecaire kredieten voor het financieren van een verbouwing/renovatie in de afgelopen vijftien jaar enorm toegenomen. De cijfers tonen aan dat renovatieprojecten goed waren voor 33.38% van de totale productie aan hypothecaire kredieten (aantallen) in

5 5 2010, t.o.v. slechts 11.28% in 1995! Wanneer de geproduceerde bedragen van de hypothecaire kredieten voor bouw en renovatie gerelateerd worden ten opzichte van de bruto investeringen in private woongebouwen wordt voor het jaar 2010 een percentage van 34.48% bekomen % van de uitgaven voor bouw en renovatie werden dus gefinancierd via het hypothecair krediet. Deze investeringen in private woningen hebben evenwel een (beperkter) aandeel van 5.65% in het BBP van België. In 2010 had de gemiddelde inwoner 1,858 EUR aan uitstaande consumentenkredieten en 14,963 EUR aan uitstaande hypothecaire kredieten. De totale uitstaande schuld per inwoner liep daarmee op tot 16,821 EUR. De uitstaande consumentenkredieten vertegenwoordigen 5.75% van het BBP, de uitstaande hypothecaire kredieten 46.29%. De multivariate regressiemodellen geven aan dat een toename in de kredietverlening (consumentenkredieten) ongeveer even belangrijk is als een toename in het beschikbaar inkomen van de gezinnen om de groei van de consumptie te verklaren! Zo doet een stijging van het beschikbaar inkomen met 1% in één semester de consumptie incrementeel stijgen met % in dat semester, terwijl een stijging van het kredietvolume (bedrag van de consumentenkredieten) met 1% in één semester de consumptie incrementeel doet stijgen met %. Wanneer naar de deelcomponenten van deze kredietverlening gekeken wordt, kan vastgesteld worden dat de leningen op afbetaling grotendeels verantwoordelijk zijn voor dit effect (parameterschatting van ). De parameterschatting voor de verkopen op afbetaling bedraagt , terwijl die voor de kredietopeningen bedraagt. De aangepaste R² van het model (een maatstaf voor de verklaringskracht van het model) bedraagt 48.33%. In 2010 bedroeg de groei van het BBP 2.46%; de groei van de portefeuille (omloop) consumentenkredieten bedroeg toen 2.55%. Naar schatting zou de groei van het BBP zo n 0.34% lager gelegen hebben (ofwel 2.12% bedragen hebben) indien de kredietverlening niet mee gevolgd zou zijn (d.w.z. groei consumentenkredieten in 2010 = 0%). Deelanalyses tonen aan dat dit effect vooral aangestuurd/veroorzaakt wordt door de extra leningen op afbetaling, die met 4.84% groeiden in Deze leningen op afbetaling zijn verantwoordelijk voor 0.27% van de 0.34% extra groei van het BBP. De kredietopeningen, die in 2010 aangroeiden met 5.99%, waren slechts verantwoordelijk voor 0.035% van de extra BBP groei in De multivariate regressiemodellen geven aan dat een toename in de kredietverlening (hypothecaire kredieten) belangrijk is om de groei inzake nieuwbouwprojecten (nieuw vergunde woningen) te verklaren, maar minder dan de groei van het beschikbaar inkomen. Zo doet een stijging van het beschikbaar inkomen met 1% in één semester het aantal nieuwbouwprojecten incrementeel stijgen met % in dat semester, terwijl een stijging van het kredietvolume (aantal leningen) met 1% in één semester het aantal nieuwbouw-woningen incrementeel doet stijgen met %. Een stijging van de geproduceerde bedragen met 1% heeft een effect van %. De aangepaste R² van het model bedraagt 32.25% wanneer de groei in hypothecaire kredieten wordt gemeten aan de hand van het aantal kredieten; wanneer

6 6 gewerkt wordt met de bedragen van de kredieten, bedraagt de aangepaste R² van het model 30.92%. In 2010 bedroeg de groei van het BBP 2.46%; de groei van de productie van hypothecaire kredieten voor bouw en renovatie bedroeg toen 19.84%; de geproduceerde bedragen groeiden met 13.94%. Naar schatting zou de groei van het BBP zo n 0.12% lager gelegen hebben (ofwel 2.34% bedragen hebben) indien de hypothecaire kredietverlening niet mee gevolgd zou zijn (d.w.z. groei hypothecaire kredieten voor bouw en renovatie in 2010 = 0%). De fiscale voordelen die de overheid toekent via de woonbonus hadden in 2010 een waarde van 1, EUR per nieuw verstrekt hypothecair krediet; dit bedrag komt nagenoeg overeen met het mediaan netto maandloon in België (1,740 EUR; Salarisenquête 2010). Voor hypothecaire kredieten ter financiering van de aankoop van een bestaande woning bedraagt de waarde van het fiscale voordeel gemiddeld 2, EUR, terwijl dit 2, EUR is voor hypothecaire kredieten ter financiering van een nieuwbouw en 1, EUR voor hypothecaire kredieten ter financiering van de renovatie van een bestaande woning. Voor alle in 2010 nieuw geproduceerde hypothecaire kredieten heeft de woonbonus een totale geschatte waarde van miljoen EUR. Dit bedrag komt overeen met % van het BBP tegen marktprijzen en met % van de consumptie door de particuliere sector. De voordelen die de overheid toekende via de groene lening met interestbonificatie hadden in 2010 een waarde van EUR per nieuw verstrekt consumentenkrediet met groen karakter en EUR per nieuw verstrekt groen hypothecair krediet. Voor alle in 2010 nieuw geproduceerde groene leningen heeft het door de overheid toegekende voordeel een totale geschatte waarde van miljoen EUR voor 32,740 nieuw verstrekte consumentenkredieten (geschat aantal kredieten) en miljoen EUR voor 34,405 nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (geschat aantal kredieten), hetzij een totaal van miljoen EUR. Voor de schatting van het fiscale voordeel verbonden met groene hypothecaire kredieten werd hierbij rekening gehouden met het feit dat kredietnemers in meer dan 99% van de gevallen geen gebruik zullen maken van de 40% belastingvermindering voor rentelasten, maar integendeel de rentelasten via de woonbonus zullen inbrengen, waar deze kunnen worden afgetrokken aan het marginaal belastingtarief. Het totale bedrag (23.35 miljoen EUR) komt overeen met % van het BBP tegen marktprijzen en met % van de consumptie door de particuliere sector.

