Hof van Cassatie van België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hof van Cassatie van België"

Transcriptie

1 23 JUNI 2015 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P N I GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR bevoegd voor het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen, met kantoor te 8200 Brugge (Sint-Michiels), Koning Albert I-laan 1/2, bus 94, eiser tot herstel, eiser, tegen 1. WESTFRO nv, met zetel te 8840 Staden, Grote Veldstraat 114, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Karlijn LANNOO, met kantoor te 9810 Eke, Zagmanstraat 45, beklaagde, 2. D V, beklaagde, verweerders.

2 23 JUNI 2015 P N/2 II WESTFRO nv, voormeld, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Karlijn LANNOO, met kantoor te 9810 Eke, Zagmanstraat 45, beklaagde, eiseres, tegen GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR bevoegd voor het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen, voormeld, eiser tot herstel, verweerder. D V, voormeld, III beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederik Bruloot, advocaat bij de balie te Gent, tegen GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR bevoegd voor het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen, voormeld, eiser tot herstel, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, correctionele kamer, van 28 februari De eiser I voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan. De eiseres II voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan. De eiser III voert een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.

3 23 JUNI 2015 P N/3 Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Luc Decreus heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Grond van niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep I 1. De eisers II en III voeren aan dat het cassatieberoep I niet ontvankelijk is. Het werd immers wat betreft de verweerster I.1 niet betekend aan de aangestelde lasthebber ad hoc. Aangezien de beslissing over de herstelvordering een onsplitsbaar geschil is, leidt de niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep in zoverre gericht tegen de verweerster I.1 dan ook tot de niet-ontvankelijkheid van dit cassatieberoep in zoverre gericht tegen de verweerder I De eiser tot herstel is krachtens artikel 418, eerste lid, Wetboek van Strafvordering, zoals hier toepasselijk, verplicht zijn cassatieberoep te betekenen aan de partijen tegen wie het is gericht. 3. Uit de tekst van artikel 2bis Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering en de doelstelling van die bepaling een onafhankelijke verdediging van de rechtspersoon te waarborgen vloeit voort dat vanaf zijn aanstelling enkel de lasthebber ad hoc bevoegd is om de rechtspersoon in het strafproces te vertegenwoordigen. Daaruit volgt niet alleen dat de aangestelde lasthebber ad hoc als enige bevoegd is om namens de rechtspersoon te beslissen over het aanwenden van rechtsmiddelen, maar ook dat de betekening van een cassatieberoep aan een rechtspersoon voor wie een lasthebber ad hoc is aangesteld, slechts regelmatig is als die betekening gebeurde aan deze lasthebber ad hoc. 4. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat de eiser I zijn cassatieberoep heeft laten betekenen aan de voor de verweerster I.1 aangestelde lasthebber ad hoc. In zoverre gericht tegen de verweerster I.1 moet de grond van nietontvankelijkheid van het cassatieberoep I worden aangenomen.

4 23 JUNI 2015 P N/4 5. De artikelen 31 en 1084 Gerechtelijk Wetboek zijn niet van toepassing in strafzaken, ook niet als de strafgerechten uitspraak doen over de herstelvorderingen krachtens artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van de in die bepaling vermelde overheden. 6. De niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep van een eiser tot herstel tegen de beslissing op de herstelvordering met betrekking tot een beklaagde heeft niet de niet-ontvankelijkheid tot gevolg van dit cassatieberoep in zoverre gericht tegen een andere beklaagde. In zoverre gericht tegen de verweerder I.2 wordt de grond van nietontvankelijkheid van het cassatieberoep I verworpen. Ontvankelijkheid van de cassatieberoepen II en III 7. Het arrest verklaart de tegen de eisers II en III gerichte herstelvordering niet ontvankelijk. In zoverre de cassatieberoepen II en III ook tegen die beslissing zijn gericht, zijn ze bij gebrek aan belang niet ontvankelijk. Middel van de eiseres II en eerste middel van de eiser III 8. Het middel voert schending aan artikel 7.1 EVRM, artikel 15.1, derde zin, IVBPR, de artikelen 12 en 14 Grondwet, artikel 2, tweede lid, Strafwetboek en de artikelen 4.2.1, 4.2.2, en Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, alsmede miskenning van het algemeen rechtsbeginsel van de toepassing van de mildere strafwet: het arrest laat na op de telastlegging de nieuwe mildere strafbepalingen toe te passen zoals zij ten tijde van het arrest blijken uit de samenhang tussen de artikelen tot en met en 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de artikelen 3.1.1, 3.2, 4.1 en 5.5, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is (hierna Vrijstellingsbesluit 2010); het oordeel dat de toepassing van de mildere strafwet niet geldt ingeval van een ongewijzigd gebleven strafbepaling en een gewijzigd uitvoeringsbesluit, ook indien er ingevolge die wijziging geen strafbaar feit meer is, is strijdig met artikel 7.1

