VERSLAG statencommissie

Transcriptie

1 VERSLAG statencommissie Vastgesteld verslag van de openbare vergadering van de Commissie Economie en Mobiliteit van 1 september 2008 van 13:30 tot uur te Middelburg. Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Tevens zijn aanwezig: Afwezig zijn de leden: C.W. Bierens G. Bouterse, A.I.G. Dorst, A. Evertz, P.A. Hamelink, S.J. Heijning, A.J. van der Maas, J.M. Meulenberg-op 't Hof, P.C.A. de Milliano-v.d. Hemel, C.M. de Paepe, J. Robesin, J.C. Thepass, D.P. Visser A.J.G. Poppelaars (gedeputeerde), M. Wiersma (gedeputeerde), J.J.I. Verburg (voorzitter Rekenkamer), M.F. Blommaert (secretaris Rekenkamer), A.M. Lobik (commissiegriffier/verslag) T.R.F. Blok-Elenbaas, B.J. Feijtel, L. Harpe 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en meldt de afwezigen. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht publieke tribune: er zijn geen insprekers 4. Inventarisatie onderwerpen voor de rondvraag De onderwerpen worden geïnventariseerd. 5. Conceptverslag van 9 juni 2008 met advies aan het Presidium Conceptverslag gezamenlijke vergadering van 12 juni 2008 (REW en E&M) over WCT Beide verslagen worden zonder wijzigingen vastgesteld. 6. Toezeggingenlijst, met memo over afdoening motie 18 (snelheidsregime N57) De voorzitter stelt voor om toezegging nr. 54 ( ) af te voeren (zie opmerking in de lijst). Ook motie 18 wordt afgevoerd (zie de memo over het snelheidsregime N57). Motie 19 is afgedaan bij behandeling van de Voorjaarsnota en wordt afgevoerd. Motie 27 wordt afgevoerd, aangezien deze is achterhaald door de actualiteit. De overige toezeggingen en moties blijven staan. 7. Initiatiefvoorstel van de leden Harpe (GL) en Visser (CU) over Energiescan Abdijcomplex De heer Visser (CU) licht toe dat het voorstel is ingediend vanuit een gevoel van verantwoordelijkheid, zowel intern als extern. Vanuit externe verantwoordelijkheid moet het goede voorbeeld worden gegeven aan de inwoners en aan andere overheden. Bovendien is het een verplichting vanuit de Wet Milieubeheer. Intern bestaat er de verantwoordelijkheid om voor werknemers een goed werkklimaat te scheppen. Er zijn drie offertes uitgebracht, waarvan die van DHV de beste is. Het bedrag is wel hoger dan in pagina 1 van 6

2 het dictum staat vermeld, namelijk ,--. Nadat de energiescan is gemaakt kan een prioriteitenlijst worden opgesteld. Gedeputeerde Wiersma is blij met het voorstel. De huishouding van de provincie moet in 2012 CO2- neutraal zijn en de scan kan daarbij helpen. Het gebouw aan het Groene Woud heeft al een energie A- label, maar het abdijcomplex zeker niet. De Facilitaire Dienst is al zwaar belast, zodat de scan door een extern bureau uitgevoerd zou moeten worden. De heer Heijning (VVD) vindt het een sympathiek voorstel en voldoende onderbouwd voor behandeling in PS. Als kanttekening zegt hij dat het moeilijk is om te sleutelen aan een monumentenpand als het Abdijcomplex, hetgeen dus beperkingen met zich meebrengt. We moeten ook bezien of we met hetzelfde geld op een andere plek niet veel meer zouden kunnen bereiken. De heer Dorst (SGP) denkt dat de uitgangspunten van het voorstel goed zijn. Hij vraagt of bekend is wanneer voor het laatst onderzoek is gedaan naar dit soort mogelijkheden. Als dat bijvoorbeeld nog tien jaar geleden is gedaan, dan blijkt er nu weinig winst te behalen. Is dat echter twintig jaar geleden, dan heeft dat veel meer effect. In het voorstel staat dat men een "maximale