infoactive + Wijzigingen in de personenbelasting vanaf aanslagjaar Wijzigingen boekhoudregels voor vzw s

Transcriptie

1 Tweemaandelijkse nieuwsbrief + Jaargang 12 + Nr. 5 + April Wijzigingen in de personenbelasting vanaf aanslagjaar Wijzigingen boekhoudregels voor vzw s contact@vdl.be + Monsterbelasting van 309%: wetswijziging op til

2 2 3 + Wijzigingen in de personenbelasting vanaf aanslagjaar 2013 (inkomstenjaar 2012) Met deze bijdrage nemen wij een aanloop naar de te verwachten jaarlijkse aangifte. De traditionele eindejaarswetten hebben voor ons persoonlijk toch weer een aantal wijzigingen met zich mee gebracht waarvan wij u de belangrijkste toelichten. Rijkentaks alweer afgeschaft, enkel voor inkomsten 2012 Eind 2011 hervormde de regering Di Rupo de fiscaliteit van de roerende inkomsten, waardoor de roerende voorheffing niet langer bevrijdend was en het tarief van 15% in de meeste gevallen verhoogd werd naar 21%. Tevens werd er een bijkomende heffing van 4% (de zogenaamde rijkentaks) ingevoerd op de interesten en dividenden boven ,00 EUR waarop slechts 21% roerende voorheffing ingehouden was. In december 2012 besliste de regering om deze wijzigingen terug te draaien. Het ingewikkelde gedoe met de bijkomende heffing van 4%, het centrale aanspreekpunt en de verplichte aangifte in de personenbelasting zijn dus vanaf 2013 opnieuw afgeschaft. Voor inkomstenjaar 2012 bestaat er alvast nog een overgangsregeling waarbij u uw roerende inkomsten niet moet aangeven wanneer u ofwel de bijkomende heffing heeft laten inhouden ofwel in uw aangifte verklaart dat u niet meer dan ,00 EUR aan interesten en dividenden heeft ontvangen. Het slechte nieuws is wel dat op de interesten en dividenden vanaf 2013 voortaan 25% (opnieuw bevrijdende ) roerende voorheffing verschuldigd is. Dit verhoogd tarief van 25% is niet van toepassing op de rente op spaarboekjes tot 1.830,00 EUR (deze blijven vrij van belasting), rente op Letermestaatsbons, dividenden van vastgoedbevaks en inkomsten uit auteursrechten. Deze laatsten behouden het tarief van 15%. Het tarief van 25% (vroeger 15%) wordt tevens toegepast bij roerende huur, bijvoorbeeld bij de verhuring van uw wagen, meubilair of schilderij aan uw vennootschap. Sommige aftrekken veranderen in een belastingvermindering Uitgaven zoals een gift, bezoldiging voor een huisbediende en kinderopvangkosten waren tot vorig jaar aftrekbaar van het inkomen. Dit verandert nu want de aftrek wordt vervangen door een belastingvermindering. Een aftrek levert een fiscaal voordeel op naargelang de hoogte van het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger het fiscaal voordeel. Een belastingvermindering betekent dat de verschuldigde belasting wordt verminderd met een bedrag dat voor iedereen gelijk is (ongeacht het inkomen). Dit is goed nieuws voor de belastingplichtigen met een laag inkomen. Zij zullen recht hebben op een grotere besparing dan voorheen. De belastingplichtigen met een hoger inkomen gaan er dan weer op achteruit, terwijl deze categorie veruit de grootste is. Doordat de aftrek vervangen wordt door een belastingvermindering ontstaat er een bijkomend nadeel. Het belastbaar inkomen (dat daalt door een aftrek maar niet door een belastingvermindering) zal in de meeste gevallen hoger zijn dan voorheen. Hierdoor kan het zijn dat belastingplichtigen minder snel in aanmerking komen voor andere fiscale voordelen, zoals de belastingvermindering voor vervangingsinkomsten, verhoogde belastingvrije som voor lage inkomens en de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. Dit heeft ook consequenties voor een aantal sociale voordelen (studiebeurs, sociale woning, ) die worden toege- kend op basis van het belastbaar inkomen. In het geval van giften (min. 40,00 EUR) en uitgaven voor kinderoppas (max. 11,20 EUR per dag) wordt de aftrek vervangen door een belastingvermindering van 45%. Voor de bezoldiging van een huisbediende (50% van de totale bezoldiging met een max. van 7.320,00 EUR) wordt de aftrek vervangen door een belastingvermindering van 30%. We eindigen evenwel met een positieve noot. De aftrekken van onderhoudsuitkeringen (80% van het