5 23 JUNI 2015 P N/5 EVRM en artikel 15.1, derde zin, IVBPR; het arrest laat na bij de beoordeling van de toepasselijkheid van de mildere strafwet de vraag te betrekken of het mildere uitvoeringsbesluit is ingegeven door een gewijzigd inzicht bij de decreetgever op het vlak van de strafwaardigheid; het arrest oordeelt bovendien ten onrechte dat de decreetgever de strafbepaling in strikte zin niet heeft gewijzigd; de strafbepaling werd immers op minstens drie relevante punten milder gemaakt; de vrijstelling van een stedenbouwkundige vergunning was volgens artikel 99, 2, Stedenbouwdecreet 1999 afhankelijk van de aard of omvang van de werken, handelingen of wijzigingen en dus niet van de concrete of potentiële ruimtelijke gevolgen, terwijl sinds de inwerkingtreding van het planningsdecreet van 27 maart 2009 en vervolgens op grond van artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de vrijstelling afhankelijk is van het tijdelijk of occasioneel karakter of de geringe ruimtelijke impact; daaruit en ook uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het de bedoeling was de vrijstelling van een stedenbouwkundige vergunning ruimer en duidelijker te regelen; gelet op die ruimere vrijstellingsregeling staat vast dat de in artikel 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervatte strafbepaling milder is dan die vervat in artikel 146, eerste lid, 1, Stedenbouwdecreet 1999; ook de invoering van een categorie van meldingsplichtige handelingen, naast de categorieen van vrijgestelde en vergunningsplichtige handelingen, leidt tot die conclusie; ten slotte blijkt ook uit de omschrijving in artikel 1.1.2, 7, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van het in artikel 6.1.1, eerste lid, 1, gehanteerde begrip handelingen als werkzaamheden of wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties en de expliciete vereiste van ruimtelijke impact dat de decreetgever een mildere strafbepaling heeft ingevoerd; ruimtelijke implicatie was niet vereist voor strafbaarheid op grond van artikel 146, eerste lid, 1, Stedenbouwdecreet 1999; uit de vervanging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is door het Vrijstellingsbesluit 2010 en de daardoor verruimde vrijstellingsregeling en de verdergaande vrijstellingsregeling met het wijzigend besluit van 17 januari 2014 blijkt wel degelijk het inzicht tot verzachting van de strafbepaling. In de mate dat het arrest zou hebben geoordeeld dat er geen mildere strafwet is, moet aan het Grondwettelijk Hof de volgende prejudiciële vraag worden gesteld:

6 23 JUNI 2015 P N/6 Worden de artikelen 12 en 14 Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 EVRM en artikel 15 IVBPR, geschonden door de artikelen 1.1.2, 7, en Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, doordat deze bepalingen een strafbaarstelling determineren op grond van de notie werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties, notie die zo vaag en ruim is dat zij de rechtsonderhorige niet op voorhand toelaten om het al dan niet strafbaar karakter van zijn daden in te schatten en bovendien aan de rechter te veel beoordelingsvrijheid laten om het al dan niet strafbaar karakter van een gedraging te bepalen, terwijl de referentienormen het gebruik van dergelijke notie als misdrijfbestanddeel niet toestaan en bovendien voor het gebruik van een ruimere notie dan in beginsel gebruikelijk en aanvaardbaar is, door de decreetgever geen enkele verantwoording werd gegeven noch zelf valt te onderkennen? 9. Artikel 7.1 EVRM bepaalt: Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of het nalaten geschiedde. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Artikel 15.1 IVBPR bepaalt: Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakt ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin, mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Indien, na het begaan van het strafbare feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren. Artikel 2 Strafwetboek bepaalt: Geen misdrijf kan worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het misdrijf werd gepleegd. Indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die welke ten tijde van het misdrijf was bepaald, wordt de minste zware straf toegepast. 10. De in deze bepalingen vervatte regel en het algemeen rechtsbeginsel van de toepassing van de mildere strafwet zijn enkel van toepassing indien de wet ten tijde van de rechterlijke beslissing verschilt van de wet ten tijde van het misdrijf. Die regel is niet van toepassing wanneer een uitvoeringsbesluit wordt vervangen

7 23 JUNI 2015 P N/7 door een ander uitvoeringsbesluit, zonder dat de wet zelf wordt gewijzigd. De feiten die ingevolge het eerste uitvoeringsbesluit strafbaar waren op het ogenblik van het plegen ervan, blijven strafbaar zelfs indien ze ingevolge een later uitvoeringsbesluit van dezelfde ongewijzigd gebleven wet, ten tijde van de rechterlijke beslissing geen strafbaar feit meer opleveren. Uit het ongewijzigd blijven van de strafbepaling blijkt het ongewijzigd inzicht van de wetgever op het vlak van bestraffing. Een wijziging van een uitvoeringsbesluit dat door zijn aard tijdelijk en veranderlijk is, doet daaraan niets af. In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. 11. Artikel 99, 2, Stedenbouwdecreet 1999 bepaalde dat de Vlaamse regering de lijst kon vaststellen van de werken, handelingen of wijzigingen waarvoor, wegens hun aard of omvang, geen stedenbouwkundige vergunning was vereist. Artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de Vlaamse regering de lijst bepaalt van de handelingen met een tijdelijk of occasioneel karakter of met een geringe ruimtelijke impact waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist. Noch uit deze decretale wijziging noch uit de wetsgeschiedenis ervan kan het inzicht van de decreetgever worden afgeleid om de voorwaarden voor strafbaarheid van handelingen, eertijds strafbaar gesteld door artikel 146, eerste lid, 1, Stedenbouwdecreet 1999 en thans door artikel 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, te milderen. Een dergelijk inzicht kan evenmin worden afgeleid uit het gebruik van het generieke begrip van handelingen in artikel 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de omschrijving ervan als werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties in artikel 1.1.2, 7, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in plaats van het gebruik van de begrippen handelingen, werken of wijzigingen in artikel 146, eerste lid, 1, Stedenbouwdecreet 1999, of uit de invoering van een categorie van meldingsplichtige handelingen, naast de categorieën van de vergunningsplichtige en de vrijgestelde handelingen. In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. 12. Artikel 12, tweede lid, Grondwet bepaalt dat niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft. Artikel 14

8 23 JUNI 2015 P N/8 Grondwet bepaalt dat geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet. Het in deze grondwetsbepalingen vervatte legaliteitsbeginsel in strafzaken is een grondrecht dat op geheel of gedeeltelijk analoge wijze wordt gewaarborgd door artikel 7.1 EVRM en artikel 15.1 IVBPR. Het Hof kan overeenkomstig artikel 26, 4, tweede lid, 2, Bijzondere Wet Grondwettelijk Hof onderzoeken of de betwiste strafbepaling de artikelen 12, tweede lid, en 14 Grondwet klaarblijkelijk niet schendt. 13. De legaliteit van een strafbepaling vereist dat ze voldoende toegankelijk is en op zichzelf of in context met andere bepalingen gelezen op voldoende precieze wijze de als strafbaar gestelde gedraging omschrijft, zodat de draagwijdte ervan redelijk voorzienbaar is. Het gegeven dat de rechter over een zekere beoordelingsvrijheid beschikt is op zich niet strijdig met die vereiste van redelijke voorzienbaarheid. Er moet immers rekening worden gehouden met het algemene karakter van wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. Het beginsel zelf van de algemeenheid van de wet brengt mee dat de bewoordingen ervan vaak geen absolute precisie kunnen hebben. Aan de vereiste van de redelijke voorzienbaarheid is voldaan als het voor de persoon op wie de strafbepaling toepasselijk is, mogelijk is om op grond van de strafbepaling en zo nodig met behulp van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges de handelingen en verzuimen te kennen die zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid meebrengen. 14. Artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang worden gebracht. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op die manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

