Versie januari Deelovereenkomst Ondersteuning Maatschappelijke deelname en werk

Transcriptie

1 Versie januari 2017 Deelovereenkomst Ondersteuning Maatschappelijke deelname en werk

2 Inhoudsopgave Artikel 1. Begrippen 4 Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst 6 Artikel 3. Individuele overeenkomst met Inwoner 6 Artikel 4. Duur van de Overeenkomst 6 Artikel 5. Opzegging van de Overeenkomst 6 Artikel 6. Beëindiging van de overeenkomst 6 Artikel 7. (vervallen) 7 Artikel 8. Eisen aan de Dienstverlener 7 Artikel 9. Prijsstelling en facturatie 8 Artikel 10. Gedeeltelijke nietigheid 8 Artikel 11. Evalueren en wijzigingen Overeenkomst 8 Artikel 12. Intellectueel eigendom 8 Artikel 13. Ontwikkelagenda 8 Artikel 14. Verantwoording 8 Artikel 15. Meldingsverplichting calamiteiten en incidenten 9 Artikel 16. Geschillen 9 Artikel 17. Rechtskeuze 9 Bijlagenoverzicht 10 Bijlage 1. Productomschrijvingen en tarieven 11 Bijlage 2. Verwijzing overzicht dienstverleners 18 Bijlage 3. Wachtlijst en wachttijd 19 Bijlage 7. Monitoring en KPI 21 Bijlage 10. Facturatieproces 22 Bijlage 11. Eigen Verklaring 24 Bijlage 12. Toegang 25 Bijlage 13. Social Return 26 Bijlage 14. Ontwikkelagenda 29 Bijlage 15. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) 31 Bijlage 16 ZRM 34 Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

3 Deze Deelovereenkomst voor het leveren van Maatschappelijke deelname en werk gaat in op De ondergetekenden: 1. Gemeente Eindhoven, publiekrechtelijke rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudend aan Stadhuisplein 10 te Eindhoven, rechtsgeldig vertegenwoordigd door het Sectorhoofd Sociaal Domein op basis van een volmacht van de burgemeester van de gemeente Eindhoven d.d. 01 december 2015 en handelend ter uitvoering van het besluit van het college tot aangaan deze overeenkomst d.d. 01 december 2015 ook: Gemeente; en 2., gevestigd te, kantoorhoudende aan.... te., ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door.., hierna ook: Dienstverlener; De Overeenkomst noemt de gemeente Eindhoven de Gemeente. De Overeenkomst noemt Dienstverleners ook separaat van elkaar Dienstverlener. De Overeenkomst noemt de Gemeente en Dienstverleners gezamenlijk Partijen en ook separaat van elkaar een Partij. Overwegen bij het aangaan van deze Overeenkomst als volgt: A. Het College van de gemeente Eindhoven heeft, op 28 september 2015 de Basisovereenkomst Sociaal Domein ondertekend en open gesteld voor ondertekening door Dienstverleners. Dienstverleners hebben deze Basisovereenkomst ondertekend. B. In de Basisovereenkomst Sociaal Domein 2016 is vastgelegd dat doelstelling is om in de regio Zuidoost Brabant in samenspraak tussen de Gemeente en Dienstverleners te komen tot een verantwoorde en adequate invulling van een voorziening maatschappelijke deelname en werk. De invulling hiervan wordt beschreven in deze Deelovereenkomst en moet voldoen aan het door de Gemeente vastgestelde kader waarbij participatie en zelfredzaamheid het doel zijn, eigen kracht van Inwoners en hun omgeving het vertrekpunt zijn, mogelijkheden van Inwoners centraal staan, Partijen vraaggericht en resultaatgericht werken in plaats van claim- en aanbodgericht, Partijen oog hebben voor de totale context en niet alleen voor individuen daarbinnen en Partijen streven naar ontschotting en vermindering van administratieve lasten. Naast de continuïteit en waarborging van de kwaliteit van ondersteuning en zorg streven gemeente en Dienstverleners inclusie en integratie van burgers na die aangewezen zijn op een voorziening maatschappelijke deelname en werk. Hiertoe heeft de gemeente een aantal beleidsvoornemens geformuleerd. C. Partijen realiseren zich dat het verwerkelijken van deze visie een groot beroep doet op het aanpassingsvermogen en de eigen verantwoordelijkheid van Burgers, het verandervermogen van Dienstverleners en hun medewerkers en dat de faciliterende en regisserende rol van de Gemeente met zich meebrengt dat Partijen met respect voor hun wederzijdse belangen en rollen een intensief ontwikkelproces aangaan. D. Bij de realisatie van de genoemde visie gaat de Gemeente uit van reële kosten voor het uitvoeren ervan door Dienstverleners, binnen het financiële kader dat de Gemeente beschikbaar heeft. E. Daarnaast zullen Partijen streven naar het verminderen van bureaucratie, het verlagen van administratieve lasten, bevorderen van de door- en uitstroom uit de voorziening en een innovatieve bekostigingsmodellen die leiden tot kostenbesparing in de keten. F. Partijen dragen actief bij aan het door ontwikkelen van het (deel)product en de ondersteuning gedurende de looptijd van deze overeenkomst. Partijen leggen de afspraken hierover vast in een Ontwikkelagenda. G. De Deelovereenkomst maatschappelijke deelname en werk is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid met het doel mensen toe te leiden naar werk. Partijen leveren dienstverlening zodat de Inwoner ondersteund wordt bij het behalen van de deelresultaten gemeten via de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) en de daarin omschreven leefgebieden. De toegang tot een maatwerkvoorziening ligt in Eindhoven bij de WIJ generalist, welke in een keukentafelgesprek de ZRM afneemt. In dit gesprek wordt de vraag van de Inwoner per leefgebied in kaart gebracht en een plan ontwikkelt over hoe deze problematiek kan worden aangepast. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

4 Hierbij wordt eerst gekeken wat de Inwoner of zijn netwerk kan, of de sociale basis kan worden ingezet en wat WIJ Eindhoven kan doen. Daar waar er specialistische ondersteuning nodig is, kan de WIJ generalist deze inkopen, bij werk en activering in overleg met een specialist participatie. Voor Inwoners van gemeenten die de Eindhovense dienstverlening inkopen voor hun Inwoners, zal dit proces voor werk en activering via de specialist participatie van de Gemeente Eindhoven lopen. Het deelproduct maatschappelijke deelname en werk richt zich op het verbeteren van economische, sociale en maatschappelijke zelfredzaamheid. De gemeente is van mening dat economische zelfredzaamheid de beste vorm van emancipatie is, daar waar dit tot de mogelijkheden behoort. We hebben in het verleden bij veel aanbod een scheiding gezien tussen enerzijds sociale en maatschappelijke zelfredzaamheid en anderzijds economische zelfredzaamheid. Wij willen dit veel meer en beter integreren. Een deel van de huishoudens die aangewezen zijn op ondersteuning of begeleiding heeft geen werk. Werk zien we echter wel als katalysator voor sociale, maatschappelijke en economische zelfredzaamheid. Het hebben van werk is meer dan alleen in eigen inkomen voorzien. Dit (deel)product is bedoeld om huishoudens te begeleiden naar werk waarbij de sociale basis of eerstelijns ondersteuning ontoereikend is om dit te realiseren. Daar waar dit niet mogelijk is, wordt ingezet op activering en/of stabilisatie met oog op toeleiding naar werk in de toekomst. Het idee is dat bij iedereen het uitgangspunt toeleiding naar werk is, waarbij de haalbaarheid hiervan een tweede is. De inkoop onder dit deelproduct wordt zo ingericht dat op- en afschaling tussen maatwerkvoorzieningen mogelijk wordt. Belangrijk hierbij is om te noemen dat wij hierbij het uitgangspunt hebben dat werk zo maximaal mogelijk de vervanging is van begeleiding/ondersteuning en zorg. We willen dus ook in andere maatwerkvoorzieningen veel meer deze scope gaan zien. In dienstverlening gaan we uit dat er maximaal ingezet wordt op het normale leven, dus aansluiten bij de sociale basis (zoals netwerken en arbeidsmarkt) met maximale inzet en eventuele financiering vanuit de markt. Verklaren als volgt overeen te zijn gekomen: Artikel 1. Begrippen Arbeidsinschakeling: Het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid; Basisovereenkomst: Basisovereenkomst Sociaal Domein tussen Partijen waarin structuur en communicatie voor deze Deelovereenkomst is vastgelegd; Besluit: Beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht afgegeven door de Gemeente aan Inwoner, waarmee Inwoner in aanmerking komt voor maatschappelijke deelname en werk; Calamiteit: Niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een Inwoner heeft geleid (WMO2015 en Jeugdwet2015); Maatwerkvoorziening: Een maatwerkvoorziening is een voorziening afgestemd op de individuele behoefte van een persoon; Maatwerkvoorziening Participatiewet: Re-integratie-instrument dat ingezet kan worden ter bevordering van de arbeidsinschakeling voor de doelgroep genoemd in artikel 7 lid 1 sub a van de Participatiewet; Inwoner: Persoon die op grond van de WMO en/of Participatiewet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening onder de Deelovereenkomst maatschappelijke deelname en werk; DAEB: Dienst van Algemeen Economisch Belang; Dienstverlener: Een entiteit die ondersteuning, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening aanbiedt aan Inwoner; Fysieke Ontwikkeltafel: Periodieke bijeenkomst van Gemeente(n) en een geselecteerde vertegenwoordiging van Dienstverleners die Voorlopige voorstellen met elkaar bespreekt als bedoeld in de Basisovereenkomst; Individuele opdrachtverstrekking: Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

