Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

Transcriptie

1 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling Samenvatting door W. 754 woorden 2 november ,8 30 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands hoofdstuk 1 lezen, woordenschat en spelling Inleiding middenstuk en slot van een tekst. Inleiding Het eerste deel van een tekst is een inleiding. Hierin staat het onderwerp van de tekst. De inleiding is een aandachtstrekker, die de lezer moet overhalen om de hele tekst te lezen. Middenstuk Het tweede deel van een tekst is het middenstuk daarin worden verschillende kanten (deelonderwerpen) van het onderwerp besproken. Als het bijvoorbeeld over het verschillen over jongens en meisjes hebt zou je bijvoorbeeld kunnen praten over sociaal en geestelijk en qua lichaamstaal. Soms gaat een alinea over een deelonderwerp, soms gaan ook meerdere alinea s over een deelonderwerp. Het slot Het laatste deel van een tekst is het slot. Daar vind je meestal de hoofdgedachte van de tekst. Bij een slot is het meestal de bedoeling om de boodschap van de tekst bij jou te blijven hangen bij een nieuwsbericht ontbreekt die vaak. Taal en woordenschat. Pagina 1 van 5

2 Nieuwe woorden De betekenis van een nieuw woord kun je afleiden uit de context. Dat is de tekst rond dat nieuwe woord. Je kunt daarin ook een synoniem, tegenstelling, een omschrijving of betekenis vinden. Zo vind je de betekenis van nieuwe woorden. - Zoek in de omgeving van het nieuwe woord naar een synoniem, een tegenstelling, een omschrijving of definitie, een voorbeeld of afbeelding - Kijk of je een deel herkent een voorvoegsel, een woordgedeelte of een voorvoegsel. - Raadpleeg een woordenboek. Nieuwe woorden 1. exemplaar - één van een soort (bijv. dieren, planten, boeken enz.) 2. verrukt - dolblij, opgetogen zijn 3. fel op de huid gezeten - veel achternagezeten 4. wisten te - konden, waren in staat om 5. eiste zijn tol - had grote nadelen, maakte (veel) slachtoffers 6. levensvatbare - goede kans om in leven te blijven of niet meer te kunnen bestaan 7. populatie - een groep individuen van een ras of soort 8. zochten hun heil - probeerden hun geluk te vinden 9. krijgsmacht - leger, strijdkrachten 10. legendarisch - heel beroemd, heel bijzonder, fabelachtig 11. vraatzuchtig - gulzig 12. bagatelliseren - iets onbelangrijker laten lijken dan het waarschijnlijk is 13. bijval - steun, instemming 14. optimaliseren - zo goed mogelijk maken 15. Agrariërs - mensen die de landbouw en/of de veeteelt beoefend 16. compensatie - iets wat men als vergoeding terugkrijgt 17. mocht - als iets zou gebeuren 18. claims - eisen, aanklachten, bewijzen 19. gesignaleerd - gezien, waargenomen Pagina 2 van 5

3 20. eer bewondering en waardering Spelling Gebiedende wijs (afkorting GW). Alleen stam opschrijven voorbeelden: - Teken een driehoek. Hierbij is teken de persoonsvorm en staat het zin in gebiedende wijs dus is het alleen de stam. - Bereken de som van opgave 2. Hierbij weer het zelfde de persoonsvorm staat in deze zin ook in de gebiedende wijs dus is het alleen de stam. Persoonsvorm in samengestelde zinnen. Zinnen met één persoonsvorm = enkelvoudige zinnen Zinnen met meer dan één persoonsvorm = samengestelde zinnen Zo vind je een persoonsvorm in een samengestelde zin. - Probeer alle werkwoorden te veranderen door ze in een andere tijd te zetten. De werkwoorden die kunnen veranderen zijn de persoonsvormen dat kunnen zijn er altijd meer dan 1. - Let op als je van de zin een ja/nee vraag maakt, vind je maar één persoonsvorm want er is dan maar een persoonsvorm die vooraan de zin komt te staan. 1 e ik Stam Infinitief en + te of de Enkelvoud Meervoud 2 e Jij, je Stam+t Infinitief en + te of de 3 e Hij,zij,het Stam+t Infinitief en + te of de 4 e wij Infinitief Infinitief en + ten of den 5 e jullie Infinitief Infinitief en + ten of den 6 e zij Infinitief Infinitief en + ten of den Tegenwoordige tijd Verleden tijd Pagina 3 van 5

4 Bij de 2 e persoon enkelvoud is er een uitzondering als het onderwerp achter de pv staat blijft het de stam Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-. Een voltooid deelwoord eindigt op: en d t Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt dan kun je het langer maken (in de verleden tijd). Dus: gerend want rende. Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken Een onvoltooid deelwoord is infinitief + de of d Een onvoltooid deelwoord eindigt op: de d Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan. (Bijvoeglijk naamwoorden staan vaak voor een zelfstandig naamwoord). Pagina 4 van 5

5 een moeilijke opdracht de lieve kinderen de zilveren kandelaars de nagekeken opdracht Pagina 5 van 5