9 23 JUNI 2015 P N/9 In het Nederlands betekent implicatie verwikkeling in een zaak, dat wat in iets opgesloten ligt, wat het meebrengt of het geïmpliceerd zijn. Gelet op de doelstelling van de ruimtelijke ordening als omschreven in artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de voormelde spraakgebruikelijke betekenis van het woord implicatie, laat het begrip werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties eenieder voldoende toe te weten welke handelingen of welke verzuimen tot zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid op grond van artikel 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen leiden. 15. Uit het voorgaande volgt dat de omschrijving van het begrip handelingen door artikel 1.1.2, 7, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening als werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties en het gebruik van dit begrip in artikel eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennelijk voldoende nauwkeurig is en de artikelen 12, tweede lid, en 14 Grondwet, artikel 7.1 EVRM en artikel 15.1 IVBPR klaarblijkelijk niet schendt. De prejudiciële vraag dient overeenkomstig artikel 26, 4, tweede lid, 2, Bijzondere Wet Grondwettelijk Hof niet te worden gesteld. Tweede middel van de eiser III 16. Het middel voert schending aan van artikel 149 Grondwet, artikel 5 Strafwetboek, artikel 146, eerste lid, 1, Stedenbouwdecreet 1999 en artikel 6.1.1, eerste lid, 1, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: het arrest is wat betreft de beoordeling van het moreel misdrijfbestanddeel tegenstrijdig gemotiveerd; het oordeelt, enerzijds, dat de telastlegging algemeen opzet vereist wat een wetens en willens handelen veronderstelt, anderzijds, dat aan de voor het misdrijf vereiste schuldvorm is voldaan wanneer de eisers II en III handelen in strijd met wat een normaal en zorgvuldig en vooruitziende persoon, geplaatst in dezelfde feitelijke omstandigheden, zou hebben gedaan, waarmee wordt aangegeven dat onachtzaamheid volstaat; het oordeelt bovendien dat de eiser III zich kon en diende te informeren of een stedenbouwkundige vergunning voor de omvangrijke werken was vereist en neemt aldus een gebrek aan voorzichtigheid in aanmerking voor een misdrijf dat algemeen opzet vereist; minstens is de voormelde motivering dubbel-

10 23 JUNI 2015 P N/10 zinnig of onduidelijk en belet ze het Hof zijn wettigheidstoezicht uit te oefenen; de in aanmerking te nemen schuldvorm is nochtans algemeen opzet en onachtzaamheid volstaat niet; de dader moet weten dat hij het misdrijf pleegt en dit ook willen; een algemeen opzet kan niet worden afgeleid uit een handelen uit vrije wil en een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid; het arrest verantwoordt niet waarom het de strafuitsluitingsgrond van artikel 5, tweede lid, Strafwetboek niet toepast; het enkele gegeven dat de eiser III wetens en willens heeft gehandeld, verplicht de rechter niet, die over een appreciatiemarge beschikt, de eisers II en III te straffen. 17. Wanneer een beklaagde het bestaan van een constitutief element van een ten laste gelegd misdrijf betwist, zonder evenwel daarover expliciet te concluderen, miskent de rechter de motiveringsplicht niet door zonder opgave van reden het tegenovergestelde te beslissen. In zoverre faalt het middel naar recht. 18. Het arrest oordeelt dat er sprake is van een bewust en vrijwillig handelen bij het plegen van de materiële handeling, die als uiting van de vrije en bewuste wil van de betrokkenen moet worden aangezien, wanneer zij het bestaan van een schulduitsluitings- of rechtvaardigingsgrond niet aannemelijk maken. Het oordeelt ook dat wanneer de beklaagden handelen in strijd met wat een normaal zorgvuldig en vooruitziend persoon, geplaatst in dezelfde feitelijke omstandigheden zou hebben gedaan, aan deze schuldvorm is voldaan. Het arrest stelt evenwel vast dat de eiser III de feiten wetens en willens heeft gepleegd, zonder zich op deze redenen te steunen. Aldus is het middel gericht tegen overtollige motieven en is het in zoverre niet ontvankelijk. 19. Met de reden dat de eiser III zich desgevallend voldoende kon en diende te informeren of voor dergelijke omvangrijke werken een stedenbouwkundige vergunning vereist was, oordeelt het arrest niet dat het moreel bestanddeel van het aan de eiser III verweten misdrijf in onachtzaamheid bestaat, maar geeft het te kennen dat de aangevoerde grond van onwetendheid niet aannemelijk is. In zoverre berust het middel op een onjuiste lezing van het arrest en mist het feitelijke grondslag.