5 Opdracht van de Gemeente aan een Dienstverlener om een product of traject onder het (deel)product maatschappelijke deelname en werk uit te voeren voor een Inwoner die daarvoor over een Besluit beschikt; Klacht: Iedere formele uiting van onvrede over een handeling, of het nalaten daarvan, dat gevolgen heeft voor een Inwoner, door Dienstverlener of door een persoon die voor Dienstverlener werkzaam is; Outputgericht: Uitvoering van zorg en/of ondersteuning waarbij er een duidelijke afspraak tussen Gemeente en Dienstverlener is over de te behalen output. De manier waarop deze output wordt behaald, is niet vastgelegd. Bij een outputgerichte uitvoering komen Gemeente en Dienstverlener overeen dat op basis van een vooraf gedefinieerd product (met een vaste prijs, bijvoorbeeld een traject) of een budget (arrangement per Cliënt) de afgesproken output moet worden gerealiseerd. De Dienstverlener levert aan de Cliënt die zorg en ondersteuning die nodig is om de output te behalen. De Gemeente en Dienstverlener communiceren niet het gewerkte aantal uren, maar het afgesproken vaste tarief of budget. Declaratie of facturatie vindt plaats op Cliëntniveau; Participatie: Is deelnemen aan de samenleving met als hoogste doel maatschappelijke en economische zelfredzaamheid; Resultaat: Een door de Gemeente in overleg met WIJ Eindhoven op het niveau van Inwoner benoemde doelstelling, te bereiken met een maatwerkvoorziening onder de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk, zoals beschreven in Bijlage 1. Sociaal Netwerk: Het aantal en de kwaliteit van relaties met vrienden, familie en kennissen (die geen onderdeel van het huishouden zijn); Toegang: De toegang voor maatwerkvoorzieningen onder de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk ligt bij de generalist van WIJ Eindhoven (tijdens de overgangsfase kan dit bij werk en activering in samenspel zijn met de specialisten van de Gemeente); Wachtlijst en wachttijd: Deze begrippen zijn uitgewerkt in Bijlage 3; Zelfredzaamheid: Zelfredzaamheid is het vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen. Deze dagelijkse levensverrichtingen hebben betrekking op verschillende domeinen. Zo moeten in het dagelijks leven verrichtingen uitgevoerd worden om in een inkomen te voorzien, lichamelijk en geestelijk gezond te blijven, of een steunend sociaal netwerk te onderhouden (definitie uit Zelfredzaamheids-Matrix); Zelfredzaamheids-Matrix (ZRM): Een instrument dat de vraag en de mate van zelfredzaamheid van de Inwoner in kaart brengt (zie bijlage 16). Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

6 Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst 2.1 Dienstverlener voert in opdracht van de Gemeente de voorziening uit, zoals genoemd in bijlage 1 (conform deze Deelovereenkomst). Het betreft zorg in natura (ZIN). 2.2 Aan Dienstverlener wordt geen omzet- of afnamegarantie gegeven. 2.3 Individuele opdrachtverstrekking vindt plaats conform het toegangsproces zoals weergegeven in bijlage Deze Deelovereenkomst wordt uitgevoerd met inachtneming van de Basisovereenkomst alsmede landelijke en lokale wetgeving. 2.5 In het geval van tegenstrijdigheden geldt de navolgende rangorde in documenten: - de Basisovereenkomst; - de Deelovereenkomst en bijlagen; - de algemene inkoopvoorwaarden gemeente Eindhoven In afwijking van de Algemene Inkoopvoorwaarden 2013 is artikel 24.3 inzake toestemming voor vervanging van personeel niet van toepassing. 2.6 De Gemeente Eindhoven koopt Maatschappelijke Deelname en Werk (dagbesteding in combinatie met Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang) in voor 15 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Artikel 3. Individuele overeenkomst met Inwoner Dienstverlener kan met een Inwoner een Individuele leveringsovereenkomst afsluiten waarop zijn algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn, voor zover dit niet strijdig is met deze Deelovereenkomst. Artikel 4. Duur van de Overeenkomst Deze Deelovereenkomst gaat in op 1 januari 2016 en eindigt op 1 januari De versie 2.0 gaat in op 1 januari 2017 en vervangt de voorgaande versie. De overeenkomst wordt na afloop van de looptijd stilzwijgend verlengd. Stilzwijgende verlenging geschiedt maximaal drie keer, telkens voor één jaar. Indien een Partij geen gebruik wil maken van deze verlengingsoptie laat zij dit uiterlijk drie maanden voor het einde van het contractjaar schriftelijk aan de wederpartij weten. De Gemeente informeert Dienstverleners zes maanden uiterlijk 1 juli 2020 over de vormgeving van de uitvoering vanaf 1 januari Artikel 5. Opzegging van de Overeenkomst 5.1 Partijen hebben het recht om de Deelovereenkomst tussentijds en zonder opgave van redenen per aangetekende brief te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes kalendermaanden. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aangetekende brief door de andere Partij is ontvangen. 5.2 Dienstverleners waarmee een Deelovereenkomst is afgesloten en die willen stoppen met de dienstverlening dienen dit te melden bij de Gemeente, waarbij een plan voor overdracht van hun Cliënten aan een of meerdere door de Gemeente gecontracteerde Dienstverleners overlegd wordt. Na instemming van de Gemeente met het plan van overdracht kan gestart worden met de warme overdracht van de Cliënten. Indien geen andere gecontracteerde Dienstverlener voor handen is, zal de Dienstverlener de dienstverlening aan de Cliënt voortzetten totdat een alternatief is gevonden. 5.3 De Overeenkomst wordt zes maanden na opzegging beëindigd of indien de overdracht een langere periode in beslag neemt, direct na de overdracht van de laatste Cliënt. 5.4 Dienstverlener is zich ervan bewust dat de Gemeente ten gevolge van beleidswijzigingen de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk anders wenst in te richten. In dat geval is het de Gemeente toegestaan deze Deelovereenkomst voor dat gedeelte op te zeggen met inachtneming van het bepaalde in lid 1. Indien alle partijen het er over eens zijn dat de wijziging wordt doorgevoerd, kan in gezamenlijk overleg een eerdere termijn worden afgesproken. Indien alle partijen het er over eens zijn dat de wijziging wordt doorgevoerd, kan in gezamenlijk overleg een eerdere termijn worden afgesproken. Artikel 6. Beëindiging van de overeenkomst 6.1 De Gemeente heeft, onverminderd artikel 26 van de Algemene inkoopvoorwaarden gemeente Eindhoven 2013 en onverminderd artikel 13 van de Basisovereenkomst het recht om deze Deelovereenkomst met een Dienstverlener tussentijds, na verzending van een ingebrekestelling, buitengerechtelijk per aangetekende brief te beëindigen: a. als blijkt dat een fusie of overname van Dienstverlener negatieve gevolgen heeft voor de dienstverlening aan Cliënten, vast te stellen door een externe deskundige die wordt aangewezen door partijen gezamenlijk. Indien partijen niet binnen 6 weken gezamenlijk tot aanwijzing komen, beslist de Gemeente; b. als Dienstverlener niet (meer) voldoet aan de in deze Deelovereenkomst of bovenliggende Basisovereenkomst gestelde voorwaarden; Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

7 c. indien de Dienstverlener de voorziening/voorwerp van de Deelovereenkomst niet uitvoert conform beschreven in deze Deelovereenkomst en de tijdens de looptijd van de Overeenkomst door de ontwikkeltafel aangedragen en door de Gemeente goedgekeurde aanvullingen hierop; d. indien de Gemeente ingevolge de wet gehouden is tot al dan niet aanmerkelijke aanpassing van de toekenning van voorzieningen als bedoeld in deze Deelovereenkomst aan Inwoners, dan wel de overheid (financiële) maatregelen voorschrijft die instandhouding van deze Deelovereenkomst niet rechtvaardigen. 6.2 Als de Gemeente in een kalenderjaar een opdrachtverstrekking voortijdig heeft beëindigd vanwege wanprestatie door Dienstverlener, voldoet Dienstverlener niet meer aan de voorwaarden van deze Deelovereenkomst en heeft de Gemeente het recht om de overeenkomst te beëindigen. De Dienstverlener kan dan gedurende twee jaar niet deelnemen aan deze Deelovereenkomst, ofwel tot het moment dat Dienstverlener aangetoond heeft aan de Gemeente dat hij afdoende maatregelen heeft getroffen om herhaling in de toekomst te voorkomen. 6.3 Onverlet de bevoegdheid genoemd in artikel 6.1 heeft de Gemeente de bevoegdheid deelname van een Dienstverlener aan deze Deelovereenkomst op te schorten, als blijkt dat de Dienstverlener niet aan de voorwaarden van deze Deelovereenkomst voldoet. Dienstverlener is verplicht om binnen drie maanden aan te tonen dat hij weer aan de voorwaarden voldoet. De Gemeente heft de opschorting van deelname op zodra de Dienstverlener, binnen drie maanden, heeft aangetoond weer te voldoen. Artikel 7. (vervallen) Artikel 8. Eisen aan de Dienstverlener 8.1 Dienstverlener voldoet bij het uitvoeren van de voorziening/voorwerp Deelovereenkomst aan de op dat moment van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 8.2 Dienstverlener beschikt over de vereiste beroepsbekwaamheid en toont op verzoek van de Gemeente aan dat hij over aantoonbare kennis en ervaring beschikt. Dienstverlener dient in het bezit te zijn van door de wet bepaalde certificaten of registraties voor de uitvoering van de werkzaamheden behorende bij deze Deelovereenkomst. Voor medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van deze Deelovereenkomst dienen te beschikken over een VOG. 8.3 Dienstverlener verklaart door ondertekening van de eigen verklaring dat de daarin genoemde uitsluitingsgronden niet op hem van toepassing zijn en dat hij voldoet aan de gestelde vakbekwaamheidseis (zie bijlage 11). 8.4 Dienstverlener is voldoende vakbekwaam voor het uitvoeren van de in Bijlage 1 genoemde producten en kan aantonen dat zijn organisatie of medewerkers ervaring hebben opgedaan met de levering van de producten die hij aanbiedt. 8.5 De Dienstverlener dient op aanvraag aan te tonen dat hij voldoet aan de vakbekwaamheidseisen door het insturen van - een op basis voor zijn branche geldend kwaliteitsborgingscertificaat, in ieder geval betrekking hebbende op zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening ingevolge de Wmo 2015 dan wel de Participatiewet. 8.6 Het is toegestaan om voor de uitvoering van de Deelovereenkomst derden in te schakelen als onderaannemer, mits de voorziening voldoende veilig en verantwoord is, deze aansluit bij de opdrachtformulering van de Gemeente ten behoeve van de Inwoner en voldaan wordt aan alle in de Overeenkomsten gestelde eisen. Dienstverlener blijft als hoofdaannemer eindverantwoordelijk voor de uitvoering van deze Deelovereenkomst. 8.7 De dienstverlener beschikt gedurende de looptijd van deze Overeenkomst over een gezonde financiële basis om de dienstverlening met de afgesproken kwaliteit te kunnen waarborgen. Indien blijkt dat de financiële situatie zorgelijk is kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Dit tot doel om de dienstverlening te kunnen waarborgen. In het uiterste geval kan door de Gemeente besloten worden tot opschorting of beëindiging van deze overeenkomst. 8.8 Partijen conformeren zich aan het beleid omtrent Social Return, zie bijlage Partijen geven invulling aan Duurzaamheid, zie bijlage De Dienstverlener in staat om direct na opdrachtverlening te starten met de dienstverlening, tenzij de Dienstverlener geen capaciteit beschikbaar heeft. Dit dient bekend te zijn bij WIJ Eindhoven, zodat de Inwoner niet kan kiezen voor deze Dienstverlener Indien de te leveren dienst werk of activering betreft is de Dienstverlener in staat om de dienstverlening binnen de gemeentegrenzen van de Gemeente Eindhoven of binnen de directe omgeving van de Gemeente te leveren De Dienstverlener beschikt over een vastgelegde klachten- en inspraakregeling voor Cliënten De Dienstverlener werkt mee aan de zogenaamde invulling van haar informatie in de Steunwijzer ( ) feedback tool. Dit instrument biedt de Dienstverlener de mogelijkheid om haar aanbod voor wijkteams en klanten inzichtelijk te maken. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

8 Artikel 9. Prijsstelling en facturatie 9.1 Dienstverlener die een opdracht tot levering van de voorziening uit de genoemde PDC (bijlage 1) ontvangt van de Gemeente, ontvangt voor die levering een vergoeding zoals opgenomen in bijlage 1. Indien de vergoeding wordt aangepast, is deze ook van toepassing op lopende indicaties en reeds ingezette ondersteuning. 9.2 De facturatie dient digitaal plaats te vinden, zoals beschreven in bijlage Gemaakte en gederfde kosten bij de Dienstverlener door het niet verschijnen van een Inwoner op de afspraak, vallen onder het bedrijfsrisico en vergoedt de gemeente niet; alleen daadwerkelijk geleverde zorg wordt vergoed. Dienstverleners kunnen hiervoor een tegemoetkoming van Inwoners vragen: het no show -tarief. Voorwaarde is dat de Inwoner hierover vooraf geïnformeerd is en dat het voor de Inwoner helder is dat de gemeente deze kosten niet zal vergoeden. Artikel 10. Gedeeltelijke nietigheid Indien enige bepaling in de Deelovereenkomst nietig is of vernietigd wordt, dan tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. Partijen zullen vervolgens met elkaar in overleg treden om te trachten overeenstemming te bereiken over aanpassing van de Deelovereenkomst zodanig dat deze niet langer nietig of vernietigbaar is dan wel om overeenstemming te bereiken over een bepaling, ter vervanging van de nietige of vernietigde bepaling, die voor wat betreft aard en strekking zo dicht mogelijk aansluit bij de nietige of vernietigde bepaling. Artikel 11. Evalueren en wijzigingen Overeenkomst De Gemeente en Dienstverleners bespreken de bepalingen en de uitvoering van de Deelovereenkomst overeenkomstig het bepaalde in de Basisovereenkomst. De Gemeente kan de Deelovereenkomst wijzigen na het doorlopen van de procedure beschreven in artikel 10 van de Basisovereenkomst. Indien een of meer Dienstverleners in verband met een eenzijdige wijziging van de Deelovereenkomst conform artikel 10.2 van de Basisovereenkomst deze Deelovereenkomst wil opzeggen geldt in afwijking van artikel 12 van de Basisovereenkomst en artikel 5.1 van deze Deelovereenkomst een opzegtermijn van drie maanden. Het overigens in deze Deelovereenkomst en artikel 12 van de Basisovereenkomst bepaalde blijft onverminderd gelden. De gewijzigde Deelovereenkomst treedt bij een opzegging als hier bedoeld pas na minimaal drie maanden in werking. Artikel 12. Intellectueel eigendom In afwijking van artikel 8 van de Algemene inkoopvoorwaarden Gemeente Eindhoven 2013 komen partijen overeen dat partijen in overleg treden over de intellectuele eigendomsrechten van nieuwe producten die in het kader van de Deelovereenkomst ontwikkeld worden. Artikel 13. Ontwikkelagenda 13.1 Partijen komen een Ontwikkelagenda overeen (bijlage 14) voor onderwerpen die zij in ieder geval gedurende de looptijd van de Deelovereenkomst verder willen door ontwikkelen. Partijen committeren zich aan de ontwikkelagenda. Het door ontwikkelen van deze onderwerpen kan leiden tot aanpassing van deze Deelovereenkomst en bijlagen. Artikel 14. Verantwoording 14.1 Rapportages Van de Dienstverlener wordt verwacht dat hij voldoet aan de eisen van verantwoording en dat onderstaande rapportages stipt worden aangeleverd; 1. Rapportage op de geleverde zorg De Dienstverlener rapporteert periodiek inhoudelijk en financieel over de hoeveelheden geleverde zorg. 2. Rapportage klachten Dienstverlener overlegt tenminste per periode van zes maanden (uitgesplitst per gemeente en cumulatief over het lopende jaar) een digitaal overzicht van de ontvangen klachten naar aard en oorzaak, inclusief een overzicht van afwikkeling en op basis van klachten getroffen maatregelen. 3. Cliënttevredenheidsonderzoek en/of Cliëntervaringsonderzoek Dienstverlener verleent medewerking ten behoeve van uitvoer van Cliënttevredenheidsonderzoeken en Cliëntervaringsonderzoeken, te verrichten door Gemeente of door/met een samenwerkende van gemeente uit zuidoost Brabant. Indien de Dienstverlener een systeem kent van Cliënttevredenheidonderzoek kan in overleg worden bepaald of zij gezamenlijk optreden in deze. 4. Dienstverlener overlegt tenminste per periode van zes maanden (uitgesplitst per gemeente en cumulatief over het lopende jaar) een toelichting op de ontwikkeling van de eventuele wachtlijsten (met toelichting van reden). 5. Indien de Gemeente het noodzakelijk acht overlegt de Dienstverlener ten behoeve van de controle op de prestatielevering een accountantsverklaring conform het landelijke accountantprotocol WMO Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

9 en Jeugdwet De productiecijfers dienen uiterlijk 1 maart en de accountantsverklaring dient uiterlijk 1 april aangeboden te worden aan die Gemeenten waar ondersteuning is geboden. 6. Toelichting op genoemde rapportages De frequenties met betrekking tot de aanlevering van rapportages wordt gedurende 2017 getoetst. Indien noodzakelijk kunnen de frequenties in gezamenlijk overleg worden aangepast. Ook is het mogelijk dat de Gemeente met een individuele Dienstverlener afspraken te maken over de wijze van rapporteren Inspectie Voor Dienstverleners van WMO: Dienstverlener werkt mee met inspecties van toezichthouders van de GGD regio Zuidoost-Brabant, GGD Hart voor Brabant en GGD West Brabant en geeft opvolging aan de aanbevelingen die hieruit naar voren komen Sancties Indien de Dienstverlener bovengenoemde afspraken niet nakomt heeft de Gemeente de mogelijkheid om maatregelen te nemen. Dit kan onder andere inhouden dat: - Een korting van maximaal 5% op de afgesproken tarieven wordt opgelegd; - Uitbetaling van openstaande facturen wordt opgeschort en in een uiterst geval; - De Deelovereenkomst wordt opgezegd. Artikel 15. Meldingsverplichting calamiteiten en incidenten 15.1 In artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is geregeld dat Dienstverleners in de zin van de Wmo 2015 bij de toezichthoudend ambtenaar onverwijld melding moeten doen van: a. iedere calamiteit, welke eveneens gemeld dient te worden bij IGZ, die bij de verstrekking van de voorziening heeft plaatsgevonden; b. geweld bij de verstrekking van de voorziening. De meldingsverplichting strekt ertoe te zorgen dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige geweldsincidenten en situaties die door hem mogelijk moeten worden onderzocht of ingrijpen vereisen. De Gemeente Eindhoven heeft de GGDBZO benoemd als toezichthouder. Meldingen van calamiteiten en geweldsincidenten moeten uiterlijk de eerstvolgende werkdag bij de GGDBZO worden gemeld. De toezichthouder hanteert een Protocol meldingen calamiteiten en incidenten. Voor meer informatie, het aanmeldformulier en het protocol zie Artikel 16. Geschillen In geval van geschillen maken Partijen gebruik van de geschillenregeling zoals opgenomen in de Basisovereenkomst. Artikel 17. Rechtskeuze Op de Deelovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Gemeente Eindhoven Naam: Nawelle Sabir Functie: Sectorhoofd Sociaal Domein Datum: Naam Dienstverlener: Naam: Functie: Datum: Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

10 Bijlagenoverzicht Bijlage 1 Productomschrijvingen en tarieven Bijlage 2 Verwijzing overzicht dienstverleners Bijlage 3 wijze van toetreden Bijlage 7 Monitoring Bijlage 9 Administratieve & kwaliteitseisen Bijlage 10 Facturatieproces Bijlage 11 Eigen verklaring Bijlage 12 toegang Bijlage 13 Social return Bijlage 14 Ontwikkelagenda Bijlage 15 Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) Bijlage 16 ZRM-matrix Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

11 Bijlage 1. Productomschrijvingen en tarieven Ondersteuning Maatschappelijke Deelname en Werk De Dienstverlener levert aan de Inwoner een maatwerkvoorziening zodat de Inwoner wordt ondersteund bij het behalen van de deelresultaten (deelname vrijwilligerswerk, sociale contacten buitenshuis, deelname georganiseerde activiteiten, betaald werk met ondersteuning). Doel hierin is zo maximaal als mogelijk in te zetten op betaald werk. Het product Maatschappelijke Deelname en Werk kent drie subcategorieën: 1) werk 2) activering en 3) dagbesteding. De Gemeente gaat er daarbij vanuit dat werk het hoogst haalbare is voor Inwoners. Mocht betaald of gesubsidieerd werk niet haalbaar zijn dan wordt er een stapje teruggezet naar activering, mocht activering niet haalbaar zijn, dan pas kijken wij naar dagbesteding. 1. Werk Inhoud maatwerkvoorziening Werk: Een traject dat leidt tot betaald werk voor minimaal gemiddeld 16 uur per week gedurende 6 maanden. Dit is een maatwerkvoorziening, die onder het regime van de Participatiewet valt (artikel 7, eerste lid, onderdeel a). Betrokken resultaatgebieden ZRM: financiën, dagbesteding en maatschappelijke participatie. Resultaat maatwerkvoorziening: - betaald werk voor minimaal gemiddeld 16 uur per week gedurende 6 maanden, binnen 3 maanden na afronding van het traject en - minimaal trede 4 ZRM voor financiën, dagbesteding en maatschappelijke participatie, waarbij 4 op de ZRM ook gedeeltelijk uit de uitkering geaccepteerd wordt (uitsluitend daar waar volledig uit te uitkering niet mogelijk is). 2. Activering Inhoud maatwerkvoorziening Activering: Een traject dat leidt tot meer maatschappelijke deelname met het oog op werk of terugkeer naar school. Tijdens dit traject verricht een persoon a) onbeloonde maatschappelijk zinvolle activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, op zelfstandige maatschappelijke participatie. Dit is een maatwerkvoorziening die onder het regime van de Participatiewet valt (artikel 7, eerste lid, onderdeel a) of die ingezet wordt voor jongeren tussen 16 en 18 jaar met als doel terugkeren naar het onderwijs of betaald werk. Betrokken resultaatgebieden ZRM: Financiën, dagbesteding, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, geestelijke gezondheid en maatschappelijke participatie. Resultaat maatwerkvoorziening: - minimaal trede 3 op ZRM voor financiën, dagbesteding, activiteiten, sociaal netwerk, geestelijke gezondheid - minimaal trede 4 op ZRM voor activiteiten dagelijks leven - trede 5 voor ZRM voor maatschappelijke participatie. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat. 3. Dagbesteding Inhoud maatwerkvoorziening Dagbesteding: Een traject dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname bevordert, mogelijk met oog op activering op termijn. Het betreft hier specialistische dagbesteding voor Inwoners die door de aard van hun beperking of vraagstukken geen gebruik kunnen maken van dagbesteding die toegankelijk is voor iedereen (sociale basis). Daarbij kan onderscheid gemaakt worden in: - Trajecten gericht op participatie met een arbeidsmatig karakter (focus op activering en zorg). Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