besparing" wil bereiken. Dit moet echter wel in redelijkheid worden bezien. Verder vraagt hij of de energiescan kan worden betaald uit de middelen die ter beschikking zijn gesteld middels de Energienota. Hij zou er geen moeite mee hebben als het totale bedrag hoger wordt, maar dan moet de scan wel breder worden getrokken dan alleen het Abdijcomplex. Misschien is in andere gebouwen wel veel meer te bereiken. De heer Robesin (PvZ) sluit zich aan bij de vorige sprekers. De scan moet wel passen bij dit gebouw en realistisch zijn. Hij is er niét voor om de scan breder te trekken dan het Abdijcomplex. De heer Bouterse (SP) vindt het jammer dat er twee keer zoveel geld nodig lijkt te zijn. Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheden van de gebouwen. Misschien kunnen we lering trekken uit de vele verbouwingen van de afgelopen jaren. Mevrouw Evertz (PvdA) staat sympathiek tegenover het voorstel. Ze is nieuwsgierig naar het vervolg. Mevrouw Meulenberg (CDA) benadrukt dat het Abdijcomplex in ieder geval behouden moet blijven! In tweede termijn: De heer Visser (CU) is blij met de steun. Hij vertelt dat het de bedoeling is om na de scan een politieke én realistische afweging te maken van de voorgestelde maatregelen. Hij zal het definitief benodigde bedrag naar voren brengen voor behandeling in PS. Gedeputeerde Wiersma onderschrijft de gemaakte opmerkingen over proportionaliteit. Ook een monumentenpand kun je echter energiezuinig maken: een inwoner van Middelburg heeft hiervoor onlangs zelfs een prijs gekregen! Hij weet niet wanneer de laatste opname is geweest. Wel is onlangs nog de belichting van het Abdijplein bekeken. M.b.t. het eventueel verbreden van de scan zegt hij dat het Groene Woud al een A-label heeft, de Balans recent verbouwd is, en het pand van Cultureel Erfgoed binnenkort wordt verbouwd. Bezien zal worden of er andere gebouwen in de scan betrokken kunnen worden, maar dat zal niet veel meer zijn. De heer Dorst (SGP) vindt de term "maximale besparing" niet juist, aangezien het wel proportioneel moet zijn. Dan moet je het anders noemen. Gedeputeerde Wiersma vindt "technisch maximaal" niet hetzelfde als "maatschappelijk maximaal". Mevrouw Evertz (PvdA) gaat ervan uit dat de maatregelen wel uitgevoerd gaan worden. Is er onderzocht of dat financieel wel haalbaar is? Zo niet, dan hoeft de scan niet plaats te vinden; anders hebben we een behoorlijk bedrag voor niets uitgegeven. De voorzitter meent dat deze vraag op dit moment niet te beantwoorden is. Mevrouw Evertz (PvdA) zegt dat ze wil weten wat er gebeurt met de implementatie van de scan. De heer Visser (CU) antwoordt dat je het moet zien als een heroriëntering op de mogelijkheden. Gedeputeerde Wiersma zegt dat het College staat voor duurzaamheid en CO2 neutraliteit. De scan is hiervoor een hulpmiddel. De voorzitter stelt vast dat het voorstel voldoende is onderbouwd voor behandeling in PS, met aanpassing op het punt van proportionaliteit, en aanvulling m.b.t. de gekozen offerte en het benodigde bedrag. 8. Rapport van de Rekenkamer over werkgelegenheid De voorzitter zegt dat informatieve vragen aan de vertegenwoordigers van de Rekenkamer gesteld kunnen worden, en politieke vragen aan gedeputeerde Wiersma. Mevrouw De Milliano (CDA) vraagt of dit rapport in PS behandeld wordt. De voorzitter antwoordt dat de commissie zich daar nu over kan uitspreken. Het Presidium stelt de agenda van PS vast, rekening houdend met het advies van de commissie.