toegekende bedrag) en de aftrek voor de enige eigen woning, d.i. de woonbonus, blijven (voorlopig) behouden. Over het beknotten van die laatste aftrek is er nog altijd politieke discussie. ilse.vanhove@vdl.be + Vrijstelling schenkingsrechten voor familiale vennootschappen: praktijkgevallen en aandachtspunten Met het decreet van 23 december 2011 heeft de Vlaamse Decreetgever een gunstregeling ingevoegd in het Wetboek van Registratierechten, waardoor de schenking van een familiale onderneming of de aandelen van een familiale vennootschap sinds 1 januari 2012 is vrijgesteld van schenkingsrechten. Eén van de voorwaarden is dat de vennootschap een reële economische activiteit moet uitoefenen. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben, indien uit de jaarrekening van minstens één van de drie boekjaren voorafgaand aan de datum van de schenking cumulatief blijkt dat de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage gelijk of lager dan 1,50% uitmaken van het totaal actief én de terreinen en gebouwen meer dan 50% uitmaken van het totaal actief. Volgens de Omzendbrief van de Vlaamse Belastingsdienst van 20 juli 2012 kan de begiftigde evenwel het tegenbewijs leveren door aan te tonen dat de aanwezige onroerende goederen worden aangewend voor de economische activiteit van de vennootschap. De praktijk lijkt aan te tonen dat enkel louter passieve holdings, villavennootschappen en vennootschappen met een louter privaat patrimonium zijn uitgesloten van de gunstregeling. Het beroepsmatig verhuren van onroerende goederen wordt aanzien als een reële economische activiteit. Het louter privé verhuren zal evenwel niet volstaan. Indien het onroerend patrimonium deels privé wordt verhuurd en deels beroepsmatig, bestaat de kans zelfs dat de vrijstelling wordt verleend indien het beroepsmatig gebruik overweegt. Holdingvennootschappen die bestuurders- of managementvergoedingen ontvangen van de werkvennootschap kunnen tevens in aanmerking komen voor de vrijstelling. Het zal van belang zijn de nodige overeenkomsten op te maken zodat het tegenbewijs kan geleverd worden. Het gunstig advies van de Vlaamse Belastingsdienst biedt echter geen zekerheid. De ontvanger van de registratie kan namelijk op het ogenblik van de registratie van de schenkingsakte beslissen tegen het attest van de Vlaamse Belastingsdienst in dat er toch schenkingsrechten verschuldigd zijn. stephanie.dupont@vdl.be

3 4 5 + Wijziging boekhoudkundige regels voor vzw s, internationale vzw s en stichtingen Het KB van 18 december 2012 heeft wijzigingen aangebracht aan het KB van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde vzw s, internationale vzw s en stichtingen. Voor kleinere vzw s en stichtingen verandert er voorlopig niets. Wat zijn grote vzw s en stichtingen? Als grote vzw s worden beschouwd die vzw s die aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: Het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister In totaal EUR aan andere uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde Een balanstotaal van EUR Er worden diverse wijzigingen aangebracht betreffende de gegevens die in de jaarrekening moeten worden vermeld. De voornaamste hierbij zijn: - Er moet voortaan een resultaatsverwerkingstabel toegevoegd worden aan de jaarrekening. - De balans van het volledig schema breidt op het passief de post VII B uit naar voorzieningen voor terug te betalen subsidies en legaten en voor schenkingen met terugnemingsrecht. - Voortaan moeten bij alle fondsen waarderingsregels vermeld te worden en niet meer alleen bij de fondsen bestemd voor het sociaal passief. - Verenigingen en vzw s dienen informatie te verschaffen over de eventuele transacties met verbonden partijen die niet onder de normale marktvoorwaarden vallen en daarenboven niet conform de voorwaarden die passen binnen het in de statuten omschreven doel van de vereniging of stichting zijn verricht. Een partij is met een vereniging of een stichting verbonden indien: a. de partij een verbonden entiteit is; b. de partij een joint venture is waarin de vereniging of stichting een deelnemer is; c. de partij behoort tot de managers die sleutelposities