Gemeenteraad van Leiden

Transcriptie

1 Gemeenteraad van Leiden Verslag van de vergadering van de Raadscommissie Werk en Financiën, gehouden op donderdag 26 mei 2011 om uur in de Kapelzaal van het stadhuis. Verslag ongewijzigd vastgesteld d.d. 16 juni 2011 Aanwezig: Leden commissie : Afwezig: Leden college Commissiegriffier: Insprekers: Derden: Notulist: Mevrouw A. van den Boogaard (PvdA), mevrouw P. Borst (VVD), de heer M. Dirkse (VVD), de heer T. Gubbens (D66), de heer M. Keuning (CU), de heer M. Koek (D66), de heer J.T. Leeuwrik Nieborg (GroenLinks), de heer P. van Meenen (D66, voorzitter), de heer L. Rademaker (SP), mevrouw J. Sandriman (CDA), de heer J. Schrama (PvdD) en de heer D. Veldkamp (SLO). De heer R.J. van Ette (PvdA) en de heer D. Sloos (LL) De heer J.J. de Haan en de heer R. Strijk Mevrouw A. Heijnen De heer J. Bos (Blaauwberg) Mevrouw G.T.J. van Arnhem (Notuleerservice Nederland) 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en heet speciaal Janmar Buijs welkom, student van de School voor Journalistiek die verslag moet doen van deze commissievergadering. Hij meldt de afwezigen. 2. Burger aan het woord Er heeft zich niemand gemeld. 3. Mededelingen en rondvraag Er zijn geen mededelingen. De voorzitter geeft mevrouw Van den Boogaard het woord voor de rondvraag. Mevrouw Van den Boogaard zegt dat de verhuizing naar de Langegracht problemen oplevert voor cliënten van de sociale dienst die inkomensbriefjes moeten inleveren. Op de nieuwe locatie is geen brievenbus. Ook stond de verhuizing niet op de toegezonden formulieren, zodat mensen naar de oude brievenbus gegaan zijn. Begin mei heeft de voorzitter van de Cliëntenraad deze situatie al gemeld bij de gemeente. Voor de PvdA is dit een onwenselijke situatie. Wethouder De Haan antwoordt er op 9 mei jl. een nieuwe brievenbus op de Langegracht is geplaatst. Ook is besloten, gezien deze situatie, coulant om te springen met cliënten omdat deze het voordeel van de twijfel krijgen. Kennelijk is bij enkele toegezonden formulieren nog het oude adres geprint, maar dit is inmiddels hersteld. Als hij het bericht van de Cliëntenraad had gezien, zou hij zeker half mei een antwoord hebben gestuurd dat het probleem opgelost was. 4. Conceptverslag van de vergadering van 28 april 2011 Het verslag wordt conform vastgesteld. Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

2 5. Lijst van toezeggingen De voorzitter stelt voor kennis te nemen van de nieuwe werkwijze met de Cliëntenraad. 6. Motie /12 d.d. 12 november 2009: een actieplan voor het verminderen van nietwesterse allochtonen in de bijstand De voorzitter zegt dat deze motie is ingediend door de PvdA, GroenLinks, SP en D66. Het is nu aan de commissie om te bepalen of de motie is afgedaan: het oordeel zal in een brief aan de raad worden meegedeeld. Hij geeft eerst het woord aan de indieners. Mevrouw Van den Boogaard zegt dat de verwachtingen hoog waren; er is verzocht voor zomer 2010 met een actieplan te komen. De resultaten vallen tegen: de percentages zijn niet gewijzigd en zelfs licht gestegen. Ze constateert dat weinig met de punten in de motie is gedaan. Een aantal projecten liep al ten tijde van de motie, de afdoening betreft dus vooral staand beleid. Ze wil weten welke extra inspanningen geleverd zijn. Het enige dat zij uit het antwoord haalt is dat er contacten zijn gelegd. Wat haar betreft is de motie niet afgedaan. De heer Keuning vraagt bij interruptie waar mevrouw Van den Boogaard boos over is. Het college vraagt een aantal suggesties in overweging te nemen. Hij denkt dat mevrouw Van den Boogaard boos is dat het doelgroepenbeleid niet werkt. Mevrouw Van den Boogaard antwoordt dat gezien de grootte van de groep er extra inzet nodig is. De heer Keuning zegt dat het wellicht slimmer was geweest gewenste actiepunten in de motie op te nemen. Mevrouw Van den Boogaard blijft van mening dat het nog te vroeg is om te zeggen dat de motie is afgedaan. Mevrouw Sandriman zegt dat haar twee zaken zijn opgevallen: de doelgroep en de persoonsgerichte aanpak. De uitstroom van beide groepen is ongeveer gelijk. De persoonsgerichte aanpak voor nietwesterse allochtonen moet zodanig geïmplementeerd worden dat het eindresultaat gehaald wordt. Het CDA verwacht dat alle middelen optimaal worden ingezet en dat de kredieten goed bekend worden gemaakt zodat bij een volgende meting de uitstroom vergroot is. Wat haar betreft is de motie afgedaan. Opmerking: wegens een technisch mankement kan de geluidsopname van de vergadering niet worden voortgezet. De heer Leeuwrik Nieborg wijst erop dat het aantal niet-westerse allochtonen in de bijstand is toegenomen; met name de eerste generatie heeft problemen. Het is positief te noemen dat de tweede generatie meer kansen op de arbeidsmarkt heeft. Het lijkt hem van belang de taalachterstanden weg te werken om de kansen op de arbeidsmarkt te doen stijgen. Hij wil weten wat het college vindt van het stoppen van de financiering van inburgering vanuit het Rijk. Gezien de aantallen vindt hij de motie nog niet afgedaan. Hij vindt wel de reactie van het college positief. Hij zou graag alsnog een actieplan zien. De heer Rademaker sluit zich aan bij de PvdA en GroenLinks: de motie is zijns inziens nog niet afgedaan. Er is geen actieplan en er kan geconstateerd worden dat het er slecht voor staat met de positie van niet-westerse allochtonen. Blijkbaar is individueel maatwerk onvoldoende. Hij is het niet eens met de ChristenUnie dat het doelgroepenbeleid gefaald zou hebben: hij constateert dat sinds iedereen als individu behandeld wordt, zonder naar problemen te kijken, het aantal relatief is toegenomen. De heer Keuning wijst erop dat de hele motie om doelgroepenbeleid gaat en het college is ermee aan de slag gegaan. Het lijkt niet gewerkt te hebben. De heer Rademaker zegt dat hij dit geen doelgroepenbeleid vindt, omdat er domweg nog geen beleid is. De vraag vanavond is hoe er tot een beleid gekomen kan worden. Het college heeft weliswaar de suggesties bekeken, maar komt niet met concreet beleid. De heer Keuning vraagt of de oorzaken die het college noemt binnen de invloedssfeer van de gemeente liggen. De heer Rademaker vindt dat het college zich er gemakkelijk van af maakt. Zo wijst hij op het antidiscriminatiebeleid en het eigen personeelsbeleid van de gemeente. Ook is er verbinding met andere beleidsterreinen. Hij vindt dat er tal van manieren zijn om het probleem aan te pakken. Hij Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

3 verwijst als voorbeeld naar de sociale winst bij aanbesteding, dit zou met het antidiscriminatiebeleid ook kunnen gebeuren. In die zin ligt het zeker binnen de invloedssfeer van de gemeente. De heer Koek vindt dat de motie naar de letter is afgedaan; de motie was niet heel scherp geformuleerd. De suggestie wordt gewekt dat het probleem zichzelf oplost omdat het vooral de eerste generatie betreft, maar het gaat wel om duizend mensen in de bijstand. Hij kan zich niet voorstellen dat het de bedoeling is daar niets mee te doen. Als er bij re-integratie maatwerk wordt toegepast, kan niet genegeerd worden dat iemand in een moeilijke positie zit. De gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal verdient in die zin zeker aandacht. De heer Dirkse zegt dat de VVD geen voorstander van de motie was, maar nu tevreden is met het antwoord van het college. De klant wordt als individu benaderd en daar is de VVD voorstander van. Het gaat niet om de afkomst, maar om de toekomst van een persoon. De heer Keuning wil afstand doen van de suggestie dat de problemen niet opgelost kunnen worden als de aanpak individueel is. Hij dankt het college voor de moeite en constateert dat wat hem betreft de motie is afgedaan. Wethouder De Haan zegt dat het college dit maatschappelijke probleem serieus neemt: het zal zichzelf niet oplossen, is het uitgangspunt van het college. Het probleem neemt toe en het is goed dat er aandacht voor is. De lopende projecten zijn geanalyseerd en moesten stoppen vanwege de korting op participatiebudgetten en dit noemt hij sneu. Het college zag zich voor de vraag gesteld of bij afdoening van de motie ook het probleem is opgelost en dat is niet het geval. De motie moet als afgedaan beschouwd worden als geconstateerd kan worden dat het college zich heeft ingespannen. De acties zijn of uitgevoerd of staand beleid. Onderdeel van de maatwerkaanpak is het omzetten van diploma's en het aanbieden van taallessen. Als er een actieplan moet komen, zal het staande beleid en het maatwerk alleen een nieuw kaftje krijgen. Er zijn wel extra stappen gezet, zoals voorlichtingsavonden over werk en inkomen en gesprekken met jongeren over hun toekomst. Er ontstaat een netwerk om vroegtijdig signalen te krijgen. Mevrouw Van den Boogaard constateert dat de wethouder nu meer informatie geeft dan in de rapportage van het college staat. Wethouder De Haan licht vervolgens de inhoud van de diverse voorlichtingsavonden toe. Hij vindt dat de heer Rademaker een punt heeft als het om het antidiscriminatiebeleid gaat. Bij actiepunt 7 moet zeker vermeld worden dat de werkgevers en werknemers in de regio met elkaar in gesprek zijn. Hij constateert dat het college heeft gedaan wat gevraagd is, maar dat daarmee het probleem niet is opgelost. Er zullen geen nieuwe instrumenten worden ontwikkeld, gericht op etniciteit. Wel kan bij reintegratie en integratie het antidiscriminatiebeleid gestimuleerd worden. Hij staat open voor mogelijke aanvullende suggesties van de raad in dezen. De heer Rademaker merkt op dat de wethouder geen aparte klasjes wil maken, maar dat dit wel voor vrouwen gebeurde. Wethouder De Haan zegt dat hij doelde op jongeren. De vrouwengroep was multi-etnisch en dat waren nuggers. Hij blijft het jammer vinden dat dit afgebouwd moest worden. Voor jongeren zou een aparte aanpak een verkeerd signaal zijn. De problematiek verdwijnt niet, maar is eerder een reintegratievraagstuk dan een probleem met inburgering. De voorzitter concludeert dat vanavond niet het beleid aan de orde is, maar de motie. Hij wijst de commissie erop dat de wethouder open staat voor suggesties. Hij constateert dat de meerderheid vindt dat de motie is afgedaan. Er zal een brief met die inhoud naar de raad gaan. 7. Brief 'Uitwerking handhavingsbeleid & afdoening motie /111 mevrouw P. Borst inzake Spijtoptantenregeling bijstandsfraude' Mevrouw Borst dankt het college: er is voldaan aan alles wat ze gevraagd heeft. Ze is van mening dat de fraude met uitkeringen naast het feit dat het een misdrijf is, het draagvlak in de samenleving aantast. Ze heeft zich dan ook gestoord aan de term 'onopzettelijke fraude' omdat dit niet bestaat. Ze verzoekt dit dan ook niet meer zo te noemen. Wat haar niet aanspreekt is dat men 50% van het geld na het misdrijf mag houden, maar ze begrijpt het wel omdat er anders niets tegenover staat bij melding. Ze hoopt dat de regeling resultaat heeft, maar constateert dat misdaad in dit geval loont. Mevrouw Sandriman constateert dat de motie uitgevoerd is. Ze wenst het college veel succes met het terugvorderen van 12,5 miljoen euro. Ze verzoekt een en ander goed bekend te maken. De heer Koek wil graag na 1 oktober geïnformeerd worden over de resultaten. Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

4 Mevrouw Van den Boogaard constateert dat de motie is afgedaan. Ze wil graag weten welke overwegingen er zijn geweest om met tips te gaan werken en of dit goede resultaten heeft gehad. En of het werken met anonieme tips staand beleid is of een nieuw instrument. Ze vraagt zich af of het communiceren over de regeling bijdraagt aan stigmatisering van mensen in de bijstand. Wethouder De Haan noemt het dilemma van de onopzettelijke fraude, die naar de letter van de wet inderdaad fraude is. Maar er is een grijs gebied, waar het gaat om menselijke vaardigheden, formuleringen zonder dat opzet in het spel is of het doel om zichzelf te verrijken. Er komen situaties voor dat iemand het niet goed begrepen heeft en een formulier verkeerd heeft ingevuld. Maar samenwonen en dit achterhouden is iets wat niet per ongeluk gebeurt. Als achterhaald kan worden dat er geen opzet is in het spel is, is coulance mogelijk, maar het bedrag moet te allen tijde terugbetaald worden. Mevrouw Borst vraagt of iemand die per ongeluk een fout maakt als fraudeur gezien wordt. Dat is immers de groep die onterecht een uitkering heeft gekregen. Wie onopzettelijk een fout maakt, zal zich niet melden voor deze regeling omdat men niet weet dat er een fout is gemaakt. Wethouder De Haan antwoordt dat de spijtoptantenregeling niet gemaakt is voor mensen die onbewust fouten hebben gemaakt. De term onopzettelijke fraude gaat alleen om situaties van fraude vanwege het verstrekken van onjuiste gegevens. Er is dus een strafbaar feit, maar dat is onopzettelijk gepleegd. Er is in de begroting euro als baten opgenomen, maar hij heeft nog geen idee van het resultaat. Hij zal te zijner tijd de resultaten melden aan de commissie. Het gaat hem niet om stigmatisering, maar deze regeling kan maar eenmalig plaatsvinden vanwege aanscherping van de Rijkswetgeving. Er zal in de communicatie gezegd worden dat het om een kleine groep gaat die het draagvlak ondermijnt. Als er iemand gepakt wordt, is daar alle reden voor. Het werken met tips is niet nieuw, maar de rol van de sociale recherche is wel uitgebreid door de benoeming van toezichthouders. Men gaat aan het werk als er een gegronde verdenking is. Voorkomen moet worden dat een grote groep verdacht is, dus er moet sprake zijn van serieuze tips. Het betreft een concretisering van het handhavingsbeleid. De resultaten van de tips zal hij nasturen. De voorzitter constateert dat de commissie unaniem van oordeel is dat de motie is afgedaan. Mevrouw Van den Boogaard vraagt nog aandacht voor het feit dat het antwoord op schriftelijke vragen zo laat kwam dat ze het niet meer mee naar de fractie kon nemen. Ze vraagt het college zich te houden aan de afgesproken tijdstippen. Wethouder De Haan biedt zijn verontschuldigingen aan. 8. Motie uitbreiding warenmarkt (M100113/35) De heer Veldkamp constateert dat de motie is afgedaan en heeft begrip voor de reden dat uitbreiding nu niet kan plaatsvinden. Er wordt bij de inrichting van de Aalmarkt rekening gehouden met toekomstige uitbreiding van de markt. Hij verzoekt de uitbreiding te realiseren als de bouw is afgerond. Mevrouw Borst zegt dat voor haar als mede-indiener de motie is afgedaan. Ze is het eens met de heer Veldkamp. Wethouder Strijk zegt dat na het afronden van de bouw, gekeken zal worden hoe de markt uitgebreid kan worden. Er is inderdaad al rekening mee gehouden, maar er moet nog overleg met belanghebbenden zijn. De voorzitter constateert dat de raad over dit standpunt van de commissie geïnformeerd zal worden. 9. Informatie-/discussiebijeenkomst kantoren Voor aanvang merkt wethouder Strijk op dat er vragen zijn gesteld over de perceptiekosten bij de belasting op roerende zaken. Er is offerte gevraagd: de kosten komen uit op euro per jaar, en de eigen capaciteit zal euro per jaar kosten. De opbrengst zal rond de euro zijn. Er komt nog een stuk richting de fracties. Wethouder Strijk vraagt aandacht voor de nota Kerncijfers Kantorenvoorraad in Leiden en Regio, die hij toelicht. Een en ander is een vervolg op de afdoening van de motie Kraken en Leegstand. Naar aanleiding van het debat dat volgde op de motie, kan hij nu feitenmateriaal en een tussenstand rapporteren. De heer Dirkse vraagt of bij herbestemming de sloop van panden inbegrepen zit. Wethouder Strijk zegt toe dit na te zullen gaan. Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

5 De heer Bos van bureau Blaauwberg reikt een hand-out uit en licht die vervolgens toe. De heer Rademaker wil op voorhand weten wat proactief accountmanagement is. De heer Bos zegt dat dit aan het einde duidelijk zal worden, als gekeken wordt naar wat Leiden kan doen aan het probleem van leegstaande kantoren. De heer Schrama is benieuwd wie de eigenaren van de leegstaande panden zijn. De heer Bos zegt dat het in Leiden veelal lokale eigenaren betreft, die dus goed benaderbaar zijn. De heer Gubbens vraagt waarom het op het Kanaalpark niet goed werkt, terwijl het toch dicht bij station Lammenschans ligt. De heer Bos antwoordt dat het Kanaalpark nog niet goed ontsloten is. Bij verdere ontwikkelingen ziet hij wel kansen. De heer Rademaker mist bij de oplossingen een gemeentelijk register om de leegstand bij te houden. De heer Bos antwoordt dat het gaat om de leegstandsverordening. Het advies voor Leiden is in gesprek te gaan met de eigenaar en een dienstverlenende opstelling. Dat is actief accountmanagement en daar is geen verordening voor nodig. In Amsterdam is een leegstandsverordening, maar de boetes zijn meer symbolische bedragen. Er zijn ook nog geen zaken voor de rechter gebracht. De heer Gubbens vraagt hoe goed geoutilleerd de accountmanagers moeten zijn. De heer Bos zegt dat het vooral gaat om snelle procedures. Er dient één contactpersoon te zijn die iedereen erbij betrekt die nodig is. Ook een bestemmingsplan moet flexibel zijn. Oude bestemmingsplannen laten transformatie vaak maar moeizaam toe. Wethouder Strijk zegt dat Leiden heeft gekozen voor actief accountmanagement en de leegstandsverordening voorlopig achterwege wil laten. De heer Bos geeft aan dat eigenaren graag willen dat er mee gedacht wordt en in die zin heeft de gemeente een schakelrol. Een accountmanager moet toezeggingen kunnen doen. De heer Rademaker zegt dat er vaak sprake is van oude panden, waarvan hij denkt dat die beter permanent herbestemd kunnen worden. De heer Bos zegt dat het afhangt van de locatie en de vraag. In Leiden is veel druk op de ruimte. Kantoren zonder toekomst moeten transformeren, maar daar is de eigenaar bij nodig en dat vereist maatwerk. Mevrouw Borst vraagt of transformatie ook slopen kan inhouden. De heer Bos zegt dat dit zo is, maar dat slopen heel kostbaar is. De heer Dirkse vraagt of gekraakte panden onder leegstaande kantoren vallen. De heer Bos zegt dat dit het geval is. Hij weet niet in hoeverre dat in Leiden het geval is en zal deze informatie nazenden. Hij weet wel dat beheerde panden het beter doen. De heer Leeuwrik Nieborg vraagt naar de toekomst van het Bio Science Park, dat niet in het centrum ligt en ook niet bij een OV-knooppunt. De heer Bos antwoordt dat in het Bio Science Park sprake is van functiemenging, waardoor de omgeving aantrekkelijk is. Ook is sprake van een groeisector en de kantoorprijzen zitten aan de top. Hij weet dat men daar graag de RGL had gehad. De heer Gubbens vraagt in hoeverre er meer behoefte is aan duurzame panden. De heer Bos denkt dat de behoefte hieraan groot is omdat het de onderhoudskosten drukt; er is minder leegstand in dat soort panden. Ook multifunctioneel gebruik doet het goed in de markt. De heer Dirkse vraagt wat voor Leiden reële risico's zijn. De heer Bos zegt dat in Amsterdam sprake is van monofunctionele bedrijfsterreinen. Leiden is veel minder een kantorenstad en loopt dus minder risico. Mevrouw Borst is benieuwd naar vraag en aanbod bij kantoren voor starters. De heer Bos zegt dat de gemengde locaties van startersgebouwen goed lopen. Hij heeft geen beeld van vraag en aanbod. Het zijn veelal kleinere locaties, die hebben dus weinig invloed op de leegstand. De heer Veldkamp vraagt of beleggen in kantoren verstandig is, bijvoorbeeld als het om kantoren bij het station gaat die ook nog duurzaam zijn. Hij vraagt of de oudere kantoren de komende jaren moeten worden omgezet in duurzame kantoren. De heer Bos antwoordt dat het een goede belegging zou zijn. De vastgoedmarkt is onvoorspelbaar, maar de trend van duurzaamheid zal zich gaan doorzetten. De komende jaren moeten gebruikt worden om gebouwen te transformeren. Door middel van gebiedsvisies moet gekeken worden naar de verschillende functies en transformatiemogelijkheden. De heer Gubbens wil weten of het een goede strategie zou zijn om van kantoren, zoals die bij de Groenoordhallen, woningen te maken en nieuwe kantoren rondom het station te bouwen. Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

6 De heer Bos zegt dat dit een politiek vraagstuk is. Leegstand bij het station is tijdelijk, elders is het meer structureel. De saldobenadering (een meter slopen = een meter terugbouwen) is een verstandige benadering. Verdichting of de hoogte in zijn goede mogelijkheden. De heer Rademaker vraagt wat een ideaal percentage voor leegstand is. De heer Bos zegt dat wordt uitgegaan van tussen 5 en 8%. In feite heeft Leiden jarenlang een te lage leegstand gehad; makelaars moesten tot 2008 vaak nee verkopen. In het leegstandspercentage zitten wisselende gebouwen. Ook al zijn duurzame kantoren gewenst, dit is niet altijd het geval. Er zullen dus altijd panden zijn waarvan niemand weet wat er mee moet gebeuren. De heer Strijk noemt een voorbeeld van een groot, innovatief bedrijf dat een CO 2-neutraal pand wenst omdat het bij de uitstraling van het bedrijf past. Als Leiden zo'n bedrijf aan zich weet te binden door flexibel op vragen te reageren, is er veel dynamiek nodig. De heer Koek vraagt of het juist is dat eigenaren panden soms om speculatieve redenen leeg laten staan. De heer Bos antwoordt dat dit in Leiden meevalt, maar het komt voor. In Leiden gaat het veelal om lokale eigenaren; die zijn beter aanspreekbaar. Er kunnen allerlei redenen zijn dat een eigenaar gewoon afwacht. De voorzitter vraagt de leden of men suggesties heeft voor de wethouder. De heer Keuning wil er eerst over nadenken. Mevrouw Borst vraagt wat het vervolgtraject is. De heer Rademaker zegt dat de SP wel voor een leegstandsverordening is. Hij vindt dat het actieve accountmanagement zeker ingezet moet gaan worden. Hij mist nog ruimtelijke afwegingen over alle dingen die Leiden wil. In Kanaalpark is grond gekocht om studenten te huisvesten en hij vraagt of er andere mogelijkheden zijn nu er zoveel leeg staat. De heer Schrama vraagt aandacht voor het skatepark dat uit De Mors is verdwenen. Hij zou daar graag ergens ruimte voor vinden. De heer Gubbens merkt op dat als de markt faalt, de overheid gelegitimeerd is om in te grijpen. De aanpak met actief accountmanagement klinkt hem goed in de oren. Hij zou het op prijs stellen als de wethouder onderzoekt welke middelen nodig zijn om leegstand tegen te gaan. Hij zou graag zien dat ingezet wordt op duurzaamheid. In een breder kader moet gekeken worden wat Leiden met de economie zou willen. Aan de noordoostrand van de stad is sprake van de creatieve sector en hij stelt voor die erbij te betrekken. Hij onderschrijft de inzet op binnenstad en OV-knooppunten. Mevrouw Borst zegt positief te zijn: hoe meer ruimte voor kantoren en bedrijven, hoe beter. Wethouder Strijk antwoordt dat het doel van deze avond is een tussenstand te laten zien. Voor Holland Rijnland gaat een nieuwe strategie opgesteld worden, vast te stellen in januari Voor die tijd moeten de deelnemers input aangeleverd hebben. De afgelopen maanden is ook nagedacht over de politieke richting en gekeken naar zowel locaties als naar mogelijkheden om flexibeler met bestemmingsplannen te werken. Ook is gekeken naar de problematiek van Kanaalpark. Met actief accountmanagement moet met snelheid gereageerd kunnen worden, om te voorkomen dat bedrijven vertrekken. Hij heeft gemerkt dat eigenaren de benadering van de gemeente op prijs stellen, maar dat zou anders liggen als hij zou aanbellen met een leegstandsverordening onder de arm. Die aanpak lijkt niet nodig te zijn, omdat het probleem en dus ook het belang vooral bij de eigenaren ligt. In Leiden is veel dynamiek en daar zijn veel steden jaloers op. Bij de doorontwikkelingen zal gekeken worden of het past bij Leiden stad van ontdekkingen. Dat zal leiden tot keuzes voor de Leidse strategie. Hij verwacht dat hij na de zomer met een volgende stap kan komen. De voorzitter vraagt of er verder nog reacties zijn. Een onbekende meneer die aan tafel is aangeschoven, merkt op lid te zijn van een werkgroep van GroenLinks die werkt aan verschillende oplossingen voor de geschetste problemen. Het probleem speelt niet alleen in Leiden, maar in de hele regio en in alle raadzalen wordt nagedacht over oplossingen. Zijn werkgroep komt met een voorstel om een symposium te organiseren met een manifestatie die twee weken gaat duren. Hij zegt dat wethouder Strijk zijn medewerking al heeft toegezegd. De voorzitter stelt voor dat meneer buiten de vergadering om gaat kijken of er steun voor dit idee is. Niets meer aan de orde zijnde, sluit hij om uur de vergadering. Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei

7 Lijst van toezeggingen dd. 26 mei Resultaat van de spijtoptantenregeling melden. (wethouder De Haan) 2. Resultaten van het werken met (anonieme) tips bij uitkeringsfraude aan commissie sturen. (wethouder De Haan) 3. Is bij herbestemming van kantoorpanden ook sloop inbegrepen? (wethouder Strijk) 4. In hoeverre zijn leegstaande kantoren in Leiden gekraakt? (wethouder Strijk) Commissie Werk en Financiën d.d. 26 mei