Jaarrapportage Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland

Transcriptie

1 Jaarrapportage Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Door netwerk meer dan de som der delen! Zesde voortgangsrapportage 2009 Schagen, maart 2010

2 Inhoudsopgave 1. Activiteiten in vogelvlucht 2. De ontwikkelingen in Het frontoffice Aantal vragen De hulpvrager De gegeven informatie-advies-hulp Over het bellen 2.2 Opgang brengen van hulp en zorgcoördinatie Aantal hulpvragen of meldingen De hulpvrager De gegeven informatie/advies/hulp Cliënttevredenheid met Ambulant Team en hulp Huisverboden Platform hulpverlening 2.3 Hulpverlening bij huiselijk geweld en huisverbod Hulpverlening de Wering/AMW Eigen Kracht-conferenties Piketdienst voor huisverbod 2.4 Netwerkcoördinatie Ketenregie en implementatie van het huisverbod Projecten 2.5 Hulpvragen huiselijk geweld bij ketenpartners Cijfers over huiselijk geweld in de regio Signalering huiselijk geweld binnen instellingen Registratie binnen instellingen 3. Financiele verantwoording 3.1 Afrekening Steunpunt Huiselijk geweld 2009 (HG0008) 3.2 Afrekening Voorlichting en deskundigheidsbevordering 2009 (HG0009) 3.3 Tussentijdse afrekening RAAK (HG0012) Bijlagen Bijlage 1: Registratie hulpvragen huiselijk geweld bij frontoffice Steunpunt Bijlage 2: Registratie meldingen huiselijk geweld bij Ambulant Team Steunpunt Bijlage 3: Registratie huisverbod Bijlage 4: Cliënttevredenheid Steunpunt 2009 Bijlage 5: Registratie huiselijk geweld bij ketenpartners Steunpunt

3 1. Activiteiten in vogelvlucht In 2009 hebben verschillende activiteiten hun beslag gekregen. Zo is eind 2008 de regionale aanpak kindermishandeling (RAAK) opgepakt en op 1 februari 2009 is gestart met het opleggen van huisverboden (Wet Tijdelijk Huisverbod) in de regio van het Steunpunt. Het Steunpunt heeft mede hierdoor een snelle ontwikkeling doorgemaakt bij het oppakken van huiselijk geweld in de regio. Het Ambulant Team van het Steunpunt onder leiding van Blijf van m n Lijf Den Helder speelde in het op gang brengen van hulpverlening en zorgcoördinatie een centrale rol. Uiteraard kon dit alleen samen met de ketenpartners van het Ambulant Team - AWM/Wering, Slachtofferhulp, Politie en GGD - gerealiseerd worden. Ook de ketenpartners in de hulpverlening hebben in belangrijke mate bijgedragen aan deze ontwikkelingen. De belangrijkste bevindingen over 2009 zijn In 2009 zijn er bij het frontoffice van het Steunpunt 127 (2008: 122) vragen binnengekomen waarvan 110 (2008: 113) per telefoon en 17 (2008: 9) per . Dit betekent een lichte toename van het aantal vragen ten opzichte van Nadere informatie over de vragensteller, de gegeven informatie-advies-hulp en het tijdstip van bellen is te vinden in paragraaf 2.1 en bijlage 1. In 2009 is het aantal hulpvragen bij het Ambulant Team gegroeid. En wel van 157 in 2008 naar 235 in Hiervan zijn 25 hulpvragen door het frontoffice van het Steunpunt doorgegeven, 107 incidenten huiselijk geweld door de politie, 9 cliënten kwamen direct de telefoon binnen, 47 ketenpartners en 47 hulpvragen risicotaxaties/huisverboden. Nadere informatie over de meldingen, de vragensteller en de gegeven informatie-advies-hulp, is te vinden in paragraaf 2.2 en bijlage 2. De functie van het Ambulant Team als het coördinatiepunt van hulp is in 2009 sterk ontwikkeld. Blijf heeft zich ontwikkeld tot aanspreekpunt en het gezicht van het Steunpunt bij het op gang brengen van hulp en zorgcoordinatie. De proactieve werkwijze bij de huisverboden heeft ervoor gezorgd dat in 2009 ook de overige hulpvragen proactiever zijn benaderd. De situaties van huiselijk geweld, als de doorgegeven huiselijk geweld incidenten van de politie en de risicotaxaties die niet leiden tot een huisverbod, zijn daardoor ook actief opgepakt. Daarmee hebben ook deze gezinnen hulp gekregen. De systeemgerichte aanpak van het gezin heeft hierbij centraal gestaan. In 2009 is er voor het eerst onderzoek gedaan naar de tevredenheid van cliënten over de zorgcoordinatie van het Ambulant Team. Hoewel aan de uitslag slechts beperkte, voorlopige conclusies kunnen worden gekoppeld, zijn de eerste resultaten gunstig. Het gemiddelde rapportcijfer is een 8. Lees verder bij paragraaf 2.2 en bijlage 4. In 2009 zijn er in het kader van een tijdelijk huisverbod 47 risicotaxaties afgenomen door de Hulpofficier van Justitie. Hier zijn 36 huisverboden uit voortgekomen. In verband met het realiseren van hulp in crisissituaties zoals bij het huisverbod zijn er in gesprekken per telefoon gevoerd of is er bezoek afgelegd. De gezinnen waarbij een risicotaxatie is afgenomen en die niet tot een huisverbod heeft geleid, hebben ook hulp ontvangen. Lees paragraaf 2.3 en bijlage 3. De piketdienst, in het leven geroepen om 24/7 crisisinterventie bij een huisverbod te verzorgen, is maal opgeroepen bij een huisverbod. In het totaal zijn van de risicotaxaties er 18 s avonds of in het weekend afgegeven. Bijna de helft spelen hiermee buiten kantooruren. De piketdienst voorziet in de behoefte om snel na een huisverbod opvang te realiseren. Lees paragraaf De Wering heeft in korte - en 149 lange hulptrajecten bij huiselijk geweld uitgevoerd. Van de lange hulptrajecten zijn er 114 pluspakkettrajecten. In dit aanbod is de systeemgerichte hulp verder ontwikkeld. In deze hulptrajecten zijn 132 slachtoffers en 17 plegers bereikt. Er worden 3

