Versie januari Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen

Transcriptie

1 Versie januari 2017 Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen

2 Inhoudsopgave Artikel 1. Begrippen 3 Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst 5 Artikel 3. Individuele overeenkomst met Cliënt 5 Artikel 4. Duur van de Overeenkomst 5 Artikel 5. Opzegging van de Overeenkomst 5 Artikel 6. Beëindiging van de overeenkomst 5 Artikel 7. Toetreding 6 Dit artikel is komen te vervallen 6 Artikel 8. Eisen aan de Dienstverlener 6 Artikel 9. Prijsstelling en facturatie 7 Artikel 10. Gedeeltelijke nietigheid 7 Artikel 11. Evalueren en wijzigingen Overeenkomst 7 Artikel 13. Ontwikkelagenda 7 Artikel 14. Verantwoording 7 Artikel 15. Meldingsverplichting calamiteiten en incidenten 8 Artikel 17. DAEB 9 Artikel 17. Geschillen 9 Artikel 18. Rechtskeuze 9 Bijlagenoverzicht 10 Bijlage 1a Productomschrijvingen 11 Bijlage 1b. Variant B 17 Bijlage 2. Verwijzing overzicht Dienstverleners 18 Bijlage 3. Wachtlijst en wachttijd 19 Bijlage 4. Deelname regiogemeenten op deelovereenkomst 21 Bijlage 6. DAEB 22 Bijlage 7. Monitoring en KPI 27 Bijlage 10. Facturatieproces 28 Bijlage 11. Eigen Verklaring 29 Bijlage 12a. Toegang Jeugd 30 Bijlage 12b. Toegang Beschermd Wonen 31 Bijlage 12c. Toegang Opvang 32 Bijlage 13. Social Return 33 Bijlage 14. Ontwikkelagenda 36 Bijlage 15. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) 37 Bijlage 16: ZRM-matrix 40 Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

3 Deze Deelovereenkomst voor het leveren van Ondersteuning Wonen gaat in op De ondergetekenden: 1. Gemeente Eindhoven, publiekrechtelijke rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudend aan Stadhuisplein 10 te Eindhoven, rechtsgeldig vertegenwoordigd door het Sectorhoofd Sociaal Domein op basis van een volmacht van de burgemeester van de gemeente Eindhoven d.d. 01 december 2015 en handelend ter uitvoering van het besluit van het college tot aangaan deze overeenkomst d.d. 01 december 2015 (ook): Gemeente; en 2., gevestigd te, kantoorhoudende aan.... te., ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door.., hierna (ook): Dienstverlener; De Overeenkomst noemt de gemeente Eindhoven de Gemeente. De Overeenkomst noemt Dienstverleners ook separaat van elkaar Dienstverlener. De Overeenkomst noemt de Gemeente en Dienstverleners gezamenlijk Partijen en ook separaat van elkaar een Partij. Overwegen bij het aangaan van deze Overeenkomst als volgt: A. Het College van de Gemeente Eindhoven heeft, mede namens de regio Zuidoost Brabant, op 28 september 2015 de Basisovereenkomst Sociaal Domein ondertekend en opengesteld voor ondertekening door Dienstverleners. Dienstverleners hebben deze Basisovereenkomst ondertekend. B. In de Basisovereenkomst Sociaal Domein 2016 is vastgelegd dat doelstelling is om in de regio Zuidoost Brabant in samenspraak tussen de Gemeente en Dienstverleners te komen tot een verantwoorde en adequate invulling van Ondersteuning Wonen. De invulling hiervan wordt beschreven in deze Deelovereenkomst en moet voldoen aan het door de Gemeente vastgestelde kader waarbij participatie en zelfredzaamheid het doel zijn, eigen kracht van Inwoners en hun omgeving het vertrekpunt zijn, mogelijkheden van Inwoners centraal staan, Partijen vraaggericht en resultaatgericht werken in plaats van claim- en aanbodgericht, Partijen oog hebben voor de totale context en niet alleen voor individuen daarbinnen en Partijen streven naar ontschotting en vermindering van administratieve lasten. De invulling moet ook voldoen aan het door 21 gemeenten vastgestelde kader 21 voor de Jeugd versie 2.0. Naast de continuïteit en waarborging van de kwaliteit van ondersteuning en zorg, streven Gemeente en Dienstverleners inclusie en integratie van burgers na die aangewezen zijn op ondersteuning bij wonen. Hiertoe heeft de Gemeente een aantal beleidsvoornemens geformuleerd. C. Partijen realiseren zich dat het verwerkelijken van deze visie een groot beroep doet op het aanpassingsvermogen en de eigen verantwoordelijkheid van burgers, het verandervermogen van Dienstverleners en hun medewerkers en dat de faciliterende en regisserende rol van de Gemeente met zich meebrengt dat Partijen met respect voor hun wederzijdse belangen en rollen een intensief ontwikkelproces aangaan. D. Bij de realisatie van de genoemde visie gaat de Gemeente uit van reële kosten voor het uitvoeren ervan door Dienstverleners, binnen het financiële kader dat de Gemeente beschikbaar heeft. E. Daarnaast zullen Partijen streven naar het verminderen van bureaucratie, het verlagen van administratieve lasten, bevorderen van de door- en uitstroom uit de voorziening en innovatieve bekostigingsmodellen die leiden tot kostenbesparing in de keten. F. Partijen dragen actief bij aan het door ontwikkelen van de voorziening gedurende de looptijd van deze overeenkomst. Afspraken worden vastgelegd in een Ontwikkelagenda. G. De Deelovereenkomst Ondersteuning Wonen is gericht op ondersteuning van volwassenen en jeugd op het terrein van wonen; van licht tot complex, zowel kortdurend als langdurig structureel. Het gaat hier om specialistische ondersteuning in een 24-uurs setting. De mate van specialisme varieert in verschillende varianten. Voor Jeugdigen geldt: een veilige en stimulerende woon- of opvoedsituatie anders dan binnen het eigen gezin of huishouden, al dan niet tijdelijk. Voor volwassenen geldt: ondersteuning bij het wonen waarbij het streven is om uiteindelijk toe te leiden naar zelfstandig te wonen of in die gevallen waar dit niet lukt, te streven naar stabiliteit. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

4 Verklaren als volgt overeen te zijn gekomen: Artikel 1. Begrippen Basisovereenkomst: Basisovereenkomst Sociaal Domein tussen Partijen waarin structuur en communicatie voor deze Deelovereenkomst is vastgelegd; Besluit: Beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht afgegeven door de Gemeente aan Inwoner, waarmee Inwoner in aanmerking komt voor Ondersteuning Wonen; Cafetariamodel; Is het ingevulde keuzemodel voor regiogemeenten om deel te nemen op onderdelen aan de (bestuurlijke) aanbesteding van de Gemeente Eindhoven (geldt alleen voor Jeugd). Calamiteit: Niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een Cliënt heeft geleid (WMO 2015 en Jeugdwet 2015); Cliënt: Inwoner die in aanmerking komt voor Ondersteuning Wonen; DAEB: Dienst van Algemeen Economisch Belang; Dienstverlener: Een entiteit die zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening aanbiedt aan Inwoners; Fysieke Ontwikkeltafel: Periodieke bijeenkomst van Gemeente(n) en een geselecteerde vertegenwoordiging van Dienstverleners die Voorlopige voorstellen met elkaar bespreekt als bedoeld in de Basisovereenkomst; Gemeente(n): De gemeente Eindhoven, dan wel de gemeente Eindhoven én regiogemeenten die deelnemen aan deze overeenkomst. Individuele opdrachtverstrekking: Opdracht van de Gemeente aan een Dienstverlener om Ondersteuning Wonen uit te voeren voor een Cliënt die daarvoor over een Besluit beschikt; Inwoner: Een ingezetene ingeschreven in Basisregistratie personen, die op grond van de WMO en/of Jeugdwet in aanmerking komt voor Ondersteuning Wonen. Jeugdige: Is een persoon: a. die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt of b. de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het wetboek van Strafrecht. Vraag is bepalend voor categorie tussen 18 en 23 jaar; Klacht: Iedere formele uiting van onvrede over een handeling, of het nalaten daarvan, dat gevolgen heeft voor een Inwoner, door Dienstverlener of door een persoon die voor Dienstverlener werkzaam is. Outputgericht: Uitvoering van zorg en/of ondersteuning waarbij er een duidelijke afspraak tussen Gemeente en Dienstverlener is over de te behalen output. De manier waarop deze output wordt behaald, is niet vastgelegd. Bij een outputgerichte uitvoering komen Gemeente en Dienstverlener overeen dat op basis van een vooraf gedefinieerd product (met een vaste prijs, bijvoorbeeld een traject) of een budget (arrangement per Cliënt) de afgesproken output moet worden gerealiseerd. De Dienstverlener levert aan de Cliënt die zorg en ondersteuning die nodig is om de output te behalen. De Gemeente en Dienstverlener communiceren niet het gewerkte aantal uren, maar het afgesproken vaste tarief of budget. Declaratie of facturatie vindt plaats op Cliëntniveau. Participatie: Deelnemen aan het maatschappelijke verkeer (artikel lid 1 Wmo 2015); Sociaal Netwerk: Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

5 Personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie Inwoner een sociale relatie onderhoudt (artikel lid 1 Wmo 2015); Toegang: De weg die Inwoner bewandelt om Ondersteuning Wonen geleverd te krijgen; Wachtlijst en wachttijd: Deze begrippen zijn uitgewerkt in Bijlage 3; Woonplaatsbeginsel: Dienstverleners zijn volgens de Jeugdwet verplicht het woonplaatsbeginsel toe te passen. De verantwoordelijke gemeente voor zorg en financiering is de Gemeente waar de ouder met gezag woont. Als ouders gescheiden zijn en bij beide ouders het gezag ligt, moet worden uitgegaan van het adres van het hoofdverblijf van de Jeugdige. Als een gemeente vaststelt (op grond van het woon plaatsbeginsel) dat zij zelf niet verantwoordelijk is, dan is het aan die gemeente om de casus over te dragen aan de juiste gemeente. Dus als een jeugdhulpdienstverlener een bericht, zoals een declaratie of een doorverwijzing, stuurt naar de verkeerde gemeente dan is het aan de gemeente om het bericht af te wijzen en de dienstverlener te verwijzen naar de juiste gemeente. De verkeerde gemeente zal de juiste gemeente aanvullend informeren. Zelfredzaamheid: Zelfredzaamheid is het vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen. Deze dagelijkse levensverrichtingen hebben betrekking op verschillende domeinen. Zo moeten in het dagelijks leven verrichtingen uitgevoerd worden om in een inkomen te voorzien, lichamelijk en geestelijk gezond te blijven, of een steunend sociaal netwerk te onderhouden (definitie uit Zelfredzaamheids-Matrix); Zelfredzaamheids-Matrix (ZRM): Een instrument dat de vraag en de mate van zelfredzaamheid van de Cliënt in kaart brengt (zie bijlage 16). Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

6 Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst 2.1 Dienstverlener voert in opdracht voorziening uit. Voorziening betreft Ondersteuning Wonen, uitgesplitst in zelfstandig wonen volwassenen en veilig wonen Jeugdigen. Dit zoals genoemd in bijlage 1 (conform deze Deelovereenkomst). Het betreft Zorg In Natura (ZIN). 2.2 Aan Dienstverlener wordt geen omzet- of afnamegarantie gegeven. 2.3 Individuele opdrachtverstrekking vindt plaats conform het toegangsproces zoals weergegeven in bijlage Deze Deelovereenkomst wordt uitgevoerd met inachtneming van de Basisovereenkomst Sociaal Domein alsmede landelijke en lokale wetgeving. 2.5 In het geval van tegenstrijdigheden geldt de navolgende rangorde in documenten: - de Basisovereenkomst; - de Deelovereenkomst en bijlagen; - de algemene inkoopvoorwaarden Gemeente Eindhoven 2013 In afwijking van de Algemene Inkoopvoorwaarden 2013 is artikel 24.3 inzake toestemming voor vervanging van personeel niet van toepassing. 2.6 De Gemeente sluit deze Deelovereenkomst mede namens andere gemeenten. - De Gemeente Eindhoven koopt Ondersteuning Veilig Wonen Jeugdigen in voor een aantal regiogemeenten (zie bijlage 2) op basis van de DVO die geldig is tot eind (Inschrijvers kunnen zowel op één als op meerdere gemeenten inschrijven en per gemeente aangeven welke producten ze daar aanbieden. Inschrijven op een deel van een Gemeente of wijk is niet toegestaan. - De Gemeente Eindhoven koopt ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen (Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang) in voor 15 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Artikel 3. Individuele overeenkomst met Cliënt Dienstverlener kan met een Cliënt een Individuele leveringsovereenkomst afsluiten waarop zijn Algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn, voor zover dit niet strijdig is met deze Deelovereenkomst. Artikel 4. Duur van de Overeenkomst Deze Deelovereenkomst gaat in op 1 januari 2016 en eindigt op 1 januari De versie 2.0 gaat in op 1 januari 2017 en vervangt de voorgaande versie. De overeenkomst wordt na afloop van de looptijd stilzwijgend verlengd. Stilzwijgende verlenging geschiedt maximaal drie keer, telkens voor één jaar. Indien een Partij geen gebruik wil maken van deze verlengingsoptie laat zij dit uiterlijk drie maanden voor het einde van het contractjaar schriftelijk aan de wederpartij weten. De Gemeente informeert Dienstverleners uiterlijk 1 juli 2020 over de vormgeving van de uitvoering vanaf 1 januari Artikel 5. Opzegging van de Overeenkomst 5.1 Partijen hebben het recht om de Deelovereenkomst tussentijds en zonder opgave van redenen per aangetekende brief te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes kalendermaanden. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aangetekende brief door de andere Partij is ontvangen. 5.2 Dienstverleners waarmee een Deelovereenkomst is afgesloten en die willen stoppen met de dienstverlening dienen dit te melden bij de Gemeente, waarbij een plan voor overdracht van hun Cliënten aan een of meerdere gecontracteerde Dienstverleners overlegd wordt. Na instemming met het plan van overdracht kan gestart worden met de warme overdracht van de Cliënten. Indien geen andere gecontracteerde Dienstverlener voor handen is, zal de Dienstverlener de Cliënt blijven voorzien van zorg totdat een alternatief is gevonden. 5.3 De Overeenkomst wordt zes maanden na opzegging beëindigd of indien de overdracht een langere periode in beslag neemt, direct na de overdracht van de laatste Cliënt. 5.4 Dienstverlener is zich ervan bewust dat de Gemeente ten gevolge van beleidswijzigingen, Ondersteuning Wonen anders wenst in te richten. In dat geval is het de Gemeente toegestaan deze Deelovereenkomst voor dat gedeelte op te zeggen met inachtneming van het bepaalde in lid 1. Indien alle partijen het er over eens zijn dat de wijziging wordt doorgevoerd, kan in gezamenlijk overleg een eerdere termijn worden afgesproken. Artikel 6. Beëindiging van de overeenkomst 6.1 De Gemeente heeft, onverminderd artikel 26 van de Algemene inkoopvoorwaarden Gemeente Eindhoven 2013 en onverminderd artikel 13 van de Basisovereenkomst het recht om deze Deelovereenkomst met een Dienstverlener tussentijds, na verzending van een ingebrekestelling, per aangetekende brief (buitengerechtelijke verklaring) te beëindigen: a. als blijkt dat een fusie of overname van Dienstverlener negatieve gevolgen heeft voor de dienstverlening aan Cliënten, vast te stellen door een externe deskundige die wordt aangewezen door partijen gezamenlijk. Indien partijen niet binnen zes weken gezamenlijk tot aanwijzing komen, beslist de Gemeente; b. als Dienstverlener niet (meer) voldoet aan de in deze Deelovereenkomst of bovenliggende Basisovereenkomst gestelde voorwaarden; Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