12 - Trajecten met besloten dagbesteding (focus op zorg/stabilisatie). Betrokken resultaatgebieden ZRM: Dagbesteding, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie. Resultaat maatwerkvoorziening, tenzij de Gemeente anders beslist: - minimaal trede 3 op ZRM voor dagbesteding en maatschappelijke participatie en - minimaal trede 2 op ZRM voor activiteiten dagelijks leven en sociaal netwerk. Als de gemeente denkt dat stabilisatie het meest haalbare is, mag hier van worden afgeweken. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat, bijvoorbeeld als stabilisatie in de individuele situatie het hoogst haalbare is. De wijze van toetreding tot de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname & Werk staat in bijlage 3. Ondersteuning maatschappelijke Deelname en Werk (licht) Contractvorm: geen inkoop Kernbegrippen: stimuleren en toezicht. - Er is geen noodzaak tot het overnemen van taken. Bijv. bij de dagelijkse routine en met het uitvoeren van vooral complexere activiteiten. De Inwoner kan zelf op zoek naar werk en/of dagbesteding en generalist helpt in matching. - De ondersteuning is er op gericht door stimulans en/of toezicht ervoor te zorgen dat de Inwoner in staat is om zijn/haar sociale leven zelfstandig vorm te geven met als streven betaald werk. 1. Werk Maatwerkvoorzieningen onder deze subcategorie met lichte intensiteit worden door de Gemeente en WIJ Eindhoven zelf uitgevoerd en niet ingekocht bij andere partijen. 2. Activering Maatwerkvoorzieningen onder deze subcategorie met lichte intensiteit worden door de Gemeente en WIJ Eindhoven zelf uitgevoerd en niet ingekocht bij andere partijen. 3. Dagbesteding Maatwerkvoorzieningen onder deze subcategorie met lichte intensiteit worden via de sociale basis gesubsidieerd. Ondersteuning Maatschappelijke Deelname en Werk (middel) Contractvorm: Inkoop Kernbegrip: Helpen bij. - De ondersteuning wordt geboden bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine (gebrek aan dag en nachtritme) die voor de Inwoner niet vanzelfsprekend zijn. Dit kan zodanige problemen opleveren dat de Inwoner afhankelijks is van ondersteuning gericht op maatschappelijke deelname. - De communicatie gaat niet altijd vanzelf doordat de Inwoner soms niet goed begrijpt wat anderen zeggen en/of zichzelf niet voldoende begrijpelijk kan maken. - Het niet inzetten van ondersteuning kan leiden tot verwaarlozing/opname en verslechtering/beperking economische zelfredzaamheid. 1. Werk (middel) Criteria Inhoudelijke criteria Specifieke eisen Omschrijving Werkzoekenden onder de Participatiewet - Doel van de maatwerkvoorziening is het aanvaarden van betaalde algemeen geaccepteer arbeid; - De maatwerkvoorziening is gericht op het verhogen va zelfredzaamheid op het gebied van financiën, maar oo Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

13 Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid (traject, bed, product) Prijs per eenheid Landelijke productcode de ZRM leefgebieden dagbesteding en maatschappelijke participatie; - De maatwerkvoorziening dient ook kostenverlagend te werken op andere leefgebieden van de ZRM; - De Inwoner wordt bij voorkeur uitkeringsonafhankelijk, maar in ieder geval gedeeltelijk uitkeringsonafhankelijk - Gedeeltelijke aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid binnen 3 maanden na afloop va het traject van minimaal gemiddeld 16 uur per week gedurende 6 maanden, indien op basis van persoonlijk omstandigheden fulltime arbeid (nog) niet tot de mogelijkheden behoort - Dienstverlener dient te beschikken over een netwerk met werkgevers in Eindhoven en omgeving. Wij adviseren aansluiting bij 04werkt ( - Aantoonbare ervaring van de Dienstverlener of zijn professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. Wmo en Participatiewet - trede 4 of hoger op resultaatgebieden ZRM financiën, dagbesteding en maatschappelijke participatie, Traject van maximaal 6 maanden trajectprijs 10A47 2. Activering (middel) Voor activering bestaat ook nog de mogelijkheid van persoonsgebonden reintegratiebudgetten (PRB), maar deze vallen niet onder deze Deelovereenkomst. Criteria Omschrijving Inhoudelijke criteria Werkzoekenden onder de Participatiewet (artikel 7, eerste lid, onderdeel a) of jongeren tussen 16 en 18 jaar die middels deze maatwerkvoorziening terugkeren naar het onderwijs of naar betaald werk. Specifieke eisen - De maatwerkvoorziening heeft als doel het bemiddelbaar maken van een Inwoner naar betaalde algemeen geaccepteerde arbeid; - De maatwerkvoorziening is gericht op het verhogen van zelfredzaamheid op het gebied financiën, dagbesteding, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, geestelijke gezondheid en maatschappelijke participatie. - De maatwerkvoorziening dient kostenverlagend te werken op meerdere leefgebieden van de ZRM; - De Dienstverlener dient te beschikken over een netwerk met werkgevers in Eindhoven en omgeving. Wij adviseren aansluiting bij 04werkt ( - Aantoonbare ervaring van de Dienstverlener of zijn professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. Wettelijke criteria Wmo en Participatiewet Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid (traject, bed, product) - minimaal trede 3 voor financiën, dagbesteding, sociaal netwerk, en geestelijke gezondheid; - minimaal trede 4 voor activiteiten dagelijks leven - trede 5 voor maatschappelijke participatie. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat. Traject, maximaal een jaar met een optie tot verlenging van twee keer een half jaar (beslissing ligt bij de Gemeente) Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

14 Prijs per eenheid Landelijke productcode Trajectprijs 10A50 3. Dagbesteding (middel) Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid (traject, bed, product) Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Inwoners die door de aard van hun beperking of vraagstukken niet kunnen deelnemen aan gewoon of begeleid werk en/of geen gebruik kunnen maken van dagbesteding die toegankelijk is voor iedereen (sociale basis). - Een traject dagbesteding met een zoveel als mogelijk arbeidsmatige karakter dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname bevordert en waar mogelijk een percentage Inwoners kan uitstromen naar traject 2 activering (middel). - Aantoonbare ervaring van de Dienstverlener of zijn professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. Wmo en participatiewet - minimaal trede 3 op dagbesteding en maatschappelijke participatie en - minimaal trede 2 op activiteiten dagelijks leven en sociaal netwerk. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat. Dienstverlener zorgt voor een goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening (eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen), door: - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie van de Inwoner; - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op andere vormen van zorg/ondersteuning die de Inwoner ontvangt; - erop toe te zien dat beroepskrachten, tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van de maatwerkvoorziening, handelen in overeenstemming met de professionele standaard of een onafhankelijk gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijv. ISO); - een veilige omgeving; - respect voor en inachtneming van de rechten van de Inwoner; - het werken met ervaringsdeskundigen. Traject, maximaal een jaar met een optie tot verlenging van twee keer een half jaar (beslissing ligt bij de Gemeente). Minimaal niveau Mbo plus/ Hbo. Werk en denkniveau aantoonbaar gemaakt middels de bijbehorende FWg schaal Prijs per maand 10A53 Ondersteuning Maatschappelijke Deelname en Werk (zwaar) Contractvorm: Inkoop Kernbegrip: Overnemen en regie - De ondersteuning richt zich op het maximaal faciliteren van eigen kracht maar wordt uitgevoerd en ondersteund door taken vanuit professionals, omdat de Inwoner ernstige problemen heeft (en samenkracht en/of ondersteuning behoeft). Het gaat dan bijvoorbeeld om ondersteuning bij complexe taken die voor de Inwoner moeten worden Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

15 overgenomen. Ook het uitvoeren van eenvoudige taken en communiceren gaan moeizaam. De Inwoner kan niet zelfstandig problemen oplossen en/of besluiten nemen. Het type oplossing zet maximaal in op een economisch model waardoor er maatschappelijk rendement ontstaat (verlaging zorgkosten door de omzet verhogende concepten) - Voor de dagstructuur en het voeren van regie is de Inwoner afhankelijk van de hulp van anderen. Kan geboden worden in combinatie met vervoer indien eigen kracht en samenkracht niet ingezet kan worden. 1. Werk (zwaar) Criteria Inhoudelijke criteria Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid (traject, bed, product) Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Werkzoekenden onder de Participatiewet; personen zonder vaste woon- en verblijfplaats, maar verblijvend in een nachtopvang of 24-uursopvang, dan wel een andere vorm van opvang. - Doel van de maatwerkvoorziening is het aanvaarden van betaalde algemeen geaccepteerde arbeid; - De maatwerkvoorziening is gericht op het verhogen van zelfredzaamheid op het gebied van financiën, maar ook de ZRM leefgebieden dagbesteding en maatschappelijke participatie; - de maatwerkvoorziening dient ook kostenverlagend te werken op andere leefgebieden van de ZRM; - De Inwoner wordt bij voorkeur uitkeringsonafhankelijk, maar in ieder geval gedeeltelijk uitkeringsonafhankelijk; - het aanvaarden van betaalde algemeen geaccepteerde arbeid van minimaal gemiddeld 16 uur per week, indien op basis van persoonlijke omstandigheden fulltime (nog) niet tot de mogelijkheden behoort - Dienstverlener dient te beschikken over een netwerk met werkgevers in Eindhoven en omgeving. Wij adviseren aansluiting bij 04werkt ( - Aantoonbare ervaring van de Dienstverlener of zijn professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. WMO en Participatiewet - minimaal trede 4 voor financiën, met dien verstande dat gedeeltelijke uitkeringsonafhankelijkheid ook wordt geaccepteerd - minimaal trede 4 voor dagbesteding en maatschappelijke participatie. Traject van maximaal 6 maanden trajectprijs 10A48 2. Activering (zwaar) Voor activering bestaat ook nog de mogelijkheid van persoonsgebonden reintegratiebudgetten (PRB), maar deze vallen niet onder deze Deelovereenkomst. Criteria Omschrijving Inhoudelijke criteria Werkzoekenden onder de Participatiewet (artikel 7, eerste lid, onderdeel a) zonder vaste woon- en verblijfplaats maar verblijvend in een nachtopvang of 24-uursopvang, dan wel een andere vorm van opvang; Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

