Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE."

Transcriptie

1 Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Door Eva Bervoets ( ) Promotor: Prof. dr. Paul Verhaeghe Begeleiding: Lic. Julie De Ganck

2 Dankwoord Sinds de start heb ik met mijn masterproef een lange weg afgelegd. Schrijven, schrappen, herschrijven... het liep niet altijd even vlot en ging gepaard met de nodige stress en frustraties. Het was een intensieve onderneming, die me ondergedompeld heeft in het onderwerp van psychopathie. Het onderwerp is me steeds blijven boeien. Uiteraard kwam deze masterproef ook tot stand door de ondersteuning van enkele mensen. Hen wens ik hier graag even te bedanken. Ik bedank mijn begeleidster Julie De Ganck, die met het aanreiken van het onderwerp de aanzet heeft gegeven tot deze masterproef. Ik wil ook graag mijn ouders en zussen bedanken voor hun steun die ik kreeg tijdens het maken van deze masterproef. Oprechte dank ook aan mijn promotor Paul Verhaeghe en Femke Truijens voor het nalezen van het gehele werk, het geven van feedback en het aanmoedigen tot het aanbrengen van de laatste aanpassingen.

3 Abstract Psychopathie wordt geassocieerd met een hoge mate van criminele feiten. Onderzoek heeft zich de laatste jaren toegelegd op het identificeren van jongeren die een hoog risico lopen om te hervallen. De PCL:YV is het frequentst gebruikte instrument voor de beoordeling van psychopate trekken bij jongeren en wordt bijgevolg vaak gebruikt als risicotaxatiemaat (Hilterman, Nicholls, & Nieuwenhuizen, 2014). Deze masterproef evalueert de predictieve waarde van het drie- en vier-factor model van de PCL:YV in een prospectieve follow-up studie van 1 jaar 2 maanden en 13 dagen, bij 56 mannelijke delinquente adolescenten tussen de 13 en 18 jaar oud. Uit logistische regressie analyses is gebleken dat het vier-factor model van de PCL:YV het optreden van algemene en specifiek gewelddadige recidive kan voorspellen. Echter, uit een modelvergelijking is gebleken dat de voorspellende kracht van het vier-factor model volledig gebaseerd is op de antisociale factor; de overige drie factoren van de PCL:YV hebben daarop geen meerwaarde. De PCL:YV scores geven geen verdere informatie over het aantal hervaldelicten, de snelheid waarmee de jongere hervalt en de versatiliteit van de hervaldelicten. Tot slot blijkt ook geen enkele relatie tussen het drie-factor model (het model zonder de antisociale factor items) en recidive significant. Hierdoor lijkt de predictieve waarde van de PCL:YV in onze resultaten afkomstig van de bijdrage van de antisociale items in de test. Bijgevolg doen onze resultaten twijfelen over de noodzaak van het psychopathieconstruct, zoals gemeten door de PCL:YV, in de voorspelling van recidive.

4 Inhoudsopgave Psychopathie 1 Voorgeschiedenis van het Concept 1 Definiëring 2 Psychopathie binnen het juridisch-maatschappelijke kader. 2 Psychopathie binnen het kader van de psychiatrie. 4 Eerste psychiatrische definities. 4 Hervey Milton Cleckley ( ). 5 Robert Hare ( 1934). 6 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). 7 Categorie of Dimensie? 9 Causaliteit 9 Assessment van Psychopathie 11 Volwassenen 11 Hare Psychopathy Checklist-Revised. 11 Factorstructuur. 12 Minderjarigen 14 Kan het psychopathieconstruct teruggevonden worden bij minderjarigen? 14 The Psychopathy Checklist: Youth Version. 17 Relatie tussen Psychopathie en Misdaad 18 Psychopate trekken en Recidive bij Jonge Delinquenten 22 Vraagstelling 27 Methode 28 Steekproef 28 Metingen 29 The Psychopathy Checklist: Youth Version. 29 Recidive. 32 Procedure 33 Data-analyse 34

5 Resultaten 35 Steekproef 35 Resultaten van de analyses 38 Analyse I: Verhogen de PCL:YV scores de odds op algemeen en gewelddadig herval? 38 Analyse II: Is er een relatie tussen de PCL:YV scores en kenmerken van het herval? 39 Discussie 41 Bespreking van de onderzoeksresultaten 41 Sterktes en beperkingen van de studie 44 Toekomstig onderzoek 46 Klinische implicaties 47 Algemeen besluit 49 Referenties 50 Bijlage 1 54

6 Psychopathie Voorgeschiedenis van het Concept Doorheen de geschiedenis is vast te stellen dat sommige mensen in staat zijn tot het plegen van ernstige misdaden zonder zich daarover schuldig te voelen en zonder enige empathie te tonen jegens de slachtoffers en hun familie. Omdat dit fenomeen de samenleving angst inboezemt en uitdaagt om hierop een antwoord te vinden, wordt reeds geruime tijd veel onderzoek verricht in het veld van de psychiatrie en psychologie. Een eerste bewerking van de angst bestaat uit het benoemen van wat beangstigend en onbekend is. Verschillende benamingen zijn doorheen de jaren voorgesteld. Hervé (2007) beschrijft in zijn verhandeling de invloedrijkste benamingen, die geleid hebben tot de introductie van de term psychopathie. De eerste klinische benaming van het concept is terug te brengen naar het begin van de jaren 1800 met het werk van de Franse psychiater Philippe Pinel ( ). Hij ontdekt in zijn klinische praktijk dat sommige van zijn patiënten gekenmerkt worden door sociaal onaanvaardbaar gedrag en hierbij een totaal gebrek aan berouw en zelfbeheersing tonen. Nader onderzoek leert hem dat het beoordelingsvermogen en intellect bij deze personen nog volledig intact is, maar dat hun affectieve of morele vermogen beschadigd is. Hij noemt hen daarom moreel indifferent en spreekt over hun gedragspatroon als een manie sans délire - krankzinnigheid zonder delirium - of manie instinctive (Hare, 1999/2012). Gelijktijdig met Pinel introduceert de Amerikaanse arts Benjamin Rush ( ) zijn begrip moral derangement of anomia om patiënten die hiaten kennen in het morele beoordelingsvermogen te benoemen. Het concept moral insanity van de Engelse arts James Prichard ( ) heeft een grote impact gehad op de Engelstalige psychiatrie en het Engelse rechtssysteem. Prichard s diagnose wordt in 1913 onder de term moral imbecile opgenomen als wettelijke categorie in de Mental Deficiency Act (Blackburn, 2007). De Duitse psychiater Julius Koch ( ) brengt met zijn benaming psychopathische inferioriteit voor het eerst de term psychopathie binnen in de psychiatrie (Hervé, 2007). Koch wordt in Duitsland gevolgd door de psychiaters Emil Kraepelin ( ) en Kurt Schneider ( ), die elk onder Koch s invloed verschillende typologieën van psychopathie opstellen. Emil Kraeplin stelt verschillende types psychopathieën voor die allen gekenmerkt worden door een tekortkoming in de emoties en wil. Hij onderscheidt in zijn types onder meer the born 1