11 23 JUNI 2015 P N/ Het arrest oordeelt zonder tegenstrijdigheid of onduidelijkheid en zonder het Hof te beletten zijn wettigheidstoezicht uit te oefenen dat de eiser III de feiten wetens en willens heeft gepleegd. In zoverre mist het middel feitelijke grondslag. 21. In zoverre het middel opkomt tegen het onaantastbaar oordeel in feite dat de eiser III de feiten wetens en willens heeft gepleegd, is het niet ontvankelijk. 22. Uit de wetsgeschiedenis en de doelstelling van artikel 5, tweede lid, Strafwetboek volgt dat indien de rechter bij de beoordeling van de door die bepaling ingevoerde strafuitsluitingsgrond vaststelt dat de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en willens heeft gepleegd, hij zowel de rechtspersoon als die natuurlijke persoon moet veroordelen. Artikel 5, tweede lid, Strafwetboek laat immers niet toe dat in dat geval de rechter naar eigen inzicht oordeelt of hij zowel de rechtspersoon als de natuurlijke persoon dan wel één van hen zal veroordelen. In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. Ambtshalve middel met betrekking tot de lastens de verweerder I.2 uitgesproken herstelvordering Geschonden wettelijke bepaling - artikel 149, 1 en 2, Stedenbouwdecreet Krachtens het hier toepasselijke artikel 149, 2, Stedenbouwdecreet 1999 wordt de herstelvordering ingeleid bij gewone brief, in naam van het Vlaamse Gewest of van het college van burgemeester en schepenen, door de stedenbouwkundige inspecteurs en de aangestelden van het college van burgemeester en schepenen. De herstelvorderende overheid kan de herstelvordering in de loop van het geding steeds wijzigen. 24. Volgens het hier toepasselijke artikel 149, 1, eerste lid, Stedenbouwdecreet 1999 vereist de herstelvordering het eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid, thans Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid (hierna HRHB). Dit voorafgaand advies is een ontvankelijkheidsvereiste van de herstel-