16 Specifieke eisen - de maatwerkvoorziening heeft als doel het naar werk bemiddelbaar maken van een Inwoner; - de maatwerkvoorziening is gericht op het verhogen van zelfredzaamheid op het gebied financiën, dagbesteding, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, geestelijke gezondheid en maatschappelijke participatie. - de maatwerkvoorziening dient kostenverlagend te werken op meerdere leefgebieden van de ZRM; - De Inwoner wordt bij voorkeur (gedeeltelijk) uitkeringsonafhankelijk; - Dienstverlener dient te beschikken over netwerk met werkgevers in Eindhoven en omgeving. Wij adviseren aansluiting bij 04werkt ( - Aantoonbare ervaring van de organisatie of professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen -. Eenheid (traject, bed, product) Prijs per eenheid Landelijke productcode WMO en Participatiewet - minimaal trede 3 voor financiën, dagbesteding, sociaal netwerk, geestelijke gezondheid en maatschappelijke participatie; - minimaal trede 4 voor activiteiten dagelijks leven op 4 In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat Traject, maximaal een jaar met een optie tot verlenging van twee keer een half jaar (beslissing ligt de Gemeente) trajectprijs 10A51 3. Dagbesteding (zwaar) Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Omschrijving Inwoners die door de aard van hun beperking of vraagstukken niet kunnen deelnemen aan gewoon of begeleid werk en geen gebruik kunnen maken van dagbesteding die toegankelijk is voor iedereen (sociale basis). Specifieke eisen - Een maatwerkvoorziening met, waar mogelijk, een arbeidsmatige karakter dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname bevordert met focus op stabiliseren van functioneren en voorkomen van verergering klachten. - Aantoonbare ervaring van de Dienstverlener of zijn professionals met dit soort maatwerkvoorzieningen. Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Wmo en participatiewet - minimaal trede 3 voor dagbesteding en maatschappelijke participatie en - minimaal trede 2 voor activiteiten dagelijks leven en sociaal netwerk. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat Dienstverlener zorgt voor een goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening (eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen), door: - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie van de Inwoner; - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op andere vormen van zorg/ondersteuning die de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

17 Eenheid (traject, bed, product) Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode Inwoner ontvangt; - erop toe te zien dat beroepskrachten, tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van de maatwerkvoorziening, handelen in overeenstemming met de professionele standaard of een onafhankelijk gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijv. ISO); - een veilige omgeving; - respect voor en inachtneming van de rechten van de Inwoner; - het werken met ervaringsdeskundigen. Traject (zolang als nodig) Voor maatschappelijke deelname 2 geldt een minimaal niveau Mbo plus/ Hbo. Werk en denkniveau aantoonbaar gemaakt middels de bijbehorende FWg schaal. maandprijs 10A54 Mobiliteit Kernbegrip: op basis van behoefte en de vraag borging van producten, diensten en regelingen om mensen mobiel te houden zodat maatschappelijke deelname mogelijk blijft/wordt. Inwoner Vervoersdiensten: Contractvorm: inkoop Kernbegrip: begeleiden van en naar Inschrijver dient, aanvullend op de dagbesteding, vervoer van en naar de locatie waar de ondersteuning wordt aangeboden te leveren, in die situaties waarin de Inwoner en zijn omgeving niet zelf in een oplossing kan voorzien. Bij de uitvoering van het vervoer vragen wij de Dienstverlener om aandacht voor locatiekeuze, gerichte OV educatie en training, OV maatjes/ambassadeurs, bevorderen van mentale toegankelijkheid, samenwerking met andere (zorg)instellingen.. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

18 Bijlage 2. Verwijzing overzicht dienstverleners Overzicht van Dienstverleners die de basisovereenkomst hebben ondertekend wordt gepubliceerd op Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

19 Bijlage 3. Wachtlijst en wachttijd Wachtlijst en wachttijd Gemeenten accepteren in basis geen wachtlijst, voor de maximale duur van de wachttijd wordt voor alle vormen van hulp/zorg de treeknorm gehanteerd. Uitgangspunt is de Inwoner zo snel als mogelijk te helpen. De norm betreft dus niet de tijdsduur die voor elke Cliënt ter beschikking is, maar de uiterste tijd die acceptabel is. De genoemde norm houdt evenmin een recht in op basis waarvan een Inwoner kan claimen binnen die tijd met de behandeling of zorg gestart te zijn. Definitie wachtlijst: In deze context: de lijst die ontstaat als een instelling bij de aangemelde Cliënt de norm voor de wachttijd niet haalt 1. 2 Ontstaat er een wachtlijst dan is het verschil tussen urgent wachtend en wenswachtend relevant. Indien de verwijzer urgentie vaststelt (bijvoorbeeld beschermd wonen) en de meest passende dienstverlener gaat de norm voor de maximale wachttijd niet halen, dan is overbruggingszorg aan de orde. Definitie wachttijd: De tijd tussen het moment dat de zorgdienstverlener de Cliënt krijgt toegekend en accepteert, en de daadwerkelijke start van de zorg. Overleg/consultatie over de mogelijkheid van passend zorgaanbod tussen verwijzer en zorgdienstverlener gaat hieraan vooraf en valt niet binnen de wachttijd. 3 Informatie over wachttijden en wachtlijsten De zorgdienstverlener is verplicht om informatie over hun wachttijden en wachtlijsten openbaar toegankelijk te maken, voor zowel toegangsteams, gemeenten, inwoners als andere verwijzers, via de eigen website of via sites als steunwijzer. Uit de informatie moet duidelijk zijn wat de gemiddelde en/of uiterste wachttijd is en de afwijkingen bij specifieke producten of situaties, zowel positief als negatief. De zorgdienstverlener is, bij de afstemming tussen verwijzer en zorgdienstverlener, verplicht actuele informatie te geven over de wachttijd en eventuele wachtlijsten, voordat een product wordt toegekend. De zorgdienstverlener informeert de contractmanager wanneer er een wachtlijst ontstaat. Eigenaarschap - Na toekenning product is de dienstverlener verplicht om de verwijzer te informeren over wijziging in wachttijd, om samen met de Cliënt na te gaan of langer wachten mogelijk/wenselijk is. - Na toekenning product is de zorgdienstverlener verplicht (eigenaarschap) om zo snel als mogelijk een acceptabele hulpoplossing voor de Cliënt te bieden. Is dit niet mogelijk binnen de wachttijdnormen, dan is de dienstverlener verplicht actief samenwerking te zoeken met andere dienstverleners. Dit gebeurt altijd in afstemming met Cliënt en verwijzer. De volgende opties zijn mogelijk: o Inschakelen van andere zorgdienstverlener middels onderaannemerschap of overdracht; o inschakelen van een andere dienstverlener voor een deel van de hulp; o inschakelen van overbruggingszorg (zelf of door een andere organisatie, ook uit sociale basis) o gezamenlijk tot oordeel komen dat in de specifieke casus een langere wachttijd niet tot problemen leidt 1 Bij sommige instellingen heet de lijst waarop een cliënt na aanmelding komt te staan ook al de wachtlijst. 2 Een wachtlijst die ontstaat doordat een cliënt een indicatie voor een product heeft, nog geen definitieve dienstverlener gekozen dan wel toegewezen heeft gekregen, maar zich bij verschillende dienstverleners aanmeldt om alvast op de lijst te komen (bijvoorbeeld voor beschermd wonen), is niet de wachtlijst waarvan in deze context sprake is. 3 3 De Treeknorm ambulant is: 4 weken vanaf het eerste contact met een zorgdienstverlener een intakegesprek, binnen 6 weken na de intake is de behandeling gestart. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

20 Urgentie In geval voor verwijzer en Inwoner de maximale wachttijd te lang is gezien de situatie (NB: urgentie = geen crisis), is het aan dienstverlener, verwijzer en Inwoner om na te gaan of er mogelijkheden zijn de Inwoner met voorrang te helpen, vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de beste zorg voor de betreffende én andere Inwoners. Evt in bijlage: Treeknormen: (info van website VNG) Wachtfase Treeknorm A Aanmelding/beschikking 4 weken / 80% binnen 3 weken B Intake C behandeling ambulant C behandeling klinisch C beschermd wonen 4 weken / 80% binnen 3 weken 6 weken / 80% binnen 4 weken 7 weken / 80% binnen 5 weken 13 weken / 80% binnen 8 weken Voor acute zorg gelden bovenstaande normen niet. In dat geval dient binnen 24 uur hulp te worden verleend. Deze uitgangspunten zijn een eerste aanzet om periodieke monitoring mogelijk te maken. In overleg met de contractanten (oa bij de ontwikkeltafels) zal dit verder vormgegeven worden. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

21 Bijlage 7. Monitoring en KPI Doelstelling Door het werken met kritische prestatie indicatoren (kpi s) is het mogelijk om de dienstverlener op een zo objectieve en meetbare manier te kunnen evalueren, monitoren en indien nodig bij te sturen, met als uiteindelijk doel de kwaliteit te verhogen en passend binnen het financiële kader. De gemeente gaat hier door middel van de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM-matrix) op monitoren. In de ontwikkeltafels zal hier verder invulling aan gegeven worden. Methode De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM-matrix); De generalisten (onder andere van WIJ Eindhoven) of de personen binnen de regiogemeenten die een soortgelijke functie vervullen, vullen achtereenvolgens aan de voorkant van elk traject (aan de keukentafel), vervolgens iedere 6 maanden bij langlopende trajecten en aan de achterkant, bij het afsluiten van elk traject de ZRM matrix in. Al de op deze manier verzamelde matrices/gegevens leiden tot een totaalbeeld van de Dienstverleners en kunnen op onder andere dienstverlenersniveau, wijkniveau, generalistenniveau, etc. geanalyseerd worden om op die manier de kwaliteit te meten en waar mogelijk te verbeteren. KPI s De focus van de gemeenten is gericht op het op gang brengen en volgen van de transformatie in het Sociaal domein. Daarvoor is het van belang om nu enkele kern-indicatoren met elkaar vast te stellen, In eerste instantie kijken gemeenten naar gegevens die vanuit de eigen systemen bij de gemeenten kunnen worden opgehaald en doorontwikkeld. Daarnaast wordt gekeken naar gegevens die de zorgdienstverleners registreren in hun administratie. - Gerealiseerde productieaantallen Bronnen: o Registratie zorgdienstverleners ingezette productieaantallen per product o Facturatiegegevens gemeenten - Aantal beschikkingen per dienstverlener, per product o Bron: Registratie gemeenten - Instroom en uitstroom Cliëntaantallen o Bron: Registratie zorgdienstverleners - Gemiddelde duur van de behandeling/begeleiding.(differentiatie per product) Bronnen: o Registratie zorgdienstverleners o Registratie gemeenten - Inzicht in wachttijden (start zorg na aanmelding Cliënt) en wachtlijsten. - Inzicht verwijzingen: lopen verwijzingen via generalist, huisarts of anders. o Bron: Registratie gemeenten Op korte termijn willen gemeenten starten met structurele kwartaalgesprekken met bepaalde zorgdienstverleners. In die gesprekken wordt gestart met o.a. de ontwikkelingen t.a.v. producties en de transformatie. Deze uitgangspunten zijn een eerste aanzet om periodieke monitoring mogelijk te maken. In overleg met de contractanten (oa bij de ontwikkeltafels) zal dit verder vormgegeven worden. Bijlage 9. Vervallen Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

22 Bijlage 10. Facturatieproces Tijdens het facturatieproces dienen onderstaande richtlijnen te worden gevolgd: 1. Facturatie dient uitsluitend digitaal plaats te vinden door middel van Vecozo. 2. Facturatie op basis van input- en outputfinanciering. Het input deel op basis van maandelijks ingediende facturen en het output deel aan het einde van het traject op basis van behaald resultaat. * 3. Facturen dienen na afronding van de periode van de producteenheid, bij de Gemeente ingediend te worden. 4. Indien facturen niet tijdig ingediend worden, gaan beide partijen in gesprek om verbeterafspraken te maken. 5. De facturen over december dienen uiterlijk 15 januari bij de gemeente aangeleverd te zijn. 6. Bij het declareren/factureren van zorg via iwmo dienen de zorgcodes gebruikt te worden zoals deze in Bijlage 1 zijn beschreven. 7. Melden bij het CAK voor de inning van de eigen bijdrage betreft WMO activiteiten: Voor de ondersteuning die volgens het principe PxQ inspanningsgericht is ingekocht door Gemeente Eindhoven is het belangrijk dat de Dienstverlener de hoeveelheden doorgeeft aan het CAK. De daaraan gekoppelde tarieven zijn door Gemeente Eindhoven aan het CAK doorgegeven. Voor ondersteuning die als outputgericht door Gemeente Eindhoven is ingekocht hoeft de Dienstverlener niets door te geven aan het CAK. * ad 2. Resultaatfinanciering Werk & Activering Bij de maatwerkvoorzieningen werk (middel en zwaar) en activering (middel en zwaar) gaat de gemeente werken met resultaatfinanciering in de vorm van input- en outputfinanciering. Het functioneren van dit model wordt gemonitord door contractmanagement en aan de ontwikkeltafels. In uitzonderlijke situaties kan de Gemeente besluiten af te wijken van het te behalen minimale resultaat. Maatschappelijke deelname en werk 1 (middel) werk Input: 45% input: maandelijks uitgekeerd op basis van de factuur die een dienstverlener indient (aantal Cliënten in traject x inputgedeelte) Output: Of: 20% output: lump sum uitgekeerd bij einde traject, waarbij een Cliënt minimaal trede 4 of hoger op resultaatgebieden ZRM financiën, dagbesteding en maatschappelijke participatie heeft behaald en het college middels een beschikking ermee akkoord gaat dat een gedeeltelijk resultaat is bereikt. Of: 55% output: lump sum uitgekeerd na aantoning dat een Cliënt het afgesproken resultaat bereikt heeft en dus gemiddeld minimaal 16 uur per week gedurende 6 maanden betaald werk heeft uitgevoerd. Dit betaalde werk moet een aanvangsdatum hebben binnen 3 maanden na einde traject. Maatschappelijke deelname en werk 2 (middel) activering Input 45% input: maandelijks uitgekeerd op basis van de factuur die een dienstverlener indient (aantal Cliënten in traject x inputgedeelte) Output: Of: 20% output: lump sum uitgekeerd bij einde traject met lager resultaat wanneer het college middels een beschikking aangeeft akkoord te gaan met een gedeeltelijk resultaat. Of: 55% output: lump sum uitgekeerd na aantoning dat het vooraf door het college in een beschikking vastgelegde resultaat is behaald. Maatschappelijke deelname en werk 1 (zwaar) werk Input: Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

23 60% input: maandelijks uitgekeerd op basis van de factuur die een dienstverlener indient (aantal Cliënten in traject x inputgedeelte) Output: Of: 20% output: lump sum uitgekeerd bij einde traject, waarbij een Cliënt minimaal trede 4 of hoger op resultaatgebieden ZRM financiën, dagbesteding en maatschappelijke participatie heeft behaald en het college middels een beschikking ermee akkoord gaat dat een gedeeltelijk resultaat is bereikt. Of: 40% output: lump sum uitgekeerd na aantoning dat een Cliënt het afgesproken resultaat bereikt heeft en dus gemiddeld minimaal 16 uur per week gedurende 6 maanden betaald werk heeft uitgevoerd. Dit betaalde werk moet een aanvangsdatum hebben binnen 3 maanden na einde traject. Maatschappelijke deelname en werk 2 (zwaar) activering Input 60% input: maandelijks uitgekeerd op basis van de factuur die een dienstverlener indient (aantal Cliënten in traject x inputgedeelte) Output: Of: 20% output: lump sum uitgekeerd bij einde traject met lager resultaat wanneer het college middels een beschikking aangeeft akkoord te gaan met een gedeeltelijk resultaat. Of: 40% output: lump sum uitgekeerd na aantoning dat het vooraf door het college in een beschikking vastgelegde resultaat is behaald. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

24 Bijlage 11. Eigen Verklaring Dit wordt als een officieel bewerkbare PDF aangeleverd bij de definitieve versie. (Deze overeenkomst vervangt de vorige versies van deze overeenkomst. Indien u reeds een eerdere overeenkomst heeft gehad, dan vervalt de Eigen Verklaring. Deze is reeds ingediend bij inschrijving op deze overeenkomst) Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

25 Bijlage 12. Toegang De toegang tot een maatwerkvoorziening ligt in Eindhoven bij de WIJ generalist, welke in een keukentafelgesprek de ZRM afneemt. In dit gesprek wordt de vraag van de Inwoner per leefgebied in kaart gebracht en een plan ontwikkelt over hoe deze problematiek kan worden aangepast. Hierbij wordt eerst gekeken wat de Inwoner of zijn netwerk kan, of de sociale basis kan worden ingezet en wat WIJ Eindhoven kan doen. Daar waar er specialistische ondersteuning nodig is, kan de WIJ generalist deze inkopen, bij werk en activering in overleg met een specialist participatie. Er wordt een besluit genomen door de Gemeente. Zonder beschikking kan de voorziening niet door de Gemeente betaald worden. Voor Inwoners van gemeenten die de Eindhovense dienstverlening inkopen voor hun Inwoners, zal dit proces voor werk en activering via de specialist participatie van de Gemeente Eindhoven lopen. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

26 Bijlage 13. Social Return Uitvoeringsvoorwaarden Social return Opdracht Sociaal Domein (2016 e.v.), inkoop Gemeenten kunnen bij het verlenen van opdrachten sociale voorwaarden stellen, in de vorm van Social return. Op het moment dat de Gemeente Eindhoven een opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd in de vorm van het bieden van werkgelegenheid en/of opleiding voor Inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze manier krijgen ook deze Inwoners de kans om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Gezien het belang van werk en de verantwoordelijkheid van gemeenten worden bedrijven en instellingen op diverse manieren gestimuleerd om Inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ervaring) te helpen. Met de komst van de Participatiewet worden werkgevers ook steeds meer geconfronteerd met de verplichting om banen beschikbaar te stellen voor deze doelgroep. Het stellen van Sociale voorwaarden bij het verlenen van opdrachten is hier een voorbeeld van. Artikelen Social return verplichting 1. Social return houdt in dat de opdrachtnemer aan wie een opdracht wordt verstrekt, verplicht is om 5% van de totale opdrachtsom excl. BTW te besteden aan de invulling van de Social return (door de (bij voorkeur langdurige) inzet van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt). Deze verplichting geldt voor organisaties met meer dan 5 medewerkers in loondienst en bij een opdrachtwaarde vanaf , Een vorm van Social return is het keurmerk PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Op het moment dat een bedrijf of instelling in het bezit is van een geldige PSO-certificering, wordt er tevens aan de artikel 1 omschreven Social return verplichting voldaan. Het vereiste niveau is minimaal het aspirant niveau van de PSO. Dit certificaat moet na het ondertekenen van het contract binnen een half jaar worden behaald. 'PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk van de Stichting PSO Nederland ( in samenwerking met TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek). Een aanvraag voor het PSO-certificaat kan worden aangevraagd via Vragen kunnen via info@psonederland.nl gesteld worden. Bedrijven en instellingen die gevestigd zijn in arbeidsmarktregio Zuid Oost Brabant een PSO-certificering willen behalen en/ of de PSO aanvragen in het kader van een aanbesteding kunnen bij PSO-Nederland ( een stimuleringssubsidie aanvragen ( 1.000,-). Social return en de opdracht 3. De invulling van de Social return verplichting mag plaatsvinden zowel binnen als buiten de aanbestede opdracht. Indien de invulling deels plaats vindt buiten de opdracht dan dient hier wel sprake te zijn van ondersteunende diensten en werkzaamheden ten opzichte van de opdracht. 4. De invulling van de Social return verplichting wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht. Het moet namelijk mogelijk zijn om de opdracht direct na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen en daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de Social return verplichting is gerealiseerd. 5. Van de bij artikel 4 genoemde periode kan worden afgeweken in het kader van duurzame plaatsing van een kandidaat. Indien opdrachtnemer bij het verstrijken van de opdracht kan aantonen dat de plaatsing zal voortduren na deze periode, mag deze periode worden meegerekend voor de invulling van de Social return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg met de prestatiemanager van de Gemeente Eindhoven, Sociaal Domein (of een ander aangewezen contactpersoon van de gemeente Eindhoven). Invulling Social return 6. Social return kan op hoofdlijnen op de volgende manieren worden ingevuld door de opdrachtnemer: a. Door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (kandidaten), zoals omschreven in artikel 7 te betrekken bij de (ondersteunende) werkzaamheden; b. De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer bij het voldoen aan deze Social return bepaling maar blijft ook dan verantwoordelijk voor de Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