7 criminal, the impulsive en the morbid liars and swindlers. Schneider s typologieën van psychopate persoonlijkheden bevatten onder andere the attention seeking, the affectionless en the explosive (Hervé, 2007). De termen die vanaf de 18 e eeuw geïntroduceerd zijn, delen als gemeenschappelijke noemer een problematiek van de affectregulatie en gedachtegang en leggen hiermee de basis voor de hedendaagse definiëring van psychopathie (Hervé, 2007). Definiëring De term psychopathie wordt door de man in de straat en door de media gemakkelijk in de mond genomen, wanneer er zich zware misdrijven voordoen (Hare, 1999/2012). Denken we maar aan de zaak Dutroux, András Pándy, seriemoordenaars, Kim De Gelder, De uitdrukking Het is een echte psychopaat wordt binnen het courante taalgebruik al te snel gebruikt. De benoeming psychopaat zorgt voor een geruststellende afstand tussen het misdadige en de mens, het wordt iets on-menselijk. En meteen wordt er aan toegevoegd dat het ongeneeslijk is en dus levenslange opsluiting vereist (Skeem, Polaschek, Patrick, & Lilienfeld, 2011). De focus ligt zo op de psychopaat als een crimineel, iemand die zomaar mensen vermoordt, een gek (J. Willemsen, persoonlijke communicatie, 9 mei 2014; Skeem et al., 2011). De wetenschappelijke invulling is genuanceerder en stelt dat de psychopaat niet enkel te omschrijven is in termen van crimineel gedrag. Met andere woorden is niet elke psychopaat een crimineel en is niet elke crimineel een psychopaat (Hare, 1999/2012). Verhaeghe (2002) onderscheidt twee finaliteiten van psychodiagnostiek, namelijk de juridisch-maatschappelijke en de klinische. Beide kaders verschillen van elkaar met betrekking tot het vertrekpunt, de gehanteerde criteria en het uiteindelijke doel dat ze voor ogen hebben. Het concept psychopathie kan vanuit beide perspectieven benaderd worden (J. Willemsen, persoonlijke communicatie, 9 mei 2014). Psychopathie binnen het juridisch-maatschappelijke kader. Het juridische kader vertrekt vanuit een juridisch vastgestelde - maar tegelijk zeer arbitraire - norm en heeft als doel de maatschappij te beschermen. Om dit doel te bereiken, treft justitie maatregelen tegen mensen die niet beantwoorden aan de norm, zoals gerepresenteerd door de wet (Verhaeghe, 2002). Verhaeghe (2002) wijst er op dat de klinische psychiatrie nog niet zo heel lang terug onder het departement van justitie viel, en niet zoals nu het geval is, onder het ministerie van 2

8 volksgezondheid. De psychiatrie deelde bijgevolg als finaliteit de bescherming van de maatschappelijke orde en daarbinnen kreeg het concept psychopathie begrijpelijkerwijs bijzondere aandacht. Binnen het juridische kader behoort psychopathie tot die nosologische categorieën die te begrijpen zijn als het niet beantwoorden aan de norm. Psychopathie is dan gelijk te schakelen met het begrip sociale deviatie, waarbij een persoon schade toebrengt aan zichzelf of aan derden en daarom een sanctie verdient (Verhaeghe, 2002). Schade is een noodzakelijke voorwaarde voor juridisch ingrijpen en in die zin beschouwt het juridische kader enkel de psychopaat in zijn statuut van crimineel. Binnen het courante taalgebruik wordt nauw aangesloten op deze juridische invalshoek van de psychopaat als een crimineel. Een belangrijk verschil ontstaat op het punt waar het courante taalgebruik de psychopaat als gek benoemt. Psychopaten zijn volgens de gangbare juridische en psychiatrische maatstaven niet gek (Hare, 1999/2012), ze hebben contact met de realiteit en kennen het verschil tussen goed en slecht (Litton, 2008 in Skeem et al., 2011; O Toole, 2007). Hun daden zijn niet het gevolg van een ontspoorde geest en in die zin kan de psychopaat toerekeningsvatbaar geacht worden en verantwoordelijk voor zijn daden (Hare, 1999/2012; J. Willemsen, persoonlijke communicatie, 9 mei 2014; O Toole, 2007). Vraagstukken naar toerekeningsvatbaarheid en risicotaxaties staan centraal binnen het juridische kader (Verhaeghe, 2002). Verhaeghe (2002) merkt op dat het vandaag geen uitzondering is dat een rechter de hulp in roept van een psi-deskundige bij het oordelen over de toerekeningsvatbaarheid van een beklaagde. Op dit punt ontstaat een versmelting van de klinische psychologie en het rechtssysteem, aangeduid als de forensische kliniek. Psychopathie wordt beschreven als het belangrijkste forensische concept van de 21 e Eeuw (Monahan, 2006 in Hare & Neumann, 2009). De reden hiervoor ligt misschien in wat Willemsen (2012, p. 186) hierover zegt: Het concept psychopathie lijkt immers de ultieme versmelting van klinische diagnostiek en moreel-juridische diagnostiek. De prevalentie van psychopaten bedraagt minder dan 1% in de algemene populatie (Hare, 2006), maar hun aantal loopt op tot 15%-25% in forensische settings (Hare, 2003 in Hervé, 2007; Hare, 2006). Psychopaten vormen een van de grootste uitdagingen voor de rechtshandhaving, en hulpverleners binnen het gerecht en forensische settings zullen meer dan andere professionelen met psychopathie in aanraking komen (O Toole, 2007). 3

9 Psychopathie binnen het kader van de psychiatrie. Iemand kan op juridisch vlak perfect normaal overkomen - in de zin dat er geen wetten overtreden worden - ondanks een eventueel duidelijk aanwezige psychopathologie (Verhaeghe, 2002). Bijgevolg komen niet alle psychopaten in aanraking met justitie. Binnen het klinische kader staat het subject zélf centraal (Verhaeghe, 2002) en wordt verder gekeken dan het eventuele criminele gedrag van het subject. Aan het huidige klinische concept van psychopathie gaan vele honderden jaren van klinisch onderzoek vooraf(hare, 2006), geworteld in de oude psychiatrische traditie. Uit literatuurstudie leer ik dat het nauwkeurig en helder definiëren van psychopathie geen eenvoudige zaak is en geresulteerd heeft in uiteenlopende omschrijvingen en afbakeningen. Ik zal mij hier beperken tot de belangrijkste wetenschappers op dit terrein. Eerste psychiatrische definities. In de voorgeschiedenis van het concept kunnen twee psychiatrische tradities onderscheiden worden, die elk een andere invulling en kijk op het concept psychopathie belichten. Enerzijds de Engelse psychiatrische traditie, gegroeid vanuit Prichard s diagnose moral insanity en anderzijds de Duitse psychiatrische traditie, gevormd onder invloed van Schneider s typologie van psychopate persoonlijkheden (Blackburn, 2007; Hervé, 2007). Binnen de Engelse traditie wordt een stoornis van de persoon onderliggend geacht aan het antisociale gedrag (Hervé, 2007). Deze stoornis behelst een gebrek in het emotionele register, waardoor de moreel krankzinnigen zich niet volgens de sociale en morele normen kunnen gedragen. Het ontbreekt de moreel krankzinnigen aan spontane en intrinsieke gevoelens van juistheid, goedheid en verantwoordelijkheid (Millon, Simonsen, & Birket-Smith, 1998 in Hervé, 2007). Dit gebrek is het gevolg van eender welke klinische, persoonlijkheids- of organische stoornis (Hervé, 2007). In tegenstelling tot Prichard, beperkt Schneider psychopathie tot een persoonlijkheidsproblematiek (Blackburn, 2007). Schneider s concept psychopate persoonlijkheid verwijst naar die mensen die vanwege een abnormale persoonlijkheid - d.w.z. afwijkend van het gemiddelde - zelf lijden of leed toebrengen aan medemensen en de samenleving als geheel (Blackburn, 2007; Hervé, 2007). De kenmerken van psychopathische persoonlijkheden kunnen voorkomen bij zowel patiënten als daders, maar ook gewone gezagsgetrouwe mensen kunnen er aan lijden (Blackburn, 2007). 4

