Openbaar. Regionale contractering nieuwe Wmo en Jeugdhulp Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Zorg & Welzijn

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Regionale contractering nieuwe Wmo en Jeugdhulp 2016 Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Voor 2016 moeten de zorgaanbieders voor de nieuwe Wmo en Jeugdhulp opnieuw gecontracteerd worden. De contractering vindt plaats in regionaal verband. Het uitgangspunt is continuïteit van zorg voor cliënten en daarmee stabiliteit in zorgaanbieders om de transformatie vorm te geven. Vandaar dat wij er, samen met de regiogemeenten, voor kiezen om zoveel mogelijk de bestaande contracten te verlengen en subsidies opnieuw aan te gaan op basis van het Regionaal inkoop- en subsidiemodel van Om een juridische basis te leggen onder de regionale subsidieverstrekking op het gebied van jeugdhulp wordt een uniforme subsidieverordening ingevoerd in elke gemeente. Om het mogelijk te maken dat nieuwe kleinschalige aanbieders kunnen toetreden wordt een nieuwe aanbestedingsronde gehouden. Ter besluitvorming door het college 1. De Overeenkomst verlenging 2016 Regio Nijmegen Wmo en Jeugd 7 juli 2015 met de Combinatie vast te stellen voor een bedrag van In te stemmen met de verlenging van de overeenkomsten met de bestaande kleinschalige aanbieders voor De offerte-aanvraag voor nieuwe kleinschalige zorgaanbieders vast te stellen. 4. De brief aan de raad betreffende Voortgang regionale contractering 2016 vast te stellen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Carole Derks, Datum ambtelijk voorstel 17 augustus 2015 Registratienummer Steller Carole Derks Paraaf akkoord Datum Aan de Raad voor te stellen 1. Vaststellen van de Verordening Subsidie Jeugdhulp Vaststellen van de Wijzigingsverordening Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 1 september 2015 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.1 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder Collegevoorstel

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling De zorgleveranciers van Wmo en Jeugdhulp moeten voor 2016 opnieuw gecontracteerd worden. Het uitgangspunt van de contractering voor 2016 is continuïteit van zorg voor cliënten en stabiliteit van zorgaanbieders om de transformatie vorm te geven. De samenwerking met de aanbieders Jeugdzorg en WMO is immers nog pril, 2015 zal hard nodig zijn om de uitvoering van zorg voor onze inwoners goed neer te zetten en de leerervaringen te verwerken. Vandaar wij er samen met de regiogemeenten voor kiezen om de bestaande contracten te verlengen en subsidies opnieuw aan te gaan op basis van het Regionaal inkoop- en subsidiemodel van 2015: Tabel 1 Regionaal inkoop- en subsidiemodel Blok Betreft Diensten Contractering Blok A Wmo Inloop ontmoeting, belevingsgerichte dagbesteding ouderen en vervoer Aanbieders zijn lokaal, per gemeente, gecontracteerd. Blok B Wmo en Jeugd Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, vervoer, kortdurend verblijf, ambulante trajecten, observatie en diagnostiek voor jeugd en volwassenen Aanbieders zijn regionaal gecontracteerd middels een aanbesteding. De zorg wordt lokaal geleverd. Er zijn 2 contracten: Een contract met De Combinatie, een samenwerkingsverband van 17 zorginstellingen. Dit contract gaat uit van een vast budget dat beschikbaar is voor de aanbieders. De aanbieders worden geacht in gezamenlijkheid de zorg te organiseren binnen dit budget. Een raamcontract voor kleinschalige aanbieders, regionaal ongeveer 150. In dit contract ontvangen de aanbieders een vergoeding gebaseerd op de produktie en de regionale tarieven (gebaseerd op de National Zorg Autoriteit minus een korting). Blok C Jeugd C1 pleegzorg en (semi-) residentiele jeugdzorg De regionaal functionerende Jeugdhulpinstellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd (11 instellingen) en sommige zelfs in bovenregionaal G7-verband (6 instellingen) C2 jeugdbescherming en jeugdreclassering De regionaal functionerende instellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd (3 instellingen)

3 Collegevoorstel Vervolgvel 2 De contracteringen voor Blok A is een lokale verantwoordelijkheid. De contractering voor Blok B en Blok C worden uitgevoerd door het Regionaal Ondersteuningsbureau. Het voorstel voor contractering 2016 is: 1. Blok B: Verlenging van de overeenkomsten met 1 jaar met de Combinatie en met de kleinschalige aanbieders (zie bijlage Overeenkomst verlenging 2016 Regio Nijmegen Wmo en Jeugd 7 juli 2015 ) met enkele wijzigingen 2. Blok B: Aanbesteding voor toetreding van nieuwe kleinschalige zorgaanbieders (zie bijlage Offerteaanvraag kleinschalige aanbieders 2016 ) 3. Blok C (alleen jeugdzorg): Subsidieverstrekking voor 1 jaar en daartoe invoeren van een uniforme Verordening Subsidie Jeugdhulp Door regionaal een uniforme subsidieverordening in te voeren, ontstaat een juridische basis om het de subsidieverstrekking voor jeugdhulp rechtmatig en efficiënt te laten verlopen. (zie bijlagen Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen) en Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen) ) Voor 2017 is de ambitie om naar meerjarige contracten te gaan met instellingen. Voor de contractering 2016 was het echter nog te vroeg om de meerjarige consequenties te overzien. 2 Juridische aspecten 1 Blok B: Verlenging overeenkomsten met Combinatie en kleinschalige aanbieders De overeenkomst met de Combinatie is verlengd waarbij er wederzijds is ingestemd met enkele wijzigingen waarbij de belangrijkste een bezuiniging op het budget is. De verlenging van de overeenkomst is getekend op 7 juli De raamovereenkomsten voor de bestaande kleinschalige aanbieders worden ook verlengd met kleine wijzigingen. Alle verlengingen zijn onder voorbehoud van goedkeuring van de regionale colleges en machtiging van wethouder Frings door de regionale burgemeesters om te tekenen. In Nijmegen is wethouder Frings reeds bevoegd. 2 Blok B: Aanbesteding nieuwe kleinschalige zorgaanbieders Om nieuwe aanbieders een kans te geven zorg te gaan leveren in de regio per 1 januari 2016 wordt een aanbesteding gestart. Hiervoor is een offerteaanvraag opgesteld die gebaseerd is op de inkoopdocumenten van Voor gunning van de opdracht in het najaar wordt wethouder Frings gemachtigd. 3 Blok C: Regionaal Uniforme Verordening Subsidie Jeugdhulp 2016 Subsidieverstrekking vereist een wettelijke grondslag. Elke gemeente heeft daartoe een eigen lokale (algemene) subsidieverordening. Om gezamenlijk de Jeugdhulp te subsidiëren is het noodzakelijk dat er uniforme verordeningen voor Jeughulp komen. De raden van de gemeente in de regio Rijk van Nijmegen zijn bevoegd om deze verordeningen vast te stellen. 3 Doelstelling De gemeente heeft zorgplicht uit hoofde van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Hiertoe moeten ook voor 2016 zorgaanbieders gecontracteerd worden om de gevraagde diensten te leveren aan de inwoners van het Rijk van Nijmegen. De contractering moet bijdragen aan de kerndoelstellingen van de transitie zoals door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota s Kracht door Verbinding en Veur Mekaor :

4 Collegevoorstel Vervolgvel 3 1. De Kanteling is de kern van de werkwijze van de professional 2. De mens in de eigen leefomgeving staat centraal 3. Zorg en ondersteuning bieden aan die personen die het nodig hebben 4. Eén huishouden, één plan & een optimale samenhang tussen zorg en welzijn door professionals en informele zorg en ondersteuning 5. Iedereen benut de eigen mogelijkheden en neemt eigen verantwoordelijkheid waarbij we streven naar maximale zelfregie en samenredzaamheid 6. Optimale participatie in een inclusieve samenleving 7. Een verschuiving in de keten van zwaar naar licht:preventie voor curatie 8. Betaalbare zorg en ondersteuning 4 Argumenten 1 Blok B: Verlenging overeenkomsten met Combinatie en kleinschalige aanbieders Voor 2016 willen we deze overeenkomsten met 1 jaar verlengen. De samenwerking met de zorgaanbieders is nog pril en het zicht op de productiegegevens nog in opbouw. Het jaar 2015 zal nodig zijn om ervaring op te doen, vast te stellen of de doelen gerealiseerd worden en het partnerschap tussen gemeenten en aanbieders te laten groeien. Er is daarom de wens om geen grote dynamiek te laten ontstaan in de aanbieders maar continuïteit van zorg voor cliënten te voorop te stellen. Vandaar de keuze voor verlenging van de contracten met de Combinatie en de kleinschalige zorgaanbieders. In de verlenging zijn een aantal wijzigingen opgenomen waarvan de belangrijkste is de bezuiniging op het beschikbare budget voor de Combinatie. 2 Blok B: Aanbesteding nieuwe kleinschalige zorgaanbieders Om nieuwe aanbieders een kans te geven zorg te gaan leveren in de regio, wordt een aanbesteding gestart waarbij ondernemers die voldoen aan de criteria een raamcontract krijgen. Op die manier blijft vernieuwing door nieuwe toetreders mogelijk. Voor zowel de bestaande als voor nieuwe aanbieders gelden dezelfde contractvoorwaarden zoals de tarieven die beperkt zijn aangepast voor administratieve doeleinden maar niet verder verlaagd aangezien ze 2015 al fors gekort zijn. 3 Blok C: Regionaal Uniforme Verordening Subsidie Jeugdhulp 2016 De 7 regiogemeenten hebben ervoor gekozen de jeugdzorg gezamenlijk te contracteren, en soms zelfs bovenregionaal te opereren, om voldoende massa te verkrijgen. Daarmee ontstaat ook een krachtiger opdrachtgeverschap richting de aanbieders, waaronder enkele zeer grote spelers zijn in de zorgmarkt. We werken met ongeveer 150 aanbieders waarvan er 9 zijn die meer dan een miljoen euro ontvangen. Deze aanbieders opereren vaak ook in andere regio s. Voor regionale contractering is een Regionaal Ondersteuningsbureau in het leven geroepen. Het regionaal subsidiëren vereist een regionaal afgestemde subsidieverordening en een verwijzing in de Nijmeegse Kaderverorderdening Subsidies naar deze uitputtende regeling. De Verordening Subsidie Jeugdhulp is een subsidieregeling specifiek voor aanbieders van jeugdhulp in blok C. Kenmerken van de regeling zijn: 1. Elke gemeente voert dezelfde verordening in

5 Collegevoorstel Vervolgvel 4 2. Het werkingsgebied is beperkt tot subsidies voor: pleegzorg, (semi-) residentiele jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit zijn de onderdelen C1 en C2 uit het regionale inkoop- en subsidiekader. 3. De subsidie is alleen beschikbaar voor instellingen die zorg leveren aan jeugdigen wiens ouders in de regio wonen (woonplaatsbeginsel). 4. Aan de algemene verplichtingen zijn bijzondere verplichtingen toegevoegd die met name te maken hebben met de wettelijke eisen in relatie tot Jeugdhulp (artikel 12 lid 5). 5. Aan de weigeringsgronden is een specifieke weigeringsgrond voor jeugdhulp toegevoegd en dat is dat als er geen sprake is van continuïteit van jeugdhulp, wordt er ook geen subsidie verstrekt. 6. In de verordening is een bepaling opgenomen waarin vastgelegd dat het college bevoegd is om een subsidieplafond vast te stellen voor de subsidies jeugdhulp in blok C. 5 Financiën 5.1 Ontwikkeling rijksbudgetten voor 2016 De budgetten die in 2016 beschikbaar zijn voor de aanbieders WMO en Jeugdzorg in blok A, B en C zijn gebaseerd op de meicirculaire. We hanteren de volgende uitgangspunten: De rijksbudgetten voor zorg zijn beschikbaar voor zorg. De budgetten voor aanbieders volgen de rijksontwikkeling per gemeente (zie tabel 2): Tabel 2 Ontwikkeling rijksbudgetten Wmo en Jeugdzorg Gemeente Wmo Wmo Verschil In % Jeugd Jeugd Verschil In % Beuningen % % Druten % % Groesbeek % % Heumen % % Mook en Middelaar % % Nijmegen % % Wijchen % % Totaal % % o o De budgetten voor Jeugdhulp dalen in 2016, regionaal gemiddeld met -8% maar met grote verschillen tussen de regio gemeenten. In belangrijke mate hangt deze daling samen met de reeds bekende oplopende rijkstaakstelling voor 2016 met minus 6%, en met de invoering van het objectief verdeelmodel, in Nijmegen minus 2%. Daarnaast wordt bij Jeugdzorg gekort voor minder cliënten, omdat er meer cliënten in de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn gebleven. De budgetten voor Jeugdzorg worden verdeeld over: Gemeentelijke uitvoeringskosten 2% Risico-reserve

6 Collegevoorstel Vervolgvel 5 o o Blok B: Combinatie en Kleinschalige aanbieders (in de verhouding 75/25) Blok C, voor de uitgaven in blok C (sec jeugdzorg) hebben de regiogemeenten voor 2015 en 2016 een vereveningsafspraak gemaakt (zie bijlage Toelichting verevening regio blok C ). Innovatiebudget (beschikbaar voor aanbieders) PGB Bij de nieuwe Wmo leidt de invoering van het objectief verdeelmodel tot een opwaartse bijstelling van de budgetten vanwege effecten van extramuralisering. Regionaal stijgt het Wmo budget met 12% gemiddeld, maar ook weer met grote verschillen tussen de regiogemeenten. Daarnaast wordt ook bij de Wmo gekort voor minder cliënten, omdat er meer cliënten in de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn gebleven. Het Wmo budget wordt verdeeld over: Gemeentelijke uitvoeringskosten 2% Blok A: Welzijnspartijen Arbeidsmatige dagbesteding Blok B: Combinatie en Kleinschalige aanbieders PGB 5.2 Contractering Blok A en Arbeidsmatige dagbesteding Blok A wordt lokaal gecontracteerd. De arbeidsmatige dagbesteding wordt gecontracteerd door het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen. Het budgettaire uitgangspunt is handhaving van het budget van 2015 van bijna 4 miljoen euro. 5.3 Regionale contractering blok B Combinatie en kleinschalige aanbieders De budgetreservering voor blok B (Combinatie en Kleine aanbieders) in 2016 staat in tabel 3. Tabel 3 Budgetreservering voor Combinatie en Kleine aanbieders in 2016

7 Collegevoorstel Vervolgvel 6 Gemeente Wmo blok B Combinatie Kleine aanbieders Combinatie Jeugd blok B Kleine aanbieders Totaal Combinatie Totaal Totaal kleine aanbieders Totaal Nijmegen Wijchen Beuningen Mook Groesbeek Heumen Druten Totaal Het totale budget voor de Combinatie daalt. Dit komt voornamelijk door de rijksontwikkeling Jeugd van -8%, de verschuiving van cliënten naar de Wet langdurige Zorg en het wegvallen van een compensatie uit eigen middelen die de gemeenten Nijmegen, Druten en Mook en Middelaar in 2015 nog wel verschaft hebben ter demping van de bezuiniging op de Wmo. Daarnaast daalt het budget voor de Combinatie omdat in de verdeling van de budgetten tussen Combinatie en Kleinschalige aanbieders een andere verhouding is gehanteerd voor 2016 namelijk 72:28. De Combinatie ontvangt een vast budget waarbij het uitgangspunt is dat de partijen de zorg onderling optimaal organiseren. Het tarief voor kleinschalige aanbieders wordt beperkt aangepast voor administratieve doeleinden, maar niet verder verlaagd aangezien ze 2015 al fors gekort zijn. De kleinschalige aanbieders worden afgerekend op basis van de produktie en het vastgestelde tarief. 5.4 Regionale contractering blok C Blok C is in 2015 gesubsidieerd voor 24 miljoen euro. Voor 2016 geldt een korting van 8% op basis van de rijksontwikkeling. 6 Participatie en Communicatie De communicatie hangt samen met de wijze van contractering: 1. De verlenging van de overeenkomst met de Combinatie heeft in dialoog plaatsgevonden. Hierdoor is geen nieuwe aanbesteding nodig. Communicatie over de verlenging met de Combinatie vindt plaats na vaststelling door de colleges in de regio. Na de zomer wordt verder gesproken over nadere invulling van de overeenkomst zoals de productienormen. 2. De verlenging met kleinschalige aanbieders en de aanbesteding voor nieuwe toetreders wordt voor de vakantie aangekondigd en vindt plaats in het najaar. 3. De subsidiëring van jeugdaanbieders in blok C is gestart met de publicatie van het bestek. De aanvragen zijn ontvangen en in september vinden de onderhandelingen plaats met de aanbieders. De verlening vindt plaats in november. De communicatie van de nieuwe Verordening Subsidies Jeugdhulp vindt plaats op de wettelijk voorgeschreven wijze na vaststelling door de raad.

8 Collegevoorstel Vervolgvel 7 De budgetontwikkeling zoals geschetst in paragraaf 5 is besproken met het Regionaal Platform Ervaringsdeskundigen die fungeert als cliëntvertegenwoordiging. De behoefte aan meer inzicht in de kwantiteit en kwaliteit van de zorg die de aanbieders leveren voor het budget, wordt in het najaar besproken. 7 Uitvoering en evaluatie Met alle aanbieders vinden reguliere contractmanagement gesprekken plaats waarin wordt besproken hoe het loopt met de zorglevering aan inwoners, de samenwerking in het veld, de productie en de budgetuitnutting. De effecten van de lopende en komende bezuinigingen op de kwaliteit en kwantiteit van zorg komen daarin ook aan bod. 8 Risico De budgetten zijn onder voorbehoud van de septembercirculaire. De bezuiniging op budgetten en het effect daarvan op de kwantiteit en kwaliteit van de zorg moet gemonitord worden. Aanbieders moeten in het najaar aangeven wat ze voor hun budget kunnen leveren en waar zij de risico s zien. Bijlage(n): Overeenkomst verlenging 2016 Regio Nijmegen Wmo en Jeugd 7 juli 2015 Offerteaanvraag kleinschalige aanbieders 2016 Raadsbrief Voortgang regionale contractering 2016 (Nijmegen) Toelichting verevening regio blok C

9 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 23 september 2015 / 113/2015 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 november 2016 Onderwerp Vaststelling Verordening subsidie Jeugdhulp 2016 en wijziging Nijmeegse Kaderverordening Subsidies Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder B. Frings Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 september 2015 Samenvatting Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de nieuwe Wmo en de Jeugdzorg. De zeven gemeenten van de regio Nijmegen werken intensief samen aan deze complexe nieuwe taken en het realiseren van de regionale ambities zoals vastgesteld in de regionale beleidsnota Kracht door verbinding. De Jeugdzorg wordt bekostigd middels subsidies die in regionaal- en ook bovenregionaal verband wordt verstrekt. Voor de subsidieverstrekking van de nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp wordt een nieuwe regionaal afgestemde verordening ingevoerd en een artikel in de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies gewijzigd. Voorstel om te besluiten 1. Vaststellen van de Verordening Subsidie Jeugdhulp Vaststellen van de Wijzigingsverordening Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking Opgesteld door, telefoonnummer, Pieter van Diemen, 2906, p.van.diemen@nijmegen.nl Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen)

10 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de nieuwe Wmo en de Jeugdzorg. Voor 2016 moeten de aanbieders opnieuw gecontracteerd worden. Het uitgangspunt van de contractering 2016 is continuïteit van zorg voor cliënten en stabiliteit in zorgaanbieders om de transformatie vorm te geven. Vandaar dat er gekozen is om de bestaande contracten te verlengen en subsidies opnieuw aan te gaan op basis van het Regionaal inkoop- en subsidiemodel van 2015 (zie tabel 1). Voor 2017 is de ambitie om naar meerjarige contracten te gaan met instellingen. Voor de contractering 2016 was het echter nog te vroeg om de meerjarige consequenties te overzien. Tabel 1 Regionaal Inkoop en Subsidiemodel Blok Betreft Diensten Contractering 2015 en 2016 Blok A Wmo Inloop ontmoeting, belevingsgerichte dagbesteding ouderen en vervoer Aanbieders zijn lokaal, per gemeente, gecontracteerd. Blok B Wmo en Jeugd Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, vervoer, kortdurend verblijf, ambulante trajecten, observatie en diagnostiek voor jeugd en volwassenen Aanbieders zijn regionaal gecontracteerd middels een aanbesteding. De zorg wordt lokaal geleverd. Er zijn 2 contracten: Een contract met De Combinatie, een samenwerkingsverband van 17 zorginstellingen Een raamcontract voor kleinschalige aanbieders, regionaal ongeveer 150 De contracten worden verlengd met 1 jaar. Blok C Jeugd C1 pleegzorg en (semi-) residentiele jeugdzorg De regionaal functionerende Jeugdhulpinstellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd in 2015 (11 instellingen) en sommige zelfs in bovenregionaal G7-verband (6 instellingen) De subsidies worden voor 2016 weer voor 1 jaar afgesloten. C2 jeugdbescherming en jeugdreclassering De regionaal functionerende instellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd in 2015 (3 Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen)

11 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 instellingen). De subsidies worden voor 2016 weer voor 1 jaar afgesloten. Blok B en C worden regionaal gecontracteerd: Blok B wordt ingekocht, Blok C wordt gesubsidieerd. De 7 regiogemeenten hebben ervoor gekozen deze zorg gezamenlijk te contracteren, en soms zelfs bovenregionaal te opereren, om voldoende massa te verkrijgen. Daarmee ontstaat ook een krachtiger opdrachtgeverschap richting de aanbieders, waaronder enkele zeer grote spelers zijn in de zorgmarkt. We werken met ongeveer 150 aanbieders waarvan er 9 zijn die meer dan een miljoen euro ontvangen. Deze aanbieders opereren vaak ook in andere regio s. Voor regionale contractering is een Regionaal Ondersteuningsbureau in het leven geroepen. Het regionaal subsidiëren vereist een regionaal afgestemde subsidieverordening en een verwijzing in de Nijmeegse Kaderverorderdening Subsidies naar deze uitputtende regeling. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader De gemeente voert zowel de Wmo 2015 als de Jeugdwet uit. Op de subsidieverstrekking van Blok C is de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De gemeente kent de Nijmeegse Kaderverordening subsidieverstrekking (NKS). Uw raad is het bevoegde orgaan voor het wijzigen van deze kaderverordening. Ten slotte zijn op de subsidieontvangers in de Jeugdzorg diverse andere wetten van toepassing (onder meer Kwaliteitswet zorginstellingen, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en de Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst, zie artikel 12 lid 5 van de verordening). 1.2 Relatie met programma De contractering moet bijdragen aan de kerndoelstellingen van de transitie AWBZ en Jeugdzorg, zoals onder meer vastgelegd in de beleidsnota Kracht door verbinding : 1. De Kanteling is de kern van de werkwijze van de professional 2. De mens in de eigen leefomgeving staat centraal 3. Zorg en ondersteuning bieden aan die personen die het nodig hebben 4. Eén huishouden, één plan & een optimale samenhang tussen zorg en welzijn door professionals en informele zorg en ondersteuning 5. Iedereen benut de eigen mogelijkheden en neemt eigen verantwoordelijkheid waarbij we streven naar maximale zelfregie en samenredzaamheid 6. Optimale participatie in een inclusieve samenleving 7. Een verschuiving in de keten van zwaar naar licht: preventie voor curatie 8. Betaalbare zorg en ondersteuning 2 Doelstelling Het regionaal invoeren van een afgestemde Verordening Subsidie jeugdhulp 2015 zorgt voor regels voor de subsidieverstrekking in het kader van de Jeugdhulp. Door de subsidieverordeningen in de regio te uniformeren ontstaat een juridische basis om het subsidieverstrekkingsproces in 2016 voor jeugdhulp rechtmatig en efficiënt te laten verlopen. Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen)

12 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 3 Argumenten De regionaal afgestemde verordening is noodzakelijk om elke regiogemeente van het Rijk van Nijmegen de juridische basis te geven voor de financiering van de jeugdzorg in blok C via subsidies. De huidige NKS in Nijmegen en de Algemene Subsidie Verordeningen (ASV) in de andere gemeenten zijn daarvoor nog niet geschikt. De huidige vorm van samenwerking voor de contractering van de Wmo en Jeugdzorg, op basis van een samenwerkingsovereenkomst, waarbij (nog) geen sprake is van een juridische entiteit die zelfstandig een verordening kan vaststellen, maakt deze regionaal afgestemde verordening noodzakelijk. De verordening die nu ter besluitvorming aan uw raad wordt voorgelegd kan naast de huidige NKS en algemene subsidieverordeningen van de regiogemeenten bestaan. Dit kan zonder grote aanpassingen in de lokale Algemene Subsidieverordeningen. Hiervoor hoeft slechts één artikel in de NKS te worden aangepast. Voorgesteld wordt om artikel 2 van de NKS als volgt te wijzigen: Deze verordening is van toepassing op alle subsidieverlening en vaststelling door de gemeente Nijmegen met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen. Om verwarring en dubbeling te voorkomen wordt de werking van andere subsidieverordeningen uitgesloten. De nu voorliggende verordening wordt daarmee beschouwd als een uitputtende regeling specifiek voor het terrein van de subsidieverlening aan aanbieders van Jeugdhulp in blok C. Het werkingsgebied van de Verordening Subsidie Jeugdhulp is beperkt tot subsidies voor de nieuwe taken: pleegzorg, (semi-) residentiele jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit zijn de onderdelen C1 en C2 uit het regionale inkoop- en subsidiekader. Een verdere beperking zit in het woonplaatsbeginsel zoals dat geldt voor de jeugdigen ten behoeve van wie de subsidie wordt gegeven. Enerzijds wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande algemene subsidieverordeningen en de model subsidieverordening van de VNG. Anderzijds worden de elementen uit de subsidietender en het daarbij behorende subsidiebestek in deze verordening geïncorporeerd. De belangrijkste uitgangspunten die de verordening met zich meebrengt zijn de volgende: - Het werkingsgebied van de verordening beperkt zich tot subsidiëring van jeugdhulpaanbieders in blok C1 en C2 (art. 2). - De bevoegdheid om subsidies te verlenen in het kader van de uitvoering van de Jeugdhulp in de blokken C1 en C2 en de Jeugdwet wordt gegeven aan het college van de betreffende gemeente (art. 3, lid 4). - Deze bevoegdheid kan worden gemandateerd (art. 3, lid 5). - De hoogte van de te verlenen subsidies zijn onder voorbehoud van de vaststelling van de begroting door de raad. Het begrotingsplafond kan worden vastgesteld door het college (art. 4). - De aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 5 van de verordening. - Deze verordening biedt de mogelijkheid om de aanvraagtermijn op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft vast te stellen. Dit geeft de regio en de aanbieders tijd om de effecten van de Rijksbezuinigingen te inventariseren. Hiermee verschuift ook de beslistermijn naar 31 december (art. 6 en 7). - Daarnaast beschrijft artikel 8 van de verordening weigerings- en intrekkingsgronden van de te verlenen subsidies. Aan de weigeringsgronden is een specifieke weigeringsgrond Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen)

13 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 voor jeugdhulp toegevoegd en dat is als er geen continuïteit van jeugdhulp kan worden bereikt met de subsidie. - De artikelen 9, 10 en 11 betreffen respectievelijk de boordeling van de subsidie, de verlening en de betaling/bevoorschotting. - Artikel 12 beschrijft de verplichtingen die de jeugdhulpaanbieder aangaat met het ontvangen van de subsidie ten aanzien van de uitvoering van haar taken en ten aanzien van wettelijke verplichtingen. - Artikel 13 bepaalt hoe de subsidie wordt vastgesteld en wordt verantwoord. In de nieuwe verordening jeugdhulp heeft het college de bevoegdheid om meerjarige subsidies te verstrekken boven de Dat heeft te maken met de omvang van de bedragen die gepaard gaan met de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Uw raad heeft daarbij het begrotingsrecht met daarin de goedkeuring van de totale subsidieverstrekking. 4 Risico s Het invoeren van de regionaal afgestemde Verordening Subsidie Jeugdhulp kent geen risico s. 5 Financiën Het vaststellen van de Verordening Subsidie Jeugdhulp 2016 heeft op zichzelf geen financiële consequenties. De financiële aspecten van de subsidieverlening komen aan de orde bij de behandeling van de begroting. 6 Participatie en Communicatie De betrokken instellingen zijn op de hoogte gebracht van de voorwaarden en criteria voor contractering en de wens tot het opnieuw afsluiten van de subsidies voor 1 jaar. Na vaststelling van de verordening wordt deze op de voorgeschreven wijze gepubliceerd. 7 Uitvoering en evaluatie De subsidiëring van jeugdaanbieders in blok C is gestart met de publicatie van het bestek. Na de zomer vinden de onderhandelingen plaats. Na vaststelling van de subsidieverordening door uw raad worden de subsidie-aanvragen beoordeeld en vindt toetsing aan de criteria uit de verordening en subsidiebestek plaats. Daarna worden de beschikkingen over de subsidieverlening en de daarbij behorende uitvoeringsovereenkomsten afgegeven. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage(n): Verordening subsidie Jeugdhulp 2016 Raadsvoorstel Verordening subsidie jeugdhulp 2016 (Nijmegen)

14 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 1 september 2015 Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Carole Derks Onderwerp Voortgang regionale contractering nieuwe Wmo en Jeugdhulp 2016 Datum uw brief -- Doorkiesnummer Geachte leden van de raad, Met deze brief informeren wij u over het verloop van de contractering voor 2016 van de nieuwe Wmo en Jeugdhulp in de regio Nijmegen. De contractering vindt plaats in regionaal verband. Het uitgangspunt is continuïteit van zorg voor cliënten en daarmee stabiliteit in zorgaanbieders om de transformatie vorm te geven. De contractering 2016 is gestart terwijl de samenwerking met de aanbieders Jeugdzorg en WMO nog pril is en het zicht op de productiegegevens nog in opbouw. Het jaar 2015 zal nodig zijn om ervaring op te doen, vast te stellen of de doelen gerealiseerd worden en het partnerschap tussen gemeenten en aanbieders te laten groeien. Er is daarom de wens om geen grote dynamiek te laten ontstaan in de aanbieders maar continuïteit van zorg voor cliënten te voorop te stellen. Vandaar dat er gekozen is om zoveel mogelijk de bestaande contracten te verlengen en subsidies opnieuw aan te gaan op basis van het Regionaal inkoopen subsidiemodel van 2015 dat door uw raad is vastgesteld. Tabel 1 Regionaal inkoop- en subsidiemodel Blok Betreft Diensten Contractering Blok A Wmo Inloop ontmoeting, belevingsgerichte dagbesteding ouderen en vervoer Aanbieders zijn lokaal, per gemeente, gecontracteerd. Blok B Wmo en Jeugd Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, vervoer, kortdurend verblijf, ambulante trajecten, observatie en diagnostiek voor jeugd en volwassenen Aanbieders zijn regionaal gecontracteerd middels een aanbesteding. De zorg wordt lokaal geleverd.

15 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 Er zijn 2 contracten: Een contract met De Combinatie, een samenwerkingsverband van 17 zorginstellingen. Dit contract gaat uit van een vast budget dat beschikbaar is voor de aanbieders. De aanbieders worden geacht in gezamenlijkheid de zorg te organiseren binnen dit budget. Een raamcontract voor kleinschalige aanbieders, regionaal ongeveer 150. In dit contract ontvangen de aanbieders een vergoeding gebaseerd op de produktie en de regionale tarieven (gebaseerd op de National Zorg Autoriteit minus een korting). Blok C Jeugd C1 pleegzorg en (semi-) residentiele jeugdzorg De regionaal functionerende Jeugdhulpinstellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd (11 instellingen) en sommige zelfs in bovenregionaal G7-verband (6 instellingen) C2 jeugdbescherming en jeugdreclassering De regionaal functionerende instellingen zijn in regionaal verband gesubsidieerd (3 instellingen) De contracteringen voor Blok A is een lokale verantwoordelijkheid. De contractering voor Blok B en Blok C worden uitgevoerd door het Regionaal Ondersteuningsbureau. Het voorstel voor de regionale contractering 2016 is: 1. Blok B: Verlenging van de overeenkomsten met 1 jaar met de Combinatie en met de kleinschalige aanbieders met enkele wijzigingen 2. Blok B: Aanbesteding voor toetreding van nieuwe kleinschalige zorgaanbieders 3. Blok C (alleen jeugdzorg): Subsidieverstrekking voor 1 jaar en daartoe invoeren van een uniforme Verordening Subsidie Jeugdhulp 2016 door uw raad. Door regionaal een uniforme subsidieverordening in te voeren, ontstaat een juridische basis om het de subsidieverstrekking voor jeugdhulp rechtmatig en efficiënt te laten verlopen Voor 2017 en verder is het de ambitie om meerjarige contracten of subsidies af te sluiten. Voor 2016 was het echter nog te vroeg om de meerjarige consequenties te overzien.

16 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 2 Doelstelling De contractering moet bijdragen aan de de kerndoelstellingen van de transitie zoals door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota s Kracht door Verbinding en Veur Mekaor : 1. De Kanteling is de kern van de werkwijze van de professional 2. De mens in de eigen leefomgeving staat centraal 3. Zorg en ondersteuning bieden aan die personen die het nodig hebben 4. Eén huishouden, één plan & een optimale samenhang tussen zorg en welzijn door professionals en informele zorg en ondersteuning 5. Iedereen benut de eigen mogelijkheden en neemt eigen verantwoordelijkheid waarbij we streven naar maximale zelfregie en samenredzaamheid 6. Optimale participatie in een inclusieve samenleving 7. Een verschuiving in de keten van zwaar naar licht:preventie voor curatie 8. Betaalbare zorg en ondersteuning Budgetten 2016 De budgetten die in 2016 beschikbaar zijn voor de aanbieders nieuwe Wmo en Jeugdzorg in blok A, B en C zijn gebaseerd op de meicirculaire. We hanteren de volgende uitgangspunten: De rijksbudgetten voor zorg zijn beschikbaar voor zorg. De budgetten voor aanbieders volgen de rijksontwikkeling per gemeente (zie tabel 2): Tabel 2 Ontwikkeling rijksbudgetten Wmo en Jeugdzorg voor de regio Gemeente Wmo Wmo Verschil In % Jeugd Jeugd Verschil In % Beuningen % % Druten % % Groesbeek % % Heumen % % Mook en Middelaar % % Nijmegen % % Wijchen % % Totaal % % o o De budgetten voor Jeugdhulp dalen in 2016, regionaal gemiddeld met -8% maar met grote verschillen tussen de regio gemeenten. In belangrijke mate hangt deze daling samen met de reeds bekende oplopende rijkstaakstelling voor 2016 met minus 6%, en met de invoering van het objectief verdeelmodel, in Nijmegen minus 2%. Daarnaast wordt bij Jeugdzorg gekort voor minder cliënten, omdat er meer cliënten in de Wet Langdurige Zorg (Wlz) zijn gebleven. De budgetten voor Jeugdzorg worden verdeeld over: Gemeentelijke uitvoeringskosten 2% o.a. Sociale Wijkteams Risico-reserve Blok B: Combinatie en Kleinschalige aanbieders (in de verhouding 75/25)

17 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 3 Blok C, voor de uitgaven in blok C (sec jeugdzorg) hebben de regiogemeenten voor 2015 en 2016 een vereveningsafspraak gemaakt (zie bijlage Toelichting verevening regio blok C ). Innovatiebudget (beschikbaar voor aanbieders) PGB o o Bij de nieuwe Wmo leidt de invoering van het objectief verdeelmodel tot een opwaartse bijstelling van de budgetten vanwege effecten van extramuralisering. Regionaal stijgt het Wmo budget met 12% gemiddeld, maar ook weer met grote verschillen tussen de regiogemeenten. Daarnaast wordt ook bij de Wmo gekort voor minder cliënten, omdat er meer cliënten in de Wet Langdurige Zorg (Wlz) zijn gebleven. Het Wmo budget wordt verdeeld over: Gemeentelijke uitvoeringskosten 2% Blok A: Welzijnspartijen Arbeidsmatige dagbesteding Blok B: Combinatie en Kleinschalige aanbieders (in de verhouding 80/20) PGB Contracteringsproces Met alle aanbieders vinden reguliere contractmanagement gesprekken plaats waarin wordt besproken hoe het loopt met de zorglevering aan inwoners, de samenwerking in het veld, de productie en de budgetuitnutting. Naast het reguliere contractmanagement vinden onderhandelingen plaats over de verlenging voor 2016 (met de Combinatie in blok B) en de subsidieverlening 2016 (met de aanbieders in blok C). Om toetreding van nieuwe kleinschalige aanbieders in blok B mogelijk te maken wordt een aanbestedingsronde gehouden. De bestaande kleinschalige aanbieders krijgen een contractverlenging. De contractering van de arbeidsmatige dagbesteding wordt uitgevoerd door het Werkbedrijf. De contractering van blok A is een lokale aangelegenheid voor elke gemeente. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg

18 Verordening Subsidie Jeugdhulp 2016 De raad van de gemeente Nijmegen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Nijmegen, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Overwegende dat: -gemeenten op grond van artikel 2.6 van de Jeugdwet met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor alle jeugd hulp; -de samenwerkende gemeenten in regio Rijk van Nijmegen de Jeugdwet zo goed mogelijk willen uitvoeren door te zorgen voor voldoende passende en tijdig beschikbare jeugdhulp op basis van de kernthema's: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid; -de gemeenten in regio Rijk van Nijmegen als gezamenlijke visie de nota Transformeren en Integreren en de beleidsnota Kracht door verbinding hebben vastgesteld en als nadere uitwerking van deze nota het subsidie-en inkoopkader regio Rijk van Nijmegen is opgesteld; -de samenwerkende gemeenten op 22 oktober 2013 het Transitiearrangement jeugd regio Rijk van Nijmegen hebben vastgesteld; -deze verordening van toepassing is op de regionaal te subsidiëren jeugdhulp in de blokken Cl en C2; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: Artikell. Begripsbepalingen In dit subsidiekader wordt verstaan onder: a. NKS: de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking b. Awb: Algemene wet bestuursrecht c. jeugd hulp: ondersteuning, hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, waarbij gelden de wettelijke uitgangspunten met betrekking tot de doelgroepen en leeftijd, zoals aangegeven in de Jeugdwet 1

19 d. Jeugdwet: Jeugdwet, zoals gepubliceerd op 14 maart 2014, Staatsblad nr. 105, 2014; e. subsidieontvanger: rechtspersoon waaraan op basis van deze verordening subsidie is verleend. f. subsidiebestek: het subsidiebestek Wmo en Jeugd regio Rijk van Nijmegen C1 en C2, alle bijlagen daarbij en de nota's van inlichtingen. g. college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Nijmegen h. Regio Rijk van Nijmegen: de gemeenten Beuningen, Berg en Dal, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, Wijchen. i. Berg en Dal: gemeente Berg en Dal, als fusiegemeente van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen, tot 2 januari 2016 is de naamgeving van de gemeente bepaald als: Groesbeek, na 2 januari 2016 is de naamgeving: Berg en Dal. Artikel 2. Doel van de subsidie 1. Het doel van dit subsidiekader is het in het continueren van de beschikbaarheid van de in het tweede lid genoemde vormen van jeugd hulp. 2. Subsidie kan worden verleend voor de volgende vormen van jeugdhulp: Cl: pleegzorg en (semi-)residentiele jeugdzorg Producten: Pleegzorg Gezinshuis Deeltijd-wonen, Leerhuis, fasehuis, kamertraining, Behandelgroep 24 uurs open in de wijk j&o Opname I langdurige klinische opname GGz/ psychiatrie, crisis klinisch GGz Behandelgroep LVG 2 en 3 Beschermd wonen J-GGz, Vervoer Bovenregionaal: Behandelgroep 24 uurs open op instituutsterrein Behandelgroep 24 uurs gesloten (jeugdzorgpius) 2

20 LVB ZZP 4 en 5 (Jeugdwet) (niet zijnde landelijk aanbod), inclusief crisisplaatsen J LVG Vervoer Crisisplaatsen of crisisopvang in het kader van spoedeisende hulp j&o C2 : Jeugdbescherming en jeugdreclassering Artikel 3. Werkingsgebied en bevoegd bestuursorgaan 1. Het werkingsgebied van de verordening is beperkt tot dienstverlening voor jeugdigen uit de gemeenten in de regio Rijk van Nijmegen op welke het Woonplaatsbeginsel van de Jeugdige zoals bedoeld in artikel 2.4 Jeugdwet van toepassing is. 2. Deze verordening is van toepassing op de subsidies zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, waarbij de werking van de NKS wordt uitgesloten. 3. Aanvullend op deze verordening zijn de regels en voorwaarden uit het subsidiebestek van overeenkomstige toepassing. Het college is bevoegd dit subsidiebestek als een nadere regeling op deze verordening vast te stellen. 4. Het college is bevoegd om te besluiten op aanvragen tot subsidieverlening of -vaststelling in het kader van deze verordening. 5. Het college is bevoegd om de besluiten zoals bedoeld in lid 4 te mandateren. Artikel4. Subsidieplafond en begratingsvoorbehoud 1. Het college kan jaarlijks besluiten tot het vaststellen van subsidieplafonds. 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld. 3. Het college kan een subsidieplafond verlagen of verhogen: a. Als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd of b. Als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, zijn ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd. 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging. 5. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting ter beschikking worden gesteld. Artikel 5. Subsidieaanvraag, bij aanvraag in te dienen gegevens 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van een door het college vastgesteld (digitaal) aanvraagformulier. 3

21 2. Een subsidieaanvraag gaat naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van; a. Een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd; b. De doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente n in de regio Rijk van Nijmegen en de ingezetenen en meer in bijzonder op de door de regio Rijk van Nijmegen vastgestelde doelen op het gebied van Jeugd hulp. c. Een meerjarenbegroting van baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd over het tijdvak waarin de activiteiten worden uitgevoerd, waarbij alle kosten en opbrengsten aan de activiteiten zijn toegerekend, inclusief personeelslasten en de accommodatielasten, alsmede een toelichting op de begroting; d. Indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag; e. Vermelding van bestaan van (zakelijke) relaties op het niveau van bestuur of directie van de subsidieaanvrager met bloed- of aanverwanten dan wel eigen bedrijven, eigen stichtingen of andere eigen rechtspersonen en de aard van deze verhoudingen alsmede de financiële impact ervan. f. Een opgave van de met de Subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, de aard van de relatie tot de Subsidieaanvrager en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon; een recent (niet ouder dan 6 maanden vanaf de datum dat de Subsidieaanvraag wordt ingediend) uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. g. De jaarrekening en het accountantsrapport over het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd met toelichting. 3. Indien een aanvrager voor het eerst een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlage toe aan het aanvraagformulier. 4. Het college kan bepalen dat ook andere of minder dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag van belang zijn, worden overlegd. Artikel 6. Aanvraagtermijn 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren, waarop de aanvraag betrekking heeft. 2. Het college kan in nadere regels andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag Artike17. Beslistermijn 1. Voor zover sprake is van een subsidieaanvraag (jaarlijkse) die betrekking heeft op het kalenderjaar of kalenderjaren volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend, wordt door het college beslist uiterlijk op 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend, 4

22 mits de aanvraag is ingediend voor 1 oktober van dat jaar. Voor de subsidieaanvragen die zijn ingediend tussen 1oktober en 31 december is de afhandelingstermijn 13 weken. 2. In het geval dat er zich onvoorziene omstandigheden voordoen kan de beslissing worden verlengd met maximaal 13 weken. Van deze verlenging wordt de aanvrager in kennis gesteld. 3. Het college kan gemotiveerd besluiten om de termijnen genoemd in de leden 1 tot en met 3 buiten toepassing te laten indien daar, naar het oordeel van het college, zwaarwegende redenen voor zijn. 4. Indien de voorgenomen subsidieverlening is aangemeld bij de Europese Commissie wordt de beslistermijn opgeschort met ingang van de dag waarop het voornemen is aangemeld tot de dag waarop de Europese Commissie de beslissing omtrent het steunkarakter van de aanvraag aan het college heeft bekend gemaakt. Artikel 8. Weigerings-en intrekkingsgronden 1. Het college weigert subsidie in ieder geval indien: a. De subsidie is aangemerkt als ontoelaatbare staatssteun; b. Subsidie niet past binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders en financiële kaders. 2. Het college kan naast het bepaalde in de artikelen 4:25, 4:35 en 4:48 van de Awb subsidie weigeren of intrekken indien: a. Het college voor dezelfde activiteiten zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, reeds subsidie heeft verstrekt; b. De activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de belangen van de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente, meer in het bijzonder de jeugdigen; c. De aanvrager ook zonder subsidie over de benodigde gelden, hetzij uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken; d. De gelden niet of in onvoldoende mate besteed zijn voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd; e. De doelstellingen of activiteiten van aanvrager in strijd zijn met de wet-en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde; f. De activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben; g. Met subsidieverstrekking geen continuïteit van jeugdhulp bereikt kan worden; h. Subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente. Artikel 9 Beoordeling 1. De gemeenten in de regio Nijmegen zijn op zoek naar de Subsidieaanvrager(s) met de best mogelijke zorg. Dat wil zeggen een organisatie die zoveel mogelijk kan bijdragen aan het realiseren van de ambities van: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid. 2. De beoordeling van de subsidieaanvragen gebeurt conform de criteria van paragraaf 3.6 en hoofdstuk 5 van het subsidiebestek en de daarbij behorende "minimumeisen en 5

23 resultaten" die als respectievelijk bijlage len bijlage 2 integraal onderdeel van deze verordening uitmaken. ArtikellO. Verlening subsidie Het college geeft bij het besluit tot het verlenen van subsidies aan op welke wijze de (tussentijdse) verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt en kan hiertoe nadere regels stellen. Artikelll. Betaling en bevoorschotting Betaling en bevoorschotting van de subsidie geschiedt conform hoofdstuk 9 van het subsidie bestek. Artikel12. Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over: a. Besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon; b. Relevante wijzigingen in de algemene en financiële situatie en relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden; c. Ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen. 2. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de rekenkamer(functie) indien deze daarom verzoekt. 3. Het college kan naast de in artikel4:37 van de Awb bedoelde verplichtingen bij nadere regels of bij de subsidieverlening ook verplichtingen opleggen met betrekking tot; a. De overdracht van subsidie aan derden, anders dan als betaling voor goederen en diensten; b. De verwezenlijking van het doel van de subsidie; c. De wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht; d. De wijze waarop de subsidie jegens- of namens hogere overheden dient te worden verantwoord. 4. Het college kan niet-doelgebonden verplichtingen op basis van artikel 4:39 van de Awb bij nadere regels of bij subsidieverlening opleggen of richtlijnen geven met betrekking tot gemeentelijk beleid. 5. Onverminderd de verplichtingen uit de deze verordening voldoet de subsidieontvanger aan de volgende wettelijke eisen zoals vastgelegd in de: a. Jeugdwet b. Kwaliteitswet zorginstellingen c. Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen d. Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) 6