Nog niet gecontroleerde informatie!

Transcriptie

1 Nog niet gecontroleerde informatie! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld.

2 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 31 OCR-controle moet nog plaatsvinden! Naam Bestemmingsplan Haven- en Industriegebied Nijmegen West 1979-XXIX Voorschriften Kaart nr Toelichting Opmerkingen Het oorspronkelijke gemeenteblad is ten behoeve van presentatie binnen intranet c.q. internet opnieuw uitgebracht in digitale vorm, waarbij inhoudelijk identiek aan de oorspronkelijke uitgave. Nieuw toegevoegd zijn een vervangend titelblad (en de bestemmingsplankaart). Bijzondere aanvullende voorschriften Aantal bladzijden / verkoopprijs?? / 0,00 gb92-031v.doc

3 GEMEENTEBLAD NIJMEGEN Jaartal: 1992 Nummer: 31 Naam van deverordening:?estemingsplar,voorschriften Haven- en Industriegebied IJijmegen West 1979-XXIX Opmerkingen: digitale scan d.d van publikatie uit eventueel met scanfoutjes! Aantal bladzijden: 6 Verkoopprijs ƒ 0,60 Kaart nr (niet digitaal beschikbaar)

4 2 Bestemmingsplanvoorschriften behorende bij de herziening van het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen (plan Haven- en Industriegebied Nijmegen- West 1979-Xx1x, vastgesteld bij besluit van de Raad der gemeente Nijmegen d.d. 20 november 1991, afd. SI, nr HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A. 1. het plan: het onderhavige bestemmingsplan, zijnde de kaart en deze voorschriften; 2. de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nr , waarop het plan is aangegeven; 3. een gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeftelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 4. een bouwwefk: een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, of hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5. een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde; 6. een hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; 7. een biggebouw: een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. B. 1. verkooppunt voor motorbrandstoffen: een uit één of meerdere pompeilanden bestaand station ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen, olie- en smeermiddelen al dan niet met bijbehorend bedieningsgebouw; 2. bedieningsgebouw: een gebouw ten behoeve van het bedienen van een verkooppunt voor motorbrandstoffen, alsmede en ondergeschikt daaraan, voor de verkoop van olie- en smeermiddelen, auto-artikelen, rook- en snoepwaren, souveniers en bloemen ten behoeve van de afnemers van dit verkooppunt; c. 1. een bouwperceel: de grond die overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften, behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2. een perceelsgrens: de grens van een bouwperceel; 3. de goothoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en antennes vallen hierbuiten;

5 3 4. de nokboogte van een gebouw: de hoogte van de nok of van het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk gemeten boven peil. Schoorstenen, lucht- en liftkokers en antennes vallen hier buiten; 5. de bebouwde oppetvlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 6. de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door bebouwing mag worden overschreden; bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; peil: a. voor een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel direct de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; b. voor een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; C. indien het gebouw of bouwperceel is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen, geldt het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte of terreingedeelte nabij de voorgevel van het gebouw. HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEEN CATEGORIE I VM Verkooppunt voor motorbrandstoffen De gronden welke op de kaart zijn aangewezen voor Verkooppunt voor motorbrandstoffen zijn bestemd voor de bouw van een bedieningsgebouw met pompeneilanden en pompeninstallaties al dan niet met bijbehorende luifels, voor de verkoop van motorbrandstoffen, olie en smeermiddelen, alsmede ondergeschikt daaraan de verkoop van autoartikelen, rook- en snoepwaren, souveniers en bloemen ten behoeve van de afnemers van dit verkooppunt, met de daarbij behorende bijgebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande dat: a. het bedieningsgebouw en de luifels moeten worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen tot een maximale nokhoogte van 6.00 meter; b. het bedieningsgebouw met bijbehorende autowasruimte geen groter bebouwde oppervlakte mag hebben dan 200 m2. CATEGORIE II Verkeersdoeleinden De gronden welke op de kaart zijn aangewezen voor Verkeersdoeleinden zijn bestemd voor de aanleg van wegen, parkeerstroken, bermen, taluds en sloten pleinen, parkeerplaatsen, fietspaden en wandelwegen, bruggen duikers en andere weg- en waterkundigevoorzieningen. Op deze gronden zijn toegelaten: verhardingen; _ - groenvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, verkeersborden en andere verkeersvoorzieningen keermuren, kunstobjecten en straatmeubilair; gebouwen: abri s bij bushalteplaatsen en telefooncellen met een maximaal bebouwd oppervlak van 5 m2 en een nokhoogte van 2,50 meter; de bouw van een zogenaamde ondergrondse c.q. ingeterpte opslagtank voor LPG-motorbrandstof ten behoeve van het naastgelegen verkooppunt voor motorbrandstoff en met bijbehorende installatie en hekwerk met een maximale hoogte van 2.00 meter.

6 4 HOOFDSTUK 111 ALGEMENE BEPALING Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de beoordeling van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. HOOFDSTUK IV TOEPASSING ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING A. Het bouwen buiten de bebouwingsgrens: Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om te bouwen binnen de bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het bouwen buiten de bebouwingsgrens indien het betreft: 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen; 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken; 3. stoepen, bordessen, toegangsbruggen, funderingen, kelderingangen en koekoeken, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; 4. reclame- en verwijzingsborden, lichtmasten, vulpunten voor motorbrandstoffen, putten voor opvang motorbrandstoffen en dergelijke ten behoeve van de technische installatie en de gehele ondergrondse dan wel bovengrondse installatie van het verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief de daarbij behorende autowasruimte. Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot de overschrijding van de bij het plan aangegeven hoogtematen met maximaal 5% van de toegestane maten. HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN Het is verboden gebouwen, bouwwerken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht, dan wel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld gedurende 14 dagen hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk kenbaar te maken. 5. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. HOOFDSTUK Vl SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Bestemmingsplanvoorschriften Haven- en Industriegebied Nijmegen West 1979-XXIX Vastgesteld bij besluit van de Raad der gemeente Nijmegen d.d. 20 november 1991, afd. SI, nr. 239/1991.

7 5 Onherroepelijk goedgekeurd ingevolge artikel 28 en 29 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 20 januari 1992 nr. RG RWG/G5208.

8 . 6 Toelichting behorende bij het bestemmingsplan Haven- en Industriegebied Nijmegen West 1979-Xx1X. Bij de gemeente Nijmegen is een bouwaanvraag ingediend voor de modernisering van het bestaande verkooppunt voor motorbrandstoff en aan het Industrieplein. Het reeds lang bestaande verkooppunt is verouderd en voldoet niet meer aan de eisen,welke nu aan een dergelijk verkooppunt gesteld worden. Dit geldt met name voor de te treffen beveiligingsmaatregelen en de milieueisen. Tevens voorziet de modernisering van het tankstation in de bouw van een zogenaamde autowasruimte. De gehele technische installatie van het verkooppunt, de bestaande bebouwing en de verkeerscirculatie op het verkooppunt voor het tanken van de brandstoffen zullen worden gewijzigd. De bestaande luifel op het verkooppunt is te klein. De brandstofopslagtanks worden vervangen en anders gesitueerd op het terrein. De LPG-tank zal worden verplaatst naar de groenstrook tussen de fietspaden en de Kanaalstraat. Deze LPG-tank zal worden ingegraven c.q. worden ingeterpt. De onderhavige bestemmingsplanherziening heeft geen gevolgen voor de verkeerssituatie op of rondom het plangebied. Ten behoeve van een ruimere in- en uitrij mogelijkheid voor vrachtauto s wordt de bestemming voor het tankstation ten opzichte van het ter plaatse geldende bestemmingsplan iets uitgebreid met als gevolg dat de verbindende fietspaden enkele meters verlegd moeten worden. Tevens wordt in de naastliggende groenstrook met de bestemming verkeersdoeleinden de bouw van de LPG-tank mogelijk gemaakt. De tankauto s voor de bevoorrading van het verkooppunt krijgen een aparte opstelplaats, welke afgescheiden is van de verkeerscirculatie op het Industrieplein. De onderhavige planwijziging zal daarom verkeerstechnisch geen problemen opleveren. Milieu Bodem Gezien de historie van het terrein valt mogelijk bodemverontreiniging te vrezen(tankstation). Een nog uit te voeren (indicatief)bodemonderzoek zal hierover uitsluitsel moeten geven. De locatie ligt buiten de beschermzones van de Nijmeegse waterwingebieden. Modernisering van het verkooppunt aan de Industrieweg 52 levert uit milieu oogpunt geen extra bezwaren op. Het nieuwe station(inclusief LPG) zal aan de nieuwste richtlijnen moeten gaan voldoen. Geluid In het kader van de Wet Geluidhinder zijn geen procedures vereist voor de planherziening van dit verkooppunt voor motorbrandstoffen. Financiële uitvoerbaarheid. In beginsel zullen alle kosten die te maken hebben met de realisatie van dit plan voor rekening van de aanvrager komener zijn voor de gemeente Nijmegen aan de onderhavige bestemmingsplanherziening geen kosten verbonden. Inspraak en vooroverleg ex artikel 7 0 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening De bedrijven en omwonenden in de omgeving van het verkooppunt zijn bij brief van 6 september 1991 in de gelegenheid gesteld om tot 23 september 1991 schriftelijk op de de onderhavige bestemmingsplanherziening te reageren. Er zijn geen inspraakreacties ingekomen. In het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 zijn geen inhoudelijke reacties ingediend. De provinciale te brengen. Planologische Commissie adviseert het plan verder in procedure

9