7 c. indien de Dienstverlener Ondersteuning Wonen niet uitvoert conform beschreven in deze Deelovereenkomst en de tijdens de looptijd van de overeenkomst door de ontwikkeltafel aangedragen en door de Gemeente goedgekeurde aanvullingen hierop; d. indien de Gemeente ingevolge de wet gehouden is tot al dan niet aanmerkelijke aanpassing van de toekenning van voorzieningen als bedoeld in deze Deelovereenkomst aan Cliënten, dan wel de overheid (financiële) maatregelen voorschrijft die instandhouding van deze Deelovereenkomst niet rechtvaardigen. 6.2 Als de Gemeente in een kalenderjaar een opdrachtverstrekking voortijdig heeft beëindigd vanwege wanprestatie door Dienstverlener, voldoet Dienstverlener niet meer aan de voorwaarden van deze Deelovereenkomst en heeft de Gemeente het recht om de overeenkomst te beëindigen. De Dienstverlener kan dan gedurende twee jaar niet deelnemen aan deze Deelovereenkomst, ofwel tot het moment dat Dienstverlener aangetoond heeft aan de Gemeente dat hij afdoende maatregelen heeft getroffen om herhaling in de toekomst te voorkomen. 6.3 Onverlet de bevoegdheid genoemd in artikel 6.1 heeft de Gemeente de bevoegdheid deelname van een Dienstverlener aan deze Deelovereenkomst op te schorten, als blijkt dat de Dienstverlener niet aan de voorwaarden van deze Deelovereenkomst voldoet. Dienstverlener is verplicht om binnen drie maanden aan te tonen dat hij weer aan de voorwaarden voldoet. De Gemeente heft de opschorting van deelname op zodra de Dienstverlener, binnen drie maanden, heeft aangetoond weer te voldoen. Artikel 7. Toetreding Dit artikel is komen te vervallen Artikel 8. Eisen aan de Dienstverlener 8.1 Dienstverlener voldoet bij het uitvoeren van de Ondersteuning Wonen aan de op dat moment van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 8.2 Dienstverlener beschikt over de vereiste beroepsbekwaamheid en toont op verzoek van de Gemeente aan dat hij over aantoonbare kennis en ervaring beschikt. Dienstverlener dient in het bezit te zijn van door de wet bepaalde certificaten of registraties voor de uitvoering van de werkzaamheden behorende bij deze Deelovereenkomst. Voor medewerkers die betrokken zijn bij Jeugdzorg dient een actuele VOG (maximaal 3 jaar oud) aanwezig te zijn in het personeelsdossier van Dienstverlener. Voor de overige activiteiten volstaat het als de VOG onderdeel is van het personeelsbeleid. 8.3 Dienstverlener verklaart door ondertekening van de eigen verklaring dat de daarin genoemde uitsluitingsgronden niet op hem van toepassing zijn en dat hij voldoet aan de gestelde vakbekwaamheidseisen (zie bijlage 11). 8.4 De Dienstverlener dient op aanvraag aan te tonen dat hij voldoet aan de vakbekwaamheidseisen door het insturen van - een op basis voor zijn branche geldend kwaliteitsborgingscertificaat, in ieder geval betrekking hebbende op zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening ingevolge de Jeugdwet, dan wel de Wmo Het is toegestaan om voor de uitvoering van de Deelovereenkomst derden in te schakelen als onderaannemer, mits de ondersteuning voldoende veilig en verantwoord is, deze aansluit bij de zorgvraag van de cliënt en voldaan wordt aan alle in de overeenkomsten gestelde eisen. Dienstverlener blijft als hoofdaannemer eindverantwoordelijk voor de kwaliteit. 8.6 De Dienstverlener beschikt gedurende de looptijd van deze overeenkomst over een gezonde financiële basis om de dienstverlening met de afgesproken kwaliteit te kunnen waarborgen. Indien blijkt dat de financiële situatie zorgelijk is kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Dit tot doel om de dienstverlening te kunnen waarborgen. In het uiterste geval kan door de Gemeente besloten worden tot opschorting of beëindiging van deze overeenkomst. 8.7 Partijen conformeren zich aan het beleid omtrent Social Return voor wat betreft opdrachten voor de Gemeente Eindhoven. Zie bijlage 13 Voor de overige gemeenten geldt het lokaal vastgesteld beleid. 8.8 Partijen geven invulling aan Duurzaamheid voor wat betreft opdrachten voor de Gemeente Eindhoven, zie bijlage 15. Voor de overige gemeenten geldt het lokaal vastgesteld beleid. 8.9 De Dienstverlener beschikt over een vastgelegde klachten- en inspraakregeling voor Cliënten De Dienstverlener werkt mee aan de invulling van haar informatie in de Steunwijzer ( ). Dit instrument biedt de Dienstverlener de mogelijkheid om haar aanbod voor wijkteams en klanten inzichtelijk te maken Dienstverleners voor specialistische J-GGZ zijn verplicht de spelregels rondom de registratie van DBC s te volgen. Hiervoor gelden de meest recente spelregels DBC registratie. Deze zijn te downloaden van de website Werken met DBC s ( Conform landelijke afspraak vraagt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Gemeente gegevens aan te leveren in het kader van de WMO. Ten behoeve van gegevens over Jeugdigen leveren (Jeugd)Dienstverleners de gegevens aan bij het CBS. Dienstverlener levert op verzoek van het CBS deze gegevens tijdig aan. Zie hiervoor ook Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

8 Artikel 9. Prijsstelling en facturatie 9.1 Dienstverlener die een opdracht tot levering van de voorziening uit de genoemde PDC (bijlage 1) ontvangt van de Gemeente, ontvangt voor die levering een vergoeding zoals opgenomen in bijlage 1a en 1b. De Gemeente heeft 2 varianten van financiering afgesproken, waarbij door Dienstverleners maar op 1 variant kan worden ingeschreven voor het leveren van Jeugdproducten. Indien een Dienstverlener kiest voor variant 1b dan is hij verplicht ook in te schrijven op alle producten die betrekking hebben op Jeugdigen genoemd in bijlage 1b van de deelovereenkomst Ondersteuning Zelfstandig Leven. Dienstverleners die inschrijven op variant B kunnen voor WMO en Participatiewet producten inschrijven op variant A. 9.2 Indien de vergoeding wordt aangepast, is deze ook van toepassing op lopende indicaties en reeds ingezette ondersteuning. 9.3 De facturatie dient digitaal plaats te vinden, zoals beschreven in bijlage Gemaakte en gederfde kosten bij de Dienstverlener door het niet verschijnen van een cliënt op de afspraak, vallen onder het bedrijfsrisico en vergoedt de gemeente niet; alleen daadwerkelijk geleverde zorg wordt vergoed. Dienstverleners kunnen hiervoor een tegemoetkoming van cliënten vragen: het no show -tarief. Voorwaarde is dat de cliënt hierover vooraf geïnformeerd is en dat het voor de cliënt helder is dat de gemeente deze kosten niet zal vergoeden. Artikel 10. Gedeeltelijke nietigheid Indien enige bepaling in de Deelovereenkomst nietig is of vernietigd wordt, dan tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. Partijen zullen vervolgens met elkaar in overleg treden om te trachten overeenstemming te bereiken over aanpassing van de Deelovereenkomst zodanig dat deze niet langer nietig of vernietigbaar is dan wel om overeenstemming te bereiken over een bepaling, ter vervanging van de nietige of vernietigde bepaling, die voor wat betreft aard en strekking zo dicht mogelijk aansluit bij de nietige of vernietigde bepaling. Artikel 11. Evalueren en wijzigingen Overeenkomst De Gemeente en Dienstverleners bespreken de bepalingen en de uitvoering van de Deelovereenkomst overeenkomstig het bepaalde in de Basisovereenkomst. De Gemeente kan de Deelovereenkomst wijzigen na het doorlopen van de procedure beschreven in artikel 10 van de Basisovereenkomst. Indien een of meer Dienstverleners in verband met een eenzijdige wijziging van de Deelovereenkomst conform artikel 10.2 van de Basisovereenkomst deze Deelovereenkomst wil opzeggen geldt in afwijking van artikel 12 van de Basisovereenkomst en artikel 5.1 van deze Deelovereenkomst een opzegtermijn van drie maanden. Het overigens in deze Deelovereenkomst en artikel 12 van de Basisovereenkomst bepaalde blijft onverminderd gelden. De gewijzigde Deelovereenkomst treedt bij een opzegging als hier bedoeld pas na minimaal drie maanden in werking. Artikel 12. Intellectueel eigendom In afwijking van artikel 8 van de Algemene inkoopvoorwaarden Gemeente Eindhoven 2013 komen partijen overeen dat partijen in overleg treden over de intellectuele eigendomsrechten van nieuwe producten die in het kader van de Deelovereenkomst ontwikkeld worden. Artikel 13. Ontwikkelagenda 13.1 Partijen komen een Ontwikkelagenda overeen (bijlage 14) voor onderwerpen die zij in ieder geval gedurende de looptijd van de Deelovereenkomst verder willen door ontwikkelen. Partijen committeren zich aan de ontwikkelagenda. Het door ontwikkelen van deze onderwerpen kan leiden tot aanpassing van deze Deelovereenkomst en bijlagen conform artikel Materiële controle (kwalitatief en kwantitatief) Dienstverlener moet medewerking verlenen aan materiele controles die de gemeente (of 1 van de 20 regiogemeenten die jeugdhulp afnemen) willen uitvoeren. Gemeenten kunnen materiële controles inzetten ter controle van de geleverde ondersteuning door Partijen. Onder materiële controles worden zorginhoudelijke controles verstaan. Er wordt daarbij gekeken of de ondersteuning die vermeld staat in de declaratie overeenstemt met de ondersteuning uit het zorgplan of gezinsplan. Het is daarbij van belang dat tevens getoetst wordt op de aspecten Misbruik en Oneigenlijk gebruik. De materiële controles richten zich op de declaraties die door de Dienstverleners bij de gemeente zijn verantwoord. Artikel 14. Verantwoording 14.1 Rapportages Van de Dienstverlener wordt verwacht dat hij voldoet aan de eisen van verantwoording en dat onderstaande rapportages stipt worden aangeleverd; 1. Rapportage op de geleverde zorg De Dienstverlener rapporteert periodiek inhoudelijk en financieel over de hoeveelheden geleverde zorg. 2. Rapportage klachten Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

9 Dienstverlener overlegt tenminste per periode van zes maanden (uitgesplitst per gemeente en cumulatief over het lopende jaar) een digitaal overzicht van de ontvangen klachten naar aard en oorzaak, inclusief een overzicht van afwikkeling en op basis van klachten getroffen maatregelen; 3. Cliënttevredenheidsonderzoek en/of cliëntervaringsonderzoek Dienstverlener verleent medewerking ten behoeve van uitvoer van cliënttevredenheidsonderzoeken, te verrichten door Gemeente of door/met een samenwerkende van gemeente uit zuidoost Brabant. Indien de Dienstverlener een systeem kent van Cliënttevredenheidonderzoek kan in overleg worden bepaald of zij gezamenlijk optreden in deze; 4. Dienstverlener overlegt tenminste per periode van zes maanden (uitgesplitst per gemeente en cumulatief over het lopende jaar) een toelichting op de ontwikkeling van de eventuele wachtlijsten (met toelichting van reden); 5. Indien de Gemeente het noodzakelijk acht overlegt de Dienstverlener ten behoeve van de controle op de prestatielevering een accountantsverklaring conform het landelijke accountantprotocol WMO en Jeugdwet De productiecijfers dienen uiterlijk 1 maart en de accountantsverklaring dient uiterlijk 1 april aangeboden te worden aan die Gemeenten waar ondersteuning is geboden. 6. Toelichting op genoemde rapportages De frequenties met betrekking tot de aanlevering van rapportages wordt gedurende 2017 getoetst. Indien noodzakelijk kunnen de frequenties in gezamenlijk overleg worden aangepast. Ook is het mogelijk dat de Gemeente met een individuele Dienstverlener afspraken maakt over de wijze van rapporteren Sancties Indien de Dienstverlener bovengenoemde afspraken niet nakomt heeft de Gemeente de mogelijkheid om maatregelen te nemen, waarbij het redelijkheid- en billijkheidsprincipe wordt toegepast. Dit kan onder andere inhouden dat: - Een korting van maximaal 5% op de afgesproken tarieven wordt opgelegd; - Uitbetaling van openstaande facturen wordt opgeschort en in een uiterst geval; - De Deelovereenkomst wordt opgezegd Inspectie 1. Voor Dienstverleners van jeugdhulp: Dienstverlener werkt mee met inspecties van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid (IGV) en Justitie en geeft opvolging aan de aanbevelingen die hieruit naar voren komen. 2. Voor Dienstverleners van volwassenhulp: Dienstverlener werkt mee met inspecties van toezichthouders van de GGD regio Zuidoost-Brabant en geeft opvolging aan de aanbevelingen die hieruit naar voren komen. In die gevallen dat de IGV een onderzoek instelt, stelt de GGD geen onderzoek in omdat er geen 2 onderzoeken tegelijkertijd worden ingesteld. Wel ontvangt de GGD een rapportage. Artikel 15. Meldingsverplichting calamiteiten en incidenten 15.1 In artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is geregeld dat Dienstverleners in de zin van de Wmo 2015 bij de toezichthoudend ambtenaar onverwijld melding moeten doen van: a. iedere calamiteit die bij de verstrekking van de voorziening heeft plaatsgevonden; b. geweld bij de verstrekking van de voorziening. De meldingsverplichting strekt ertoe te zorgen dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige geweldsincidenten en situaties die door hem mogelijk moeten worden onderzocht of ingrijpen vereisen. De Gemeente Eindhoven heeft de GGDBZO benoemd als toezichthouder. Meldingen van calamiteiten en geweldsincidenten moeten uiterlijk de eerstvolgende werkdag bij de GGDBZO worden gemeld. De toezichthouder hanteert een Protocol meldingen calamiteiten en incidenten. Voor meer informatie, het aanmeldformulier en het protocol zie Conform artikel van de Jeugdwet doet de (jeugdhulp-) Dienstverlener en de gecertificeerde instelling aan de ingevolge de Jeugdwet met het toezicht belaste ambtenaren (Inspectie Jeugdzorg) onverwijld melding van: a. Iedere calamiteit die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft plaatsgevonden, en b. geweld bij de verlening van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Tevens wordt dit gemeld aan die Gemeente waar de Jeugdige volgens het Woonplaatsbeginsel woonachtig is. De (jeugdhulp-)dienstverlener, de jeugdhulpverlener en de gecertificeerde instelling verstrekken bij en naar aanleiding van voormelde melding aan met toezicht belaste ambtenaren de gegevens die voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn, o.a. persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

10 Artikel 17. DAEB Voor de producten Beschermd wonen en Maatschappelijke Opvang wordt een aanwijzingsbeschikking opgesteld (zie bijlage 6) Indien er ook andere activiteiten worden uitgevoerd in het kader van de DAEB dan wordt een aanwijzingsbeschikking aan deze overeenkomst toegevoegd. Artikel 17. Geschillen In geval van geschillen maken Partijen gebruik van de geschillenregeling zoals opgenomen in de Basisovereenkomst. Artikel 18. Rechtskeuze Op de Deelovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Ondertekening Partijen Gemeente Eindhoven Naam: Nawelle Sabir Functie: Sectorhoofd Sociaal Domein Datum: Naam Dienstverlener: Naam: Functie: Datum: Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

11 Bijlagenoverzicht (het overzicht nummert niet automatisch door ivm afstemming andere deelovereenkomsten, zodat elke deelovereenkomst een gelijke benaming heeft voor haar bijlagen.) Bijlage 1a Bijlage 1b Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16 Productomschrijvingen en tarieven variant A Productomschrijvingen en tarieven variant B Verwijzing overzicht Dienstverleners Wachtlijst en wachttijd DAEB Monitoring en KPI Facturatieproces Eigen verklaring Toegang (bijlage 12A is voor Jeugd en 12B is voor Beschermd Wonen) Social return Ontwikkelagenda Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) ZRM matrix Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

12 Bijlage 1a Productomschrijvingen Deze variant is de basisvariant waarop Dienstverleners kunnen inschrijven en niet verplicht zijn om dit product voor de hele regio aan te bieden, maar kunnen aangeven wat hun dekking is (in welke gemeente de dienst kan worden aangeboden). In deze variant is ook geen verplicht aanbod vanuit de deelovereenkomst Zelfstandig Leven noodzakelijk. Ondersteuning Wonen De Deelovereenkomst Ondersteuning Wonen is gericht op ondersteuning van volwassenen en jeugd op het terrein van wonen; van licht tot complex, zowel kortdurend als langdurig structureel. Het gaat hier om specialistische ondersteuning in een 24-uurs setting. De mate van specialisme varieert in verschillende varianten. De ondersteuning valt uiteen in ondersteuning aan volwassenen voor 15 gemeenten in Zuidoost-Brabant en de ondersteuning aan Jeugdigen voor 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen Ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen bevat twee onderdelen: Beschermd Wonen en Opvang. Er is zowel bij Beschermd Wonen als Opvang altijd sprake van een combinatie van een huisvestingscomponent en een ondersteuningscomponent. Ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen wordt ingekocht zonder dagbesteding. Dagbesteding is een apart product (zie Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk). Het doel van de inzet is het bieden van een tijdelijke voorziening totdat de persoon/huishouden voldoende in staat is via reguliere kanalen (woningmarkt, woningcorporaties) een woning of verblijfplaats te vinden, met uitzondering van een kleine groep waarbij stabilisatie het hoogste doel is. GGZ Behandeling vindt altijd plaats via de Zorg Verzekeringswet (ZVW). 1. Beschermd Wonen 1 Doelstelling: het bieden van een beschermde woonomgeving gekoppeld aan een traject dat uiteindelijk leidt tot zelfstandig wonen(vooruitgang) of gericht is op stabilisatie (voor een beperkte groep waarbij geen uitzicht is op vooruitgang) Beschermd wonen, outputgericht licht Niet van toepassing. Dit hoort bij de Deelovereenkomst Ondersteuning Zelfstandig Leven. Dit betrof de oude producten VPT 1, 2 GGZ-C en ZZP 1,2 GGZ-C Beschermd Wonen, outputgericht, midden Twee soorten: a. De oude producten Volledig Pakket Thuis 3, 4 GGZ-C en ZZP 3, 4 GGZ-C. b. Een vorm van ondersteuning, waarbij geen sprake is van een 24-uurs intramurale setting, maar meer gericht op 24-uurs onplanbare ondersteuning op afstand (24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid) gericht op wonen. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Omschrijving Inwoners Eindhoven en 14 regiogemeenten, die specialistische Ondersteuning Wonen (middel) nodig hebben of waarbij sprake is van 24- uurs onplanbare ondersteuning op afstand gericht op wonen. Vanwege de eis om op tijd te kunnen op- en afschalen in ondersteuning is samenwerking in de keten essentieel. WMO Alle resultaatgebieden van de ZRM. Op de ZRM bevinden Cliënten zich bij instroom gemiddeld op niveau 2 (niet zelfredzaam). De ondersteuning leidt tot een beweging naar begeleid of zelfstandig wonen. Gemiddelde in-, door-, en uitstroom wordt gemonitord. Dienstverlener zorgt voor een goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening (eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen), door: - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie van de Cliënt; - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op andere vormen van zorg/ondersteuning die de Cliënt ontvangt; - erop toe te zien dat beroepskrachten, tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van de maatwerkvoorziening, handelen in overeenstemming met de professionele standaard of een onafhankelijk gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijv. ISO); - een veilige omgeving; - respect voor en inachtneming van de rechten van de Cliënt; 1 VPT: volledig pakket thuis, valt ook onder Beschermd Wonen, hierbij verzorgt de instelling niet de huisvesting. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

13 - het werken met ervaringsdeskundigen. Eenheid conform Vecozo Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode Stuks (maandprijs) Verschillende beroepskwalificaties mogelijk, gangbaar, zowel op MBO als HBO niveau. 15A Beschermd Wonen, outputgericht, zwaar Wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en specialistische ondersteuning, gericht op het bevorderen van Zelfredzaamheid op alle leefgebieden. Twee soorten: a. Een traject dat uiteindelijk leidt tot zelfstandig wonen. b. Een traject dat gericht is op stabilisatie. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Inwoners Eindhoven en 14 regiogemeenten, die specialistische Ondersteuning Wonen nodig hebben binnen een 24-uurs setting (geen behandeling). Vanwege de eis om op tijd te kunnen op- en afschalen in ondersteuning is samenwerking in de keten essentieel. WMO Alle resultaatgebieden. Op de ZRM bevinden Cliënten zich bij instroom gemiddeld op niveau 1 (acute problematiek). De ondersteuning leidt tot stabilisatie van de situatie van de inwoner of beweging naar begeleid of zelfstandig wonen. Gemiddelde in-, door-, en uitstroom wordt gemonitord. Dienstverlener zorgt voor een goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening (eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen), door: - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie van de Cliënt (bijv. GGZ) of met een onafhankelijk gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijv. ISO). - een veilige omgeving; - respect voor en inachtneming van de rechten van de Cliënt; - het werken met ervaringsdeskundigen; - het hebben van een Cliëntenraad en/of familieraad Stuks (maandprijs) Verschillende beroepskwalificaties mogelijk, gangbaar: Veel voorkomende beroepsachtergronden zijn Sociaal Pedagogische Hulpverlener (SPH), Sociaal Pedagogisch Werker (SPW), Sociaalpsychiatrisch Verpleegkundige (SPV), HBO Verpleegkundige (HBOV) en Maatschappelijk Werker (MW). Vaak een mix van niveaus. 15A06 B Opvang Doelstelling: het bieden van een tijdelijke opvangplek aan mensen zonder dak boven hun hoofd (dak- en thuislozen), gekoppeld aan een ondersteuningstraject Opvang, outputgericht, licht N.v.t Opvang, outputgericht, zwaar Criteria Omschrijving Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

14 Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode Inwoners Eindhoven en 14 regiogemeenten, die tijdelijk opvang en specialistische ondersteuning nodig hebben binnen een 24-uurs opvanglocatie (geen behandeling). Vanwege de eis om op tijd te kunnen op- en afschalen in ondersteuning is samenwerking in de keten essentieel. WMO Alle resultaatgebieden. Op de ZRM bevinden Cliënten zich bij instroom gemiddeld op niveau 1 (acute problematiek). De ondersteuning leidt naar begeleid- of zelfstandig wonen. Gemiddelde in-, door-, uitstroom wordt gemonitord. Dienstverlener zorgt voor een goede kwaliteit van de maatwerkvoorziening (eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen), door: - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op de persoonlijke situatie van de Cliënt; - het afstemmen van de maatwerkvoorziening op andere vormen van zorg/ondersteuning die de Cliënt ontvangt; - erop toe te zien dat beroepskrachten, tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van de maatwerkvoorziening, handelen in overeenstemming met de professionele standaard of met een onafhankelijk gecertificeerd kwaliteitssysteem (bijv. ISO); - een veilige omgeving; - respect voor en inachtneming van de rechten van de Cliënt - het werken met ervaringsdeskundigen; - het hebben van een Cliëntenraad en/of familieraad per woonlocatie. Het traject voorziet ook in 3 maanden ondersteunen zelfstandig leven om de overgang naar zelfstandigheid te vergroten. stuks (traject) Trajectprijs (is geen maximale jaarprijs) betreft gehele periode en kan langer duren dan 1 jaar Verschillende beroepskwalificaties mogelijk, gangbaar: Veel voorkomende beroepsachtergronden zijn Sociaal Pedagogische Hulpverlener (SPH), Sociaal Pedagogisch Werker (SPW), Sociaalpsychiatrisch Verpleegkundige (SPV), HBO Verpleegkundige (HBOV) en Maatschappelijk Werker (MW). Vaak een mix van niveaus. 16AO5 2. Ondersteuning veilig wonen jeugd De dienstverlening is erop gericht om Jeugdigen tijdelijk of langdurig een alternatieve thuissituatie te bieden. Voor Jeugdigen is de opvang/het verblijf altijd inclusief ondersteuning van de Jeugdige en waar nodig van het gezin (uitzondering: pleegzorg). Soms gaat het alleen om de invulling van de ouderrol en het begeleiden van kind bij het opgroeien. Maar vaak is er meer ondersteuning nodig. De inzet is gericht op een of meer van de volgende doelstellingen: Het leren omgaan met beperkingen en problemen en gebruik maken van de mogelijkheden, leren perspectief zien, leren op eigen benen te staan, soms ter ontlasting van ouder, maar veelal ook gericht op het bieden van een veilige woonplek. De inzet varieert van de inzet van logeeropvang, pleegzorg, wonen in gezinshuizen, op locatie van de instellingen en inzet van crisisbedden binnen pleegzorg en instellingen. Mobiliteit/ Vervoer (Voor producten Jeugdhulp verplicht) Het betreft hier vervoer van en naar bv. dagbesteding of dagbehandeling, wat alleen kan worden toegekend als aanvulling op één van de andere producten uit deze Deelovereenkomst. Bij inschrijving op de Jeugdhulpproducten verplicht de zorgdienstverlener zich tot inschrijving op het product vervoer. Echter vervoer is geen recht voor de bewoner. Wanneer vervoer noodzakelijk is, is Dienstverlener verantwoordelijk voor het organiseren van het vervoer tegen het vastgestelde tarief per dag. Onder deze subcategorie vallen verschillende producten, die hieronder een voor een worden toegelicht Jeugdhulp verblijf (incl. behandeling), outputgericht, middel Het gaat hier om verschillende vormen van wonen met behandeling voor Jeugdigen. Voorbeelden zijn gezinshuizen, fasehuizen en kamertraining, Jonge moederhuis. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant, die om verschillende redenen (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen. Het gaat om Jeugdigen met gedragsproblematiek, een beperking of Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