12 23 JUNI 2015 P N/12 vordering. De herstelvorderende overheid kan haar vordering bij het parket slechts op ontvankelijke wijze inleiden na dit advies te hebben ingewonnen. 25. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat: - de eiser per brief van 8 december 2008 aan het parket heeft meegedeeld dat hij in dit dossier een herstelvordering wenste in te leiden, dat die vordering op hetzelfde tijdstip werd voorgelegd aan de HRHB met het oog op het verkrijgen van het eensluidend advies en dat dit advies samen met de vordering zou worden overgemaakt van zodra het advies was verstrekt; - de HRHB op 19 januari 2009 een eensluidend advies heeft verleend; - de eiser per brief van 19 februari 2009 het advies van de HRHB aan het parket heeft overgemaakt met de mededeling: In aansluiting op mijn zending d.d met de herstelvordering in dit dossier maak ik u hierbij het eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid over. Mag ik u verzoeken mij op de hoogte te houden van het verdere verloop van dit dossier. 26. Uit de samenhang tussen deze stukken volgt dat de eiser I met de brief van 8 december 2008 aan het parket enkel heeft meegedeeld dat de HRHB om advies zou worden gevraagd met betrekking tot het herstel dat hij wenste te vorderen en dat de herstelvordering bijgevolg niet per brief van 8 december 2008, maar wel bij brief van 19 februari 2009, na ontvangst van het advies van de HRHB, bij het parket werd ingeleid. 27. De appelrechters die oordelen dat het advies niet voorafgaand aan het inleiden van de herstelvordering bij het parket werd ingewonnen en verkregen, zodat de herstelvordering niet ontvankelijk is, verantwoorden die beslissing niet naar recht. Middel van de eiser I 28. In zoverre het betrekking heeft op de ten laste van de verweerster I.1 uitgesproken herstelvordering, houdt het middel geen verband met de ontvankelijkheid van het cassatieberoep en in zoverre het betrekking heeft op de ten laste van de verweerder I.2 uitgesproken herstelvordering, kan het niet leiden tot cassatie zonder verwijzing.

13 23 JUNI 2015 P N/13 Het middel behoeft geen antwoord. Ambtshalve onderzoek van de beslissingen op de strafvordering voor het overige 29. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissingen zijn overeenkomstig de wet gewezen. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het met betrekking tot de verweerder I.2 oordeelt dat de herstelvordering niet ontvankelijk is. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest. Verwerpt het cassatieberoep I voor het overige. Verwerpt de cassatieberoepen II en III. Veroordeelt het Vlaamse Gewest tot de helft van de kosten van het cassatieberoep I. Veroordeelt de verweerder I.2 tot de overige kosten van dit cassatieberoep. Veroordeelt de eisers II en III tot de kosten van hun cassatieberoep. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen. Bepaalt de kosten in het geheel op 1045,14 euro waarvan op het cassatieberoep I 483,01 euro verschuldigd is en 434,85 euro betaald werd en op de cassatieberoepen II en III telkens 63,64 euro verschuldigd is. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit voorzitter Paul Maffei, als voorzitter, afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, de raadsheren Filip Van Volsem, Alain Bloch en Sidney Berneman, en op de openbare rechtszitting van 23 juni 2015 uitgesproken door voorzitter Paul Maffei, in aanwezigheid van advocaat-generaal Luc Decreus, met bijstand van griffier Frank Adriaensen.

14 23 JUNI 2015 P N/14 F. Adriaensen S. Berneman A. Bloch F. Van Volsem L. Van hoogenbemt P. Maffei

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0397.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0397.N 1. L F E V P, beklaagde, 2. G E V P, beklaagde, eisers, met als raadslieden mr. Wim De Cuyper en mr. Koenraad Van De Sijpe,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.14.1532.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1532.N 1. P A J D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Bruno Van Cauwenbergh, advocaat bij de balie te Dendermonde, 2. ARANTIS bvba,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0512.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0512.N 1. M M J V, beklaagde, 2. IMMO LEDUC DE HAMONT nv, met zetel te 3724 Kortessem, Leopold III-straat 113, beklaagde, eisers,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1066.N I A A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Louis De Groote, advocaat bij de balie te Gent. II J-C P D, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0788.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0788.N A V, terbeschikkinggestelde van de strafuitvoeringsrechtbank, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.0726.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0726.N I C S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederika Van Swygenhoven, advocaat bij de balie te Hasselt, tegen 1. A D