3 De heer Hamelink (PvdA) sluit zich aan bij de slotzin in het voorwoord, "dat dit rapport kan bijdragen aan optimalisering van het werkgelegenheidsbeleid in Zeeland". Hij vraagt uitleg over pagina 40. Hier staat een aanbeveling van de Rekenkamer over effectiviteit, en de reactie van GS dat zij "zullen trachten daaraan in toenemende mate aandacht te besteden". De Rekenkamer vindt dit te vaag. Spreker vraagt wat er nu is toegezegd. Op dezelfde pagina staat dat GS ten dele het idee overneemt om een helder toekomstprofiel op te stellen. Het College vindt dat de seinen níet op oranje/rood staan. Spreker vraagt hoe GS de situatie op dit moment inschat. De heer Bouterse (SP) sluit zich aan bij de vorige sprekers. De heer Robesin (PvZ) leest op pagina 38/39 dat "Zeeland voor grote uitdagingen staat". Zegt GS dit, of de Rekenkamer? Het College geeft aan dat voor alle sectoren gekozen is, inclusief duurzaamheid en innovatie. De Rekenkamer vindt dat geen duidelijk toekomstprofiel. Wat vindt GS daarvan? De heer Visser (CU) vindt het object van het onderzoek (pagina 9) en de vraagstelling te ruim. Nu geeft de Rekenkamer de richting aan, maar dat moeten de staten zelf doen. De vraagstelling moet beter. De heer Robesin (PvZ) meent dat het niet aan de Rekenkamer is om te zeggen dat het een onduidelijk toekomstprofiel is. Dat is aan de staten. De heer Dorst (SGP) heeft ook een opmerking over de onderzoeksvraag (pagina 9). Hij vindt de periode een te lange periode. Er moet verbetering komen in de voortgangsrapportages PSEB, die jarenlang niet zijn verschenen, noch zijn de effecten geëvalueerd. Op pagina 17 staat dat het SMART en C(onsistent) moet. Dit laatste hoeft van hem niet per se, aangezien alles altijd verandert. Op pagina 26 is erg dwingend geformuleerd dat er een toekomstprofiel opgesteld móet worden. Mevrouw De Paepe (VVD) vindt de reactie van GS op dit rapport nogal lauw. De huidige situatie is alweer anders dan in dit rapport; zo staat er bijvoorbeeld dat de werkgelegenheid in landbouw en visserij zich gunstig ontwikkelt! Ze vindt het belangrijk dat plannen en projecten SMART geformuleerd worden. Een aanbeveling van de Rekenkamer is, dat we kennis moeten delen van grote projecten. Dat is lastig, omdat Europese regels vaak opleggen dat er iets nieuws moet worden gedaan. De heer Verburg (voorzitter Rekenkamer) vond de onderzoeksvraag niet te ruim. Dit is ook de verantwoordelijkheid van de Rekenkamer zelf. Het is moeilijk om de doeltreffendheid van werkgelegenheidsbeleid vast te stellen, omdat er veel factoren invloed hebben. Er is echter een manier gevonden om het grijpbaar te maken. Een periode van 10 jaar is lang, maar de ontwikkeling is bekeken. De C is toegevoegd aan SMART, omdat de consistentie van belang is bij doorlopende plannen. De Rekenkamer is positief op dit punt. De aanbevelingen verwoord op pagina 39 zijn de opvatting van de Rekenkamer, die aan de staten wordt voorgelegd. Hij is zich bewust van de scherpte van de formulering "oranje/rode seinen", waarvoor is gekozen om een gevoel van urgentie uit te drukken. Gedeputeerde Wiersma is blij met dit onderzoek, waarin een langere periode is onderzocht. Hij is blij dat het beleid beter meetbaar en concreter wordt. De relatie tussen beleid en het effect ervan wordt gelegd. De huidige crisis in de economische wereld leert dat niet alles te voorspellen is. De vraag is gesteld of GS wel een focus legt en keuzes maakt. Het College kan echter geen sectoren opzij zetten. Het geheel is bepalend voor Zeeland, waarin wel een aantal thema's wordt uitgelicht. Er is een dubbele vergroening nodig, namelijk m.b.t. arbeidsmarkt (onderdeel Onverkende Paden) en m.b.t. milieu en energieverbruik. Het College gaat weer met de staten bespreken of er voldoende focus is gelegd. Vervolgens moet meetbaar beleid worden gemaakt; dit blijft echter altijd moeilijk. Bij het opstellen van het nieuwe PSEB zullen de externe deskundigen die de Rekenkamer heeft ingezet, ook betrekken. In tweede termijn: Mevrouw