27 toepassing van Social return. Hierbij dient wel aantoonbaar te worden gemaakt dat er een koppeling met de opdracht is. c. Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) en kan dit overleggen. Hiermee wordt aan de volledige Social return verplichting voldaan. Kandidaten Social return 7. De kandidaten uit de in tabel 1 benoemde regelingen tellen mee als invulling voor Social return. In de kolommen worden resp. de kandidaten en de bijbehorende criteria vermeld. In het tabel wordt uitgegaan van het moment van instroom bij de opdrachtnemer. Tabel 1: Kandidaten Social return Regeling Kandidaten Criteria Personen die vo o r instroom bij de opdrachtnemer een uitkering van de Bijstandsgerechtigden kunnen één maand bij de opdrachtnemer worden ingezet met behoud van uitkering. Na PW/WWB/ IOAW/IOAZ gemeente op grond van de Wwb en per 1 die periode moet de opdrachtnemer de kandidaat- bij gebleken januari 2015 Participatiewet (PW), IOAW geschiktheid - een dienstverband aanbieden voor minimaal 6 of IOAZ ontvingen. maanden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. WAO/WIA/ WAZ/ Wajong WSW WW BBL/BOL niveau 1 en 2 + VSO/PRO Personen tellen mee op grond van een claimbeoordeling volledig arbeidsongeschikt of gedeeltelijk Voor de kandidaten met een WAO, WIA. WAZ of Wajong arbeidsgeschikt verklaard (minimaal uitkering, dient de opdrachtgever een dienstverband voor 35%), op basis van een minimaal 6 maanden aan te bieden. Na ondertekening van de jonggehandicapte status of op grond van arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social een arbeidsongeschiktheidsverzekering return score. (AOV) van een private verzekeraar arbeidsongeschikt zijn verklaard. Personen tellen mee op grond van Een detacheringsconstructie o.a. indicatiebeschikking SW. Personen met als uitgangspositie WWuitkering tellen pas mee als ze vo o r instroom e e n jaar of langer een WWuitkering ontvingen. Als een persoon tijdens zijn recht op een WW-uitkering weer aan het werk gaat en binnen 26 weken opnieuw werkloos wordt, loopt de oude uitkering weer verder (herleving van de uitkering) voor de duur die de werkloze nog te goed had. In dit geval telt de uitkeringsduur vo o r het weer aan het werk gaan mee met de duur van de WW na het opnieuw werkloos worden (moet samen ook min. 1 jaar zijn). Personen die een leerwerk- (BBL) of een stage-overeenkomst (BOL) tot niveau 1 of 2, dan wel leerlingen VSO/PRO die een stage-overeenkomst hebben voor een arbeidstoeleidingsstage. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) die een stage-overeenkomst hebben met een werkgever voor een arbeidstoeleidingsstage tellen ook meer in het kader van Social return. Vaststellen bedrag Social return 8. De gemeente rekent bij de invulling van Social return met de volgende bedragen: a , - voor een fulltime dienstverband voor een bijstandsgerechtigde/ Participatiewet kandidaat voor één jaar; Voor de kandidaten met een WW uitkering, dient de opdrachtgever een dienstverband voor minimaal 6 maanden aan te bieden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. Een leerwerkovereenkomst BBL of een stage-overeenkomst. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

28 b , - voor een fulltime dienstverband voor een persoon met een WW, WIA of Wajong uitkering voor één jaar; c , - per leerwerkovereenkomst BBL voor één schooljaar; d , - per stageovereenkomst BOL of VSO/PRO. e. In geval van detachering via een Sociale Werkvoorziening mag de volledige inleenvergoeding worden meegeteld. 9. Voor het bepalen van de hoogte van het gerealiseerde Social return bedrag geldt als uitgangspunt dat de daadwerkelijk gemaakte kosten en of ingezette uren van de in artikel 7 genoemde kandidaten en de daarbij in artikel 8 behorende bedragen door opdrachtnemer meetellen. 10. In geval van een plaatsing via arbeidsovereenkomst, een uitzendbureau of payroll constructie mogen de bruto salariskosten worden opgevoerd voor de invulling van de Social returnverplichting. De detachering fee telt nooit mee in het kader van Social return. 11. Voor (on)betaalde leerwerktrajecten mag de opdrachtnemer voor het kwantificeren van de Social return invulling daadwerkelijk gemaakte bedrijfs- en/of begeleidingskosten in rekening brengen. Eventuele stagevergoedingen vallen ook onder deze kosten. 12. Bij de inzet van de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) dient een geldige kopie van het certificaat overlegd te worden. Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de PSO en kan dit overleggen. Hiermee wordt aan de volledige Social return verplichting voldaan. Aantrekken van kandidaten 13. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de werving van Social Return kandidaten. Indien gewenst biedt de Gemeente Eindhoven de opdrachtnemer advies en ondersteuning in het aantrekken van kandidaten. De opdrachtnemer kan zich hiervoor wenden tot het 04Werkt portal van de arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant. 04Werkt heeft de diverse kandidaten in beeld en kan ondersteunen bij een passende invulling van de Social return verplichting. ( Niet of laat nakomen Social return 14. Bij het niet voldoen aan de eisen met betrekking tot de Social returnverplichting wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking wat kan leiden tot schadevergoeding welke gelijk staat aan tweemaal het niet ingezette percentage van de Social returnverplichting. Rapportering Social return 15. De Dienstverlener rapporteert eens per kwartaal de resultaten van Social return door middel van de eigenverklaring SROI. De gemeente vraagt steekproefsgewijs of bij twijfel bewijsstukken bij de Dienstverlener op, zoals arbeidsovereenkomsten, loonstroken, bewijs van inschrijving UWV, bewijs van uitkering UWV of gemeente, stageovereenkomsten en leerwerkovereenkomsten. 16. De prestatiemanager van de Gemeente Eindhoven zal de opdrachtnemer informeren op welke wijze deze de documenten aangeleverd dienen te worden. 17. De prestatiemanager van de gemeente Eindhoven (Sociaal Domein) is contactpersoon voor de opdrachtnemer voor de invulling van Social Return en zal de praktische gang van zaken met de opdrachtnemer bespreken. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

29 Bijlage 14. Ontwikkelagenda Partijen gaan akkoord met de volgende ontwikkelagenda 1. Analyse op al het maatschappelijk en zorgvastgoed gerelateerd aan maatschappelijke deelname en werk 2. Transformeer de huidige infrastructuur zodanig naar het vrij toegankelijk veld dat het in algemene voorzieningen WMO en licht individuele verstrekkingen geleverd kan worden aan kwetsbare burgers met een ondersteuningsvraag. 3. Herijk het huidige dagbestedingspallet de komende 3 jaar door middel van een vernieuwende en innovatieve benadering van integrale vormen van dienstverlening en programma s in alle wijken. 4. Realiseer de komende 3 jaar een generieke basis infrastructuur dat past bij de wijken waarin de infrastructuur georganiseerd wordt(populatie bepaalde infrastructuur). 5. Hanteer het principe werk/arbeidsmatige dagbesteding tenzij voor iedereen die gebruik maakt van de voorzieningen. 6. Maak gezamenlijke voorstellen voor de nieuwe infrastructuur voor het vrij toegankelijk veld, waarbij zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande lokale wijkvoorzieningen in de breedste zin des woord, op basis van het principe vrij toegankelijk tenzij 7. Krijg inzicht in de huidige infrastructuur inclusief het maatschappelijke vastgoed en bepaal op basis van de huidige situatie (IST) de nieuwe situatie (SOLL) a. Inventariseer de bestaande voorzieningen voor dagbesteding; b. Definieer op basis van de inventarisatie hoe de toekomstige infrastructuur er over 3 jaar uit moet komen te zien; c. Inventariseer de kritische capaciteit van de vrij toegankelijke en maatwerkvoorzieningen; d. Definieer de gevolgen van die vertaling voor vervoer, vastgoed, organisatie en financiën en de oplossingen; 8. Onderzoek naar objectieve kostprijzen 9. Materiele controle (kwalitatief en kwantitatief) Gemeenten kunnen materiële controles inzetten ter controle van de geleverde ondersteuning door Partijen. Onder materiële controles worden inhoudelijke controles van de voorziening/onderwerp van deze Deelovereenkomst verstaan. Er wordt daarbij gekeken of de ondersteuning die vermeldt staat in de declaratie overeenstemt met de ondersteuning uit het ondersteuningsplan. Het is daarbij van belang dat tevens getoetst wordt op de aspecten Misbruik en Oneigenlijk gebruik. De materiële controles richten zich op de declaraties die door de Dienstverleners bij de gemeente zijn verantwoord. De ondersteuning waar naar gekeken wordt is Wmo en Participatiewet. Ontwikkeltafel Dagbesteding Arrangementen in voorgestelde nieuwe PDC verder uitwerken en samen ontwikkelen hoe we kunnen toewerken naar modulaire vormgeving van de producten. Samen gaan we kijken naar vragen, zoals: 1. Hoe kunnen we de beperkte middelen het beste inzetten om een bepaalde kwaliteit aan niveau van dienstverlening aan Inwoners te garanderen en realiseren (uitgangspunt is meedoen naar vermogen)? 2. Hoe kunnen we de beweging van 2e naar 1e naar 0e lijn en de beweging naar activering en werk vormgeven: Hoe komen we tot sociale contacten en betekenisvolle dagbesteding voor (bijna) iedereen in sociale basis? 3. Hoe komen we van arbeidsmatige dagbesteding naar (begeleid) werken met loonkostensubsidie? 4. Hoe komen we van een afstand tot de arbeidsmarkt tot deelname aan de arbeidsmarkt? 5. Op welke wijze kunnen de huidige producten op dit terrein worden ingedikt en welke moeten anders? 6. Hoe kunnen de bestaande en nieuwe trajecten elkaar beter aanvullen? 7. Welke heldere financieringssystematiek past daar het beste bij? 8. Hoe in het aanbod van 2e lijn verbindingen met de sociale basis verankeren? 9. Hoe komen we van verkokering naar integraal maatwerk: integratie van aanbod daar waar dat kan. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