15 Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Intensiteit (in geval van dienstverlening en kan verschillen in eenheid) Prijs per eenheid Landelijke productcode psychiatrische problematiek of een combinatie hiervan, waarbij de draagkracht van het gezin onvoldoende is om een stabiele thuissituatie te bieden. Er wordt gewerkt met Multi disciplinaire teams; Partijen committeren zich om alle cliënten in de keten bij een gerichte vraag op te nemen; Binnen de behandeling wordt er voor gezorgd dat de jeugdige zoveel als kan onderwijs volgt. (Bij voorkeur in regulier onderwijs) Jeugdwet Alle resultaatgebieden. De ondersteuning is zoveel mogelijk gericht op ofwel terugkeer naar huis (met eventueel ondersteuning in thuissituatie) of in leeftijd van 16 en ouder richting zelfstandigheid. Waar dit niet mogelijk is naar een lichtere vorm van verblijf (bijvoorbeeld pleegzorg) Geldend kwaliteitssysteem horend bij branche Voor jeugd wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling en met registreerde jeugdwerkers in kwaliteitsregister jeugd (geld voor alle sectoren) of BIG als het gaat om GGZ zorg. Zie BIJ GGZ ondersteuning geldt: Routine Outcome Measurement (ROM) en hoofdbehandelaar moet betrokken zijn bij eventuele diagnose en evaluatie. Stuks (maandprijs) 43A Jeugdhulp verblijf (incl. behandeling) outputgericht, zwaar Het gaat hier om behandeling van Jeugdigen binnen instellingen, met ondersteuning op alle leefgebieden, inclusief diagnostiek. Voorbeelden zijn kleinschalige woonvoorzieningen in de wijken, maar ook terreingebonden voorzieningen, long-stay voorzieningen, Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen( BOPZ )bedden, en behandelgroepen met volledige begeleiding en bescherming. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant, die om verschillende redenen (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen. Het gaat om Jeugdigen met vaak een combinatie van gedragsproblematiek, een beperking of psychiatrische problematiek waarbij de draagkracht van het gezin onvoldoende is om een stabiele thuissituatie te bieden. Vaak is er ook sprake van hechtingsproblematiek.. In deze zware categorie is er veelal sprake van veiligheidsrisico s en de neiging van jeugdigen om zich te onttrekken aan de begeleiding/behandeling. De ondersteuning/behandeling is inclusief de benodigde diagnostiek. Er wordt gewerkt met Multi disciplinaire teams; Partijen committeren zich om alle cliënten in de keten bij een gerichte vraag op te nemen; Jeugdwet Alle resultaatgebieden. De ondersteuning is, waar kan, gericht op terugkeer naar huis (met eventueel ondersteuning in de thuissituatie) of, bij 16 jaar en ouder, richting zelfstandigheid. Maar waar dit niet kan in eerste instantie gericht op stabilisatie van de problematiek en in tweede instantie op een lichtere vervolgvoorziening. Binnen de behandeling wordt er voor gezorgd dat de jeugdige zoveel als kan onderwijs volgt (bij voorkeur in regulier of speciaal onderwijs); Waar dit niet kan wordt juiste/passende onderwijs/dagbesteding georganiseerd Geldend kwaliteitssysteem horend bij branche; Voor jeugd wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling en met registreerde jeugdwerkers in kwaliteitsregister jeugd (geldt voor alle sectoren) of BIG als het gaat om GGZ zorg. Zie Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

16 Eenheid conform Vecozo Prijs per eenheid Landelijke productcode jeugd/ BIJ GGZ-ondersteuning geldt: Routine Outcome Measurement (ROM) en hoofdbehandelaar moet betrokken zijn bij eventuele diagnose en evaluatie. Stuks (maandprijs). 43A Logeren inspanningsgericht Hierbij gaat het om kortdurende ontlasting van gezinnen/respijtzorg door Jeugdigen tijdelijk te laten logeren binnen een woonvoorziening. Het doel is om de mantelzorg respijtzorg te bieden, soms aangevuld met ondersteuning Jeugdige naar behoeftezodat Jeugdige thuis kan blijven wonen. De ondersteuning die wenselijk is tijdens het logeren valt binnen dit product. Per etmaal wordt het verblijf (logeerfunctie) met een ontbijt, lunch en diner aangeboden en wordt voor voldoende dranken gezorgd. Een etmaal is een periode van 24 uur die kan starten op ieder moment van de dag. De duur van het verblijf bepaalt het aantal in te zetten etmalen. Vanaf het 25 e uur start het tweede etmaal. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant met een beperking, gedragsproblematiek, of psychiatrische aandoening, die thuis wonen, maar waarbij ouders tijdelijk ontlast worden. De dienstverlener zorgt voor de benodigde begeleiding/ondersteuning tijdens het logeren. Jeugdwet Leefgebied wonen en activiteiten dagelijks leven. De opvang is er op gericht om weer terug naar huis/ gezinssituatie te begeleiden. Voor jeugd wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling en met registreerde jeugdwerkers in kwaliteitsregister jeugd (geldt voor alle sectoren) of BIG als het gaat om GGZ zorg. Zie Eenheid conform Stuks (Etmaal) Vecozo Prijs per eenheid Landelijke productcode 43A11 (was in A05) 2.5. Pleegzorg outputgericht middel (dit product zal wijzigen tgv het kwaliteitstraject pleegzorg) Het gaat hierbij om Jeugdigen die tijdelijk of langdurig (tot 18 jaar) niet thuis kunnen wonen. Hierbij is voornamelijk sprake van ouderfactoren en in beperkte mate (of soms geheel niet) van kindfactoren waarom thuiswonen niet mogelijk is. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant, die vanwege ouderfactoren (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen. Een netwerkplaatsing heeft de voorkeur boven plaatsing in een ander pleeggezin. Jeugdwet Ondersteuning is gericht op het bieden van een veilige en stimulerende opgroeisituatie van Jeugdigen. De Dienstverlener hanteert: het kwaliteitskader Voorbereiding en screening aspirant pleegouders VNG handreiking pleegvergoeding. Stuks (trajectprijs) 43A Jeugdhulp crisis verblijf inspanningsgericht Hierbij gaat het om de opvang van Jeugdigen in een crisissituatie, waarbij opvang in het netwerk of in crisispleegzorg niet mogelijk/wenselijk is. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

17 Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant, die vanwege een crisis urgent tijdelijk huisvesting nodig hebben De opvang in een crisisbed is zo kort mogelijk maar maximaal 4 weken. Wanneer vervolghulp na vier weken door wachtlijsten stagneert, realiseert de Dienstverlener overbruggingszorg; Inzet van het crisisbed kan alleen via de regionale crisisdienst Spoed4jeugd; Twee weken na inzet van crisisbed overlegt de Dienstverlener met de generalist en Spoed4jeugd over vervolg. Crisiszorg is erop gericht zoveel mogelijk het gewone leven van de Jeugdige in stand te houden, zoals volgen onderwijs en invulling vrije tijd. Jeugdwet Inzet is gericht op stabilisatie van de crisis en begeleiding terug naar huis of begeleiding naar vervolghulp. Gemiddelde In-, door-, en uitstroom wordt gemonitord Geldend kwaliteitssysteem horend bij branche; Voor jeugd wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling en met registreerde jeugdwerkers in kwaliteitsregister jeugd (geld voor alle sectoren) of BIG als het gaat om GGZ zorg. Zie BIJ GGZ ondersteuning geldt: Routine Outcome Measurement (ROM) en hoofdbehandelaar moet betrokken zijn bij eventuele diagnose en evaluatie. Stuks (etmaal) 46A Jeugdhulp crisis pleegzorg inspanningsgericht (dit product zal wijzigen of verdwijnen tgv kwaliteitstraject pleegzorg) Hierbij gaat het om de tijdelijke opvang van Jeugdigen in een crisissituatie, waarbij opvang in het eigen netwerk niet mogelijk is. Criteria Inhoudelijke criteria (doelgroep) Specifieke eisen Wettelijke criteria Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix Kwaliteitseisen Eenheid conform Vecozo Prijs per eenheid Landelijke productcode Omschrijving Jeugdigen uit zuidoost-brabant, die om verschillende redenen (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen. De opvang in een crisis-pleeggezin is maximaal 4 weken. Bij een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming (van 6 maanden) wordt zoveel mogelijk de continuïteit in het pleeggezin voor het kind gewaarborgd. Inzet van het crisis-pleeggezin kan alleen via de regionale crisisdienst Spoed4jeugd; Twee weken na inzet van het crisis-pleeggezin overlegt de Dienstverlener met de generalist en Spoed4jeugd over vervolg; Crisiszorg is erop gericht zoveel mogelijk het gewone leven van de Jeugdige in stand te houden, zoals het volgen van onderwijs en invulling vrije tijd. Jeugdwet Alle resultaatgebieden. Inzet is gericht op stabilisatie van de crisis en begeleiding terug naar huis of begeleiding naar vervolghulp; Inzet is ook gericht op herstel van het contact met ouders en het netwerk; Gemiddelde In-, door-, en uitstroom wordt gemonitord. De Dienstverlener hanteert: het kwaliteitskader Voorbereiding en screening aspirant pleegouders VNG handreiking pleegvergoeding Stuks (etmaal) 46A05 Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

18 Bijlage 1b. Variant B (behoort tevens bij variant B van de deelovereenkomst Ondersteuning Zelfstandig Leven) Deze variant is een alternatieve variant waarop alle Dienstverleners kunnen inschrijven en verplicht worden gesteld de dienstverlening voor Jeugdigen in alle deelnemende gemeenten aan te bieden inclusief de producten die genoemd zijn in bijlage 1a van de deelovereenkomst Ondersteuning Zelfstandig Leven, die betrekking hebben op Jeugdigen. In deze variant hanteert de Gemeente de volgende uitgangspunten: 1. Gemeenten maken afspraken met instellingen over het budgettaire kader 2014 als basis voor de inkoop De toegang bepaalt waar klanten naar toe gaan, dit gaat op basis van kwaliteit en beste keuze voor cliënt. Gemeenten hebben geen leveringsplicht : het volume aan cliënten per instelling wordt bepaald door de vraag van de klanten, zoals vastgesteld door generalisten en huisartsen 3. Gemeenten rekenen af op 1 rekenregel per instelling en berekenen 1 totaalbudget per instelling. 4. Alle unieke cliënten samen bepalen de uiteindelijke q van een instelling 5. Er wordt gekoerst op het terugbrengen van het aantal cliënten naar 85% in 2017 (of in geval van genoemde temporisering in 2018) van het aantal cliënten Instellingen zorgen dat naar hen doorverwezen cliënten zorg en ondersteuning ontvangen die minimaal voldoet aan de wettelijke en professionele eisen; streven is om meer dan dat te leveren. 7. We hanteren bij het volume een bandbreedte van 10% naar boven alsook naar beneden: 8. Binnen deze bandbreedtes blijft het budget ongewijzigd; 9. Wanneer de gerealiseerde productievolume de bandbreedte overstijgt, dan kan deze door de instelling worden gefactureerd Wanneer de gerealiseerde productievolume de bandbreedte onderschrijdt, dan wordt de instelling naar rato gekort We koersen gezamenlijk op het teruglopen van het budget per instelling van 100% (het daadwerkelijke budget van de instelling in 2014) naar 70% in 2017 of De eerste stap betreft een budget van 85% (van 2014) voor het jaar 2016, bij een volume van 92,5% (met genoemde bandbreedte, zie ook onderstaand schema). 13. Over 2015 gelden de tarieven uit de aanbesteding. 14. Halverwege 2016 wordt bezien of gemeenten financiële ruimte hebben om voor de verdere afbouw naar 70% één jaar extra te nemen: tot en met De gemeenten zullen daarbij transparant zijn over de uitputting van de budgetten voor de 2 e lijnsvoorzieningen in Indien gemeenten op grond hiervan financiële ruimte hebben wordt deze ingezet voor genoemde temporisering met één jaar (zie onderstaande tabel). 17. Halverwege 2016 wordt naast de mogelijkheid van temporisering van de verdere budgetdaling met een jaar in samenspraak tussen partijen bezien of afbouw naar 85% van het aantal cliënten (gebaseerd op 2014) nog steeds het juiste oriëntatiepunt wordt gevonden, of dat wordt gekozen voor 80% of juist 90%. De bandbreedte (10%) staat daarbij niet ter discussie. 2 We hanteren dan als tarief: de afgesproken bandbreedte + realisatie per unieke cliënt per instelling: 70/85*gewogen gemiddeld tarief We hanteren dan als tarief: realisatie per unieke cliënt per instelling: 70/85*gewogen gemiddeld tarief 2014 Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

19 Bijlage 2. Verwijzing overzicht Dienstverleners Overzicht van Dienstverleners die de Deelovereenkomst hebben ondertekend wordt gepubliceerd op en Tevens is hier inzichtelijk in welke gemeente in Zuidoost-Brabant deze dienstverlening wordt aangeboden. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

