( 33 Verbs: The Use of the Lexicon in the Location ans Translation of Verbs is niet uitgewerkt)
|
|
- Albert Dekker
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LES 12 INLEIDING WERKWOORDEN Kelley lesson XII: 29 Verbs: General Characteristics, p Verbs: The Qal Perfect of the Strong Verb, p Verbs: The Meaning of the Perfect, p Verbs: Word Order in Verbal Sentences, p. 87 ( 33 Verbs: The Use of the Lexicon in the Location ans Translation of Verbs is niet uitgewerkt) Doel van deze les: een algemeen begrip krijgen van Hebreeuwse werkwoorden, het onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden kennen, de werkwoordsvormen van de qal perfectum uit het hoofd kennen. Algemene kenmerken In het Hebreeuws maken we onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden. De sterke werkwoorden vormen één groep terwijl de zwakke werkwoorden worden onderverdeeld in tien verschillende groepen. De hier genoemde algemene kenmerken gelden voor zowel de sterke als de zwakke werkwoorden. Onze taal past bij ons 'Griekse' denken: zinnen staan in een exacte tijdsaanduiding. Bijvoorbeeld: ik loop (onvoltooid tegenwoordige tijd) ik heb gelopen (voltooid tegenwoordige tijd) ik liep (onvoltooid verleden tijd) ik had gelopen (voltooid verleden tijd) ik zal lopen (onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd) In het Hebreeuws is dat niet zo en is de tijdsaanduiding van een werkwoord afhankelijk van de context waarin het staat. Toch kent het Hebreeuws twee tijden, het perfectum en het imperfectum. Het verschil tussen beide is niet zozeer de tijd (verleden, tegenwoordig of toekomend) maar wel of de handeling al dan niet voltooid is. Het perfectum geeft over het algemeen een voltooide handeling weer (en heeft daarom dus vaak betrekking op het verleden); het imperfectum geef een onvoltooide handeling weer (en heeft daarom meestal betrekking op het heden en de toekomst). ( 30.1) Wanneer werkwoorden niet in een zin staan, zoals in een grammaticaboek, kun je dus moeilijk de tijdsaanduiding bepalen. In die gevallen wordt daarom aan elke vorm van het werkwoord de meest voor de hand liggende tijd toegewezen ( 29.9): De perfectum-vormen van het Hebreeuwse werkwoord vertalen we in de onvoltooid verleden tijd (ik liep). Dit is de kortste vorm die doet vermoeden dat de handeling is voltooid, ook al is dat niet expliciet aangegeven. En omdat het voltooid zijn niet nadrukkelijk is aangegeven noemen we deze vorm in het Nederlands toch onvoltooid. Correcter zou het dus zijn om deze vorm te vertalen met een voltooide tegenwoordige of verleden tijd (ik heb / had gelopen) maar omdat deze vertaling langer is, wordt daar niet voor gekozen bij losstaande werkwoordsvormen. De imperfectum-vormen vertalen we in de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd (ik zal lopen). (Daarover in een volgende les meer.) De eenvoudigste vorm van de meeste Hebreeuwse werkwoorden, de vorm waaronder ze ook in een woordenboek zijn opgenomen, is de qal perfectum, 3 e persoonsvorm mannelijk enkelvoud (afgekort: Qal perf. 3ms). Het woord qal, in het Hebreeuws lq', komt van het werkwoord ll;q' (qalàl) en betekent licht maken / zijn. ( 29.1) Gewoonlijk bestaat de werkwoordsvorm Qal perf. 3ms uit drie consonanten en twee vocalen; twee lettergrepen dus. De klemtoon ligt op de laatste lettergreep. De eerste lettergreep is open en heeft als vocaal een qámets. De tweede lettergreep is gesloten en heeft een pátach als klinker. Dus: ; '. Dit is het geval bij alle sterke werkwoorden. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 1 VAN 6
