De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Psychologie, optie Klinische Psychologie door Lien Seynaeve Promotor: Prof. Dr. Paulette Van Oost Begeleiding : Lic. Katarzyna Uzieblo

2 Ondertekende, Lien Seynaeve geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden.

3 Dankwoord Deze scriptie kreeg zeker een meerwaarde dankzij de gestructureerde en constructieve hulp van mijn begeleidster Lic. Katarzyna Uzieblo. Ook wens ik mijn promotor Prof Dr. Paulette Van Oost te bedanken voor het vertrouwen die ze mij gaf bij het toekennen van dit onderwerp. Daarnaast richt ik graag een woordje van dank aan mijn ouders, familie en vrienden voor de morele steun. In het bijzonder dank ik Isabelle voor het kritisch herlezen en corrigeren. Als laatste steek ik graag mijn studiegenoten een hart onder de riem voor de momenten waarop we samen panikeerden maar elkaar ook terug aanmoedigden.

4 Abstract Recent onderzoek gaat hoofdzakelijk uit van een tweefactorenmodel van psychopathie. Volgens dit model bestaat psychopathie uit enerzijds een affectiefinterpersoonlijke factor en anderzijds een impulsief-antisociale factor. In deze studie gingen we de validiteit van deze psychopathie factoren na in de normale populatie. Psychopathie werd gemeten aan de hand van Psychopathic Personality Inventory- Revised (PPI-R; Lilienfeld & Widows, 2005), Levenson s Self-Reported Psychopathy (LSRP; Levenson, Kiehl, & Fitzpatrick, 1995) en Youth Psychopathy Inventory (YPI; Andershed, Kerr, Stattin, & Levander, 2002). Om de validiteit na te gaan werden enerzijds de intercorrelaties van de factoren onderzocht en anderzijds de relaties van de factoren met vier theoretisch gerelateerde constructen empathie, angst, alcoholgebruik en agressie nagegaan. Zoals verwacht waren de affectief-interpersoonlijke factoren aan elkaar gerelateerd. Ook de antisociale factoren vertoonden onderling een positief verband. Echter vertoonden ook de factoren gelijkaardige verbanden met de alternatieve factoren wat de discriminerende validiteit tegenspreekt. Verder vertoonden de affectiefinterpersoonlijke factoren vooral inverse relaties met empathie en BIS en positieve met BAS, en de BAS-subschalen Drijfveer en Plezier Zoeken. De antisociale factoren daarentegen hadden voornamelijk positieve correlaties met BAS, en de BAS-subschalen Beloningsgerichtheid en Plezier Zoeken, alcohol en agressie. Algemeen wordt de tweefactorenstructuur van psychopathie met enerzijds een affectief-interpersoonlijke en anderzijds een impulsief-antisociale factor ondersteund, hoewel de constructen van de corresponderende factoren niet volledig isomorf zijn.

5 Inhoudsopgave Inleiding...1 Niet-criminele psychopathie...3 Zelfrapportage van psychopathie...5 Doelstelling huidige studie...7 Methode... 8 Deelnemers...8 Procedure...9 Meetinstrumenten Datareductie en data-analyse Resultaten Beschrijvende statistieken Intercorrelaties van de drie psychopathie instrumenten en hun factoren Psychopathie en empathie Psychopathie en BIS en BAS Psychopathie en alcoholgebruik Psychopathie en agressie Psychopathie en sociale wenselijkheid Discussie Intercorrelaties van de psychopathiefactoren van de PPI-R, LSRP en YPI Correlaties van psychopathie met empathie, BIS en BAS, alcoholgebruik en agressie Sterktes, limitaties en implicaties voor verder onderzoek Conclusie Referenties... 32

6 Inleiding Psychopathie wordt gedefinieerd als een constellatie van affectieve, interpersoonlijke en gedragskenmerken. Het affectieve onvermogen uit zich onder andere in gladde en oppervlakkige emoties naast een gebrek aan schuld of berouw. Interpersoonlijk vertonen psychopathische individuen een egocentrische, opgeblazen zelfwaarde. Ze stellen zich leugenachtig en manipulatief op. Impulsiviteit, gebrekkige gedragsregulering en verantwoordelijkheid naast vroegtijdige gedragsproblemen kenmerken het antisociale, impulsieve gedrag (Hare, 2003b). Door de eeuwen heen werden reeds concepten gebruikt die in verband te brengen zijn met psychopathie. Enkele van die termen waren onder andere krankzinnig zonder delirium, morele krankzinnigheid of psychopathische inferioriteit (Millon, Simonson, & Birket-Smith, 1998). Uiteindelijk was het Cleckley (1941) die in zijn boek The Mask of Sanity als eerste 16 persoonlijkheidskenmerken van psychopathie beschreef. Deze kenmerken leidde hij af aan de hand van gevalstudies uit zijn praktijk. De lijst van persoonlijkheidskenmerken bevatte onder andere irrationeel denken, afwezigheid van zenuwachtigheid, gebrek aan schaamte of berouw, zwakke affectieve reacties, onbetrouwbaarheid. Cleckley (1941) omschreef psychopathie vooral als een constellatie van persoonlijkheidskenmerken. Daarmee legde hij de basis voor een persoonlijkheidsbenadering en wordt hij nog steeds als een pionier voor huidig psychopathie onderzoek beschouwd (Millon, Simonson, & Birket-Smith, 1998). De kritiek dat Cleckley s (1941) criteria subjectief en afleidbaar waren (Cloninger, 1978) bracht het ontstaan van de gedragsbenadering met zich mee. Deze gedragsbenadering was gebaseerd op The Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM- III; American Psychiatric Association, 1980). Zij omschrijven een geschiedenis van herhaaldelijk en chronisch antisociaal gedrag als het belangrijkste kenmerk van psychopathie. Ook hier bleven de kritieken niet uit. Verschillende auteurs beargumenteerden dat de gedragscriteria niet alle psychologische aspecten onderliggend aan antisociaal gedrag kon omvatten (Hare, Hart, & Harpur, 1991; Rogers & Dion, 1991). Daarnaast slaagden de criteria er niet in individuen met enkel persoonlijkheidskenmerken van psychopathie maar zonder antisociale gedragskenmerken te identificeren (Sutker & Allain, 1983; Widow, 1977). 1

7 Met als doel de persoonlijkheidsbenadering aan de gedragsbenadering te koppelen, ontwikkelde Hare de Psychopathy Checklist (PCL; Hare, 1985) en de latere herziene versie Psychopathy Checklist Revised (PCL-R; Hare, 1991). Door middel van een klinisch interview en een grondige dossierstudie worden zowel de emotioneleinterpersoonlijke persoonlijkheidskenmerken als het antisociale gedragsaspect van psychopathie gescoord. Uit factoranalyses bleek evidentie voor een tweefactorenstructuur (Harpur, Hare, & Hakstian, 1989). De persoonlijkheidsfactor Egoïstisch, ongevoelig en zonder wroeging voor anderen (PCL-R-I; Vertommen, Verheul, De Ruiter, & Hildebrand, 2002) bevat affectieve en interpersoonlijke kenmerken van psychopathie zoals gebrek aan geweten en narcisme (Patrick, Bradley, & Lang, 1993). De tweede factor Chronisch instabiel en antisociaal gedrag (PCL-R-II; Vertommen et al., 2002) omvat het sociaal afwijkende gedrag zoals losbandige seksualiteit en criminele veelzijdigheid (Patrick et al., 1993). Hoewel de factoren intercorreleerden (Hare, 1991), vertonen ze toch verschillende relaties met externe variabelen. De affectief-interpersoonlijke factor (PCL-R-I) was gerelateerd aan dominantie, narcistische persoonlijkheidstrekken (Harpur et al., 1989; Hart & Hare, 1989) en aan strategisch instrumentele agressie (Patrick, Zempolich, & Levenston, 1997; Woodworth & Porter, 2002). De impulsief-antisociale factor (PCL-R-II) daarentegen vertoonde relaties met de antisociale persoonlijkheidsstoornis (Hart & Hare, 1989) en met impulsieve agressie (Patrick et al., 1997) en suïcidaal gedrag (Verona, Patrick, & Joiner, 2001). Beide factoren van de PCL-R vertonen ook onderscheiden verbanden met demografische variabelen. Individuen die hoog scoorden op de affectief-interpersoonlijke factor (PCL-R-I) vertoonden hogere sociaaleconomische status, verbale intelligentie en behaalde onderwijsniveau (Harpur et al., 1989; Patrick et al., 1997). Terwijl individuen die hoog scoorden op de impulsiefantisociale factor (PCL-R-II) inverse relaties hadden met deze variabelen. Gezien ze niet overtuigd waren van de adequaatheid van het tweefactorenmodel, ontwikkelden Cooke en Michie (2001) een hiërarchisch model bestaande uit drie gecorreleerde factoren: Arrogante en leugenachtige gedragsstijl, Gebrekkige affectieve beleving en Impulsieve en onverantwoorde gedragsstijl. De eerste twee waren gelijkaardig aan PCL-R-I, terwijl de laatste overeenkomt met PCL-R-II. In het driefactorenmodel werd weinig klemtoon op criminaliteit gelegd, gezien dit niet als een 2