30 10. Hoe van structureel aanbod naar tijdelijke inzet: streven om professionele inzet altijd tijdelijk te laten plaats vinden (tenzij gemotiveerd niet mogelijk). 11. Volgende concrete afspraken zijn gemaakt in de ontwikkeltafel Dagbesteding, die van belang zijn: 12. Vanuit de ontwikkeltafel is de wens geuit om in brede samenstelling nog bij elkaar te komen in tweede helft van 2015, maar dan wel met een lange termijn planning en een aantal onderwerpen in kleinere projectgroepen concreet uitwerken zoals vervoer, arrangementen met het bedrijfsleven, financieringsmodellen en laagdrempelige dagbesteding in verbinding met de sociale basis. 13. Verder uitwerken vervoer als apart arrangement of als deel van het bestaande arrangement. 14. Prestatieafspraken bij de dagbesteding waarbij de doelen meetbaar zijn, voor zover deze nog niet in de Deelovereenkomst zitten. Het moet mogelijk zijn om individuele doelen bij te stellen, stabiel blijven en niet terugvallen is ook een resultaat. 15. Een systematiek ontwikkelen om in te schatten hoeveel arbeidsvermogen iemand heeft, die perverse prikkels en misbruik uitsluiten. Belangrijk daarbij zijn vertrouwen, communicatie en objectiveerbare doelen. 16. Innovatieve ideeën over dagbesteding met het reguliere bedrijfsleven op de agenda zetten en samen met partners verder ontwikkelen. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

31 Bijlage 15. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) Duurzaam Inkopen en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), samen Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) is binnen de Nederlandse overheid de laatste jaren hoog op de politieke agenda komen te staan. De overheid koopt per jaar voor miljarden euro s in en kan daarmee invloed uitoefenen op het milieu en sociale aspecten hier en in andere landen. Bewust en gericht duurzaam inkopen is een effectief instrument gebleken om belangrijke duurzaamheiddoelstellingen te bereiken. Door duurzaam in te kopen willen ook Gemeenten het goede voorbeeld geven en partners aanzetten tot duurzame productie, dienstverlening en social return. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen betekent dat we producten, diensten of werken inkopen met maximale duurzame waarde. Dit houdt in dat we naast de prijs ook de impact op mens en milieu meenemen in het inkoopproces en dat we nadenken over de mogelijkheid om via de inkoop bij te dragen aan de realisatie van (duurzame)beleidsdoelen. Doelstelling en beleid van Gemeenten is uiteindelijk 100% maatschappelijk verantwoord inkopen. Omdat onze huidige samenleving (nog) niet duurzaam is, is het lastig om dat als gemeente wel te zijn. Stappen zetten naar duurzaamheid kunnen we als Gemeenten niet alleen. Om innovatie op het gebied van duurzaamheid te stimuleren is samenwerking noodzakelijk met onze partners; burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarbij wordt van leveranciers verwacht dat waar financiën, wetgeving en technologie het toelaten, er gekozen wordt voor de meest duurzame oplossing. MVI is maatwerk, en dus overal anders! Dit geldt zeker voor het sociaal domein met een zeer grote diversiteit in het leveranciersbestand. In plaats het opnemen van uniforme standaard verplichtingen, is het belangrijk te weten op welke thema s het accent gelegd kan worden en welk ambitieniveau we hierbij kunnen stellen. Het gaat hierbij om het vinden van de juiste match tussen de ambities/mogelijkheden van gemeenten en die van zorg- instellingen/verleners. Vanuit de gemeenten ligt het accent voor duurzaamheid bij de volgende vier pijlers; Energie, Bouwen & Wonen, Mobiliteit en MVO. Energie - Gebruik 100% duurzame energie die waar (financieel en technisch) mogelijk zelf wordt opgewekt. Bouwen en Wonen - Alle gebouwen zijn energieneutraal en gemaakt van hernieuwbare en herbruikbare materialen. Natuur is aan bebouwing gekoppeld en er wordt geen water verspild. Het binnenklimaat is gezond en de gebouwen zijn toegankelijk, flexibel en sociaal veilig. Mobiliteit - Het aandeel voetgangers, fietsers en openbaar vervoer gebruikers is relatief hoog. Voertuigen rijden op duurzame brandstoffen en stoten geen schadelijke stoffen uit. Locaties zijn op een duurzame en snelle manier bereikbaar en de straten zijn zo veilig en leefbaar dat het aantal verkeersslachtoffers en gehinderden zeer laag is. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de stad - Bedrijven in Eindhoven en de regio ondernemen duurzaam. Via netwerken en platforms wordt duurzaam ondernemen gestimuleerd en versterkt. De partners van de gemeenten kennen de ambities op het gebied van duurzaamheid. Partijen werken samen met de gemeenten aan die ambities. Burgers/Inwoners hebben toegang tot de informatie wat duurzaamheid is en wat zij zelf kunnen doen. Eigen medewerkers weten wat duurzaamheid is voor de eigen organisatie en hoe ze dat in hun eigen werkzaamheden toe kunnen passen om organisatie ambities te bereiken. Om inzicht te verkrijgen in huidige stand van zaken en gestelde duurzaamheidsambities binnen het sociaal domein hebben we in 2014 aan alle Dienstverleners gevraagd om, volgens de methodiek van The Natural Step, het ABCD-model in te vullen. Hierin werden 4 vragen gesteld; - visie (A) Wat is de ideale duurzame situatie voor uw project of werk? - 0-meting (B) Wat is duurzaamheid in uw project of werk nu? Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

32 - creatieve oplossingen (C) Welke stappen moeten er nog gezet worden? - concrete acties (D) Welke concrete acties gaat u de komende tijd ondernemen? De informatie afkomstig uit deze marktanalyse is verzameld, beoordeeld en geclusterd naar expertise (deel)gebieden, binnen het sociaal domein. Op deze manier is inzicht verkregen in de match tussen de ambities van gemeenten en de mogelijkheden en ambities van zorgverleners. Algemene bevindingen marktanalyse; - Respons 92%. - Score duurzaamheid bijna 100%, nagenoeg alle zorgverleners verrichten duurzame activiteiten. - Grote diversiteit in soort en mate van duurzame activiteiten. - Aard van eigen bedrijf-/zorgactiviteiten wordt verward met MVO. - Duurzame activiteiten gebeuren veel ad hoc, gestructureerd beleid ontbreekt. - Uitgangssituatie vaak niet in beeld, net als effecten van reeds uitgevoerde maatregelen. - Weinig monitoring & (transparante) verslaglegging omtrent MVO. Specifieke bevindingen marktanalyse Meest genoemde MVO Topics, score bij 20% of meer van de Dienstverleners; - Zorg voor eigen personeel (opleiding, training, diversiteit), regioplanning personeel, stimuleren alternatieve vervoersmiddelen (OV, fietsenplan), gebouwmaatregelen (energiebesparende maatregelen, duurzame gebouwen/ materialen), social return, duurzaam inkopen (o.a. groene stroom), duurzaam bestuur/bedrijf, efficiënte samenwerking met andere zorgorganisaties, digitalisering (ehealth, het nieuwe werken, papierarm beleid), bewustmaking en stimulering Inwoners/bedrijven op duurzaam gedrag, duurzame huisvesting Inwoners (gebouw, gezonde/biologische voeding), ontwikkelen duurzaamheids-/mvo beleid. Contractvoorwaarden MVO Voor de komende contractperiode is het nu van belang de lat voor duurzaamheid/mvo vast te stellen, rekening houdend met de bevindingen uit de markt/branche analyse en afgestemd op de benoemde duurzaamheidspijlers van de gemeenten. Zoals benoemd streven de gemeenten naar MVI. Dit betekent dat wij samen met onze partners invulling willen geven aan de gestelde duurzaamheidsambities van gemeenten. Van onze partners verwachten wij dat ook zij Maartschappelijk Verantwoord Ondernemen. Uit de branche analyse blijkt dat er al goede maatregelen genomen worden, echter dat hierin gericht beleid nog vaak ontbreekt. Van onze partners verwachten wij dat zij gedurende de contractperiode actief werken aan het opzetten van een milieumanagementsysteem. Graag verwijzen wij u hiervoor naar de website van ISO Een milieumanagementsysteem richt zich op het beheersen en verbeteren van prestaties op milieu- en MVO gebied. Via een dergelijk systeem wordt structureel aandacht besteed Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

33 aan milieu en MVO in de bedrijfsvoering en wordt gestreefd naar een permanente verbetering van de milieuprestaties van uw organisatie. ISO is een internationaal geaccepteerde norm die aangeeft waaraan een goed milieumanagementsysteem zou moeten voldoen. Desgewenst kan het systeem ook worden gecertificeerd volgens deze norm. Hoe u een dergelijk systeem kan opzetten, kunt u nalezen op deze website. Onderdeel van het opzetten van een milieumanagementsysteem is bepalen waar staan we nu (uitgangssituatie / 0-meting) en waar willen we naar toe (ambitie /doelstelling). Voor het onderzoeken van deze vragen kunt u gebruik maken van de benoemde 4 duurzaamheidspijlers; Energie, Bouwen & Wonen, Mobiliteit en MVO en de resultaten uit de branche/marktanalyse! Voorbeeld: uit analyse van uw huidige situatie blijkt dat er nog niks gebeurt op het thema energie. Uw doelstelling kan dan zijn het overstappen op groene stroom. Of meer ambitieus het plaatsen van zonnepanelen voor het zelf opwekken van energie. U bepaalt hierin zelf wat voor uw organisatie haalbaar is. De resultaten uit de marktanalyse kunnen hierbij handvaten geven. Let op: Het is zeker niet verplicht dat u zich laat certificeren! Wel verwachten wij van u dat u, aan het einde van de contractperiode, beschikt over een goed werkend, gelijkwaardig (al dan niet gecertificeerd) milieumanagementsysteem, afgestemd op uw eigen organisatie en de gemeentelijke duurzaamheidspijlers. In het contract- en leveranciersmanagement zal dit onderdeel worden meegenomen. Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari

34 Bijlage 16 ZRM Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk 2.0 ingaande 1 januari