innemen in de vereniging of stichting; d. de partij een nauwe verwant is van een natuurlijk persoon naar wie onder a) of c) wordt verwezen; e. de partij een entiteit is waarvoor belangrijk stemrecht, hetzij op directe of indirecte wijze, in een dergelijke entiteit berust op natuurlijke personen naar wie onder c) of d) wordt verwezen. Een transactie tussen verbonden partijen is een overdracht van middelen, dienstverleningen of verplichtingen tussen verbonden partijen, ongeacht of hiervoor een prijs in rekening wordt gebracht. - Investeert de vereniging of stichting de verkregen subsidies in vaste activa waarvan de gebruiksduur niet beperkt is, zoals terreinen, of waarvan de functionaliteit constant is, dan zal de subsidie, omwille van het duurzaam karakter ervan, worden opgenomen onder de permanente fondsen van de vereniging of de stichting De datum van de inwerkingtreding van deze wijzigingen is 10 februari peter.denys@vdl.be + Al van de socio-economische vergunning gehoord? Eenieder die een kleinhandelsbedrijf met een zekere oppervlakte wenst te openen, dient in het bezit te zijn van een socio-economische vergunning. Een kleinhandelsbedrijf is voor de wetgeving een handelszaak die producten verkoopt aan de eindgebruiker en waarvan de netto verkoopoppervlakte, zijnde de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek (met inbegrip van de nietoverdekte oppervlakten zoals kassazones en zones achter de kassa), meer dan 400 m² bedraagt. De verplichting om een vergunning aan te vragen geldt voor nieuwe handelszaken of complexen, de uitbreiding van een bestaande zaak, de vestiging in een gebouw dat voordien niet bestemd was voor kleinhandel en een belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit in een gebouw dat + Nieuwe wet betalingstermijnen Het betaalgedrag van ondernemingen gaat ieder jaar achteruit. Facturen worden vaak te laat betaald, wat de kaspositie van heel wat leveranciers negatief beïnvloedt. De liquiditeitstekorten moeten aangevuld worden met (te dure) kredieten of een instroom van extra (moeilijk te vinden) kapitaal. Bij lage winstmarges worden transacties op deze manier verlieslatend. Europa wenst dit te keren door de Late Payment Directive, die de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties wijzigt. voordien al werd gebruikt voor handelsdoeleinden. Bij een beperkte uitbreiding of een beperkte verhuis van een reeds socio-economisch vergunde handelsvestiging geldt er een vereenvoudigde procedure. De vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar de handelsvestiging zal worden geëxploiteerd. Voor handelsvestigingen met een netto verkoopoppervlakte van meer dan m² dient de gemeente het advies in te winnen van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie. Voor het verkrijgen van de vergunning zijn een aantal formaliteiten vereist en dient onder meer een aanvraagformulier, vergezeld van een marktstudie, te worden ingediend. In het aanvraagformulier dient men onder meer informatie te verschaffen omtrent de ruimtelijke ligging van de handelsvestiging, de verwachte werkgelegenheid, de naleving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, sociale en arbeidswetgeving en dient onder meer een beschrijving van het project en de inschatting van de impact van het project op de mobiliteitssituatie te worden opgenomen. Bij goedkeuring moet de aanvrager een bericht met de beslissing aanplakken op de plaats van de vergunde vestiging, en dit tot de opening van de vestiging. De aanvraag en het afleveren van de vergunning is gratis, maar overtredingen worden gesanctioneerd met een geldboete tot EUR. barbara.blomme@vdl.be De Richtlijn bepaalt dat vanaf 16/03/2013 de overheden geleverde goederen en diensten binnen 30 dagen na factuurdatum moeten betalen. Tussen ondernemers geldt dezelfde termijn. Daar kan in overleg van afgeweken worden, zonder dat het onbillijk wordt voor de schuldeiser. Als 30 dagen de regel wordt, zal een langere termijn vaak onbillijk zijn. Uitzonderlijk kan gemotiveerd worden 60 dagen overeen te komen, maar langere periodes zullen in de praktijk niet kunnen. Transacties met consumenten vallen niet onder deze wet. Ondernemers mogen een rente heffen als de termijn wordt overschreden. De rente is de referentierente van de ECB verhoogd met 8%. Op heden dus 9%. De schuldeiser heeft tevens het recht om minstens een vast bedrag van 40 EUR te vorderen ter vergoeding voor de gemaakte kosten. jonathan.schuermans@vdl.be