20 Bijlage 3. Wachtlijst en wachttijd Wachtlijst en wachttijd Gemeenten accepteren in basis geen wachtlijst, voor de maximale duur van de wachttijd wordt voor alle vormen van hulp/zorg de treeknorm gehanteerd. Uitgangspunt is de cliënten zo snel als mogelijk te helpen. De norm betreft dus niet de tijdsduur die voor elke cliënt ter beschikking is, maar de uiterste tijd die acceptabel is. De genoemde norm houdt evenmin een recht in op basis waarvan een cliënt kan claimen binnen die tijd met de behandeling of zorg gestart te zijn. Definitie wachtlijst: In deze context: de lijst die ontstaat als een instelling bij de aangemelde cliënt de norm voor de wachttijd niet haalt 4. 5 Ontstaat er een wachtlijst dan is het verschil tussen urgent wachtend en wens wachtend relevant. Indien de verwijzer urgentie vaststelt (bijvoorbeeld beschermd wonen) en de meest passende dienstverlener gaat de norm voor de maximale wachttijd niet halen, dan is overbruggingszorg aan de orde. Definitie wachttijd: De tijd tussen het moment dat de zorgdienstverlener de cliënt krijgt toegekend en accepteert, en de daadwerkelijke start van de zorg. Overleg/consultatie over de mogelijkheid van passend zorgaanbod tussen verwijzer en zorgdienstverlener gaat hieraan vooraf en valt niet binnen de wachttijd. 6 Informatie over wachttijden en wachtlijsten De zorgdienstverlener is verplicht om informatie over hun wachttijden en wachtlijsten openbaar toegankelijk te maken, voor zowel toegangsteams, gemeenten, inwoners als andere verwijzers, via de eigen website of via sites als steunwijzer. Uit de informatie moet duidelijk zijn wat de gemiddelde en/of uiterste wachttijd is en de afwijkingen bij specifieke producten of situaties, zowel positief als negatief. De zorgdienstverlener is, bij de afstemming tussen verwijzer en zorgdienstverlener, verplicht actuele informatie te geven over de wachttijd en eventuele wachtlijsten, voordat een product wordt toegekend. De zorgdienstverlener informeert de contractmanager wanneer er een wachtlijst ontstaat. Eigenaarschap - Na toekenning product is de dienstverlener verplicht om de verwijzer te informeren over wijziging in wachttijd, om samen met de cliënt na te gaan of langer wachten mogelijk/wenselijk is. - Na toekenning product is de zorgdienstverlener verplicht (eigenaarschap) om zo snel als mogelijk een acceptabele hulpoplossing voor de cliënt te bieden. Is dit niet mogelijk binnen de wachttijdnormen, dan is de dienstverlener verplicht actief samenwerking te zoeken met andere dienstverleners. Dit gebeurt altijd in afstemming met cliënt en verwijzer. De volgende opties zijn mogelijk: o Inschakelen van andere zorgdienstverlener middels onderaannemerschap of overdracht; o inschakelen van een andere dienstverlener voor een deel van de hulp; o inschakelen van overbruggingszorg (zelf of door een andere organisatie, ook uit sociale basis) o gezamenlijk tot oordeel komen dat in de specifieke casus een langere wachttijd niet tot problemen leidt Urgentie In geval voor verwijzer en cliënt de maximale wachttijd te lang is gezien de situatie (NB: urgentie = geen crisis), is het aan dienstverlener, verwijzer en cliënt om na te gaan of er mogelijkheden zijn de cliënt met voorrang te helpen, vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de beste zorg voor de betreffende én andere cliënten. Evt in bijlage: Treeknormen: (info van website VNG) Wachtfase Treeknorm A Aanmelding/beschikking 4 weken / 80% binnen 3 weken B Intake 4 weken / 80% binnen 3 weken 4 Bij sommige instellingen heet de lijst waarop een cliënt na aanmelding komt te staan ook al de wachtlijst. 5 Een wachtlijst die ontstaat doordat een cliënt een indicatie voor een product heeft, nog geen definitieve aanbieder gekozen dan wel toegewezen heeft gekregen, maar zich bij verschillende aanbieders aanmeldt om alvast op de lijst te komen (bijvoorbeeld voor beschermd wonen), is niet de wachtlijst waarvan in deze context sprake is. 6 6 De Treeknorm ambulant is: 4 weken vanaf het eerste contact met een zorgaanbieder een intakegesprek, binnen 6 weken na de intake is de behandeling gestart. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

21 C behandeling ambulant C behandeling klinisch 6 weken / 80% binnen 4 weken 7 weken / 80% binnen 5 weken C beschermd wonen 13 weken / 80% binnen 8 weken Voor acute zorg gelden bovenstaande normen niet. In dat geval dient binnen 24 uur hulp te worden verleend. Deze uitgangspunten zijn een eerste aanzet om periodieke monitoring mogelijk te maken. In overleg met de contractanten (oa bij de ontwikkeltafels) zal dit verder vormgegeven worden. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

22 Bijlage 4. Deelname regiogemeenten op deelovereenkomst Voor de jeugdhulptaken: - Ambulante zorg aan kind en gezin - Dagbehandeling - Behandeling met verblijf Koopt gemeente Eindhoven in voor de 11 samenwerkende gemeenten uit de regio s A2, Bov en de Kempengemeenten. Contractering vindt plaats op de schaal van 21 gemeenten uit de regio s A2, BOV, De Kempen, Dommelvallei+, Peel6.1 en Eindhoven voor de jeugdhulptaken: - Jeugdbescherming en Jeugdreclassering - Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK)/Veilig Thuis - Spoed Eisende Zorg (SEZ). - Jeugdzorgplus - ADHD zorg ziekenhuizen Voor beschermd wonen treedt gemeente Eindhoven op als centrumgemeente voor de volgende regiogemeenten: Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-de Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

23 Bijlage 6. DAEB Aanwijzingsbesluit DAEB Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang voor de gemeente Eindhoven en de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. De gemeente Eindhoven is door de hierboven genoemde gemeenten gemachtigd een aanwijzingsbesluit DAEB te nemen 1. Europese regelgeving In artikel 14 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is vastgelegd dat een openbare dienst kan worden aangemerkt als een DAEB in de zin van art. 106 VWEU. Het is naar onze mening noodzakelijk om de hieronder genoemde dienstverlening/activiteiten aan meerdere deskundige ondernemingen door middel van een overeenkomst toe te vertrouwen, omdat daarmee in hoge mate wordt voldaan aan het algemeen belang op het grondgebied van de hierboven in de aanhef genoemde gemeenten. 2. Voorbereidingsprocedure Omdat dit aanwijzingsbesluit DAEB een volledig bestaande situatie aangeeft welke door de markt in het geheel niet als een volledige economische activiteit zonder ondersteuning van de overheid wordt aangeboden, is een voorafgaande consultatie van marktdeelnemers om deze reden niet zinvol geacht. Een onderhandse aanbesteding heeft plaatsgevonden, waarbij dienstverleners die aan de eisen voldeden, allemaal een basisovereenkomst hebben gekregen, en vervolgens is met elke dienstverlener apart een deelovereenkomst gesloten. Toetreding van nieuwe dienstverleners is na het overgangsjaar 2015 mogelijk, mits zij aan de eisen voldoen. De procedure is benoemd in de basisovereenkomst Sociaal Domein 2016 en bijbehorende deelovereenkomst Ondersteunen Wonen. 3. Activiteiten Het gaat om ondersteuning wonen volwassen. Ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen bevat twee onderdelen: Beschermd Wonen en Opvang (landelijke productcodes 15A03, 15A04, 15A06, 16A03, 16A04 en 16A05). Er is zowel bij Beschermd Wonen als Opvang altijd sprake van een combinatie van een huisvestingscomponent en een ondersteuningscomponent. Ondersteuning van volwassenen op het terrein van wonen kan variëren van licht tot complex en van zowel kortdurend als langdurig structureel. Het gaat hier om specialistische ondersteuning in een 24-uurs setting. De mate van specialisme varieert in verschillende varianten. Het doel van de inzet is het bieden van een tijdelijke voorziening totdat de persoon/huishouden voldoende in staat is via reguliere kanalen (woningmarkt, woningcorporaties) een woning of verblijfplaats te vinden, met uitzondering van een kleine groep waarbij stabilisatie het hoogste doel is. GGZ Behandeling vindt altijd plaats via de Zorg Verzekeringswet (ZVW). Ondersteuning zelfstandig wonen volwassenen wordt ingekocht zonder dagbesteding. Dagbesteding die geleverd wordt aan volwassen inwoners van de regio Eindhoven die ondersteuning bij het zelfstandig wonen nodig hebben, vormt een apart product (zie Deelovereenkomst Maatschappelijke Deelname en Werk) en valt niet onder de DAEB. Doelstelling van beschermd wonen: het bieden van een beschermde woonomgeving gekoppeld aan een traject dat uiteindelijk leidt tot zelfstandig wonen(vooruitgang) of gericht is op stabilisatie (voor een beperkte groep waarbij geen uitzicht is op vooruitgang). 1. Beschermd wonen, outputgericht, (middel) twee soorten: a. De oude producten Volledig Pakket Thuis 3, 4 GGZ-C en ZZP 3, 4 GGZ-C. b. Een vorm van ondersteuning, waarbij geen sprake is van een 24-uurs intramurale setting, maar meer gericht op 24-uurs onplanbare ondersteuning op afstand (24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid) gericht op wonen. Activiteiten: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en specialistische ondersteuning, gericht op het bevorderen van Zelfredzaamheid op alle leefgebieden. 2. Beschermd wonen, outputgericht, (zwaar) twee soorten: a. Een traject dat uiteindelijk leidt tot zelfstandig wonen. b. Een traject dat gericht is op stabilisatie. 3. Opvang Doelstelling: het bieden van een tijdelijke opvangplek aan mensen zonder dak boven hun hoofd (dak- en thuislozen), gekoppeld aan een ondersteuningstraject. a. Opvang, outputgericht, midden Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

24 Inwoners van Eindhoven en de 14 regiogemeenten, die specialistische ondersteuning (middel) nodig hebben op het terrein van wonen en waarbij sprake is van woningen die op naam staan van de Dienstverlener (en nog niet op naam van de huurder). b. Opvang, outputgericht, zwaar Inwoners Eindhoven en 14 regiogemeenten, die tijdelijk opvang en specialistische ondersteuning nodig hebben binnen een 24-uurs opvanglocatie (geen behandeling). Zodra de omvang van deze openbare opdracht wordt verruimd met nieuwe diensten, wordt dit aanwijzingsbesluit dienovereenkomstig aangepast. 4. De markt De economische activiteiten van deze ondernemingen dienen het algemeen belang en de desbetreffende markt zal deze activiteiten zonder ons optreden niet of niet met dezelfde kwaliteit en onder dezelfde voorwaarden aanbieden. 5. De aangewezen ondernemingen In bijlage 1 is de lijst opgenomen met ondernemingen die zijn aangewezen als dienstverlener. Het overgangsrecht voor inwoners met een indicatie beschermd wonen vanuit het \CIZ of Bureau Jeugdzorg moet geborgd worden en dit kan het beste met de bestaande dienstverleners waar (overgangs)cliënten al beschermd wonen. Vanaf 1 januari 2016 kunnen binnen de ruimte die ontstaat als gevolg van aflopende indicaties en dooren uitstroom nieuwe ondernemingen die voldoen aan alle gestelde eisen zich aanmelden en zich conformeren aan de basisovereenkomst. Met deze ondernemingen zal een deelovereenkomst gesloten worden en zij zullen in een wijziging van dit aanwijzingsbesluit opgenomen worden als dienstverlener. De wijziging wordt met mandaat van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven door het sectorhoofd Support vastgesteld. 6. Eisen aan de geleverde diensten In de basis- en deelovereenkomst Ondersteuning Wonen (artikel 8 en bijlage 1 deelovereenkomst) zijn de kwaliteit en continuïteit vastgelegd. Dienstverleners houden zich ook aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en aan andere relevante regelgeving. Naast de continuïteit en waarborging van de kwaliteit van ondersteuning en zorg streeft de gemeente inclusie en integratie van inwoners na, die aangewezen zijn op Ondersteuning wonen. De gemeente beoogt dit te realiseren samen met alle dienstverleners Beschermd Wonen en Opvang en burgers. Gedurende de contractperiode geven de gemeenten prioriteit aan zorgcontinuïteit, respecteren het overgangsrecht, ontwikkelen van een meerjarig beleidsplan. De dienstverleners integreren waar mogelijk de dagbesteding met andere doelgroepen zodat participatie vergroot wordt. 7. Financiële en administratieve eisen De gemeente vergoedt reële kosten voor het uitvoeren van de activiteiten binnen het financiële kader dat de gemeenten beschikbaar hebben. Zowel de dienstverleners als de gemeenten zullen kijken naar het verminderen van bureaucratie, het verlagen van administratieve lasten en het bevorderen van de door- en uitstroom uit de maatwerkvoorziening. Aan cliënten in Beschermd Wonen met een geldende indicatie ZZP GGZ-C (de overgangscliënten) wordt continuïteit van zorg/ondersteuning geboden. De berekeningswijze van de netto kosten van activiteiten in het kader van de DAEB voor 2016 bestaat eruit dat de kosten worden vergoed van de omvang/hoeveelheid uitgedrukt in het aantal personen maal het aantal maanden, maal het product en het bijbehorende maandtarief per dienstverlener. Het betreft een outputgerichte uitvoering. Gemeente en dienstverlener komen overeen dat op basis van een vast tarief per traject per jaar (voor de opvang) en een vast tarief per cliënt per maand (beschermd wonen) de afgesproken output moet worden gerealiseerd. De dienstverlener levert aan de Cliënt die zorg en ondersteuning die nodig is om de output te behalen. De Gemeente en dienstverlener communiceren niet het gewerkte aantal uren, maar het afgesproken vaste tarief. Declaratie of facturatie vindt plaats op Cliëntniveau. Het tarief 2016 is gebaseerd op historie. Op termijn gaan objectieve tarieven gelden die voor iedere dienstverlener gelijk zijn. Als juridisch kader voor het berekenen van de hoogte van de compensatie aan de ondernemingen gelden de basisovereenkomst en de deelovereenkomst Ondersteuning wonen en het eerdergenoemde Vrijstellingsbesluit van de Europese Commissie. Een transparante berekening van de netto kosten bij de vaststelling van de compensatie vergt een adequate kosten en baten toerekening, neergelegd in een financieel verslag, opgesteld aan de hand van algemeen erkende en consequent toegepaste boekhoudmethoden. De ondernemingen zorgen dan ook dat: - de interne rekeningen voor de verschillende activiteiten (dit zijn de activiteiten in het kader van deze openbare dienst en activiteiten, die daarbuiten vallen) gescheiden zijn; - alle kosten en opbrengsten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie, correct worden toegerekend; en Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

25 - de beginselen, inzake kostprijsadministratie volgens welke de gescheiden boekhouding wordt gevoerd duidelijk zijn vastgelegd. Omdat de ondernemingen de plicht wordt opgelegd een DAEB uit te voeren voor de hierboven genoemde activiteiten ontvangen zij een tegemoetkoming van de gemeente voor deze activiteiten, compensatie genaamd. De compensatie wordt bepaald door het maandtarief per producten maal het aantal cliënten dat in een bepaalde maand in zorg is. Voor Opvang geldt een vast tarief per traject per jaar. Deze compensatie kan ten hoogste ,- voor beschermd wonen en ,- per jaar voor Opvang bedragen ten behoeve van de werkelijk gemaakte netto kosten berekend volgens de hierbij aangeduide parameters voor de genoemde activiteiten zoals beschreven in punt 3. Het bedrag is het maximale bedrag voor alle dienstverleners Beschermd Wonen en Opvang (genoemd in bijlage 1) per jaar. De Europese Commissie stelt voorop dat het compensatiebedrag (staatssteun) niet meer mag bedragen dan de netto kosten van de openbare opdracht, waarbij ook rekening wordt gehouden met andere rechtstreekse of indirecte inkomsten, afkomstig van het vervullen van de openbare dienst. De berekening van de benodigde compensatie wordt op transparante wijze en vooraf weergegeven, Voordeel van toepassing van deze regelgeving is dat de compensatie is vrijgesteld van voorafgaande melding en goedkeuring door de Europese Commissie. 8. Overcompensatie en hoogte reserves Hoogte reserves: De Europese regels stellen eisen aan (de jaarlijkse toevoeging aan ) de reserves, dit alles om zeker te stellen dat de organisaties, als actoren in de publieke zorgsector, welke aan beperkte mededinging onderhevig is, alleen de netto kosten voor het verrichten van de publieke dienst gecompenseerd zullen krijgen. De gemeente bepaalt de maximale toevoeging aan de algemene reserve vanaf op basis van art. 5 van het Vrijstellingsbesluit DAEB. In het tarief per dienstverlener dat gebaseerd is op historische kosten in 2016 is een vergoeding voor redelijke winst (max 10%) inbegrepen, deze kan, indien dit in de beheers- en beleidsplannen van de ondernemingen is opgenomen, tot een maximum van0% aan de algemene reserve toegevoegd worden. Van overcompensatie op basis van art. 6 van het Vrijstellingsbesluit is vanaf 2016 geen sprake, Overigens merkt de gemeente op dat het gebruik van gelieerde rechtspersonen voor commerciële activiteiten er niet toe mag leiden dat een zinnige kostenallocatie onmogelijk wordt. Middels een controleverklaring (accountantsverklaring) bij de jaarrekening vindt jaarlijks verantwoording plaats aan de hand waarvan de prijs kan worden getoetst. Deze verklaring wordt per 1 maart na afloop van het kalanderjaar bij de Gemeente Eindhoven ingeleverd. Tussentijdse fluctuaties in het kostenpeil zullen bij de vaststelling geen wijziging van de berekeningsgrondslag met zich meebrengen. Verplichtingen samenhangend met de compensatie. Niet naleven van de verplichtingen kan consequenties hebben voor het besluit tot aanwijzing als DAEB en of de hoogte van de vast te stellen compensatie. A. De ondernemingen leggen wijzigingen in de dienstverlening ten opzichte van de publieke taakopdracht aan de gemeente ter goedkeuring voor. B. De ondernemingen voeren een boekhoudkundige scheiding van kosten en inkomsten verbonden aan DAEB en niet DAEB door. Binnen de DAEB activiteiten kan sprake zijn van instroom van publieke gelden van diverse overheden. De gelden van deze overheden zijn naar herkomst traceerbaar in de boekhouding en worden alleen uitgegeven aan de door die overheden vastgelegde doelen. Kostenallocatie vindt plaats volgens een algemeen aanvaarde, consequent toegepaste methode van boekhouding. Van belang is dat het hierbij gaat om een bestendige gedragslijn van administratie in overeenstemming met de systematiek van de ondernemingen gedurende langere tijd, zodat geen overcompensatie kan insluipen; C. De ondernemingen beschikken over een AO/IC-systeem; D. De ondernemingen dragen zorg dat de eventuele nadelen van de compensatie voor derden worden beperkt dan wel weggenomen. E. De ondernemingen dienen een financiële verantwoording in. Hiertoe behoort een controleverklaring bij de jaarrekening van de onderneming met een omvang van geleverde zorg van groter dan ,- en een bestuurdersverklaring voor ondernemingen met een omvang geleverde zorg van minder dan ,-. Daarnaast wordt het format van de ingediende en goedgekeurde begroting en kostenverdeelstaat tevens gehanteerd in de financiële verantwoording/jaarrekening. De kostenverdeelstaat valt hierbij binnen de reikwijdte van de accountant- c.q. controleverklaring. Afrekening vindt plaats op basis van de realisatie van de dienstverlener tegen een vast tarief per traject per jaar (voor de opvang) en een vast tarief per cliënt per maand (beschermd wonen) waarbij het gemeentelijk budget dat beschikbaar is voor de inkoop van Beschermd Wonen en Opvang niet wordt overschreden; F. De accountant stelt vast dat verantwoorde kosten voldoen aan eisen van financiële rechtmatigheid. de begroting van de onderneming wordt immers niet gehanteerd als sturingsinstrument om rechtmatige uitgaven Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

26 te doen- in de jaarrekening. Hiervoor is het controleprotocol geldend zoals dat door de gemeente is vastgesteld. Hierbij zal indien mogelijk aansluiting worden gezocht op het landelijk vastgestelde protocol. De wijze van verantwoording wordt met dienstverleners besproken aan ontwikkeltafels in verband met de transformatie van ondersteuning wonen volwassenen; G. De compensatie wordt uitsluitend besteed aan de DAEB activiteiten als omschreven in de door de gemeente met de dienstverleners overeengekomen deelovereenkomst en nadere afspraken per dienstverlener van Beschermd Wonen 9. Samenwerking De aanbesteding heeft in volledig overleg tussen de dienstverleners van de diensten en de gemeenten plaatsgevonden. Deze samenwerking is nodig voor een verantwoorde transitie en transformatie van Beschermd Wonen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning Het doel is om tot een verantwoorde en adequate invulling van het Beschermd Wonen te komen. Deze nieuwe invulling van het Beschermd wonen moet voldoen aan de in de beleidsnota s (in de Basisovereenkomst zijn deze genoemd) beschreven visie waarbij participatie en zelfredzaamheid het doel zijn. De dienstverleners werken vraaggericht en resultaatgericht en niet claim- en aanbodgericht. De samenwerking is ook noodzakelijk om ervoor te zorgen dat geïndiceerde cliënten niet op straat komen te staan en de toegankelijkheid van de voorzieningen te waarborgen. Als gemeenten en dienstverleners onvoldoende samenwerken komt de bovengenoemde vernieuwingsslag in het gedrang. Bovendien kan differentiatie en specialisatie binnen de Beschermd Wonen-vormen nu tot stand komen. 10. Duur van de openbare dienstverplichtingen De verplichtingen voortvloeiende uit de taakomschrijving (genoemd in punt 3) en zoals vastgelegd in de basisovereenkomst Sociaal Domein 2016 en de bijbehorende deelovereenkomst Ondersteunen Wonen en de aanwijzing gelden voor de periode zolang de basis- en deelovereenkomst geldig zijn (tot en met exclusief verlengingsopties). Deze aanwijzing eindigt ten aanzien van de in deze aanwijzing genoemde activiteiten die onder de DAEB vallen op 1 januari Tussentijds en daarna zal opnieuw bekeken worden of een DAEB noodzakelijk is of dat dit niet meer nodig is omdat de markt zich ondertussen zodanig gewijzigd heeft dat geen sprake meer is van marktfalen en ondersteuning door de gemeente niet meer noodzakelijk is. Op het moment dat de aanwijzing DAEB eindigt, bestaat geen recht meer op compensatie voor dezelfde activiteiten. 11. Grondgebied De in punt 5 aangewezen ondernemingen bieden de diensten/activiteiten aan op het grondgebied van de gemeenten Eindhoven, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Bezwaarschrift en voorlopige voorziening Tegen deze beschikking kunt u bezwaar aantekenen. U kunt bezwaar maken bij het College van burgemeester en wethouders van deze gemeente. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na de datum van verzending van dat besluit. U richt uw bezwaarschrift aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven. U ondertekent uw bezwaarschrift en vermeldt: a. uw naam en adres b. de datum c. een aanduiding of omschrijving van deze beschikking waartegen uw bezwaar zich richt (bij voorkeur het kenmerk) en d. de gronden van het bezwaar (de motivering, waarom heeft u problemen met deze beschikking). Ook kunt u op grond van artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant te s-hertogenbosch verzoeken een voorlopige voorziening te treffen indien u meent de behandeling van het bezwaarschrift niet af te kunnen wachten. Het vragen van een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als u binnen de zes weken ook een bezwaarschrift indient bij het college. Het verzoek om voorlopige voorziening richt u aan: De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, sector bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA s- Hertogenbosch. U bent griffierechten verschuldigd voor dit verzoek om voorlopige voorziening. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

27 Bijlage 6.1. Dienstverleners De lijst wordt aangepast als er gecontracteerde partijen bekend zijn. Ook wordt de lijst aangepast als gedurende de looptijd van het contract nieuwe Dienstverleners toetreden. Deze worden gepubliceerd op de website van de Gemeente Eindhoven. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

28 Bijlage 7. Monitoring en KPI Doelstelling Door het werken met kritische prestatie indicatoren (kpi s) is het mogelijk om de Dienstverlener op een zo objectieve en meetbare manier te kunnen evalueren, monitoren en indien nodig bij te sturen, met als uiteindelijk doel de kwaliteit te verhogen en passend binnen het financiële kader. De gemeente gaat hier door middel van de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM-matrix) op monitoren. In onder andere de ontwikkeltafels zal hier verder invulling aan gegeven worden en wordt gekeken of de gekozen methodiek en werkwijze goed werken. Methode De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM-matrix); De generalisten (onder andere van WIJ Eindhoven) of de personen binnen de regiogemeenten die een soortgelijke functie vervullen, vullen achtereenvolgens aan de voorkant van elk traject (aan de keukentafel), vervolgens iedere 6 maanden bij langlopende trajecten en aan de achterkant, bij het afsluiten van elk traject de ZRM matrix in. Al de op deze manier verzamelde matrices/gegevens leiden tot een totaalbeeld van de Dienstverleners en kunnen op onder andere Dienstverlenersniveau, wijkniveau, generalistenniveau, etc. geanalyseerd worden om op die manier de kwaliteit te meten en waar mogelijk te verbeteren. KPI s De focus van de gemeenten is gericht op het op gang brengen en volgen van de transformatie in het Sociaal domein. Daarvoor is het van belang om nu enkele kern-indicatoren met elkaar vast te stellen, In eerste instantie kijken gemeenten naar gegevens die vanuit de eigen systemen bij de gemeenten kunnen worden opgehaald en doorontwikkeld. Daarnaast wordt gekeken naar gegevens die de zorgdienstverleners registreren in hun administratie. - Gerealiseerde productieaantallen Bronnen: o Registratie zorgdienstverleners ingezette productieaantallen per product o Facturatiegegevens gemeenten - Aantal beschikkingen per dienstverlener, per product o Bron: Registratie gemeenten - Instroom en uitstroom cliëntenaantallen o Bron: Registratie zorgdienstverleners - Gemiddelde duur van de behandeling/begeleiding.(differentiatie per product) Bronnen: o Registratie zorgdienstverleners o Registratie gemeenten - Inzicht in wachttijden (start zorg na aanmelding cliënt) en wachtlijsten. - Inzicht verwijzingen: lopen verwijzingen via generalist, huisarts of anders. o Bron: Registratie gemeenten Op korte termijn willen gemeenten starten met structurele kwartaalgesprekken met bepaalde zorgdienstverleners. In die gesprekken wordt gestart met o.a. de ontwikkelingen t.a.v. producties en de transformatie. Deze uitgangspunten zijn een eerste aanzet om periodieke monitoring mogelijk te maken. In overleg met de contractanten (oa bij de ontwikkeltafels) zal dit verder vormgegeven worden. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