8 kernkenmerk van psychopathie beschouwd werd. Hiertoe werden alle items die betrekking hadden op antisociale kenmerken geëlimineerd omdat deze karaktereigenschappen met basistrekken zou samenvoegen. Ondanks het feit dat meer en meer studies de validiteit van deze driefactorenstructuur aantoonden (Jackson, Rogers, Neumann, & Lambert, 2002; Johansson, Andershed, Kerr, & Stattin, 2002; Skeem, Mulvey, & Grisso, 2003), kwam er toch kritiek. Velen vonden dat door de antisociale items te elimineren, een belangrijk kenmerk van psychopathie geschrapt werd (Benning, Patrick, Hicks, Blonigen, & Krueger, 2003; Blonigen, Hicks, Krueger, Patrick, & Iacano, 2005; Neumann, Vitacco, Hare, & Wupperman, 2005). Naast deze inhoudelijke kritiek, was er ook een statistische limitatie. Items werden immers selectief uitgekozen omdat ze in het model pasten (Neumann et al. 2005; Hare & Neumann, 2006). Als antwoord op de tekortkomingen van het driefactorenmodel werd een vierfactorenstructuur ontwikkeld (Hare, 2003a) met de facetten: Antisociaal, Interpersonlijk, Affectief en Levensstijl. Studies bevestigen de validiteit van beide factorenstructuren. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke factorenstructuur de beste is. Gezien naar het tweefactorenmodel meest onderzoek gebeurd is, wordt van hieruit vertrokken in deze studie. Niet-criminele psychopathie Cleckley (1941) beschreef verschillende gevalstudies van individuen die de persoonlijkheidstrekken van psychopathie bezaten, maar geen antisociale gedragingen vertoonden. Hij sprak over succesvolle psychopathie omdat deze individuen erin slaagden zich te handhaven in de normale samenleving. Enkele van die persoonlijkheidstrekken bleken zelfs heel positief bij het uitoefenen van sommige beroepen zoals politicus of zakenman (Lykken, 1995). Momenteel zijn meerdere termen in gebruik om over deze specifieke subgroep te spreken. Succesvolle psychopathie suggereert dat de affectief-interpersoonlijke factor een voordeel kan zijn om professioneel succes te bereiken en uit de gevangenis te blijven (Lykken, 1995), maar veel minder nuttig op andere belangrijke levensdomeinen (Hall & Benning, 2006). Daarnaast spreekt men van niet-criminele psychopathie omdat ze niet scoorden op de antisociale factor (Cleckley, 1941) maar toch waren een aantal trekken gerelateerd aan 3

9 ongepaste gedragingen als academisch wangedrag, wettelijke schendingen of illegaal middelengebruik (Benning et al., 2003, Gustafson & Ritzer, 1995). De term subklinische psychopathie duidt meer op een mildere vorm van psychopathie dan in een gevangenispopulatie (Williams, Spidel, & Paulhus, 2005). Gezien de onduidelijke verschilpunten tussen beide groepen (Williams et al., 2005; Ullrich, Farrington, & Coid, 2007), wordt verder in deze studie gesproken over niet-geïnterneerde psychopathie gezien uit de gevangenis of een instelling blijven het enige evidente verschilpunt is. De assumptie dat individuen met verhoogde psychopathische trekken gevonden kunnen worden in de normale populatie (DeMatteo, Heilbrun, & Marczyk, 2006) is in lijn met de dimensionale visie van psychopathie (Lilienfeld, 1998). Deze visie impliceert dat psychopathieonderzoek gegeneraliseerd kan worden in niet-klinische en niet-criminele steekproeven. Aansluitend op het tweefactorenmodel wordt niet-geïnterneerde psychopathie gezien als een verhoging van affectief-interpersoonlijke kenmerken, maar geen verhoging van antisociale gedragingen (Patrick, 2001). Daarnaast bestaan nog perspectieven die niet-criminele psychopathie definiëren. Ten eerste gaat het subklinische procesperspectief ervan uit dat individuen met niet-criminele psychopathie minder extreme vormen van psychopathie aannemen. Dit perspectief is in overeenstemming met Cleckley die succesvolle psychopathie beschreef als een oncomplete uiting van psychopathie. Een tweede benadering, het compensatoire proces, beschrijft niet-criminele psychopathie als een matige uiting van psychopathie. Deze gaan er ook van uit dat antisociale gedragingen een direct gevolg zijn van de psychopathische persoonlijkheidstrekken. Modererende variabelen zoals intelligentie, socio-economische status of socialisatie kunnen ervoor zorgen dat antisociale en impulsieve gedragingen afgezwakt of afgewend worden. Deze intelligente en pientere individuen zullen de valkuilen van ernstig antisociaal gedrag herkennen en proberen te vermijden en zullen hun psychopathische trekken uitdrukken via sociale bekrachters als business, muziek, sport,. Een voorbeeld van deze benadering is te vinden in de Lykken s (1995) hypothese dat individuen met psychopathische trekken een afgezwakte angstreactiviteit vertonen. Niet-criminele psychopathische individuen worden verondersteld een gelijkaardige onbevreesdheid te bezitten, maar geen antisociale gedragingen te stellen door aangepaste socialisatie, hogere intelligentie of hogere sociaal economische status (SES). 4

10 Zelfrapportage van psychopathie Hoewel de PCL-R grote vooruitgang bood bij het meten van psychopathie in de gevangenis, zijn er toch enkele nadelen. Een grondige training voor afname is nodig en bovendien neemt de test veel tijd in beslag. De nood aan dossierinformatie ter scoring van de items en de vele items gericht op antisociaal gedrag maakten het minder bruikbaar in een niet-criminele populatie (Ishikawa, Raine, Lencz, Bihrle, & Lacasse, 2001). Daarnaast werd de PCL-R oorspronkelijk ontwikkeld en gevalideerd in Amerikaanse mannelijke criminele gevangenissteekproeven, wat het minder bruikbaar maakt in steekproeven buiten de gevangenis (Berardino, Meloy, Sherman, & Jacobs, 2005). Om aan deze tekortkomingen tegemoet te komen werden alternatieve instrumenten voor de meting van psychopathie ontwikkeld. Zelfrapportage was hierbij een optie met recent enkele veelbelovende instrumenten zoals de Levenson Self- Reported Psychopathy Scale (LSRP; Levenson, Kiehl & Fitzpatrick, 1995) of de Psychopathic Personality Inventory (PPI; Lilienfeld & Andrews, 1996). De PPI blijkt een gelijkaardige factorstructuur als de PCL-R te vertonen (Benning et al., 2003). Factoranalyse bracht twee factoren met zich mee, Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-I) en Antisociaal-Impulsiviteit (PPI-II). Deze factoren zijn gelijkaardig aan de inhoud van de twee PCL-R-factoren (Benning et al., 2003). Meer nog correleerde PPI-I hoofdzakelijk met PCL-R-I, terwijl PPI-II voornamelijk aan PCL-R-II gerelateerd was (Berardino et al., 2005). Daarenboven vertonen de PPI-factoren gelijkaardige verbanden als de PCL-R-factoren. PPI-I is net als PCL-R-I positief gecorreleerd met sociaaleconomische status (SES) en verbaal IQ, maar niet gerelateerd met antisociaal gedrag en middelenmisbruik op jonge leeftijd. Daarentegen had het toch enkele associaties met volwassen antisociaal gedrag bevat (Benning et al., 2003). PPI-II bevat net als PCL-R-II een positieve correlatie met antisociaal gedrag als kind en als volwassenen, middelenmisbruik op jonge leeftijd en een negatieve correlatie met SES en verbale vaardigheden. Daarnaast had het een verband met hoge negatieve emotionaliteit en lage gedragsrestrictie (Benning et al., 2003). De affectief-interpersoonlijke factoren van PCL-R en PPI had negatieve 5

11 correlaties met de angst- en leedcomponenten van temperamentemotionaliteit (Benning et al., 2005; Patrick, 1994). De constructie van de LSRP werd gebaseerd op de PCL-R criteria en kwam zo overeen met de factorenstructuur van de PCL-R (Levenson et al., 1995). Primaire Psychopathie (LSRP-I) correleerde met beide PCL-R-factoren terwijl Secundaire Psychopathie (LSRP-II) enkel gerelateerd was aan de impulsief-antisociale (PCL-R-II; Brinkley, Schmitt, Smith, & Newman, 2001). Dit probleem met de discriminerende validiteit van Primaire Psychopathie (LSPR-I) werd ook teruggevonden met de affectief-interpersoonlijke factoren van PPI (Lilienfeld & Hess, 2004). Net zoals PCL-R-II werden voor Secundaire Psychopathie (LSRP-II) positieve verbanden gevonden met alcoholgebruik en criminele versatiliteit terwijl deze verbanden niet aanwezig waren bij de affectief-interpersoonlijke factoren PCL-R-I en LSRP-I (Brinkley et al., 2001). In deze studie werd naast PPI-R en LSRP nog een derde psychopathiemaat gebruikt: De Youth Psychopathic trait Inventory (YPI; Andershed, Kerr, Stattin, & Levander, 2002). Deze schaal werd reeds vergeleken met de Psychopathy Checklist Youth Version (PCL:YV; Forth, Kosson, & Hare, 2003) en was gedeeltelijk gelijkaardig (Dolan & Rennie, 2006; Skeem & Cauffman, 2003). Echter voor gelijkaardige factorstructuren werden geen consistente resultaten gevonden. Enerzijds zou YPI meer op de affectief-interpersoonlijke factoren focussen dan de PCL:YV en weinig gerelateerd zijn aan de gedragsfactor van PCL:YV (Skeem & Cauffman, 2003). Terwijl een andere studie aantoonde dat beide maten gelijkaardig constructen maten voor de levensstijl-sociaalafwijkende factoren maar niet voor de affectieve trekken. Alle subschalen van de YPI correleerden met de sociaalafwijkende factoren van PCL:YV en wijzen zo wellicht op een tekort aan specificiteit tussen de theoretisch gelijke subschalen van YPI en PCL:YV (Dolan & Rennie, 2006). De affectieve, interpersoonlijke en levensstijlfactor van YPI zijn het sterkst gerelateerd met de respectievelijke drie factoren van PCL:YV. Beide sociaalafwijkende factoren waren voorspellers voor institutionele overtredingen en geweldplegingen (Dolan & Rennie, 2006). Beide maten waren ook voorspellers voor wangedrag (Skeem & Cauffman, 2003). Deze inconsistenties kunnen vermoedelijk toegeschreven worden aan de 6

12 vergelijking van een zelfrapporteringsmaat (YPI) met een maat gebaseerd op interview (PCL:YV; Dolan & Rennie, 2006). Doelstelling huidige studie In deze studie werd de validiteit van de psychopathiefactoren onderzocht. Vooreerst werden de onderlinge relaties van de emotioneel-interpersoonlijke en de impulsief-antisociale factoren van psychopathie nagegaan. Daarnaast werden correlaties tussen de factoren en relevante constructen, zijnde empathie, angst, alcoholgebruik en agressie onderzocht. Psychopathie werd gemeten aan de hand van drie vragenlijsten: de Psychopathic Personality Inventory-Revised (PPI-R), Levensohn s Self-Reported Psychopathy (LSRP) en Youth Psychopathy Inventory (YPI). Verwacht wordt dat de affectiefinterpersoonlijke factoren voornamelijk onderling zullen correleren en dat de impulsiefantisociale factoren vooral met elkaar zullen correleren. Als tweede werden de verbanden met relevante constructen bekeken. Empathie werd gemeten aan de hand van de Interpersonal Reactivity Inventory (IRI). Psychopathische individuen worden verondersteld geen morele emoties te bezitten. Het Geweld Inhibitie Mechanisme stelt dat ze minder hun gedrag dat verdriet of angst oplevert bij anderen gaan aanpassen omdat ze zich geen representatie kunnen maken van de innerlijke toestand van het slachtoffer (Blair, 1995, 2001). Hypothetisch worden inverse relaties van de affectief-interpersoonlijke factoren met empathie verwacht, zoals reeds vroeger vastgesteld werd (Benning, Patrick, Salekin, & Leistico, 2005b; Pardini, Lochman, & Frick, 2003). Ondanks de weinig inconsistente literatuur wordt verondersteld dat lage empathie antisociaal gedrag in de hand werkt (Farrington, 1988). Ofwel worden inverse relaties tussen de impulsief-antisociale factoren en empathie verwacht (Flight & Forth, 2007; Patrick, Edens, Poythress, Lilienfeld, & Benning, 2006) ofwel kan verondersteld worden dat er geen verbanden gevonden zullen worden tussen de impulsief-antisociale factoren en empathie. BIS en BAS werden gemeten aan de hand van de Behavioral Inhibition System and Behavioral Activation System- schalen (BISBAS). Gebaseerd op de lageangsttheorie (Lykken, 1957) zullen psychopathische individuen gedrag dat lijdt tot straf 7

13 niet onderdrukken omdat ze ongevoelig zijn voor deze strafcues. In lijn met vroeger onderzoek verwachtten we een inverse relatie van de affectief-interpersoonlijke factoren met BIS en een positieve correlatie van de impulsief-antisociale factor met BAS (Newman, Maccoon, Vaughn, & Sadeh, 2005; Ross, Moltò, Poy, Segarra, Pastor, & Montañés, 2007; Uzieblo, Verschuere, & Crombez, 2007). De relaties met alcoholgebruik werden na gegaan aan de hand van de Alcohol Use Disorder Identification Test (AUDIT). Smith en Newman (1990) toonden aan dat alcoholisme gerelateerd was aan de PCL-R-II maar niet aan PCL-R-I. Dit werd ook teruggevonden voor andere psychopathiematen (Brinckley et al., 2001; Krueger et al., 2002; Patrick et al., 2006; Reardon, Lang, & Patrick, 2002). Hierop gebaseerd wordt verwacht dat de impulsief-antisociale factoren positief zullen correleren met alcoholgebruik en dat de affectief-interpersoonlijke factoren hier geen verband mee zullen tonen. Tenslotte maten we agressie met de Buss-Durkee Hostility Inventory-Dutch (BDHI-D). Hier werden weer voornamelijk positieve correlaties verwacht tussen de impulsief-antisociale factoren en agressie, zoals reeds werd aangetoond in psychopathieonderzoek (Benning et al., 2003; Patrick et al., 2006; Verona et al., 2001). In overeenstemming met deze studies worden ook geen relaties verwacht voor de affectief-interpersoonlijke factoren met agressie. Methode Deelnemers Deelnemers waren 138 vrijwilligers (M = jaar, SD = 14.71; range: jaar) die via sneeuwbalmethode uit de normale populatie gerekruteerd werden. Deze steekproef bestond uit 61 mannen en 77 vrouwen. Allen waren Nederlandstalig en hadden de Belgische identiteit. De meerderheid bezat een diploma hoger onderwijs (56.5%), tegenover 36.2% hoger secundair onderwijs en 6.6% lager secundair onderwijs. Van 1 deelnemer (.7%) hadden we geen gegevens over het behaalde diploma. Van 83 (60.9%) deelnemers konden we de sociale economische status (SES) berekenen (M = 43.10, SD = 9.17; range: 21 58; Hollingshead, 1975). Van 54 8

14 deelnemers (39.1%) ontbraken gegevens of werd geen SES berekend omdat ze student, huisvrouw, werkloos of gepensioneerd waren. Niemand behoorde tot de laagste sociale klasse ongeschoolde arbeiders. 9 deelnemers (10.7%) behoorden tot de sociale klasse machineoperatoren en halfgeschoolde arbeiders, 16 (19.0%) tot de sociale klasse van geschoolde ambachtslui, klerikaal en winkelpersoneel. De meerderheid (65.5%) waren 55 deelnemers die tot de middenklasse en technische minor professional. Tenslotte behoorden 4 deelnemers (4.8%) tot major business and professional. De helft van de steekproef (48.6%) was getrouwd, 23.2% had een vaste relatie en 18.1% was alleenstaand. De minderheid was samenwonend (7.2%), gescheiden (2.2%) of weduwe/weduwnaar (.7%). Procedure De deelnemers werden aan de hand van de sneeuwbalmethode geselecteerd. Deze methode rekruteert individuen via hun vriendschapnetwerken (Goodman, 1961; Heckathorn, 1997). Bij deze methode selecteert de onderzoeker een aantal deelnemers die tot de doelpopulatie behoren. De proefleider zoekt enkele deelnemers voor zijn onderzoek. Op hun beurt selecteren deze eerste deelnemers enkele personen om aan het onderzoek deel te nemen, die op hun beurt weer anderen rekruteren. Dit proces gaat door tot het gewenste aantal bereikt is. Een voordeel van deze rekruteringsmethode is dat je snel een uitgebreide steekproef kan verzamelen. Daarnaast krijg je makkelijker informatie over moeilijk te observeren fenomenen (Faugier & Sargeant, 1997). Na een eerste contactname kregen de deelnemers de vragenlijsten met uitleg in een gesloten omslag. Alle deelnemers namen vrijwillig deel en ondertekenden een schriftelijke geïnformeerde toestemming. De ingevulde vragenlijsten werden in een gesloten omslag aan de proefleider terugbezorgd. Er werd op vrijwillige basis deelgenomen zonder vergoedingen. Van de 120 uitgedeelde vragenlijstbundels werden er 85 teruggestuurd (70.8%). Huidig onderzoek maakte deel uit van een validatieonderzoek van Uzieblo, Verschuere, & Crombez (in press). De deelnemers vulden een reeks vragenlijsten in waarvan onderstaande gebruikt werden voor deze onderzoeksvraag. 9

15 Meetinstrumenten Psychopathic Personality Inventory Revised. De Psychopathic Personality Inventory-Revised (PPI-R; Lilienfeld & Widows, 2005) is een zelfrapportage vragenlijst die psychopathische trekken beoogt te meten. De 154 items worden beantwoord op een vierpuntenschaal (1 = onwaar, 2 = bijna altijd onwaar, 3 = bijna altijd waar en 4 = waar). De PPI-R bevat 8 subschalen: Machiavellistische Egocentriciteit (20 items, Eerlijk gezegd, probeer ik mensen niet te helpen tenzij ik er baat bij heb. ) meet de neiging regels te overtreden, te liegen en anderen te gebruiken voor eigen doeleinden; Opstandige Non-conformiteit (16 items, Ik ben er trots op dat ik onconventioneel en verschillend van anderen ben. ) meet de mate van een onconventionele houding waarbij men zonder zorgen sociale regels overtreedt; Externalisatie van Schuld (15 items, Als ik niet zoveel pech zou hebben gehad in mijn leven, zou ik succesvoller zijn, ) meet de neiging van het beschuldigen van anderen voor eigen problemen en het rationaliseren van eigen wangedrag; Onbezorgdheid en Gebrek aan Doelgerichtheid (19 items, Ik geef er de voorkeur aan eerst te handelen en dan pas na te denken. ) meet het gebrek aan planning en doelgerichtheid; Sociale invloed (18 items, Wanneer ik mensen ontmoet, kan ik met een simpele glimlach hun belangstelling opwekken. ) meet de vaardigheid om anderen te beïnvloeden en manipuleren; Onbevreesdheid (14 items, Ik denk dat het opwindend zou kunnen zijn om in een vliegtuig te zitten dat bijna neerstort. ) meet de afwezigheid van angst bij dreiging en het houden van risicovolle activiteiten; Ongevoeligheid voor Stress (13 items, Ik kan kalm blijven in situaties waarin veel andere mensen in paniek zouden raken. ) meet het vermogen kalm te blijven in stressvolle situaties. Ongevoeligheid (16 items, Wanneer iemand gekwetst is door iets wat ik zeg of doe, is dat zijn probleem. ) meet oppervlakkigheid, gebrek aan schuld, empathie en trouw. De PPI-R bevat ook drie validiteitschalen om antwoordbias op te sporen: Deugdzame Beantwoording (Virtuous Responding; 13 items, Op belangrijke feestdagen eet ik nooit meer dan ik zou moeten. ) onderschept personen die constant een goed beeld van zichzelf proberen op te hangen; Afwijkende Beantwoording (Deviant Responding; 10 items, Ik vergeet soms mijn naam. ) detecteert deelnemers die vreemd antwoorden om zichzelf in een slecht 10

16 daglicht te plaatsen; Inconsistente Beantwoording (Inconsistent Responding) gaat na of personen hetzelfde antwoord kiezen op gelijkaardige of gerelateerde items. Via factoranalyses werd evidentie voor 2 factoren gevonden: Onbevreesdheid- Dominantie (PPI-R-I) en Impulsief-Antisociaal (PPI-R-II; Lilienfeld & Widows, 2005). De eerste factor bevat Machiavellistische Egocentriciteit, Opstandige Nonconformiteit, Externalisatie van Schuld en Onbezorgdheid en Gebrek aan Doelgerichtheid als subschalen, de tweede factor bevat subschalen Sociale invloed, Onbevreesdheid en Ongevoeligheid voor Stress. Ongevoeligheid laadt op de totaalscore maar niet op één van de factoren. In een normale steekproef werd goede interne consistentie voor PPI-R totaalscore gevonden, gaande van α =.78 tot α =.93. Test hertest betrouwbaarheid na gemiddeld 20 dagen ging van τ =.82 tot τ =.93 (Lilienfeld & Widows, 2005). In deze studie werd de officiële Nederlandse vertaling van de PPI-R gebruikt (Uzieblo, Verschuere, Jelicic, Maesschalck & Crombez, 2006). Levenson s Self-Report Psychopathy Scale. De Levenson s Self-Report Psychopathy Scale (LSRP; Levenson et al., 1995) is een zelfbeoordelingschaal die zowel persoonlijkheidskenmerken als gedragskenmerken van psychopathie meet. De 26 items worden beantwoord op een Likert- vierpuntenschaal ( 1 = ik ga volledig niet akkoord, 2 = ik ga gedeeltelijk niet akkoord, 3 = ik ga gedeeltelijk akkoord en 4 = ik ga volledig akkoord). Het instrument omvat twee factoren, namelijk Primaire Psychopathie (LSRP-I) en Secundaire Psychopathie (LSRP-II). Primaire Psychopathie (LSRP-I; 16 items, Ik geniet ervan andermans gevoelens te manipuleren. ) meet de zelfzuchtige, harteloze, onaffectieve en manipulatieve oriëntatie naar anderen. Secundaire Psychopathie (LSRP-II; 10 items, Wanneer ik gefrustreerd ben, laat ik vaak stoom af door uit te vliegen. ) meet impulsiviteit, reactiviteit en gebrekkige gedragscontrole. Goede interne consistentie werd teruggevonden voor totaalscore (α = 0.85) en voor de subschalen; α = 0.83 voor LSRP-I en α = 0.63 voor LSRP-II. In deze studie werd de officiële Nederlandstalige vertaling van de LSRP gebruikt (Uzieblo, Verschuere en Crombez, 2006). 11

17 Youth Psychopathic Traits Inventory. De Youth Psychopathic Traits Inventory (YPI; Andershed et al., 2002) is een zelfbeoordelingschaal die psychopathische persoonlijkheidskenmerken beoogt te meten bij kinderen en adolescenten. De deelnemers beoordeelden 50 items op een vierpunten Likertschaal (1 = helemaal niet van toepassing, 2 = een beetje van toepassing, 3 = redelijk van toepassing en 4 = heel erg van toepassing). De YPI omvat volgende 10 subschalen van elk 5 items: Bedrieglijke Charme ( Ik ben in staat om mensen te misleiden door mijn charme en glimlach te gebruiken. ) meet oppervlakkige charme en gladheid; Grandioosheid ( Ik heb talenten die veel verder gaan dan die van andere mensen. ) focust op egocentrisme en gevoel van superioriteit; Leugenachtigheid ( Soms lieg ik zonder reden, behalve dan omdat het leuk is. ) detecteert personen die makkelijk en frequent liegen; Manipulatie ( Ik kan mensen bijna alles laten geloven. ) meet de neiging om anderen te manipuleren en bedriegen voor eigen doeleinden; Harteloosheid ( Ik ben in staat om geen spijt- of schuldgevoelens te hebben over dingen waarvan ik denk dat andere mensen wel spijt zouden hebben. ) meet het gebrek aan gevoelens van schuld of schaamte; Meedogenloosheid ( Als andere mensen problemen hebben is het meestal hun eigen schuld en daarom moet je hen niet helpen. ) identificeert individuen die geen medelijden hebben met anderen; Gebrek aan Emotie ( Ik laat mij niet zo veel beïnvloeden door mijn gevoelens zoals andere mensen dat lijken te doen. ) detecteert personen die weinig emoties ervaren; Impulsiviteit ( Het gebeurt vaak dat ik dingen doe zonder er van te voren over na te denken. ) meet de neiging om impulsieve handelingen te stellen; Gebrek aan Verantwoordelijkheidsgevoel ( Het is meerdere keren gebeurd dat ik iets heb geleend en het daarna kwijt geraakt ben. ) onderscheidt mensen die geen verantwoordelijkheid kunnen opnemen en Sensatie Zoeken ( Ik vind het leuk dingen te doen alleen maar voor de kick. ) meet de nood aan stimulerende prikkels en spanning. Uit factoranalyse blijkt evidentie een driefactorenstructuur: Grandioos Manipulatief (YPI-I), Oppervlakkig Emotieloos (YPI-II) en Impulsief - Onverantwoordelijke Levensstijl (YPI-III; Andershed et al., 2002). Andershed et al. (2002) vonden goede interne consistentie voor de totaalscore met α =.88. Voor de factorscores vonden ze volgende interne consistentie: α =.84 (YPI-I), α =.74 (YPI-II) en α =.78 (YPI-III). Voor de subschalen varieerde de interne consistentie tussen.66 en.82. De 12

18 geautoriseerde Nederlandstalige versie voor de YPI werd gebruikt (Das, De Ruiter & Harreveld, 2002). Interpersonal Reactivity Index. De Interpersonal Reactivity Index (IRI; Davis, 1980) meet zowel de cognitieve als de emotionele componenten van empathie. De 28 items worden beoordeeld op een vijfpunten Likertschaal (A = beschrijft me niet goed tot E = beschrijft me zeer goed). Via factoranalyse werd evidentie gevonden voor vier subschalen van telkens 7 items: Empathische Betrokkenheid (Empathy Concern; Wanneer ik iemand zie waarvan wordt geprofiteerd, voel ik me nogal beschermend tegenover hen. ) meet de emotionele bezorgdheid voor anderen; Perspectief Nemen (Perspective Taking; Wanneer ik overstuur ben door iemand, probeer ik mijzelf meestal voor een tijdje in zijn schoenen te verplaatsen. ) meet in hoeverre men in staat is cognitief het perspectief van anderen in te nemen; Fantasie (Fantasy; Ik raak echt betrokken bij de gevoelens van de personages uit een roman. ) meet de neiging om zich emotioneel te identificeren met fictieve karakters uit boeken, films, en Persoonlijk Leed (Personal Distress; Wanneer ik iemand zie die zeer hard hulp nodig heeft in een noodsituatie, ga ik kapot. ) meet hoe vaak negatieve reacties gebruikt worden als antwoord op het leed van anderen. De IRI vertoont goede interne consistentie met α =.76 voor Empathische Betrokkenheid,.74 voor Perspectief Nemen en.70 voor Persoonlijk Leed (Christopher, Owens & Stecker, 1993). Behavioral Inhibition and Activation Scales. De Behavioral Inhibition System and Behavioral Activation system-scales (BIS/BAS; Carver & White, 1994) bestaan uit 20 items die op een vierpunten Likertschaal beantwoord worden (1 = helemaal mee eens, 2 = beetje mee eens, 3 = beetje mee oneens en 4 = helemaal mee oneens). De vragenlijst bestaat uit vier subschalen. De BIS-schaal (7 items, Ik voel mij behoorlijk overstuur als ik denk of weet dat iemand boos op me is. ) meet de gevoeligheid voor een nakende straf. De BAS-schaal meet in 3 subschalen van telkens 4 items de mate van positief affect of gedragsverandering bij het aanbieden van een aangename prikkeling of beloning: Drijfveer (BAS-Drive; Ik doe een hoop moeite om dingen die ik wil te krijgen. ) meet het zoeken naar gewenste plezierige doelen; Plezier Zoeken (BAS- Fun; Ik verlang sterk naar spanning en nieuwe sensaties. ) meet de mate van sensatie 13

19 op zoeken; Beloningsgerichtheid (BAS-Reward; Als ik iets krijg wat ik wil, voel ik me opgewonden en opgeladen. ) meet het positief affect bij het verwachten van een beloning. Er is evidentie voor goede interne consistentie in de range van.59 ( Plezier Zoeken ) tot. 79 ( BIS ; Franken, Muris, & Rassin, 2005). De test hertest betrouwbaarheid voor schaalscores bedroeg τ =.66 voor de BIS, τ =.66 voor Drijfveer, τ =.59 voor Beloningsgerichtheid en τ =0.69 voor Plezier Zoeken (Carver & White, 1994). Factoranalyses bevestigden een vierfactorenmodel met evidentie voor generaliseerbaarheid en crossculturele validiteit van deze 4 factoren (Heubeck, Wilkinson, & Cologon, 1998; Jorm et al., 1999; Leone, Perugini, Bagozzi, Pierro, & Manneti, 2001). Een Nederlandse vertaling van de BIS/BAS-schalen werd gebruikt (Putman, Hermans, & Van Honk, 2004). Alcohol Use Disorder Identification Test. De Alcohol Use Disorder Identification Test (AUDIT; Saunders, Aasland, Babor, De La Fuente, & Grant, 1993) is een vragenlijst die alcoholconsumptie, drinkgedrag, ongunstige psychologische reacties en aan alcohol gerelateerde problemen bevraagt. In tien items geven de deelnemers aan of ze de beschreven situatie al ondergingen (neen; ja, maar niet het afgelopen jaar; ja, tijdens het afgelopen jaar)en hoe vaak (nooit, minder dan maandelijks, maandelijks, wekelijks of dagelijks). Met een interne consistentie van α =.80 tot.86, wordt de AUDIT algemeen aanvaard als een betrouwbaar meetinstrument (O Hare & Sherrer, 1999). De officiële Nederlandse versie werd gebruikt (Babor, Higgins-Biddle, Saunders, & Monteiro, 2001) Buss-Durkee Hostility Inventory - Dutch. De Buss-Durkee Hostility Inventory- Dutch (BDHI-D; Lange, Hoogendoorn, Wiederspahn, & De Beurs, 1995a; Lange et al., 1995b) meet vijandelijkheid en neiging tot agressief gedrag. De 40 items worden bevestigend of ontkennend beantwoord (1 = waar en 2 = onwaar). De agressievragenlijst bestaat uit drie subschalen: Directe Agressie (16 items, Als iemand me begint te slaan, geef ik hem ervan langs. ) meet de neiging om verbale of fysieke agressie te stellen en Indirecte Agressie (19 items; Ik ben veel vaker geïrriteerd dan de mensen weten. ) meet de emotionele en cognitieve componenten van agressie zoals vijandigheid, irritatie, wantrouwen en woede. Daarnaast controleert Sociaalwenselijkheid (5 items, Ik hou ervan om soms te roddelen. ) op sociaal 14

20 wenselijke antwoorden. Naast een goede interne consistentie van α =.80 voor de totaalscore hebben ook beide agressieschalen een goede interne consistentie; α =.77 voor BDHI-D-I, α =.80 voor BDHI-D-II (Lange, Dehghani, & De Beurs, 1995). Datareductie en data-analyse Datareductie. Wanneer meer dan 20% van de items van een meetinstrument ontbraken, werden deze individuen uit de analyse geweerd. Dit was het geval voor zes deelnemers met betrekking tot de BDHI-D. Wanneer minder dan 20% items ontbraken, kreeg het niet ingevuld item de score van het gemiddelde van de subschaal waartoe het behoorde. Data-analyse. Om na te gaan of de factoren van de psychopathievragenlijsten onderling gerelateerd waren en gerelateerd waren aan de correlaten, gingen we Pearson s correlaties tussen de factoren na. Gezien de factoren van LSRP en YPI intercorreleerden, berekenden we partiële correlaties (Verona et al., 2001). Deze techniek laat toe het unieke verband van de ene factor met de variabelen na te gaan terwijl gecontroleerd werd voor een derde variabele. Ook om de verbanden van de psychopathiefactoren met de externe variabelen na te gaan, werden partiële correlaties berekend. Resultaten Beschrijvende statistieken Gemiddelden, standaarddeviaties en interne consistenties (Cronbach s alfa s) van PPI-R, LSRP, YPI, IRI, BISBAS, AUDIT en BDHI-D in zowel de totale steekproef, de mannelijke als de vrouwelijke steekproef worden weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 toont ook de t-scores en effectsize van de vergelijking tussen de vrouwelijke steekproef met de mannelijke steekproef. De verwachte hogere score van mannen op psychopathie werd enkel gevonden op Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I). Voor de affectief-interpersoonlijke factoren van LSRP en YPI en voor alle antisociale factoren werden geen significante verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen. De gemiddelden werden vergeleken met deze uit gelijkaardige steekproeven aan de hand van een onafhankelijke t-toets (zie Vadum & Rankin, 1998). De totaal- en 15

21 Tabel 1 Gemiddelden, standaarddeviaties en Cronbach s α s voor totaal- en factorscores van PPI-R, LSRP, YPI, IRI, BIS-BAS, AUDIT en BDHI-D van de niet-klinische, mannelijke en vrouwelijke steekproeven SCHAAL TOTALE STEEKPROEF VROUWEN MANNEN n M SD α n M SD n M SD t d PPI-R ** -.56 PPI-R-I ** -.85 PPI-R-II LSRP LSRP-I LSRP-II YPI YPI-I YPI-II YPI-III IRI FS **.62 EC **.59 PT PD **.89 BB BIS **.84 BAS REWARD DRIVE FUN AUDIT ** -.67 BDHI-D INDIRECT *.45 DIRECT SW Noot. PPI-R = totaalscore Psychopathic Personality Inventory Revised; PPI-R-I = Onbevreesdheid- Dominantie ; PPI-R-II = Egocentrisch-Impulsiviteit ; LSRP = totaalscore Levensohn s Self-Reported Psychopathy; LSRP-I = Primaire Psychopathie ; LSRP-II = Secundaire Psychopathie ; YPI = totaalscore Youth Psychopathy Inventory; YPI-I = Grandioos-Manipulatief ; YPI-II = Oppervlakkig Emotieloos ; YPI-III = Impulsief-Onverantwoorde Levensstijl ; IRI = Interpersonal Reactivity Inventory; FS = Fantasie ; EC = Empathy Concern ; PT = Perspectief Nemen, PD = Persoonlijk Leed ; BB = Behavioral Inhibition System Behavioral Activation System scales; BIS = Gedragsinhibitie ; BAS = Gedragsactivatie ; REWARD = Beloningsgerichtheid ; DRIVE = Drijfveer ; FUN = Plezier ; BDHI-D = Buss-Durkee Hostility Inventory - Dutch; INDIRECT = Indirecte Agressie : DIRECT = Directe Agressie ; SW = Sociale Wenselijkheid. * p <.05, ** p <.01. factorscores van de PPI-R zijn vergelijkbaar met deze vermeld in een niet-klinische steekproef (Sandler, 2007). De totaal- en factorscores van de LSRP bleken vergelijkbaar te zijn met deze gerapporteerd in zowel klinische als normale steekproeven (Brinkley, et al., 2001; Ross, Lutz, Bailley, 2004). De scores op de YPI waren vergelijkbaar met deze beschreven in een klinische steekproef (Dolan & Rennie, 2007) en over het algemeen overeenkomstig met deze uit een normale steekproef van tweelingen. Enkel op 16

22 Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) scoorden de totale steekproef en vrouwelijke steekproef hoger vergeleken met de tweelingenmeisjes (Larsson, Andershed, Lichtenstein, 2006). In tabel 2 zijn de correlaties van de psychopathiematen met leeftijd en sociale status terug te vinden. De totaalscores van PPI-R, LSRP en YPI waren zoals verwacht negatief gerelateerd aan leeftijd. Met betrekking tot de affectief-interpersoonlijke factoren werden ook inverse relaties gevonden voor PPI-R, LSRP en Grandioos- Manipulatief (YPI-I) met leeftijd. Daarentegen werd voor Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) een positief verband met leeftijd gevonden. De antisociale factoren van PPI-R en YPI correleerden ook zoals verwacht negatief met leeftijd, terwijl voor Secundaire Psychopathie (LSRP-II) geen significante correlatie met leeftijd gevonden werd. Met betrekking tot de sociaal economische status (SES) werd enkel een positieve relatie gevonden voor Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I). De affectief-interpersoonlijke factoren van LSRP en YPI en de antisociale factoren van PPI-R, LSRP en YPI waren niet gerelateerd aan SES. Tabel 2 Pearson s correlaties tussen totaal- en factorscores van PPI-R, LSRP en YPI onderling en met leeftijd en sociale status SCHAAL PPI-R LSRP YPI LFT SES PPI-R-I PPI-R-II LSRP-I LSRP-II YPI-I YPI-II YPI-III PPI-R -.46**.21 - PPI-R-I -.32**.26*.79** - PPI-R-II -.36**.02.68**.12 - LSRP -.19* **.02.59** - LSRP-I -.21* **.13.41**.90** - LSRP-II ** -.17*.63**.75**.40** - YPI -.30**.10.60**.37**.60**.52**.45**.41** - YPI-I -.33**.17.58**.39**.49**.45**.42**.31**.87** - YPI-II.17* **.31**.18*.53**.26** - YPI-III -.37**.02.56**.30**.64**.38**.27**.40**.78**.48**.23** - Noot. LFT = leeftijd; SES = Sociaal Economische Status; PPI-R = totaalscore Psychopathic Personality Inventory Revised; PPI-R-I = Onbevreesdheid-Dominantie ; PPI-R-II = Egocentrisch-Impulsiviteit ; LSRP = totaalscore Levensohn s Self-Reported Psychopathy; LSRP-I = Primaire Psychopathie ; LSRP- II = Secundaire Psychopathie ; YPI = totaalscore Youth Psychopathy Inventory; YPI-I = Grandioos- Manipulatief ; YPI-II = Oppervlakkig Emotieloos ; YPI-III = Impulsief-Onverantwoorde Levensstijl. * p <.05, ** p <

23 Intercorrelaties van de drie psychopathie instrumenten en hun factoren Tabel 2 toont de Pearson s correlaties van de totaal- en factorscores van de drie psychopathie-instrumenten PPI-R, LSRP en YPI. Gezien de factoren van LSRP en YPI intercorreleerden, berekenden we partiële correlaties (Verona et al., 2001). Deze zijn te zien in tabel 3 en laten toe de unieke correlatie van elke factor met de correlaten te onderzoeken terwijl er gecontroleerd wordt voor de andere factor van de desbetreffende vragenlijst. Zoals verwacht waren de affectief-interpersoonijke trekken van de PPI-R, LSRP en YPI onderling positief gecorreleerd. Er waren weliswaar enkele opvallende relaties. Zo vertoonde Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I) verwaarloosbare verbanden met Primaire Psychopathie (LSRP-I) en Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II). Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) vertoonde enkel een positief verband met Primaire Psychopathie (LSRP-I) maar niet met Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I). De affectief-interpersoonlijke factoren van PPI-R, LSRP en YPI vertoonden echter tevens gelijkaardige positieve relaties met de gedragsfactoren, behalve voor Oppervlakkig- Emotieloos (YPI-II) met Secundaire Psychopathie (LSRP-II). Daarentegen vertoonde Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I) een inverse relatie met Secundaire Psychopathie (LSRP-II). De antisociale trekken van de PPI-R, LSRP en YPI correleerden zoals verwacht onderling positief. Echter werden ook gelijkaardige verbanden gevonden met de affectief-interpersoonlijke factoren, behalve niet significant voor Egocentrisch- Impulsief (PPI-R-II) en Secundaire Psychopathie (LSRP-II) met Oppervlakkig- Emotieloos (YPI-II). Daarnaast vertoonde Secundaire Psychopathie (LSRP-II) een negatieve relatie met Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I). Psychopathie en empathie In tabel 3 worden de Pearson s en partiële correlaties van PPI-R, LSRP en YPI met de externe variabelen empathie, angst, alcoholgebruik en agressie gemeten aan de hand van IRI, BISBAS-schalen, AUDIT en BDHI-D weergegeven. In lijn van de verwachtingen correleerden de affectief-interpersoonlijke factoren van PPI-R, LSRP en YPI negatief met Empathische Betrokkenheid en Persoonlijk Leed. Enkel de factor 18

24 Grandioos-Manipulatief (YPI-I) vertoonde geen significante relatie met Empathische Betrokkenheid. Eveneens correleerde de factor Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) niet met Persoonlijk Leed. De relaties van de affectief-interpersoonlijke factoren met de empathiecomponenten Fantasie en Perspectief Nemen waren minder éénduidig. Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) correleerde negatief met Fantasie. Primaire psychopathie (LSRP-I) correleerde als enige affectief-interpersoonlijke factor negatief met het empathiecomponent Perspectief Nemen. Tabel 3 Pearson s (zero-orde) correlaties en partiële correlaties tussen de factorscores van PPI-R, LSRP, YPI met IRI, BISBAS, AUDIT en BDHI-D in een niet-klinische populatie (n=138) SCHAAL PPI-R-I PPI-R-II LSRP-I LSRP-II YPI-I YPI-II YPI-III zero par- zero par- zero par- zero par- zero par- zero par- zero parorde tieel orde tieel orde tieel orde tieel orde tieel orde tieel orde tieel PPI-R PPI-R-I ** -.17* -.25**.39**.31** **.15 PPI-R-II **.22**.63**.55**.49**.28** **.53** LSRP LSRP-I **.40** ** 0.42**.32**.31**.22*.27**.06 LSRP-II -.17* -.32**.63**.66**.40** **.13.18*.08.40**.29** YPI YPI-I.39**.39**.49**.49**.42**.34**.31**.17* ** 0.48** 0 YPI-II **.26**.18*.07.26** ** 0 YPI-III.30**.29**.64**.64**.27**.13.40**.33**.48** 0.23** IRI FS **.29** *.23**.19* EC -.23** -.23** ** -.40**.01.18* ** -.21* PT * -.20* -.36** -.30** -.24** * -.15 PD -.64** -.67**.12.25** **.31**.37** -.20* -.20* BB BIS -.65** -.66** *.23**.29** BAS.37**.35**.37**.35**.26**.19*.25**.16.45**.22*.21*.06.59**.48** REWARD **.27** *.18*.26** **.28** DRIVE.32**.32** **.24** ** **.18* FUN.34**.32**.38**.37**.26**.17*.28**.20*.43**.17*.25**.11.61**.50** AUDIT.31**.30**.24**.22* * **.17* BDHI-D INDIRECT -.41** -.50**.10.50**.28**.12.47**.40** *.16.31**.26** DIRECT **.34**.22*.13.29**.22*.21* **.21* SW ** -.38** -.22* ** -.18* -.31** -.29**.08.18* Noot. PPI-R = Psychopathic Personality Inventory Revised; PPI-R-I = Onbevreesdheid-Dominantie ; PPI-R-II = Egocentrisch-Impulsiviteit ; LSRP = Levensohn s Self-Reported Psychopathy; LSRP-I = Primaire Psychopathie ; LSRP-II = Secundaire Psychopathie ; YPI = Youth Psychopathy Inventory; YPI-I = Grandioos-Manipulatief ; YPI-II = Oppervlakkig Emotieloos ; YPI-III = Impulsief- Onverantwoorde Levensstijl ; IRI = Interpersonal Reactivity Inventory; FS = Fantasie ; EC = Empathy Concern ; PT = Perspectief Nemen, PD = Persoonlijk Leed ; BB = Behavioral Inhibition System Behavioral Activation System scales; BIS = Gedragsinhibitie ; BAS = Gedragsactivatie ; REWARD = Beloningsgerichtheid ; DRIVE = Drijfveer ; FUN = Plezier ; BDHI-D = Buss-Durkee Hostility Inventory; INDIRECT = Indirecte Agressie : DIRECT = Directe Agressie ; SW = Sociaalwenselijkheid. * p<.05 ** p<

25 Met betrekking tot de antisociale factoren vertoonde enkel Secundaire Psychopathie (LSRP-II) een positieve correlatie met Empathische Betrokkenheid. De antisociale factoren vertoonden allen, behalve Impulsief-Onverantwoorde Levensstijl (YPI-III) een positief verband met Persoonlijk Leed. Behalve Secundaire Psychopathie (LSRP-II) correleerden de antisociale factoren positief met Fantasie. Egocentrisch-Impulsief (PPI-R-II) vertoonde als enige antisociale factor een inverse relatie met Perspectief Nemen. Psychopathie en BIS en BAS Conform onze verwachtingen correleerden de affectief-interpersoonlijke factoren van PPI-R en LSRP negatief met BIS. Alle affectief-interpersoonlijke factoren behalve Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) vertoonden positieve verbanden met BAS. Met betrekking tot de subschalen van de BAS-schaal, correleerden de affectiefinterpersoonlijke factoren van PPI-R en LSRP positief met Drijfveer. Alle affectiefinterpersoonlijke factoren behalve Oppervlakkig-Emotieloos (YPI-II) waren positief gerelateerd aan Plezier. Tenslotte werd geen enkele relatie gevonden voor de affectiefinterpersoonlijke factoren met Beloningsgerichtheid. Met betrekking tot de antisociale factoren correleerde Secundaire Psychopathie (LSRP-II) positief met BIS. De correlatie van Egocentrisch-Impulsief (PPI-R-II) lag in dezelfde richting maar was niet significant. De Impulsief-Onverantwoorde Levensstijl (YPI-III) vertoonde echter geen relatie met BIS. Zoals verwacht waren alle antisociale factoren behalve Secundaire Psychopathie (LSRP-II) positief gerelateerd aan BAS. Wat betreft de subschalen van BAS, vertoonden alle antisociale factoren een positieve correlatie met Beloningsgerichtheid en Plezier. Daarnaast correleerde enkel Impulsief- Onverantwoorde Levensstijl (YPI-III) positief met Drijfveer. Psychopathie en alcoholgebruik Met betrekking tot de affectief-interpersoonlijke factoren correleerde enkel Onbevreesdheid-Dominantie (PPI-R-I) positief met alcoholgebruik. De antisociale factoren van PPI-R en YPI demonstreerden positieve verbanden met alcoholgebruik. Secundaire Psychopathie (LSRP-II) was niet gerelateerd aan alcoholgebruik. 20

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode Het Interpersoonlijk Functioneren bij Psychopathie: Narcisme, Dominantie en Vriendschappelijke Relaties Scriptie

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 08 Eerste Examenperiode DE PSYCHOFYSIOLOGIE VAN PSYCHOPATHIE: DE RELATIE TUSSEN ANTISOCIAAL GEDRAG EN HARTSLAG IN RUST Scriptie neergelegd

Nadere informatie

De emotionele modulatie van de Startle Reflex en de Post-auriculaire Reflex in psychopathie

De emotionele modulatie van de Startle Reflex en de Post-auriculaire Reflex in psychopathie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 2008 Eerste examenperiode De emotionele modulatie van de Startle Reflex en de Post-auriculaire Reflex in psychopathie Scriptie neergelegd

Nadere informatie

YPI Versie 3.0. Instructie

YPI Versie 3.0. Instructie YPI Versie 3.0 Instructie Deze vragenlijst bestaat uit een aantal beweringen die gaan over hoe jij denkt en voelt over verschillende onderwerpen. Lees elke bewering goed door en bepaal hoe goed de bewering

Nadere informatie

De factorstructuur van de normale populatie

De factorstructuur van de normale populatie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Tweede Examenperiode De factorstructuur van de Levenson Self-Report Psychopathy Scale in de normale populatie Masterproef neergelegd

Nadere informatie

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria?

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoekscentrum Klinische Psychologie PSYCHOPATHIE IN TERMEN VAN PERSOONLIJKHEID Een onderzoek bij adolescenten Masterproef

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Masterthese Jamie de Jong 5804809 Klinische Forensische Psychologie Master Gezondheidspsychologie

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar 1 Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar Marokkaanse adolescenten? Willemien G. Braber Universiteit Leiden 2 Abstract Background: Until now research has concentrated

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 255-237 Datum 16.11.2015 Zelfrapportage STAXI-2 Inleiding 2 / 11 INLEIDING De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam

Universiteit van Amsterdam Universiteit van Amsterdam Faculteit der maatschappij- en gedragswetenschappen Psychologie De VTCI als maat voor psychopathie: kan men het construct psychopathie, in al zijn facetten, in kaart brengen

Nadere informatie

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Screening Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 20 INLEIDING De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ, een dimensionale

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode De succesvolle psychopaat: feit of fictie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1 Hoogbegaafdheid en Emotionele Intelligentie WUR 23-04-2018 Inhoud Wat is emotionele intelligentie? Relatie met IQ Waarom speciaal voor HB? Het EQi-2.0 model De vaardigheden www.riannevdven.nl Quotes over

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

De invloed van etniciteit, sociaal economische status en zelfwaardering op psychopathische kenmerken.

De invloed van etniciteit, sociaal economische status en zelfwaardering op psychopathische kenmerken. De invloed van etniciteit, sociaal economische status en zelfwaardering op psychopathische kenmerken. Onderzoek naar psychopathische kenmerken bij adolescenten van 12 tot 17 jaar van Marokkaanse, Antilliaanse

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Flexibiliteits Index Test

Flexibiliteits Index Test Flexibiliteits Index Test (FIT 60) Tim Batink, Gijs Jansen & Hubert de Mey. Met dank aan: David Rinsampessy, Jos Egger & Monique Samsen. Copyright 2012 T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. Sommige rechten

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W.

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W. Psychopathische trekken en internaliserend en externaliserend probleemgedrag: Verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes in de adolescentie Masterscriptie Clinical Child and Adolescent Studies

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer.

Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer. Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer. Masterproef II neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Diagnostische bronnen

Diagnostische bronnen Diagnostische bronnen Testinformatie MMPI-2 Observatie Testattitude Validiteit Inhoudschalen Empirische schalen HL-schalen, suppl. Schalen Kritieke items Klinische informatie Anamnese Biografie Somatiek

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Nieuwe zelfrapportage vragenlijsten voor de forensische psychiatrie

Nieuwe zelfrapportage vragenlijsten voor de forensische psychiatrie Nieuwe zelfrapportage vragenlijsten voor de forensische psychiatrie Dr. Ruud H.J. Hornsveld, FPC de Kijvelanden: Ruud.Hornsveld@Kijvelanden.nl Nieuwe meetinstrumenten Doel Diagnostiek door vergelijking

Nadere informatie

THE INVENTORY OF PERSONALITY ORGANISATION (IPO)

THE INVENTORY OF PERSONALITY ORGANISATION (IPO) THE INVENTORY OF PERSONALITY ORGANISATION (IPO) John F. Clarkin, Pamela A. Foelsch, & Otto F. Kernberg IPO 001 Version (10/1/0 revised) Geautoriseerde Nederlandse vertaling april 00 Theo Ingenhoven, Frans

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Het empathiequotiënt (eq)

Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (EQ) versie voor volwassenen Hoe moet deze vragenlijst ingevuld worden? In deze vragenlijst staan een aantal stellingen opgesomd. Lees elke stelling aandachtig

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat *, Sandra Verbeken, Ellen Moens, & Caroline Braet pag. 1 Obesitas epidemie Appetitieve motivatie (Lowe & Brutyn, 2007) Motivatie

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Kim Broeders (ANR:737406) Begeleider: J.J. Sijtsema Datum: 23-12-2013 Bachelorthesis Forensische Psychologie, Tilburg University

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT

PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT Freija Vanneste Studentennummer: 20041311 Promotor: Prof. dr. Kasia Uzieblo Masterproef

Nadere informatie

Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische steekproef van mannelijke subjecten.

Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische steekproef van mannelijke subjecten. FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 2008 2009 Eerste Examenperiode Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

Flexibiliteits Index Test

Flexibiliteits Index Test Flexibiliteits Index Test (FIT 60) Tim Batink, Gijs Jansen & Hubert de Mey. Met dank aan: David Rinsampessy, Jos Egger & Monique Samsen. Copyright 2015 T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. Sommige rechten

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief Door: Hannah Welbedacht Datum: 21 12 2011 Klinische Forensische Psychologie UvA begeleider: Sabine van Linden

Nadere informatie

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE.

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst SIPP persoonlijkheidsvragenlijst Deze vragenlijst bestaat uit een aantal stellingen. Deze stellingen hebben betrekking op de laatste 3 maanden. Door per stelling aan te geven in hoeverre u het hier bent,

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN DECEPTIE

PSYCHOPATHIE EN DECEPTIE Academiejaar 2016-2017 Tweedesemesterexamenperiode PSYCHOPATHIE EN DECEPTIE DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE, SOCIALE WENSELIJKHEID EN LEUGENACHTIG GEDRAG Masterproef I neergelegd tot het behalen van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Scelta is onderdeel van

Scelta is onderdeel van DSM 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Lucas Goessens, psychiater Annika Cornelissen, klinisch psycholoog SECTIE II (categoraal perspectief) Cluster A Paranoïde PS Schizoïde PS Schizotypische PS Cluster B Antisociale

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

8 Diagnostiek van psychopathie

8 Diagnostiek van psychopathie 8 Diagnostiek van psychopathie Sylvia Lammers, Marije Keulen-de Vos, Arjan de Groot en Kasia Uzieblo 1 Inleiding 2 Het concept psychopathie 3 Methoden voor het diagnosticeren van psychopathie 3.1 De Hare

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Psychopathische kenmerken bij adolescenten en de relatie met zelfwaardering

Psychopathische kenmerken bij adolescenten en de relatie met zelfwaardering Psychopathische kenmerken bij adolescenten en de relatie met zelfwaardering Het modererende effect van etnische afkomst op deze relatie Tara Helen Peterse S0904511 Clinical Child and Adolescent Studies

Nadere informatie

Gedragsproblemen, psychopathische trekken en zelfvertrouwen bij jongeren met verschillende etnische achtergronden Leonie Visser

Gedragsproblemen, psychopathische trekken en zelfvertrouwen bij jongeren met verschillende etnische achtergronden Leonie Visser Gedragsproblemen, psychopathische trekken en zelfvertrouwen bij jongeren met verschillende etnische achtergronden Leonie Visser Masterscriptie Clinical child and adolescent studies Pedagogische Wetenschappen

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-11 Tweede Examenperiode PSYCHOPATIE BIJ FORENSISCH-PSYCHIATRISCHE PATIËNTEN: EEN CLUSTERANALYSE Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is een vragenlijst waarmee executieve

Nadere informatie

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN Beheersing van emoties en gedrag Rechten van anderen Conflict met maatschappelijke normen en waarden Indeling Gedragsstoornissen in DSM 5 Oppositioneel-Opstandige Stoornis

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd MI 1 Naam:... Datum:... Hieronder vindt U een lijst met situaties en activiteiten. Het is de bedoeling dat U aangeeft in hoeverre U die vermijdt, omdat U zich er onplezierig of angstig voelt. Geef de mate

Nadere informatie