2 Echter als de tweede lettergreep op een a of h eindigt (bij zwakke werkwoorden), is deze open en dan wordt de klinker verlengd van een pátach naar een qámets. Dus: a ' ' en h ' ' ( 29.2) lk;a' hij at bv;y" hij zat hy"h' hij was rm;a' hij zei af'n" hij pakte op hf'[' hij deed; hij maakte Bij de werkwoorden is nog een andere onderverdeling te maken, namelijk in actieve (fiëntische) en statische (stativische). De actieve werkwoorden geven een handeling of gebeuren weer (en hebben een lijdend voorwerp bij zich). De statische werkwoorden geven een toestand, eigenschap of gevoel weer (zonder lijdend voorwerp). Enkele van de statische werkwoorden voldoen niet aan de structuur zoals in het vorige punt genoemd. De tweede lettergreep heeft dan als klinker een tséree of chólem, dus e ' of o '. ( 29.3) Voorbeelden van statische werkwoorden: ld;g" hij was groot!qez" hij was oud lkoy" hij kon qz:x' hij was sterk arey" hij was bang!joq' hij was klein Zwakke werkwoorden Met de algemene kenmerken van zwakke werkwoorden kunnen we de zwakke van de sterke werkwoorden onderscheiden. Na deze les zullen we verder gaan met de sterke werkwoorden alvorens alle vormen van de zwakke werkwoorden te behandelen (vanaf les 22, Kelley XXII). Aan de eenvoudige vorm van het werkwoord, de Qal perf. 3ms, kunnen we zien of het werkwoord sterk of zwak is. Zwak zijn werkwoorden die: - een gutturaal (a, h, x, [ en soms een r) bevatten of - die als eerste consonant een y, w of n hebben of - die een gelijke tweede en derde consonant hebben. ( 29.5) Ook zwak zijn werkwoorden die maar uit één lettergreep bestaan. Ze hebben een w of y als middelste consonant die onderdeel is van een lange klinker. Eigenlijk is die w of y dus geen consonant maar een leesmoeder en daarom worden deze werkwoorden ook wel holle wortels genoemd. In het woordenboek staan ze niet in de vorm qal perf. 3ms omdat in die vervoeging de middelste consonant vervalt. De eenvoudigste vorm waarbij die middelste consonant wel zichtbaar is en waaronder deze werkwoorden in het woordenboek voorkomen is de qal infinitivus constructus de onbepaalde wijs, een vorm die later ter sprake komt. ( 29.4) Voorbeeld: ~q' (qal perf. 3ms, hij stond op) ~Wq (qal inf. cons., het opstaan) De zwakke werkwoorden zijn ingedeeld in tien groepen die per groep dezelfde eigenschappen hebben als ze worden verbogen in de verschillende werkwoordsvormen. Die groepen hebben een eigenaardige aanduiding, die is afgeleid van het werkwoord l[;p' (maken; doen) dat als voorbeeld wordt gebruikt. De groep werkwoorden die als eerste consonant een gutturaal heeft, worden bijvoorbeeld p- gutturaal werkwoorden genoemd, naar de eerste consonant p van het werkwoord l[;p'. Zo wordt de groep waarbij de derde consonant een a is aœœl-werkwoorden genoemd, naar de derde consonant l van l[;p'. (De tekentjes ŒŒ geven aan dat het een afkorting is: aœœl; is dus van rechts naar links dm,lä'.) Een modernere aanduiding van de groepen maakt geen gebruik meer van het werkwoord l[;p' maar duidt de eerste, tweede en derde consonant aan met I, II en III. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 2 VAN 6