29 Bijlage 10. Facturatieproces Er wordt enkel gebruik gemaakt van declaratieberichten via Vecozo conform de landelijke standaard. Meer informatie hierover is te vinden op de website van i-sociaal domein. Tijdens het facturatieproces dienen onderstaande richtlijnen te worden gevolgd: 1. Declaratie dient uitsluitend digitaal plaats te vinden door middel van Vecozo. Hiervoor wordt de laatste versie van iwmo/ijw van Vecozo gebruikt; 2. Na afronding van de periode van de producteenheid (maand, traject, etmaal) dient gedeclareerd te worden. Alle eenheden dienen op maandelijkse basis gedeclareerd te worden. De eenheden van etmaal en maand worden dus per maand gedeclareerd. Uitzondering hierop is de trajecteenheid. Trajecten dienen, tenzij anders is beschreven, aan het einde van de trajectduur gedeclareerd te worden; 3. Indien declaraties niet tijdig ingediend worden, gaan beide partijen in gesprek om verbeterafspraken te maken; 4. De declaraties over december dienen uiterlijk 15 januari bij de gemeente aangeleverd te zijn; 5. Bij het declareren van zorg via iwmo / ijw 2.0 dienen de zorgcodes gebruikt te worden zoals deze in Bijlage 1 zijn beschreven; 6. Melden bij het CAK voor de inning van de eigen bijdrage betreft WMO activiteiten: Voor de ondersteuning die volgens het principe PxQ inspanningsgericht is ingekocht door Gemeente Eindhoven is het belangrijk dat de Dienstverlener de hoeveelheden doorgeeft aan het CAK. De daaraan gekoppelde tarieven zijn door Gemeente Eindhoven aan het CAK doorgegeven. Voor ondersteuning die als outputgericht door Gemeente Eindhoven is ingekocht hoeft de Dienstverlener niets door te geven aan het CAK. 7. Dienstverleners voor J-GGZ zijn verplicht de spelregels rondom de registratie van DBC s te volgen. Hiervoor gelden de meest recente spelregels DBC registratie. Deze zijn te downloaden van de website Werken met DBC s ( Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

30 Bijlage 11. Eigen Verklaring Dit wordt als een officieel bewerkbare PDF aangeleverd bij de definitieve versie. (Deze overeenkomst vervangt de vorige versies van deze overeenkomst. Indien u reeds een eerdere overeenkomst heeft gehad, dan vervalt de Eigen Verklaring. Deze is reeds ingediend bij inschrijving op deze overeenkomst) Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

31 Bijlage 12a. Toegang Jeugd Jeugd Er zijn twee mogelijke routes voordat de Dienstverlener daadwerkelijk kan starten met het uitvoeren van de zorg/ondersteuning van de Cliënt. Route 1: nieuwe Cliënten via generalist 1. De gemeente stuurt een bestelopdracht (toewijzing ondersteuning) naar de Dienstverlener via berichtenverkeer ijw 301 (toewijzingsgegevens Jeugdzorg). Dit dient beantwoord te worden met een bericht ijw 302 (ontvangstbevestiging Opdrachtnemer). Hieronder wordt een specificatie gegeven van de inhoud aan gegevens van het bericht ijw Cliënt 2. De Dienstverlener dient een bericht te sturen via berichtenverkeer ijw 305 (aanvang Jeugdhulp) bij de individuele gemeente bij aanvang van de zorg/ondersteuning. Hieronder wordt een specificatie gegeven van de inhoud aan gegevens van het bericht ijw De gemeente stuurt daarna een ijw306 retour. De bestelopdracht dient binnen bepaalde termijn omgezet te worden in de aanvang van zorg. Wanneer dit niet mogelijk is binnen de gestelde werkdagen, dient de Dienstverlener dit kenbaar te maken, inclusief reden, bij de individuele gemeente. Een einde- of mutatiebericht na afloop van een ondersteuning dient via een ijw307 plaats te vinden, als reactie hierop ontvangt u een ijw308 van de gemeente. Deze berichten dienen via het Vecozo schakelpunt te worden aangeleverd. Route 2: nieuwe Cliënten via medische verwijzing en justitiële uitspraak 1. Een medische verwijzing (van bijvoorbeeld een huisarts) of een justitiële uitspraak komt rechtstreeks naar de Opdrachtnemer. 2. De Dienstverlener heeft een meldingsplicht naar de betreffende gemeente. Deze melding moet een aantal specificaties bevatten om te komen tot een bestelopdracht van de Gemeente. De Dienstverlener dient zo spoedig mogelijk een ijw315 melding te doen. De melding dient binnen 14 dagen na een formele intake bekend te zijn bij de betreffende Gemeente. 3. De stappen van route 1 volgen. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

32 Bijlage 12b. Toegang Beschermd Wonen De gemeente Eindhoven verleent voor zowel inwoners van Eindhoven als de 14 regiogemeenten toegang tot de maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang. Daartoe geeft zij een beschikking af. WIJ Eindhoven vormt de toegangspoort voor inwoners van Eindhoven of hun ondersteuner met een ondersteuningsvraag. Iedere regiogemeente regelt voor haar eigen inwoners de toegang; ook bij spoedeisende gevallen. Centrumgemeente Eindhoven verzorgt de administratieve afhandeling, waaronder het afgeven van de beschikking. Enkel aan personen met een geldige beschikking die is afgegeven door de gemeente Eindhoven of in geval van beschermd wonen een indicatie die aan inwoners met overgangsrecht is afgegeven door het CIZ kan de voorziening beschermd wonen of opvang zoals opgenomen in de deelovereenkomst ondersteuning wonen worden geleverd door de Dienstverlener. Daarbij is de levering van de voorziening zoals bedoeld in deze Deelovereenkomst bovendien via het berichtenverkeer toegewezen aan de Dienstverlener. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

33 Bijlage 12c. Toegang Opvang De gemeente Eindhoven verleent voor zowel inwoners van Eindhoven als de 14 regiogemeenten toegang tot ondersteuning wonen volwassenen. Daartoe geeft zij een beschikking af. WIJ Eindhoven vormt de toegangspoort voor inwoners van Eindhoven of hun ondersteuner met een ondersteuningsvraag. Voor 2016 geldt m.b.t. de Maatschappelijke Opvang dat de toegangspoort (intake en screening) nog via de Centrale Aanmelding van Neos verloopt. Iedere regiogemeente regelt voor haar eigen inwoners de toegang tot Beschermd Wonen. De toegang tot opvang voor de regiogemeenten verloopt in 2016 nog via Neos. Centrumgemeente Eindhoven verzorgt de administratieve afhandeling, waaronder het afgeven van de beschikking. Enkel aan personen met een geldige beschikking die is afgegeven door de gemeente Eindhoven of in geval van beschermd wonen een indicatie die aan inwoners met overgangsrecht is afgegeven door het CIZ kan de voorziening beschermd wonen of opvang zoals opgenomen in de deelovereenkomst ondersteuning wonen worden geleverd door Dienstverleners. Daarbij is de levering van de voorziening zoals bedoeld in deze deelovereenkomst bovendien via het berichtenverkeer toegewezen aan de Dienstverlener. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

34 Bijlage 13. Social Return Uitvoeringsvoorwaarden Social return Opdracht Sociaal Domein (2016 e.v.), inkoop Gemeenten kunnen bij het verlenen van opdrachten sociale voorwaarden stellen, in de vorm van Social return. Op het moment dat de Gemeente Eindhoven een opdracht verleent aan een Dienstverlener wordt er een tegenprestatie gevraagd in de vorm van het bieden van werkgelegenheid en/of opleiding voor Inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze manier krijgen ook deze Inwoners de kans om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Gezien het belang van werk en de verantwoordelijkheid van gemeenten worden bedrijven en instellingen op diverse manieren gestimuleerd om Inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ervaring) te helpen. Met de komst van de Participatiewet worden werkgevers ook steeds meer geconfronteerd met de verplichting om banen beschikbaar te stellen voor deze doelgroep. Het stellen van Sociale voorwaarden bij het verlenen van opdrachten is hier een voorbeeld van. Artikelen Social return verplichting 1. Social return houdt in dat de Dienstverlener aan wie een opdracht wordt verstrekt, verplicht is om 5% van de totale opdrachtsom excl. BTW te besteden aan de invulling van de Social return (door de (bij voorkeur langdurige) inzet van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt). Deze verplichting geldt voor organisaties met meer dan 5 medewerkers in loondienst en bij een opdrachtwaarde vanaf , Een vorm van Social return is het keurmerk PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Op het moment dat een bedrijf of instelling in het bezit is van een geldige PSO-certificering, wordt er tevens aan de artikel 1 omschreven Social return verplichting voldaan. Het vereiste niveau is minimaal het aspirant niveau van de PSO. Dit certificaat moet na het ondertekenen van het contract binnen een half jaar worden behaald. 'PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk van de Stichting PSO Nederland ( in samenwerking met TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek). Een aanvraag voor het PSO-certificaat kan worden aangevraagd via Vragen kunnen via info@pso-nederland.nl gesteld worden. Bedrijven en instellingen die gevestigd zijn in arbeidsmarktregio Zuid Oost Brabant een PSO-certificering willen behalen en/ of de PSO aanvragen in het kader van een aanbesteding kunnen bij PSO-Nederland ( een stimuleringssubsidie aanvragen ( 1.000,-). Social return en de opdracht 3. De invulling van de Social return verplichting mag plaatsvinden zowel binnen als buiten de aanbestede opdracht. Indien de invulling deels plaats vindt buiten de opdracht dan dient hier wel sprake te zijn van ondersteunende diensten en werkzaamheden ten opzichte van de opdracht. 4. De invulling van de Social return verplichting wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht. Het moet namelijk mogelijk zijn om de opdracht direct na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen en daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de Social return verplichting is gerealiseerd. 5. Van de bij artikel 4 genoemde periode kan worden afgeweken in het kader van duurzame plaatsing van een kandidaat. Indien Dienstverlener bij het verstrijken van de opdracht kan aantonen dat de plaatsing zal voortduren na deze periode, mag deze periode worden meegerekend voor de invulling van de Social return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg met de prestatiemanager van de Gemeente Eindhoven, Sociaal Domein (of een ander aangewezen contactpersoon van de gemeente Eindhoven). Invulling Social return 6. Social return kan op hoofdlijnen op de volgende manieren worden ingevuld door de opdrachtnemer: a. Door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (kandidaten), zoals omschreven in artikel 7 te betrekken bij de (ondersteunende) werkzaamheden; b. De Dienstverlener mag gebruik maken van een onderaannemer bij het voldoen aan deze Social return bepaling maar blijft ook dan verantwoordelijk voor de toepassing van Social return. Hierbij dient wel aantoonbaar te worden gemaakt dat er een koppeling met de opdracht is. c. Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) en kan dit overleggen. Hiermee wordt aan de volledige Social return verplichting voldaan. Kandidaten Social return 7. De kandidaten uit de in tabel 1 benoemde regelingen tellen mee als invulling voor Social return. In de kolommen worden resp. de kandidaten en de bijbehorende criteria vermeld. In de tabel wordt uitgegaan van het moment van instroom bij de opdrachtnemer. Tabel 1: Kandidaten Social return Regeling Kandidaten Criteria PW/WWB/ Personen die v r instroom bij de Bijstandsgerechtigden kunnen één maand bij de IOAW/IOAZ Dienstverlener een uitkering van de Dienstverlener worden ingezet met behoud van Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

35 WAO/WIA/ WAZ/ Wajong WSW WW BBL/BOL niveau 1 en 2 + VSO/PRO gemeente op grond van de Wwb en per 1 januari 2015 Participatiewet (PW), IOAW of IOAZ ontvingen. uitkering. Na die periode moet de Dienstverlener de kandidaat- bij gebleken geschiktheid - een dienstverband aanbieden voor minimaal 6 maanden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. Personen tellen mee op grond van een claimbeoordeling volledig arbeidsongeschikt of gedeeltelijk Voor de kandidaten met een WAO, WIA. WAZ of arbeidsgeschikt verklaard (minimaal Wajong uitkering, dient de opdrachtgever een 35%), op basis van een dienstverband voor minimaal 6 maanden aan te bieden. jonggehandicapte status of op grond van Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de een arbeidsongeschiktheids-verzekering kandidaat mee voor de Social return score. (AOV) van een private verzekeraar arbeidsongeschikt zijn verklaard. Personen tellen mee op grond van Een detacheringsconstructie o.a. indicatiebeschikking SW. Personen met als uitgangspositie WWuitkering tellen pas mee als ze v r instroom n jaar of langer een WWuitkering ontvingen. Als een persoon tijdens zijn recht op een WW-uitkering weer aan het werk gaat en binnen 26 weken opnieuw werkloos wordt, loopt de oude uitkering weer verder (herleving van de uitkering) voor de duur die de werkloze nog te goed had. In dit geval telt de uitkeringsduur v r het weer aan het werk gaan mee met de duur van de WW na het opnieuw werkloos worden (moet samen ook min. 1 jaar zijn). Personen die een leerwerk- (BBL) of een stage-overeenkomst (BOL) tot niveau 1 of 2, dan wel leerlingen VSO/PRO die een stage-overeenkomst hebben voor een arbeidstoeleidingsstage. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) die een stage-overeenkomst hebben met een werkgever voor een arbeidstoeleidingsstage tellen ook meer in het kader van Social return. Voor de kandidaten met een WW uitkering, dient de opdrachtgever een dienstverband voor minimaal 6 maanden aan te bieden. Na ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de Social return score. Een leerwerkovereenkomst BBL of een stageovereenkomst. Vaststellen bedrag Social return 8. De gemeente rekent bij de invulling van Social return met de volgende bedragen: a ,- voor een fulltime dienstverband voor een bijstandsgerechtigde/ Participatiewet kandidaat voor één jaar; b ,- voor een fulltime dienstverband voor een persoon met een WW, WIA of Wajong uitkering voor één jaar; c ,- per leerwerkovereenkomst BBL voor één schooljaar; d ,- per stageovereenkomst BOL of VSO/PRO. e. In geval van detachering via een Sociale Werkvoorziening mag de volledige inleenvergoeding worden meegeteld. 9. Voor het bepalen van de hoogte van het gerealiseerde Social return bedrag geldt als uitgangspunt dat de daadwerkelijk gemaakte kosten en of ingezette uren van de in artikel 7 genoemde kandidaten en de daarbij in artikel 8 behorende bedragen door Dienstverlener meetellen. 10. In geval van een plaatsing via arbeidsovereenkomst, een uitzendbureau of payroll constructie mogen de bruto salariskosten worden opgevoerd voor de invulling van de Social returnverplichting. De detachering fee telt nooit mee in het kader van Social return. 11. Voor (on)betaalde leerwerktrajecten mag de Dienstverlener voor het kwantificeren van de Social return invulling daadwerkelijk gemaakte bedrijfs- en/of begeleidingskosten in rekening brengen. Eventuele stagevergoedingen vallen ook onder deze kosten. 12. Bij de inzet van de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) dient een geldige kopie van het certificaat overlegd te worden. Een organisatie is aantoonbaar in het bezit van een geldig certificaat van de PSO en kan dit overleggen. Hiermee wordt aan de volledige Social return verplichting voldaan. Aantrekken van kandidaten Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