4 6 7 + Verhoogde BTW-boetes Met de programmawet van 28 juni 2012 werden vanaf 1 juli 2012 een hele reeks BTW-boetes verhoogd. + Monsterbelasting van 309%: wetswijziging op til Wanneer een vennootschap kosten heeft die niet worden verantwoord door individuele fiches en samenvattende opgaven, dan riskeert die vennootschap een bijzondere aanslag geheime commissielonen van maar liefst 309%. Deze aanslag is echter wel fiscaal aftrekbaar. In de huidige wetgeving bestaat slechts één ontsnappingsroute. De bijzondere aanslag blijft achterwege wanneer de vennootschap aantoont dat de genieter van de verkregen vergoedingen of voordelen, deze zelf spontaan heeft aangegeven in een door hem tijdig ingediende aangifte. Uit een nieuw voorontwerp van wet blijkt dat de bijzondere aanslag wordt behouden op het torenhoog percentage van 309%. Evenmin wordt een aanpassing doorgevoerd aan de aftrekbaarheid van de belasting. Dit voorontwerp heeft echter wel een bijkomende ontsnappingsroute gecreëerd. Wanneer de genieter van de vergoedingen of voordelen deze niet op eigen initiatief in zijn tijdig ingediende aangifte heeft vermeld, dan kan de bijzondere aanslag toch nog achterwege blijven, indien: - het bedrag ten name van de genieter is belast, - deze belasting met goedkeuring van de genieter is gevestigd (zodat hij deze niet meer kan betwisten), en, - deze belasting binnen de driejarige aanslagtermijn is gevestigd. Wettelijk gezien zullen er in de toekomst drie verschillende wijzen van behandeling bestaan inzake de geheime commissielonen in de vennootschapsbelasting: 1. Toepassing van de bijzondere aanslag. Zowel de aanslag als het geheim commissieloon zijn aftrekbaar in hoofde van de vennootschap. (algemene regel) 2. Geen toepassing van de bijzondere aanslag wanneer de genieter het commissieloon tijdig in zijn aangifte opneemt. Het commissieloon blijft aftrekbaar in hoofde van de vennootschap. (eerste ontsnappingsroute) 3. Geen toepassing van de bijzondere aanslag wanneer de genieter het commissieloon niet spontaan heeft aangegeven, maar wel met goedkeuring binnen de driejarige aanslagtermijn wordt belast op het commissieloon. Dit commissieloon wordt in hoofde van de vennootschap als verworpen uitgave aan het belastbaar resultaat toegevoegd. (tweede ontsnappingsroute) Wanneer de driejarige aanslagtermijn is verstreken, dan is er wettelijk gezien geen enkele mogelijkheid meer voorhanden om aan de bijzondere aanslag te ontsnappen, ook al wordt de genieter alsnog op het voordeel belast. Indien de genieter van het voordeel niet onvoorwaardelijk akkoord gaat met de belasting in zijn hoofde, dan wordt de vennootschap alsnog aan de geheime commissielonenaanslag onderworpen. Vennootschappen zullen verschillend worden belast, naargelang hun werknemers al dan niet onvoorwaardelijk akkoord gaan om alsnog op de voordelen te worden belast. Deze nieuwe ontsnappingsroute creëert een probleem van economische dubbele belasting. De genieter van de vergoedingen of voordelen wordt hierop belast. De vennootschap wordt eveneens op deze toegekende vergoedingen of voordelen belast via de verworpen uitgaven. Ten opzichte van de bestaande wetgeving, kan hier in geen geval worden gesproken van een verbetering. Deze nieuwe regeling zou vanaf 2014 in werking treden. stephanie.vanmarcke@vdl.be De regering Di Rupo heeft de niet-proportionele BTW-boeten grondig aangepakt. Deze schalen werden verdubbeld van 25 tot EUR per overtreding naar 50 tot EUR. Dergelijke geldboeten hebben voornamelijk betrekking op inbreuken van de formele BTW-verplichtingen. De bedragen van de niet-proportionele fiscale geldboeten zijn opgenomen in de bijlage bij het KB nr. 44. Enkele voorbeelden: - niet-indienen van een BTW-aangifte: EUR - niet-tijdig indienen van een BTW-aangifte: 100 EUR per aangifte en per maand vertraging met een maximum van EUR - niet-indienen klantenlisting of intracommunautaire opgave: EUR - laattijdig uitreiken factuur (eerste overtreding): minimaal 50 EUR per factuur - maximaal 500 EUR Niet alleen de schaal van niet-proportionele geldboeten werd verdubbeld, er werden ook enkele nieuwe boetes ingevoerd: een niet-correcte invulling van de periode BTW-aangifte wordt ook beboet. Naast de aanzienlijke verhoging van de BTW-boeten werden de administratieve verminderde geldboeten opgeheven. Dit impliceert dat de vermindering of soms zelfs de kwijtschelding voor een eerste of tweede overtreding is afgeschaft. Boetes worden toegepast van zodra de overtreding wordt vastgesteld. Inbreuken die zich reeds in het verleden hebben voorgedaan leiden bovendien tot hogere boeten. Om een overtreding als herhaaldelijk te beschouwen, houdt de controleur rekening met dezelfde inbreuken die plaatsvonden in de loop van de voorbije 4 jaren. De proportionele geldboeten (KB nr. 41) werden verhoogd van 10% naar 15% op de verschuldigde BTW in geval een BTW-belastingplichtige niet of laattijdig het verschuldigde BTW-bedrag betaalt of nalaat de voorschotten te voldoen. Vergeet hierbij ook de nalatigheidsinteresten van 0,8% per maand niet. eline.demeyere@vdl.be

5 8 Member of The Leading Edge International Alliance of Global Accountants & Auditors Vandelanotte heeft vestigingen in: Antwerpen Herentalsebaan Deurne T Brugge Koningin Astridlaan Brugge T Brussel Esplanade 1/ Brussel T Deinze Kastanjelaan 17 bus Deinze T Dendermonde Grootzand Dendermonde T Kortrijk President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk T Tournai Avenue de Maire Tournai T Jaargang 12, nr. 5 - April 2013 Verantwoordelijke uitgever Nikolas Vandelanotte President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk nikolas.vandelanotte@vdl.be Redactie Barbara Blomme Eline Demeyere Stephanie Dupont Peter Denys Jonathan Schuermans Nikolas Vandelanotte Stephanie Vanmarcke Anneleen Wydooghe Coördinatie Els Tanghe + Wist u dat BTW-stelsel voor kleine ondernemingen: grens verhoogd tot EUR Volgens de BTW-richtlijn kunnen de Europese lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen. In België houdt deze regeling in dat een belastingplichtige, met een jaaromzet van max EUR, geen BTW in rekening hoeft aan te rekenen en bijgevolg ook geen BTW kan aftrekken. Omwille van het huidige economische en politieke klimaat, wenste de Belgische regering deze drempel te verhogen tot EUR, met de mogelijkheid deze verder op te trekken om de reële waarde ervan te handhaven. De verhoging van het drempelbedrag voor de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen komt neer op een vereenvoudiging, omdat de BTW-verplichtingen voor de kleine ondernemingen aanzienlijk kunnen verminderen. Belastingplichtigen hebben wel nog steeds de keuze om deze regeling al dan niet toe te passen. Deze maatregel is van toepassing vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015, tenzij er voor die laatste datum een Europese richtlijn in werking zou treden die de drempelbedragen van de jaaromzet wijzigt. stephanie.vanmarcke@vdl.be Loonbonus 2013 In haar mededelingen van 4 januari ll. bevestigt de RSZ dat naast de bijzondere werkgeversbijdrage van 33,00 %, een nieuwe solidariteitsbijdrage van 13,07 % verschuldigd is door de werknemer voor alle bedragen betaald vanaf 1 januari 2013 (dus ook voor de systemen van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen die vóór 1 januari 2013 werden opgezet maar uitbetaald in 2013). anneleen.wydooghe@vdl.be OLO op 10 jaar/20 jaar 4 3,8 3,6 3,4 3,2 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1/09/2012 1/10/ Belangrijke data tijdens het volgende kwartaal 1/11/2012 1/12/2012 OLO 10 jaar 10/04/2013: uiterste datum 1e voorafbetaling voor natuurlijke personen alsook vennootschappen die hun boekjaar per kalenderjaar voeren en die een belastingvermeerdering willen vermijden 22/04/2013: BTW-verplichtingen voor de maand maart en IC-listing of 1e kwartaal en IC-listing 1e kwartaal /05/2013: BTW-verplichtingen voor de maand april en IC-listing of 1e voorschot kwartaalaangevers 1/01/2013 1/02/2013 OLO 20 jaar 1/03/2013