3 We onderscheiden de volgende tien groepen zwakke werkwoorden ( 29.6): klassiek modern p-gutturaal I-gutturaal [-gutturaal II-gutturaal l-gutturaal III-gutturaal aœœp I-a nœœp I-n ywœœp I-w / I-y [ŒŒ[ (dubbel-[) geminate verbs ywœœ[ II-w / II-y hœœl III-h III-a aœœl ww. met gelijke tweede en derde consonant Er zijn ook werkwoorden die om meer dan één reden zwak zijn. Die vertonen dan de eigenaardigheden van meer dan één van de genoemde tien groepen. ( 29.7) Qal perfectum vormen ( 30) Tot nu toe hebben we het over de 3 e persoon enkelvoud gehad van het werkwoord in de qal perfectum (hij liep). Dat is de meest eenvoudige vorm van het werkwoord. De werkwoordsvormen voor de 1 e persoon enkelvoud (ik liep) en 2 e persoon enkelvoud (jij liep) worden gevormd door aan het werkwoord in de 3 e persoon voornaamwoordelijke suffixen toe te voegen; achtervoegsels dus die geslacht en getal aanduiden. Deze suffixen zijn afgeleid van de persoonlijke voornaamwoorden. Hieronder nogmaals de persoonlijke voornaamwoorden uit les 9: s p f m f m 3 ayhi awh zij hij 2 T.a; ht'a; jij jij 1 ykinoa' ynia] ik 3 hn"he+!he hm'he+ ~he zij zij 2 hn"te+a;!t,a; ~T,a; jullie jullie 1 Wna] Wnx.n:= Wnx.n:=a] wij Onderstaand de voornaamwoordelijke suffixen voor de perfectum-vormen die zijn afgeleid van de persoonlijke voornaamwoorden ( 30.2): s p f m f m 3 h ' (geen) zij hij 2 T. T' jij jij 1 yti ik 3 W zij 2!T, ~T, jullie jullie 1 Wn wij CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 3 VAN 6
4 Wanneer we deze voornaamwoordelijke suffixen toevoegen aan de Qal perf. 3ms van het werkwoord lj;q' (hij doodde), krijgen we het volgende resultaat ( 30.3): s p f m f m 3 hl'j.q") lj;q' zij doodde hij doodde 2 T.l.j;q' T'l.j;äq' jij doodde jij doodde 1 ytil.j;äq' ik doodde 3 Wlj.q") zij doodden 2!T,l.j;q. ~T,l.j;q. jullie doodden jullie doodden 1 Wnl.j;äq' wij doodden Klinkerveranderingen bij sterke werkwoorden ( 30.4) Met het toevoegen van een suffix veranderen de klinkers van het werkwoord. De regels voor deze klinkerveranderingen zijn ook van belang om later andere verbuigingen van het werkwoord te maken. We maken voor die veranderingen onderscheid in suffixen die beginnen met een vocaal (klinker) en die beginnen met een consonant. Om het niet te ingewikkeld te maken, zijn de regels beperkt tot die voor de sterke werkwoorden (die de vorm ; ' hebben). Voor alle suffixen die met een klinker beginnen (in het perfectum: h ' en W) geldt: De suffix krijgt de klemtoon en haalt hem dus weg bij de tweede lettergreep van het werkwoord. Omdat de suffix met een klinker begint, 'gebruikt' hij de laatste consonant van het werkwoord om een lettergreep te maken. De nu één na laatste lettergreep wordt daardoor een open lettergreep. De korte klinker in die open lettergreep vervluchtigt (wordt een bewegende sj e wá). De eerste lettergreep van het woord heeft een lange klinker en deze krijgt een méttek (teken voor bijklemtoon) omdat hij nu vlak voor een sj e wá staat. Voorbeeld: rm;v' + h ' (1) hr'm;v' (2) hr'm.v' (3) hr'm.v'( (1) Aan het werkwoord rm;v' (hij bewaakte) in de Qal perf. 3ms wordt de vocale suffix h ' toegevoegd om zodoende het werkwoord te verbuigen tot de vorm Qal perf. 3fs (zij bewaakte). Met het toevoegen van de suffix hoort de r van de voorlaatste lettergreep nu bij de laatste lettergreep (hr'). De voorlaatste lettergreep verandert zo van een gesloten (rm;) naar een open lettergreep (m;). Met het toevoegen van de suffix verschuift de klemtoon naar de laatste lettergreep (hr'). (2) De voorlaatste lettergreep (m;) is nu een open lettergreep met een korte klinker zonder klemtoon, en dat is geen geldige lettergreep. Daarom wordt de klinker in die lettergreep vluchtig (m; wordt m.). Deze m. is zelf geen lettergreep; hij hoort bij de laatste lettergreep en daarmee wordt die laatste lettergreep hr'm.. (3) Omdat de klinker die vooraf gaat aan de bewegende sj e wá lang is, krijgt deze een bijklemtoon en wordt dus voorzien van een méttek. De overige suffixen, die met een consonant beginnen: De laatste consonant van het werkwoord krijgt een bewegende sj e wá, om de lettergrepen te scheiden. Alleen de suffixen ~T, en!t, trekken de klemtoon naar zich toe. Een lange klinker in een open lettergreep die twee of meer lettergrepen voor de beklemtoonde lettergreep staat, wordt vervangen door een sj e wá. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 4 VAN 6
5 rm;v' + T' (1) T'r.m;v' (2) T'r.m;äv' rm;v' + ~T, (3) ~T,r.m;v' (4) ~T,r.m;v. (1) Aan het werkwoord rm;v' (hij bewaakte) in de Qal perf. 3ms wordt de suffix T' toegevoegd om zodoende het werkwoord te verbuigen tot de vorm Qal perf. 2ms (jij bewaakte). Deze suffix vormt zelf een open lettergreep met een lange klinker en dat is een geldige lettergreep. Omdat de r nu het einde van een lettergreep is en er nog een lettergreep op volgt, krijgt hij een stille sj e wá die dient als lettergreepscheider. (2) Hoewel T' nu de laatste lettergreep van het woord is, krijgt deze niet de klemtoon. De klemtoon blijft staan op de lettergreep rm; en daarom wordt die klinker voorzien van een klemtoonteken. (3) Aan het werkwoord rm;v' (hij bewaakte) in de Qal perf. 3ms wordt de suffix ~T, toegevoegd om zodoende het werkwoord te verbuigen tot de vorm Qal perf. 2mp (jullie bewaakten). Deze suffix vormt zelf een gesloten lettergreep met een korte klinker en dat is een geldige lettergreep. Omdat de r nu het einde van een lettergreep is en er nog een lettergreep op volgt, krijgt hij een stille sj e wá die dient als lettergreepscheider. (4) Deze suffix krijgt wél de klemtoon en neemt hem dus af van de lettergreep rm;; de klemtoon ligt op de laatste lettergreep van het woord. De eerste lettergreep v' staat nu twee lettergrepen vóór de beklemtoonde lettergreep. De klinker van die eerste lettergreep vervluchtigt daarom: v.. Betekenis van het perfectum ( 31) Een werkwoord, ook in het perfectum, kan al naar gelang de context in de verleden, tegenwoordige of toekomende tijd worden vertaald. Zoals hiervoor al opgemerkt, geeft het perfectum over het algemeen een voltooide handeling weer en heeft daarom dus vaak betrekking op het verleden. Eenvoudige handelingen worden vertaald naar de onvoltooid verleden tijd. ( 31.1,1)!D" Amv. ha'r>q'(!ke-l[; daarom noemde zij zijn naam Dan (Genesis 30:6) #[eh'-!mi yli-hn"t.n") awhi zij gaf aan mij van de boom (Genesis 3:12) ~yhil{a/ ar"b' tyviareb. in een begin schiep God (Genesis 1:1) Of ze worden vertaald naar een voltooid verleden tijd. ( 31.1,2) rm'a' rv,a]k; hr"f'-ta, dq:p' y"yw: la'v' rv,a] ry[ih'-ta, Al Wnt.n") en de HEERE bezocht Sara zoals hij gezegd had (Genesis 21:1) en zij gaven aan hem de stad welke hij gevraagd had (Jozua 19:50) In het geval het een statisch werkwoord betreft, dat dus een toestand, eigenschap of gevoel weergeeft, kan het in de onvoltooid tegenwoordige tijd worden vertaald. ( 31.1,3) W[d"åy" al{ ~Alv' %r<d<å een weg van vrede kennen zij niet (Jesaja 59:8) T'n>q:åz" ht'a; hnehi zie, jij bent oud (1 Samuël 8:5) y"y> rm;a' ~k,t.a, ytib.h;äa' Ik houd van jullie, zegt de HEERE (Maléachi 1:2) Wanneer we aan een perfectum-werkwoord als prefix het voegwoord w. (wawcopulativum) toevoegen, wordt dat een perfectum consecutivum (een perfectum dat gevolg aanduidt) genoemd. Het werkwoord wordt dan gebruikt in een reeks van opvolgende gebeurtenissen. Gewoonlijk krijgt het dan een vertaling in de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd. ( 31.1,4) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 5 VAN 6
6 tb'v;h;-ta, laer"f.yi-yneb. Wrm.v'w> en de kinderen Israël's zullen de sjabbat onderhouden (Exodus 31:16) yt;boa]-~[i ytib.kä;v'w> en ik zal liggen bij mijn vaderen (Genesis 47:30) Merk op dat het werkwoord en het onderwerp overeenkomen voor wat betreft persoonsvorm, geslacht en getal. Dat geldt overigens niet alleen voor de perfectum-vormen maar voor alle werkwoorden. ( 31.2) Het is niet nodig apart een persoonlijk voornaamwoord te schrijven vóór het werkwoord omdat de verbuiging van het werkwoord de betreffende persoon al herkenbaar aangeeft. Wanneer we het toch tegenkomen dat er bij het werkwoord een persoonlijk voornaamwoord is geschreven, dan dient dat om de persoon te benadrukken. ( 31.3) Voorbeeld: yx' ylia]goå yti[.d:y" ynia]w:() en ík weet dat mijn verlosser leeft (Job 19:25) Woordvolgorde ( 32) De normale woordvolgorde in een Hebreeuwse zin met een werkwoord is: werkwoord, onderwerp, lijdend voorwerp. ( 32.1) (Merk echter op dat het ontkennende woordje alo geplaatst wordt vóór het werkwoord.) Voorbeeld: y"y> rb;d>-ta, WnyteäAba] Wrm.v('-al{ onze voorvaderen hebben niet gehouden het woord van de HEERE (2 Kronieken 34:21) Letterlijk: y"y> rb;d> -ta, WnyteäAba] Wrm.v(' -al{ (de) HEERE (het) woord (van) <aanduiding onze zij niet lijdend voorwerp> voorvaderen bewaarden Wordt een afwijkende woordvolgorde gebruikt, dan is dat om het eerste woord te benadrukken. ( 32.2) ytil.k;äa' al{ ~x,l,( bróód heb ik niet gegeten (Deuteronomium 9:9) laer"f.yi-lk'-l[; %l;m' ~ØIl;äv'WrybiW en in Jerúzalem regeerde hij over geheel Israël (2 Samuël 5:5) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 6 VAN 6
LES 9 VOORNAAMWOORDEN Kelley lesson IX: 23 Independent Personal Pronouns (Subject Pronouns), p Demonstrative Pronouns, p.
LES 9 VOORNAAMWOORDEN Kelley lesson IX: 23 Independent Personal Pronouns (Subject Pronouns), p. 52 24 Demonstrative Pronouns, p. 52 Gebruik bij deze les de kaart Voornaamwoorden als hulpmiddel bij het
Nadere informatie(b) Bij de overige suffixen komt de klemtoon te liggen op de lettergreep die begint met of volgt op de laatste wortelconsonant ( 46.2, 1, A).
LES 17 - VOORNAAMWOORDELIJKE SUFFIXEN BIJ WERKWOORDEN Kelley leon XVII: 46 Verb: Pronominal Suffixe with Perfect,. 153 47 Verb: Pronominal Suffixe with Imerfect,. 156 Doel van deze le i werkwoorden voorzien
Nadere informatieIs het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord het suffix h '. Voorbeeld: vp,n<å hr"m'
LES 8 BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Kelley lesson VIII: 20 Adjectives: Gender and Number, p. 43 21 Adjectives: Attributive Usage, p. 45 22 Adjectives: Predicative Usage, p. 46 Een bijvoeglijk naamwoord dient
Nadere informatieEindtermen bij het beginonderwijs Klassiek Hebreeuws. Een handreiking aan docenten
Eindtermen bij het beginonderwijs Klassiek Hebreeuws Een handreiking aan docenten Inleiding Het is gebleken dat onder docenten Klassiek / Bijbels Hebreeuws voor beginners behoefte bestaat aan een overzicht
Nadere informatieLES 14 WERKWOORDVERVOEGINGEN Kelley lesson XIV: 36 Verbs: The Remaining Stems, p. 108
LES 14 WERKWOORDVERVOEGINGEN Kelley lesson XIV: 36 Verbs: The Remaining Stems, p. 108 ( 37 Verbs: The Remaining Perfects of the Strong Verb is uitgewerkt in het document: Vorming stamformaties voor de
Nadere informatieLES 6 VOORZETSELS EN VOEGWOORDEN Kelley lesson VI: 15 Prepositions With Nouns, p The Vav Conjunction, p. 31
LES 6 VOORZETSELS EN VOEGWOORDEN Kelley lesson VI: 15 Prepositions With Nouns, p. 28 16 The Vav Conjunction, p. 31 Voorzetsels In vergelijking met andere talen heeft het Hebreeuws maar weinig voorzetsels.
Nadere informatieLES 3 MEER OVER LEESTEKENS EN UITSPRAAK
LES 3 MEER OVER LEESTEKENS EN UITSPRAAK Kelley lesson III: 5 Sign of the Direct Object, p. 12 6 Dagesh Forte, p. 12 7 Silent Sheva, p. 13 Kelley lesson IV: 10 Weak Letters, p. 18 11 Mappiq, p. 18 12 Syllables,
Nadere informatieLES 2 KLINKERS Kelley lesson II: 2 Vowels, p. 6 3 Half-Vowels, p. 8
LES 2 KLINKERS Kelley lesson II: 2 Vowels, p. 6 3 Half-Vowels, p. 8 Doel van deze les: het kunnen herkennen en benoemen van de Hebreeuwse klinkers en het kunnen uitspreken van eenvoudige Hebreeuwse woorden.
Nadere informatie2. Werkwoordelijke zinnen
2. Werkwoordelijke zinnen Persoonsvorm op de eerste plaats in de werkwoordelijke zin In de gebruikelijke werkwoordelijke zin is de volgorde van de belangrijkste zinselementen: Persoonsvorm - [Onderwerp]
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS HERHALING 2
Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.
Nadere informatieBeknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament
Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 9. TalencentrumBarneveld.nl.
versie 2 1. Weer een vers uit gen. 22!.OnB:=tae uoxw:li tleke^a_m-h-=tae xq- YI v- Od yf=tae,hfrfb:a- xl-w: YI v-,hfrfb:a-,hfrfb:a- rmeaoy^v-,yim-^wfh-=]mi hvhy @a-l:m- vylfa" arfq:yiv- Ook met dit vers
Nadere informatieDE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD
DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.
Nadere informatieHebreeuws toelichting zie Kelley vertaling en hij sprak. En de Eeuwige heeft tegen Mosjè gesproken, zeggende:
B e midbàr / Numeri 6:22-27 Vertaling Numeri 6:22: En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: BEMIDBAR / NUMERI 6:22-27 `rmo*ale hv,îmo-la, y"y> rbeïd:y>w: en hij sprak rbeïd:y>w: werkwoord rb;d' in vorm pi'el
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 23. TalencentrumBarneveld.nl
1 We lezen weer verder! Vers 16 (tweede deel).yhfolae @yih^ola v" ymii- @M"i- ]yliaf yniyli^tf rwea_b-v @l"a" ykil:t" rwea_=lae yki ykil:t" = u (v) zult gaan (straks meer daarover) @l"a" = ik zal gaan
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 8
Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatieLES 7 ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN Kelley lesson VII: 17 Nouns: Derivation, p Nouns: Gender, p Nouns: Number, p. 37
LES 7 ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN Kelley lesson VII: 17 Nouns: Derivation, p. 36 18 Nouns: Gender, p. 36 19 Nouns: Number, p. 37 Zelfstandige naamwoorden duiden een persoon, voorwerp, handeling of een toestand
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieIndien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.
Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieThema 4. Straatmuzikanten
Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor
Nadere informatieDE HEBREEUWSE GRAMMATICA. Samengesteld door. John Wessel. È ƒ Úƒ» e c c ƒ « È È ÏÚ«a «e Á ÏÒ ÂÕ Â Ô Â'
DE HEBREEUWSE GRAMMATICA Samengesteld door John Wessel È ƒ Úƒ» e c c ƒ «È È ÏÚ«a «e Á ÏÒ ÂÕ Â Ô Â' Titel: De Hebreeuwse Grammatica Auteur: John Wessel Copyright 2006 Importantia Publishing Omslag ontwerp:
Nadere informatieGemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Naar aanleiding van de lezingen vandaag, over het ophouden van de manna uit Jozua 5 en het teken van brood en vis uit Johannes 6, wil ik graag twee
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 32. TalencentrumBarneveld.nl
1 Persoonvormen analyseren (1) U zult al wel gemerkt hebben dat het analyseren van persoonvormen heel belangrijk is. In elke zin keert het analyseren van persoonsvormen één of meerdere keren terug. Daarom
Nadere informatieals iets niet letterlijk is bedoeld.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven
Nadere informatieIn elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.
Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieSamenvatting Frans Stencil Franse tijden
Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatie1 Spelling en uitspraak
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 spelling 11 Algemene regels 11 Klinkers en medeklinkers 11 Accenttekens 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 De letters van het alfabet 15
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 28. TalencentrumBarneveld.nl
1 We gaan het 12-e vers bestuderen: VnT: Vnyl"^if o@lm:iy lvawf rm"oahf ymi la"vmw:=lae,ifhf rmeoa^y -v.,t"ymi:n V,ywIfn a_hf rm"oahf = prt.act. van rma; letterlijk: de zeggende o@lm:iy = hij zal koning
Nadere informatieToets grammaticale termen met sleutel
Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij
Nadere informatieToelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen
Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 16. TalencentrumBarneveld.nl
versie 2 1 We lezen weer verder in gen. 29. Hier volgt het 24-e vers:.hxfp:wi OTbI hafl"l: Otxfp:we hpfl:zi=tae Hlf ]bflf ]T"yIv- Onbekende woorden: hpfl:zi= Zilpa; Otxfp:we = zijn slavin (Let op het APV!);
Nadere informatieIn dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de
Nadere informatieCompacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek
Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van
Nadere informatie(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS
(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 38. TalencentrumBarneveld.nl
1 Sleutelvormen (2) In de onderstaande tabel vindt u de sleutelvormen van belangrijke zwakke werkwoorden. Deze werkwoorden zijn weliswaar in de lessen aan de orde gekomen, maar hier vindt u een compact
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;
Nadere informatieThema 2. Rennen voor geld
Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 29. TalencentrumBarneveld.nl
1 In deze les(sen) lezen we Gen. 17: 1-6 De tekst die u hier ziet komt uit een Hebreeuwse Bijbel. Hij komt uit de Biblica Hebraica Stuttgartensia, afgekort BHS. U ziet hiet onder en boven de medeklinkers
Nadere informatieDs. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst
Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst Broeders en zusters, we zullen vanmiddag luisteren naar hoe het Woord, onze Here Jezus Christus, in de prediking tot ons komt. Daarom zullen
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 10
Pagina:1 10.1 Nog meer werkwoorden op - In de vorige les behandelden we het werkwoord Er zijn echter nog meer werkwoorden op -. Een ander bekende werkwoorden op - is = zetten. Toch worden deze laatste
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieWe gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.
Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 20. TalencentrumBarneveld.nl
1 Het participium Een participium is een deelwoord. Er zijn twee soorten: Een actief participium, dit komt overeen met ons onvoltooid deelwoord. Voorbeelden van onvoltooide deelwoorden zijn: lopend, schrijvend.
Nadere informatieGod schiep de mens - Adam
In de twee vorige studies werd besproken hoe God de hemel 1 en de aarde 2 schiep. Tijdens de zesde dag van de schepping zei God: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, (Genesis 1:26)
Nadere informatieHET WERKWOORD : DE TIJDEN
HET WERKWOORD : DE TIJDEN 1. De vervoeging of conjugatie Er bestaan fundamenteel 8 tijden in het Nederlands. En het is zeker de moeite waard om de gangbare termen in het Nederlands te kennen, gewoon omdat
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieHEBREEUWS BETEKENIS GRIEKS (LXX) BETEKENIS
De Tora - Indeling De indeling van de Tora De Tora bestaat uit vijf delen of boeken. De namen van de boeken zijn in het Hebreeuws ontleend aan de eerste woorden waarmee de boeken beginnen. Later is er
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieOPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3
OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1 1. De OPA-methode
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieIn het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde.
In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde. In het begin schiep God de hemel en de aarde. (Genesis 1:1) De hemel: De geestelijke,
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 27. TalencentrumBarneveld.nl
1 Opnieuw getallen Nog iets over grotere getallen. De getallen 11 t/m 19 hebben twee vormen: één voor als het getelde manlijk is en één voor als het getelde vrouwelijk is. Bij manlijke woorden: rsfif dx-a-
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieWegwijs in de werkwoordspelling
Wegwijs in de werkwoordspelling 1 Een aantal begrippen Tijd = de tijd waarin gesproken wordt: vandaag, gisteren, morgen Persoon = wie aan het spreken is of de persoon om wie het gaat in de zin. Infinitief
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 7. TalencentrumBarneveld.nl
versie 2 1 We lezen weer een stukje verder in gen.22 Alleen het eerste woord kent u niet! Vaob^Yfv-(way.yá.vo.oe)= en zij kwamen,yhiolaehf Ol=rm-af rwea_,oqmfh-=lae Vaob^Yfv- En zij kwamen aan de plaats
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieBasis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.
Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren
Nadere informatie1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde
1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde 28/05/2009 13.15-16.15 Dit tentamen heeft 5 vragen. Je hebt drie uur de tijd om deze te beantwoorden. Vergeet niet je naam en studentnummer steeds duidelijk te vermelden.
Nadere informatieTAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2
Sportief! TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2 Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten.
Nadere informatielaewmv. sj e moe eel Samuël laewmv.bi bisjmoe eel in Samuël laewmv.li lisjmoe eel voor Samuël laewmv.ki kisjmoe eel zoals Samuël
Les 15 Aan het eind van deze les moet je kennen: - Nog wat meer over de verschillende voorzetsels - De vergrotende trap - Het betrekkelijk voornaamwoord rv,a\ asjèr. De voorzetsels B., b e -, l., l e -
Nadere informatieWerkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.
DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieLoopt vader met moeder in het park?
Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint
Nadere informatieDPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling
Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31. TalencentrumBarneveld.nl
1 W e beginnen deze les met een klein stukje theorie. De cohortativus (herhaling) l uq o :a e = ik zal doden (imp.), maar hl fu :q :a e = laat ik doden, ik wil doden. en hl fu :q n = laten wij doden, wij
Nadere informatieEen voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig
Bij alle spellen in Taalzee moeten de opgaven binnen een bepaalde tijd opgelost worden. Bij de meeste spellen is dat 20 seconden. Alle spellen bevatten opgaven die variëren van heel makkelijk tot heel
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieWat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän?
Wat heeft God ons aangedaan? Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän? Genesis 42:27 27 Toen een van hen zijn zak opendeed om in de herberg zijn ezel voer te geven, zag hij zijn geld; zie, het
Nadere informatieOverzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN.
MUZITAAL Taalregels aanleren m.b.v. muziek groep 6/7 T Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN. Vraag/Idee
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 3. TalencentrumBarneveld.nl
versie 2 1 We gaan weer verder met het leren van de letters en klinkers. We bekijken het woord qxfj:yi. Een woord vol nieuwe letters. We lezen van rechts naar links. De eerste letter is de y, de yod. Onder
Nadere informatieFormuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren
Formuleren Muiswerk Formuleren is een programma dat aandacht besteedt aan de belangrijkste stof die in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt. Doelgroep Formuleren Formuleren
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2
Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2 Samenvatting door Babette 1149 woorden 23 juni 2016 9,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Grammatica Vaak zie je aan een zin of de
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatie- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).
2. Persoonsvorm pv Wat is de persoonsvorm? Daar draait in een zin eigenlijk alles om. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Hoe kun je de persoonsvorm vinden? - De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling Samenvatting door W. 754 woorden 2 november 2014 6,8 30 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands hoofdstuk
Nadere informatie