Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten"

Transcriptie

1 Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Prof. Dr. Barbara De Clercq Begeleiding: Lize Verbeke Melissa Nevejans

2 Ondergetekende, Melissa Nevejans, geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden.

3 Voorwoord Het schrijven van deze masterproef was een heel proces waarvan het eindresultaat niet zonder een aantal personen tot stand had kunnen komen. Ik wil hen in dit voorwoord dan ook graag bedanken. Vooreerst bedankt aan Prof. Dr. Barbara De Clercq voor het aanwakkeren van een interesse in het onderwerp van deze masterproef en het invullen van haar functie als promotor. Heel erg bedankt aan Lize Verbeke voor de hulp bij de keuze van het onderwerp, de data-verzameling, statistische analyses, vele concrete tips bij het schrijven en aanmoedigende feedback. Ik wil graag ook de directie van Gemeenschapsinstelling De Zande bedanken voor de samenwerking, zonder hen was dit onderzoek immers niet mogelijk geweest. Ook dank aan Saskia Mels, Lore De Vlieger, Femke Vanderheere, Fien François en Lore Van Cleynenbreugel voor de nodige hulp bij de data-verzameling. Tot slot wil ik mijn vrienden en familie bedanken voor hun geduld, steun en motiverende boodschappen. In het bijzonder bedankt aan Elise Van Hove voor het verrijken van mijn woordenschat en aan Nadine Staelens voor het grondig herlezen van deze masterproef.

4 Abstract In dit onderzoek werd er ingegaan op de associaties van de verschillende psychopathiecomponenten met maladaptieve persoonlijkheidstrekken bij jeugddelinquenten. Er ging hierbij specifiek aandacht naar de correlaties van het psychopathieconstruct met Bizar Gedrag, een maladaptieve vorm van Openheid, en een eventuele geslachtsspecificiteit hierin. Adolescenten (n=76) uit een Gemeenschapsinstelling in België vulden de Dimensional Personality Symptom Item Pool (DIPSI; De Clercq, De Fruyt, Van Leeuwen, & Mervielde, 2006) en een extra DIPSI-module Bizar Gedrag (Verbeke & De Clercq, 2014) in voor de meting van maladaptieve persoonlijkheidstrekken. Psychopathische trekken werden op basis van zelfrapportage gemeten via de Antisocial Process Screening Device (APSD; Frick & Hare, 2001), dewelke een score genereert op de drie psychopathiecomponenten: Narcisme, Kille niet-emotionele trekken en Impulsiviteit. Men vond evidentie voor de beschrijving van psychopathie vanuit een maladaptief trekperspectief. Narcisme bleek gekenmerkt door een hoge Onwelwillendheid en Extreme Prestatiemotivatie (Compulsiviteit). Kille niet-emotionele trekken gingen gepaard met een lage Emotionele Instabiliteit en een hoog Narcisme (Onwelwillendheid). Impulsieve jongeren vertoonden een extreem maladaptief trekprofiel. Men vond positieve correlaties met de meeste facetten van Onwelwillendheid, Emotionele Instabiliteit, Introversie en Compulsiviteit. Er was tevens evidentie voor een geslachtsspecificiteit in de associaties met Bizar Gedrag. Enkel bij jongens werd er een positieve associatie gevonden tussen Narcisme, Kille niet-emotionele trekken en Bizar Gedrag. Bij meisjes vond men een positieve correlatie tussen Impulsiviteit en Bizar Gedrag. Tot slot bleek Bizar Gedrag bij jongens extra variantie in Kille niet-emotionele trekken en bij meisjes in Impulsiviteit te voorspellen, bovenop de standaard DIPSI factoren.

5 Inhoudstafel Voorwoord... Abstract... Het Construct Psychopathie... 1 Psychopathie en Delinquentie... 4 Behandeling van Psychopathie... 5 Psychopathie op Jonge Leeftijd... 5 Factorstructuur van psychopathie Psychopathie en algemene psychopathologie Psychopathie en Persoonlijkheidstrekken: Relevantie... 8 Psychopathie en het VFM... 8 Psychopathie en het VFM: studies bij volwassenen Psychopathie en het VFM: studies bij kinderen en adolescenten Psychopathie en Maladaptieve Persoonlijkheidstrekken: Relevantie en Taxonomieën Volwassenen Kinderen en jongeren Psychopathie en Maladaptieve Persoonlijkheidstrekken: Onderlinge Associaties Volwassenen Kinderen en jongeren Psychopathie en een Vijfde Maladaptieve Persoonlijkheidsfactor Relevantie en definiëring Psychopathie en de vijfde factor: studies bij volwassenen Psychopathie en de vijfde factor: studies bij kinderen en jongeren Huidige Studie Methode Procedure Participanten Instrumenten... 22

6 Antisocial Process Screening Device (APSD) Dimensional Personality Symptom Item Pool (DIPSI) Aanvullende DIPSI module Bizar Gedrag Analyses Resultaten Bivariate Correlaties tussen Psychopathische Trekken en de DIPSI Domeinen en Facetten Bivariate Correlaties tussen Psychopathische Trekken en de Vijfde Factor: Bizar Gedrag Incrementele Validiteit van Bizar Gedrag voor het Begrip van Psychopathie op Jonge Leeftijd Discussie Associaties van Psychopathie met het Standaard DIPSI-Model Associaties van Psychopathie met Bizar Gedrag Meerwaarde van de Toevoeging van Bizar Gedrag aan het Standaard DIPSI-model Implicaties van Huidig Onderzoek Tekorten en Sterkten Suggesties voor Toekomstig Onderzoek Conclusie Referenties... 37

7 1 Er gebeurde de laatste jaren veel onderzoek naar de associatie van het bekende psychopathieconstruct met algemene en maladaptieve persoonlijkheidstrekken (o.a. Lynam & Derefinko, 2006; Pryor, Miller en Gaughan, 2009). Ondanks evidentie dat psychopathie een valide construct lijkt te zijn op jonge leeftijd, is onderzoek dat deze associatie exploreert bij adolescenten echter schaars (Decuyper, De Bolle, De Fruyt, & De Clercq, 2011). Onderzoek bij een groep die traditioneel hoog scoort op psychopathie, namelijk jeugddelinquenten, ontbreekt al helemaal. Deze studie komt hieraan tegemoet en zal het verband van het psychopathieconstruct met maladaptieve trekken exploreren aan de hand van een ontwikkelingsgericht trekinstrument: de Dimensional Personality Symptom Item Pool (DIPSI; De Clercq, De Fruyt, Van Leeuwen, & Mervielde, 2006). Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de associatie van psychopathie met de recent toegevoegde persoonlijkheidsfactor Bizar Gedrag (Verbeke & De Clercq, 2014). Het Construct Psychopathie Psychopathie is een construct dat reeds vele jaren onderzocht en besproken werd. De eerste uitgebreide definitie van het construct was die van Cleckley uit Cleckley beschreef 16 hoofdcriteria die volgens hem de psychopathische persoonlijkheid definieerden. De 15 personen, die door Cleckley omschreven werden, kwamen gezond, intelligent en competent over, maar waren duidelijk verstoord (Lynam & Gudonis, 2005). Cleckley benoemde dit als een mask of sanity (Cleckley, 1941). De actuele beschrijvingen van psychopathie zijn voor het grootste deel gebaseerd op Cleckley s definitie. In de huidige opvatting van het construct wordt psychopathie als een persoonlijkheidsstoornis beschouwd. Gedragsmatig zijn psychopaten impulsief, onverantwoordelijk, betrokken bij een grote variëteit aan criminele activiteiten en hebben ze een gebrek aan planmatigheid. Op interpersoonlijk vlak wordt de psychopaat beschreven als dwingend, manipulatief, egocentrisch en misleidend. Psychopaten stralen een oppervlakkige charme uit en zijn pathologisch dominant. Verder vertoont de psychopaat oppervlakkige emoties, heeft hij een gebrek aan empathie, angst en berouw en kan hij geen intieme relaties onderhouden (Cleckley, 1976; Lynam & Gudonis, 2005). Hare ontwikkelde in 1980 een vragenlijst, de Hare Psychopathy Checklist (PCL), gebaseerd op de originele criteria van Cleckley. Er werden ook enkele criteria, die naar voor kwamen uit Hare s eigen onderzoek in verband met psychopathie, toegevoegd (Hare, 1980; Harpur, Hare, & Hakistian, 1989). In 1991 kwam er een vernieuwde betrouwbare en valide versie van deze vragenlijst tot stand: de Psychopathy Checklist-Revised die de gouden standaard genoemd wordt voor het meten van psychopathie (PCL-R; Hare, 1991, 2003; Hare & Neumann, 2008). De PCL-R identificeert 20 criteria voor psychopathie: welbespraaktheid/oppervlakkige charme, een grandioos gevoel van

8 2 eigenwaarde, behoefte aan stimulatie, pathologisch liegen, bedrieglijkheid of manipulatie, een gebrek aan spijt of schuld, vlak affect, harteloosheid of een gebrek aan empathie, een parasitaire levensstijl, slechte gedragsmatige controle, promiscue seksueel gedrag, vroeg startende gedragsproblemen, een gebrek aan realistische doelen op lange termijn, impulsiviteit, onverantwoordelijkheid, vele korte echtelijke relaties, jeugddelinquentie, intrekking van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en criminele veelzijdigheid. Er is heel wat onderzoek verricht naar het identificeren en verduidelijken van de factorstructuur van de PCL-R bij volwassenen. Aanvankelijk argumenteerde Hare dat deze vragenlijst uit twee onderliggende factoren bestond die sterk gecorreleerd waren. De eerste factor bevatte de typerende persoonlijkheidstrekken en affectieve kenmerken van psychopathie. De tweede factor bestond uit de gedragsmatige kenmerken, het antisociaal en delinquent gedrag, de impulsiviteit en de typerende kenmerken van interpersoonlijke relaties bij psychopathie (Biro, Smederevac en Novović, 2008; Harpur et al., 1989). Naar factor één wordt dan ook verwezen als het egoïstisch, hardvochtig en meedogenloos gebruik van anderen. Factor twee wordt een maatstaaf van een chronisch onstabiele en antisociale levensstijl genoemd (Lynam & Gudonis, 2005; Harpur, Hakistian, & Hare, 1988). Meer recent argumenteerde Hare (2003) echter dat deze twee factoren in twee onderliggende factoren kunnen opgedeeld worden. Drie van de vier resulterende factoren komen sterk overeen met het driefactorenmodel dat door Cooke en Michie (2001) werd voorgesteld. Deze drie factoren verwijzen naar een arrogante en leugenachtige interpersoonlijke stijl, een gebrekkige affectieve ervaring, en een impulsief en onverantwoordelijke gedragsstijl. De vierde factor uit het vierfactorenmodel van Hare (2003) bevat expliciet antisociale items. Deze werden door Cooke en Michie (2001) echter weggelaten met het argument dat deze items eerder als correlaten of gevolgen van psychopathie moeten gezien worden in plaats van als kernkenmerken van het construct. Ook enkele andere onderzoekers hebben de factorstructuur van de PCL-R onderzocht. Zo vonden Skeem, Mulvey en Grisso (2003) steun voor een driefactorenmodel, terwijl anderen wederom evidentie rapporteerden voor een vierfactorenmodel (Hill, Neumann, & Rogers, 2004). Aan de hand van de PCL-R werden een aantal zelfrapportageschalen ontwikkeld zoals de Antisocial Process Screening Device (APSD; Frick & Hare, 2001), Psychopathic Personality Inventory-Revised (PPI-R; Lilienfeld & Widows, 2005) en de Hare Self- Report Psychopathy Scale (SRP; Hare, Harpur, & Hemphill, 1989). Ook over de onderliggende factorstructuur van deze zelfrapportageschalen is er discussie (Lynam, Gaughan, Miller, Miller, Mullins-Sweatt, & Widiger, 2011). Psychopathie is een van de meest bestudeerde vormen van persoonlijkheidsstoornissen. Hierdoor is het bijvoorbeeld duidelijk dat mannen een gemiddeld hoger niveau van

9 3 psychopathie vertonen dan vrouwen (Lilienfeld & Hess, 2001; Rutherford, Cacciola, Alterman, & McKay, 1996; Stafford & Cornell, 2003; Miller, Watts, & Jones, 2011). Ondanks de veelheid aan onderzoek werd het construct tot voor kort niet opgenomen in de belangrijkste classificatiesystemen binnen de (geestelijke) gezondheidszorg: de ICD-10 (WHO, 1992) en DSM-IV-TR (APA, 2000). Er kwam vanuit de literatuur dan ook heel wat kritiek op beide op psychopathie gelijkende stoornissen die wel in deze classificatiesystemen opgenomen zijn: de Antisociale Persoonlijkheidsstoornis (APD) uit de DSM-IV en de Dissociale Persoonlijkheidsstoornis (DPD) uit de ICD-10. Ondanks de grote overlap tussen APD, DPD en Hare s psychopathie zijn er enkele kwalitatieve verschillen. Volgens Biro en collega s (2008) is APD verschillend van de oorspronkelijke conceptualisatie van psychopathie door Cleckley en Hare omdat men de criteria reduceert tot gedragsmatige manifestaties van de stoornis die objectief gemeten kunnen worden. De DSM-IV criteria benadrukken dus de geschiedenis van sociaal afwijkend gedrag van de patiënt en niet zijn/haar persoonlijkheidstrekken die traditioneel geassocieerd worden met psychopathie (Biro et al., 2008). Deze definiëring van het construct werd onder andere bekritiseerd omdat een aantal empirische studies duidelijk hebben aangetoond dat er een groep succesvolle psychopaten bestaat die niet noodzakelijk gewelddadig zijn of antisociaal gedrag vertonen (Cleckley, 1976; Lykken, 1995). In de definitie van de Dissociale Persoonlijkheidsstoornis (DPD) uit de ICD-10 is er wel aandacht voor de affectieve kenmerken van psychopathie, maar hier ontbreken de interpersoonlijke kenmerken van het begrip (Biro et al., 2008). Er voldoen dus minder mensen aan de criteria van psychopathie dan aan die van APD en DPD, aangezien het concept psychopathie van Cleckley en Hare alle criteria van APD en DPD bevat én nog een aantal extra criteria. Verscheidene studies tonen bovendien aan dat psychopathie en APD niet enkel verschillen op het vlak van symptomen, maar ook in termen van comorbiditeit met andere persoonlijkheidsstoornissen, types van criminaliteit, potentiële etiologische factoren en aanbevolen behandelingen (Warren & South, 2006). Meer algemeen werd het gehele categorische systeem om persoonlijkheidsstoornissen te diagnosticeren sterk bekritiseerd omwille van verscheidene redenen zoals bijvoorbeeld een te sterke comorbiditeit onder alle persoonlijkheidsstoornissen (Clark, 2007). Er werd door verschillende onderzoekers gepleit voor een meer dimensionele benadering van persoonlijkheidsstoornissen met het argument dat persoonlijkheidsstoornissen als extremen op een continuüm van persoonlijkheidstrekken kunnen gezien worden in combinatie met een verminderd sociaal en beroepsmatig functioneren (o.a. Frances & Widiger, 2012). Omwille van deze kritiek werd er in sectie III van de DSM-5 (APA, 2013) een meer dimensionele definitie uitgewerkt van de verschillende persoonlijkheidsstoornissen. Een persoonlijkheidsstoornis wordt in deze vernieuwde definiëring gediagnosticeerd op basis van

10 4 twee brede criteria. Een eerste criterium bestaat uit tekorten op vlak van identiteit of zelfsturing én tekorten in het interpersoonlijk functioneren (empathie of intimiteit) (APA, 2013). Het tweede criterium bestaat uit een aantal pathologische persoonlijkheidstrekken op basis van vijf brede domeinen (Antagonisme, Disinhibitie, Negatief Affect, Onthechting en Psychoticisme) en bijhorende onderliggende facetten (APA, 2013). In vergelijking met de DSM-IV focust men dus meer op de onderliggende persoonlijkheidstrekken dan op het gedrag, dit is ook het geval voor de diagnose van APD (voornamelijk een nadruk op Antagonisme en Disinhibitie) (Anderson, Sellbom, Martin, Wygant, Salekin, & Krueger, 2014). Er werd bij de conceptualisatie van APD bovendien een psychopathie specifier gedefinieerd waarin men de voorheen ontbrekende interpersoonlijke en affectieve kenmerken van de psychopaat opnam (Anderson et al., 2014). In een eerste studie bij studenten en jongvolwassenen bleek er een sterkere associatie van deze nieuwe conceptualisatie met psychopathie dan de associatie met APD uit de DSM-IV. Omwille van de sterke nadruk op de impulsieve gedragsmatige stijl van de psychopaat in de DSM-IV, bleek de DSM-5 op dit vlak geen additionele variantie te verklaren (Anderson et al., 2014). Psychopathie en Delinquentie Psychopathie werd in de veelvuldigheid aan onderzoek in verband gebracht met misdaad. Deze masterproef bestudeert dit construct dan ook in een steekproef jongeren die een als misdaad omschreven feit hebben gepleegd. Lynam en Gudonis (2005) stellen dat de psychopathische dader een van de meest productieve, veelzijdige en gewelddadige overtreders is. Deze uitspraak is gebaseerd op een aantal consequente bevindingen met betrekking tot de psychopathische delinquent. Misdadigers met psychopathische trekken plegen zowel meer gewelddadige als niet gewelddadige misdaden en plegen ook een grotere variëteit aan misdaden dan andere overtreders (Kosson, Smith, & Newman, 1990; Porter, Birt, & Boer, 2001). Brinkley, Schmitt, Smith, en Newman (2001) vonden matige correlaties tussen psychopathiescores en gewelddadige en niet gewelddadige criminele feiten bij zowel Afro- Amerikaanse als blanke steekproeven. Het geweld gepleegd door psychopathische overtreders blijkt bovendien meer instrumenteel en koudbloedig dan geweld dat door niet psychopathische misdadigers gepleegd wordt (Woodworth & Porter, 2002). Ook in een meta-analyse van Guy, Edens, Anthony en Douglas (2005) kwamen de verbanden tussen psychopathie en geweld naar voor. Meer specifiek vonden de onderzoekers een matig sterke correlatie tussen psychopathiescores en verbaal agressief wangedrag. Personen met hoge scores op psychopathie zijn dus niet enkel fysiek, maar ook verbaal agressiever dan personen met lage psychopathiescores. Verder zijn er verbanden aangetoond tussen psychopathiescores en crimineel recidivisme. Psychopathische misdadigers hervallen vaker na vrijlating uit de

11 5 gevangenis dan niet psychopathische misdadigers (Walters, 2003; Walters, Knight, Grann, & Dahle, 2008). Er is tevens consensus in de literatuur dat psychopathie verbonden is aan een aantal andere externaliserende variabelen. Zo blijkt psychopathie gerelateerd te zijn aan middelengebruik (Smith & Newman, 1990; Rutherford, Alterman, Cacciola, & McKay, 1997; Kennealy, Hicks, & Patrick, 2007), seksuele overtredingen (Caldwell, Ziemke, & Vitacco, 2008) en (seksueel) risicogedrag (Tourian, Alterman, Metzger, Rutherford, Cacciola, et al., 1997). Over het algemeen zijn deze correlatiepatronen van psychopathie gelijkaardig bij mannen en vrouwen (Verona & Vitale, 2006). Mannen halen wel hogere scores op de meeste externaliserende vormen van psychopathologie dan vrouwen (Seedat, Scott, Angermeyer, Berglund, Bromet, Brugha, et al., 2009). Behandeling van Psychopathie De behandelbaarheid van psychopathie is uitvoerig onderzocht en bediscussieerd. Psychopathische misdadigers blijven voor een kortere tijdsperiode in behandeling, besteden minder moeite aan een behandeling en halen er minder voordeel uit dan niet psychopathische misdadigers (Ogloff, Wong, & Greenwood, 1990; Rice, Harris, & Quinsey, 1990). De stelling dat psychopathie onbehandelbaar is, is te sterk, maar er is weinig onderzoek dat sterk optimisme ondersteunt (Salekin, 2002; Harris & Rice, 2006). Lynam, Caspi, Moffitt, Loeber en Stouthamer-Loeber (2007) verklaren deze relatieve resistentie tegen behandeling door te stellen dat interacties van persoonlijke kenmerken en omgevingsfactoren psychopathie in stand houden. Vanuit dit perspectief zijn psychopaten bestand tegen behandelingen vanwege de accumulatie van negatieve gevolgen (bv. vervreemding van hun familie, drugsverslaving, een criminele vriendengroep, het voortijdig verlaten van school, blessures, een werkgeschiedenis met telkens kort behoud van een job en meerdere opsluitingen) die ervoor zorgen dat de weg tot een andere levensstijl afgesloten raakt. Een behandeling zou hierdoor het meest effectief zijn op jonge leeftijd, vooraleer deze negatieve gevolgen zich kunnen opstapelen (Lynam et al., 2007). Om tot een effectieve behandeling te kunnen komen, is onderzoek naar psychopathie op jonge leeftijd dus noodzakelijk. Psychopathie op Jonge Leeftijd Er is enige vorm van discussie over de toepassing van het construct psychopathie bij kinderen en jongeren. De grootste bezorgdheid lijkt de verwachting dat het label psychopathie potentieel negatieve gevolgen kan hebben voor de kinderen en jongeren zelf. Dit idee heeft onderzoek naar de vroege manifestaties van psychopathie - en meer algemeen ook persoonlijkheidspathologie - sterk gehinderd (Lynam, Charnigo, Moffit, Raine, Loeber, &

12 6 Stouthamer-Loeber, 2009). De hoeveelheid onderzoek naar deze vroege manifestatie van de Antisociale Persoonlijkheidsstoornis en psychopathie neemt echter toe ondanks de mogelijke sociale stigmatisering ten gevolge van deze diagnoses (Blackburn, 2007). Volgens Johnstone en Cooke (2007) is er voldoende evidentie om psychopathische trekken bij kinderen en jongeren te bestuderen, maar moet de toepassing in de praktijk wel voorzichtig gebeuren. Over het algemeen wordt het construct psychopathie gebruikt in een poging om kinderen met gedragsproblemen die chronische overtreders zullen worden, te onderscheiden van hen waarbij het antisociaal gedrag zal verdwijnen bij het ouder worden (Frick, O Brien, Wootton, & McBurnett, 1994; Lynam, 1996, 1997; Lynam & Gudonis, 2005). Psychopathische jongeren worden omschreven als welbespraakt, misleidend, harteloos, onverantwoordelijk, impulsief, emotioneel oppervlakkig en met een gebrek aan schuldgevoelens (Lynam & Gudonis, 2005). Deze beschrijving vertoont een sterke gelijkenis met de definitie van de volwassen psychopaat. Ook de verdeling van psychopathie over de geslachten lijkt bij jongeren vrij gelijkaardig te zijn aan die bij volwassenen. Meisjes halen lagere scores op het Inventory of Callous-Unemotional Traits (ICU; Frick, 2003) dan jongens. Deze trekken zijn niet volledig hetzelfde als psychopathie en lijken vooral overeen te komen met de eerste factor van het concept (Ross, Lutz, & Bailey, 2004). Toch wijst dit in de richting van een gelijkaardige verhouding tussen psychopathiescores bij mannelijke en vrouwelijke adolescenten als diegene die reeds bij volwassenen werd gevonden. Men kan zich nu afvragen of kinderen en jongeren met psychopathische trekken opgroeien tot psychopaten. Er is reeds enige evidentie voor de stabiliteit van psychopathie over de tijd. Frick, Kimonis, Dandreaux en Farell (2003) vonden een sterke stabiliteit van psychopathie, gemeten met de APSD (Frick & Hare, 2001), over een tijdsperiode van vier jaar. De inclusiecriteria waren in deze studie echter op basis van extreme scores op psychopathie, er zou dus een inflatie van de stabiliteitscoëfficiënten kunnen zijn (Lynam et al., 2007). In een studie van Lynam en collega s (2007) vond men evenwel verdere evidentie voor deze stabiliteit. Psychopathie op 13 jaar, gemeten met de Childhood Psychopathy Scale (CPS; Lynam, 1997), bleek 10% van de variantie in psychopathie op 24-jarige leeftijd, gemeten met interviewscores op de Psychopathy Checklist: Screening Version (PCL:SV; Hart, Cox, & Hare, 1995), te verklaren bij jongens uit de normale populatie. Psychopathie bij jongeren lijkt dus een unieke risicofactor voor psychopathie in de volwassenheid. Hieronder volgt een overzicht van de factorstructuur en de associatie met psychopathologie en persoonlijkheid van het psychopathieconstruct bij jongeren. Factorstructuur van psychopathie. De factorstructuur van assessmentschalen bij jeugd lijkt over het algemeen analoog met de factorstructuren die reeds bij volwassenen werden gedetecteerd. Ook bij de meetinstrumenten voor psychopathie bij jongeren werden twee-, drie-

13 7 en vierfactorenstructuren teruggevonden (Lynam & Gudonis, 2005). Oorspronkelijk vertoonde de APSD (Frick & Hare, 2001) bijvoorbeeld een tweefactorenstructuur waarbij factor één voornamelijk Kille niet-emotionele trekken betrof en de tweede factor bestond uit een specifieke gedragsmatige stijl (impulsiviteit en gedragsproblemen) (Frick et al., 1994). Meer recent vonden Frick, Bodin en Barry (2000) dat een driefactorenstructuur niet meer verklarende waarde had dan de originele tweefactorenstructuur. In strijd hiermee rapporteerden andere auteurs wel evidentie voor een driefactorenstructuur (Vitacco, Rogers, & Neumann, 2003). Nog anderen suggereren dat de Hare Psychopathy Checklist: Youth Version (PCL:YV; Forth, Kosson, & Hare, 2003), een aangepaste versie van de PCL-R (Hare, 2003), zowel aan de hand van twee-, drie- als vierfactorenmodellen gescoord kan worden (Forth et al., 2003). Over het algemeen geven vele factoranalyses drie primaire dimensies van psychopathie aan: Kille niet-emotionele trekken, Narcisme of Egocentrisme en Impulsiviteit (Forth et al., 2003; Frick et al., 2000; Salekin, Brannen, Zalot, & Neumann, 2006; Vitacco et al., 2003), net zoals bij volwassenen (Cooke & Michie, 2001). Psychopathie en algemene psychopathologie. Psychopathie werd bij jongeren, net als bij volwassenen, in een breed scala van onderzoeken in verband gebracht met externaliserende problemen. Men vindt zowel bij vrouwelijke als mannelijke jeugddelinquenten hoge psychopathiescores (Sevecke, Lehmkuhl, & Krischer, 2009). Psychopathie bij adolescenten is bovendien geassocieerd met meer en ernstigere vormen van gewelddadige en niet gewelddadige criminaliteit (Forth, Hart, & Hare, 1990; Kosson, Cyterski, Steuerwald, Neumann, & Walker- Matthews, 2002; Salekin, Leistico, Neumann, DiCicco, & Duros, 2004) en een ernstiger en meer agressief patroon van gedragsstoornissen (Lynam, 1997, 1998; Kruh, Frick, & Clements, 2005). Deze associaties werden over verschillende meetinstrumenten, rapporteringsbronnen, steekproeven en leeftijden heen gevonden (Lynam & Gudonis, 2005). De sterke relatie van jeugdpsychopathie met externaliserende problemen lijkt tevens over de ontwikkeling heen te bestaan. Zo komen jeugdpsychopaten bijvoorbeeld vier jaar later vaker in contact met de politie (Frick, Stickle, Dandreaux, Farrell, & Kimonis, 2005) en stellen ze vijf tot zeven jaar later meer antisociaal en regel-overtredend gedrag (Piatigorsky & Hinshaw, 2004). Een gelijkaardige consistente bevinding is dat psychopathische trekken bij jongeren op lange termijn geassocieerd zijn met crimineel recidivisme (oa. Gretton, McBride, Hare, O Shaughnessy, & Kumka, 2001) en slechtere behandelingsuitkomsten (oa. O Neill, Lidz, & Heilbrun, 2003). De relatie tussen psychopathie en internaliserende problemen lijkt iets sterker bij adolescenten dan bij volwassenen (Lynam & Gudonis, 2005). Dit is consistent met de bevinding dat psychopathiescores bij jongeren, in tegenstelling tot bij volwassenen, een positieve relatie hebben met As I stoornissen (bv. depressie) (Schmidt, McKinnon, Chatta, & Brownlee, 2006).

14 8 Psychopathie en Persoonlijkheidstrekken: Relevantie Er wordt door verschillende persoonlijkheidsonderzoekers geargumenteerd dat psychopathie kan begrepen worden als een configuratie van algemene persoonlijkheidstrekken (Miller & Lynam, 2003; Lynam & Derefinko, 2006; Lynam & Widiger, 2007). Persoonlijkheid verwijst naar een relatief consistent patroon van denken, voelen en gedragen, gemanifesteerd door individuen (Jones, Miller, & Lynam, 2011) en wordt het vaakst onderzocht aan de hand van het vijffactorenmodel (VFM) van Costa en McCrae (1992a). Het VFM van persoonlijkheid stelt dat er vijf primaire persoonlijkheidsdomeinen zijn: Neuroticisme (de neiging tot het ervaren van negatieve emoties zoals depressie, schaamte en stress), Extraversie (de neiging om het gezelschap van anderen te zoeken, positieve emoties te ervaren en met anderen en de wereld te interageren op een toenaderingsgerichte manier), Openheid voor Ervaringen (openstaan voor verschillende ideeën, emoties, waarden en ervaringen), Aangenaamheid (interpersoonlijke strategieën en reacties), en Consciëntieusheid (de mogelijkheid om beloning uit te stellen, vol te houden bij moeilijkheden en de gevolgen van zijn/haar eigen gedrag in te schatten alvorens te handelen). Elk van deze vijf domeinen heeft zes onderliggende facetten in de NEO Personality Inventory Revised, één van de meest gebruikte vragenlijsten om algemene persoonlijkheid in kaart te brengen (NEO-PI-R; Costa & McCrae, 1992b). Deze vijf domeinen worden vrij consistent teruggevonden en er is evidentie dat ook andere bestaande persoonlijkheidsmodellen, zoals bijvoorbeeld het PEN model van Eysenck (Eysenck, 1967; Eysenck 1990), begrepen kunnen worden aan de hand van het kader van het VFM (O Connor, 2002; Markon, Krueger, & Watson, 2005). Er zijn enkele voordelen aan het bestuderen van de relaties tussen psychopathie en persoonlijkheidstrekken. Deze benadering kan het patroon van comorbiditeit rond psychopathie (Miller & Lynam, 2003), de diversiteit van de vermeende psychopathische tekorten en de variëteit van concepten als succesvolle psychopathie (Lynam & Widiger, 2007) verduidelijken. Verder kan het onderzoek naar de etiologie, het verloop en de behandeling van psychopathie stimuleren (Lynam, 2002; Lynam & Derefinko, 2006). Psychopathie en het VFM Psychopathie en het VFM: studies bij volwassenen. Het meeste onderzoek in verband met de relatie tussen psychopathie en adaptieve persoonlijkheidstrekken werd bij volwassenen uitgevoerd. In een meta-analyse van 20 artikels met overwegend volwassen steekproeven door Lynam en Derefinko (2006) werd de psychopaat omschreven als interpersoonlijk antagonistisch of extreem laag scorend op Aangenaamheid (bv. verdacht, misleidend, uitbuitend, agressief, arrogant en koppig); extreem laag op Consciëntieusheid (bv. problemen met impulscontrole en

15 9 het aannemen van niet traditionele normen en waarden), en met een neiging tot het ervaren van negatieve emoties, voornamelijk woede en craving-gerelateerde onrust (een onrust die ervaren wordt door het verlangen naar een middel). Meer recent vonden Jones et al. (2011) gelijkaardige verbanden tussen de persoonlijkheidsdomeinen uit het VFM en antisociaal gedrag en agressie. Daarbovenop manifesteerden Extraversie en Openheid voor Ervaringen ook kleine significante correlaties met agressie, maar niet met antisociaal gedrag. Vergelijkbare resultaten werden reeds eerder gerapporteerd (Miller & Lynam, 2001) en zijn consistent met de bevindingen van Lynam & Derefinko (2006) aangezien er een sterke correlatie is tussen psychopathie, antisociaal gedrag en agressie. Er is evidentie dat de factoren van psychopathie zich differentieel verhouden ten opzichte van de verschillende persoonlijkheidsdimensies. Lynam & Derefinko (2006) rapporteerden in hun meta-analyse een sterke negatieve correlatie tussen factor één en Aangenaamheid en een kleine tot matige negatieve correlatie met Consciëntieusheid. Voor factor twee vond men een matige tot sterke negatieve correlatie met Aangenaamheid en Consciëntieusheid en een kleinere positieve correlatie met Neuroticisme. Dit resultaat werd nogmaals bevestigd door Miller et al. (2011) in een studie bij jongvolwassenen. Ook in een oudere studie vond men grotendeels gelijkaardige resultaten, het verband tussen factor één en Consciëntieusheid kwam hier echter niet naar voor (Widiger & Lynam, 1998). Er is met andere woorden consensus dat de twee factoren lijken te covariëren omwille van hun negatieve correlatie met Aangenaamheid, maar verschillend zijn omdat factor twee ook een lage Consciëntieusheid (bv. impulsiviteit en onbetrouwbaarheid) en een hoog Neuroticisme meet. Er werden tevens enkele geslachtsverschillen gevonden. De score op Aangenaamheid is gemiddeld lager bij mannen dan bij vrouwen (Costa, Terracciano, & McCrae, 2001), wat consistent is met de gemiddeld hogere score van mannen op psychopathiemetingen. Factor twee zou bij mannen niet gerelateerd zijn aan Openheid voor Ervaringen, terwijl er wel een positieve relatie gevonden kan worden bij vrouwen, zowel via zelfrapportage als via een andere informant (Miller et al., 2011). Verder is er in een meta-analyse door Ruiz, Pincus en Schinka (2008) gebleken dat psychopaten significant lager scoren op Aangenaamheid dan personen met een APD diagnose. Om meer gedetailleerde informatie te krijgen over de relatie tussen psychopathie en persoonlijkheid zodat er bijvoorbeeld nog beter kan gedifferentieerd worden met de Antisociale Persoonlijkheidsstoornis, is het noodzakelijk om ook de relatie van psychopathie met de lagere orde facetten van de basisdimensies van persoonlijkheid te exploreren. Hicklin en Widiger (2005) vonden dat het VFM, gemeten met de NEO-PI-R (Costa & McCrae, 1992b), vrij effectief is om overeenkomsten en verschillen tussen psychopathie en APD te verduidelijken. De volgende facetten bleken relatief uniek voor psychopathie: Oppervlakkige Charme, Arrogantie en Harteloosheid en ook een lage Angst die wel opgenomen werd in de

16 10 definitie van Cleckley (1941), maar in een aantal meetinstrumenten van psychopathie ontbreekt. Omdat in deze studie gebruik gemaakt werd van zelfrapportage en een steekproef van studenten (60.19% vrouwen), moest de generaliseerbaarheid hiervan nog verder onderzocht worden. Een vrij recente meta-analyse van Decuyper, De Pauw, De Fruyt, De Bolle, & De Clercq (2009) is vermoedelijk de eerste die de gedeelde en unieke persoonlijkheidstrekken van APD en psychopathie verduidelijkt door de VFM associaties van beide stoornissen op facetniveau samen te vatten. De resultaten kwamen op het domeinniveau sterk overeen met wat voorheen gerapporteerd werd. Op facetniveau vond men evidentie voor een negatieve relatie tussen beide stoornissen en alle facetten van Aangenaamheid en Consciëntieusheid. De negatievere score van psychopaten op Aangenaamheid in vergelijking met APD bleek vooral te wijten aan negatievere associaties met Oprechtheid (A2), Inschikkelijkheid (A4) en Bescheidenheid (A5). Psychopaten lijken dus in sterkere mate interpersoonlijk antagonistisch dan personen met APD. Er waren ook enkele gelijkenissen tussen beide stoornissen in de associaties met de facetten van Neuroticisme en Extraversie. Beiden waren zwak tot matig positief geassocieerd met Ergernis (N2) en Avonturisme (E5), licht positief geassocieerd met Impulsiviteit (N5) en toonden tenslotte een kleine negatieve associatie met Hartelijkheid (E1). Er werden nog enkele verschillen gevonden tussen psychopathie en APD, maar deze waren niet substantieel. Deze resultaten zijn in overeenstemming met Lynam (2002) die stelde dat sommige aspecten van Extraversie positief gerelateerd moeten zijn aan psychopathie (bv. Avonturisme), anderen negatief (bv. Hartelijkheid) en anderen niet gerelateerd (bv. Energie). Met deze meta-analyse werd duidelijk aangetoond dat zowel APD als psychopathie beschreven kunnen worden aan de hand van dimensionele representaties van de persoonlijkheid in de normale populatie en bij klinische groepen. Een belangrijke klinische implicatie hiervan is dat men een persoonlijkheidstest kan afnemen in plaats van een instrument voor psychopathie, waardoor labelen kan vermeden worden (Lynam, Caspi, Moffit, Raine, Loeber, & Stouthamer-Loeber, 2005). Meer recent werd er nog meer evidentie voor deze resultaten gevonden door Jones en collega s (2011) die de VFM-associaties van antisociaal gedrag en agressie onderzochten. De profielen op facetniveau van zowel antisociaal gedrag als agressie leken sterk op de VFM-associaties van psychopathie die door Decuyper en collega s (2009) werden gerapporteerd. Deze bevindingen kunnen ook gerepliceerd worden met andere metingen van persoonlijkheid (Salekin, Leistico, Trobst, Schrum, & Lochman, 2005). Op facetniveau werden bijvoorbeeld in een onderzoek van Miller en collega s (2011) positieve correlaties gevonden tussen psychopathie en de facetten Gedrevenheid en Sensatie Zoeken uit de BAS schaal en negatieve correlaties met de items die Beloningsgevoeligheid meten uit de BAS en de BIS schaal (Carver & White, 1994). Aan de

17 11 hand van deze trekken kan ook de comorbiditeit met andere persoonlijkheidsstoornissen verklaard worden. Psychopathie en het VFM: studies bij kinderen en adolescenten.. De associaties met het VFM bij adolescente en volwassenen psychopaten blijken vrij gelijkend op enkele kleine verschillen na. In een studie van Lynam en collega s (2005) bleek factor één ( het egoïstisch, harteloos en meedogenloos gebruik van anderen volgens Hare) een lage Aangenaamheid te meten. Factor twee ( een chronisch onstabiele, antisociale en sociaal deviante levensstijl ) omvatte, net zoals bij volwassenen, zowel lage Aangenaamheid, lage Consciëntieusheid als hoog Neuroticisme. Aan de hand van de meta-analyse van Decuyper en collega s (2009) kunnen adolescenten uit de risicogroep echter als laag op Aangenaamheid, zeer laag op Consciëntieusheid (sterkere relatie dan bij volwassenen) en laag op Openheid voor Ervaringen beschreven worden. De significante negatieve associatie tussen psychopathische trekken en Openheid voor Ervaringen bij adolescenten was opvallend omdat deze associatie niet significant was bij (jong)volwassenen. Dit negatief verband is bovendien opmerkelijk omdat er weinig empirische steun is voor een verband tussen Openheid en andere persoonlijkheidsstoornissen. Deze lage scores op Openheid voor Ervaringen zouden dogmatisch denken of een onmogelijkheid tot aanpassing in veranderende sociale omstandigheden kunnen reflecteren (Costa en McCrae, 1992a). Ook Decuyper en collega s (2009) boden enkele mogelijke verklaringen voor dit resultaat. Er is aangetoond dat mensen over het algemeen een verminderde Openheid voor Ervaringen vertonen van de adolescentie naar de volwassenheid (Helson, Jones, & Kwan, 2002; Roberts, Walton, & Viechtbauer, 2006). Een andere mogelijkheid is dat psychopathische trekken verminderen met de leeftijd zoals dit ook het geval is voor agressie en impulsief gedrag (Paris, 2003). Wegens het beperkt aantal onderzoeken konden er geen analyses op facetniveau gedaan worden. Twee recentere studies voerden wel analyses uit op facetniveau. In een studie bij adolescente misdadigers werden de resultaten op domeinniveau nogmaals bevestigd (Salekin, Debus, & Barker, 2010). Op facetniveau bleek dat de interpersoonlijke factor van psychopathie negatief geassocieerd is met Medeleven (A) en Inschikkelijkheid (A) en positief met Dominantie (E). Voor de affectieve kenmerken van het psychopathieconstruct vond men negatieve correlaties met Medeleven (A) en Hartelijkheid (E). De psychopathische impulsieve gedragsstijl bleek gerelateerd aan een lage Ordelijkheid (C) en lage Betrouwbaarheid (C) en een hoge Dominantie (E). In een andere studie bij mannelijke adolescenten uit de algemene populatie vond men buiten deze verbanden nog een aantal extra correlaties. Voornamelijk een negatieve associatie tussen het affectieve domein van psychopathie en alle facetten van Openheid voor Ervaringen (met uitzondering van Waarden) was opvallend (Roose, Bijttebier, Claes, Lilienfeld, De Fruyt, & Decuyper, 2011). De bevinding

18 12 van Decuyper en collega s (2009) dat psychopathie bij adolescenten geassocieerd is met een lage Openheid voor Ervaringen zou dus voornamelijk te wijten zijn aan de associatie ervan met de affectieve kenmerken van de psychopaat. Ook in een onderzoek van Decuyper en collega s (2011) naar de associatie van Kille niet-emotionele trekken met psychopathie bij adolescenten werden enkele negatieve correlaties met de facetten van het HiPIC domein Vindingrijkheid gevonden. De associaties op facetniveau van psychopathie bij adolescenten zijn over het algemeen in overeenstemming met de conceptuele opvatting van psychopathie, maar meer onderzoek is noodzakelijk. Psychopathie en Maladaptieve Persoonlijkheidstrekken: Relevantie en Taxonomieën Volwassenen. Verschillende onderzoekers argumenteren dat het nodig is om specifieke metingen die focussen op de pathologische kant van persoonlijkheidstrekken te voorzien om een volledige beschrijving van alle persoonlijkheidspathologie, waaronder psychopathie, te verkrijgen. De adaptieve trekken uit het vijffactorenmodel omvatten immers niet alle persoonlijkheidsstoornissen (Ball, Tennen, Poling, Kranzler, & Rounsaville, 1997; De Clercq & De Fruyt, 2003; Decuyper et al., 2009; De Fruyt, De Clercq, van de Wiele, & Van Heeringen, 2006; Dyce & O Connor, 1998; Saulsman & Page, 2004). Dergelijke metingen voor volwassenen werden onder andere ontwikkeld door Clark en Livesley. Clark (1993) ontwierp de Schedule for Nonadaptive and Adaptive Personality (SNAP), die drie dimensies (positief affect, negatief affect en disinhibitie) en 22 onderliggende facetten onderscheidt. Livesley s (1990) Dimensional Assessment of Personality Pathology Basic Questionnaire (DAPP BQ) bestaat uit vier dimensies (emotionele instabiliteit, dissociaal gedrag, geremdheid en compulsiviteit) en 18 meer specifieke persoonlijkheidspathologieschalen. Als men de adaptieve trekken vergelijkt met de SNAP, blijken de dimensies hiervan significant gerelateerd aan Neuroticisme, Extraversie en Consciëntieusheid (Clark, Vorhies, & McEwen, 1994). De DAPP- BQ dimensies zijn geassocieerd met de VFM domeinen Neuroticisme, Aangenaamheid, Extraversie en Consciëntieusheid (Livesley, Jang, & Vernon, 1998; Schroeder, Wormworth, & Livesley, 1992). Bij het gezamenlijk beschouwen van de dimensies van de DAPP-BQ en SNAP vindt men conceptuele en empirische relaties met vier van de VFM dimensies: Neuroticisme, Aangenaamheid, Extraversie en Consciëntieusheid (Clark, Livesley, Schroeder, & Irish, 1996). Normale en abnormale persoonlijkheid kunnen dus binnen hetzelfde structurele model beschreven worden, met het vijffactorenmodel als basiskader voor de beschrijving van de normale en abnormale variatie in persoonlijkheidstrekken (Markon et al., 2005). Een maladaptieve variant van het domein Openheid voor Ervaringen ontbreekt echter in beide

19 13 schalen. Meer recent ontwikkelden Lynam en collega s (2011) ook een dergelijke schaal: de Elemental Psychopathy Assessment (EPA) schaal. Men gebruikte hierbij de items uit de NEO- PI-R (Costa & McCrae, 1992b) die het meest relevant zijn voor psychopathie en herschreven deze om de meer maladaptieve varianten van de persoonlijkheidstrekken te meten. De polariteit van een aantal items werd omgedraaid zodat een hogere score zou overeenkomen met meer psychopathische trekken. Deze nieuw ontwikkelde schaal was sterk gerelateerd aan de NEO-PI- R facetschalen met een gemiddelde convergente correlatie van Ook de EPA bevat echter enkel maladaptieve varianten van facetschalen van de VFM dimensies Aangenaamheid, Consciëntieusheid, Neuroticisme en Extraversie. Er blijken zes facetten relevant voor de meting van psychopathie via een maladaptieve vorm van Aangenaamheid: Wantrouwen, Manipulatie, Egocentrisme, Opstandigheid, Arrogantie en Harteloosheid. Consciëntieusheid en Extraversie bestaan uit drie facetten, respectievelijk: Onwelwillendheid, Gebrek aan Volharding, Onbezonnenheid en Koudheid, Dominantie en Sensatie Zoeken. Tenslotte werd Neuroticisme opgedeeld in zes facetten: Onbezorgdheid, Kwaadheid, Zelftevredenheid, Zelfzekerheid, Urgentie en Onkwetsbaarheid. De validiteit van de schaal werd in twee verschillende studies, zowel bij studenten als bij gevangenen, onderzocht. Psychopathie werd met verschillende instrumenten gemeten, waaronder de PPI-R (Lilienfeld & Widows, 2005), en de adaptieve kant van persoonlijkheid werd gemeten met de NEO-PI-R (Costa & McCrae, 1992b). Een maladaptieve variant bleek psychopathie beter te meten dan algemene persoonlijkheidsmetingen. De EPA was significant gerelateerd aan de verscheidene expliciete metingen van psychopathie. Op facetniveau brachten de facetten van de EPA 13% additionele variantie in totale psychopathiescores in rekening in vergelijking met de NEO-PI-R. Bij een simultane analyse liep dit percentage zelfs op tot 17% additionele variantie in psychopathiescores, terwijl de som van de respectievelijke NEO-PI-R facetten slechts 1% unieke variantie verklaarde. De auteurs halen enkele voordelen aan van deze benadering van psychopathie: het kan de overeenkomsten en verschillen over verschillende meetinstrumenten en de factorstructuur van psychopathie verduidelijken en bevindingen rond de relaties uit verschillende metingen verklaren. Verder kan deze elementaire benadering er ook voor zorgen dat het concept psychopathie van de bottom-up wordt opgebouwd en kan men bijgevolg onderzoeken welke elementen het meest centraal en het meest perifeer staan, en welke onnodig zijn voor het construct psychopathie. Men kan bekijken welke elementen het meest van belang zijn voor elk van de uitkomsten (bv. recidivisme, behandelingsresistentie) en men kan eventuele combinatorische/synergistische (elkaar versterkende) effecten onderzoeken waarin specifieke combinaties van elementen aanleiding geven tot bepaalde eigenschappen (bv. facetten die een

20 14 zwakke Consciëntieusheid reflecteren kunnen de invloed van interpersoonlijk antagonisme veranderen) (Lynam et al., 2011). Kinderen en jongeren. Via een bottom-up strategie, die start met het volledige scala van trek-gerelateerde symptomen in de kindertijd, ontwikkelden De Clercq en collega s (2006) een gelijkaardige schaal voor kinderen en adolescenten: de Dimensional Personality Symptom Item Pool (DIPSI). De auteurs construeerden deze schaal via het schrijven van maladaptieve varianten van items uit de Hierarchical Personality Inventory for Children (HiPIC; Mervielde & De Fruyt, 1999, 2002), een algemeen trekinstrument voor kinderen. Het HiPIC item heeft een gevoel voor orde werd bijvoorbeeld omgevormd tot eerder extreme, maladaptieve beschrijvingen zoals laat alles altijd in het rond liggen (lage ordelijkheid) en is geobsedeerd door het opruimen van alles (hoge ordelijkheid). Gezien de auteurs vragen hadden over het pathologische karakter van HiPIC domein Vindingrijkheid, hetgene de kindvariant van het domein Openheid voor Ervaringen beschrijft, werden in eerste instantie geen maladaptieve items voor dit domein geschreven. In een eerste onderzoek werd zoals verwacht een vierfactorenstructuur gevonden die, zowel op het vlak van de dimensies als conceptueel op het niveau van de lagere orde facetten, sterk lijkt op de schalen voor persoonlijkheidspathologie bij volwassenen (Clark & Livesley, 2002). Deze vier factoren waren Onwelwillendheid, Emotionele Instabiliteit, Introversie en Compulsiviteit. Er werden ook twee bovenliggende factoren gevonden: externaliserende en internaliserende trekken. Externaliserende trekken zijn voornamelijk gerelateerd aan Onwelwillendheid, terwijl internaliserende trekken correleren met Negatieve Emotionaliteit en Compulsiviteit. Deze twee hogere orde factoren bleken sterk gerelateerd te zijn aan de internaliserende-externaliserende structuur van kinderpsychopathologie modellen (CBCL; Achenbach, 1991). De vier factoren vertoonden, net als bij volwassenen, een duidelijke correspondentie met vier van de VFM dimensies: Neuroticisme (laag), Extraversie (laag), Aangenaamheid (laag) en (hoge) Consciëntieusheid. Psychopathie en Maladaptieve Persoonlijkheidstrekken: Onderlinge Associaties Volwassenen. Pryor et al. (2009) onderzochten de associatie van de SNAP (Clark, 1993) en DAPP-BQ (Livesley, 1990) met psychopathie, gemeten via Levenson s Self-Report Psychopathy Scale (LSRP; Levenson, Kiehl, & Fitzpatrick, 1995) en de PPI-R (Lilienfeld & Widows, 2005). Men vond evidentie voor het meten van psychopathie aan de hand van beide instrumenten. Vier schalen uit de SNAP vertoonden een sterke positieve correlatie (0.30 of hoger) over de verschillende psychopathiemetingen en factoren heen: Agressie, Manipulatie, Impulsiviteit en Disinhibitie. Bij de DAPP-BQ waren dit tien schalen: Cognitieve Dysregulatie, Identiteitsproblemen, Stimulus Zoeken, Compulsiviteit (negatief), Kilheid, Tegenwerking,

21 15 Afwijzing, Gedragsproblemen, Verdachte Geheimzinnigheid en Zelfverwonding. De DAPP-BQ verklaarde een groter deel van de variantie in totale, factor 1 en factor 2 psychopathiescores dan de SNAP. Hoewel er evidentie werd gevonden voor heterogeniteit in de associaties van de maladaptieve persoonlijkheidstrekken en de beide psychopathiefactoren, waren de resultaten niet eenduidig. In een studie van Lynam en collega s (2011) waren de scores op de EPA schaal eveneens gerelateerd aan de factoren van verschillende psychopathiemetingen. Zo was de factor Kil Affect uit de Self-Report Psychopathy Scale: Version III (SRP III; Williams, Paulhus, & Hare, 2007) het sterkst gerelateerd aan Koudheid (E1), Egocentrisme (A3) en Harteloosheid (A6). Interpersoonlijke Manipulatie vertoonde de sterkste associaties met Manipulatie (A2) en Egocentrisme (A3). Onstabiele Levensstijl had het sterkste verband met Sensatie Zoeken (E3), Opstandigheid (A4) en Onbezonnenheid (C3). De twee factoren van de LSRP (Levenson, et al., 1995) vertoonden gelijkaardige associaties met de EPA schaal. Factor 1 was namelijk het sterkst gerelateerd aan Koudheid (E1), Egocentrisme (A3) en Harteloosheid (A6) en factor 2 aan Kwaadheid (N2), Urgentie (N5), Gebrek aan Volharding (C2) en Onbezonnenheid (C3). Deze verbanden tonen sterke overeenkomsten met wat reeds bij vergelijking met adaptieve persoonlijkheidskenmerken, de NEO-PI-R trekken, gevonden werd (Ross et al., 2004). De associaties tussen de PPI-R en EPA waren iets breder en zijn terug te vinden in het artikel van Lynam en collega s (2011). Samenvattend lijken Koudheid, Egocentrisme, Harteloosheid, Manipulatie en Onbezonnenheid/Impulsiviteit het meest centraal te staan in het maladaptief persoonlijkheidsprofiel van de volwassen psychopaat. Kinderen en jongeren. Decuyper et al. (2011) waren de eersten die onderzoek voerden naar de associatie van het psychopathieconstruct met het volledige trekspectrum bij jongeren. Deze auteurs focusten specifiek op Kille niet-emotionele trekken, de eerste factor van psychopathie (Salekin et al., 2006), die op zijn beurt uit drie facetten bestaat: Ongevoeligheid, Onverschilligheid en Emotieloosheid. Men onderzocht de associatie van dit construct met zowel algemene als maladaptieve trekken bij een grote groep adolescenten. Hiervoor werden twee ontwikkelingsgerichte trekinstrumenten gebruikt: de HiPIC (Mervielde & De Fruyt, 1999) om algemene VFM trekken in kaart te brengen, en de DIPSI (De Clercq et al., 2006) om het maladaptief trekspectrum te omvatten. Men vond evidentie voor het beschrijven van Kille nietemotionele trekken aan de hand van maladaptieve en algemene persoonlijkheidstrekken. De DIPSI bleek een additionele waarde te hebben ten opzichte van de HiPIC. De dimensies van de DIPSI verklaarden een additionele 2 tot 10% en 2 tot 12% variantie in zelfrapportage en moederrapportage van de Kille niet-emotionele trekken in respectievelijke volgorde. Maladaptieve persoonlijkheidscorrelaten van Kille niet-emotionele trekken waren een hoge Onwelwillendheid, lage Compulsiviteit en lage Emotionele Instabiliteit. Op facetniveau vond

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

Psychopathische trekken bij jongeren vanuit een DSM-5 trekperspectief

Psychopathische trekken bij jongeren vanuit een DSM-5 trekperspectief Academiejaar 2013-2014 Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken bij jongeren vanuit een DSM-5 trekperspectief Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie,

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Persoonlijkheidspathologie in adolescenten: een dimensionele benadering Het concept persoonlijkheid duidt op een breed scala aan individuele verschillen in consistente manieren van denken,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria?

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen Persoonlijkheidsstoornissen en Angst Ellen Willemsen Overzicht Relevantie Persoonlijkheidsstoornissen Comorbiditeit in getallen PG cijfers comorbiditeit Relatie tussen angststoornissen en PS Aanbevelingen

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode De succesvolle psychopaat: feit of fictie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN Beheersing van emoties en gedrag Rechten van anderen Conflict met maatschappelijke normen en waarden Indeling Gedragsstoornissen in DSM 5 Oppositioneel-Opstandige Stoornis

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoekscentrum Klinische Psychologie PSYCHOPATHIE IN TERMEN VAN PERSOONLIJKHEID Een onderzoek bij adolescenten Masterproef

Nadere informatie

Externaliserend gedrag, impulsiviteit, disinhibitie & psychopathische trekken in de adolescentie en jongvolwassenheid

Externaliserend gedrag, impulsiviteit, disinhibitie & psychopathische trekken in de adolescentie en jongvolwassenheid Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode Externaliserend gedrag, impulsiviteit, disinhibitie & psychopathische trekken in de adolescentie en jongvolwassenheid Masterproef II neergelegd tot het

Nadere informatie

Een onderliggende structuur voor persoonlijkheid

Een onderliggende structuur voor persoonlijkheid Een onderliggende structuur voor persoonlijkheid Convergentie tussen persoonlijkheidsvragenlijsten voor normale en psychopathologische persoonlijkheid Alev Kutluer Bachelorthese Klinische Psychologie UvA

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

AGRESSIE BIJ JONGEREN IN DETENTIE: ASSOCIATIE MET PERSOONLIJKHEID EN PSYCHOPATHIE

AGRESSIE BIJ JONGEREN IN DETENTIE: ASSOCIATIE MET PERSOONLIJKHEID EN PSYCHOPATHIE Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode AGRESSIE BIJ JONGEREN IN DETENTIE: ASSOCIATIE MET PERSOONLIJKHEID EN PSYCHOPATHIE Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van: Master of

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 08 Eerste Examenperiode DE PSYCHOFYSIOLOGIE VAN PSYCHOPATHIE: DE RELATIE TUSSEN ANTISOCIAAL GEDRAG EN HARTSLAG IN RUST Scriptie neergelegd

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Basisrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 22 INLEIDING Dit rapport bevat de scores op de NEO-PI-3 persoonlijkheidsvragenlijst. De

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Screening Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 20 INLEIDING De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ, een dimensionale

Nadere informatie

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN Opleiding Jeugdgezondheiszorg Eline Van Hoecke Medische Psychologie Kinderen en Jongeren UZ Gent 30 maart 2012 1 OVERZICHT 1.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer.

Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer. Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer. Masterproef II neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG

DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG DE RELATIE TUSSEN VERSCHILLENDE MEETINSTRUMENTEN Aantal woorden: 21.183 Sarah Baele Studentennummer: 01207175 Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode Het Interpersoonlijk Functioneren bij Psychopathie: Narcisme, Dominantie en Vriendschappelijke Relaties Scriptie

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-11 Tweede Examenperiode PSYCHOPATIE BIJ FORENSISCH-PSYCHIATRISCHE PATIËNTEN: EEN CLUSTERANALYSE Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Scelta is onderdeel van

Scelta is onderdeel van DSM 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Lucas Goessens, psychiater Annika Cornelissen, klinisch psycholoog SECTIE II (categoraal perspectief) Cluster A Paranoïde PS Schizoïde PS Schizotypische PS Cluster B Antisociale

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE.

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

Naar een trekperspectief op autisme: De rol van Bizar Gedrag

Naar een trekperspectief op autisme: De rol van Bizar Gedrag FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Academiejaar: 2015-2016 Tweedekansexamenperiode Naar een trekperspectief op autisme:

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode

Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2013-2014 Tweedesemesterexamenperiode PERSOONLIJKHEID EN OBSESSIEF-COMPULSIEVE SYMPTOMEN BIJ ADOLESCENTEN VANUIT EEN INTEGRATIEF

Nadere informatie

5 Psychologisch functioneren van personen met psychopathie

5 Psychologisch functioneren van personen met psychopathie 5 Psychologisch functioneren van personen met psychopathie Laurence Claes, Mieke Decuyper, Filip De Fruyt en Patricia Bijttebier 1 Inleiding 2 Het concept psychopathie 3 Psychopathie en temperament of

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Prof. Dr. Bas van Alphen b.van.alphen@mondriaan.eu Epidemiologie Beloop Five Factor Model (FFM): Neuroticisme, Extraversie, Openheid nemen af op latere leeftijd,

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie

Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Academiejaar

Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Academiejaar Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Masterproef neergelegd tot behalen van de graad van master in de psychologie,

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

De factorstructuur van de normale populatie

De factorstructuur van de normale populatie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Tweede Examenperiode De factorstructuur van de Levenson Self-Report Psychopathy Scale in de normale populatie Masterproef neergelegd

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar?

Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar? Is er een verband tussen psychopathische trekken en psychosociale problemen bij jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar? Studenten: Julia ter Beest 3770591 Susanne Exterkate 3465608

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W.

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W. Psychopathische trekken en internaliserend en externaliserend probleemgedrag: Verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes in de adolescentie Masterscriptie Clinical Child and Adolescent Studies

Nadere informatie

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve distorsies bij adolescenten Bachelorthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie - Universiteit

Nadere informatie

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester Psychopathie bij Adolescenten die geplaatst zijn in een Justitiële Jeugdinrichting. De relatie met een gedragsstoornis en aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) Sharena Veldhuizen Studentnummer:

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie

De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 2008 Eerste Examenperiode De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 256-1 Datum 05.09.2014 Basisrapport NEO-PI-3 Profielformulier 3 / 41 PROFIELFORMULIER Persoonlijkheidsvragenlijst Basisrapport Neuroticisme 144 6 Neuroticisme

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

HiPIC. Hiërarchische persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Nederlandse versie

HiPIC. Hiërarchische persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Nederlandse versie HiPIC Hiërarchische persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Nederlandse versie Informant: Vader INLEIDING HiPIC 2/24 Inleiding Dit rapport bevat de scores op

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar 1 Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar Marokkaanse adolescenten? Willemien G. Braber Universiteit Leiden 2 Abstract Background: Until now research has concentrated

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 2008 Eerste Examenperiode Retrospectief onderzoek naar het psychosociaal functioneren bij volwassen drugspatiënten Sciptie neergelegd

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Kim Broeders (ANR:737406) Begeleider: J.J. Sijtsema Datum: 23-12-2013 Bachelorthesis Forensische Psychologie, Tilburg University

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Psychopathie: een literatuurstudie inzake de verschillen tussen mannen en vrouwen

Psychopathie: een literatuurstudie inzake de verschillen tussen mannen en vrouwen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode Psychopathie: een literatuurstudie inzake de verschillen tussen mannen en vrouwen Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Psychologie,

Nadere informatie