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2015 P.15.0321.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0321.N F. S., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Boonen, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 MEI 2017 P.17.0186.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0186.N E G, alias D Z, alias J G, alias M H, alias E B, alias E B, alias D B, zonder gekende woon- of verblijfplaats, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 OKTOBER 2015 P.15.0558.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0558.N J J R D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eline Tritsmans, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MEI 2014 P.13.1776.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1776.N B M J P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Chris Vandebroeck, advocaat bij de balie te Leuven. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.09.1627.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.1627.N W. L. F. C., beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Frank Verbruggen en mr. Dirk De Maeseneer, advocaten bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.14.0406.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0406.N I R D F, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen K D K, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.13.1661.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr.P.13.1661.N A B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joris De Wortelaer, advocaat bij de balie te Leuven, tegen ALLIANZ BELGIUM nv, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0768.N 1. GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest, met kantoor te 1210 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 OKTOBER 2012 P.12.0487.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0487.N I ARGENTA ASSURANTIES nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, vrijwillig tussenkomende partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.0954.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0954.N A J M D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jan Van Leuven, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen Y TANG, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 SEPTEMBER 2015 P.14.0900.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0900.N N S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joost Peeters, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2015 P.13.0845.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0845.N 1 K R E S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen 1. C G, 2. ETHIAS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1258.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1258.N G M V, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Steven Renette en mr. Bjorn Reynders, advocaten bij de balie te Hasselt.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1362.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1362.N 1. W F V, beklaagde, 2. HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde en burgerrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 SEPTEMBER 2006 P.05.1663.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1663.N 1. V D F S, beklaagde, met als raadsman Mr. Lieven Diependaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, 2. GARAGE CARROSSERIE

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1000.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1000.N D R C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Anne De Clerck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2015 P.13.1040.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1040.N UCB nv, met zetel te 1070 Brussel (Anderlecht), Researchlaan 60, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.12.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0355.N WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 9000 Gent, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, eiser tot herstel, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JUNI 2014 P.14.0280.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0280.N 1. P J P D L, beklaagde, 2. S I D L, beklaagde, eisers, beiden met als raadsman mr. Tom Decaigny, advocaat bij de balie te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.14.1192.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1192.N H E H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Katrien Van Den Steene, advocaat bij de balie te Dendermonde, tegen K S,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2013 P.13.0980.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0980.N A M Y L V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Cavit Yurt, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1936.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1936.N K E L D, inverdenkinggestelde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, en mr. Philip

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1281.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1281.N 1. S D, 2. N D, beide eisers met als raadsman mr. Daniël Crabeels, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8400 Oostende,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JANUARI 2014 P.13.1332.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1332.N J E C, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gert Warson, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 NOVEMBER 2015 P.14.1274.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1274.N L G P H, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Antoon Lust en mr. Jelle Snauwaert, beiden advocaten bij de balie te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.12.1683.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1683.N 1. L C J D R, beklaagde, eiser, 2. VAN GANSEWINKEL nv, met zetel te 2400 Mol, Berkebossenlaan 7, beklaagde, burgerrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 NOVEMBER 2015 P.15.0880.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0880.N H J, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Herman Baron, advocaat bij de balie te Ieper, tegen H W, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 APRIL 2016 P.15.0005.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0005.N C G P P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Koenraad Compernolle, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8340

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.15.0305.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0305.N 1. SCHIETTECATTE nv, met zetel te 9700 Oudenaarde, Wijnendaele 89, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Wim De Cuyper,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 NOVEMBER 2018 P.18.0339.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0339.N B B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Len Augustyns, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.13.1660.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1660.N I E N, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, II A C S, beklaagde, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2011 P.11.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0599.N R. H. E. G., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Cies Gysen, advocaat bij de balie te Mechelen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2013 P.12.1645.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1645.N I A D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jan Bergé, advocaat bij de balie te Leuven, met kantoor te 3000 Leuven, Naamsestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.14.0844.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0844.N 1. V L A V H,, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luc Savelkoul, advocaat bij de balie te Hasselt, 2. A A A R C B, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2012 P.12.0107.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0107.N I 1. K. O. D. O., beklaagde, 2. R. S., beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Tanja Van den Bossche, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2016 P.14.0992.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0992.N I B G A K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9031 Drongen,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Gelijktijdige strafbaarstelling van rechtspersoon en natuurlijke persoon. Voorwaarde. Vaststelling van fout Datum 23 september 2008 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 MEI 2017 P.14.0605.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0605.N Y F M M D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luc Boxstaele, advocaat bij de balie te Gent, tegen CRELAN nv, met zetel te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 MAART 2014 P.12.1719.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1719.N I C.K. TYRES & SERVICE bvba, met zetel te 8970 Poperinge, Ouderdomseweg 28, in staat van faillissement, met als lasthebber

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1894.N J E P V P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sigfried Sergeant, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. C P, 2. P

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Sociaal strafrecht. Arbeidsinspectie. Sociale inspecteurs. Bevoegdheden. Draagwijdte. Gevolg. Verhoor mits bijstand van advocaat Datum 17 april 2012 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 SEPTEMBER 2016 P.16.0052.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0052.N 1. RTS bvba, met zetel te 8210 Zedelgem, Remi Claeysstraat 23, beklaagde, 2. S F W R, beklaagde, eisers, beiden met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1402.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1402.N P J L G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Willy Moors, advocaat bij de balie te Mechelen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MEI 2012 P.12.0087.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0087.N D. P., beklaagde, gedetineerd, eiser, tegen 1. T. C., 2. J. S., 3. A. B., 4. P. D. C., 5. G. B., 15 MEI 2012 P.12.0087.N/2 6.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2011 P.11.0312.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0312.N WOONINSPECTEUR, bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest, met kantoor te 3000 Leuven, Blijde Inkomststraat 105,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.13.0485.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0485.N L J C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Katia Bouve, advocaat bij de balie te Brugge, tegen STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2012 P.10.2021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2021.N I 1. J S, beklaagde, 2. K S, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2015 P.15.0714.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0714.N 1. J B, beklaagde, 2. TDG MOND nv, thans NORBERT DENTRESSANGLE LOGISTICS WELKENRAEDT nv, met zetel te 4840 Welkenraedt,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2016 P.15.1639.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1639.N I M B, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Kris Luyckx en mr. Bart Verbelen, advocaten bij de balie te Antwerpen, II

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2013 P.12.1188.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1188.N T W K D C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jean-Baptiste Petitat, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor 8310

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.15.0399.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.15.0399.N K A V, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 OKTOBER 2013 P.12.1940.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1940.N J B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen S B, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.15.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1103.N P J A V D B, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2012 P.11.1061.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1061.N I D. J. V., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Katia Bouve, advocaat bij de balie te Brugge. II AUTOBEDRIJF VIAENE nv,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0494.N I A. O. B. C., beklaagde, eiser. II CONSULTING & PROSPECTION INTERNATIONAL nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Tabaksvest 95/5,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2014 P.14.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0184.N N L A S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Pascal Vanderosieren, advocaat bij de balie te Brussel, met kantoor te 3090

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2015 P.14.1293.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1293.N G F, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Andy Boermans, advocaat bij de balie te Turnhout, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 OKTOBER 2010 P.09.0963.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.0963.N G. M. J. M. S., eiser, met als raadslieden mr. Steven Vandebroek en mr. Johan Nulens, advocaten bij de balie te Hasselt,

Nadere informatie

r : j :ie i 1 1zo18'd

r : j :ie i 1 1zo18'd r : j :ie i 1 1zo18'd aan 2 OKTOBER2018 P.18.0276.N/l R.R.D. &.-15!_ r;:!'j( Blz. Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0276.N 1 /111-t :'> 1. wonende te, geboren te op A!tftY 2., geboren te op wonende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 FEBRUARI 2019 P.18.1028.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1028.N J J M S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie Antwerpen, tegen 1. D W, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.13.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1066.N R D, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. N D, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2016 P.16.0346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0346.N M A A A K alias M A K alias M alias G, verdachte, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Zouhaier Chihaoui, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 APRIL 2014 P.12.2077.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2077.N I 1. P M S N, 2. J R C, 3. J W P M, 1. P M, eisers, met als raadsman mr. Wim De Brock, advocaat bij de balie te Gent, II 8

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2017 P.16.0048.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0048.N M. J. L. V.L., beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jan Ghysels, advocaat bij de balie te Brussel, tegen B. F., burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van Belgie

Hof van Cassatie van Belgie 28 NOVEMBER 2014 C. 12.0310.N/1 Hof van Cassatie van Belgie Arrest Nr. C.12.0310.N, handelend in zijn hoedanigheid van Gewestelijk Stedenbouwkundige inspecteur bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie