Tevens zijn aanwezig de wethouders Buijing, Geertsema, Pechtold, Rabbae en Van der Sande.

Transcriptie

1 67 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Verslag van de vergadering van dinsdag 17 december 2002 Aanvang uur VOORZITTER: de heer W. Lemstra, waarnemend burgemeester GRIFFIER: mevrouw E.H.T. van der Vlist Aanwezig zijn voorts 37 leden, te weten de heer Van As (CU), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heren Bootsma (D66), Van den Bosch (GL), Bouras (PvdA), Bleijie (CDA), mevrouw Broeijer (PvdA), de heren De Coo (LWG/DG), Day (SP), mevrouw Van Delft (GL), mevrouw Dewkalie (GL), mevrouw Van Dobben de Bruijn (VVD), mevrouw Dolfing (SP), de heer Flippo (CDA), mevrouw Van Gruting (VVD), de heren De Haan (CDA), Van Hees (GL), mevrouw Hesselink (PvdA), mevrouw Jansen (PvdA), de heren Kieft (CDA), De Lange (VVD), Laudy (VVD), Laurier (GL), mevrouw Lieverse (CDA), de heren Van Meenen (D66), Peper (Leefbaar Leiden), De Rooij (VVD), Van Schoonderwoerd den Bezemer (Leefbaar Leiden), mevrouw Schreuder (PvdA), de heren Sleijster (VVD), Sloos (Leefbaar Leiden), Tchiche (PvdA), mevrouw Verschoor (D66), mevrouw Wassenaar (D66), de heren Welling (D66), Wijfje (PvdA) en Zevenbergen (VVD. Tevens zijn aanwezig de wethouders Buijing, Geertsema, Pechtold, Rabbae en Van der Sande. Afwezig zijn de heer Van Dam (SP), en mevrouw Pieterse (GL) en wethouder Hillebrand.. De voorzitter opent de vergadering en deelt mee, dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van Dam en van mevrouw Pieterse wegens ziekte en van wethouder Hillebrand om persoonlijke redenen. De heer Van Meenen heeft laten weten iets later te komen. Hij verzoekt de leden van de raad te gaan staan in verband met de goede gewoonte in deze stad om in de laatste vergadering van het jaar diegenen te herdenken, die haar dit jaar zijn ontvallen. Op 28 november jl. kwam het droeve bericht, dat mevrouw Rubia Zschüschen was overleden. Het was bekend dat zij ziek was. Al op het afscheid van de oude raad op 13 maart jl. kon zij daardoor helaas niet aanwezig zijn. De raad heeft haar leren kennen als een altijd aanwezig en vrij rustig raadslid en zal zich haar blijven herinneren als een aardige, meelevende vrouw, die door velen zeer zal worden gemist. Eveneens op 28 november is overleden de heer Van Aken, Tinus voor velen. Hij begon zijn politieke carrière in juli 1955 als raadslid, culminerend in zijn wethouderschap Economische Zaken in de periode Hij was een vasthoudend, deskundig en nauwgezet politicus en tot 1982 is hij raadslid gebleven. Ook is hij jarenlang actief geweest als ambtenaar van de burgerlijke stand voor het voltrekken van huwelijken in deze stad. Vele bruidsparen zullen dankzij hem een onvergetelijke huwelijksdag hebben beleefd. Op dinsdag 3 december is oud-stadsgenoot en ereburger Pater de Ponti op 81-jarige leeftijd overleden. Pater de Ponti is jarenlang werkzaam geweest in het buurthuiswerk in Leiden en heeft

2 68 zich in het bijzonder ingespannen voor de belangen van de bewoners in De Kooi. Op 2 oktober 1975 heeft hij voor zijn werk de erepenning van de gemeente Leiden gekregen. Deze mensen, die ieder op eigen wijze van betekenis voor Leiden zijn geweest, worden in een moment van stilte herdacht. 01. Actualiteit * Falen van integratietrajecten allochtonen De heer Sloos heeft zaterdag in het programma Nova een debat tussen verschillende politici gezien over het falen van integratieprojecten van allochtonen. Het kwam erop neer, dat 150 mln. euro door het rijk is uitgegeven aan het bevorderen van integratie van allochtonen in Nederland en dat die volgens de statistieken jammerlijk is mislukt. De fractie van Leefbaar Leiden stelt daarover de volgende vragen. 1. Hoe is het gesteld met de Leidse projecten? Is daar of een kosten-batenanalyse van gemaakt? 2. Het is gebleken, dat door het starten van vele projecten mensen in hun eigen omgeving bleven en er juist geen dwang was om te integreren. Hoe is de situatie in Leiden? 3. Doordat allochtonen in hun eigen omgeving projectmatig bezig zijn, blijkt er geen dwang te zijn om de Nederlandse taal te leren. De fractie van Leefbaar Leiden is van mening, dat er meer dwang moet zijn om de Nederlandse taal te leren en zij vraagt of het college deze opvatting deelt. 4. De fractie vindt dat gemeentefolders uitsluitend in de Nederlandse taal gedrukt moeten worden, anders wordt het allochtonen het te gemakkelijk gemaakt om de Nederlandse taal niet te leren. Deelt het college deze opvatting? 5. De fractie vindt het noodzakelijk om raadsbreed een debat te voeren over deze materie. Is het college daartoe bereid? Wethouder Rabbae kent het probleem, weliswaar niet via Nova maar uit een gesprek met een lid van de Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid. Zij wees hem erop, dat er tot nu toe niet 150 mln.euro maar 1,5 mld. euro is uitgegeven aan integratie, zonder dat de effecten daarvan naar haar mening meetbaar zijn geweest. Volgens haar is de zaak mislukt. Die mening deelt spreker niet helemaal. Als integratie wordt afgemeten aan goed onderwijs, een goede positie op de arbeidsmarkt, goede huisvesting en participeren in de burgerlijke rechten, blijkt dat weliswaar met vallen en opstaan toch goede vooruitgang op al deze terreinen is geboekt. Op het gebied van onderwijs is een en ander nog niet helemaal goed geregeld, zoals blijkt uit de landelijke discussie over het noodzakelijk vernieuwen van het achterstandsbeleid. Het kabinet heeft de les in dezen begrepen en nieuwe middelen en methodes in dat verband ontwikkeld. Ook wat betreft de arbeidsmarkt is vooruitgang zichtbaar, hoewel het nog niet helemaal goed gaat. Wat betreft de huisvesting hebben zich de afgelopen paar jaar geen problemen voorgedaan. Wat betreft de politieke participatie en het deel hebben aan de burgerlijke rechten zijn de ontwikkelingen in Nederland veel beter dan in welk ander Europees land dan ook. Zelfs Zweden, het voorbeeld voor Nederland in de jaren '80 en '90, loopt op dat gebied achter bij Nederland. De conclusie dat alles wat tot nu toe is gedaan is mislukt, deelt spreker dan ook niet. Over de vraag of de Leidse projecten in dit verband de gewenste effecten opleveren, kan van mening worden verschild. Soms is het namelijk van groter belang, dat de mensen zich in een stad

3 69 thuisvoelen om het contact aan te gaan met de eigen omgeving. Deze factor is niet te kwantificeren; wel kunnen de effecten van het beleid ten aanzien van arbeidsmarkt en onderwijs gekwantificeerd worden. Zo hebben de resultaten van de Cito-toets in Leiden-noord dit jaar op het gemiddelde van de hele stad gelegen, maar het is geen kwestie van dit jaar investeren en volgend jaar al oogsten. Daarvoor zijn tijd en geduld nodig. Spreker is van nature niet voor het toepassen van dwang. Dat werkt vaak niet en het is on- Nederlands. Wel moeten de voorzieningen worden aangeboden en moet erop gelet worden dat iedereen daar gebruik van maakt. Pas als blijkt, dat allochtonen weigeren om van die voorzieningen gebruik te maken, mag dwang worden toegepast. Zolang er echter nog wachtlijsten zijn voor het leren van de Nederlandse taal, is het niet mogelijk om dwang toe te passen. In de commissie OC heeft spreker al meegedeeld, dat hij bezig is met een onderzoek om de doelgroep, die gebruik zou moeten maken van cursussen Nederlandse taal maar dat nog niet doet, zichtbaar te maken. Dan kan de vraag worden beantwoord, of de bestaande cursussen wellicht aangepast moeten worden aan deze doelgroep, bijvoorbeeld voor allochtone vrouwen die wel een cursus willen volgen, maar niet samen met de mannen en dicht in de buurt van de kinderen. Zo kan een passend aanbod worden gedaan. Pas als blijkt dat er dan toch geen gebruik van wordt gemaakt, kan men de mensen daartoe gaan verplichten. In principe is spreker het met de heer Sloos eens, dat folders en publicaties van de gemeente in de Nederlandse taak gesteld moeten zijn. De gemeente heeft echter ook te maken met allochtonen van de eerste generatie, die wel Nederlands willen leren maar daartoe nog niet in staat zijn gesteld. Deze mensen mogen niet gestraft worden door gemeentelijke publikaties die zij niet kunnen lezen. Het is anders voor de kinderen en kleinkinderen van die eerste generatie. Die oudkomers zijn in de jaren '60 en '70 in Nederland gekomen, maar toen geen gelegenheid hebben gekregen om de Nederlandse taak te leren, omdat er toen nog geen taalbeleid op landelijk niveau was. Nu is er een inburgeringsbeleid, maar voor de oudkomers waren nog geen voorzieningen gecreëerd. Nu heeft het rijk daarvoor geld beschikbaar gesteld en nu is de gemeente bezig om ook aan de oudkomers en aanbod te doen. Ook zij moeten de kans krijgen om Nederlands te leren, maar zolang zij die kans nog niet hebben gekregen, is het goed dat gemeentelijke publikaties ook in hun eigen taal verschijnen. De heer Sloos is tot op zekere hoogte gerustgesteld door het antwoord van de wethouder. Hij wacht de resultaten van het voorgenomen beleid voor de eerste generatie allochtonen af. * Voorlichting op scholen over eetgewoonten De heer Sloos zegt dat uit recente publicaties blijkt, dat de Nederlandse bevolking steeds ongezonder gaat eten en daardoor dikker wordt. Overgewicht is vaak een oorzaak van hart - en vaatziekten. Het gevolg daarvan is dat veel geld moet worden uitgegeven voor medische hulp. Dit kan voorkomen worden, als mensen erop wordt gewezen dat zij gezonder moeten gaan eten. De Hartstichting en andere organisaties doen dat ook, maar naar de mening van Leefbaar Leiden heeft ook de overheid hierin een taak. Daarom stelt spreker de volgende vragen. 1. Is het college het met Leefbaar Leiden eens, dat er meer dan tot nu toe op scholen voorlichting moet worden gegeven over eetgewoonten? Kan dat bijvoorbeeld een taak zijn voor de GG en GD? Zo ja, wil het college dan bevorderen dat dit ook gebeurt? 2. Samen met een redelijk eetpatroon kunnen sport en beweging helpen om overgewicht te voorkomen. Leefbaar Leiden vindt het wenselijk, dat ouderen maar ook jongeren gemakkelijker

4 70 toegang krijgen tot commerciële sportscholen. Dat is vaak te duur voor mensen met een uitkering of met een laag inkomen. Kan via de gemeente voor die groepen een lager tarief voor sportscholen worden afgesproken? Dat is van belang, omdat het aanbod van commerciële sportscholen zeer veelzijdig is, omdat ze elke dag tot in de avonduren open zijn en er altijd gediplomeerde instructeurs en ook vaak diëtisten aanwezig zijn. Vindt het college het een taak van het gemeentebestuur om deze gezondheidsbevorderdende maatregel te nemen of te bevorderen? De heer Laurier vraagt, of de heer Sloos vindt dat hij als raadslid in dezen een voorbeeldfunctie heeft. De heer Sloos vindt dat inderdaad. Hij werkt daaraan. De heer Day vindt dat de heer Sloos een relevant probleem aankaart, maar ziet niet in dat dit bij het punt 'Actualiteit' moet worden besproken. De heer Sloos had er beter schriftelijke vragen over kunnen stellen. De heer Sloos heeft het nu aan de orde gesteld, omdat het bericht over de gevolgen van ongezond eten nu juist in alle kranten heeft gestaan. Als hij er schriftelijke vragen over had gesteld, had het nog jaren kunnen duren voordat erop geantwoord werd. Mevrouw Jansen wijst erop, dat verleden week in de commissie SI een voorlopige notitie gezondheidsbeleid van de gemeente Leiden is besproken, waarin staat dat het een taak van de gemeente is om te bevorderen dat de bevolking gezond eet en beweegt. De definitieve notitie is binnenkort te verwachten. Wethouder Pechtold beaamt dat er de laatste tijd in tal van publicaties aandacht is besteed aan het overgewicht van veel Nederlanders. Het is een punt van zorg voor de wethouder zorg en voor hem. In het basisonderwijs wordt al veel aandacht besteed aan het belang van gezond eten. Dat heeft hij gemerkt bij zijn werkbezoeken aan basisscholen. De vraag is echter hoe ver de lokale overheid moet gaan in het willen beïnvloeden van het eetgedrag van kinderen. Het is namelijk ook een verantwoordelijkheid van de ouders om daaraan aandacht te besteden. In het onderwijs wordt er al voldoende aandacht aan besteed. Spreker is het geheel met de heer Sloos eens, dat sportbeoefening een prima manier is om overgewicht tegen te gaan, met name bij jongeren. Hij is het echter niet met hem eens, dat de gemeente het voor jongeren gemakkelijker moet maken om bij commerciële sportscholen sport te beoefenen door dat te gaan subsidiëren. Veel sportscholen hanteren een leeftijdsgrens van 18 jaar en het gaat vooral om de jongeren tot 18 jaar. Juist voor die groep kent Leiden een stimuleringsbeleid waar de Leidse sportverenigingen aan meedoen. Die verenigingen zijn prima in staat om de jeugd op een gezonde manier te laten sporten. Een club als 'Leidse Boys' is daar een goed voorbeeld van. De gemeente bevordert ook het zwemmen van jongeren in de gemeentelijke zwembaden. Zowel via het onderwijs als via de sport besteedt de gemeente dus al voldoende aandacht dit probleem. Wethouder Buijing zegt dat mevrouw Jansen al heeft gewezen op de in voorbereiding zijnde nota gezondheidsbeleid. Daarin zal sterk de nadruk worden gelegd op de preventieve taak van de gemeente.

5 71 Velen zijn uitgenodigd om op de voorlopige notitie te reageren. Uit de binnengekomen reacties blijkt, dat de leefstijl een belangrijke rol speelt bij het tegengaan van overgewicht. Het is de bedoeling om daarover op ruime schaal voorlichting te geven om op die manier preventief te kunnen werken. De heer De Coo zegt dat LWG/De Groenen al jarenlang pleit voor goede leefgewoonten en voor de invoering van lokale voedselproductie. Het is een taak van alle leden van het gemeentebestuur om gezond eetgedrag te bevorderen. Het verheugt spreker, dat de heer Sloos nu ook tot dat inzicht is gekomen. * OZB voor studenten De heer Bootsma wijst op het onderzoek van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) naar de OZB voor studenten in 18 Nederlandse studentensteden. In veel steden is de OZB gesplitst in een deel voor de verhuurders en een deel voor de huurders, in dit geval de kamerhuurders, maar de gemeente Leiden heeft er blijkens het onderzoek voor gekozen om de gehele OZB direct op te leggen aan de verhuurders. Deze berekenen de OZB door in de huur, waardoor studenten vaak zonder het te beseffen hieraan jaarlijks zo'n 100 euro kwijt zijn. De OZB zit voor hen verborgen in de huur. In de gemeente Amsterdam gaat het daarentegen wel goed; daar worden de studenten aangeslagen voor het huurdersdeel en wordt hun tegelijkertijd gewezen op het bestaan van een kwijtscheldingsregeling. Hun inkomen is namelijk vaak zodanig, dat zij hun gedeelte van de OZB niet hoeven te betalen. De verhuurder komt meestal niet voor de kwijtschelding in aanmerking, omdat zijn inkomen weer te hoog is. Het komt erop neer, dat het niet goed is als de Leidse student nooit iets over de OZB hoort, omdat de verhuurder het huurdersdeel doorberekent terwijl veel studenten dat niet hoeven te betalen. De D66-fractie wil dan ook graag van het college weten of het de bevindingen van het ISO kent, of het bekend is met het feit dat studentensteden hiermee verschillend omgaan en of het de raad een notitie wil doen toekomen, waarin wordt ingegaan op de vraag wat het college eraan zal doen om deze situatie in Leiden te veranderen, opdat de studenten niet meer onnodig OZB betalen. Wethouder Van der Sande kent het onderzoek van het ISO, aangezien het college de resultaten ervan mede naar aanleiding van de vragen precies heeft bestudeerd. Het verschil tussen de achttien steden is derhalve ook bekend. In antwoord op de derde vraag wil spreker wijzen op het jaar 1995, waarin de regelgeving inzake de OZB is gewijzigd. In de Leidse regelgeving is sindsdien mede op basis van de landelijke regelgeving opgenomen, dat het gebruik door diegene aan wie een deel van de onroerende zaak in gebruik is gegeven, de huurder, wordt aangemerkt als gebruik door diegene die dat deel in gebruik heeft gegeven, de verhuurder dus. Er staat ook bij, die de laatste dat inderdaad kan doorberekenen. Sinds die tijd is de OZB, zowel het eigenaars- als het gebruikersgedeelte, bij de verhuurder in rekening gebracht. Dat heeft inderdaad als nadeel, dat door de huurder geen kwijtschelding kan worden aangevraagd. Spreker waagt te betwijfelen of dit deel 100 euro per jaar bedraagt, maar evident is dat een dergelijke aanslag geld kost. Anderzijds is er ook nog steeds de Zalmsnip van 46 euro. Weliswaar kunnen de specifieke maatregelen uit 1995 in een notitie worden opgenomen maar om het beleid meteen aan te passen, vindt spreker wat ver gaan. Het staat de D66-fractie natuurlijk vervolgens vrij om daarop nader terug te komen, bijvoorbeeld in de commissie BV.

6 72 * Stedenbanden in Leiden in woord en beeld Mevrouw Van Gruting verwijst naar de folder die het afgelopen weekeinde in de postvakjes lag. Zij had echter om een notitie gevraagd. Zij vraagt naar de oorzaak hiervan en is er benieuwd naar wat het doel is van deze folder en waar die wordt verspreid. Wethouder Rabbae antwoordt, dat de toegezegde notitie onderweg is, zoals hij reeds in de commissie heeft meegedeeld. De bestuursdienst heeft de afdeling communicatie verzocht voor haar medewerkers een Kerstpakket samen te stellen in het kader van de stedenbanden met producten uit deze landen. * Dak- en thuislozen in De Bakkerij Mevrouw Van Gruting wijst op het bericht in het Leidsch Dagblad van de vorige week, dat zo'n 350 zwervers in De Bakkerij een postadres hebben gevonden. In hetzelfde bericht komt ook een wijkagent aan het woord, die over slechts 50 zwervers spreekt. In het beleidsplan Sociale Zaken is sprake van ongeveer 180 dak- en thuislozen met een uitkering.

7 73 Nu kunnen er ook mensen met een postadres zijn die geen uitkering hebben, maar de uitspraak van de agent baart de VVD-fractie toch wel zorgen. Aan de ene kant is er een groot verschil in aantallen en aan de andere kant hoort zij tegenwerpen, dat een uitspraak van een agent niet direct wetenschappelijk vastgesteld hoeft te zijn. Uit eigen ervaring weet zij echter, hoe betrouwbaar de gegevens uit het Fingerspitzengefühl van vakmensen kunnen zijn. Het lijkt haar dan ook heel goed mogelijk, dat er misschien heel veel mensen tussen zitten die niet zozeer onterecht een uitkering ontvangen maar wel onterecht een aanvulling op een uitkering ontvangen, omdat zij wellicht toch een huisadres hebben. De vraag is dan ook of het protocol in verband met het postadres voldoende waterdicht is en of gebruikt wordt gemaakt van de kennis van de wijkagent. Wellicht kan gericht onderzoek worden gedaan naar de oorzaak van het grote verschil in de aantallen. Wethouder Rabbae heeft het artikel ook gelezen. In het bestand van daklozen komen ook mensen voor die eigenlijk geen bijstandsuitkering krijgen, maar bijvoorbeeld een WW- of een WAOuitkering. Dat is een uitkering op een andere titel dan een bijstandsuitkering. In die zin hoeven zij dan ook niet allemaal te maken te hebben met de sociale dienst. Navraag bij Sociale Zaken heeft geleerd, dat ook daar dergelijke geluiden zijn doorgedrongen. Vervolgens is met De Bakkerij afgesproken om deze kwestie gezamenlijk wat scherper door te nemen, opdat in ieder geval duidelijk wordt dat de mensen die daar zijn ingeschreven, ook recht hebben op een uitkering. Deze afspraak is op 15 mei jl. gemaakt en het is de bedoeling, dat mede naar aanleiding van deze berichten contact wordt opgenomen met De Bakkerij met de vraag of dit soort geluiden kan worden bevestigd. Het is staand beleid om fraude tegen te gaan, maar nu heeft bijvoorbeeld de SP weer klachten geuit omdat de sociale recherche soms te ver zou gaan op dit terrein. Mevrouw Van Gruting vindt dit van een andere orde. Natuurlijk hebben mensen klachten over de sociale recherche, want zij voelen zich er niet happy bij. Het ging haar meer om de vraag of het protocol wel waterdicht is, gezien het grote verschil tussen de belevingswereld van de wijkagent en de realiteit van de cijfers in het Beleidsplan Sociale Zaken. Zij pleit ervoor om gebruik te maken van de kennis van de wijkagent. Wethouder Rabbae wijst op de afspraak tussen Sociale Zaken en De Bakkerij en zegt dat de bevindingen van De Bakkerij zullen worden besproken. Hij stelt voor om hierover in januari schriftelijk te rapporteren, nadat hij in contact is getreden met De Bakkerij over deze kwestie. Mevrouw Van Gruting vindt de termijn tot januari redelijk lang, gehoord de uitspraak van de wethouder dat de contacten al sinds 15 mei lopen. Zij verzoekt om enige voortvarendheid hierin. 02. Mededelingen - Er zijn geen schriftelijke mededelingen. 03. Ingekomen stukken De heer De Coo kan zich erin vinden dat de brief van VROM inzake het gemeentelijk klimaatbeleid (punt 5) in handen wordt gesteld van de commissie RG. Spreker stelt voor dit

8 74 gepaard te laten gaan met een standpunt van het college. De heer Flippo stelt voor om de onderhavige brief gelijktijdig te behandelen met de klimaatnotitie die in de herfst zou verschijnen. De voorzitter zegt dit toe. De heer De Haan vraagt of de brief van R. Laman inzake de studie KAW architecten i.o.v. Portaal om mogelijkheden te onderzoeken van realisatie wensen en ideeën (punt 17) met een reactie van het college kan worden behandeld in de komende vergadering van de commissie RG. De voorzitter zegt dit toe. De heer De Coo wijst erop dat de brief van de Novib inzake dankzegging voor steun aan de eerlijke koffie-advertentie (punt 21) vergezeld is gegaan van een nota van 110 euro. Het volstaat dus niet om de brief voor kennisgeving aan te nemen. De rekening zal betaald moeten worden. De voorzitter zegt toe dat dit punt zal worden bekeken. De heer De Haan vraagt of de kopie-brief van Buurtvereniging Maredorp inzake veiligheid in de uitgaansgebieden (punt 27) in handen gesteld kan worden van de commissie BV. De voorzitter zegt dit toe. Naar aanleiding van het interpellatieverzoek CU Leiden inzake het uitblijven van informatie dubbelspoor (punt 31) geeft de voorzitter het woord aan de heer Van As. De heer Van As merkt op dat zijn fractie afgelopen donderdag een verzoek heeft ingediend tot het houden van een interpellatie over het uitblijven van een antwoord op een verzoek tot informatie ingediend op 8 april jl. Van de motivatie van het interpellatieverzoek hebben de raad en het college kunnen kennisnemen. Spreker zal hier dan ook niet verder op ingaan. Vrijdagmiddag - binnen 24 uur na het indienen van het interpellatieverzoek - werd spreker telefonisch op de hoogte gesteld van het feit dat de antwoorden in zijn bakje waren gelegd. Waarvoor dank. Spreker zou bijna de gedachte krijgen dat hij het indienen van een interpellatieverzoek beter drie maanden eerder had kunnen doen. De inhoud van de beantwoording stelt echter ronduit teleur. Op enkele helder omschreven vragen is slechts in vage termen een antwoord gekomen. De CU-fractie heeft hoe dan ook behoefte aan een meer concrete beantwoording. Daarvoor zijn inmiddels aanvullende vragen geformuleerd die zo direct worden rondgedeeld. Sprekers verzoek aan het college is om een harde toezegging te doen dat heldere en complete beantwoording van deze vragen uiterlijk medio januari 2003 zal worden gegeven. Indien die toezegging wordt gedaan vervalt de noodzaak tot een interpellatiedebat en trekt spreker zijn verzoek daartoe in. Drie jaar geleden, op 24 september 1999, heeft de raad na een vergelijkbare situatie een motie aangenomen waarin de volgende overweging was opgenomen: dat de leden van de raad gevraagd of ongevraagd dienen te worden voorzien van informatie die nodig is om tot een goede besluitvorming te komen. Spreker spreekt de wens uit dat het college in de toekomst ruimhartiger meewerkt aan het verstrekken van informatie en dat het college het niet meer zal laten aankomen op het indienen van een motie of een interpellatieverzoek. Hij wacht het antwoord van het college op zijn verzoek af.

9 75 Wethouder Pechtold merkt op dat de brief van het college, waaraan de heer Van As refereert, voor zich spreekt. Spreker betreurt het dat de heer Van As de beantwoording over de hele linie als teleurstellend ervaart. zijn inziens bevat de beantwoording wel de nodige informatie. Hij heeft van de heer Van As voorinzage gekregen in de aanvullende vragen. Deze vragen zullen uiterlijk medio januari 2003 worden beantwoord. Uiteraard is het streven erop gericht om de vragen helder en compleet te beantwoorden. Desgevraagd door de voorzitter antwoordt de heer Van As dat hij geen behoefte heeft om in tweede termijn te reageren. De voorzitter concludeert dat de heer Van As zijn interpellatieverzoek heeft ingetrokken. De voorzitter deelt mee dat er nog een brief van de gemeente Warmond inzake peiling bereidheid tot samenwerking is uitgereikt (punt 36). Het voorstel is om deze brief te agenderen voor de op 19 december 2002 te houden vergadering van de commissie RG. - Overeenkomstig de voorstellen van de agendacommissie wordt besloten (punten 1 t/m 36) met inachtneming van de gedane toezeggingen. 04. Vaststelling besluitenlijsten van 12, 13, 18 en 26 november Deze besluitenlijsten zijn nog niet gereed. 05. Aankoop ambulancevervoer Gebr. De Jong Leiden b.v. ( ) De voorzitter deelt mee dat het college deze week de intentieovereenkomst met de Zuwe-groep heeft getekend. Spreker zal de commissie daarover zo spoedig mogelijk zowel schriftelijk als mondeling informeren. Leiden is weer een stap verder op het gebied van de RAV-vorming in deze regio, hetgeen spreker persoonlijk tot grote vreugde stemt.

10 76 De heer Day merkt op dat de SP-fractie na de mededeling van de voorzitter geen behoefte meer heeft aan het afgeven van een stemverklaring. 06. GSB Jaarplan 2002; subsidie St. Werkhotel Leiden ( ) 07. Verdeling budget wijziging arbeidsvoorwaarden en personeelsvereniging ( ) 08. Verdeling arbo-budget 2002 en daarna ( ) 09. Eerste deel implementatie GSB Jaarplan 2002 ( ) 10. Tweede deel implementatie Jaarplan GSB 202 ( ) 11. Wijziging Gemeenschappelijke regeling Milieudienst West Holland (tekstueel) ( ) 12. Wijziging Gemeenschappelijke regeling Milieudienst West Holland (toetreding Warmond) ( ) 13. Beleidsplan Sociale Zaken en Arbeidsmarkt 2003 ( ) 16. Uitbreiding kinderdagverblijf de Petteflet ( ) 17. Invoering betaald parkeren Vreewijk ( )

11 77 Mevrouw Lieverse merkt op dat de CDA-fractie tegen uitbreiding van parkeerrestricties is. Omdat Vreewijk zich in de stadsenquête echter heeft uitgesproken voor betaald parkeren, stemt de CDAfractie voor het onderhavige voorstel. 20. Vaststelling Verordening parkerbelastingen 2003 ( ) Mevrouw Lieverse merkt op dat de CDA-fractie tegen het onderhavige voorstel is daar zij het niet eens is met de hoogte van de tarieven en de verlenging van de betaald parkeren tijd naar uur. - Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen, onder aantekening dat de CDA-fractie geacht wenst te worden ertegen te hebben gestemd. 21. Tijdelijke voorzieningen onderwijshuisvesting St. Josephschool ( ) 22. Begrotingswijziging 2002 en 2003 Regionaal bureau Leerplicht ( ) 23. Vaststelling programma en Overzicht Onderwijshuisvesting 2003 ( ) 25. Voorstel tot wijziging Verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs ( ) 26. Voorstel krediet huisvesting noodlokalen Kagerstraat 7 ( ) 27. Begrotingswijziging 2002 en 2003 C&E; verwerking rijksbijdrage Educatie ( ) 28. Telecommunicatieverordening ( ) 30. Begrotingswijziging updaten digitale kadastrale gegevens ( )

12 Wijziging begroting maatschappelijke opvang en verslavingszorg ( ) 32. Vaststelling zevende wijziging Bouwverordening 1992 ( ) 33. Derde deel implementatie GSB Jaarplan 2002 ( ) 34. Wijziging verordening op de raadscommissies ( ) - Het voorstel wordt op verzoek van de fractievoorzitters aangehouden. 35. Benoeming leden commissie Regionale Aangelegenheden. - Het voorstel wordt op verzoek van de fractievoorzitters aangehouden. 37. Herziening vaststelling tarieven OZB ( ) 14. Frictiefinanciering LWO ( ) Hierbij is tevens aan de orde: 15. Afdoening motie frictiefinanciering LWO ( ) De heer De Haan merkt op dat de CDA-fractie het moeilijk vindt om de onderhavige voorstellen nu vast te stellen. Het is niet zo dat de fractie niet zou willen instemmen met een finale kwijting. Finale kwijting is zeker hard nodig. De fractie constateert echter dat één van de onderdelen van het totaalpakket een beslissing betreft die nog niet is genomen en ook nog niet is besproken in de commissie RG. Het gaat hierbij om de eventuele aankoop van het pand Breestraat 19. De aankoop van dit pand is een voorwaarde om de onderhavige frictiefinanciering rond te kunnen breien. Het instemmen met de frictiefinanciering zou inhouden dat men nu ook impliciet instemt met de aankoop van het pand Breestraat 19. De fractie heeft er problemen mee om dat zonder bespreking te doen. Om die reden worstelt de fractie met de agendapunten 14 en 15. Spreker wil van de wethouder vernemen hoe hij tegen dit dilemma aankijkt. De heer Wijfje merkt op dat hij in de commissie heeft gesteld dat de PvdA-fractie geen spijt heeft van het feit dat ze de motie frictiefinanciering LWO ondersteund heeft. Het heeft een heilzaam effect gehad aangezien nu duidelijk is geworden wat de claims en tegenclaims zijn. Hierover zijn reeds afspraken gemaakt. Voor een deel wordt een besluit genomen door middel van hetgeen nu voorligt. Voor een ander deel zijn er afspraken gemaakt over de procedure. Spreker herinnert de wethouder aan het feit dat hij in de commissie heeft toegezegd, dat er over de procedures steeds zal

13 79 worden gerapporteerd aan de commissie. Wat de PvdA-fractie betreft zou deze procedure ook voor andere instellingen moeten kunnen gelden als blijkt dat ook daar dit soort problemen aan de orde zijn. De heer Van Hees wijst erop dat één van de actiepunten die onder de frictiefinanciering ligt de situatie rond de huuropbrengsten van het Volkshuis is en de relatie die er is met de onderhuurder de X. In de procedure is opgenomen, dat de X een apart subsidieverzoek zou moeten indienen om het tekort aan huurpenningen aan te vullen. De fractie van GroenLinks vindt dit een principieel verkeerde methode. Daarmee blijft het probleem boven de markt hangen. De fractie hoopt vanavond van de wethouder een oplossing in finale zin te mogen vernemen. Mevrouw Van Dobben de Bruijn memoreert dat er is gesproken over de claims en de onduidelijkheden die er waren bij de LWO en tussen de LWO en de gemeente. De gemeente en de LWO hebben hun huiswerk gedaan. Het is een goede zaak dat hiermee wordt doorgegaan. In de commissie is duidelijk gesteld dat er nog enkele zaken boven de markt hangen waarvan niet bekend is hoe die uitonderhandeld worden. De commissie wil daar inzicht in krijgen. Spreekster verwacht van de wethouder dat hij aangeeft welke procedure gevolgd zal worden. De kwestie van de frictiefinanciering loopt al lang genoeg. De LWO moet doorgaan met haar taken die het welzijn van de Leidse burgers betreffen. De LWO dient zich niet steeds bezig te hoeven houden met claims en subsidies. Wethouder Buijing stelt dat er twee verschillende voorstellen aan de orde zijn. Eén voorstel heeft betrekking op de frictiefinanciering. De frictiefinanciering is aanleiding geweest voor het indienen van een motie. Het onderhavige voorstel staat echter in principe op zichzelf. Het voorstel komt voort uit de afspraken die begin dit jaar zijn gemaakt rond de LWO. Daarbij werd duidelijk dat de aanvraag van de LWO ver boven het budget ging dat de gemeente beschikbaar had. Tegelijkertijd kon worden vastgesteld dat de activiteiten niet van de ene op de andere dag konden worden stopgezet, maar dat er nog sprake was van een doorlooptijd. Op grond daarvan zijn afspraken gemaakt voor een frictiefinanciering. Het voorstel is in september aan de commissie voorgelegd, hetgeen aanleiding was voor het indienen van een motie over de claims. De vraag was of alle claims op tafel lagen die in het verleden door de LWO en de gemeente waren geuit. Spreker ontraadt de raad om de frictiefinanciering en de claims als één geheel te behandelen. De frictiefinanciering ligt voor op basis van een aantal overwegingen die begin dit jaar zijn gemaakt en waarvoor nu dekking is. Over de claims heeft spreker in de commissie een aantal procedurevoorstellen gedaan alsmede het voorstel om een aantal claims af te wikkelen. Eén van de aspecten die aan de afwikkeling is verbonden, heeft betrekking op het terugrapporteren waar door verschillende fracties om wordt gevraagd. In de afspraken is aangegeven dat er enkele termijnen gelden waarbinnen bepaalde vraagstukken moeten zijn opgelost. Voor de simpele vraagstukken is gekozen voor een korte termijn, namelijk eind dit jaar. Begin januari zal hierover terug worden gerapporteerd. Over de vraagstukken die eind januari moeten zijn opgelost, zal begin februari worden teruggerapporteerd. De vraagstukken die het meeste werk met zich brengen, zullen eind februari afgerond moeten zijn. Hierbij zijn verschillende diensten en portefeuillehouders betrokken.

14 80 Waar daar nog financiële claims uit voortkomen zullen die apart ter afdoening aan de commissie en de raad worden voorgelegd. Hoewel de motie is ingediend naar aanleiding van het voorstel frictiefinanciering zou spreker de raad willen vragen om nu akkoord te gaan met de frictiefinanciering en in te stemmen met de wijze van afwikkeling van de claims. In de claims van de LWO is ook de vraag aan de orde hoe er omgegaan moet worden met het pand aan de Breestraat 19. Inmiddels is dit pand gekraakt. Er ligt een uitspraak van de rechter dat het pand ontruimd moet worden. Het is de intentie van het college om het pand aan te kopen. Dit zal echter niet gebeuren voordat het pand leeg opgeleverd kan worden. Daar ligt een verplichting voor de LWO. De LWO zal op basis van de door de rechterlijke uitspraak verkregen titel kunnen handelen. Het instemmen met de afwikkeling van de claims betekent niet dat er ook automatisch wordt ingestemd met de aankoop van het pand. De koers van het college is hetzelfde, maar de datum van aankoop is nog niet bepaald. De heer Bleijie stelt dat de wethouder de juiste volgorde hanteert. Op het moment dat de verkoop van het pand aan de Breestraat 19 niet door zou gaan, is er echter nog steeds sprake van een frictie. Wethouder Buijing wijst erop dat de frictiefinanciering puur te maken heeft met de doorloopkosten. De verkoop van de panden van de LWO maakt onderdeel uit van de totale oplossing voor de financiële problemen van de LWO. Daarbij heeft de gemeente aangegeven, dat zij voor één pand (Breestraat 19) wel interesse heeft en voor het andere pand niet. Het al dan niet doorgaan van de verkoop van het pand heeft dus niet te maken met de frictiefinanciering maar wel met de algehele financiële positie van de LWO. In de claims die zijn ingediend naar aanleiding van de ingediende motie, is onder andere opnieuw de vraag gesteld of de gemeente nog steeds op dezelfde koers zit. Het antwoord op deze vraag is ja. De voorwaarden voor de aankoop moeten echter nog wel worden ingevuld. Voorts gaat spreker in op de opbrengsten van de huur van het Volkshuis. Het Volkshuis heeft enige jaren geleden een ingrijpende verbouwing laten uitvoeren. De kosten daarvan worden onder andere doorvertaald naar de huuropbrengsten. Dat geldt voor alle partijen die gebruik maken van het Volkshuis. Voor de X wordt een vriendenprijs gehanteerd. De vraag is of dit gehandhaafd kan worden. Bovendien is de vraag opgekomen of de X qua aard en karakter wel in het Volkshuis gehuisvest moet zijn. Het gebruik van de zaal is een ander vraagstuk. De zaal leent zich voor allerlei verschillende activiteiten. De gemeente is van mening dat de LWO reguliere huren in rekening moet brengen, onder andere dus ook voor de X. Als de X de huisvesting in het Volkshuis wil voortzetten, heeft zij de mogelijkheid om voor de hogere huur aanvullende financiering middels subsidie bij de gemeente te vragen. Dit lijkt spreker de geëigende weg. De heer Van Hees vraagt of de extra subsidie gerelateerd is aan de subsidieaanvraag van het Volkshuis of van de X. Wethouder Buijing antwoordt dat de X aanvullende subsidie zou moeten aanvragen. Het Volkshuis/LWO heeft een aanvraag voor extra subsidie gedaan voor het geconstateerde tekort over de afgelopen jaren. De gemeente heeft in de claims aangegeven, dat zij bereid is te overwegen om voor dat tekort extra subsidie te verlenen. De X heeft aangegeven dat zij wel in het Volkshuis

15 81 gehuisvest wil blijven maar niet voor een hogere huur. De gemeente heeft aangegeven dat de X een hogere huur zal moeten betalen als zij in het Volkshuis gehuisvest wil blijven. De heer Van Hees stelt dat de gemeente een oplossing zal moeten bieden voor de tekorten over de afgelopen jaar. De LWO kan dat niet zelf oplossen. Wethouder Buijing verwijst naar de claims waarin een procedureafspraak is gemaakt. Het is bekend dat er een tekort is ontstaan in de exploitatie van het Volkshuis. De gemeente wil dat probleem oplossen. De meest geëigende weg om dit op te lossen is om voor dit gat aanvullende subsidie te vragen. De claims zijn erkend maar de hoogtes ervan zijn deels nog voor onderhandeling vatbaar. Uiteindelijk zal aan de raad nog een voorstel met betrekking tot de financiering worden voorgelegd. Tweede termijn De heer Wijfje merkt op dat de PvdA-fractie van opvatting is dat er via de voordeur moet worden gefinancierd. Er moet dus een reële huur moet worden gevraagd.

16 82 Als de gemeente echter vindt dat een activiteit van dermate groot belang is dat die moet worden voortgezet, dient er ook een reële subsidie verstrekt te worden. Daarover zal de raad t.z.t. een besluit moeten nemen. De heer De Haan concludeert dat de problematiek rond het pand Breestraat 19 geen onderdeel uitmaakt van agendapunt 14, maar wel van agendapunt 15 voor zover het eventuele claims betreft. Hij vraagt of hij het goed begrijpt dat het bij agendapunt 15 betreft nu alleen gaat om het instemmen met de procedure waarlangs de claims worden afgehandeld. Wethouder Buijing is het met de heer Wijfje eens dat er veel meer via de voordeur moet worden gefinancierd en niet achteraf. De motie frictiefinanciering LWO heeft er echter toe geleid dat er reparatiewerk moet worden verricht. Hopelijk leidt dit bij de LWO uiteindelijk tot een situatie waarbij geen zaken uit het verleden meer kunnen opspelen bij toekomstige onderhandelingen over het welzijn. De onderhandelingen over de claims zijn bijzonder constructief geweest, zodat spreker er alle vertrouwen in heeft. In het voorstel dat bij agendapunt 15 aan de orde is, wordt aangegeven hoe de uitwerking van de motie gestalte moet krijgen. Met name is van belang dat een aantal claims tegen elkaar kunnen worden weggestreept. Een aantal claims kan direct worden afgehandeld omdat daarvoor alsnog beschikkingen worden afgegeven. Voor een aantal andere claims is een procedure bepaald. Als het voorstel bij agendapunt 15 wordt aangenomen, is daarmee niet automatisch de aankoop van het pand Breestraat 19 gerealiseerd. - Beide voorstellen worden zonder stemming aangenomen. 18. Onttrekking aan het openbaar verkeer parkeerplaatsen Tweelingstraat ( ) De heer Sloos deelt mee dat de fractie van Leefbaar Leiden tegen het onderhavige voorstel is aangezien de fractie destijds ook tegen het bouwen van een gebouw aldaar was. De heer De Haan merkt op dat de CDA-fractie gezien de toename van de parkeerdruk o.a. in Leiden Noord tegen het onderhavige voorstel is. De heer Wijfje hecht eraan te melden dat de PvdA-fractie voor het onderhavige voorstel zal stemmen. In de commissie is uitvoerig gediscussieerd over het feit dat de parkeerdruk in Leiden Noord 's avonds groter is dan overdag. De fractie heeft geen enkele moeite met het voorstel. De heer Day deelt mee dat de SP-fractie voor het onderhavige voorstel zal stemmen. Over het algemeen is de fractie geen voorstander van het opheffen van parkeerplaatsen. Daar het in het onderhavige geval gaat om een uitbreiding van ruimte voor ambtenaren vindt de SP-fractie de onttrekking gerechtvaardigd. - Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen, onder aantekening dat de fracties van Leefbaar Leiden en het CDA geacht wensen te worden ertegen te hebben gestemd. 19. Herinrichtingsplan kruispunten Churchilllaan ( )

17 83 - Ingediend wordt motie M1/ van de heer Kieft en mevrouw Lieverse. (zie bijlage bij dit verslag) De heer Kieft zegt dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel, maar van mening is dat het voorstel aanvulling behoeft. De Churchilllaan is een belangrijke verkeersader in Leiden. De verkeerslichten op de diverse kruispunten zijn niet op elkaar afgestemd. Daardoor moet het verkeer op de Churchilllaan elke keer bij een verkeerslicht stoppen. De auto's moeten dus elke keer afremmen en weer optrekken. Dat veroorzaakt extra geluidshinder en maakt de verkeerssituatie aldaar ook onveilig. Bovendien wordt het milieu ongunstig beïnvloed door de extra uitstoot van uitlaatgassen. Daarom dient de CDA-fractie een motie in, ertoe strekkende dat aan de raad een voorstel wordt voorgelegd, zo mogelijk vóór 1 mei 2003, om op de Churchilllaan een groene golf in te stellen. Zo'n groene golf bestaat in tal van andere steden, bijvoorbeeld op de rondwegen in Tilburg, Eindhoven en Breda, en werkt daar voortreffelijk. Mevrouw Van Delft merkt op dat door het instellen van een groene golf op de Churchilllaan het verkeer uit de zijstraten langer moet wachten.

18 84 Daar zal zich dan meer wachtend verkeer opstellen, met alle problemen van dien. In de tweede plaats merkt zij op, dat zo'n groene golf niet zal betekenen dat men in één keer de hele Churchilllaan af kan rijden, want op die route liggen een paar grote kruispunten. Daar zal de verkeersstroom wel moeten stoppen en dat veroorzaakt dus toch weer files. Het lijkt spreekster beter om juist voor fietsers een vrije doorgang op de Churchilllaan te creëren. De heer Van As zegt dat de heer Kieft terecht sprak van 'verkeerslichten'. Het gaat niet om stoplichten. Een paar jaar geleden was het probleem voor fietsers dat er stoplichten waren. Die zijn vervangen door verkeerslichten, maar door de aanneming van de motie moet dat weer teruggedraaid worden. Dat betekent dat de problemen van een paar jaar geleden zullen terugkeren. Spreker is er niet voor om de voetgangers en de fietsers de dupe te laten worden van een maatregel om de auto's door te kunnen laten rijden. De heer Day zegt dat er op de Churchilllaan in ieder geval één groot kruispunt is, nl. dat met de Vijf Meilaan. Ook als er een groene golf wordt ingesteld, zullen er op dat kruispunt toch opstoppingen komen, tenzij de heer Fieft de groene golf over de hele lengte van de Churchilllaan wil instellen. De heer Kieft meent dat het probleem met het verkeer uit de zijstraten is op te lossen door daar sensoren in het wegdek aan te brengen. Die meten het verkeersaanbod uit de zijstraten en daarop kunnen de verkeerslichten automatisch worden afgesteld. Zo heeft men dat bij Het Turfschip in Breda ook gedaan. Bij de grote kruispunten, zoals met de Vijf Meilaan, hoeven geen opstoppingen te ontstaan als er een systeem wordt geïnstalleerd dat de verkeersdrukte registreert en op basis daarvan de verkeerslichten regelt. Uiteraard moet een en ander onderzocht worden, met name voor het begin en het einde van de Churchilllaan, maar volgens spreker is het probleem oplosbaar. Dan zal een groene golf meer voordelen dan nadelen opleveren. Mevrouw Van Delft heeft nog geen antwoord gehad op haar vraag, of het niet beter is om juist de fietsers en de voetgangers meer groen licht te geven. De heer Kieft antwoordt dat een goed systeem voor een groene golf voor de auto's uiteindelijk voor alle verkeersdeelnemers beter is. Mevrouw Jansen is het ermee eens, dat de situatie op de Churchilllaan verbeterd moet worden, want nu zijn er vaak opstoppingen wat tot gevaarlijke situaties leidt. Vooralsnog kan haar fractie de motie niet steunen. Alvorens een uitspraak te kunnen doen over het instellen van een groene golf vindt haar fractie, dat er een onderzoek moet worden gedaan naar de voor- en nadelen daarvan, waarbij met name moet worden gelet op het openbaar vervoer, fietsers, voetgangers en schoolgaande kinderen. De heer Van As vindt dat de vergelijking die de heer Kieft maakte met rondwegen in andere gemeenten, niet opgaat. Hier gaat het om een weg die dwars door een wijk loopt. Hij heeft geen bevredigend antwoord gekregen en kan daarom de motie niet steunen. Wethouder Pechtold wijst erop dat het an de orde zijnde voorstel van het college niet gaat over het instellen van een groene golf, maar over het herinrichten van de vier kruispunten in de

19 85 Churchilllaan. Het college vindt het heel belangrijk, dat de raad vanavond het herinrichtingsplan vaststelt, omdat de vier kruispunten tot de black spots van de verkeersveiligheid in Leiden behoren. Die kruispunten moeten verbeterd worden, juist omdat ze de ontsluiting vormen voor de aanliggende wijken. Met het herinrichten van de vier kruispunten is het probleem echter nog niet opgelost. Uiteindelijk zit het probleem bij de uiteinden van de Churchilllaan, de twee bruggen bij de Dr. Lelylaan en de Lammenschans. Spreker voelt niets voor de oplossing die het CDA in motie M1 voorstelt. Hij vindt het jammer, dat het CDA te veel voorrang wil geven aan de auto. In de commissie heeft hij al gezegd, dat het de bedoeling is om de vier kruispunten twee aan twee zo te koppelen, dat er twee kruispunten overblijven waartussen de verkeersstromen op elkaar worden afgestemd. Daardoor is het mogelijk om op de Churchilllaan een precair evenwicht in stand te houden. Als de Churchilllaan te aantrekkelijk wordt gemaakt voor het autoverkeer, wordt die weg een regionale doorstroomroute en voor zo'n route zou er volgens de VVD nu juist een rondweg moeten komen. De heer Bleijie zegt een oost-wetsverbinding gewenst is, maar wijst erop dat de Churchilllaan nu al een verkeersriool van Leiden is. Er is daar al ontzettend veel verkeer, ook veel vrachtverkeer en dat is zeer milieuvervuilend. Op de Willem de Zwijgerlaan bestaat al jarenlang een groene golf. Ook die straat is de ontsluitingsweg voor twee grote wijken. Wie zich op de Willem de Zwijgerlaan aan de aangegeven maximumsnelheid houdt, kan daar rustig doorrijden en ook de voetgangers en fietsers hebben daar voldoende tijd om over te steken. De heer Van As merkt op, dat er voor fietsers en voetgangers een tunnel onder de Willem de Zwijgerlaan is en dat er al plannen zijn ontwikkeld om van de Willem de Zwijgerlaan minder een hindernis te maken tussen de Merenwijk en Leiden-noord. Het voorbeeld van de Willem de Zwijgerlaan demonstreert juist waarom er op de Churchilllaan geen groene golf moet komen. De heer Bleijie noemt dit nonsens. Zelf steekt hij dagelijks vele malen de Willem de Zwijgerlaan over. Zodra de groene golf voorbij is, heeft hij ruim tijd om over te steken. Wethouder Pechtold stelt vast dat het verkeer een onderwerp is waar in de raad levendig over gediscussieerd kan worden. Op langere termijn wil ook het college een oost-westverbinding, in de eerste plaats voor het openbaar vervoer maar in de toekomst eventueel ook over de weg. Voorlopig is daar nog geen geld voor. Tot die tijd is hij er niet voor om, waar geprobeerd wordt het verkeersriool in Noord onder de grond te krijgen, het in Zuid te gaan creëren. Daarom pleit hij ervoor, het wankele evenwicht dat er nu is in stand te houden door het voorstel van het college om de kruispunten in de Churchilllaan twee aan twee te schakelen aan te nemen. Verdere argumenten daarvoor zijn, dat de zijstraten van de Churchilllaan de ontsluitingen zijn van de aanliggende wijken, dat daar scholen en verzorgingshuizen zijn gevestigd en dat het probleem van de Churchilllaan vooral een probleem is van de doorstroming bij de Lammenschans en de Dr. Lelylaan. Met het aannemen van dit herinrichtingsplan voor de Churchilllaan is men er nog niet. Dat onderstreept dat college en raad volgend jaar hard moeten werken aan een gemeentelijke verkeers- en vervoersplan waarin alle nu genoemde punten aan de orde dienen te komen. De heer Kieft zegt dat het CDA-voorstel om een groene golf in te stellen zeker niet de bedoeling heeft om het verkeer van de zijwegen te belemmeren. Het gaat om de onderlinge afstemming van de

20 86 verkeersstromen op de Churchilllaan. Als de wethouder toezegt, dat hij op korte termijn het resultaat van een studie over de wenselijkheid van een groene golf op de Churchilllaan aan de raad zak voorleggen, is sprekers fractie bereid om de motie in te trekken. Wethouder Pechtold antwoordt dat in het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan alle mogelijkheden zullen worden belicht. Geen enkele mogelijkheid wordt daarin op voorhand uitgesloten. Daar worden al onderzoeken voor uitgevoerd. Hij is niet bereid om een apart onderzoek te laten doen naar een groene golf op de Churchilllaan. Het college raadt dus de motie van het CDA af. - In stemming komt motie M1/ De motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de fracties van CDA en LL ervoor hebben gestemd en de overige fracties ertegen. - In stemming komt het voorstel van BenW. Mevrouw Van Dobben de Bruijn zegt dat haar fractie het er volledig mee eens is, dat de black spots op de Churchilllaan verbeterd moeten worden. De fractie is dus voor het voorstel. Daarnaast is de fractie onverminderd van mening, dat de mogelijkheid van rond- en randwegen ernstig overwogen moet worden, zoals ook in het collegeprogramma staat, ter wille van de bereikbaarheid van Leiden en van de verkeersveiligheid in de stad. De heer Kieft zegt dat zijn fractie zich daarbij aansluit. Het voorstel van BenW wordt zonder stemming aangenomen. 24. Integraal Huisvestingsplan voor het speciaal onderwijs ( ) Mevrouw Dewkalie zegt dat in dit voorstel twee scenario's worden gepresenteerd, een voor een integrale aanpak waarbij de kosten ongeveer 19 miljoen euro bedragen, en een voor een schoolgerichte aanpak. In het eerste geval is de investering ongeveer 19 miljoen euro, in het tweede 9 miljoen euro. In de commissie heeft haar fractie geconstateerd, dat er een behoorlijk verschil is tussen beide investeringsbedragen. Haar vraag was, voor welk scenario zou worden gekozen.