7 7 Inhoudstafel Voorwoord... 3 Executive summary... 4 Inhoudstafel... 7 I. Aandeel van de sector in de toegevoegde waarde en de tewerkstelling... 8 Consumentenkredieten... 8 Hypothecaire kredieten... 9 II. Macro-economische impact van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet A. Overzicht van de economische sectoren in België Berekening Bruto Binnenlands Product (BBP) via de productie-optiek Berekening Bruto Binnenlands Product via de bestedingsmethode Berekening Bruto Binnenlands Product via de inkomensmethode B. Overzicht van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet in België Consumentenkredieten Hypothecaire kredieten C. Schatten van de incrementele effecten Consumentenkredieten Hypothecaire kredieten III. Afschaffen van fiscale voordelen Woonbonus Principe van de woonbonus Steekproef met hypothecaire kredieten Bepalen van het marginale belastingtarief Totale waarde van de woonbonus Groen krediet met interestbonificatie Appendix A: Ledenlijst BVK Appendix B: Huishoudbudgetonderzoek Appendix C: Regressieresultaten zonder beschikbaar inkomen als controlevariabele

8 8 I. Aandeel van de sector in de toegevoegde waarde en de tewerkstelling Op basis van de door de leden van de stuurgroep aangeleverde gegevens werd voor de marktsegmenten consumentenkredieten en hypothecaire kredieten een schatting gemaakt van de toegevoegde waarde t.a.v. de productie (%), de productie per werknemer (EUR), de omloop per werknemer (EUR), en de personeelskost per werknemer (EUR). Onder personeelslid/werknemer dient begrepen te worden: de werknemers die tewerkgesteld zijn op het hoofdkantoor. De personeelsleden die in de distributiekanalen van de banken (een deel van hun) tijd spenderen aan de verkoop van de corresponderende kredieten zijn hier dus niet in begrepen. Het is immers onmogelijk gebleken om deze laatste cijfers voor voldoende spelers op een voldoende betrouwbare manier te gaan bepalen. Derhalve vormen de hierna gerapporteerde personeelsgegevens een benedengrens voor de werkelijke tewerkstelling in de sector van het krediet aan particulieren. Consumentenkredieten Gegeven dat voor het marktsegment van de consumentenkredieten grote verschillen werden vastgesteld tussen de banken enerzijds en de niet-bancaire kredietverschaffers anderzijds inzake marges, productie, omloop, en personeelskosten, werden afzonderlijke analyses gemaakt voor deze twee types van marktspelers. Banken Marktaandeel van 61.22% Andere kredietgevers Marktaandeel van 38.78% Gemiddeld Gew.gemid Mediaan Gemiddeld Gew.gemid Mediaan % Toegevoegde waarde t.a.v. productie 4.46% 4.72% 4.41% 18.26% 19.20% 19.49% Productie per werknemer 5,995,000 EUR 7,862,000 EUR 5,134,000 EUR 2,058,000 EUR 2,701,000 EUR 1,176,000 EUR Omloop per werknemer 11,266,700 EUR 14,835,000 EUR 13,849,500 EUR 4,393,900 EUR 5,715,000 EUR 2,388,300 EUR Personeelskost per werknemer 67,555 EUR 71,586 EUR 69,801 EUR 57,872 EUR 58,306 EUR 60,570 EUR Op basis van bovenstaande informatie en gegeven de productie van consumentenkredieten in 2010 ten bedrage van 9,482,973,474 EUR, wordt op basis van een gewogen gemiddelde berekening de

9 9 toegevoegde waarde van de sector van het consumentenkrediet voor de ganse Belgische markt geschat op 980,217,200 EUR. Tevens wordt de tewerkstelling in de sector van het consumentenkrediet geschat op 3,573 personen (benedengrens), waarvan 967 bij de banken en 2,606 bij de niet-bancaire kredietgevers. Hypothecaire kredieten Gemiddeld Gew.gemid Mediaan % Toegevoegde waarde t.a.v. productie 0.93% 0.66% 0.64% Productie per werknemer 14,467,300 EUR 16,505,000 EUR 12,448,100 EUR Omloop per werknemer 52,201,500 EUR 67,750,000 EUR 45,546,800 EUR Personeelskost per werknemer 110,540,500 EUR 93,613,000 EUR 89,652,600 EUR Op basis van bovenstaande informatie en gegeven de productie van hypothecaire kredieten in 2010 ten bedrage van 26,768,000,000 EUR, wordt op basis van een gewogen gemiddelde berekening de toegevoegde waarde van de sector van het hypothecair krediet voor de ganse Belgische markt geschat op 176,459,200 EUR. Tevens wordt de tewerkstelling in de sector van het hypothecair krediet geschat op 2,094 personen (benedengrens). De sector van het krediet aan particulieren heeft dus een substantiële impact op de Belgische economie. Zo staat deze sector rechtstreeks/direct in voor 0.37% van de toegevoegde waarde in ons land en minimaal 0.13% van de tewerkstelling, rekening houdende met een binnenlandse werkgelegenheid van 4,468,000 FTE in 2010 (bron: Belgostat, NBB).

10 10 II. Macro-economische impact van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet De gegevensbron voor de overzichten en analyses in dit deel van de studie is Belgostat ( tenzij anders vermeld. A. Overzicht van de economische sectoren in België Berekening Bruto Binnenlands Product (BBP) via de productie-optiek Volgens de productie-optiek kan het BBP (tegen marktprijzen) berekend worden als de som van de toegevoegde waarden gerealiseerd in alle sectoren plus de productgebonden belastingen minus de productgebonden subsidies. De toegevoegde waarde zelf wordt berekend als het verschil tussen de waarde van de output (tegen basisprijzen) en het intermediair verbruik van goederen (tegen aankoopprijzen). Op basis van de cijfers die beschikbaar zijn via Belgostat (NBB) kon de toegevoegde waarde van de bedrijfstakken/sectoren in België over de periode worden berekend. Zo kon vervolgens het relatieve aandeel van elk van deze bedrijfstakken worden bepaald. Voor deze sectoren konden ook de gegevens inzake de verdeling van de tewerkstelling en de verloning van de werknemers worden berekend, in absolute en in relatieve aantallen. De conclusie uit al deze tabellen (Tabellen 1 6) is dat het belang van de sector financiële diensten, onroerende goederen en diensten aan bedrijven substantieel gestegen is over de periode In 2010 vertegenwoordigde deze bedrijfstak zelfs 30.30% van de toegevoegde waarde, 17.14% van de tewerkstelling en 18.18% van de verloning in België. Bovendien is de kloof tussen toegevoegde waarde en tewerkstelling nergens zo groot als voor deze sector, waaruit besloten kan worden dat de arbeidsproductiviteit er erg hoog ligt! In dezelfde periode is het belang van de nijverheid voor de Belgische economie substantieel gedaald, van 22.56% van de toegevoegde waarde in 1994 tot 16.55% van de toegevoegde waarde in Het belang van de landbouw was al niet erg groot in 1994 (1.82%), maar is nadien nog verder afgenomen (0.70% in 2010). De bedrijfstakken bouw, handel en vervoer en onderwijs hebben hun relatief belang min of meer weten te behouden.

11 11 Tabel 1 - Verdeling van de toegevoegde waarde per bedrijfstak (absolute cijfers; miljoenen EUR) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, OG en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs diensten: andere Totale toegevoegde waarde productgebonden belastingen min subsidies jaar ,205 52,062 16,758 68,541 95,300 45,408 34, ,505 38, , ,046 49,510 16,358 65,784 92,667 44,407 32, ,366 35, , ,074 54,623 16,917 70,108 90,938 42,859 30, ,338 36, , ,638 55,271 15,625 68,345 87,353 40,472 28, ,454 36, , ,561 53,699 14,420 64,720 81,754 38,929 27, ,282 34, , ,240 51,940 13,027 62,548 76,719 37,359 26, ,839 33, , ,879 51,153 12,521 59,563 72,754 35,510 24, ,159 31, , ,763 49,183 11,949 56,086 68,929 34,524 23, ,909 28, , ,820 49,703 11,450 52,819 67,424 33,231 22, ,760 28, , ,059 49,212 11,421 50,328 65,421 31,311 21, ,193 27, , ,097 49,530 11,154 47,684 62,453 30,032 20, ,468 27, , ,744 46,904 10,658 46,114 57,645 28,919 19, ,467 26, , ,994 47,189 9,907 44,482 55,050 27,720 17, ,316 24, , ,091 46,492 9,721 42,396 51,912 26,954 17, ,755 23, , ,932 43,987 9,276 40,876 49,680 26,101 16, ,497 21, , ,837 43,532 9,596 41,297 47,825 25,614 16, ,060 20, , ,327 41,179 9,396 37,998 46,820 26,912 16, ,531 12, ,040 BBPm

12 12 Tabel 2 - Verdeling van de toegevoegde waarde per bedrijfstak (procentuele cijfers) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, onroerende goederen en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs jaar % 16.55% 5.33% 21.79% 30.30% 14.44% 10.88% % 16.32% 5.39% 21.68% 30.55% 14.64% 10.74% % 17.72% 5.49% 22.74% 29.49% 13.90% 10.00% % 18.52% 5.24% 22.90% 29.27% 13.56% 9.63% % 18.96% 5.09% 22.85% 28.86% 13.74% 9.60% % 19.25% 4.83% 23.18% 28.43% 13.84% 9.64% % 19.74% 4.83% 22.98% 28.07% 13.70% 9.56% % 19.92% 4.84% 22.72% 27.92% 13.98% 9.51% % 20.73% 4.78% 22.03% 28.12% 13.86% 9.31% % 21.19% 4.92% 21.68% 28.18% 13.48% 9.23% % 22.07% 4.97% 21.24% 27.82% 13.38% 9.14% % 22.08% 5.02% 21.70% 27.13% 13.61% 9.17% % 22.98% 4.83% 21.67% 26.81% 13.50% 8.75% % 23.51% 4.92% 21.44% 26.25% 13.63% 8.69% % 23.21% 4.90% 21.57% 26.22% 13.77% 8.78% % 23.27% 5.13% 22.08% 25.57% 13.69% 8.75% % 22.56% 5.15% 20.82% 25.65% 14.74% 9.26% Gemiddeld 1.17% 20.50% 5.04% 22.06% 27.92% 13.85% 9.45% Std.dev 0.35% 2.37% 0.22% 0.70% 1.51% 0.40% 0.63% diensten: andere

13 13 Tabel 3 - Verdeling van de tewerkstelling (miljoenen manuren) per bedrijfstak (absolute cijfers; miljoenen EUR) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, onroerende goederen en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs diensten: andere Totale verloning werknemers jaar

14 14 Tabel 4 - Verdeling van de tewerkstelling (miljoenen manuren) per bedrijfstak (procentuele cijfers) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, onroerende goederen en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs jaar % 15.67% 5.51% 24.06% 17.14% 21.30% 15.52% % 16.05% 5.62% 24.20% 16.85% 21.39% 15.12% % 17.09% 5.66% 24.09% 17.26% 20.72% 14.46% % 17.50% 5.60% 24.07% 16.92% 20.79% 14.40% % 18.00% 5.49% 24.05% 16.30% 20.96% 14.50% % 18.32% 5.31% 24.08% 15.87% 21.12% 14.60% % 18.84% 5.40% 24.21% 15.46% 20.94% 14.46% % 19.37% 5.44% 24.42% 15.08% 20.72% 14.32% % 20.04% 5.50% 24.29% 15.17% 20.49% 13.88% % 20.79% 5.72% 24.22% 15.25% 20.08% 13.35% % 21.06% 5.79% 24.07% 15.12% 20.14% 13.23% % 21.46% 5.77% 24.14% 14.51% 20.40% 13.16% % 22.15% 5.60% 24.10% 13.95% 20.62% 13.04% % 22.53% 5.70% 24.21% 13.10% 20.82% 13.11% % 23.04% 5.71% 24.14% 12.52% 21.14% 12.94% % 23.40% 5.95% 24.13% 12.05% 21.23% 12.73% Gemiddeld 0.64% 19.71% 5.61% 24.16% 15.16% 20.80% 13.93% Std.dev 0.09% 2.48% 0.16% 0.10% 1.61% 0.39% 0.85% diensten: andere

15 15 Tabel 5 - Verdeling van de verloning van werknemers per bedrijfstak (absolute cijfers; miljoenen EUR) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, onroerende goederen en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs diensten: andere Totale verloning werknemers jaar ,908 8,906 40,897 33,165 42,015 23, , ,716 8,865 40,504 32,619 41,176 22, , ,084 8,830 39,658 32,637 39,639 21, , ,297 8,281 37,493 30,684 37,404 20, , ,146 7,787 35,607 28,265 36,020 19, , ,261 7,248 33,983 26,418 34,691 18, , ,175 7,133 33,112 25,227 32,926 17, , ,840 6,926 32,238 24,334 32,019 16, , ,177 6,850 31,448 24,291 30,767 15, , ,967 6,788 29,878 23,909 28,912 14, , ,755 6,551 28,112 22,226 27,688 13, , ,266 6,236 26,891 20,281 26,711 12, , ,582 5,734 25,427 18,635 25,555 12, , ,222 5,654 24,510 17,454 24,824 11, , ,379 5,511 23,627 16,322 23,986 11, , ,020 5,685 23,371 15,736 23,533 10, ,418

16 16 Tabel 6 - Verdeling van de verloning van werknemers per bedrijfstak (procentuele cijfers) landbouw nijverheid bouw diensten: handel en vervoer diensten: financieel, onroerende goederen en diensten aan bedrijven diensten: overheid en onderwijs jaar % 18.04% 4.88% 22.42% 18.18% 23.03% 13.07% % 18.25% 4.94% 22.59% 18.19% 22.97% 12.67% % 19.25% 4.99% 22.40% 18.44% 22.39% 12.17% % 19.84% 4.93% 22.34% 18.28% 22.29% 11.94% % 20.16% 4.88% 22.33% 17.72% 22.59% 11.97% % 20.52% 4.76% 22.31% 17.34% 22.77% 11.96% % 21.16% 4.84% 22.47% 17.12% 22.35% 11.71% % 21.50% 4.83% 22.48% 16.97% 22.32% 11.56% % 22.14% 4.86% 22.33% 17.25% 21.85% 11.25% % 22.83% 5.01% 22.03% 17.63% 21.32% 10.87% % 23.17% 5.10% 21.89% 17.30% 21.56% 10.67% % 23.85% 5.08% 21.91% 16.53% 21.76% 10.54% % 24.52% 4.92% 21.81% 15.98% 21.92% 10.54% % 25.05% 5.02% 21.76% 15.49% 22.04% 10.33% % 25.29% 5.09% 21.83% 15.08% 22.16% 10.24% % 25.39% 5.34% 21.96% 14.79% 22.11% 10.10% Gemiddeld 0.34% 21.93% 4.97% 22.18% 17.02% 22.21% 11.35% Std.dev 0.03% 2.48% 0.14% 0.28% 1.15% 0.48% 0.91% diensten: andere

17 17 Volgens de bestedingsmethode kan het BBP (tegen marktprijzen) berekend worden als de som van de consumptie door de particuliere sector (C), de investeringen door de particuliere sector (I), de overheidsbestedingen (G), en de netto-uitvoer (E Z). Op basis van de cijfers die beschikbaar zijn via Belgostat (NBB) kon de verdeling van het BBP over deze bestedingscategorieën worden bepaald voor de periode Zo kon vervolgens het relatieve aandeel van elk van deze bestedingscategorieën worden berekend. De conclusie uit de Tabellen 7 en 8 is dat het relatieve belang van de consumptie door de particuliere sector (C), de investeringen door de particuliere sector (I), en de overheidsbestedingen (G) redelijk stabiel gebleven is over de tijd heen, gegeven de lage waarde van de standaarddeviatie voor deze categorieën. Ook de netto-uitvoer bleef redelijk stabiel, maar er zijn wel grote schommelingen in de deelcomponenten uitvoer (E) en invoer (Z); deze lijken samen te bewegen met de algemeen macro-economische condities (conjunctuurcycli). In 2010 vertegenwoordigde het aandeel van de consumptie door de particuliere sector (C) zo n 52.41% van het BBP, waarmee het de belangrijkste bestedingscategorie voor de Belgische economie is! De investeringen door de particuliere sector vertegenwoordigden 18.49% van het BBP. Deze investeringen omvatten alle kapitaalgoederen die in de loop van het jaar werden geproduceerd; naast de investeringen in private woongebouwen omvatten ze dus ook de investeringen in industriële gebouwen en industriële uitrusting en de aangroei van de voorraden. De investeringen in private woongebouwen hadden in 2010 een aandeel van 5.65% (= 18.49% * 30.55%) in het BBP van België. Tabel 7 - Verdeling van de bestedingscategorieën (absolute cijfers; miljoenen EUR) jaar C I G E Z E Z BBPm ,974 65,244 91,532 11, , , , ,788 62,426 89,657 9, , , , ,121 77,277 85,645 2, , , , ,965 71,027 80,188 12, , , , ,331 65,946 76,720 12, , , , ,752 61,014 74,145 11, , , , ,109 55,824 70,579 14, , , , ,383 48,681 67,728 14, , , , ,345 46,735 64,751 15, , , , ,912 50,265 60,793 9, , , , ,390 51,798 58,633 7, , , , ,576 46,235 55,817 9, , , , ,626 44,701 52,619 8, , , , ,356 42,437 51,067 8, , , , ,250 39,578 49,918 6, , , , ,245 38,843 48,387 8, , , , ,248 35,764 45,167 7, , , ,039

18 18 Tabel 8 - Verdeling van de bestedingscategorieën (procentuele cijfers) jaar C I G E Z E Z BBPm % 18.49% 25.93% 3.17% 81.37% 78.19% % % 18.41% 26.43% 2.74% 72.96% 70.22% % % 22.40% 24.82% 0.86% 85.69% 84.83% % % 21.20% 23.93% 3.85% 83.39% 79.54% % % 20.73% 24.11% 3.82% 82.32% 78.50% % % 20.15% 24.48% 3.94% 80.19% 76.25% % % 19.19% 24.27% 4.92% 76.71% 71.79% % % 17.66% 24.56% 5.41% 74.42% 69.01% % % 17.42% 24.14% 5.75% 76.96% 71.21% % % 19.37% 23.43% 3.65% 77.96% 74.31% % % 20.54% 23.25% 2.93% 78.24% 75.31% % % 19.38% 23.40% 4.17% 70.05% 65.88% % % 19.46% 22.91% 3.81% 69.79% 65.99% % % 19.18% 23.09% 3.77% 69.88% 66.11% % % 18.72% 23.61% 3.15% 65.71% 62.56% % % 18.71% 23.30% 3.94% 65.44% 61.51% % % 18.34% 23.16% 4.03% 67.13% 63.10% % Gemiddeld 52.82% 19.37% 24.05% 3.76% 75.19% 71.43% Std.dev 1.13% 1.29% 0.99% 1.10% 6.39% 6.76% Tabel 9 geeft een overzicht van de verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen (C) over een aantal belangrijke productcategorieën; deze data zijn evenwel slechts beschikbaar voor de periode De categorieën zelf worden bepaald door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie (zie ook Appendix B voor een detail overzicht van deze bestedingscategorieën voor het laatst beschikbare jaar (2009); de tabel rapporteert het percentage gezinnen dat de uitgave deed en het gemiddelde gespendeerde bedrag indien men de uitgave deed). Voor uitgebreidere informatie over de resultaten en de methodologie van het onderzoek verwijzen we naar : De conclusie uit Tabel 9 is ook hier dat de stabiliteit inzake consumptieve bestedingen erg groot is in België. In 2009 ging 17.36% van het gezinsbudget naar voeding, dranken en tabak, waarmee dit de tweede belangrijkste bestedingscategorie was na de woning (23.89%; voor brutohuur en verwarming, verlichting en water). Vervoer (aankoop en verbruiksuitgaven van voertuigen, vervoersdiensten) was goed voor 11.65% van het gezinsbudget, terwijl meubelen en huishoudtoestellen zo n 5.77% van het gezinsbudget vertegenwoordigden. Kleding en schoeisel waren goed voor 4.56% van het gezinsbudget.

19 19 Tabel 9 - Verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen (procentuele cijfers) voeding, dranken en tabak kleding en schoeisel woonadres of tweede woning meubelen, huishoudtoestellen gezondheid vervoer communicatie cultuur en ontspanning onderwijs andere goederen en diensten jaar % 4.56% 23.89% 5.77% 5.72% 11.65% 2.40% 9.70% 0.51% 18.44% % 4.89% 23.86% 5.72% 5.38% 12.14% 2.30% 9.65% 0.49% 18.89% % 4.97% 22.95% 5.79% 5.51% 12.06% 2.51% 9.72% 0.50% 19.52% % 4.87% 23.67% 5.74% 5.41% 12.21% 2.61% 9.53% 0.51% 18.84% % 4.98% 23.73% 5.84% 5.25% 11.94% 2.86% 9.52% 0.53% 18.17% % 4.96% 23.71% 5.92% 5.26% 11.95% 2.90% 9.48% 0.54% 17.70% % 4.98% 23.88% 6.01% 5.41% 11.72% 2.88% 9.15% 0.56% 17.63% % 5.03% 23.62% 6.13% 5.38% 11.98% 2.68% 9.09% 0.55% 18.24% % 4.99% 23.70% 6.34% 4.95% 11.91% 2.45% 9.71% 0.52% 18.59% % 5.14% 23.42% 6.53% 5.20% 12.44% 2.32% 9.50% 0.51% 18.34% Gemiddeld 17.04% 4.94% 23.64% 5.98% 5.35% 12.00% 2.59% 9.51% 0.52% 18.43% Std.dev 0.46% 0.15% 0.28% 0.27% 0.20% 0.23% 0.23% 0.22% 0.02% 0.56% Tabel 10 geeft een overzicht van de verdeling van de investeringsuitgaven door de particuliere sector (I) over drie belangrijke categorieën, met name de investeringen in industriële gebouwen en uitrusting, de investeringen in private woongebouwen en de aangroei van de voorraden. De conclusie uit de tabel is dat de industriële investeringen de belangrijkste categorie van de private investeringen vormen, goed voor gemiddeld 69.02% van de totale investeringen door de particuliere sector (70.03% in 2010). De investeringen in private woongebouwen vertegenwoordigen gemiddeld genomen 27.81% van de totale investeringen door de particuliere sector (30.55% in 2010). Deze percentages schommelen wel wat over de tijd heen (in sterkere mate dan bij de consumptie), voor een groot deel geïnduceerd door wijzigingen in de voorraadvorming (gemiddeld 3.18% van de totale investeringen over de periode ).

20 20 Tabel 10 - Verdeling van de investeringsuitgaven van de particuliere sector (procentuele cijfers) jaar Industriële gebouwen en uitrusting Private woongebouwen Aangroei van de voorraden % 30.55% -0.57% % 32.52% -5.60% % 27.92% 7.66% % 29.06% 5.25% % 28.97% 6.93% % 27.83% 6.06% % 26.16% 5.14% % 26.39% 2.68% % 25.91% 0.13% % 24.95% 1.35% % 24.20% 6.77% % 26.62% 3.05% % 26.21% 2.66% % 28.54% 2.21% % 28.12% 2.20% % 30.68% 3.64% % 28.10% 4.45% Gemiddeld 69.02% 27.81% 3.18% Std.dev 3.09% 2.17% 3.27% Volgens de inkomensmethode kan het BBP (tegen marktprijzen) berekend worden als de som van het beschikbaar inkomen van de gezinnen, de ingehouden winsten van de bedrijven en de directe belastingen betaald door de gezinnen en de bedrijven. Enkel het beschikbaar inkomen van de gezinnen kon gemakkelijk bepaald worden op basis van de bij Belgostat aanwezige data. Deze gegevens waren evenwel slechts in de databank aanwezig voor de periode (weliswaar op maandelijkse basis). Het beschikbaar inkomen van de gezinnen wordt gedefinieerd als de lonen (na belastingen) ontvangen door de werknemers, het netto inkomen uit vermogen en overige inkomensoverdrachten, inclusief de netto transfers (= sociale uitkeringen sociale premies). Verder kon voor de periode ook worden nagegaan hoeveel % van het beschikbaar inkomen door de gezinnen werd geconsumeerd versus gespaard. De conclusie uit Tabel 11 is dat het beschikbaar inkomen in 2010 zo n 63.06% van het BBP tegen marktprijzen vertegenwoordigde. Het percentage van het beschikbaar inkomen dat geconsumeerd ( uitgegeven ) werd is redelijk stabiel gebleven over de periode In 2010 bedroeg dit 83.10% van het beschikbaar inkomen (gemiddeld 83.26% over de periode ).

21 21 Tabel 11 - Verdeling van het beschikbaar inkomen van de gezinnen (absolute en procentuele cijfers) Beschikbaar Consumptieve bestedingen Besparingen jaar inkomen Absoluut Procentueel Absoluut Procentueel , , % 37, % , , % 39, % , , % 36, % , , % 33, % , , % 30, % , , % 27, % , , % 27, % , , % 28, % , , % 29, % , , % 30, % , , % 26, % , , % 26, % Gemiddeld 83.26% 16.74% Std.dev 0.98% 0.98% In Tabel 12 wordt tot slot de evolutie weergegeven van het BBP per hoofd van de bevolking alsook de consumptie per hoofd van de bevolking. Zowel de werkelijke (= nominale) cijfers alsook de cijfers gecorrigeerd voor inflatie (= reële cijfers) worden gerapporteerd. De belangrijkste conclusie uit de tabel is dat de gemiddelde inwoner een continue stijging van zijn/haar welvaart heeft gerealiseerd over de periode ; in 2009 is deze groei evenwel stilgevallen en is de gemiddelde inwoner er in nominale en reële termen zelfs op achteruit gegaan (daling van het BBP per capita)! 2010 wordt gekenmerkt door een licht herstel. Eenzelfde beeld doet zich voor bij de nominale en reële consumptie per capita, zij het ietwat minder uitgesproken. Figuren 1 en 2 geven deze evolutie visueel weer.

22 22 Tabel 12 - Evolutie van het nominale (reële) BBP per capita en de nominale (reële) consumptie per capita jaar Nom. BBP/capita Reële BBP/capita Nom. Cons/capita Reële Cons/capita , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,487.4 Figuur 1 - Evolutie van het nominale en reële BBP per capita ,000 30,000 25,000 20,000 15,000 10,000 5, Nominale BBP/capita Reële BBP/capita

23 23 Figuur 2 - Evolutie van de nominale en reële consumptie per capita ,000 16,000 14,000 12,000 10,000 8,000 6,000 4,000 2,000 0 Nominale consumptie/capita Reële consumptie/capita Tabel 13 geeft weer dat over de periode het BBP groeide met 3.35% op jaarbasis, met een uitschieter in 2008 (5.33%) en een dip in 2009 (-0.72%). Het beschikbaar inkomen van de gezinnen groeide met gemiddeld 3.39% over de periode De consumptieve uitgaven van de gezinnen groeiden met gemiddeld 3.45% op jaarbasis, met uitschieters vergelijkbaar als voor het BBP. Deze tabel illustreert dus opnieuw het enorme belang van de binnenlandse consumptie voor de Belgische economie. Alle groeicijfers liggen ook boven de gemiddelde inflatie van 2.14%. In de periode groeide de consumptie sneller dan het beschikbaar inkomen; in de periode was dit omgekeerd. In 2010 volgt opnieuw een kentering, waarbij de consumptie (3.96%) substantieel sneller groeide dan het beschikbaar inkomen (2.25%)!

24 24 Tabel 13 - Groei BBP, groei beschikbaar inkomen, groei consumptieve bestedingen, en inflatie jaar Groei van het BBP Groei van het beschikbaar inkomen (Yb) Groei van de consumptieve uitgaven (C) Inflatie % 2.25% 3.96% 2.30% % 0.88% -0.75% 0.00% % 5.35% 4.66% 4.50% % 5.17% 4.57% 1.80% % 5.59% 4.75% 2.30% % 3.48% 3.69% 2.50% % 2.29% 3.89% 1.90% % 1.35% 2.13% 1.50% % 1.18% 1.74% 1.60% % 4.69% 3.31% 2.40% % 5.10% 5.99% 2.70% Gemiddeld % 3.39% 3.45% 2.14% Gemiddeld % 3.02% 3.46% 2.10% Gemiddeld % 3.85% 3.44% 2.18% In een volgende stap wordt nagegaan in welke mate de economische groei (= groei van het BBPm), de groei van het beschikbaar inkomen van de gezinnen en de groei van de consumptieve bestedingen van de gezinnen met elkaar gecorreleerd zijn, d.w.z. samen bewegen. Een correlatiecoëfficiënt van 0% betekent dat twee variabelen niet met elkaar samen hangen, d.w.z. onafhankelijk zijn van elkaar. De maximale correlatiecoëfficiënt bedraagt 100%, wat betekent dat twee variabelen perfect met elkaar samen bewegen. Tabel 14 toont de enorm sterke samenhang tussen deze drie variabelen. De corresponderende correlatiecoëfficiënten zijn steeds hoger dan 90% en zijn significant verschillend van nul (p-waarde telkens kleiner dan 1%). 1 Uit deze erg lage p-waarden blijkt dat met meer dan 99% betrouwbaarheid gesteld kan worden dat er een effectieve (sterke) samenhang bestaat tussen deze variabelen. Zo bedraagt de mate van samenhang tussen de groei van het BBP en de groei van de consumptieve uitgaven van de gezinnen 91.48% over de periode Verder toont Tabel 14 aan dat deze (nominale) jaarlijkse groeivoeten ook erg sterk correleren met de jaarlijkse inflatie. 1 De p-waarde geeft een indicatie voor de betrouwbaarheid waarmee de nulhypothese dat er geen verband bestaat tussen de twee variabelen kan worden verworpen. Gegeven de steekproefgrootte wordt 0.10 (ofwel 10%) als afkapgrens gebruikt, wat betekent dat de nulhypothese dat er geen verband bestaat tussen twee variabelen met meer dan 90% betrouwbaarheid kan worden verworpen.

25 25 Tabel 14 - Correlatie tussen groei BBP, groei beschikbaar inkomen, groei consumptieve bestedingen, en inflatie gedurende (met vermelding van de p-waarde tussen haakjes) Groei van het BBP Groei van het BBP (0.0001) Groei v/h beschikbaar inkomen (Yb) (0.0001) Groei consumptieve uitgaven (C) (0.0001) Inflatie (i) (0.0047) Groei van het beschikbaar inkomen (Yb) (0.0001) (0.0001) (0.0029) (0.0201) Groei van de consumptieve uitgaven (C) (0.0001) (0.0029) (0.0001) (0.0074) Inflatie (0.0047) (0.0201) (0.0074) (0.0001) In Figuur 3 worden deze groeicijfers geplot uitgezet over de tijd heen. Een bijkomend inzicht uit de grafiek is dat in perioden van hoogconjunctuur de Belgische economie sneller groeit dan de inflatie; de enige uitzondering vormt het jaar 2008, waar de inflatie piekte. In perioden van laagconjunctuur lijkt de groei van het BBP, het beschikbaar inkomen en de consumptieve uitgaven gewoon de inflatie te volgen. Figuur 3 - Correlatie tussen groei BBP, groei beschikbaar inkomen, groei consumptieve bestedingen, en inflatie 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% -1% -2% groei van het BBPm groei van de consumptieve uitgaven (C) groei van beschikbaar inkomen (Yb) inflatie

26 26 Gegeven de rol van inflatie werd ook nagegaan wat de correlatie is tussen de reële groei van het BBP, de reële groei van het beschikbaar inkomen en de reële groei van de consumptieve uitgaven. Tabel 15 en Figuur 4 geven aan dat de bovenstaande conclusies op basis van nominale cijfers robuust zijn. Tabel 15 - Correlatie tussen reële groei BBP, reële groei beschikbaar inkomen, reële groei consumptieve bestedingen gedurende (met vermelding van de p-waarde tussen haakjes) Groei van het BBP Groei van het BBP (0.0001) Groei v/h beschikbaar inkomen (Yb) (0.0051) Groei consumptieve uitgaven (C) (0.0001) Groei van het beschikbaar inkomen (Yb) (0.0051) (0.0001) (0.0349) Groei van de consumptieve uitgaven (C) (0.0001) (0.0349) (0.0001) Figuur 4 - Correlatie tussen reële groei van het BBP, reële groei beschikbaar inkomen, en reële groei consumptieve bestedingen 4.00% 3.50% 3.00% 2.50% 2.00% 1.50% 1.00% 0.50% 0.00% -0.50% -1.00% reële groei van het BBPm reële groei van de consumptieve uitgaven (C) reële groei van beschikbaar inkomen (Yb)

27 27 B. Overzicht van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet in België De gegevensbron voor de overzichten en de analyses in dit deel van de studie is: De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie voor de consumentenkredieten. Belgostat (NBB) voor de hypothecaire kredieten. Inzake consumentenkrediet kan een onderscheid gemaakt worden tussen de volgende belangrijke producten (cfr. Art. 1, 9 tot 12, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet): Lening op afbetaling: elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij geld of een ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van een consument, die er zich toe verbindt om de lening terug te betalen door periodieke stortingen. Verkoop op afbetaling: elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, welke normaal leidt tot de verkrijging van lichamelijke roerende goederen of de levering van diensten, verkocht door de kredietverschaffer of de kredietbemiddelaar, en waarvan de prijs betaald wordt in ten minste drie betalingen, door middel van periodieke stortingen. Financieringshuur: elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij de ene partij zich ertoe verbindt de andere het genot van een lichamelijke roerend goed te verschaffen tegen een bepaalde prijs, die de laatstgenoemde zich verbindt periodiek te betalen en waarin, eveneens expliciet of stilzwijgend, een koopaanbod is vervat. Kredietopening: elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij koopkracht, geld of gelijk welk ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de consument, die ervan gebruik kan maken door één of meerdere kredietopeningen te verrichten onder meer met behulp van een betaal- of legitimatiekaart of op een andere wijze, en die zich er toe verbindt terug te betalen volgens de overeengekomen voorwaarden. De maximumlooptijd van een consumentenkrediet is afhankelijk van het ontleende bedrag, bijvoorbeeld voor een lening op afbetaling (cfr. Art. 8 van het KB van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet): van 5,600 EUR tot 7,500 EUR: max. 42 maanden (3.5 jaar) van 7,500 EUR tot 10,000 EUR: max. 48 maanden (4 jaar) van 10,000 EUR tot 15,000 EUR: max. 60 maanden (5 jaar) van 15,000 EUR tot 20,000 EUR: max. 84 maanden (7 jaar) van 20,000 EUR tot 37,000 EUR: max. 120 maanden (10 jaar) meer dan 37,000 EUR: max. 240 maanden (20 jaar)

28 28 Tabel 16 geeft aan dat de productie van nieuwe consumentenkredieten (aantallen) sterk variërend is over de tijd heen, met uitschieters naar boven in 1999 en en dieptepunten in , en Het is dus zeker niet zo dat er over de tijd heen een constante stijging is in de productie van nieuwe consumentenkredieten (dit in tegenstelling tot de productie van nieuwe hypothecaire kredieten; zie verder). Tabel 16 toont wél een opvallende terugval in het aantal financieringshuurcontracten vanaf 2001 (veroorzaakt door het feit dat één enkele speler met een zeer groot marktaandeel zich uit deze markt heeft teruggetrokken; bron: ADSEI). Wanneer het aantal kredietopeningen in 2010 wordt vergeleken met dat in 1994, blijkt dat er een belangrijke groei was, die zich eigenlijk vooral heeft voorgedaan rond de eeuwwisseling (met een piek in 2002); sedertdien schommelt het aantal jaarlijkse kredietopeningen in vergelijkbare mate als de productie van nieuwe leningen op afbetaling (LOA) en verkopen op afbetaling (VOA). Bovendien blijkt uit Tabel 17 dat het relatief aandeel van de leningen op afbetaling maar ook de verkopen op afbetaling dalende is over de periode (wat zich opnieuw vooral gemanifesteerd heeft tijdens de periode ), met een kentering in het jaar Het omgekeerde doet zich voor bij de kredietopeningen. Wanneer de kredietopeningen buiten beschouwing worden gelaten (Tabel 18), dan blijkt tot slot dat de leningen op afbetaling ietwat aan marktaandeel gewonnen hebben ten koste van de verkopen op afbetaling. Tabel 16 - Aantallen consumentenkredieten in productie (absolute cijfers) jaar Leningen op afbetaling Verkopen op afbetaling Financieringshuur Kredietopeningen Totaal zonder kredietopeningen Totaal met kredietopeningen , , , ,404 1,280, , , , ,237 1,282, , , , ,774 1,443, , , , ,919 1,460, , , , ,168 1,414, , , , ,850 1,388, , , , ,330 1,225, , , , ,865 1,245, , , , ,508 1,373, , , , ,380 1,322, , ,353 32, , ,852 1,346, , ,577 66, ,312 1,007,138 1,428, , ,206 64, ,218 1,007,907 1,396, , ,068 52, , ,016 1,301, , ,689 36, , ,988 1,221, , ,557 34, , ,694 1,262, , ,079 51, ,965 1,057,224 1,311,189

29 29 Tabel 17 - Aantallen consumentenkredieten in productie (procentuele cijfers), kredietopeningen inclusief jaar Leningen op afbetaling Verkopen op afbetaling % 24.57% 0.05% 37.90% % 26.63% 0.03% 36.26% % 25.91% 0.03% 40.21% % 27.94% 0.03% 38.04% % 28.71% 0.02% 34.95% % 27.01% 0.05% 39.94% % 29.44% 0.03% 35.51% % 28.71% 0.03% 36.12% % 24.81% 0.04% 42.51% % 31.74% 0.06% 31.49% % 32.18% 2.38% 28.28% % 30.00% 4.64% 29.49% % 32.03% 4.61% 27.81% % 31.44% 4.06% 26.61% % 30.91% 2.96% 25.03% % 32.06% 2.70% 27.20% % 36.39% 3.96% 19.37% Financieringshuur Kredietopeningen Gemiddeld 36.30% 29.44% 1.51% 32.75% Std.dev 2.33% 3.12% 1.90% 6.41%

30 30 Tabel 18 - Aantallen consumentenkredieten in productie (procentuele cijfers), kredietopeningen exclusief jaar Leningen op afbetaling % 39.57% 0.08% % 41.78% 0.05% % 43.35% 0.05% % 45.10% 0.05% % 44.14% 0.03% % 44.96% 0.08% % 45.65% 0.05% % 44.94% 0.05% % 43.16% 0.07% % 46.33% 0.08% % 44.87% 3.32% % 42.55% 6.58% % 44.37% 6.38% % 42.83% 5.53% % 41.23% 3.95% % 44.04% 3.70% % 45.13% 4.91% Verkopen op afbetaling Financieringshuur Gemiddeld 54.18% 43.76% 2.06% Std.dev 2.96% 1.75% 2.59% Tabel 19 rapporteert de (totale) toegekende bedragen voor deze verschillende soorten van kredieten. De tabel weerspiegelt een sterke stijging inzake de toegekende kredietbedragen over de bestudeerde periode, met uitzondering van de jaren 1995, 2001, en Dergelijke terugval doet zich meestal simultaan voor over alle soorten van consumentenkredieten heen. Bij kredietopeningen moet evenwel opgepast worden met de interpretatie van de cijfers op basis van de productie, aangezien het hier telkens om een toegestane kredietlijn gaat, hetgeen niet betekent dat het krediet ook effectief werd opgenomen door de kredietnemers. Verder dient opgemerkt te worden dat de daling in het aantal contracten financieringshuur zich niet voordoet op vlak van de verstrekte bedragen (zie Tabel 22). Daarnaast blijkt ook nog uit Tabel 19 dat de (totaal) verleende kredietbedragen het belangrijkste zijn voor de leningen op afbetaling (6,609 miljoen EUR in 2010), gevolgd door de kredietopeningen (2,012 miljoen EUR; toegestane kredietlijn) en de verkopen op afbetaling (841 miljoen EUR). Tabel 20 bevestigt

Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie

Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie Prof. Dr. Nancy Huyghebaert Gewoon Hoogleraar Corporate Finance Departement Accountancy, Finance

Nadere informatie

Marktevoluties van de hypothecaire markt in België

Marktevoluties van de hypothecaire markt in België Marktevoluties van de hypothecaire markt in België Where is the money? Ivo Van Bulck, Secretaris-generaal BVK 16 de Isolatiedag 29 september 2015 Agenda: 1. Febelfin en BVK in een notendop 2. Krediet aan

Nadere informatie

Hypothecair krediet: duurzame groei

Hypothecair krediet: duurzame groei Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet: duurzame groei Brussel, 6 mei 2011 In het eerste trimester van 2011 werden 24% meer hypothecaire kredieten verstrekt dan in het eerste

Nadere informatie

Record aan hypothecair krediet in 2017

Record aan hypothecair krediet in 2017 Persbericht Record aan hypothecair krediet in 2017 Brussel, 29 januari 2018 In 2017 werden er bijna 243.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van 31 miljard EUR (exclusief

Nadere informatie

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper Persbericht Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper Brussel, 2 mei 2018 In het eerste trimester van 2018 werden er bijna 60.000 hypothecaire kredietovereenkomsten

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester Persbericht Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester Brussel, 25 oktober 2016 Uit nieuwe cijfers van de (BVK) 1 blijkt dat in het derde trimester

Nadere informatie

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Renovatiekredieten populairder dan ooit Persbericht Beroepsvereniging van het Krediet Renovatiekredieten populairder dan ooit Brussel, 10/9/2009 De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin, heeft haar statistieken inzake hypothecair

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester Brussel, 9 september 2010 - De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin,

Nadere informatie

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Brussel, 9 februari 2011 - De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin, de Belgische federatie van

Nadere informatie

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte Persbericht Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte Brussel, 7 februari 2012 De belangrijkste vaststellingen voor het volledige jaar 2011: De hypothecaire kredietverlening

Nadere informatie

Evolutie hypothecair krediet 3de trimester 2018

Evolutie hypothecair krediet 3de trimester 2018 Persbericht Evolutie hypothecair krediet 3de trimester 2018 Brussel, 26 oktober 2018 In het derde trimester van 2018 werden er ongeveer 62.500 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag

Nadere informatie

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau Persbericht Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau Brussel, 26 april 2012 De hypothecaire kredietverlening wordt in het eerste trimester van 2012 gekenmerkt door een daling ten opzichte van hetzelfde

Nadere informatie

Sterke vraag naar hypothecair krediet

Sterke vraag naar hypothecair krediet Persbericht Sterke vraag naar hypothecair krediet Brussel, 2 mei 2019 Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, steeg het aantal kredietaanvragen in het eerste trimester van 2019 met 6,5% ten opzichte

Nadere informatie

Hypothecair krediet 1ste trimester 2014 : verdere daling aanvragen en verstrekkingen

Hypothecair krediet 1ste trimester 2014 : verdere daling aanvragen en verstrekkingen Persbericht Hypothecair krediet 1ste trimester 2014 : verdere daling aanvragen en verstrekkingen Brussel, 8 mei 2014 In het eerste trimester van dit jaar werden er 42.000 hypothecaire kredietovereenkomsten

Nadere informatie

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Januari 2013 Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Nooit eerder werd zoveel hypothecair krediet verstrekt

Nooit eerder werd zoveel hypothecair krediet verstrekt Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Nooit eerder werd zoveel hypothecair krediet verstrekt Brussel, 18 november 2010 - De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin, de Belgische

Nadere informatie

Overheveling van de stimuli voor de woningmarkt naar het regionale niveau voorstellen van de BVK

Overheveling van de stimuli voor de woningmarkt naar het regionale niveau voorstellen van de BVK Position Paper 8/05/2013 Overheveling van de stimuli voor de woningmarkt naar het regionale niveau voorstellen van de BVK Eind 2011 voorzag de federale regering bijkomende economische en fiscale besparingen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Beperkte vraag naar hypothecair krediet ondanks historisch lage rentevoeten

Beperkte vraag naar hypothecair krediet ondanks historisch lage rentevoeten Persbericht Beperkte vraag naar hypothecair krediet ondanks historisch lage rentevoeten Brussel, 23 juli 2014 Uit nieuwe cijfers van de (BVK) 1 blijkt dat in het tweede trimester van dit jaar bijna 50.000

Nadere informatie

Verantwoord krediet voor de autofinanciering. Brussel, 9 januari 2013

Verantwoord krediet voor de autofinanciering. Brussel, 9 januari 2013 Verantwoord krediet voor de autofinanciering Brussel, 9 januari 2013 Overzicht 1. Autofinanciering voor particulieren in 2012 2.1 De automarkt in België 2.2 De markt van het consumentenkrediet in België

Nadere informatie

Sterke groei van renovatiekredieten

Sterke groei van renovatiekredieten Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Sterke groei van renovatiekredieten Hypothecair krediet tijdens het tweede kwartaal van 2011 Brussel, 27 juli 2011 In het tweede trimester van 2011 werden

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,7 % 5,2 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,7 % 5,2 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens oktober 212 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 211-1 212-1 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 5.462.345 6.223.412

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,5 % 5,7 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,5 % 5,7 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens augustus 215 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 214-8 215-8 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 6.243.845

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,2 % 5,4 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,2 % 5,4 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens augustus 213 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 212-8 213-8 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 6.216.65 6.242.148

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan de handtekening van Uwe Majesteit voor te leggen regelt de uitvoering van de wet van 24 maart 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Belgische hypothecaire kredietmarkt keert terug naar normaal niveau

Belgische hypothecaire kredietmarkt keert terug naar normaal niveau Persbericht Belgische hypothecaire kredietmarkt keert terug naar normaal niveau Brussel, 1 februari 2013 In 2012 werd er voor bijna een derde (27,5%) minder hypothecair krediet aangevraagd dan in 2011

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau jun-11 sep-11 dec-11 mrt-12 jun-12 sep-12 dec-12 mrt-13 jun-13 sep-13 dec-13 mrt-14 jun-14 sep-14 dec-14 mrt-15 jun-15 sep-15 dec-15 mrt-16 jun-16 sep-16 dec-16 mrt-17 jun-17 Perscontact Frederik Bronckaerts

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2008 Sommige tabellen van dit verslag werden aangevuld op 30 juni 2009 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een

Nadere informatie

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Oktober 2012 Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Analyse uitgevoerd door het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

(toestand einde periode) Variatie

(toestand einde periode) Variatie Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens juli 218 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 217-7 218-7 Variatie Kredietnemers met minstens één uitstaand krediet 6.265.665

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

2. Simulatie van de impact van een "centen i.p.v. procenten"-systeem

2. Simulatie van de impact van een centen i.p.v. procenten-systeem Bijlage/Annexe 15 DEPARTEMENT STUDIËN Impact van een indexering in centen i.p.v. procenten 1. Inleiding Op regelmatige tijdstippen wordt vanuit verschillende bronnen gesuggereerd om het huidige indexeringssysteem

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel.

Nationale Bank van België, Brussel. Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - III Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

voetafdrukrekeningen, herbe rekend

voetafdrukrekeningen, herbe rekend De Belgische voetafdrukrekeningen, herbe rekend 2 april 2009 Lies Janssen Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie De ecologische voetafdruk van België + Luxemburg Tot 2007 publiceerde Global

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009 Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2010 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Januari Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten:

Januari Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten: Januari 2014 Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten: Een licht herstel van het consumentenkrediet, maar steeds meer wanbetalingen Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet

Nadere informatie

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Periode 2008-2017 Directie Statistieken, budget en studies Stat@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt

Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt 20 april 2017 Prof. Dr. Nancy Huyghebaert Professor of Corporate Finance Introductie Introductie Evolutie residentiële vastgoedprijzen in de wereld

Nadere informatie

Verantwoorde kredietverlening

Verantwoorde kredietverlening Verantwoorde kredietverlening Ivo Van Bulck, Secretaris generaal Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) Symposium Beoordeling van de financiële toestand en de kredietwaardigheid Consument 28 September

Nadere informatie

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst VIVES BRIEFING 2019/01 De impact van de btwverlaging naar 6% op sloop en heropbouw Geert Goeyvaerts & Erik Buyst KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Steunpunt Wonen KU Leuven, Faculteit

Nadere informatie

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 1 2 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en Inhoud 1. Achtergrond

Nadere informatie

1 De economische kringloop

1 De economische kringloop 1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Lorette Rousseau, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie