Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde. Datum Sept 2010 Status Definitief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde. Datum Sept 2010 Status Definitief"

Transcriptie

1 3 Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde Datum Sept 2010 Status Definitief

2

3 Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde Datum Sept 2010 Status Definitief

4 4

5 5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Oesterrif Slikken van Viane & De Val Viane De Val De planning & taakverdeling van het project Aanleg Monitoring & evaluatie Taakverdeling 12 2 Monitoring Huidige monitoring Hoogtemetingen Hoogtemetingen met laser (BwN) RTK hoogtemetingen (RWS) Sedimentmetingen Bodemsamenstelling (RWS) Sedimentmonsters (BwN) Sediment transportrichting metingen (RWS) Ecologische Monitoring Bodemdierbemonstering Monitoring bodemleven (RWS) Monitoring van de oesterriffen zelf (BwN) Visueel (RWS) Metingen slik De Val Hoogtemetingen met laser RTK-raaien Sediment en bodemdierbemonstering Visuele inspectie Hydrodynamica 24 3 Dataverwerking en rapportage 28 4 Planning van de metingen 29 5 Bronvermelding 30

6 6

7 7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Door de aanleg van de Oosterscheldekering en de compartimenteringsdammen in de Zuidwestelijke Delta, treedt in de Oosterschelde voortdurende erosie op van slikken en platen. De prognose is dat op termijn, zonder ingrijpende maatregelen, een groot deel van de slikken en platen permanent onder water zal verdwijnen. Dit fenomeen staat bekent als de zandhonger. Aantasting natuur en veiligheid De Oosterschelde is een gebied dat van nature gekenmerkt wordt door een uitgebreid intergetijdengebied van slikken, platen en schorren. De Oosterschelde ontleent haar waarde als natuurgebied o.a. aan de functie voor vogels, die van de slikken en platen gebruik maken als foerageergebied. Het is een belangrijke overwinteringsgebied en tussenstop voor vogels op hun trek naar het noorden en/of zuiden. De slikken in de Oosterschelde hebben naast hun foerageerfunctie voor vogels een golfdempende werking, zodat de golfaanval op de omliggende dijken minder is. Zij dragen daarmee bij aan de veiligheid in de delta. Door het eroderen van de slikken en de platen komen natuurwaarden onder druk te staan en worden veiligheidsrisico s groter. 1.2 Oesterrif Om beter inzicht te krijgen in de effectiviteit van mogelijke maatregelen om de zanghonger te vertragen, te stoppen of zelfs te keren, zal het consortium Ecoshape 1, vanuit het programma Building with Nature (BwN), in samenwerking met Rijkswaterstaat (RWS), in de zomer (juli-okt) van 2010 een pilot opstarten door het aanleggen van een oesterrif in de Oosterschelde. Hierbij is BwN de initiatiefnemer waarbij RWS een deel van de monitoring voor zijn rekening zal nemen. Het doel van deze pilot is uit te vinden of het mogelijk is het terugschreiden van de slikrand te stoppen of te vertragen door het aanleggen van een oesterrif 1 EcoShape is een consortium van baggeraars en kennisinstituten. Building with Nature is het kennisprogramma van EcoShape met als missie het ontwikkelen van nieuwe wetenschappelijk onderbouwde kennis, expertise, hulpmiddelen en ontwerpconcepten voor de duurzame inrichting van kust-, delta- en riviergebieden. EcoShape ontvangt co-financiering van EFRO, (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), de Gemeente Dordrecht, het Ministerie van Verkeer & Waterstaat en Rijkswaterstaat.

8 8 nabij de laagwaterlijn. Het oesterrif moet het slik beschermen tegen directe zandafslag in de golfzone en de slikrand fixeren opdat die niet verder optrekt naar de dijk. Met de aanleg van het oesterrif wordt een duurzame oplossing nagestreefd, met bescherming en behoud van natuur, en het waarborgen van de veiligheid als doel. 1.3 Slikken van Viane & De Val Na een eerste onderzoek zijn aan de hand van de volgende criteria, twee locaties geselecteerd: - De slikken moeten liggen aan de kust van Schouwen-Duiveland, daarmee maken zij onderdeel uit van het Europese Interreg programma: Climate Proof Areas. Dit programma richt zich in Nederland op het eiland Schouwen- Duiveland. - Het moet een gebied betreffen waar al duidelijk erosie plaatsvindt en op een overzichtelijke termijn (3 tot 5 jaren) ook daadwerkelijk effect geconstateerd kan worden als gevolg van een bepaalde maatregel. - Het moeten locaties zijn die verschillen in de mate van blootstelling aan golfslag en stroming. Twee locaties bleken te voldoen: De Val (kan getypeerd worden als geëxponeerde zone met golfslag maar geringe stroming) en de Slikken van Viane (geëxponeerde zone met golfslag en behoorlijke stroming). Op beide locaties groeien momenteel geen oesterriffen. De omstandigheden zijn er waarschijnlijk te ruw. De omstandigheden moeten dus zodanig veranderd worden dat er oesterzaad kan vallen, vestigen en uitgroeien tot een rif. Het idee is dat dit kan worden bereikt als het zaad een stabiele ondergrond, een fundament wordt aangeboden. Het fundament zal vervolgens vanzelf begroeid raken met oesters en andere epibenthische organismen en zo een levend rif vormen. Na enkele experimenten bleken schanskorven (± 25 cm hoog) gevuld met oesterschelpen het meest geschikte substraat te zijn. In de vroege zomer van 2009 werd een eerste kleinschalige proef uitgezet op de slikken van Viane. Twee riffen van 12x4 m werden in juni 2009 gebouwd (Figuur 1). Ter plekke werden de lege schanskorven handmatig gevuld met oesterschelpen (in totaal ongeveer 12 ton schelpen).

9 9 Deze proef is succesvol te noemen omdat, (1) de met oesterschelpen gevulde schanskorven een stabiel substraat blijken te zijn, (2) er vestiging van oesterlarven is opgetreden in de zomer van 2009, en (3) er aanwijzingen zijn dat dergelijke structuren erosie kunnen remmen (een duidelijke sedimentatie is zichtbaar achter de geplaatste riffen). Figuur 1. Kleinschalige oesterriffen op de slikken van Viane, aangelegd op 25 juni 2009 Voor de verdere opschaling zijn riffen van 200x10 m aangelegd, twee riffen op Viane en één bij de Val. Ook hierbij zijn schanskorfmatrassen gevuld worden met oesterschelpen Viane Na een grondige evaluatie met experts (zie oa. memo Deltares ) en een veldbezoek is geopteerd om de twee riffen op Viane aan te leggen zoals weergegeven in Figuur 2. In Tabel 1 staan de hoekpunten vermeld van de twee riffen. Rif 2 heeft een licht geknikte vorm. Bij de locatiekeuze is tevens rekening gehouden met (1) de positie van de reeds aanwezige kleine rifjes, (2) met het feit dat er al twee profielraaien van RWS over het gebied lopen (daarom sluit rif 1 aan op één van deze raaien), en met de noodzaak vanuit de Wbr vergunning om 100 meter uit de rode boeienlijn te blijven. Rif 1 is zo georiënteerd dat het loodrecht op het zuidwesten staat. Rif 2 bevindt zich nabij een steile geulrand, net achter een schelpenrugje.

10 10 Figuur 2. Locaties van de twee riffen op Viane. Tabel 1 Coördinaten van de hoekpunten van de twee riffen op Viane Rif ET_X ET_Y , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2

11 De Val Na de evaluatie is geopteerd om één rif op De Val aan te leggen zoals weergegeven in Figuur 3. Hierbij sluit het rif aan op de dijk, waardoor het rif een geknikte vorm krijgt. In Tabel 2 staan de hoekpunten vermeld van het rif. Rif Figuur 3. Locatiekeuze op de Val Tabel 2 Coördinaten hoekpunten De Val POINT_X POINT_Y 54723, , , , , , , , , , , , , ,3

12 De planning & taakverdeling van het project Aanleg De opschaling is gestart begin juli 2010 op Viane en De Val en zal doorlopen tot uiterlijk 15 oktober. De benodigde vergunningen voor de aanleg en de monitoring van het rif (en z n omgeving) zijn binnen. BwN is verantwoordelijk voor de aanleg van de oesterriffen Monitoring & evaluatie In mei/juni 2010 is er gestart met de eerste T0 metingen op de pilot locaties. Na de aanleg zal verder gegaan worden met verschillende metingen (zie hoofdstuk 2). BwN zal zich voornamelijk richten op de ontwikkelingen met betrekking tot sedimentatie/erosie en ecologie (waaronder het benthos) op en direct rond het rif zelf. RWS zal zich op de morfologische ontwikkelingen van het omringende gebied richten en zal de eerstelijns signalering in het veld verrichten. De monitoring van de riffen en het gebied zal doorlopen tot het najaar van Het BwN project heeft een doorlooptijd tot eind Eind 2012 zal er in ieder geval een voorlopige eindevaluatie worden opgesteld door BwN. Naast de (voorlopige) eindevaluatie zal er in juni 2011 een voortgangsrapportage worden opgesteld door BwN. Als er wens voor een vervolg is na 2012, zal er bekeken moeten worden hoe de financiering hiervoor geregeld kan worden (mogelijk is er dan ook een vervolg voor BwN, maar dat is nu nog niet bekend) Taakverdeling BwN is de initiatiefnemer van deze pilot, waarbij RWS een deel van de monitoring voor zijn rekening zal nemen. Tom Ysebaert (BwN) is de overall projectleider van deze pilot. Edwin Paree van de Meetadviesdienst RWS ZLD zal het aanspreekpunt zijn voor de RWS monitoring.

13 13 2 Monitoring Het aanleggen van het oesterrif is een pilot met het idee als het werkt dat het opgeschaald kan worden en op verschillende locaties binnen de Oosterschelde toegepast kan worden. Door het monitoren van verschillende parameters (morfo-, hydro- & ecologie) kan een goed beeld verkregen worden van de ontwikkeling van het gebied rondom de riffen en de invloed die de riffen hebben op zijn gebied. Met behulp van monitoring zal de ontwikkeling van het oesterrif onderzocht worden. Het monitorings-programma is zo opgezet dat de effecten van het oesterrif onderscheiden kunnen worden van de autonome ontwikkeling. Daarnaast zal met behulp van de monitoring bepaald worden of het doel (vasthouden van zand en het creëren van een levend rif) wordet bereikt en op welke manier dit heeft plaatsgevonden. Vervolgens kunnen de gegevens gebruikt worden om de oesterriffen op andere locaties (eventueel grootschaliger) toe te passen in de Oosterschelde. Voor de meeste metingen zal een goede T0 van groot belang zijn voor het slagen en de power van de monitoring. De verwachtingen van de pilot zijn: - door het neerleggen van de Oestermatrassen zal op den duur een levend en duurzaam rif gecreëerd worden dat zichzelf instandhoudt; dit is een proces van meerdere jaren. De huidige termijn van het monitoringsplan (tot einde 2012) zal onvoldoende zijn om dit goed te kunnen evalueren. - het (levend)rif zal een erosie remmende werking hebben en sediment invangen. Onderstaand zullen verschillende parameters behandeld worden waarbij aangegeven wordt met welk doel, op wat voor een manier, met welke techniek en met welke frequentie de parameter gemonitord zal worden. Daarnaast wordt er aangegeven wat de planning en de verwachtte (tijds)inspanning zal zijn. 2.1 Huidige monitoring In de Oosterschelde wordt al het een en ander gemonitord, onder andere in het kader van MWTL. Van deze gegevens zijn vaak langlopende reeksen beschikbaar en kunnen waardevolle informatie leveren. Bij de evaluatie dienen deze gegevens, mits zinsvol, dan ook meegenomen te worden. Het betreft o.a. de volgende gegevens:

14 14 - MWTL bodembemonsteringspunten - Vianen 2 plaatrandraaien (zie Figuur 2) - Waverider: Keet (X 56564, Y ) 2.2 Hoogtemetingen Doel: Het effect van het rif op aanwezige sedimentatie-/erosiepatronen kan gevolgd worden door hoogtemetingen langsheen transecten in combinatie met referentietransecten. Het is belangrijk om te monitoren hoe de hoogteontwikkeling is rond het oesterrif. Op deze manier kan sedimentatie en erosie, veroorzaakt door het rif, gevolgd worden (in vergelijking tot een referentiegebied zonder riffen). Daarnaast is het nuttig om te weten wat er in de rest van het gebied gebeurt, zodat er eventueel een uitspraak gedaan kan worden over waar het zand vandaan komt Hoogtemetingen met laser (BwN) Met laser metingen vanaf de grond kunnen kleine profielveranderingen (cm s) direct rond het rif goed gevolgd worden. De locaties van de te meten raaien staan weergegeven in Figuur 4 (Viane) en Figuur 6 (De Val). De raaien bij Viane zullen ca 120m lang zijn (20m voor het rif 10m over het rif en 90m achter het rif) en worden gelopen om de twee meter, waarbij in de directe omgeving van de riffen dit nauwkeuriger (om de 0.5m) zal zijn. Er lopen drie raaien over het rif heen, en twee referentieraaien naast het rif. Planning: Gedurende het eerste jaar zal voor de aanleg van het rif (juni) en direct na aanleg (sep/okt) een hoogtemeting worden uitgevoerd met de laser. Vervolgens zal in oktober 2010, december 2010, februari 2011 en april 2011 de laser metingen herhaald worden. De verwachting is dat gedurende het stormseizoen de meeste veranderingen waar te nemen zijn. Na deze eerste reeks zal geëvalueerd worden of de RTK-raaien het kunnen overnemen, of dat de (meer nauwkeurigere) laser metingen worden voortgezet (en met welke frequentie).

15 15 De wens is om z.s.m. na een storm een extra laser meting uit te voeren, om te kijken welk effect de storm of afsluiting kering heeft gehad. Dit zal ad hoc worden ingepland. Geschatte inspanning: Het lopen van de raaien met de laser vergt (mits gunstige tijomstandigheden) 2 dagen werk voor 2 teams van 2 p (1 persoon leest de laser af en 1 persoon schrijft de waarneming op). Bij een extra meting na een storm of sluiting van de kering is er extra inzet van de RWS meetdienst beschikbaar. Figuur 4. Transecten voor lasermetingen en BwN bemonsterings-locaties benthos en sediment op Viane RTK hoogtemetingen (RWS) De RTK metingen (bruinrode raaien op Figuur 5) zijn bedoeld om een goed hoogte profiel op te kunnen stellen van de riffen en het gebied daar om heen. Deze zijn minder nauwkeurig dan de lasermetingen. De RTK-raaien hebben een onderlinge afstand van 50m en zijn loodrecht op de oesterriffen geprojecteerd (en parallel met de al bestaande RWS-meetraaien). Ter plaatse van het rif is de raaiafstand verdicht tot 25m (dit om met het interpoleren de riffen er beter uit te laten komen. De raaien lopen door tot ongeveer de laagwaterlijn. De oorsprong van de raaien ligt ruim

16 16 100m ten noorden van de geul. De raaien lopen naast de riffen nog een eind door. Op deze manier wordt de hoogteligging van het slik direct op en rond de riffen alsook de omgeving goed in beeld gebracht. De totale lengte van de RTK-raaien op de Slikken van Vianen bedraagt 13 km. Standaard worden elke 12 passen (ca. 10m) een meting gedaan. Daar waar oneffenheden zich voordoen (bijv. het oesterrif of een geultje wordt de meetintensiteit door de surveyor verhoogd zodat ook deze oneffenheden goed in beeld komen. Met RTK kan doorgaans door 1 surveyor ca. 1,5 tot 2km raai in 1 uur worden ingemeten. Planning: De T0 is uitgevoerd in de periode mei/begin juni De metingen zullen herhaald worden om de drie maanden. De T1 zal dan plaats vinden in september of oktober (naar gelang het vorderen van de aanleg van de oestermatrassen, T2 december, T3 maart, etc. Geschatte inspanning: In verband met de lage ligging is het beschikbare tijdsvenster voor het lopen van de raaien vrij klein. De raaien bij Vianen kunnen dan binnen 2 tijen door 2 surveyors ingemeten worden. De Meetdienst heeft het meten van de raaien voor de helft uitbesteed (meting door 1 man marktpartij en 1 man RWS). Figuur 5 Transecten voor RTK hoogtemetingen op Viane.

17 Sedimentmetingen Doel: Aan de hand van de sedimentgegevens kan er bekeken worden hoe (en of) de sedimentsamenstelling verandert door het rif en de (levende) oesters op het rif. Vragen die hierbij naar boven komen zijn: wat is de sedimentsamenstelling van het zand dat achter het rif blijft liggen (en verschilt dit van het al aanwezige zand) en zorgen de levende oesters (aangenomen dat die zich op het rif gaan vestigen) voor een verhoogt slibgehalte in de directe nabijheid van het rif (door bio-depositie). Het is de verwachting dat het rif zand zal gaan vasthouden, waarbij het ophoopt tegen de riffen. Dit zand kan mogelijk een andere (fijner/grovere) samenstelling hebben dan er van oorsprong op de locatie al aanwezig was Bodemsamenstelling (RWS) Op de punten waar het bodemleven wordt bepaald wordt ook de sedimentsamenstelling bepaald. Dit zal gebeuren door middel van de voelmethode van STIBOKA. Door het sediment te voelen/knijpen wordt een lutumklasse (%) toegekend, hierbij staat bijv. 0-2% voor schoon zand en 8-12% bijv. voor slibrijk fijn zand. (voor intergetijdegebieden is de relatie bekend tussen % lutum en % slib: 8% lutum komt overeen met ca. 25% slib). Planning: Het vaststellen van de bodemsamenstelling zal gebeuren tijdens de visuele inspectie van het gebied (zie 2.7) en heeft in het begin een frequentie van om de maand (aug, okt, dec, feb, apr, juli, okt, etc). Gedurende de zomer periode zal de frequentie wat lager liggen, omdat er dan minder veranderingen worden verwacht Sedimentmonsters (BwN) Op een aantal locaties langsheen de lasertransecten zijn voor de T0 metingen sedimentmonsters genomen die met een Malvern laser diffractie instrument zullen geanalyseerd worden op korrelgrootteverdeling. Het schema staat Figuur 4, waarbij langsheen transecten bemonsterd zijn, met steeds grotere afstanden verder weg van het rif. Monsters zijn genomen in juli op Viane, en in september op De Val. Deze zullen een jaar later opnieuw bemonsterd worden. Planning: Een nieuwe bemonstering is gepland na één jaar. Als m.b.v. STIBOKA is aangetoond dat er eerder veranderingen op zijn getreden, zal er een extra bemonstering worden uitgevoerd.

18 18 Geschatte inspanning: 2011: 1 dag 1 p. Viane, 1 dag 1p de Val; 2012: idem 2.4 Sediment transportrichting metingen (RWS) Deze metingen zijn op de kaart in Bijlage 2 met een geel bolletje aangegeven. Het doel van deze metingen is te bepalen in welke richting het netto sedimenttransport plaats vindt. De methode die hiervoor gebruikt zal worden zijn de zogenaamde minisuppleties. Er wordt een hoop zand aangebracht met een diameter van ca. 1,5m en een hoogte van zo n 20cm. Na een tijdje kan de netto 2 sedimenttransportrichting worden afgelezen. De riffen zijn zodanig gesitueerd dat het sediment vast houdt welke van hoger gelegen delen is geërodeerd door de zandhonger. De STR-metingen kunnen bevestigen (of niet) dat het sediment van hoger gelegen daadwerkelijk richting de riffen beweegt. Planning: Tijdens een visuele inspectie na de aanleg van het rif zullen de eerste mini suppleties worden aangelegd. Afhankelijk van de snelheid waarmee deze mini suppleties verdwijnen en de verkregen resultaten zullen deze metingen herhaald worden. Aan te bevelen is om ze minimaal 1 keer per stormseizoen (zowel in 2010 als 2011) aan te leggen en 1x tijdens een rustigere periode (bijv. zomer 2011). 2.5 Ecologische Monitoring Doel: Door de morfologische veranderingen zal ook het habitat (mogelijk iets) veranderen en wellicht daardoor ook de aanwezige biota. Met name de aanwezigheid van microphyto-benthos (MFB) (en ev. ook macroalgen en zeegras) en bodemdieren kan beïnvloed worden. Om een beeld te krijgen van de ecologische effecten van de aanwezigheid van het rif dient er ook ecologische monitoring plaats te vinden. Hoewel verwacht wordt dat ecologische veranderingen eerder traag zullen verlopen is het belangrijk een goede T0 situatie vast te leggen Bodemdierbemonstering Om een beeld te kunnen krijgen van de ecologische veranderingen dienen er monsters genomen te worden van de bodem voor bodemdieranalyse (aangevuld met foto s, zie 2.6). Voorgesteld wordt om op dezelfde plekken te monsteren als de 2 Gedurende het verplaatst het sediment zich met de richting van de stroom van getij en golven; de hoopjes geven een indicatie hoe het sediment zich netto heeft verplaatst ter plaatse van het meetpunt.

19 19 sedimentmonsters (zie 2.3). De vervolg frequentie (T1, T2, etc) van bemonsteren zal afhangen van de waargenomen ontwikkelingen. Planning: In juni 2010 zijn de T0 monsters genomen. Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom het rif wordt er een T1, T2 ingepland. Deze wordt pas uitgevoerd als er (zichtbare) veranderingen optreden rondom het rif (bijvoorbeeld in bodemsamenstelling). Geschatte inspanning: Viane: 3 dagen 2p, De Val: 2 dagen 2 p Monitoring bodemleven (RWS) Het doel van het beschrijven van het bodemleven is om snel een indicatie voor de mate van het bodemleven te krijgen. Dit wordt o.a. gedaan door per rif op 14 locaties het aantal wadpierenhoopjes te tellen op een stukje bodem van 50x50cm (representatief voor inspectiepunt). Verder wordt met enkele steken met een spa in de bodem gekeken naar de hoeveelheid bodemdieren en diversiteit aan soorten. Op basis hiervan wordt er een klasse aan toegekend: geen/arm/gemiddeld/rijk (groene bolletjes op de kaart in Bijlage 2). Planning: uitvoering zal plaats vinden tijdens de visuele waarnemingen (zie 2.5) 2.6 Monitoring van de oesterriffen zelf (BwN) Stabiliteit van de riffen en lokale sedimentatie/erosie-processen (blijft de constructie intact, blijven ze goed liggen, zakken ze niet weg, spoelen oesters uit, enz.)..volgende metingen zullen worden uitgevoerd: - Overzichtfoto s van het rif: foto s worden genomen op verschillende plaatsen rondom het rif (vaste fotoafstanden). Foto s worden aanvankelijk genomen op hetzelfde moment als de lasermetingen. Na april 2011 worden foto s verder tweemaandelijks genomen. - meting met laser van een dwarstransect over het rif heen. Deze metingen geven inzicht in lokale erosie aan de randen van het rif en over stabiliteit van het rif (verzakken). Deze metingen worden uitgevoerd na de aanleg, daarna telkens in februari en augustus/september. - Per rif worden 15 kwadranten (0.5*0.5 m) uitgezet waarin twee gekleurde oesterschelpen en twee gemerkte levende oesters worden geplaatst. Met behulp van foto s wordt de beweging van oesters in het rif opgevolgd. Van de levende

20 20 oesters wordt tevens de groei bepaald. Foto s worden aanvankelijk genomen op hetzelfde moment als de lasermetingen. Na april 2011 worden foto s verder tweemaandelijks genomen. - Per rif worden 15 kwadranten (0.5*0.5 m) uitgezet verspreid over het rif. Met behulp van foto s wordt de begroeiing met wier en eventuele grote epibenthische organismen bepaald. Foto s worden aanvankelijk genomen op hetzelfde moment als de lasermetingen. Na april 2011 worden foto s verder tweemaandelijks genomen. - Om sedimentatie of erosie rondom het rif te bepalen zal met een meetstok de hoogte van de rand van het rif gemeten worden. Metingen worden aanvankelijk genomen op hetzelfde moment als de lasermetingen. Na april 2011 worden metingen verder tweemaandelijks genomen. Geschatte inspanning: Aanleg kwadranten (2p. x 1d. Viane, 2p. x 1d. De Val), foto s maken en sed/ero metingen rondom rif (2 p. x 1d. Viane, 1 p. x 1d. De Val). Vestiging, overleving en groei van oesterlarven op de riffen. Volgende metingen zullen worden uitgevoerd: - Per rif worden 15 kwadranten (0.5*0.5 m) uitgezet verspreid over het rif. In elk kwadrant worden oesterlarven geteld en indien mogelijk gemeten. Metingen gebeuren in oktober 2010 om mogelijke broedval van 2010 in kaart te brengen. In maart 2011 wordt wintermortaliteit bepaald, in augustus 2011 wordt groei en eerste broedval bepaald, in oktober 2011 wordt groei en broedval bepaald. In 2012 wordt met dezelfde frequentie gemeten. - Op elk rif worden kooien met settlement plaatjes geplaatst. Dit gebeurt niet meer in 2010 omdat de settlement periode nagenoeg voorbij is op het moment dat de aanleg klaar zal zijn (sep/okt). In 2011 worden de kooien geplaatst in juni en maandelijks opgevolgd en gefotografeerd tot november Geschatte inspanning: Aanleg kwadranten op hetzelfde moment als aanleg kwadranten voor oesterbeweging en wierbegroeiing, tellen en meten oesterlarven in kwadranten (1 p. x 2d. Viane, 1 p. x 1d. De Val), opvolgen kooien (1 p. x 1d. Viane, 1 p. x 1d. De Val). 2.7 Visueel (RWS) Om een goed beeld te krijgen van het gebied rondom het rif zullen er op vaste plaatsen foto s gemaakt worden van de omgeving en het rif. Deze foto s met

21 21 protocol zullen gemaakt worden door een camera met GPS en digitaal kompas, zodat de foto s elke keer van hetzelfde deelgebied een beeld geven. Daarnaast wordt tijdens de visuele inspectie een beeld gegeven van het bodemleven, (zie 2.5.2) de aanwezige ribbels en de richting van de ribbels. Ook wordt genoteerd (en/of foto s gemaakt wanneer wier zich vestigt). Alle bevindingen per kwartaal worden incl. foto s op een kaart ruimtelijk gepresenteerd. Planning: De visuele inspectie zal gedurende het stormseizoen om de maand gebeuren (okt, dec, feb, apr) en in de zomer eenmalig in juli.

22 Metingen slik De Val Wat betreft de metingen en principes is er tov de locatie Slikken van Vianen geen verschil. De situatie en de ligging van het rif is hier wel anders, zie Figuur Hoogtemetingen met laser De locaties van de te meten raaien staan weergegeven in Figuur 6. Er lopen drie raaien over het rif heen, en twee referentieraaien naast het rif. Planning metingen idem als Viane. Figuur 6. Transecten voor lasermetingen en BwN bemonsterings-locaties benthos en sediment op locatie de Val RTK-raaien De totale lengte van de RTK-raaien op de locatie De Val bedraagt 6 km (Figuur 7). Ivm de lage ligging is het beschikbare tijvenster vrij klein. De raaien bij De Val kunnen binnen 1 tij door 2 surveyors ingemeten worden. Planning metingen idem als Vianen.

23 23 Figuur 7. Overzichtskaart Slik van de Val met RTK raaien Sediment en bodemdierbemonstering Net als bij Viane worden langsheen de transecten voor lasermetingen een aantal locaties bemonsterd voor sedimentsamenstelling en bodemdiersamenstelling. Planning ligt gelijk aan die van Viane Visuele inspectie Bij locatie De Val zal 1 vast fotopunt aangehouden worden, waarbij bij elk bezoek een foto gemaakt wordt. Aangezien het rif hier tegen de dijk ligt, is van bovenop de dijk het rif goed te overzien. Op deze manier kan met behulp van de foto s de ontwikkeling visueel in beeld worden gebracht. Planning: Bij elk visueel bezoek aan de locatie (zie planning Viane)

24 Hydrodynamica Op basis van voorstel Nicolette Volp & Bram van Prooijen (TU-Delft). Het monitoringsplan rondom het grootschalige oesterrif project omvat, naast ecologische metingen, het meten van fysische parameters zoals bathymetrie, stromings- en golfmetingen. Deze fysische parameters zijn belangrijk voor de bepaling van de effectiviteit van het oesterrif. Ze kunnen echter (met een geringe extra inspanning) ook in een breder kader ingezet worden voor de bepaling van hydrodynamische processen op platen. Er zijn momenteel weinig goede metingen beschikbaar van de stroming in intergetijdegebieden. Deze metingen zijn echter noodzakelijk voor een goede afregeling van numerieke stromingsmodellen in ondiepe gebieden. In het Building with Nature project NTW 1.2 wordt onderzoek gedaan naar de modellering van de plaat-geul interacties. De nadruk in dit project ligt op de numerieke aspecten, maar goede hydrodynamische metingen zouden een waardevolle aanvulling zijn. Het doel van project BwN-NTW 1.2 is om de hydrodynamica en de morfologie op en rond intergetijdegebieden beter te kunnen modelleren. Het zwaartepunt van het project ligt op numerieke simulaties. Echter, veldmetingen vormen een zeer waardevolle aanvulling voor de ontwikkeling van het model. Voor de ontwikkeling van het model hebben we een aantal belangrijke procesgerelateerde vragen, die we met behulp van metingen hopen te kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld, wat is de verhouding tussen de invloed van golven en de invloed van getij op de morfologie? De golf invloed zelf is uit te splitsen in invloed van de gemiddelde golven en golven tijdens stormen. Een vergelijkbare vraag kan voor stroming worden gesteld: wat is de invloed van gemiddeld getij, inclusief de doodtij/ springtijcyclus en wat is het effect van golf geïnduceerde stromingen? Er is ook belangstelling om de invloed van hogere waterstanden door windopzet en de invloed van het ontstaan van wervels op het sediment transport te bepalen. Het gebruik van metingen voor de validatie van het model, spreekt voor zich.

25 25 Meetprogramma De Val Figuur 8: Overzicht meet campagne op De Val van de TU Om voldoende resolutie in tijd en ruimte te krijgen stellen we twee typen hydrodynamische metingen voor. - Eén vaste ADCP inclusief golfmeter (stroming, water stand en golven), die over een langere periode in de winter meet (meettijd minimaal 6 maanden), zodat storm events meegenomen kunnen worden. De analyse van de combinatie van deze metingen zou inzicht moeten geven in de verhouding tussen het type forcering (stroming versus getij) en de forcering op verschillende tijdschalen (getij, doodtij-springtij, stormen). De voorkeur van de locatie gaat uit naar punt 1 (voor het oestermatras), of eventueel nog iets dieper. - Drie verplaatsbare ADCP s. Deze zouden minimaal twee maal ingezet moeten worden. Een keer rondom het matras om de lokale stroming te kunnen bepalen en een keer verdeeld over De Val (locaties 2-4) om de grootschalige beweging in de val te bepalen. Beide metingen hoeven niet in het winterseizoen gedaan te worden aangezien het voornamelijk gaat om de getijbeweging. De minimale meetduur is een maand.

26 26 Meetprogramma Viane Figuur 9 Overzicht meet campagne op Viane van de TU Om voldoende resolutie in tijd en ruimte te krijgen stellen we drie typen hydrodynamische metingen voor. - Eén vaste ADCP inclusief golfmeter (stroming, water stand en golven), die over een langere periode in de winter meet (meettijd minimaal 6 maanden), zodat storm events meegenomen kunnen worden. De analyse van de combinatie van deze metingen zou inzicht moeten geven in de verhouding tussen het type forcering (stroming versus getij) en de forcering op verschillende tijdschalen (getij, doodtij-springtij, stormen). De voorkeur van de locatie gaat uit naar punt 1 (voor het oestermatras), of eventueel nog iets dieper. Eventueel zou ook een vaste ADCP achter de matras geplaatst kunnen worden. Alleen het zuidwestelijke matras zou voldoende moeten zijn. Het noordoostelijke matras is minder vatbaar voor golven. - Drie verplaatsbare ADCP s. Deze zouden minimaal twee maal ingezet moeten worden. Een keer rondom de matrassen (locaties 2-4) om de lokale stroming te kunnen bepalen en een keer verdeeld over de plaat om de

27 27 grootschalige beweging te bepalen (precieze locaties zouden nog te bepalen op basis van stromingssimulaties). Beide metingen hoeven niet in het winterseizoen gedaan te worden aangezien het voornamelijk gaat om de getijbeweging. De minimale meetduur is een maand. - Eén ADCP met hoge frequentie. De noordoostelijke matras ligt op de overgang van plaat naar geul. Door het snelheidsverschil tussen geul en plaat kunnen wervels optreden, ter grootte van tientallen meters. Om deze te meten zou een ADCP op de overgang tussen geul en plaat geplaatst moeten worden en zou deze een meetfrequentie van ca 1-5s moeten hebben. De meetduur kan beperkt zijn tot een of enkele getijden (is dit mogelijk bij deze frequentie?), bijvoorkeur tijdens een springtij. De TU zal de data gebruiken voor het beantwoorden van procesgerelateerde vragen, welke ze nodig hebben voor de ontwikkeling van het model. Hun resultaten zullen teruggekoppeld worden met BwN. Planning: De vaste ADCP s (1 bij de Val en 1 bij Viane) zullen vanaf oktober 2011 t/m maart 2012 nabij het rif worden geplaatst. De verplaatsbare ADCP s (in totaal 6 stuks, 3 bij de Val & 3 bij Viane) dienen 2x een maand nabij het rif te worden geplaatst. Deze metingen hoeven niet gedurende het strom seizoen plaats te vinden. Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare verplaatsbare ADCP s en de beschikbaarheid kunnen ze ingepland worden. De ADCP met hoge frequentie (1 bij Viane) dient gedurende 1 week met springtij op de overgang van geul naar plaat te worden geplaatst. Afhankelijk van de beschikbaarheid kan deze ingezet worden. Geschatte inspanning: Het programmeren van de desbetreffende instrumenten zal gebeuren in overleg tussen Jan van het Westende (MID-DZL) en Bram & Nicolette (TU Delft). Naar aanleiding hiervan zal de frequentie van het verwisselen van de batterij en het uitlezen van de data bepaald worden. Het plaatsen en aflezen van de ADCP s zal gebeuren door de meetdienst van RWS-DZL. Bram en Nicolette (TU- Delft) kunnen mits nodig hulp bieden bij het plaatsen en aflezen van de instrumenten.

28 28 3 Dataverwerking en rapportage De data van de RTK-metingen wordt door RWS vergrid (celgrootte 5x5m), waarna er van 2 opnamen een verschilgrid gemaakt zal worden waarbij de hoogteveranderingen ruimtelijk zichtbaar zijn, deze zullen mede in dwarsprofielen gepresenteerd worden. De data wordt ieder kwartaal aan BwN aangeleverd. Daarnaast levert de meetdienst van RWS ieder kwartaal een samenvatting (max 1 a 2 A4 tjes) evt. ondersteund met enkele figuren van de resultaten van de metingen en bevindingen van de veldbezoeken aan BwN. BwN zal hun eigen bevindingen en resultaten hier aan toevoegen en rondsturen naar de projectgroep (BwN, RWS DZL & WD, TU). Op deze manier wordt er regelmatig een beeld gecreëerd van de ontwikkelingen rond de oesterriffen (over de betreffende periode). Alle overige data, foto s etc worden ieder kwartaal aan BwN geleverd. Zij verzamelen alle data en zullen deze integreren voor de rapportages. Een van de eisen aan de subsidie voor BwN is dat alle onderzoeksdata (openbaar ) beschikbaar gesteld moet worden. BwN zal de monitoringsresultaten van deze pilot beschikbaar stellen via Open Earth. Open Earth is een integrale open source aanpak voor data, modellen, tools en kennis, waarmee resultaten/projecten verder kunnen worden ontwikkeld en projectoverstijgend kunnen worden geborgd. Voordat het op Open Earth beschikbaar is, zullen de documenten via de FTP-site van Deltares beschikbaar worden gesteld (aan RWS en BwN betrokkenen). De evaluatie ligt in handen van BwN. Er zal in juni 2011 een tussentijdse evaluatie worden opgesteld en eind 2012 zal een voorlopige eind evaluatie worden opgesteld door BwN. Afhankelijk van het vervolg traject zal de monitoring wel of niet verlengd worden. Aangezien 2 jaar monitoren relatief kort is, zullen er nog geen volgroeide levende riffen gevormd zijn. Daarnaast zal het moeilijk zijn na deze 2 jaar al trendwijzigingen (die eventueel kunnen bijdragen aan het afremmen van de erosie) te zien. Bij de proef met de mini-riffen waren echter al wel duidelijke veranderingen in de directe omgeving zichtbaar. De monitoring van de pilot tot 2012 zal dus wel een bron aan informatie opleveren.

29 Dataverwerking en rapportage 29 4 Planning van de metingen Tabel 3 planning van de monitoring (planning 2012 is gelijk aan die van 2011) juni juli aug sept okt nov dec jan feb maart april mei juni juli aug sept okt nov dec Rtk-RWS x x x x x x x Laser-BwN 1 x x x x Visueel-RWS X x x x x x x x Bodemdieren 2 x (Viane) x (De Val) Sedimentsamenstelling 2 x (Viane) x (De Val x x Visuele inspectie en metingen rif BWN x x x x x x x x x Vestiging oesterlarven op rif x x x Settlement exp. x x x x x x Okt t/m mrt Vaste ADCP+golfmeter 2012 ADCP (mobiel) x x x ADV Kwartaal rapportage x x x X Evaluatie x 1 na feb 2011 zal bekeken worden of en zo ja met welke frequentie de lasermetingen worden voortgezet 2 Als er voldoende aanwijzingen zijn dat er veranderingen optreden zal een volgende meting/bemonstering worden ingepland

30 Planning van de metingen 30 5 Bronvermelding Dit monitoringsplan is opgesteld aan de hand van verschillende memo s en expertmeetings: Bronnen: - E. Paree, Memo; Plan van aanpak monitoring Meetdienst tbv Oesteriffen. RWS-DZL. - T. Ysebaert, Aanleg en monitoring van oesterriffen op Viane en de Val- IMARES - N. Volp & B. van Prooijen Monitoring hydrodynamica `pilot grootschalige oestermatras'- TU Delft Betrokken tijdens de expertmeetings: Eric van Zanten (DZL) Dirk van Maldegem (DZL) Dick de Jong (DZL) Robert Jentink (DZL) Edwin Paree (DZL) Mariska Bijleveld (DZL) Tom Ysebaert (BwN) Sarah Marx (WD)

31 Planning van de metingen Bijlage 1: Planning / capaciteit Planning en capaciteit Meetadviesdienst RWS ZLD DE VAL RTK (2327P) Wie n 2010 h/keer Totaal (h) Inwinning BB+GM Verwerking JDB Ondersteuning JDB VIS. INSP. (2327M) Inwinning MB+EP Verwerking/rapportage MB Kwartaalrapportage EP Ondersteuning EP 28 Totaal 152 VIANEN RTK (3125P) Wie n 2010 h/keer Totaal (h) Inwinning BB+GM Verwerking JDB Ondersteuning JDB VIS. INSP. (3125M) Inwinning MB+EP Verwerking/rapportage MB Kwartaalrapportage EP Ondersteuning EP 56 Totaal 376 WIE in de tabel. EP (Edwin Paree), MB (Mariska Bijleveld) JDB (Jan de Bel), BB (Bert Boer) en GM (Grontmij). Aanspreekpunt voor dit project bij de Meetadviesdienst is Edwin Paree.

32 Planning van de metingen 32 Planning en capaciteit BwN DE VAL Laser Wie n 2010 h/keer Totaal (h) Inwinning NIOO/Imares 2p. 3x 1d Verwerking Imares BwN Metingen rif Plaatsen kwadranten etc. Imares/NIOO Inwinning Imares/Nioo 2p Oestervestiging en groei Imares/NIOO 2p Verwerking/rapportage Imares Sediment & Ecologische monitoringnioo/imares 4p Totaal 180 VIANEN Laser Wie n 2010 h/keer Totaal (h) Inwinning NIOO/Imares 2p. 3x 2d Verwerking Imares BwN Metingen rif Plaatsen kwadranten etc. Imares/NIOO 2p.1x 2d Inwinning Imares/Nioo 2p Oestervestiging en groei Imares/NIOO 2p.1x 2d Verwerking/rapportage Imares Sediment & Ecologische monitoringnioo/imares 4p.1x 2d Totaal 364 Kwartaalrapportage Imares Aanspreekpunt en projectleider voor dit project is Tom Ysebaert (IMARES en NIOO).

33 2. Bijlage 2: Overzicht ligging meetlocaties oesterriffen Vianen en De val 33

34 34

Opvolging Effecten Flexibel Storten

Opvolging Effecten Flexibel Storten Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaal rapportage Rug van Baarland Vierde kwartaal 214 Datum 29 januari 214 Status Definitief Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaalrapportage Rug van Baarland

Nadere informatie

Aantal pagina's 16. Doorkiesnummer (088) 33 58 374. Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras pilot in de Oosterschelde

Aantal pagina's 16. Doorkiesnummer (088) 33 58 374. Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras pilot in de Oosterschelde Memo Aan Tom Ysebaert, Erik van Zanten Datum Van Helena Hulsman Aantal pagina's 16 Doorkiesnummer (088) 33 58 374 E-mail helena.hulsman @deltares.nl Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras

Nadere informatie

Monitoringsplan Zandhongerproeven 2013-2018. Datum 20 december 2012

Monitoringsplan Zandhongerproeven 2013-2018. Datum 20 december 2012 Monitoringsplan Zandhongerproeven 2013-2018 Datum 20 december 2012 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Dienst Zeeland Informatie Eric van Zanten Telefoon (0118) 62 28 68 E-mail eric.van.zanten@rws.nl

Nadere informatie

Memo. 1 Introductie. +31(0) Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research)

Memo. 1 Introductie. +31(0) Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research) Memo Aan Saskia Huijs (Rijkswaterstaat Zee en Delta) Datum Kenmerk Doorkiesnummer Van +31(0)88335 7945 Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research) Aantal pagina's 9 E-mail kees.denheijer

Nadere informatie

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor : 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels

Nadere informatie

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof Memo De tor s Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum Van Reinier Schrijvershof Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 7483 Aantal pagina's 10 E-mail reinier.schrijvershof@deltares.nl Onderwerp Verplaatsing

Nadere informatie

Kustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust

Kustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust Kustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust Kustgenese 2.0 Zandige kust Het klimaat verandert. De bodem daalt. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we omgaan met de Nederlandse kust. Om de veiligheid

Nadere informatie

Klimaatbestendige Oosterschelde

Klimaatbestendige Oosterschelde Oosterschelde (NL) De Nederlandse zeearm Oosterschelde is uitzonderlijk rijk aan vogels, maar de vraag is voor hoe lang nog. De platen, slikken en schorren, die nu nog in uitgestrekte foerageer- en rustplaatsen

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding

Nadere informatie

30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT. Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen

30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT. Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen 30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen De Oosterschelde: een uniek gebied Zoute getijdennatuur (buiten- en binnendijks)

Nadere informatie

Verslag wierenexcursie 16 mei 2018, Noordbout. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt de Noordbout?

Verslag wierenexcursie 16 mei 2018, Noordbout. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt de Noordbout? Tekst en foto s: DirkJan Dekker Waar ligt de Noordbout? Richting Zierikzee (N59), bij de stoplichten van Nieuwerkerk linksaf, tot aan de Oosterscheldedijk bij Viane. Hier zijn we even gestopt, in september

Nadere informatie

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002 Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de

Nadere informatie

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van. de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van

Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van. de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van oesterriffen als erosieremmende maatregel in het ontwerp Date 27-06-2012 Memo Direct T 0317-487419

Nadere informatie

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren 23 maart 2011 Wat zijn biobouwers? Organismen die direct of indirect hun omgeving zo veranderen dat ze hiermee het habitat

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006 Johan Krol Januari 2007 Inhoudsopgave. Voorlopige trends 3 Inleiding

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II P R E S E N T A T I E S T A K E H O L D E R S B I J E E N K O M S T R O G G E N P L A A T, 8 N O V. 2 0 1 6, K R A B B E N D I J K E Joost Stronkhorst (HZ/Deltares),

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Wat hebben we geleerd Petra Dankers 04 april 2014/ update 6 augustus 2014 2 Aanleg - randen Kenmerken Randen opgebouwd uit Geocontainers (7 breed, 1,50 hoog)

Nadere informatie

Opvolging Effecten Flexibel Storten

Opvolging Effecten Flexibel Storten Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaalrapportage Hoogeplaten West Vierde kwartaal 211 Datum 16 februari 212 Status Definitief Opvolging Effecten Flexibel Storten Kwartaalrapportage Hoogeplaten West

Nadere informatie

Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat

Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat Opgesteld door Martijn Westdorp van Sportvisserij Zuidwest Nederland Versie 2, 6 juni 2011 Woensdag 15 juni 2011 is Martijn Westdorp van Sportvisserij

Nadere informatie

Meten in de Waddenzee

Meten in de Waddenzee Meten in de Waddenzee Bestand tegen superstorm De waterkeringen langs de Waddenzee moeten bestand zijn tegen een superstorm die gemiddeld eens in de 4000 jaar kan optreden. Om de sterkte van de waterkering

Nadere informatie

~l\\ 1'. liiu9. Opdracht RKZ _C van mantelovereenkomst RKZ-1906 Betreft

~l\\ 1'. liiu9. Opdracht RKZ _C van mantelovereenkomst RKZ-1906 Betreft SVASEK lira.id'htlj Notitie ~l\\ 1'. lu9 Aan Annette Kieftenburg (Deltares) en Maarten Jansen (Svasek) Van Erik Arnold (Royal Haskoning) Datum 11 november 2009 Kopie Onze referentie Status 9S9077/N3/EARN/Rott

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, november 2012

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, november 2012 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 24-30 november 2012 - Wim Giesen 1 & Kris Giesen 2, 1 december 2012 Eind november 2012 zijn korte monitoringsbezoeken geweest naar alle 10 mitigatielocaties

Nadere informatie

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)

Nadere informatie

Morfologie kwelders en. platen Balgzand

Morfologie kwelders en. platen Balgzand Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN

Nadere informatie

De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven

De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven Jasper Donker 1 3 Waterbeweging in de Waddenzee Waterstand / waterdiepte Stromingen door getij en wind Golfwerking Feedback: terugkoppeling

Nadere informatie

Nieuwsbrief Kustgenese 2.0

Nieuwsbrief Kustgenese 2.0 April 2017 Een kleine zandmotor in de buitendelta? Planning en producten Kustgenese 2.0 2016 2017 2018 2019 2020 Opstellen Onderzoeksprogramma Uitvoeren Onderzoeks- en monitoringsprogramma Doelen pilot

Nadere informatie

Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 Februari 2015

Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 Februari 2015 Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 In 2014 is Ecoshape, in opdracht van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) daadwerkelijk gestart met de uitvoering van een proef voor een zandige vooroever.

Nadere informatie

Inleiding. Achtergrond. Memo. Wageningen Marine Research. Dr. Ir. Jeroen Wijsman. Onderzoeker schelpdier ecologie. Beste heer van Westenbrugge,

Inleiding. Achtergrond. Memo. Wageningen Marine Research. Dr. Ir. Jeroen Wijsman. Onderzoeker schelpdier ecologie. Beste heer van Westenbrugge, Memo AAN Kees van Westenbrugge, VAN Dr. Ir. Jeroen Wijsman Onderzoeker schelpdier ecologie Wageningen Marine Research ONDERWERP Risicomonitoring Roggenplaatsuppletie Beste heer van Westenbrugge, POSTADRES

Nadere informatie

MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE

MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE Functies - Wadden ecosysteem Filter feeders en waterkwaliteit; slib Biodepositie en stabiliteit van substraat; kustbescherming Morfologische landschappelijke eenheid in systeem

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar 2009. Johan Krol

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar 2009. Johan Krol Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog jaar 9 Johan Krol Nes, januari 1 Inhoudopgave. 1. Methode pag. Onderzoeksgebieden pag 7.1 Oost-Ameland pag 7. West-Ameland

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam Oosterschelde

Veiligheidsbuffer Oesterdam Oosterschelde Veiligheidsbuffer Oesterdam Oosterschelde Overzicht T0-metingen Datum 28 okt 2013 Veiligheidsbuffer Oesterdam Oosterschelde Overzicht T0-metingen 28 okt 2013 Colofon Uitgegeven door RWS / afdeling CIV

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 - Wim Giesen 1 & Paul Giesen 2, 18 juni 2013 In de tweede week van juni 2013 zijn korte monitoringsbezoeken uitgevoerd naar alle 10 mitigatielocaties

Nadere informatie

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Opzet workshop Aankondiging in programma: Afgelopen zomer is aan de Markermeer-zijde

Nadere informatie

RWS BEDRIJFSINFORMATIE. Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland

RWS BEDRIJFSINFORMATIE. Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland RWS BEDRIJFSINFORMATIE Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland Datum 28 november 2017 Status Definitief RWS Kwalitatieve benthos opname Rug van BEDRIJFSINFORMATIE Baarland 28 november 2017 Colofon

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing

Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Insteek Veiligheidsbuffer Oesterdam...4 2.1 Analyse van het probleem...4 2.2 De gekozen oplossing...5 2.3 De randvoorwaarden...6

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Zheng Bing Wang, Wim Eysink, Johan Krol, 9 december 2011, Ameland Onderzochte aspecten Noordzeekust Friesche Zeegat en De Hon Waddenzee

Nadere informatie

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3 Herberekening behoefte aan zandsuppletie ter compensatie van bodemdaling door gaswinning uit Waddenzee velden vanaf de mijnbouwlocaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Z.B. Wang Deltares, 2009 Inhoud

Nadere informatie

Suppletie Roggenplaat. Onderzoek Integrale veiligheid Oosterschelde

Suppletie Roggenplaat. Onderzoek Integrale veiligheid Oosterschelde Suppletie Roggenplaat Onderzoek Integrale veiligheid Oosterschelde Deltaprogramma 2015 De Oosterschelde uitdaging: Klimaatverandering, zeespiegelstijging en morfologische effecten van de Deltawerken leiden

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2013

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2013 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 15-19 april 2013 - Wim Giesen 1 & Kris Giesen 2, 30 april 2013 Halverwege april 2013 zijn korte monitoringsbezoeken geweest naar alle 10 mitigatielocaties Viane

Nadere informatie

Aan Hans vd Sande, Simon Vereeke

Aan Hans vd Sande, Simon Vereeke Betreft Monitoringsplan Hillblocks Stavenisse Aan Hans vd Sande, Simon Vereeke p/a Waterschap Scheldestromen Kanaalweg 1 Middelburg P/a Postadres: Postbus 1000 4330 ZW Middelburg T 088 246 1370 F 088 246

Nadere informatie

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0) Memo Aan Jasper Fiselier (DHV) Datum Van Pieter Koen Tonnon Jan Mulder Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 464 +31 (0)88 33 58 446 Aantal pagina's 9 E-mail pieterkoen.tonnon @deltares.nl jan.mulder@deltares.nl

Nadere informatie

1. Korte beschrijving

1. Korte beschrijving Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Oesterdam November 2013 Contacten Björn van den Boom (omgevingsmanager), Natuurmonumenten, B.vandenBoom@Natuurmonumenten.nl, T. 06 5115 4386 Ben de Winder,

Nadere informatie

Het sediment-delend systeem als ruggengraad van de Wadden-kust. Bert van der Valk, Albert Oost, Zheng Bing Wang, Edwin Elias, Ad van der Spek e.a.

Het sediment-delend systeem als ruggengraad van de Wadden-kust. Bert van der Valk, Albert Oost, Zheng Bing Wang, Edwin Elias, Ad van der Spek e.a. Het sediment-delend systeem als ruggengraad van de Wadden-kust Bert van der Valk, Albert Oost, Zheng Bing Wang, Edwin Elias, Ad van der Spek e.a. het Waddensysteem Kust Noord-Holland Waddeneilanden Zeegaten,

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2013

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2013 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 21-25 oktober 2013 - Wim Giesen 1, Paul Giesen 2 & Kris Giesen 3, 29 oktober 2013 In de vierde week van oktober 2013 zijn korte monitoringsbezoeken uitgevoerd

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam

Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Tommer Vermaas Ankie Bruens 1207724-004 Deltares, 2013, B Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1

Nadere informatie

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Datum 12 december 2011 Bijlage(n) - Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Achtergrond Het kabinet is voornemens de maximumsnelheid op autosnelwegen te verhogen naar 130

Nadere informatie

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach

Nadere informatie

Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007

Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007 Herstel laseraltimetrie

Nadere informatie

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen IRO/CEDA lezing Bert Wilbrink (ministerie EZK) Suzanne Lubbe (RWS) 12 maart 2019 Inhoud presentatie Visie overheid op ecologische impact bouw

Nadere informatie

Zandmotor Delflandse Kust

Zandmotor Delflandse Kust Zandmotor Delflandse Kust Een blik op 2,5 jaar bouwen met de natuur Een blik op 2,5 jaar bouwen met de natuur 1 In 2011 is voor de kust van Zuid-Holland ten zuiden van Den Haag een schiereiland van 21,5

Nadere informatie

Begeleidingscommissie

Begeleidingscommissie Begeleidingscommissie 21 september 2016, Oostende Monitoring campagnes Inhoud Inleiding CREST-project Testzones Monitoringsprogramma Inhoud Inleiding CREST-project Testzones Monitoringsprogramma INLEIDING

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS INORNATUS) OP EEN PROEFLOCATIE (PERCEEL 119) IN DE OOSTERSCHELDE Tussenrapportage Delta Academie 17 augustus

Nadere informatie

Open sociale media en operationeel verkeersmanagement

Open sociale media en operationeel verkeersmanagement Open sociale media en operationeel verkeersmanagement Een pilot naar het monitoren van open bronnen ter ondersteuning van operationeel verkeersmanagement Eindrapportage april 2017, definitief Inhoud Doel

Nadere informatie

Drones voor Assetmanagement. Onafhankelijk periodiek vaststellen van status installaties/vastgoed en voortgang werk in uitvoering

Drones voor Assetmanagement. Onafhankelijk periodiek vaststellen van status installaties/vastgoed en voortgang werk in uitvoering Drones voor Assetmanagement Onafhankelijk periodiek vaststellen van status installaties/vastgoed en voortgang werk in uitvoering Assetmanagement Het managen van assets vraagt van onze klanten in de Bouw,

Nadere informatie

Internationale data-uitwisseling

Internationale data-uitwisseling Internationale data-uitwisseling Sterkte & Belastingen Waterkeringen Sterkte & Belastingen Waterkeringen (SBW) Voor een actueel beeld van de veiligheid worden de belangrijkste Nederlandse waterkeringen,

Nadere informatie

MONITORINGSPROGRAMMA MONITORINGSPROGRAMMA PROEFSTORTLOCATIES PROEFSTORTLOCATIES

MONITORINGSPROGRAMMA MONITORINGSPROGRAMMA PROEFSTORTLOCATIES PROEFSTORTLOCATIES MONITORINGSPROGRAMMA MONITORINGSPROGRAMMA PROEFSTORTLOCATIES PROEFSTORTLOCATIES Een beschrijving van de uit te voeren monitoring bij de herhaling Een beschrijving van de van proefstortingen de uit te voeren

Nadere informatie

WAAROM HET VOORSTEL OM ANDERS TE STORTEN VOOR DE PLAAT VAN WALSOORDEN

WAAROM HET VOORSTEL OM ANDERS TE STORTEN VOOR DE PLAAT VAN WALSOORDEN WAAROM HET VOORSTEL OM ANDERS TE STORTEN VOOR DE PLAAT VAN WALSOORDEN Prof. Ir. J.J. Peters (PAET) Raadgevend ingenieur - rivieren specialist Chronologie 1999: oprichting van onafhankelijk expert team

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek

Nadere informatie

Levende Waterbouw. De natuur als ingenieur

Levende Waterbouw. De natuur als ingenieur Levende Waterbouw De natuur als ingenieur Bouwen met en voor de natuur Moderne techniek en natuur gaan heel goed samen. Dat toont winn met de proefprojecten van Biobouwers en Rijke Dijk. Onder de noemer

Nadere informatie

zeehavens Wadden Building with Nature en Haven van Harlingen Waddenprommenade 1, Harlingen NAAR EEN RIJKE WADDENZEE

zeehavens Wadden Building with Nature en Haven van Harlingen Waddenprommenade 1, Harlingen NAAR EEN RIJKE WADDENZEE Programma Wadden zeehavens PROGRAMMA NAAR EEN RIJKE WADDENZEE en Werkatelier 12 december 2012 9.30-12.00 uur Waddenprommenade 1, Harlingen Agenda en Context 4 december 2012 Arjen Bosch Agenda 1. Context

Nadere informatie

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen - Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Deelnemers H. Simons (Het Zeeuwse Landschap) C. de Groot (Het Zeeuwse Landschap) M. Berrevoets (provincie Zeeland) A. Beaufort (Waterschap

Nadere informatie

Monitor aanpak wachtlijsten 2018 Pagina 1 van 7

Monitor aanpak wachtlijsten 2018 Pagina 1 van 7 Inhoud Tabel 1: Wachtlijsten Tabel 2: Prognose wachtlijsten Tabel 3: Instroom meldingen nov 2017 - juni 2018 Tabel 4: Instroom meldingen juni 2018 - okt 2018 Tabel 5: Doorlooptijden afgesloten meldingen

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar Johan Krol

Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog. jaar Johan Krol Tussenverslag wadsedimentatiemetingen Ameland, Engelsmanplaat, Paesens en Schiermonnikoog jaar 2008 Johan Krol Nes, januari 2009 Inhoudopgave. 1. Methode pag 3 2. Onderzoeksgebieden pag 6 2.1 Oost-Ameland

Nadere informatie

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten bij Ellewoutsdijk Tussenrapportage: de ontwikkeling in 2008 Definitief M.J. de Kluijver en T.J. Vanagt Grontmij AquaSense

Nadere informatie

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013 Kenmerkende waarden Getijgebied 2011.0 Datum 22 juli 2013 Status Definitief Kenmerkende waarden 2011.0 Getijgebied Colofon Uitgegeven door RWS Centrale Informatievoorziening Informatie Servicedesk Data

Nadere informatie

KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren Bert van der Valk en Harriette Holzhauer

KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren Bert van der Valk en Harriette Holzhauer KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren 2009-2015 Bert van der Valk en Harriette Holzhauer Vanuit het recente verleden KLZ 2008: Review van effecten van gangbare suppletie activiteit

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer

Dynamisch kustbeheer Dynamisch kustbeheer Terugblik: Wat wilde STOWA ook al weer? Strategienota Koers 2009-2013 van de STOWA heeft kust op de agenda. Veel vragen vanuit beheerders over de praktijk: Hoe ga ik om met bunkers

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2010

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2010 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 10-14 oktober 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 24 oktober 2010 Van 10-14 oktober 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen

Nadere informatie

Bijlage: Protocol voorwaarden voor flexibel storten Kwaliteitsparameters

Bijlage: Protocol voorwaarden voor flexibel storten Kwaliteitsparameters Bijlage: Protocol voorwaarden voor flexibel storten Kwaliteitsparameters Inleiding Met het Tracébesluit is de verruiming van de vaargeul voor de getij-onafhankelijke vaart tot een diepgang 13,10 meter

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Nieuwe metingen. Plan van Aanpak Trillingen. Meteremo PHS Meteren Boxtel. a. Meetmethodiek en meetapparatuur

1. Inleiding. 2. Nieuwe metingen. Plan van Aanpak Trillingen. Meteremo PHS Meteren Boxtel. a. Meetmethodiek en meetapparatuur Plan van Aanpak Trillingen Meteremo PHS Meteren Boxtel Datum 23 september 2014 Bijlage(n) processchema Onderwerp Plan van Aanpak trillingen PHS Meteren Boxtel 1. Inleiding In het kader van Project Hoogfrequent

Nadere informatie

Ontwikkeling van het Waddengebied in tijd en ruimte

Ontwikkeling van het Waddengebied in tijd en ruimte Inauguratiesymposium, 1-2 december 2008, Leeuwarden Ontwikkeling van het Waddengebied in tijd en ruimte Dr. Hessel Speelman Dr. Albert Oost Dr. Hanneke Verweij Dr. Zheng Bing Wang Thema s in tijd en ruimte

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Hanzelaan 286 Postbus 137 8000 AC Zwolle Tel +31 38 7777 700 Fax +31 38 7777 710 www.arcadis.nl Onderwerp: Gevoeligheidsanalyse effecten baggerspecieverspreiding (concept) Zwolle,

Nadere informatie

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0)

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan HDSR: Harrie Kosterman, Wijnand van Geloven, Johan Feenstra, RWS: Bob Beuving, Lieneke Zuilhof, Deltares: Anouk Creusen, Derk van Ree, Hans van Meerten Datum Van Derk van Ree Kenmerk Doorkiesnummer

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2014 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

Climate Proof Areas. 2 november 2011

Climate Proof Areas. 2 november 2011 Slotconferentie ti Climate Proof Areas Pilot Schouwen-Duiveland 2 november 2011 Pilot Schouwen-Duiveland Ruben Akkermans 2 november 2011 EU Interreg project North Sea Programme 5 landen: België, Duitsland,

Nadere informatie

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust december 2013 Contacten Chris Bakker, c.bakker@itfryskegea.nl, t. 0512-30 58 60 Bronnen -Projectplan de groeiende IJsselmeerkust van

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Uitvoering van de verruiming en het belang van monitoring. Kirsten Beirinckx 2 juni Stortstrategie. Overleg flexibel storten

Inhoud presentatie. Uitvoering van de verruiming en het belang van monitoring. Kirsten Beirinckx 2 juni Stortstrategie. Overleg flexibel storten Uitvoering van de verruiming en het belang van monitoring Kirsten Beirinckx 2 juni 2010 Inhoud presentatie Stortstrategie Overleg flexibel storten Monitoring en kwaliteitsparameters Evaluatiemethodiek

Nadere informatie

Blauwe Eilanden. conceptontwikkeling in opdracht van Boskalis (maart 2008)

Blauwe Eilanden. conceptontwikkeling in opdracht van Boskalis (maart 2008) conceptontwikkeling in opdracht van Boskalis (maart 2008) met toestemming van Boskalis voor presentatie in het kader van DCC op 26 januari 2018 [ POSFORD 1] HASKONING Waterbeweging in de Noordzee De waterstanden

Nadere informatie

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer 31081923 Dienstenbeschrijving Hydrografie Uitgegeven door Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening Datum 5 juli 2013 Status definitief

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Evaluatie van 6 jaar monitoring SAMENVATTING W.M. Liefveld A. Bak In opdracht van Rijkswaterstaat Samenvatting Momenteel stellen de waterbeheerders hun maatregelenprogramma

Nadere informatie

Evaluatie Galgeplaat proefsuppletie

Evaluatie Galgeplaat proefsuppletie Evaluatie Galgeplaat proefsuppletie 2008-202 Jebbe van der Werf José Reinders Arnold van Rooijen 206994-000 Deltares, 203, B Inhoud Inleiding. Achtergrond.2 Doelstelling en methode 2.3 Relatie met andere

Nadere informatie

Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren

Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren Ing. R.G. Ophof Projectleider monitoring Nebest Adviesgroep 28 april 2015 Opbouw van de presentatie Begrippen Doel van monitoring of deformatiemetingen

Nadere informatie

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Wat hebben we geleerd Petra Dankers 04 april 2014-19 augustus 2014 Voorlopige uitkomsten monitoring pilot moeras Deze presentatie geeft een tussenstand aan

Nadere informatie

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Geo-informatie en ICT De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Versie 1.3 28 januari 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad onder Ameland-Oost

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad onder Ameland-Oost Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad onder Ameland-Oost Marcel Kersten Tussentijdse rapportage tot en met maart 2003 1 Inhoudsopgave Conclusies 3 Aanbevelingen 4 1. Inleiding

Nadere informatie

Type Zandmotor hier de titel, deze

Type Zandmotor hier de titel, deze Type Zandmotor hier de titel, deze mag Delflandse over 2 kust regels lopen Type Pilotproject hier de voor subtitel natuurlijke een wit regel kustbescherming Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit

Nadere informatie

Inhoud van deze presentatie

Inhoud van deze presentatie 1 Inhoud van deze presentatie 1. Onderzoekskader en methoden 2. Invloed van de sedimentologie op strandprocessen 3. Sediment analyses van het inter-getijden gebied 4. Geologische opbouw van het strand

Nadere informatie

Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014

Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014 Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014 Agendapuntnummer: 10 Raadsvergadering 26 juni 2014 Onderwerp: Baggeren havens Registratienummer: 14int02330 Casenr: 14.00797 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage:

Nadere informatie

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Telt dit door in de aanwezigheid en vangbaarheid? 30-04-16, Marcel Rozemeijer Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie