Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 11 mei / 128

Transcriptie

1 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen op 11 mei / 128 Naam Bestemmingsplan Winkelsteeg Y-III (nieuwbouw Canisius-Wilhelminaziekenhuis aan de Weg door Jonkerbos - Oude Mollenhutseweg - uitwerkingsplan artikel 11 WRO) Voorschriften Kaart nr Toelichting Opmerkingen Terinzagelegging ontwerpplan m.i.v.16 juni 1986 Vaststelling bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 september 1986 (Reg.nr , agendapuntnr. 2.34) Goedkeuring Gedeputeerde Staten d.d. 12 januari 1987, nr. RO ROV/G5206 Bijzondere aanvullende voorschriften Aantal bladzijden / verkoopprijs 14 / 0,70 gb doc

2 Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de uitwerking van een gedeelte van het bestemmingsplan "Winkelsteeg III" (plan "Winkelsteeg Y-III"). HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A. 1. het plan: het onderhavige uitgewerkte plan, zijnde de kaart en deze voorschriften; 2. de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nr , waarop het plan is aangegeven; 3. een gebouw: een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte; 4. een bouwwerk: elke constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5. een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde; B. 1. een bijzonder gebouw: een gebouw ten dienste van een sociale, religieuze, culturele of onderwijsinstelling, alsmede gebouwen voor medische dienstverlening en ander hiermede gelijk te stellen gebouwen; 2. een dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming of het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; C. 1. een bouwperceel: de grond die, overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2. de perceelsgrens: de grens van een bouwperceel; 3. de hoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers, antennes en ketelruimten vallen hier buiten; 4. de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 5. peil: a. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; b. voor een gebouw of bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende terreingedeelte; 2

3 c. indien het gebouw of bouwwerk is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen geldt het peil van het hoogst aangrenzende terrein- of weggedeelte nabij de voorgevel van het gebouw; 6. de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door bebouwing mag worden overschreden. HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEËN CATEGORIE 1. BD Bijzondere doeleinden. De gronden welke op de kaart voor "bijzondere doeleinden" (BD) zijn aangewezen, zijn bestemd voor de oprichting van bijzondere gebouwen, met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, zoals ontsluitingswegen en -paden en parkeergelegenheid, met dien verstande, dat: a. de maximum hoogte der bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; b. de bebouwde oppervlakte ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage van het bouwperceel mag bedragen; CATEGORIE 2. Verkeersdoeleinden. De gronden welke op de kaart voor "verkeersdoeleinden" zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van voet- en rijwielpaden, bermen of taluds. Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van de oprichting van lichtmasten, verkeersborden en andere verkeersvoorzieningen. HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN 1. De bebouwing moet binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrens worden opgericht, behoudens een verleende vrijstelling ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk IV. 2. Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. 3. Indien op grond van artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de gemeenteraad een beroep wordt ingesteld, neemt de gemeenteraad een beslissing binnen 3 maanden na datum van ontvangst van het beroepschrift. Het besluit van de Raad wordt aan belanghebbenden schriftelijk medegedeeld. 3

4 HOOFDSTUK IV TOEPASSING VAN ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING A. Het bouwen buiten de bebouwingsgrens. Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om te bouwen binnen de bebouwingsgrenzen vrijstelling verlenen voor het bouwen buiten de bebouwingsgrens, indien het betreft: a. het bouwen van kleine gebouwtjes zoals portierloges, gebouwtjes ten behoeve van tuinonderhoud en rijwielstallingen met per gebouwtje een maximum oppervlakte van 30 m2, geen grotere hoogte dan 3,50 m en met een inhoud van 50 m3; b. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen; c. luifels mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 3,50 meter overschrijden; d. stoepen, bordessen, toegangsbruggen, funderingen, kelderingangen en -koekoeken, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1,50 meter boven peil; e. antennes; f. erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2,50 meter. B. Algemeen. I Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen: 1. betreffende de gronden gelegen binnen het plan, met vrijstelling in zoverre van de desbetreffende bebouwingsvoorschriften, voor het oprichten van gebouwtjes ten openbare nutte, zoals gasdrukregel- en meetstations, traforuimten en telefooncellen met een maximale oppervlakte per gebouwtje van 30 m2, geen grotere hoogte dan 3,50 meter en met een maximale inhoud van 50 m3; 2. tot het overschrijden van de bebouwde oppervlakte en de hoogte in de bestemmingscategorie BD met 10%; 3. voor het opnemen van maximaal twee dienstwoningen met een maximale inhoud van 550 m3 binnen de hoofdbebouwing in de bestemmingcategorie BD; 4. voor het verschuiven van de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen en hoogtezoneringslijnen van de bestemmingscategorie BD, indien handhaving van de aanwezige waardevolle houtopstanden dit noodzakelijk maakt, met dien verstande dat: a. het gebouw in zijn geheel ten hoogste 10% van de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen verschoven mag worden; b. indien vrijstelling wordt verleend geldt de nieuwe bebouwingslijn als bebouwingsgrens. II Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid onder 1, sub 1 eerst gebruik nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken. HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN 1. Het is verboden gebouwen, bouwwerken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht, dan wel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. 4

5 3. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 4. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld gedurende 14 dagen hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken. 5. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. HOOFDSTUK Vl SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: "Bestemmingsplanvoorschriften Winkelsteeg Y-III". 5

6 TOELICHTING behorende bij het bestemmingsplan "Winkelsteeg Y-III". Inleiding. In zijn vergadering van 30 juni 1982 heeft de Raad van de gemeente Nijmegen zich uitgesproken voor de aanwijzing van de locatie Jonkerbos voor de nieuwbouw van het Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina. Aan dit besluit is een uitvoerige periode van studie en overleg voorafgegaan om tot de meest verantwoorde plaatskeuze te komen. De aanzet voor de nieuwbouw van het ziekenhuis is reeds ontstaan in 1975, toen vaststond dat het St. Canisiusziekenhuis en het Wilhelminaziekenhuis zouden fuseren. In 1976 verleende het toenmalige Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne in beginsel medewerking voor het maken van plannen voor de nieuwbouw, maar zowel de toekomstige omvang als het tijdstip, waarop met de bouw zou kunnen worden begonnen, zouden later worden bepaald. In 1985 heeft de Staatssecretaris van W.V.C. groen licht gegeven; de start van de bouwwerkzaamheden is gepland in In het vigerende bestemmingsplan "Winkelsteeg III" is het terrein, waarop de nieuwbouw is gepland, bestemd voor "bijzondere bebouwing en/of bijzondere woongebouwen" (categorie BD-B). Deze bestemmingscategorie dient met toepasing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nader te worden uitgewerkt. Het onderhavige plan "Winkelsteeg Y-III" omvat deze uitwerking van de globale bestemming om de bouw van het ziekenhuis en de uitvoering van de bijbehorende werken mogelijk te maken. De vrijstellingsclausule betreffende het gebruik van gebouwen ten behoeve van het onderwijs is in dit uitgewerkte plan niet opgenomen, omdat binnen het plangebied geen scholen aanwezig zijn of zullen komen. Ook de overgangsbepalingen zijn achterwege gelaten daar zich binnen het plangebied momenteel geen opstallen bevinden. Toelichting op het bouwplan. - Karakteristiek van het terrein. Het ziekenhuis zal worden gebouwd op een terrein gelegen aan de Weg door Jonkerbos. Het is een glooiend terrein met een hoogteverschil van ± 3,50 meter, waarbij het laagste punt is gelegen nabij de Weg door Jonkerbos. De oppervlakte van het terrein bedraagt circa ha. Het bij het ziekenhuis in eigendom zijnde terrein is echter aanzienlijk groter (zie kaart 1). De uitwerking beperkt zich echter tot het terreingedeelte dat noodzakelijk is voor de bouw van het ziekenhuis met bijbehorende open ruimte. Het totale terrein maakt deel uit van een bebost gebied gelegen tussen de Weg door Jonkerbos, Oude Mollenhutseweg en Hatertseweg. Het terrein van het Canisius- Wilhelminaziekenhuis is te onderscheiden in twee bostypen (zie kaart 2): a. Eiken-berkenbos. Het vroegere beheer (hakken) heeft hier geleid tot een hakhoutbos met op plaatsen, waar veel gedund is, meer ontwikkelde bomen. Verspreid komt de grove den voor. In enkele delen en in niet al te grote mate komt uitzaaiing van de niet ter plaatse thuishorende Amerikaanse eik voor. Dit terreingedeelte is slechts voor een gering gedeelte voor de planontwikkeling nodig. 6

7 b. Gemengd loof-naaldbos. Door herinplant enige decennia terug ontbreekt het eiken-berkenbos hier geheel of is slechts in een geringe bedekking of in kleine perceeltjes nog aanwezig. Het centrum van dit gebied alsmede grote delen langs de zuid-oostgrens bestaan grotendeels uit hakhout van Amerikaanse eik. Vooral in de zuid-westhoek zijn bloksgewijs kleine perceeltjes ingeplant met onder andere larix, douglas, fijnspar, beuk en Oostenrijkse den. De bedekking met bospest in de heringeplante delen is over het algemeen zwaarder dan in het eiken-berkenbos. Het is vanuit bosbouwkundig oogpunt moeilijk de beide bostypen in een waardeoordeel van elkaar te onderscheiden. Het eiken-berkenbos is als natuurlijk ter plaatse thuishorende bostype veel stabieler dan het gemengde loof-naaldbos. Het eiken-berkenbos blijft voor het grootste gedeelte onaangetast en valt ook buiten de planbegrenzing. Het loof-naaldbos zal voor de realisering van de nieuwbouw van het ziekenhuis gedeeltelijk moeten worden gerooid. Door herinplant na voltooiing van de bouw zal het natuurlijke karakter van het gebied zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. - Het bouwplan. Het gebouwencomplex ligt evenwijdig aan de Weg door Jonkerbos en oriënteert zich ook op deze weg (zie kaart 3). Hoewel het vigerende bestemmingsplan een maximale bouwhoogte van 20 meter tot 40 meter toelaat, is voor het ziekenhuis gekozen voor een bouw in maximaal vier bouwlagen (16 meter). De patiënten worden gehuisvest in drie gebouwen gelegen aan de zuidzijde met een bouwhoogte van drie bouwlagen (13 meter). Deze beddenhuizen worden op iedere verdieping gescheiden van de overige functies door een rondgaande algemene verkeersgang. Door de beddenhuizen te scheiden van de andere functies wordt bereikt dat voor ieder gebouwdeel een aangepaste indeling en constructie gekozen kan worden. Het gebouw heeft op een aantal plaatsen zogenaamde open einden, waardoor in de toekomst uitbreidingen mogelijk zijn. Zodoende is ook op de plankaart een ruimere bebouwingsgrens weergegeven waarbinnen deze toekomstige uitbreidingen mogelijk zijn. De hoofdingang met de centrale toegangshal ligt aan de westzijde (Weg door Jonkerbos). Aan deze zijde komt ook een afzonderlijke ingang naar de poliklinieken. Ontsluiting en parkeren (zie kaart 4). - Particulier vervoer. Het nieuwe ziekenhuis aan de Weg door Jonkerbos zal goed bereikbaar zijn per auto. De Weg door Jonkerbos maakt deel uit van het hoofdwegennet van Nijmegen. Via het circuit Winkelsteeg en de Neerbosscheweg bestaat er een goede aansluiting naar het westen (S 107): ontsluiting Land van Maas en Waal en aanhaking op het landelijke wegennet (RW 73). - Openbaar vervoer. De ligging van het ziekenhuis aan de Weg door Jonkerbos is uit oogpunt van bereikbaarheid per openbaar vervoer minder gunstig. Stadsbuslijn 4 maakt op werkdagen gebruik van de Weg door Jonkerbos; andere busverbindingen ontbreken. Om een bereikbaarheidsniveau te creëren dat vergelijkbaar is met dat van het "oude" CWZ zal de inzet van minimaal 4 extra stadsbussen nodig zijn. Over de financiële gevolgen hiervan zal contact worden opgenomen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De verbindingen per streekvervoer zijn evenmin gemakkelijk inpasbaar. 7

8 Alleen met de zuid-oostelijke regio zullen -op voorwaarde van voldoende voorzieningen voor goede busdoorstroming- rechtstreekse verbindingen mogelijk worden. Uit andere delen van de regio zal overstappen op het Centraal Station noodzakelijk zijn. De bussen van stads- en streekvervoer zullen een halte krijgen op het voorterrein van het CWZ nabij de hoofdingang. - Terreinontsluiting. Uitgaande van een gewenst principe profiel voor de Weg door Jonkerbos van twee maal één rijstrook met verkeer in beide richtingen en vrijliggende fietspaden 1) zijn voor het nieuwe ziekenhuis een tweetal ontsluitingspunten gefixeerd. Daarbij wordt ingespeeld op zowel de benaderingsrichting vanaf de Hatertseweg als die vanaf het circuit Winkelsteeg. Het realiseren van twee toegangen verdeelt de verkeersstromen en verkleint de mogelijke problemen rond bereikbaarheid in geval van calamiteiten bij slechts één toegang. Het eerste punt is gelegen tegenover de aansluiting van de Tarweweg op de Weg door Jonkerbos. De tweede aansluiting bevindt zich ter hoogte van de inrit van de Pompekliniek. Aan de noordzijde van het ziekenhuisterrein is een traverse gepland, lopende van de Weg door Jonkerbos naar de Oude Mollenhutseweg. Deze traverse is noodzakelijk in verband met de alzijdige bereikbaarheid bij calamiteiten (onder andere voor ambulancevervoer). Deze traverse zal dan ook alleen gebruikt worden in noodsituaties. - Parkeren. Het voorterrein van het ziekenhuis - gelegen tussen de gebouwen en de Weg door Jonkerbos - wordt ingericht als centrale parkeeraccommodatie voor circa 660 auto s met een uitbreidingsmogelijkheid naar 820 auto's. Deze parkeerplaatsen zijn gesitueerd in de zone db(a) geluidbelasting langs de Weg door Jonkerbos. Door deze geconcentreerde ligging vinden er geen verkeersbewegingen plaats in de omgeving van de verpleegunits. De hoofdingang en de toegang naar de poliklinieken liggen tegenover het parkeerterrein. Milieu-aspecten. - Geluid. Door de Dienst Volkshuisvesting is een akoestisch onderzoek verricht voor het bepalen van de geluidbelasting afkomstig van het wegverkeer. De resultaten hiervan zijn weergegeven in het rapport d.d. 26 mei Bodemverontreiniging. Binnen het plangebied heeft nooit bebouwing gestaan. Het betreft hier een bebost gebied. Er is geen aanleiding om bodemverontreiniging te vrezen. Bodemverontreinigende activiteiten ten gevolge van de geplande nieuwbouw van het ziekenhuis zijn niet te vrezen. - Hinderwet. Het ziekenhuis zal geen gevaar, schade of hinder van de in de omgeving gelegen bedrijfsvestigingen ondervinden. 1) Binnen het vigerende bestemmingsplan "Winkelsteeg III" is voorzien in een 2 x 2 rijstrokenprofiel voor de Weg door Jonkerbos. Voorlopig kan worden volstaan met 2 x 1 rijstrook. 8

9 Financiële beschouwing. Voor het bebouwen en ontsluiten van het terrein zijn aan de gemeente kosten van bouwrijpmaken verschuldigd, welke in principe op basis van een te sluiten bouwexploitatieovereenkomst tussen het bestuur van het ziekenhuis en de gemeente Nijmegen zullen worden verhaald. 9

10

11

12

13

14