4 steeds meer daders bereikt in deze hulpverlening. Lees meer in en bijlage 5. Uit het onderzoek naar de cliënttevredenheid kreeg AMW het cijfer 7.1. (zie bijlage 4). In 2009 zijn er 7 Eigen Kracht-conferenties ingezet bij huiselijk geweld waarvan 4 bij een huisverbod. De Eigen Kracht-conferentie is een zinvol middel om voor gezinnen die zelf hun problemen willen oplossen dus ook als een huisverbod is afgegeven. De Eigen Kracht-conferentie krijgt het cijfer 7.3 in het cliënttevredenheidsonderzoek. Lees verder in paragraaf Het platform hulpverlening van het Steunpunt, het casusoverleg waarin 14 instellingen afstemmen bij huiselijk geweld, heeft zich in 2009 onder leiding van Blijf verder ontwikkeld. Er zijn in 2009 vele afspraken rondom afstemming van casuistiek bij huiselijk geweld en/of het opleggen van een huisverbod gemaakt. Blijf en GGD trekken samen op om casuïstiekregie en ketenregie met elkaar te verbinden. De ketenregie uitgevoerd door de GGD heeft in 2009 vooral in het teken gestaan van het huisverbod. Aanscherping van het werkproces en afstemming van de samenwerking binnen het Ambulant Team heeft hierbij centraal gestaan. In tweede helft van het jaar is er meer invulling gegeven aan werkafspraken met hulpverlenende instellingen. Ook heeft de GGD twee klachten opgepakt in het kader van het huisverbod. In 2010 wordt werkproces en werkafspraken in het handboek van het Steunpunt vastgelegd. De GGD heeft in 2009 een aantal projecten begeleidt en nieuwe geïnitieerd. Deze projecten zijn: voorlichting en deskundigheidsbevordering 2009 en 2010, Eigen Kracht binnen het Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland, Families zelf aan zet bij zorgpunten en/of dreigende kindermishandeling, Pilot Preventie eergerelateerd geweld voor jongeren en hun ouders en RAAK. Meer informatie is te lezen in paragraaf In het kader van de Regionale Aanpak Kindermishandeling de zgn. RAAK-aanpak heeft kindermishandeling veel aandacht gekregen. Hiervoor is door de GGD een startfoto en werkplan voor de regio gemaakt en in uitvoering genomen. Lees hier meer over in paragraaf De cijfers huiselijk geweld over 2009: - Bijna de helft van het geschatte aantal gevallen van kindermishandeling (schatting kinderen) in de Kop van NH wordt gemeld bij het AMK en politie. Nadere informatie in paragraaf 2.5 en bijlagen 2 en 5. - Ongeveer 1/8 van het geschatte aantal gevallen van relationeel geweld in de Kop van Noord-Holland (schatting gevallen ) wordt gemeld bij politie of komt bij het Steunpunt of de hulpverlening terecht. Nadere informatie in paragraaf 2.5 en bijlagen 2 en 5. - Ouderenmishandeling wordt nog nauwelijks herkend en geregistreerd (schatting 2.544). Jaarlijks laten politiecijfers enkele geregistreerde casussen meer zien (2009: :3 2007: : 1). Het taboe op dit onderwerp is nog steeds groot. Nadere informatie in paragraaf 2.5 en bijlagen 2 en 5. De ketenpartners van het Steunpunt (14 in aantal) signaleren en registreren steeds beter huiselijk geweld. Een aantal instellingen registreert al aantal jaren huiselijk geweld en steeds meer instellingen gaan registreren. Aandachtspunten: een aantal hulpverlenende instellingen houden (nog) geen registratie bij van kindermishandeling/huiselijk geweld en instellingen die de cijfers wel bijhouden doen dit op verschillende niet vergelijkbare manieren. Lees meer in paragraaf 2.5 en bijlage 5. 4

5 2. De ontwikkelingen in 2009 Het Steunpunt Kop van Noord-Holland heeft vanaf de start in 2006 gekozen voor een laagdrempelige voorziening waar alle betrokkenen bij huiselijk geweld terecht kunnen voor informatie, advies en hulp. Omdat de deskundigheid in de aanpak van huiselijk geweld in de Kop van Noord-Holland over diverse organisaties verspreid is en het beschikbare budget beperkt, is gekozen voor een netwerkconstructie van een aantal organisaties. Dit vanuit de gedachte dat het geheel hiermee meer is dan de som der delen. In 2009 is dit duidelijk gebleken. Het Steunpunt kent de volgende functies en taakverdeling: Frontoffice met een bereikbaarheid van 24 uur per dag, uitgevoerd door Sensoor (2.1) Het op gang brengen van hulpverlening, de zorgcoördinatie van huiselijk geweld en het huisverbod op casusniveau door Blijf van m n Lijf (2.2) Hulpverlening bij huiselijk geweld en huisverbod bestaande uit een pluspakket van systeemgerichte aanpak voor gezinnen waarbij huiselijk geweld speelt (de Wering); Eigen Krachtconferenties die soms ingezet worden als het gezin zelf een plan van aanpak wil maken (GGD i.s.m. de Eigen Kracht); Centrale en piketdienst voor crisisinterventie bij het afgegeven van een huisverbod buiten kantoortijden, dat wil zeggen s avonds en in het weekend ( Blijf, Wering, Slachtofferhulp en GGD). (2.3). Netwerkcoördinatie waaronder ketenregie, voorlichting en deskundigheidsbevordering, faciliteren van de piketdienst en (initiëren van) projecten door de GGD (2.4). Backoffice van het Steunpunt door ketenpartners (2.5). De cijfers van zowel het frontoffice, Ambulant Team, huisverbod en ketenpartners zijn vanwege de leesbaarheid in de bijlagen opgenomen. 2.1 Het frontoffice Aantal vragen In 2009 zijn er 127 (2008: 122) vragen binnengekomen waarvan 110 (2008: 113) per telefoon en 17 (2008: 9) per . Dit betekent een lichte toename van het aantal vragen ten opzichte van Ook het aantal vragen per is iets toegenomen De hulpvrager Over de vragensteller is het volgende aan te geven: De grootste groep beller is vrouw (44) en een klein deel is man (16). Bijna de helft van de bellers belt beroepshalve (54). In 2008 was dit een derde. De grootste groep hulpvragers is tussen de jaar (44). Een klein deel is onder de 30 jaar (16). Er bellen zelden mensen boven de 60 jaar (1). Bijna een kwart van de hulpvragers is slachtoffer (28) van huiselijk geweld en slechts een klein deel is dader (4). Een zesde van de hulpvragers zijn omstanders: zij zien huiselijk geweld in hun omgeving (19). Een zesde van het aantal hulpvragers is getrouwd of samenwonend (19) en een relatief kleine groep is alleenwonend (5) of alleenstaande ouder (7). Van de meeste mensen (96) is hun gezinssituatie niet bekend. Bij een kwart van de hulpvrager geeft aan nog geen hulp te ontvangen (25) en een kleine groep heeft al hulp (14). Van een grote groep is onbekend (88) of zij al dan hulp krijgen of voor hun vraag is het al dan hulp ontvangen niet relevant. 5