36 13. De Dienstverlener is verantwoordelijk voor de werving van Social Return kandidaten. Indien gewenst biedt de Gemeente Eindhoven de Dienstverlener advies en ondersteuning in het aantrekken van kandidaten. De Dienstverlener kan zich hiervoor wenden tot het 04Werkt portal van de arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant. 04Werkt heeft de diverse kandidaten in beeld en kan ondersteunen bij een passende invulling van de Social return verplichting. ( Niet of laat nakomen Social return 14. Bij het niet voldoen aan de eisen met betrekking tot de Social returnverplichting wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking wat kan leiden tot schadevergoeding welke gelijk staat aan tweemaal het niet ingezette percentage van de Social returnverplichting. Rapportering Social return 1. De Dienstverlener rapporteert eens per kwartaal de resultaten van Social return door middel van de eigenverklaring SROI. De gemeente vraagt steekproefsgewijs of bij twijfel bewijsstukken bij de Dienstverlener op, zoals arbeidsovereenkomsten, loonstroken, bewijs van inschrijving UWV, bewijs van uitkering UWV of gemeente, stageovereenkomsten en leerwerkovereenkomsten. 2. De prestatiemanager van de Gemeente Eindhoven zal de Dienstverlener informeren op welke wijze deze de documenten aangeleverd dienen te worden. 3. De prestatiemanager van de gemeente Eindhoven (Sociaal Domein) is contactpersoon voor de Dienstverlener voor de invulling van Social Return en zal de praktische gang van zaken met de Dienstverlener bespreken. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

37 Bijlage 14. Ontwikkelagenda Jeugd Uit 21 voor de jeugd, versie 2.0 : Een belangrijk uitgangspunt binnen de transitie jeugdzorg (maar ook binnen andere transities in het sociaal domein) is dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien en zich ontwikkelen in een gewone thuissituatie, in de eigen buurt en deelnemen aan het reguliere onderwijs of andere opvang. Eén van de uitdagingen is om het uitplaatsen van Jeugdigen naar speciale voorzieningen zoveel mogelijk te voorkomen en het gebruik van dergelijke voorzieningen terug te dringen. In de ontwikkeltafel jeugd is een ontwikkelagenda met elkaar uit te werken. Verschillende regionale werkgroepen spelen hierin een rol, met name een regionale werkgroep die zich richt op 24 uurs verblijfszorg. Een aantal vragen waar de ontwikkeltafel zich aan gecommitteerd heeft om mee aan de slag te gaan zijn: - Hoe kunnen we de beweging van 2 e naar 1 e naar 0 e lijn vormgeven? - Welke vormen van 2 e lijnsondersteuning kunnen in toekomst vanuit generalistenteams geboden worden? Hoe sluit specialisme goed aan op generalistenteams? - Hoe kunnen we vormgeven aan het streven naar inzet van samenkracht en vrijwillige inzet binnen de 2 e lijns jeugdhulp? - Hoe invulling geven aan beddenreductie (notitie zorglandschap: 30% reductie) - Hoe kunnen we zorgen dat Jeugdigen de juiste passende ondersteuning krijgen waar nodig en niet telkens verplaatst worden? - Hoe kunnen we een beweging in gang zetten binnen de 2 e lijn naar lichtere vormen van ondersteuning en wat is daarvoor nodig? - Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Jeugdigen niet onnodig lang in duurdere vormen van zorg verblijven omdat onvoldoende lichtere vervolghulp beschikbaar is? - Hoe kunnen we zorgen dat de wijze van inkopen ondersteunend werkt aan deze transformatiedoelen? Ontwikkelagenda Ondersteuning Wonen volwassenen Richting In de tweede lijn willen we een beweging gaan bewerkstelligen naar de eerste lijn en naar de sociale basis. Opvang en beschermd wonen zijn belangrijke ondersteuningsvormen waarin we deze beweging willen maken. De focus in de aanpak van opvang en beschermd wonen, moet in de toekomst liggen op het voorkómen hiervan (preventie), op stabilisatie en uitstroom uit de opvang en instellingen voor beschermd wonen, op het realiseren van meer participatie op wijkniveau, meer focus op werk én op vormen van zelfbeheer binnen de maatschappelijke opvang. De volgende uitgangspunten zijn richtinggevend: - Van zorg/ondersteuning naar participatie/ werk. Het accent in de aanpak verschuift van zorg/ondersteuning naar meer participatie/werk. - Van beschermd wonen/opvang naar zelfstandig wonen. Er vindt een beweging plaats van de tweede lijn naar de eerste lijn en de sociale basis. Dit betekent een afbouw van beschermd wonen/opvang en uitstroom richting begeleid wonen naar uiteindelijk zelfstandig wonen (gebruik van de woonladder); - Van aanbodgericht naar vraaggericht. Er vindt een beweging plaats waarin de Inwoner centraal staat en eigenaarschap versterkt wordt; dit betekent het versterken van de eigen kracht, versterken van Cliëntparticipatie en ontwikkelen van vormen van zelfbeheer; - Van curatief naar preventief. Beweging naar het voorkomen van opvang en beschermd wonen d.m.v. vroegsignalering (o.a. door de generalistenteams die in de wijken, dichtbij, opereren) en het versterken sociale basis. Ook een versterking van de verbinding tussen de tweede lijns voorzieningen en de sociale basis. - Van doelgroepgericht naar maatwerkgericht. Niet de doelgroep staat centraal in de aanpak, er wordt maatwerk geleverd vanuit het inzicht dat iedere Inwoner zijn/haar eigen verhaal en achtergrond heeft. De vraag die door de Inwoner, samen met de generalist is geformuleerd, staat centraal. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

38 Bijlage 15. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) Duurzaam Inkopen en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), samen Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) is binnen de Nederlandse overheid de laatste jaren hoog op de politieke agenda komen te staan. De overheid koopt per jaar voor miljarden euro s in en kan daarmee invloed uitoefenen op het milieu en sociale aspecten hier en in andere landen. Bewust en gericht duurzaam inkopen is een effectief instrument gebleken om belangrijke duurzaamheiddoelstellingen te bereiken. Door duurzaam in te kopen willen ook Gemeenten het goede voorbeeld geven en partners aanzetten tot duurzame productie, dienstverlening en Social return. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen betekent dat we producten, diensten of werken inkopen met maximale duurzame waarde. Dit houdt in dat we naast de prijs ook de impact op mens en milieu meenemen in het inkoopproces en dat we nadenken over de mogelijkheid om via de inkoop bij te dragen aan de realisatie van (duurzame)beleidsdoelen. Doelstelling en beleid van Gemeenten is uiteindelijk 100% maatschappelijk verantwoord inkopen. Omdat onze huidige samenleving (nog) niet duurzaam is, is het lastig om dat als gemeente wel te zijn. Stappen zetten naar duurzaamheid kunnen we als Gemeenten niet alleen. Om innovatie op het gebied van duurzaamheid te stimuleren is samenwerking noodzakelijk met onze partners; burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarbij wordt van leveranciers verwacht dat waar financiën, wetgeving en technologie het toelaten, er gekozen wordt voor de meest duurzame oplossing. MVI is maatwerk, en dus overal anders! Dit geldt zeker voor het sociaal domein met een zeer grote diversiteit in het leveranciersbestand. In plaats het opnemen van uniforme standaard verplichtingen, is het belangrijk te weten op welke thema s het accent gelegd kan worden en welk ambitieniveau we hierbij kunnen stellen. Het gaat hierbij om het vinden van de juiste match tussen de ambities/mogelijkheden van gemeenten en die van zorginstellingen/verleners. Vanuit de gemeenten ligt het accent voor duurzaamheid bij de volgende vier pijlers; Energie, Bouwen & Wonen, Mobiliteit en MVO. Energie Gebruik 100% duurzame energie die waar (financieel en technisch) mogelijk zelf wordt opgewekt. Bouwen en Wonen - Alle gebouwen zijn energieneutraal en gemaakt van hernieuwbare en herbruikbare materialen. Natuur is aan bebouwing gekoppeld en er wordt geen water verspild. Het binnenklimaat is gezond en de gebouwen zijn toegankelijk, flexibel en sociaal veilig. Mobiliteit Het aandeel voetgangers, fietsers en openbaar vervoer gebruikers is relatief hoog. Voertuigen rijden op duurzame brandstoffen en stoten geen schadelijke stoffen uit. Locaties zijn op een duurzame en snelle manier bereikbaar en de straten zijn zo veilig en leefbaar dat het aantal verkeersslachtoffers en gehinderden zeer laag is. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de stad - Bedrijven in Eindhoven en de regio ondernemen duurzaam. Via netwerken en platforms wordt duurzaam ondernemen gestimuleerd en versterkt. De partners van de gemeenten kennen de ambities op het gebied van duurzaamheid. Partijen werken samen met de gemeenten aan die ambities. Burgers/Cliënten hebben toegang tot de informatie wat duurzaamheid is en wat zij zelf kunnen doen. Eigen medewerkers weten wat duurzaamheid is voor de eigen organisatie en hoe ze dat in hun eigen werkzaamheden toe kunnen passen om organisatie ambities te bereiken. Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari

39 Om inzicht te verkrijgen in huidige stand van zaken en gestelde duurzaamheidsambities binnen het sociaal domein hebben we in 2014 aan alle Dienstverleners gevraagd om, volgens de methodiek van The Natural Step, het ABCD-model in te vullen. Hierin werden 4 vragen gesteld: 1. visie (A) Wat is de ideale duurzame situatie voor uw project of werk? 2. 0-meting (B) Wat is duurzaamheid in uw project of werk nu? 3. creatieve oplossingen (C) Welke stappen moeten er nog gezet worden? 4. concrete acties (D) Welke concrete acties gaat u de komende tijd ondernemen? De informatie afkomstig uit deze marktanalyse is verzameld, beoordeeld en geclusterd naar expertise (deel)gebieden, binnen het sociaal domein. Op deze manier is inzicht verkregen in de match tussen de ambities van gemeenten en de mogelijkheden en ambities van zorgverleners. Algemene bevindingen marktanalyse; - Respons 92%. - Score duurzaamheid bijna 100%, nagenoeg alle zorgverleners verrichten duurzame activiteiten. - Grote diversiteit in soort en mate van duurzame activiteiten. - Aard van eigen bedrijf-/zorgactiviteiten wordt verward met MVO. - Duurzame activiteiten gebeuren veel ad hoc, gestructureerd beleid ontbreekt. - Uitgangssituatie vaak niet in beeld, net als effecten van reeds uitgevoerde maatregelen. - Weinig monitoring & (transparante) verslaglegging omtrent MVO. Specifieke bevindingen marktanalyse Meest genoemde MVO Topics, score bij 20% of meer van de Dienstverleners; - Zorg voor eigen personeel (opleiding, training, diversiteit), regioplanning personeel, stimuleren alternatieve vervoersmiddelen (OV, fietsenplan), gebouwmaatregelen (energiebesparende maatregelen, duurzame gebouwen/ materialen), Social return, duurzaam inkopen (o.a. groene stroom), duurzaam bestuur/bedrijf, efficiënte samenwerking met andere zorgorganisaties, digitalisering (ehealth, het nieuwe werken, papierarm beleid), bewustmaking en stimulering Cliënten/bedrijven op duurzaam gedrag, duurzame huisvesting Cliënten (gebouw, gezonde/biologische voeding), ontwikkelen duurzaamheids-/mvo beleid. Contractvoorwaarden MVO Voor de komende contractperiode is het nu van belang de lat voor duurzaamheid/mvo vast te stellen, rekening houdend met de bevindingen uit de markt/branche analyse en afgestemd op de benoemde duurzaamheidspijlers van de gemeenten. Zoals benoemd streven de gemeenten naar MVI. Dit betekent dat wij samen met onze partners invulling willen geven aan de gestelde duurzaamheidsambities van gemeenten. Van onze partners verwachten wij dat ook zij Maartschappelijk Verantwoord Ondernemen. Uit de branche analyse blijkt dat er al goede maatregelen genomen worden, echter dat hierin gericht beleid nog vaak ontbreekt. Van onze partners verwachten wij dat zij gedurende de contractperiode actief werken aan het opzetten van een milieumanagementsysteem. Graag verwijzen wij u hiervoor naar de website van ISO Een milieumanagementsysteem richt zich op het beheersen en verbeteren van prestaties op milieu- en MVO gebied. Via een dergelijk systeem wordt structureel aandacht besteed aan milieu en MVO in de bedrijfsvoering en Deelovereenkomst Ondersteunen Wonen januari