De Milliano (CDA) zegt dat recente ontwikkelingen, zoals in landbouw en visserij, moeten worden meegenomen. Het is ook belangrijk om rekening te houden met regionale verschillen. Het PSEB en project Onverkende Paden zijn van belang, alsook de dubbele vergroening. Dit rapport moet zeker behandeld worden in PS. De heer Hamelink (PvdA) weet nog niet of het rapport in PS behandeld moet worden. Het moet vooral in allerlei beleidssectoren meegenomen worden. De basisvraag is hoe effectiviteit gemeten kan worden. Dat mag nog wel wat duidelijker. De dubbele vergroening en Onverkende Paden komen weer terug in het PSEB, dus dat hoeft wat hem betreft nu niet apart besproken te worden. De heer Bouterse (SP) meent dat dit rapport ondersteunend kan zijn bij behandeling van het PSEB. De Rekenkamer heeft haar bevoegdheden duidelijk gemaakt. De heer Robesin (PvZ) vindt dat het rapport naar PS moet met de insteek "eensgezindheid vaststellen m.b.t. de urgenties". Hij wil het belang van het thema afzwakken, het gaat over de urgentie! De heer Visser (CU) vindt dat het rapport niét naar PS hoeft, omdat dat weer een herhaling van zetten

4 en discussies wordt. Dit rapport kan ter ondersteuning dienen bij behandeling van het PSEB. De heer Dorst (SGP) meent ook dat het rapport niet naar PS hoeft, aangezien dit kan worden meegenomen bij het PSEB. Op pagina 26 pleit GS voor diversificatie, maar de Rekenkamer vraagt om keuzes. Die standpunten staan tegenover elkaar. Hoe dwingend is de formulering van de Rekenkamer? De voorzitter vindt dat behandeling in PS absoluut nuttig kan zijn. De Rekenkamer heeft duidelijk gezegd wat de rollen en verantwoordelijkheden zijn. Er zijn aanbevelingen gedaan, en het is aan PS om te besluiten wat ze ermee gaan doen. Mevrouw De Paepe (VVD) wil nog antwoord op haar vraag hoe GS denkt om te gaan met de aanbeveling over het delen van kennis van projecten. Zij vindt dat het rapport in PS behandeld moet worden. Gedeputeerde Wiersma meent dat de seinen niet op oranje/rood staan, omdat er ook veel goed gaat in Zeeland (procesindustrie, Kanaalzône e.a.). Het is wel vreemd dat we in Zeeland net zoveel verdienen als in Friesland, waar géén industrie is. Om kennis over projecten te delen is de N.V. Economische Impuls opgericht. Hij vindt ook dat regionale verschillen van belang zijn. Hiermee houdt de provincie rekening met gebiedsgerichte projecten. Over het belang van het thema wijst hij op de uitspraak van de commissie Lodders, dat een provincie zich vooral moet richten op ruimtelijke en economische ontwikkeling. Bij het nieuwe PSEB kan PS beoordelen of de doelstellingen meetbaar geformuleerd zijn. Het advies van de Rekenkamer neemt GS serieus, en blijft toch voor 5 sectoren kiezen. De voorzitter stelt vast dat de meerderheid van de commissie voor behandeling in PS is. Dan kan ook worden besproken wat er met de aanbevelingen moet gebeuren. 9. Brief Rekenkamer Zeeland en Rekenkamercommissies gemeenten Terneuzen, Borsele en Vlissingen van 26 juni 2008 met rapport vooronderzoek Zeeuwse havens De voorzitter wijst erop dat de Rekenkamer zélf beslist of er een onderzoek moet komen. De voorzitter van de Rekenkamer, de heer Verburg, geeft een presentatie (zie bijlage). De heer Heijning (VVD) heeft hier gemengde gevoelens over. Hij betwijfelt of er wel draagvlak voor is. Hij heeft vernomen dat de gemeenteraad Vlissingen negatief heeft gereageerd. Hij zou willen weten wat de andere deelnemers in de regeling ervan vinden. Mocht het onderzoek er komen, dan kiest hij voor scenario 4 (het financiële plaatje). De heer Dorst (SGP) zegt dat de vorige vergadering de jaarcijfers ESM zijn besproken. Hij maakt zich zorgen over de risico's en zeggenschap m.b.t. de havens, en de onevenwichtigheid hierin. Daarom zou hij wel voor een onderzoek zijn (scenario 4), mits dat onderhandelingen in de toekomst met Havenbedrijf Rotterdam niet zou schaden! De heer Visser (CU) zou ook voor scenario 4 zijn. De heer Robesin (PvZ) vindt een nader onderzoek nuttig. Mevrouw Meulenberg (CDA) heeft geen behoefte aan een onderzoek. Dit kan wel worden meegenomen in het onderzoek naar de verzelfstandiging van Zeeland Seaports. De heer Hamelink (PvdA) twijfelt nog; enig onderzoek is wel nuttig, en dan naar scenario 4. De heer Bouterse (SP) meent dat onderzoek nuttig zou zijn bij het denken over verzelfstandiging. Mocht het doorgaan, dan heeft hij voorkeur voor scenario 4 en 1. Gedeputeerde Wiersma zegt dat de staten goed geïnformeerd moeten zijn over Zeeland Seaports in het traject over de verzelfstandiging. Het College moet waken over het proces, en de staten en gemeenteraden moeten kaders stellen voor de verzelfstandiging. Daarom volgt er nog een Kadernota aan de hand waarvan we kunnen discussiëren over het beoogd aandeelhouderschap. Gedeputeerde Poppelaars geeft een reactie vanuit ZSP. Indien er een onderzoek komt, dan zullen ZSP en ESM hun volle medewerking verlenen. Hij denkt niet dat het onderzoek de relatie met Rotterdam zal schaden. Hij maakt zich wel wat zorgen over het tijdspad. Men is al volop bezig met de verzelfstandiging ZSP en ontbinding ESM voor te bereiden. Vóór de zomer 2009 wil hij alles rond hebben. De heer Verburg (Rekenkamer) is zich bewust van het tijdspad. Een onderzoek zal alleen plaatsvinden als daar nog tijd voor is, anders gebeurt het niet. In tweede termijn: De heer Heijning (VVD) vindt een onderzoek nuttig, mits het haalbaar is. Dan graag scenario 4. De heer Dorst (SGP) had gevraagd of een onderzoek de onderhandelingen zou schaden, en niet de samenwerking.

5 Gedeputeerde Poppelaars meent dat dat niet zo is, aangezien die informatie ook zonder dat onderzoek wel van GS komt, en zo openbaar wordt. De voorzitter concludeert dat de commissie adviseert om deze brief in PS te behandelen. 10. Volgende vergadering: 22 september 2008 om uur Mevrouw Evertz (PvdA) wil de Memo update spoordossier volgende keer behandelen. De heer Visser (CU) wil de GS-brief over het Businessplan Onderwijsinnovatie Hogeschool Zeeland volgende keer behandelen. 11. Rondvraag en sluiting De heer Robesin (PvZ) vraagt of het bericht in de media klopt dat de Provincie project Waterdunen overweegt over te nemen van de gemeente Sluis? Worden de gronden eventueel onteigend? En waarom wil het Waterschap nu al een besluit nemen over zoutinlaat? Gedeputeerde Wiersma antwoordt dat de provincie met de gemeente Sluis gaat praten over de gevolgen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De heer Robesin (PvZ) vraagt of dit verband houdt met de financiële positie van de gemeente? Gedeputeerde Wiersma antwoordt ontkennend. Over de zoutinlaat zegt hij dat Waterdunen een integraal project is waarbij verschillende overheden zijn betrokken. Er is ook een kustversterkingsplan gemaakt, waarin de zoutinlaat is opgenomen. Mocht Waterdunen onverhoopt niet doorgaan, dan gaat de zoutinlaat ook niet door. Het is hem niet bekend of dit zo in het voorstel van het Waterschap staat. De heer Robesin (PvZ) informeert naar het beleid t.a.v. campertoerisme, en of de provincie daarin meer wil investeren. Moet de notitie van 2005/2006 niet geactualiseerd worden? Gedeputeerde Wiersma antwoordt dat dit onderwerp aan gemeenten wordt overgelaten. Het College wil geen free rider gedrag, en zal daaraan geen bijdrage leveren. De heer Robesin (PvZ) vraagt of gedeputeerde Poppelaars zoals toegezegd heeft deelgenomen aan de tweede ronde van het overleg over de verkeersproblematiek Sluizencomplex Terneuzen. Gedeputeerde Poppelaars antwoordt dat de provincie betrokken is geweest bij het vooroverleg met Rijkswaterstaat en de gemeenten. Men probeert de verkeershinder zoveel mogelijk te beperken. De heer Robesin (PvZ) vraagt over de N.V. Economische Impuls Zeeland of er op korte termijn acquisitie-resultaten zijn te verwachten. Hij is geschrokken van het verschil in prestatie tussen de provincie Brabant en Zeeland. Gedeputeerde Wiersma antwoordt dat er op korte termijn resultaten zijn te verwachten. Mevrouw De Paepe (VVD) verwijst naar de brief van de Dorpsraad Kerkwerve over de oversteekplaats van de Rijksweg. Ze vraagt of er een fietsenrek kan komen aan de goede kant van de weg. Gedeputeerde Poppelaars heeft de brief doorgestuurd aan Rijkswaterstaat. Hij wacht het antwoord af. Als dit onvoldoende oplevert, dan zal hij zelf zorgen voor een oplossing. Mevrouw De Paepe (VVD) wil weten hoe het OPOV is georganiseerd, hoe ze gekozen worden enzovoorts. Er is niets officieel voor geregeld. Zou het niet goed zijn om dat wel te doen? Gedeputeerde Poppelaars antwoordt dat het OPOV in 2005 is geëvalueerd. Het convenant OPOV-GS wordt nu aangepast zodat er meer structuur wordt aangebracht. Dat wordt eind dit jaar vastgesteld. De heer Heijning (VVD) vraagt naar de hoogspanningsleidingen vanuit het Sloegebied richting Brabant, die onvoldoende capaciteit hebben voor meer centrales in Zeeland. Het leek erop dat men dit wilde gaan uitbreiden. Op dat moment kwam gedeputeerde Wiersma met de opmerking dat de capaciteit beide kanten op vergroot moet worden, en er misschien een ringleiding of een zeeleiding moet komen. Hij vraagt of dat handig is, net nu er verbetering lijkt te komen. Gedeputeerde Wiersma antwoordt dat de capaciteit beide kanten op vergroot moet worden. Tennet onderzoekt op dit moment de mogelijkheden. Er komt een Structuurschema Energievoorziening. De heer Dorst (SGP) heeft een vraag over het onderhoud aan het Kanaal door Walcheren. Dit vindt ieder jaar in oktober/november plaats. Dan is het net stormseizoen, waardoor meer binnenvaartschepen

6 moeten kiezen voor het Kanaal. Hij vraagt of dat onderhoud kan worden verplaatst naar het voorjaar, april/mei, zodat de binnenvaart er niet zoveel last van heeft. Gedeputeerde Poppelaars zegt toe deze vraag middels het verslag te laten beantwoorden. Ontvangen antwoord: Indien een brug gestremd wordt vanwege werkzaamheden zijn er 5 momenten op een dag dat de scheepvaart mag passeren. Deze tijden worden in het bestek opgenomen. De grote sluizen worden vanwege werkzaamheden alleen 's-nachts gestremd. Stremming van de kleine sluizen leveren hooguit iets langere wachttijden op. Cijfers van 2006 wijzen uit dat het aantal beroepsvaarten in april/mei gelijk is aan de periode oktober/november (322 om 330). Het aantal recreatievaarten is in de periode april/mei echter beduidend groter. (1906 om 326). In 2007 waren de verschillen groter. Beroepsvaart 406 om 299. Recreatievaart 2032 om 640. In de periode april/mei is er dus meer scheepvaart dan in oktober/november. De stremmingen in september en oktober zijn incidenten vanwege de bouw van de Tweede Schroebrug Er zal dus niet worden gekozen voor verplaatsing van het onderhoud naar het voorjaar vanwege het grote aantal recreatievaartuigen dat dan van het Kanaal gebruik maakt. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Voor akkoord: C.W. Bierens, voorzitter A.M. Lobik, commissiegriffier

7 ADVIES statencommissie Advies van de vergadering van de Commissie Economie en Mobiliteit van 1 september 2008 aan het Presidium ter voorbereiding van de statenvergadering van 19 september 2008 In deze commissievergadering zijn de volgende stukken behandeld: 1. Initiatiefvoorstel van de leden Harpe (GL) en Visser (CU) over Energiescan Abdijcomplex De commissie is van mening dat dit initiatiefvoorstel voldoende is onderbouwd voor behandeling in PS. Er is gevraagd om voor behandeling in PS nog enkele wijzigingen door te voeren. 2. Rapport van de Rekenkamer over werkgelegenheid De meerderheid van de commissie is van mening dat dit rapport in PS behandeld kan worden, aan de hand van een nog op te stellen statenvoorstel. Brief Rekenkamer Zeeland en Rekenkamercommissies gemeenten Terneuzen, Borsele en Vlissingen van 26 juni 2008 met rapport vooronderzoek Zeeuwse havens De commissie is van mening dat deze brief behandeld dient te worden in PS MIDDELBURG, 3 september 2008 De commissie voornoemd, Mr. A.M. Lobik commissiegriffier Advies van de commissie Economie en Mobiliteit van 1 september 2008 Pagina 1 van 1