6 Een derde neemt contact op in verband met geweld/agressie (39) en/of in verband met relatieproblemen (12). En er is een grote groep met een informatievraag (70). Van een vijftal is dit niet bekend of niet van toepassing. Van de hulpvragers geven 126 vragers aan incidenteel met geweld te maken te hebben en slechts een hulpvrager meldt frequent geweld De gegeven informatie-advies-hulp Over de informatie, advies en hulp die gegeven is, is het volgende op te merken: Bij een groot deel van de vragen is informatie gegeven (72) en daarnaast veel geluisterd en besproken (22). Bijna een kwart van het aantal mensen is direct doorverwezen naar hulp (16) of er is anderszins hulp ingeschakeld (12). Bij 5 mensen is dit niet geregistreerd. Er zijn 25 hulpvragen doorgegeven aan het Ambulant Team van het Steunpunt om proactief op te pakken Over het bellen Mensen bellen doorgaans overdag tussen 9.00 en uur (88 telefoontje van de 110). Twintig mensen belden 's avonds en twee 's nachts. De gespreksduur is doorgaans minder dan tien minuten (92 van de 110 gesprekken). Tien gesprekken duurden langer dan tien minuten. Tijdstip van bellen Ochtend 52 Middag 36 Avond 20 Nacht 2 Totaal Op gang brengen van hulp en zorgcoördinatie De functie van het Ambulant Team als coördinatiepunt van hulp is in 2009 sterk ontwikkeld. Zowel het proactief oppakken van doorverwijzingen Sensoor, huiselijk geweld incidenten van de politie als het huisverbod zijn hierbij in beeld. Blijf heeft zich ontwikkeld tot het aanspreekpunt en gezicht van het Ambulant Team van het Steunpunt. Vooral de zorgcoördinatie heeft zich in 2009, mede onder invloed van het ingaan van het huisverbod, sterk ontwikkeld. De systeemgerichte aanpak - het realiseren van hulp voor slachtoffer, dader en kinderen die erbij betrokken zijn - heeft hierbij centraal gestaan Aantal hulpvragen of meldingen In 2009 zijn bij het Ambulant Team 235 (2008: 157) hulpvragen binnen gekomen: 25 (2008: 33) hulpvragen het frontoffice Sensoor 107 (2008: 124) incidenten de politie incidentcode huiselijk geweld 9 direct van cliënten de telefoon 47 ketenpartners 47 risicotaxaties/huisverboden. Het meest opvallend is dat het aantal meldingen bij het Ambulant Team flink is toegenomen. Deze toename zit voornamelijk in het inwerking treden van het huisverbod, maar komt ook omdat ketenpartners steeds meer de weg weten te vinden in het direct advies en consultatie vragen bij het Ambulant Team. Ook een kleine groep cliënten wist rechtstreeks de weg te vinden naar het Ambulant Team. Nieuw in 2009 was de coördinatie van de huisverboden. Maar mensen werden ook proactief benaderd in die situaties waarbij een risicotaxatie niet leidde tot het huisverbod, en bij situaties met een incidentcode 6

7 huiselijk geweld van de politie. Vervolgens werd geprobeerd ook bij deze mensen hulp op gang te brengen De hulpvrager Over de hulpvrager is het volgende aan te geven: In veel gevallen (2009: 79 van de 113) is sprake van recent huiselijk geweld (2008: 142 van 157). Meer dan in 2008 betreft het huiselijk geweld van langer geleden (2009: 28 van de 113; 2008: 9 van 157). Bij de meeste hulpvragen (2009: 65 van 113) zijn kinderen betrokken (2008: 93 van de 157). In het totaal gaat het om 101 kinderen. In 46 gesprekken is hulp aan de kinderen besproken en is 22 maal doorverwezen naar BJZ/AMK en BJZ/JHV. In 19 gevallen bleek dat het kind al cliënt in de hulpverlening was. In 22 gevallen was dit niet bekend. De reden van de gesprekken ligt in een combinatie van praten en gevoelens uiten (29 x), het geven van informatie/advies (18 x), het doorverwijzen naar hulp (11 x) en voor een groot deel ( 55 x) in een actief aanbod in combinatie met praten. De helft van de hulpvragers (58 van de 113), is samenwonend of getrouwd. Een kwart is alleenstaand (31 ). Een klein deel alleenstaand ouder (18 ). Bij de check of de hulpvrager al ergens als cliënt geregistreerd staat, valt op dat de helft al cliënt is van een instelling en bijna de helft nog niet in de hulpverlening zit. De volgende instellingen worden het vaakst genoemd: BJZ (26x), AMW (24x), Slachtofferhulp (21x), GGZ/daderhulpverlening (22x) De gegeven informatie/advies/hulp Over de informatie, advies en hulp die gegeven is, is het volgende aan te geven: Bij bijna alle hulpvragen is in de gesprekken een combinatie gemaakt van luisteren en bespreken (101x ), problemen verhelderen (89x), wijzen op andere hulpverlening (65x), informatie geven (105x), gestructureerd (48X), hulp ingeschakeld (46x). Het Ambulant Team heeft 49 keer kortdurende hulp van Blijf ingezet en 3 keer een Eigen Kracht-conferentie aangeboden. Bij een groot deel van de hulpvragen (70 van de 113), is verwezen naar hulp of hulp ingeschakeld. Het meest gebeurde dit naar AMW (30x), BJZ/AMK (9x) GGZ daderhulpverlening (10x), GGZ daderhulpverlening (10x), politie (8x) en een Eigen Kracht-conferentie (6x) Cliënttevredenheid met Ambulant Team en hulp In 2009 is er voor het eerst een onderzoek gedaan naar de cliënttevredenheid. Er zijn 86 enquêtes verstuurd waarvan er 15 zijn terugontvangen. Hieraan kunnen slechts beperkte, voorlopige conclusies worden gekoppeld. De bevindingen zijn als volgt: De meeste cliënten zijn tevreden: een aantal heel tevreden en een aantal minder. Het gemiddelde rapportcijfer 8, waaruit blijkt dan men doorgaans tevreden is De grootste tevredenheid wordt uitgesproken over het maatschappelijk werk (Wering), Eigen Krachtconferentie en Slachtofferhulp. Zie voor info bijlage 4. De leeftijd van de cliënten loopt van 20 tot 60 jaar. Dit is heel divers. Een groot deel van de cliënten heeft kinderen Huisverboden In 2009 zijn er in het kader van een tijdelijk huisverbod 47 risicotaxaties afgenomen door de Hulpofficier van Justitie. Hier zijn 36 huisverboden uit voortgekomen. 7

8 Van deze 36 huisverboden zijn er 3 in de eerste dagen van huisverbod ingetrokken (dreiging was weg en/of hulp was op gang) en zijn er 24 verlengd (omdat de dader niet kon worden bereikt, de hulpverlening nog niet op gang was gekomen en/of er nog dreiging van geweld was). In 9 gevallen was er sprake van samenloop met het strafrecht. Het huisverbod is 10 maal overtreden. De risicotaxatie/ huisverboden hebben plaats gevonden in de volgende gemeenten: Centrumgemeente Risico- Huisverbod Den Helder taxatie opgelegd 2009 Anna Paulowna - - Den Helder Harenkarspel - - Niedorp 2 2 Schagen 5 5 Texel 3 3 Wieringen - - Wieringermeer 2 - Zijpe 3 2 Totaal Dit houdt in dat drie gemeenten in de Kop, te weten Anna Paulowna, Harenkarspel en Wieringen in 2009 nog geen ervaring hebben opgedaan met het huisverbod Platform hulpverlening Binnen het Steunpunt Huiselijk Geweld bestaat het platform hulpverlening waarin bijna alle keteninstellingen (14 instellingen) rond hulpverlening vertegenwoordigd zijn aandachtsfunctionarissen. Het kernteam van het platform komt maandelijks bijeen en de bredeteam vijf keer per jaar. Binnen dit platform wordt afgestemd op casuïstiek niveau. Er zijn in 2009 vele afspraken rondom afstemming van casuistiek bij huiselijk geweld en/of het opleggen van een huisverbod gemaakt. Blijf en GGD trekken hierin samen op om casuïstiekregie en ketenregie met elkaar te verbinden. Steunpunt en AMK zijn eind 2009 gestart met het vormgeven van het traject Huiselijk Geweld dat pakken we samen aan. Hierin vindt op casuïstiekniveau afstemming plaats over kindermishandeling. De zorgmeldingen (komen bij AMK binnen) en de incidenten huiselijk geweld van de politie (komen bij Steunpunt binnen) worden naast elkaar gelegd. Doel hiervan is om een goede en snelle doorstroming naar de hulpverlening te realiseren van kinderen die betrokken zijn bij of slachtoffer zijn van huiselijk geweld. 2.3 Hulpverlening bij huiselijk geweld en huisverbod In verband met het realiseren van hulp voor zowel slachtoffer, dader als kinderen die getuige zijn van geweld, zijn er in gesprekken per telefoon gevoerd of is er bezoek afgelegd. Na crisisinterventie en/of kortdurende hulpverlening is doorgeleid naar de volgende ketenpartners voor hulp: Doorverwijzing na huisverbod heeft plaats gevonden naar: 2009 BJZ/AMK 11 Opvoedcafe 2 AMW/Wering 29 Vrouwenopvang 2 GGZ 8 GGZ/FPA/daderhulpverlening 10 GGD/OGGZ 2 Brijder-verslavingszorg 7 8

9 Triversum 1 Politie (eergerelateerd geweld) 1 Eigen Kracht-conferentie Hulpverlening de Wering/AMW De Wering/AMW voert in het kader van hulpverlening bij huiselijk geweld en huisverboden extra taken uit door middel van een zogenaamd pluspakket maatschappelijk werk. Als eerstelijninstelling biedt zij laagdrempelige drie sporenhulpverlening aan slachtoffers, plegers en kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Systeembenadering staat hierbij centraal. Het plusdeel bestaat uit het actief betrekken van het hele gezinssysteem bij hulpverlening. Cliënten die niet zelf om hulpverlening vragen, worden actief benaderd, omdat hulpverlening wel noodzakelijk is om tot een oplossing voor het hele gezinssysteem te komen. De ervaring is dat slachtoffers er meestal de voorkeur aan hechten om de relatie, ondanks het geweld te laten voortbestaan. De plus zit ook in de moeite die gedaan wordt om met andere hulpverleningsinstellingen samen te werken aan een totaalplan (casemanagement). De Wering heeft in korte - en 149 lange hulptrajecten bij huiselijk geweld uitgevoerd. Van de lange hulptrajecten zijn er 114 pluspakkettrajecten. In dit aanbod is de systeemgerichte hulp verder ontwikkeld. In deze hulptrajecten zijn 132 slachtoffers en 17 plegers bereikt. Er worden steeds meer daders bereikt in deze hulpverlening. De gegevens in het kader van het pluspakket luiden als volgt: Bij 67 hulpverleningstrajecten (59%) was de eerste manifeste hulpvraag van de cliënt gericht op het huiselijk geweld; bij 16% van de hulpverleningstrajecten was de eerste manifeste hulpvraag gericht op de relatieproblemen. Qua inkomstenbron leeft 44% van de cliënten van een inkomen uit loondienst; 21% van de cliënten heeft een bijstandsuitkering en 10% heeft een WAO-uitkering; 8% heeft bij aanmelding geen inkomen en 8% leeft van het inkomen van een ander. Echt(paren) met kinderen (49%) komen het vaakst met een hulpvraag waarbij sprake is van huiselijk geweld; bij 18% gaat het om één-ouderhuishouden; 13% zijn (echt)paren zonder kinderen. 4% van de cliënten is jonger dan 23 jaar en 2% ouder dan 65. De grootste groep zit tussen de 23 en 49 jaar. 46% van de cliënten komt op eigen initiatief bij het AMW; 40% komt binnen o.a. het Steunpunt Huiselijk Geweld, veelal tijdens en nadat er een huisverbod heeft plaatsgevonden; 7% wordt verwezen door de huisarts naar het AMW. 42% krijgt het AMW psychosociale hulpverlening; 20% van de hulpverlening ontstaat vanuit een acute crisis; bij 9% heeft het AMW de rol van casemanager op zich genomen om vanuit één plan te werken in gezamenlijkheid met het cliëntsysteem en de betrokken. Bij 6% heeft er na hulpverlening van het AMW verwijzing plaatsgevonden naar de GGZ; 3% is ook verwezen naar de jeugdhulpverlening en 2% naar de verslavingszorg Uit het onderzoek naar de cliënttevredenheid kreeg AMW het cijfer 7.1. (zie bijlage 4) Eigen Kracht-conferenties In de aanpak van huiselijk geweld is ervoor gekozen om tijdens een huisverbod het burgerbesluitvormingsmodel Eigen Kracht-conferenties standaard aan te bieden. In 2009 zijn er zeven Eigen Kracht-conferenties aangevraagd, waarvan in vier gevallen een huisverbod was opgelegd. Van de zeven aanvragen zijn er zes het Ambulant Team aangemeld (een van Blijf) een de Omring. Bij vijf van de zeven Eigen Kracht-aanvragen is het tot een conferentie gekomen. Bij één aanvraag, die in de activerende fase stopte, werden door het gezinssysteem op eigen kracht belangrijke beslissingen genomen. En bij één aanvraag die in de activerende fase stopte bestond er van het begin af aan geen motivatie bij de hoofdbetrokkene en heeft de coördinator geen kans gekregen om een voorbereiding te doen. Uit het onderzoek naar de cliënttevredenheid kreeg de Eigen Kracht-conferentie het cijfer 7.3 (zie bijlage 4). 9

10 De aanvragende hoofdbetrokkenen waren afkomstig uit Nederland (3x allen, 2x deels), Duitsland (1x deels), Turkije (1x), Afghanistan (1x), Marokko (1x deels ). Bij vijf van de zeven aanvragen woonden betrokkenen in Schagen en bij twee aanvragen verbleven de hoofdbetrokkenen in Den Helder. Er zijn naast de aanvragen zes informatieve gesprekken gehouden waarbij het niet tot een aanvraag gekomen is. Vier daarvan werden aangevraagd het Ambulant Team, een de Wering en een de politie Texel Piketdienst voor huisverbod De bereikbaarheid en beschikbaarheid van crisisinterventie bij het huisverbod is neergelegd bij een zgn. piketdienst huisverbod, waarin Blijf, Wering, Slachtofferhulp en GGD samenwerken. In totaal zijn er tien medewerkers betrokken bij de piketdienst. Twee hiervan zijn zorgcoördinatoren van Blijf, drie zijn medewerkers van Slachtofferhulp en vijf medewerkers van de Wering. Deze worden bij toerbeurt eenmaal per tien weken ingeroosterd voor een week (ook de avonden tijdens de werkdagen en het weekend). Het is van belang is dat bij een huisverbod er ook s avonds en in het weekend goede bereikbaarheid is en beschikbaarheid van crisisinterventie. Zodat zodra er een huisverbod wordt afgegeven, direct crisisinterventie kan worden ingezet. De werkafspraak hierbij is dat het rooster gemaakt wordt door Blijf. De GGD verzorgt de financiele afwikkeling en de logingegevens bij Ook organiseert de GGD de twee jaarlijkse bijeenkomsten van de piketdienstmedewerkers. De piketmedewerkers kunnen goed uit de voeten met hun taakstelling en door de spreiding over tien weken is de belasting acceptabel. In 2009 (1 februari t/m december 2009) zijn er 18 risicotaxaties buiten kantoortijden afgenomen (dus de helft) waarvan er 13 tot een huisverboden hebben geleid. Dertien huisverboden (1/3 dus) zijn dus door de piketdienst opgepakt. 2.4 Netwerkcoördinatie De GGD heeft voor de periode jaar de uitvoering van de regiefunctie betreffende het Steunpunt op zich genomen. In de loop van 2008 heeft het de taken van de coördinatie van de hulpverlening (het backoffice) overgedragen aan het Ambulant Team. De GGD heeft in 2009 de netwerkcoördinatie w.o. ketenregie, voorlichting en deskundigheidsbevordering, faciliteren piketdienst en initiëren nieuwe projecten uitgevoerd. Deze rol vervulde de GGD ook bij de Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAAK) Ketenregie en implementatie van het huisverbod De ketenregie heeft zich in de eerste helft van 2009 gericht op de begeleiding van de start van het huisverbod en de begeleiding van de werkwijze bij een huisverbod. Het Ambulant Team van het Steunpunt heeft met de partners een werkwijze ontwikkeld om het huisverbod uit te voeren. De GGD heeft zich hierbij gericht op: het opzetten van een piketdienst voor bereikbaarheid en crisisinterventie na kantoortijd en in het weekend; hand- en spandiensten bij opstart van het huisverbod en overleg bovenregionaal in Noord-Holland Noord en Noord-Holland. Ook heeft de GGD twee klachten opgepakt in het kader van het huisverbod. In 2009 hebben er twee evaluaties plaats gevonden. De eerste resulteerde in een rapportage 'evaluatie aanpak huisverbod en huiselijk geweld ( juli 2009). En een tweede evaluatie volgde in september 2009 met de partners van het Ambulant Team met het oog op verdere ontwikkeling van de ketenregie. Hieruit zijn diverse verbeterpunten afgesproken in de processen bij de aanpak van huiselijk geweld en het huisverbod en deze afspraken worden in 2010 verder uitgewerkt in het handboek. Daarnaast zijn met diverse 10

11 ketenpartners contacten gelegd over de samenwerking en het hulpaanbod; onder andere met politie, BJZ/AMK, Triversum en Reclassering Nederland. Dit wordt in 2010 verder voortgezet. Tot slot is binnen het cliëntvolgsysteem Conclusion de module huiselijk geweld beschikbaar gekomen. In 2010 wordt gestart met het invoeren van de gegevens van cliënten van het Steunpunt. Over de ervaringen hiermee en de meerwaarde is op dit moment nog niets aan te geven Projecten Er lopen diverse projecten binnen Steunpunt. Hieronder volgt een kort stand van zaken: Voorlichting en deskundigheidsbevordering 2009 De volgende activiteiten zijn in 2009 in dit project uitgevoerd: digitale nieuwsbrief, folder en visitekaartje voor het Ambulant Team, aanpassingen op de website en voorlichtingsbijeenkomsten. De aandacht is vooral uitgegaan naar het realiseren van deskundigheidsbevordering voor huisartsen en verloskundigen in de regio. In Noord-Kennemerland loopt een project 9 minuten educatief praktijk bezoek kindermishandeling/huiselijk geweld bij huisartsen. Dit project zal in de Kop van Noord-Holland worden overgenomen zodra voldoende duidelijk is of navolging zinvol is. Hierover zijn contacten met ZONH. Gelden van voorlichting en deskundigheidsbevordering zijn hiervoor gereserveerd. Voorlichting en deskundigheidsbevordering 2010 Er is in 2009 een aanvraag ingediend voor pr, voorlichting en deskundigheidsbevordering voor 2010 bij de regiogemeenten. Het continue geven van voorlichting en de aandacht gericht houden op huiselijk geweld van groot belang is. Zeker nu ook de Wet preventief huisverbod van kracht is. In 2010 willen we weer het accent op regionale publieksvoorlichting (in aansluiting op de landelijk campagne), ouderenmishandeling en medische beroepsgroepen. Een systematisch en terugkerend aanbod van voorlichting en deskundigheidsbevordering zal in de loop van de jaren moeten worden gerealiseerd aan de diverse doelgroepen zoals: publiek, huisartsen, leerkrachten van basis- en voortgezet onderwijs, inspecteurs voor het onderwijs, jeugdgezondheidszorg, medewerkers kinderopvang, medewerkers van vrijetijds- en sportclubs, verpleegkundigen en artsen in ziekenhuizen, ambulancepersoneel, sociale-dienstconsulenten en woningbouwverenigingconsulenten. Eigen Kracht binnen het Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Dit project liep van 1 december 2006 t/m 1 juli Het project is afgesloten met twee eindrapporten: het onderzoeksrapport van WESP Ik heb nooit eerder een grens durven trekken, maar nu wel en de eindrapportage van GGD Hollands Noorden Een project met een sneeuwbal effect. Beide rapporten zijn te vinden op De belangrijkste conclusie is dat Eigen Kracht werkt. Dat blijkt uit het door WESP op 30 oktober 2009 gepubliceerde onderzoek naar de 25 Eigen Kracht-conferenties die in de Kop van Noord-Holland bij situaties van huiselijk geweld zijn gehouden. Eigen Kracht werd tot voor kort nauwelijks ingezet bij deze problematiek en over de resultaten ervan was al helemaal niets bekend. Het Steunpunt gaf daarom opdracht aan onderzoeksbureau WESP voor een onderzoek naar de resultaten. Uit dit onderzoek blijkt dat er bijna altijd verbetering in de situatie is gekomen; dat de tevredenheid van de deelnemers groot is en dat zij anderen bijna altijd zouden aanraden deel te nemen aan een Eigen Krachtconferentie, zeker als er kinderen bij betrokken zijn. Op basis van de bevindingen biedt het Steunpunt standaard Eigen Kracht-conferenties aan bij huiselijk geweld en een huisverbod. Families zelf aan zet bij zorgpunten en/of dreigende kindermishandeling Dit project is 1 december 2008 van start gegaan (looptijd tot 31 oktober 2011). Dit project wordt grotendeels gefinancierd door de provincie Noord-Holland, maar in 2009 is ook de aanvullende financiering van gemeenten grotendeels rond gekomen. In het kader van dit project zijn er aandachtfunctionarissen aangesteld bij de Steunpunten van de Kop van Noord-Holland (Joyce van der Duinen) en Noord-Kennemerland (Sandra Kooij), en bij de GGD Hollands Noorden (Ria Timmer) en bij GGD Gooi en Vechtstreek (Brigit Hamburg). En inmiddels zijn er 20 Eigen Kracht-conferenties aangevraagd. De eerste tussentijdse rapportage over de periode 1 december

12 t/m 30 november 2009 is in december 2009 gereed gekomen en is te vinden op Pilot Preventie eergerelateerd geweld voor jongeren en hun ouders In juli 2009 is toezegging van de provincie Noord-Holland verkregen voor het project Pilot Preventie Eergerelateerd Geweld. Dit project loopt tot 31 december 2010 in de regio Noord-Kennemerland en de Kop van Noord-Holland. In het project Pilot Preventie Eergerelateerd Geweld voor jongeren en hun ouders vindt een zestal activiteiten plaats: Deskundigheid vergroten in signaleren van de professionals van de ketenpartners Voorlichting op ROC s aan vertrouwenspersonen/mentoren/leerlingbegeleiders, leerlingen en ouders Voorlichting bij de moskee en andere kerken (jongeren en ouders) Oprichten regionale platforms voor religieuze instellingen en allochtone vrijwilligersorganisaties Convenanten met ketenpartners Kennisuitwisseling en overdracht. In dit project hebben ook twee trainingen voor professionals plaats gevonden in de Kop van Noord-Holland. Hieraan hebben 40 professionals deelgenomen. De eerste tussentijdse rapportage is van maart 2009 en is te vinden op Regionale aanpak kindermishandeling - RAAK Eind 2008 is de Regionale aanpak van kindermishandeling in de regio van start gegaan. In 2009 is de startfoto van de regio en het werkplan Een regio te winnen gemaakt. Centraal in het werkplan staat het RAAK-proof zijn van de CJG s en het Steunpunt; voorlichting en deskundigheidsbevordering van beroepsopvoeders en professionals; inzicht in het hulpaanbod; een digitaal routeboek van contactpersonen kindermishandeling en huiselijk geweld per instelling. Als afsluiting van RAAK volgt op 25 november 2010 een slotconferentie waarin de RAAK-proof prijs wordt uitgereikt. Deze prijs gaat naar die persoon of instelling die een opvallende bijdrage heeft geleverd aan het RAAK-proof maken van de regio. De startfoto en het werkplan zijn te vinden op Voor het RAAK-proof zijn van CJG s is door de GGD in het overleg van de stuurgroep CJG NHN bij het handboek CJG een richtlijn gemaakt voor de aanpak van kindermishandeling. Het RAAK-proof maken het Steunpunt wordt het bestaande platform hulpverlening uitgewerkt. Steunpunt en AMK zijn eind 2009 gestart met het vormgeven van het traject Huiselijk Geweld dat pakken we samen aan. Hierin vindt op casuïstiekniveau afstemming plaats over kindermishandeling. De zorgmeldingen (komen bij AMK binnen) en de incidenten huiselijk geweld van de politie (komen bij Steunpunt binnen) worden naast elkaar gelegd. Doel hiervan is om een goede en snelle doorstroming naar de hulpverlening te realiseren van kinderen die betrokken zijn bij of slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Protocolontwikkeling en deskundigheidsbevordering Voor de ontwikkeling van het protocol en de deskundigheidsbevordering rond de meldcode zijn de volgende uitgangspunten: Alle instellingen hebben een instellingsprotocol kindermishandeling/huiselijk geweld en een aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Deze aandachtsfunctionaris organiseert de deskundigheidsbevordering van de eigen instelling. Het instellingsprotocol voldoet aan de richtlijnen zoals deze zijn vastgelegd in het basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Ministerie VWS, 2010). Organisaties stellen zelf hun meldcode vast met inachtneming van de eisen die daaraan in de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zullen worden gesteld. Organisaties moeten er verder voor zorgen dat professionals in hun instellingen met de meldcode kunnen werken. RAAK geeft hieraan in 2010 een scholingimpuls. 12

13 De samenwerkende partners implementeren gezamenlijk de verbinding tussen deze instellingen in een zogenaamd Regionaal Handelingsprotocol Kindermishandeling. Diverse sectoren en instellingen zijn bezig met het opstellen van een instellingsprotocol of het bestaande protocol bij te stellen naar de laatste richtlijnen van de meldcode. Gestart is met een voorlichting aan het Dagelijks bestuur BOJOZ in november Hierna is in de diverse gremia het onderwerp per sector verschillend opgepakt in aansluiting op ontwikkelingen in die sector. Zo zijn er contacten gelegd met de kinderopvang, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, ROC, Gemini ziekenhuis, Huisartsenpost, JAT s en VAT s en Tienercentra. Met alle sectoren worden afspraken gemaakt en ondersteuning op maat gegeven zowel wat betreft de hulp bij het maken van een protocol als de benodigde deskundigheidsbevordering. De gedachten op dit moment zijn dat de verschillende sectoren aparte bijeenkomsten voor aandachtsfunctionarissen gaan plannen. De eerste vindt in juni 2010 voor de kinderopvang plaats.. Hulpaanbod Met Parlan wordt op dit moment verkend wat het hulpaanbod is en moet zijn in de regio NHN. Opties: zijn: de bestaande hulpverlening specifieker inzetten door training van hulpverleners kindermishandeling/huiselijk geweld door RINO; specifieke hulpverlening in de regio brengen als Class H en Triple P pathways en bestaande hulpverlening voor kinderen als getuige van geweld verstevigen.. Communicatie en pr Er gaat gewerkt worden aan een besloten gedeelte bij de website Dit zal bestaan uit een digitale database waarin de aandachtsfunctionarissen per instelling met gegevens over bereikbaarheid zijn opgenomen. Ook de gehanteerde instellingsprotocollen en het regionaal handelingsprotocol zijn opgenomen. Een regionaal handelingsprotocol zal hieraan worden gekoppeld. In de nieuwsbrieven van het Steunpunt, te weten in de nieuwsbrief van februari en die van november 2009, is in 2009 aandacht besteed aan RAAK. In maart 2009 en in februari 2010 zijn specials verschenen over de landelijk campagne kindermishandeling en het bezoek van het campagneteam aan de Kop.Op 20 februari 2010 heeft het campagneteam Den Helder en Schagen bezocht. Dit heeft een goed resultaat in de regionale media opgeleverd. Vanaf 17 februari zijn op RTV NH de spots van de Campagne Aanpak Kindermishandeling te zien. Dit gebeurt op initiatief van de zes RAAK-coördinatoren in Noord-Holland. Zij hebben de handen ineen geslagen om dit realiseren. In 2010 zullen verspreid over het jaar gedurende 12 weken de spots te zien zijn op RTV NH. 2.5 Hulpvragen huiselijk geweld bij ketenpartners Cijfers over huiselijk geweld in de regio Op basis van landelijke cijfers is een schatting gemaakt van het aantal gevallen van kindermishandeling, relationeel geweld en ouderenmishandeling in de Kop van Noord-Holland. Dit is hieronder afgezet tegen wat in de registratie aan cijfers wordt gevonden (zie bijlage 5). 13

14 De bevindingen zijn als volgt: Naar schatting kinderen in de Kop van Noord-Holland hebben te maken met kindermishandeling. Hiervan zijn er 216 in de leeftijd van 0 4 jaar en 927 in de leeftijd van 4 19 jaar (werkplan RAAK KNH, juli 2009). Bij het AMK zijn in adviezen en 74 consulten gegeven en zijn 142 onderzoeken gedaan. Bij de politie is binnen de incidenten huiselijk geweld 112 keer kindermishandeling gesignaleerd en zijn er 32 aangiften gedaan van kindermishandeling. Bij het Steunpunt Huiselijk Geweld zijn 61 gezinnen met in totaal 101 kinderen bekend. Dat leidt tot de conclusie dat nog niet de helft van het geschatte aantal gevallen van kindermishandeling wordt gemeld bij het AMK en politie. Toch is dit een flinke toename. In 2008 was dit slechts 1/3 van het geschatte aantal. Naar schatting volwassenen in de Kop van Noord-Holland hebben te maken met relationeel geweld. Bij de politie worden 794 incidenten gemeld van relationeel geweld en zijn 207 aangiften gedaan. Bij het frontoffice van het Steunpunt Huiselijk Geweld zijn er 127 hulpvragen geweest en het Ambulant team heeft 235 hulpvragen opgepakt. Dat leidt tot de conclusie dat 1/8 van het geschatte aantal gevallen van relationeel geweld in de Kop van Noord-Holland wordt gemeld bij het Steunpunt en politie. Bij relationeel geweld valt in de cijfers van de politie op het grote aantal geweldincidenten gericht op de partner en ex partner (zijnde de vrouw). En omgekeerd: ook geweld gericht op partner en ex partner (zijnde man) komt relatief veel voor. Opvallend hoog is het geweld gericht op overige huisvrienden, familieleden en ouders (dus het omgekeerde van kindermishandeling). Naar schatting volwassenen in de Kop van Noord-Holland hebben te maken met ouderenmishandeling. Bij de politie worden 9 incidenten gemeld van ouderenmishandeling en is 1 aangifte gedaan. Dat betekent dat ouderenmishandeling nog nauwelijks wordt herkend en geregistreerd. Jaarlijks laten politiecijfers een geregistreerde casus meer zien (2006: : : ).Het taboe op dit onderwerp is nog steeds groot. Over signalering van huiselijk geweld per gemeente kan voorzichtig het volgende gezegd worden. Uit de politiecijfers komt naar voren dat in alle gemeenten incidenten, aangiften, aanhoudingen en verdachten doorgeleid worden naar het OM. Bij het AMK komen meldingen uit alle gemeenten. Ook bij het Steunpunt (huisverboden) komen de gemeenten steeds meer in beeld. Natuurlijk springt Den Helder hieruit in aantallen, maar bij de regiogemeenten zien we percentueel dat huiselijk geweld meer en meer wordt gesignaleerd en opgepakt Signalering huiselijk geweld binnen instellingen Op basis van aangeleverde registratiegegevens van de verschillende instellingen (zie bijlage 3) vallen de volgende zaken op: Er Is bij het backoffice van de instellingen een langzame en gestage toename van het aantal cliënten waarbij sprake is van huiselijk geweld. Bij de politie is er een toename te zien van het aantal incidenten (2009: : : ), de aangehouden mensen (2009: : : : 135) en de doorgeleiding naar het Openbaar Ministerie (2009: : : : 120) en een lichte afname van het aantal aangiften (2009: : : : 231). Aan deze cijfers kunnen geen conclusies worden gekoppeld omdat de politie Noord-Holland Noord in 2009 veranderd is van registratiesysteem. Bij het maatschappelijk werk de Wering heeft een toename plaats gevonden van het aantal hulpvragen huiselijk geweld (2009: : 178 hulpverleningstrajecten- 2007: 169). Opvallend is de toename van de hulpverlening van plegers zowel als hoofdcliënt als binnen het systeem. 14

15 Bij Slachtofferhulp is een afname te zien van cliënten die met huiselijk geweld te maken hebben (2009: : : : 63). Bij Blijf van m n Lijf is een toename van het aantal opgenomen vrouwen (2009: : : : 52) en kinderen in de opvang te zien (2009: : 39). De maximale opvangcapaciteit is daarmee bereikt. Naast de opnames zijn er nog 158 aanmeldingen geweest voor opvang die niet gehonoreerd konden worden. Deze zijn verwezen naar andere opvanghuizen. Dit laatste illustreert de hoge vraag naar opvang. In de nieuwe begeleid wonen opvang van Blijf van m n Lijf Femgard heeft één cliëntsyteem gewoond. Daarnaast zijn er vijf cliëntsystemen begeleid bij het zelfstandig wonen. Bij het BJZ/AMK is een toename te zien van het aantal adviezen (2009: : : : 187) en consulten (2009: : : : 70) en een gelijk blijven van het aantal onderzoeken (2009: : 142). Bij MEE zijn in het totaal 7 (2008: 10) gevallen van huiselijk geweld/kindermishandeling geregistreerd. Binnen JGZ zijn de gegevens als volgt: de Omring/jgz van 0 4 jaar heeft 55 (2008: 36) gevallen geregistreerd van kindermishandeling. Dit is een toename van bijna 50%. Van GGD/jgz 4 18 jaar zijn over 2009 nog geen gegevens beschikbaar (2008: 15). Parlan heeft over 2009 voor het eerst cijfers beschikbaar. Er zijn in Noord-Holland Noord in totaal 41 gevallen van kindermishandeling gesignaleerd. Het grootste deel betreft meisjes in de leeftijd van 6 15 jaar. Seksueel misbruik komt het meest voor, gevolgd door psychische mishandeling. Er is regelmatig contact met BJZ geweest ter advisering en of advisering/melding en de samenwerking is doorgaans goed Registratie binnen instellingen In de aangeleverde cijfers valt op dat: een aantal instellingen registreert op huiselijk geweld en al een aantal jaren de cijfers aanlevert. de vergelijking van cijfers van instellingen lastig is en blijft omdat iedere instelling dit op een eigen wijze uitvoert en andere gegevens registreert. De ene instelling kan deze cijfers uitdraaien uit de computer, de andere instelling houdt het vooralsnog handmatig bij. nog niet iedere instelling meer gedetailleerde informatie kan aanleveren over bijvoorbeeld vormen van huiselijk geweld en gemeentelijke informatie. de hulpverlenende instellingen voor jeugdzorg Triversum houden geen registratie bij van het aantal kinderen dat zij in de hulpverlening hebben met als hulpvraag kindermishandeling/huiselijk geweld. ook bij de volwassenenzorg niet geregistreerd wordt in een aantal instellingen, zoals bij Brijder en GGZ in 2009 het Steunpunt voor het eerst ook registratiegegevens ontving van Parlan. 15

16 3. Financiele verantwoording 3.1. Financiële verantwoording Steunpunt Huiselijk Geweld 2009 Alle bedragen zijn inclusief BTW Naam project Naam projectleider algemeen HG0008 project steunpunt huiselijk geweld Marja de Kinderen Aanvang en einde project 2009 Inkomsten Begroting 2009 Realisatie 2009 Subsidie gemeente Den Helder ASHG Subsidie gemeente Den Helder piketdiensten Subsidie gemeente Den Helder Sensoor Subsidie gemeente Den Helder deskundigheidsbevordering/voorlichting Subsidie gemeente Den Helder eergerelateerd Geweld Subsidie gemeente Eigen Kracht-conferenties bij relationeel Geweld Tlv GGD Totaal Uitgaven Projectbegeleiding Piketdienst Sensoor Deskundigheidsbevordering /voorlichting Themamiddag en trainingen eergerelateerd geweld Eigen Kracht-conferenties Kosten KPN Accountantskosten Totaal Saldo tekort

17 3.2. Financiele verantwoording Voorlichting en deskundigheidsbevordering 2009 HG0009 project voorlichting en deskundigheidsbevordering Alle bedragen inclusief BTW Inwoners Begroot Realisatie per gem. naar rato *) Inkomsten in Gemeente Anna Paulowna , ,00 Gemeente Den Helder , ,00 Gemeente Harenkarspel ,00 Gemeente Niedorp ,00 Gemeente Schagen ,00 Gemeente Texel ,00 Gemeente Wieringen , ,50 Gemeente Wieringenmeer , ,50 Gemeente Zijpe , ,00 Totaal inkomsten project , ,00 Uitgaven Begroot Realisatie Media-aandacht 5.000,00 Publieksvoorlichting incl. website 2.500, ,20 Voorlichting ouderenmishandeling 5.000,00 Training HG 4.000, ,00 Voorlichtingsmateriaal 6.000, ,93 Begeleiding 4.000,00 Totaal uitgaven project 8.500, , ,13 Reserveren nascholing huisartsen 0, ,87 *) De gevraagde bijdrage van de gemeente is naar rato van het aantal inwoners van de gemeente. 17

18 3.3. Financiële verantwoording project RAAK Alle bedragen zijn inclusief BTW Naam project Naam projectleider algemeen HG0012 RAAK (kindermishandeling) M de Kinderen Aanvang en einde project Realisatie Begroting 2008/2009 Uitgaven : Regiocoördinator kindermishandeling , ,39 Reiskosten regiocoördinator kindermishandeling 3.000, ,10 Secretariële ondersteuning SMGZ 4.750,00 667,50 Financiele administratie en accountverklaring 3.000, ,00 Bijdrage project: Families zelf aanzet bij zorgpunten - - en/of dreigende kindermishandeling rondom kinderen - - Afronding 195,00 Totaal uitgaven , ,99 Inkomsten : Bijdragen van derden , ,00 Inzet eigen middelen Totaal inkomsten , ,00 Reserveren voor uitvoering van het regionaal werkplan , ,01 18

19 Bijlage 1: Registratie hulpvragen huiselijk geweld bij frontoffice Steunpunt Hieronder staan de cijfers die bekend zijn van het frontoffice in diverse tabellen. Aantal binnengekomen vragen Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal Binnenkomst per telefoon of Wijze binnenkomst Telefoon Totaal Geslacht hulpvrager Geslacht of beroepshalve Man Vrouw Beroepshalve Onbekend Totaal Leeftijd hulpvrager Indeling leeftijd Tot 30 jaar jaar jaar en ouder Onbekend Totaal Wijze hulpvrager is betrokken bij huiselijk geweld Informatievrager Slachtoffer Dader Omstander Beroepshalve betrokken Onbekend Totaal Gezinssituatie hulpvrager Alleenwonend Gehuwd/samenwonend Alleenstaande ouder Onbekend Totaal

20 Hulpvrager is cliënt van Gezondheidszorg/ huisarts Maatschappelijk werk GGZ Bureau Jeugdzorg Justitiële instanties/ politie Nergens Onbekend Totaal Aanleiding om contact op te nemen met het Steunpunt Aanleiding Eenzaamheid Relatieproblemen Seksualiteit Geweld/ agressie Informatievraag Gezondheid Cultuurverschillen Anders Hulpvrager geeft bij frequentie huiselijk geweld aan Incidenteel Frequent Onbekend Totaal Aard hulp dat is gegeven in Verstrekte hulp Geluisterd en besproken Problemen verhelderd Gewezen op andere hulpverlening Informatie gegeven Hulp ingeschakeld Anders Hulpvrager is doorverwezen naar Doorverwezen naar: Gezondheidszorg/ huisarts Maatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg Justitiële instanties/ politie Ambulant Team Steunpunt 32 Andere organisaties Onbekend Registratie logfiles website Aantal unieke bezoekers en pageviews huiselijkgeweldkopvannoordholland.nl Maand Unieke bezoekers Pageviews Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal N.B. Over 2009 zijn geen website cijfers. De website is tweemaal gewijzigd van provider en de webstatistieken zijn daarbij verloren gegaan. 20