10 Waar in de Engelse psychiatrie en in het Engelse rechtssysteem de nadruk komt te liggen op psychopathie als een klinisch syndroom, gekenmerkt door antisociaal gedrag, ziet men in de Duitse psychiatrie psychopathie als een persoonlijkheidsstoornis, waarbij de afwijkende persoonlijkheid leed veroorzaakt, maar niet noodzakelijk wetovertredend gedrag met zich mee brengt. (Blackburn, 2007; Hervé, 2007). Deze opsplitsing illustreert de meningsverschillen die doorheen de geschiedenis naar voren kwamen en waarvan enkele nog tot op vandaag voor discussie zorgen (Hervé, 2007): 1) moeten we psychopaten beschouwen als mentaal ziek of zijn ze gewoon slecht van aard? 2) moeten we psychopathie zien als een klinisch syndroom of als een persoonlijkheidsstoornis? 3) is hun gedrag aangeboren of verworven? 4) is antisociaal gedrag een inherent kenmerk van psychopathie, of is het een secundair gevolg van de kenmerken (Cook & Michie, 2001)? Voor een antwoord op de eerste vraag kunnen we verwijzen naar de bespreking binnen het juridische kader. Daar werd gesteld dat psychopaten binnen de huidige psychiatrische en juridische maatstaven beschouwd worden als geestelijk gezond en bijgevolg gestraft worden voor hun daden. Met betrekking tot het antwoord op de tweede vraag, is er vandaag de consensus dat psychopathie een persoonlijkheidsstoornis is (Hare, 1999/2012). Omtrent de derde vraag, rond causaliteit, wordt vandaag heel wat onderzoek verricht en worden volop hypotheses getoetst. Met betrekking tot de vraag of antisociaal gedrag al dan niet behouden of geweerd moet worden uit de definitie van psychopathie is er tot op vandaag nog geen eenduidig oordeel. Hervey Milton Cleckley ( ). In de diversiteit aan onderzoeken en pogingen om psychopathie te definiëren is het voornamelijk de klinische beschrijving van Cleckley die de meeste invloed kent op het hedendaags concept (da Silva, Rijo, & Salekin, 2012; Hare, 1999/2012; Hervé, 2007). In zijn boek The Mask of Sanity (1941/1988) beschrijft Cleckley de psychopaat aan de hand van 16 kenmerken, waarbinnen hij een gebrek in het affectief functioneren als het meest essentiële en centrale kenmerk beschouwt (Hervé, 2007; Hare & Neumann, 2008). De 16 basiskenmerken van psychopathie zijn achtereenvolgens: 1-oppervlakkige charme en goede intelligentie; 2- afwezigheid van deliria en andere tekenen van irrationele gedachten; 3-afwezigheid van nerveusheid of andere vormen van psychoneurose; 4-onbetrouwbaarheid; 5-leugenachtig; 6- gebrek aan spijt of schaamte; 7-stelt antisociaal gedrag zonder adequate motivatie; 8-weinig beoordelingsvermogen en moeite met leren uit ervaringen; 9-pathologisch egocentrisme en 5

11 onvermogen om lief te hebben; 10-gebrek aan affectieve relaties, gebrek aan expressie van het gevoel; 11-laag inzicht, kan zichzelf niet zien zoals anderen hem zien; 12-weinig vermogen tot beantwoorden van inter-persoonlijke relaties, ongevoeligheid in het algemeen; 13- fantastische en vreemde gedragingen al dan niet geïnduceerd door alcohol; 14-zelfmoord zelden uitgevoerd; 15-arm aan seksuele inter-persoonlijke relaties, onpersoonlijk, triviaal en slechte integratie; 16-onvermogen om het leven te plannen en een plan te volgen (Cleckley, 1941/1988 in Hare & Neumann, 2008). De titel Mask of Sanity is niet zomaar gekozen. Ze verwijst naar de initiële indruk dat de psychopaat zelfverzekerd, vriendelijk en goed aangepast is; maar er niettemin na verloop van tijd onderliggend een ernstige pathologie terug te vinden is in hun gedragingen en houdingen (Skeem et al., 2011). Robert Hare ( 1934). De klinische beschrijving van Cleckley (1941/1988) inspireerde Robert Hare in zijn onderzoek naar psychopathie (Hare, 1999/2012) en bracht hem tot het beschrijven van psychopathie als een ernstige persoonlijkheidsstoornis die bestaat uit interpersoonlijke, affectieve en gedragsmatige kenmerken (Hare, 2006; Hare & Neumann, 2008, 2009). Op interpersoonlijk vlak worden psychopaten gekenmerkt door oppervlakkigheid, een sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde en een manipulatieve, bedrieglijke stijl. Ze kunnen overkomen als vlotte praters en charmeurs, maar ook als arrogant, dominant en onoprecht. Op affectief vlak ontbreekt het hen aan emotionele diepgang. Ze zijn niet in staat om een sterke emotionele band te vormen met anderen en kennen een gebrek aan empathie, schuld en wroeging. Hun interpersoonlijke en affectieve kenmerken worden geassocieerd met een manier van leven die afwijkt van de sociale normen en gekenmerkt wordt door impulsief, onverantwoordelijk en regelovertredend gedrag. Ze zijn steeds op zoek naar prikkeling en hebben daarbij de neiging om sociale conventies te negeren of te overtreden. Hare & Neumann (2005, in O Toole, 2007) merken hierbij op dat psychopaten niet allemaal gelijk zijn en er variatie bestaat in hoe ze zich presenteren. Sommige zijn sociaal vaardig en komen over als charmant, terwijl andere weinig sociale vaardigheden kennen en ruw overkomen. In tegenstelling tot Cleckley beschouwt Hare psychopaten niet noodzakelijk als slimmer dan andere mensen (Hare & Neumann, 2008). Sommige psychopaten zijn slim, terwijl anderen dit niet zijn, maar via hun manipulatief vermogen soms slimmer lijken (O Toole, 6

12 2007). Sommige psychopaten zijn goed opgeleid en andere niet. Sommige zijn fysiek aantrekkelijk en anderen minder. Sommigen leven in gezinnen en hebben werk of aanzien in de maatschappij, waar anderen een rondtrekkend of parasitair bestaan kennen. Psychopaten kunnen zowel vrouwen als mannen zijn en komen voor in alle populaties (Hare, 1999/2012; O Toole, 2007). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). De term psychopathie is niet als zodanig weerhouden in de DSM (American Psychiatric Association [APA], 2000). We vinden er wel het concept Antisociale persoonlijkheidsstoornis (Antisocial Personality Disorder; APD) terug 1. De antisociale persoonlijkheidsstoornis behoort tot de cluster B persoonlijkheidsstoornissen, waarbij een centrale beleving van het ik voorop staat. APD wordt gedefinieerd door een vroeg - vóór de leeftijd van 15 jaar - en diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en schending van de rechten van anderen, zoals blijkt uit de volgende kenmerken: niet in staat zijn zich te conformeren aan de maatschappelijke norm, oneerlijkheid, impulsiviteit of onvermogen om vooruit te plannen, prikkelbaarheid en agressiviteit, onverschilligheid voor de veiligheid van anderen, constante onverantwoordelijkheid en het ontbreken van schuldgevoelens (DSM-IV-TR; American Psychiatric Association, 2000/2001). Om een diagnose APD te krijgen, moeten minstens drie van de bovenstaande kenmerken aanwezig zijn. Hoewel psychopathie geen expliciete categorie is in de DSM, werd vaak aangenomen dat een antisociale persoonlijkheid dit concept representeerde (Blackburn, 2007). APD is oorspronkelijk geïntroduceerd als operationele definitie van het traditionele psychopathieconstruct en bijgevolg is de diagnose gedurende lange tijd voorgesteld als een synoniem voor Hare s psychopathie begrip (Hare & Neumann, 2009). Hoewel er inderdaad enige overlap is tussen psychopathie zoals gemeten door de PCL-R 2 en APD, is hun relatie 1 De Nederlandstalige versie van de DSM V (APA, 2013/2014) is uitgekomen tijdens het schrijven van deze masterproef. De DSM V weerhoudt nog steeds de diagnose APD en niet de term psychopathie. De DSM V onderscheidt twee delen met betrekking tot de persoonlijkheidsstoornissen. In deel II hanteert de DSM V het categoriale perspectief, zoals het geval was in de DSM-IV-TR (APA, 2000). In dit deel wordt een update gegeven over dezelfde criteria die ook in de DSM-IV-TR te vinden waren. De classificatiecriteria voor APD zijn dezelfde gebleven. In deel III wordt het voorgestelde onderzoeksmodel voor de diagnostiek en conceptualisatie van persoonlijkheidsstoornissen beschreven. 2 De Hare Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R) is een semigestructureerd interview, ontwikkeld door Hare en collega s (Hare 1991,2003) om de interpersoonlijke, affectieve en gedragsmatige kenmerken van de psychopaat te beoordelen. Zie ook het hoofdstuk Assessment van Psychopathie. 7

13 asymmetrisch. De meeste psychopaten (90%), voldoen aan de diagnose van APD; maar slechts een minderheid (25%) van de personen met een diagnose APD voldoen aan de kenmerken voor psychopathie (Hare, 1985 in da Silva et al., 2012; Hare & Neumann, 2009). De asymmetrische relatie wordt toegeschreven aan een overwegende focus op gedragsmatige kenmerken in de diagnose van APD. Die vloeit voort uit de bij de DSM III horende overtuiging dat persoonlijkheidskenmerken zoals empathie, egocentrisme en schuldgevoel niet op een betrouwbare manier beoordeeld kunnen worden (Hare, 1999/2012; Hare & Neumann, 2009). De American Psychiatric Association baseerde zijn definitie van APD daarom op sociaal afwijkende gedragingen, die ze vermoedelijk wel objectief en zonder moeite kon beoordelen (Hare, 1999/2012; Hare & Neumann, 2009). Een blik op de definitie van APD in de DSM-IV-TR (APA, 2000/2001) 3 toont nog steeds een overwegende focus op gedragsmatige kenmerken, met slechts één interpersoonlijk kenmerk oneerlijkheid en één affectief kenmerk ontbreken van schuldgevoelens (Hervé, 2007). De diagnose vereist daarbij geen aanwezigheid van deze persoonlijkheidskenmerken en kan uitsluitend gesteld worden op basis van gedragsmatige criteria (Hare & Neumann, 2009; Hervé, 2007). Hare (1999/2012) merkt op dat de meeste misdadigers gemakkelijk voldoen aan de criteria voor de diagnose APD. Psychopaten daarentegen worden gedefinieerd door een verzameling van niet alleen sociaal afwijkende gedragingen, maar ook door persoonlijkheidskenmerken. APD mist de essentiële persoonlijkheidskenmerken van psychopathie en slaagt er hierdoor niet in om psychopaten van andere criminelen te onderscheiden (Hervé, 2007). Hoewel men beide concepten dus vaak ziet als een synoniem, verschillen ze op empirisch vlak (Hare & Neumann, 2009). Naast overeenkomsten met APD, worden ook overeenkomsten gevonden tussen de PCL-R items en kenmerken van andere stoornissen uit Cluster B van de DSM, zoals narcisme (grootheidswaan, gebrek aan empathie, uitbuitend), theatrale kenmerken (oppervlakkige expressie van emoties) en borderline (impulsiviteit). Psychopathie lijkt dus breder te zijn dan één specifieke persoonlijkheidsstoornis uit de DSM (DSM-IV; APA, 1994 in Blackburn, 2007). 3 De definitie van APD is onveranderd gebleven in de DSM V (APA, 2013/2014). De classificatiecriteria voor APD hebben ook in de DSM V een overwegende focus op gedragsmatige kenmerken. 8

14 Categorie of Dimensie? Recent onderzoek suggereert dat het construct onderliggend aan psychopathie van dimensionele aard is (Edens, Marcus, Lilienfeld, & Poythress, 2006 in Hare & Neumann, 2009), net zoals persoonlijkheidsstoornissen in het algemeen dimensioneel van aard zijn (Clark, 2007 in Hare & Neumann, 2008). Ook Verhaeghe (2002, p. 33) is hierin duidelijk: geen enkel onderzoek is erin geslaagd het categoriaal karakter van de persoonlijkheidsstoornissen aan te tonen. Concreet betekent dit dat er geen duidelijke demarcatie is tussen normaliteit en pathologie en dat er een aanzienlijke overlapping is tussen verschillende categorieën. In plaats van individuen in te delen als wel of niet psychopaat, zijn ze dus best te bestuderen in termen van niveaus van psychopate trekken. Deze bevindingen weerleggen het populaire beeld van de psychopaat als onmenselijk en kwalitatief verschillend van andere individuen (Hare & Neumann, 2008). Causaliteit In de hoop aanknopingspunten te vinden voor preventie en behandeling van de stoornis, zijn onderzoekers altijd al op zoek gegaan naar de oorzaken, risicofactoren en ontwikkelingspaden van psychopathie. Dit onderzoek heeft tot uiteenlopende inzichten geleid. De keuze van benoeming weerspiegelt in veel gevallen de kijk van de gebruiker op de oorsprong en de determinanten van het klinisch syndroom of de klinische stoornis (Hare, 1999/2012). Onderzoekers die geloven dat het syndroom geheel het gevolg is van maatschappelijke krachten en vroege ervaringen, geven de voorkeur aan de term sociopaat (zoals Birnbaum, ); terwijl onderzoekers die menen dat biologische en erfelijke factoren ook aan de ontwikkeling bijdragen, over het algemeen de term psychopaat gebruiken (Hare, 1999/2012). Bijgevolg vinden we in het debat over de oorzaak of oorzaken van psychopathie de nature nurture tegenstelling terug. Aan de nature kant, situeren zich de genetische en neurowetenschappelijke perspectieven. Beide invalshoeken stellen dat de elementen die nodig zijn voor de ontwikkeling van psychopathie in beginsel door de natuur meegegeven worden. Evidentie voor genetische invloeden wordt gevonden in longitudinale tweeling studies, waaruit blijkt dat de stabiliteit van psychopate trekken in de kindertijd en adolescentie substantieel beïnvloed wordt door genetische factoren (Ferguson, 2010 in da Silva et al., 2012). Erfelijke en genetische factoren kunnen onder andere neurologische processen beïnvloeden, die dan weer bepalen hoe een individu reageert op, en omgaat met, levenservaringen en het sociale milieu (Hare, 9

15 1999/2012; da Silva et al., 2012). De amygdala, hippocampus en frontale cortex zijn de belangrijkste hersengebieden die instaan voor emotionele informatieverwerking, emotieregulatie, beslissingsprocessen en gedragscontrole (Kiehl, 2006 in Hare & Neumann, 2008; Blair, 2006,2007 in da Silva et al., 2012). Verstoringen in deze gebieden hebben gevolgen op ontwikkelingsdimensies zoals het empatisch vermogen en het socialisatieproces. Een teveel aan serotonine wordt geassocieerd met een hogere mate van externaliserend gedrag (Buckholtz & Meyer-Lindenber, 2008 in da Silva et al., 2012) en lage cortisol niveaus - vanwege hypo-activiteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnier as - leiden tot lage angst reacties. Dit laatste staat bekend als de lage angsthypothese van Lykken (1957,2006), die stelt dat een gebrek aan angst een kwetsbaarheid met zich meebrengt voor de essentiële kenmerken van psychopathie (Skeem et al., 2011), zoals meer impulsief en sensatiezoekend gedrag. In lijn met Lykken s hypothese, stellen andere onderzoekers dat een verminderde angstrespons het socialisatieproces bemoeilijkt en de ontwikkeling van het geweten verhindert (Pardini, 2006 in da Silva et al., 2012). Aan de andere kant van het spectrum, de nurture kant, vinden we de hechtingstheorieën zoals oorspronkelijk voorgesteld door onder andere Bolwby ( ) en recent verder ontwikkeld door de groep rond Fonagy (Fonagy, Gergely, Jurist, & Target, 2002 in Verhaeghe, 2002). Hechtingstheorieën stellen dat een goede affectieve band met ouders of opvoeders in de eerste levensjaren cruciaal is voor het aanleren van processen zoals empathie, wederkerigheid, affectregulatie en een positief schema over de wereld en de anderen. Ouderlijke verwaarlozing, afwijzing en of extreme straffen zouden het ontstaan van Callous- Unemotional Traits (gebrek aan schuld of wroeging, gebrek aan empathie, vlak affect en weinig interesse in prestaties zoals schoolse resultaten) bewerkstelligen en een sociaalgeïsoleerde persoonlijkheid bevorderen (McCord en McCord, 1964 in da Silva et al., 2012). Vandaag wordt eerder een interactie verondersteld tussen nature en nurture, wat wil zeggen dat psychopathische attitudes en gedragingen zeer waarschijnlijk het resultaat zijn van een combinatie van biologische en omgevingsfactoren (Hare, 1999/2012). Bovendien veronderstelt men dat geen enkele theorie op zichzelf volstaat om psychopathie te verklaren (Viding & Larson, 2010 in da Silva et al., 2012). De ingewikkelde samenwerking van deze krachten bepaalt mede waarom slechts een paar psychopaten seriemoordenaars worden, terwijl de grote meerderheid door het leven gaat als gewone criminelen, louche zakenlui of financiële uitbuiters (Hare, 1999/2012, p.214). 10

16 Assessment van Psychopathie Volwassenen De beschrijving van Cleckley (1941/1988) beïnvloedt niet alleen het klinische concept van psychopathie, maar bevordert ook verder empirisch onderzoek (Hare & Neumann, 2008). De rijke klinische beschrijving zet onderzoekers op weg naar operationele definities en methoden om de psychopaat te identificeren (Hare, 1999/2012; Hervé, 2007). Hare Psychopathy Checklist-Revised. Hare en collega s ontwikkelden op basis van voorgaande klinische beschrijvingen de Hare Psychopathy Checklist (PCL; Hare 1980) en later, de Hare Psychopathy Checklist-Revised (PCL- R; Hare 1991,2003), om de interpersoonlijke, affectieve en gedragsmatige kenmerken van de psychopaat te beoordelen in forensische populaties. Deze klinische beoordelingsschaal wordt vandaag gezien als dé standaard beoordelingsmethode voor de evaluatie van psychopathie in personen (Acheson, 2005 in Hare & Neumann, 2009). De ontwikkeling van de PCL-R heeft zowel het onderzoek als de praktijk sterk vooruit geholpen (Skeem et al., 2011). De rol van de PCL-R is zelfs zodanig groot dat de bezorgdheid ontstaan is dat de meetmethode het construct heeft overgenomen (Cooke & Michie, 2001; Hare & Neumann, 2008; Skeem et al. 2011). Op basis van een semigestructureerd interview, dossierinformatie en externe bronnen, meet de PCL-R de persoonlijkheidstrekken en gedragingen die gerelateerd worden aan psychopathie. Hare onderscheidt hierbij 20 items die elk gescoord worden op een driepunts ordinale schaal, waarbij 0 = niet van toepassing; 1 = deels van toepassing; 2 = zeker van toepassing. De totale score op de test varieert van 0-40 en reflecteert de graad waarmee een individu gelijkt op het prototype psychopaat (Hare, 2006; Hare & Neumann, 2009). Ondanks het dimensionele karakter van het onderliggende construct wordt voor diagnostische en wetenschappelijke doeleinden vaak een categoriale aanpak gebruikt. In de USA wordt voor de PCL-R een cut-off score van 30 gehanteerd als indicatie voor de aanwezigheid van een psychopate persoonlijkheid. Binnen Europa hanteert men meestal een cut-off score van 25 4 (Hare & Neumann, 2009). 4 Het verschil tussen de gehanteerde cut-off score in de USA (30) en Europa (meestal 25), toont dat er tot op zekere hoogte een culturele factor meespeelt in de diagnose. 11

17 Tot slot kan de gehele test pas als valide beschouwd worden als de clinicus een opleiding gevolgd heeft én bij voorkeur ook over veel ervaring beschikt 5 (Hemphill, 2007). Van de PCL-R is eveneens een kortere screeningsversie afgeleid, namelijk de Psychopathy Checklist: Screening Version (PCL:SV; Hart, Cox, & Hare, 1995). Deze versie bestaat uit 12 items afgeleid van de PCL-R en de totale score kan variëren van 0 tot 24. Een score van 18 op de PCL:SV wordt als het equivalent beschouwd van een score 30 op de PCL-R. De PCL:SV is conceptueel en empirisch gerelateerd aan de PCL-R en bezit gelijkaardige psychometrische en structurele eigenschappen. De afname en benodigde informatie is minder uitgebreid dan bij de PCL-R, wat de PCL:SV ideaal maakt voor de screening van psychopathie in zowel forensische als niet-criminele populaties (Hare & Neumann, 2009). Factorstructuur. Vroege factoranalyses hebben aangetoond dat de items van de PCL-R (Hare, 1991, 2003) ondergebracht kunnen worden in twee verschillende, maar onderling gecorreleerde factoren F1 en F2 (Harpur, Hakstian, & Hare, 1988 in Neumann et al., 2006). De eerste factor (F1) weerspiegelt de interpersoonlijke en affectieve kenmerken van de stoornis, en beschrijft een harteloze, egoïstische en meedogenloze manier van omgaan met anderen. De tweede factor (F2) reflecteert de gedragsmatige kenmerken, zoals een sociaal deviante of chronisch onstabiele en antisociale levensstijl (Hare & Neumann, 2006, 2009). Naast dit twee-factor model, is ook een drie-factor model voorgesteld (Cooke en Michie, 2001), vanuit een kritiek op de aanwezigheid van de antisociale factor. Cooke en Michie (2001) en Farrington (2005) zijn van mening dat de definitie van psychopathie geen metingen van antisociaal gedrag of overtredingen mag bevatten. Zij stellen dat antisociaal gedrag kan voortkomen uit verscheidene oorzaken en dat psychopathie slechts één van de mogelijke daarvan is. Bovendien zou het opnemen van antisociaal gedrag in de criteria, het concept psychopathie onbruikbaar maken voor onderzoek naar het verband tussen psychopathie en delinquentie (Cooke & Michie, 2001). Bijgevolg stellen Cooke en Michie (2001) een hiërarchisch drie-factor model voor waarbij de hogere orde factor Psychopathie onderbouwd wordt door drie dimensies: 1) een arrogante, bedrieglijke interpersoonlijke stijl (ADI); 2) een gebrekkige affectieve ervaring (DAE); 3) een impulsieve of onverantwoordelijke gedragsstijl (IIB). Opmerkelijk is dat de derde factor nog steeds gedragsitems bevat, maar antisociaal 5 Heel veel van de testings worden afgenomen door mensen die niet aan deze laatste criteria beantwoorden. Anderzijds, gebeurt het in de praktijk ook al te vaak dat het label psychopathie op iemand geplakt wordt zonder dat er een testing is gebeurd. 12

18 gedrag daarin niet is opgenomen. De eerste factor (F1) is opgesplitst in een interpersoonlijke en affectieve factor wat resulteert in drie factoren. Recentere factoranalyses stellen dat psychopathie het best begrepen wordt als een interactie van vier onderling sterk gecorreleerde factoren of dimensies (Figuur 1): 1. Interpersoonlijk: gladheid en oppervlakkige charme, opgeblazen gevoel van eigenwaarde, pathologisch liegen, manipulatief. 2. Affectief: gebrek aan spijt en schuld, vlak affect, gevoelloos en gebrek aan empathie, verantwoordelijkheid niet opnemen. 3. Levensstijl: sensatiezoekend, impulsief, onverantwoordelijk, parasitaire levensstijl, gebrek aan realistische levensdoelen. 4. Antisociaal: weinig gedragscontrole, vroege gedragsproblemen, jeugddelinquentie, herroepen van voorwaardelijke invrijheidstelling, veelzijdige criminaliteit. Dit vier-factor model bestaat uit 18 items van de PCL-R. De twee overige items promiscue seksueel gedrag en het hebben van vele korte termijn relaties correleren niet met de factoren, maar dragen wel bij tot de totaalscore op de PCL-R (Hare & Neumann, 2008, 2009). De vier factoren zijn onderling sterk gecorreleerd en laden hoog op eenzelfde bovengeschikte psychopathie factor. De psychopathie factor reflecteert het algemene dissociale karakter dat kenmerkend is voor psychopathie (Hare & Neumann, 2008). Het vierfactor model kan eveneens eenvoudig omgezet worden naar het oorspronkelijke twee-factor model (Hare & Neumann, 2008). De geschiktheid van het vier-factor model werd aangetoond bij zowel mannen als vrouwen uit de algemene, de psychiatrische en de forensische populatie (Hare, 2006; Hare & Neumann, 2008, 2009). 13

19 Figuur 1. Items en factoren van het vier-factor model van de PCL-R (Hare & Neumann, 2008). Minderjarigen Kan het psychopathieconstruct teruggevonden worden bij minderjarigen? Psychopathie ontstaat niet plotseling, onaangekondigd, op volwassen leeftijd (Hare, 1999/2012). Voorlopers van de persoonlijkheidsstoornis zijn terug te vinden in de vroege kindertijd (Lynam, 2002 in Forth & Book, 2007; Robins, 1978 in Corrado, Vincent, Hart, & Cohen, 2004). Al op jonge leeftijd vertoonden volwassen psychopaten gedragsproblemen gaande van liegen, bedriegen, het verstoren van de lessen en wegloopgedrag, tot het gebruiken van geweld, stelen, brandstichting, drugsmisbruik, vroegtijdige seksualiteit en wreedheid tegen dieren. Op jonge leeftijd waren ze al ongevoelig voor de straffen die op hun gedrag volgden en waren ze onverschillig voor de gevoelens van anderen (Hare, 1999/2012). De eigenschappen die binnen de definitie van psychopathie vallen, kunnen terug gevonden worden bij jongeren en de aanvang van psychopathie wordt door onderzoekers gelegd in de kindertijd (Cleckley, 1941/1988 in da Silva, Rijo, & Salekin, 2012, 2013; Forth & Book, 2007; Hare, 1999/2012). Het idee groeit dat er een gelijkaardig construct bestaat bij antisociale adolescenten en kinderen (Neumann, Forth, Kosson, & Hare, 2006). Hierdoor worden 14

20 pogingen ondernomen om de kenmerken van psychopathie bij deze jongeren vast te stellen (Forth & Book, 2007). Als het om jongeren gaat is het moeilijk om te spreken in termen van psychopathie, gezien er nog geen diagnose van een persoonlijkheidsstoornis gesteld kan worden op jonge leeftijd. In de plaats daarvan stellen onderzoekers voor om bij jongeren te spreken in termen van de aanwezigheid van psychopate trekken (Forth, Kosson, & Hare, 2003 in Porter & Porter, 2007). Het uitbreiden van het psychopathieconstruct naar kinderen en adolescenten is een controversieel onderwerp (da Silva et al., 2013). Tegenstanders geven aan dat het concept en de definitie van psychopathie ontstaan is bij volwassenen en er nog maar weinig onderzoek is verricht bij jongeren (Frick & Marsee, 2006; Lynam, 2002 in Neumann et al., 2006). Bepaalde onderzoekers stellen de vraag of psychopathie zich op dezelfde manier manifesteert bij jongeren als bij volwassenen (Hart, Watt en Vincent, 2002 in Forth & Book, 2007). Andere onderzoekers uiten twijfel over de stabiliteit van de persoonlijkheidstrekken en gedragspatronen van adolescentie tot volwassenheid, en waarschuwen voor de stigmatiserende gevolgen van het labelen op jonge leeftijd (Edens, Skeem, Cruise, & Cauffman, 2001; Seagrave & Grisso, 2002 in Forth & Book, 2007). Psychopathie wordt bij volwassenen immers geassocieerd met de assumptie van onbehandelbaarheid (Seagrave & Grisso in Forth & Book, 2007). Jongeren zitten nog volledig in een ontwikkelingsproces en de kenmerken die gezien worden als voorlopers van psychopathie kunnen deel uitmaken van het normale ontwikkelingspatroon van jongeren. Zo is er een grote overlap tussen de kenmerken van psychopathie en normale ontwikkelingsfasen in de adolescentie. De adolescentie wordt door een aantal onderzoekers gezien als een periode gekenmerkt door antisociaal gedrag en geweld (Moffit, 1993; Farrington, 1983 in Gretton, Hare, & Catchpole, 2004), maar dit gedrag is niet kenmerkend voor het gedrag en de persoonlijkheid op latere leeftijd en leidt niet noodzakelijk tot ernstige feiten op latere leeftijd (Corrado et al., 2004). Slechts 50% van de kinderen met een ernstige gedragsproblematiek, worden in de volwassenheid gediagnosticeerd als antisociale personen (Robins, 1978 in Corrado et al., 2004). Redelijkerwijze kunnen we aannemen dat de reactie vanuit de omgeving op leeftijdsspecifiek antisociaal gedrag zeer bepalend kan zijn voor het al dan niet voortduren ervan; het geven van een psychopathie label aan een jongere kan dan een van die bepalende reacties zijn. Er zijn ook voorstanders van het vaststellen van psychopate trekken bij jongeren (Frick, 2007). Zij beamen de noodzakelijke voorzichtigheid, maar stellen dat de studie van psychopate trekken bij jongeren noodzakelijk is om een beter begrip te krijgen over de causale 15

21 mechanismen, de risicofactoren en de protectieve factoren onderliggend aan psychopathie (Forth & Book, 2007; Frick, 2007). Inzicht in deze vroege ontwikkelingsprocessen draagt bij tot de ontwikkeling van preventie en interventiestrategieën (Lynam, Caspi, Moffit, Loeber, & Stouthamer-Loeber, 2007 in da Silva et al., 2013). Als bijkomend argument geven ze aan dat er in de groep jonge delinquenten een groep kan onderscheiden worden die op jongere leeftijd met crimineel gedrag is begonnen en ernstiger en persistenter antisociaal gedrag stelt dan andere antisociale jongeren (Forth & Book, 2007). Bovendien zouden de kenmerken van deze groep kinderen en jongeren zodanig extreem zijn dat ze niet meer gelijken op de normale ontwikkelingsvariant en stabieler zijn (Forth & Book, 2007). De volgende vraag is dan hoe psychopate trekken bij jongeren het best gedefinieerd kunnen worden. De DSM-IV-TR (APA, 2000/2001), bevat drie diagnoses die kinderen met ernstige gedragsproblemen beschrijven en hierbij ook een aantal van deze vroege gedragingen van de psychopaat bevatten (Hare, 1999/2012): De categorie Attention-Deficit hyperactivity disorder (ADHD; aandachtsstekortstoornis met hyperactiviteit) omvat kinderen met een overmatig aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit. De Oppositional defiant disorder (ODD; oppositioneel-opstandige gedragsstoornis) verwijst naar een patroon van negatief, vijandig en openlijk ongehoorzaam gedrag zonder ernstige schending van de elementaire rechten van anderen. De laatste categorie Conduct disorder (CD; antisociale gedragsstoornis) omschrijft een groep kinderen die de normen, regels of rechten van anderen schenden. Echter, geen enkele van deze drie diagnostische categorieën dekt het concept van psychopate trekken bij jongeren volledig (Hare, 1999/2012). Net als de diagnose APD, zijn de diagnoses CD, ODD en ADHD hoofdzakelijk gedragsmatig gericht. Bovendien worden deze gesteld op grond van niet objectiveerbare kwantitatieve criteria (genre is vaak ), met als gevolg dat ze het risco inhouden om een overschatting te geven (Lynam, 1996 in Gretton et al., 2004). Waar alle psychopate adolescenten voldoen aan de diagnose voor CD, scoort slechts 20%-30% van jongeren met CD diagnose hoog op de PCL:YV (Gretton et al., 2004). Er is steeds meer bewijs dat psychopathische kenmerken zich manifesteren in de vroege kindertijd als callous-unemotional traits (CU) zoals oppervlakkige emotie en gebrek aan bezorgdheid of empathie voor anderen (da Silva et al., 2012; Feilhauer & Cima, 2013; Frick, 2007; Lynam, 2002 in Porter & Porter, 2007; Skeem et al., 2011) 6. Slechts een minderheid van 6 Binnen de DSM V blijven de criteria voor een gedragsstoornis (CD) grotendeel ongewijzigd ten opzichte van de DSM-IV-TR. Maar de DSM V voorziet een extra specificatie voor die jongeren die voldoen aan de criteria voor CD en daarboven ook een beperking kennen in hun emotionele en interpersoonlijk functioneren. De DSM V brengt hiermee de callous-unemotionel traits in rekening. 16

22 de kinderen met ernstige gedragsproblemen vertonen hoge scores voor callous-unemotional traits, wat deze trekken bruikbaar maakt om een subgroep te onderscheiden (Frick, 2007). Kinderen met verhoogde callous-unemotional trekken, vertonen ernstigere en gevarieerdere gedragsproblemen, vaak in stijgende lijn voor ernst en chroniciteit (Fontaine, McCrory, Biovin, & Moffit, 2011; Forth & Book, 2010 in da Silva et al., 2012), en hebben lagere angstniveaus en een beloningsgeoriënteerde response stijl (Frick & Ellis, 1999 in Porter & Porter, 2007). Met betrekking tot de stabiliteit van de CU-trekken, vinden sommige longitudinale studies een redelijke stabiliteit tot in de volwassenheid (Burke, Loeber, & Lahey, 2007 in Feilhauer & Cima, 2013), hoewel andere onderzoekers niet overtuigd zijn van een zekere stabiliteit (Skeem et al., 2011). Studies tonen aan dat de kinderen met een lage score voor CU waarschijnlijk niet zullen stijgen in deze kenmerken, maar kinderen die hoog scoren op CU wel een daling van deze kenmerken kunnen kennen samen met een daling in gedragsproblemen (Cornell & Frick, 2007 in da Silva et al., 2012; Fontaine et al., 2011 in da Silva et al., 2012). Dergelijke bevindingen laten de mogelijkheid open dat kenmerken van CU bijgesteld kunnen worden, door factoren die gerelateerd zijn aan de psychosociale omgeving (Farrington, Ullrich, & Salekin, 2010 in da Silva et al., 2012; Salekin, Worley, & Grimes, 2010 in da Silva et al., 2012). Een mogelijke kneedbaarheid van psychopate trekken in de vroege kindertijd is hoopgevend naar interventie en preventie van de problematiek. Samenvattend kunnen we stellen dat de dynamiek onderliggend aan psychopathie al aanwezig lijkt bij jongeren (Neumann et al., 2006). Het voorkomen van ernstig agressief en antisociaal gedrag in combinatie met callous-unemotional traits lijkt een groep kinderen aan te duiden die een bijzonder risico lopen om psychopathie te ontwikkelen (da Silva et al., 2013). Het is dan ook een uitdaging voor zowel de gezondheidssector als de juridische sector om deze jongeren te identificeren die een gevaar vormen en een hoog risico hebben om ernstige en chronische feiten te plegen (Gretton et al., 2004). Het is hierbij van cruciaal belang om te kunnen differentiëren tussen deze stoornis en andere vroege gedragsproblemen (Gretton et al., 2004). Hiervoor zijn accurate instrumenten nodig. The Psychopathy Checklist: Youth Version. De PCL-R is een goed gevalideerde en veel gebruikte meetmethode om psychopathie vast te stellen, maar is enkel geschikt voor gebruik bij volwassenen. Er bestaan verschillende instrumenten om psychopathie bij minderjarigen te meten (Forth & Book, 2007). Één van de eerste en tot op vandaag frequentst gebruikte is de Psychopathy Checklist: Youth Version 17

23 (Forth, Kosson, & Hare, 2003), een aangepaste versie van de PCL-R, geschikt voor gebruik bij jongeren tussen de 13 en 18 jaar (da Silva et al., 2013). Net zoals de PCL-R, vereist een score op de PCL:YV de afname van een gestructureerd interview in combinatie met dossiergegevens. Naast de PCL:YV bestaan er ook verschillende andere instrumenten om psychopathie bij minderjarigen te meten. Enkele van deze instrumenten zijn eveneens afgeleid van de PCL-R, zoals de Antisocial Process Screening Device (APSD; Frick & Hare, 2001) en de Childhood Psychopathy Scale (CPS; Lynam, 1997)(Hare & Neumann, 2009). De APSD is een veel gebruikt screeningsinstrument voor kinderen tussen de 4 en 18 jaar oud. De vragenlijst bevat 20 items die gedragingen bevragen die gezien worden als voorlopers van psychopate trekken. Van de vragenlijst bestaat zowel een zelf-rapportage versie als een versie voor ouders, opvoeders en leerkrachten. De CPS (Lynam, 1997) is een korte schaal van 12 items die ingevuld moet worden door ouders van kinderen vanaf 12 jaar (da Silva et al., 2013). Overige instrumenten zijn de Psychopathy Content Scale (PCS; Lexcen, Vincent, & Grisso, 2004) en de Youth Psychopathic Traits Inventory (YPI; Andreshed, Kerr, Stattin, & Levander, 2002). Deze beide instrumenten maken gebruik van zelf-rapportage door de jongeren, waarbij we wel de vraag moeten stellen of zelfrapportage bij deze problematiek wel een bruikbare methode is, gezien de terugkerende ideeën in verband met leugenachtigheid en manipulatie. Door de komst van de aangepaste schalen is er de laatste decennia een exponentiële toename van het aantal publicaties over psychopathie bij kinderen en adolescenten (Salekin & Lynam, 2010 in da Silva et al., 2013). Relatie tussen Psychopathie en Misdaad Een populair beeld van de psychopaat is dat van de persisterende crimineel. Bovendien heerst de indruk dat psychopate individuen zonder uitzondering misdaden plegen (Skeem et al., 2011). Dat dit beeld van de psychopaat in onze maatschappij heerst, is op zich niet zo verwonderlijk volgens Hare (1999/2012). Het is immers moeilijk om in te beelden, hoe welke psychopaat ook - met zijn gebrek aan innerlijke regelmechanismen, zijn onconventionele houding tegenover ethiek en moraliteit, zijn leugenachtige, gewetenloze en egocentrische kijk op de wereld, enzovoort - erin zou kunnen slagen niet op enig moment in zijn leven in conflict 18

24 met de maatschappij te komen. De kenmerken van de psychopaat lijken wel het ideale recept voor misdaad. Is elke psychopaat dan effectief een crimineel? Eerder in de verhandeling werd op deze vraag geantwoord dat niet elke psychopaat een crimineel is, net zoals niet elke crimineel een psychopaat is. Om dit antwoord beter te begrijpen, moeten we een onderscheid maken tussen crimineel en antisociaal gedrag. Crimineel gedrag maakt deel uit van een bredere categorie van antisociaal gedrag (Skeem et al., 2011). Antisociaal gedrag wordt gedefinieerd als een ruime categorie van gedrag dat sociale schade teweegbrengt, zoals liegen en roddelen, maar niet noodzakelijk een wetsovertreding met zich meebrengt. Crimineel gedrag is een subklasse van antisociaal gedrag dat officieel door de wet verboden is. Voorbeelden van crimineel gedrag zijn smaad, fraude, diefstal en inbraak. Skeem et al. (2011) definiëren daarnaast de categorie gewelddadig gedrag als een onderdeel van crimineel gedrag, waarbij een fysieke daad een letsel kan toebrengen, zoals iemand slaan, het dwingen van iemand tot seks en iemand met een wapen bedreigen. Recent debat heeft tot de consensus geleid dat de specifieke kenmerken van psychopathie geassocieerd zijn met antisociaal gedrag, maar niet essentieel met crimineel gedrag (Hare & Neumann, 2010; Skeem & Cooke, 2010 in Skeem et al., 2011). Hoewel alle psychopaten wel enige vorm van antisociaal gedrag stellen, plegen ze dus niet allemaal misdaden. Sommige psychopaten brengen schade toe aan de maatschappij zonder daarbij de wet te overtreden, bijvoorbeeld door te liegen, anderen te manipuleren en te handelen zonder rekening te houden met de gevoelens van anderen (Skeem et al., 2011). Het is echter duidelijk dat de eigenschappen die ten grondslag liggen aan deze persoonlijkheidsstoornis, deze individuen wel extra vatbaar maken om zich met misdaad en geweld in te laten (Hare, 2006). Psychopaten zijn niet goed in staat de emotionele reacties - angst en vrees - te ervaren die de voornaamste bronnen van het geweten zijn...het hinderlijke innerlijke stemmetje dat ons helpt weerstand te bieden aan verleidingen en ons schuldig te voelen als we dat niet doen (Hare, 1999/2012, p. 96). Zonder de remming van een geweten, voelen psychopaten zich vrij hun wensen en behoeften te bevredigen en te doen wat ze ongestraft denken te kunnen doen (Hare, 1999/2012). Iedere antisociale daad, van kruimeldiefstal tot moord, wordt mogelijk (Hare, 1999/2012, p.96). Dat psychopaten kwetsbaarder zijn voor het stellen van crimineel gedrag, is op te merken aan hun disproportioneel hoge vertegenwoordiging in onze gevangenispopulaties en hun groot aandeel in de zware misdaad (Hare, 1999/2012; Hare & Neumann, 2009). Gemiddeld procent van alle mannelijke en vrouwelijke gedetineerden zijn psychopaten en alle 19

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN Beheersing van emoties en gedrag Rechten van anderen Conflict met maatschappelijke normen en waarden Indeling Gedragsstoornissen in DSM 5 Oppositioneel-Opstandige Stoornis

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoekscentrum Klinische Psychologie PSYCHOPATHIE IN TERMEN VAN PERSOONLIJKHEID Een onderzoek bij adolescenten Masterproef

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een duurzaam patroon van egocentrisme, impulsiviteit en agressiviteit.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

CHAPTER 7. Nederlandse samenvatting

CHAPTER 7. Nederlandse samenvatting CHAPTER 7 Chapter 7 NEDERLANDSE SAMENVATTING Antisociaal gedrag bij jongeren kenmerkt zich door grensoverschrijdende handelingen die niet worden geaccepteerd binnen de normen van het gezin, de school en

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Lucres Nauta-Jansen onderzoeker kinder- en jeugdpsychiatrie VUmc Casus Ronnie jongen van 14, goed en wel in de puberteit onzedelijke handelingen bij 5-jarig

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134 Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek 13 1 Inleiding 13 2 Psychiatrische ziekte 13 3 De psychische functies 16 4 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek 17 5 Diagnose

Nadere informatie

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Woensdag 29 oktober P. Deschamps Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD Begripsbepaling: Agressie Disruptive Behavior Disorders (DBD), Disruptieve Gedragsstoornissen

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester Psychopathie bij Adolescenten die geplaatst zijn in een Justitiële Jeugdinrichting. De relatie met een gedragsstoornis en aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) Sharena Veldhuizen Studentnummer:

Nadere informatie

Neurobiologische achtergronden van agressie

Neurobiologische achtergronden van agressie Neurobiologische achtergronden van agressie Studiedag EFCAP 2010 arne popma vumc, academische afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie 1 2 boodschap om mee naar huis te nemen biologische factoren alleen kunnen

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral development and juvenile sex offending van Vugt, E.S. Link to publication Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Inhoud. Uitgebreide opgave

Inhoud. Uitgebreide opgave Inhoud Uitgebreide opgave 1 Inleiding 21 Van DSM-IV naar DSM-5 21 Verwarrende terminologie 23 Een nieuw begrippenkader 24 De bron van het gedrag en de hulpverleningsstrategie 27 Een biopsychologisch model

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) De intergenerationele overdracht van gewelddadig delinquentie De appel valt niet ver van de boom. Dit gezegde illustreert dat ouders en kinderen op elkaar lijken,

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 Moeilijke mensen, ze zijn overal. In je huis, in je buurt, op je

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind Psychiatriseren = Het moeilijke kind stelt de volwassene vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Scelta is onderdeel van

Scelta is onderdeel van DSM 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Lucas Goessens, psychiater Annika Cornelissen, klinisch psycholoog SECTIE II (categoraal perspectief) Cluster A Paranoïde PS Schizoïde PS Schizotypische PS Cluster B Antisociale

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog AZ Sint-Jan Brugge AV 28-11-2014 Is er nieuws? Nee DSM-5 = DSM-IV: definitie A. duurzaam patroon van innerlijke

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1 Hoogbegaafdheid en Emotionele Intelligentie WUR 23-04-2018 Inhoud Wat is emotionele intelligentie? Relatie met IQ Waarom speciaal voor HB? Het EQi-2.0 model De vaardigheden www.riannevdven.nl Quotes over

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Gedragsproblemen Psychosociale vaardigheden Emotionele vaardigheden Leervaardigheden De rol van het gezin Literatuur

Inhoud Inleiding Gedragsproblemen Psychosociale vaardigheden Emotionele vaardigheden Leervaardigheden De rol van het gezin Literatuur Inhoud 1 Inleiding.... 1 1.1 Gedragsproblemen... 3 1.2 Psychosociale vaardigheden.... 4 1.3 Emotionele vaardigheden.... 5 1.4 Leervaardigheden.... 5 1.5 De rol van het gezin.... 6 Literatuur.... 6 2 Gedragsproblemen....

Nadere informatie

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s) A. Ouderfactoren: gegeven het feit dat de interventies van de gezinscoach en de nazorgwerker gericht zijn op gedragsverandering van de gezinsleden, is het zinvol om de factoren te herkennen die (mede)

Nadere informatie

DSM-IV-TR: Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen

DSM-IV-TR: Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen DSM-IV-TR: Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen 314.xx Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit.01 Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, gecombineerde type.00 Aandachtstekortstoornis

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling

Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling Een onderzoek naar de prevalentie van psychopathologie en psychopathie en de relatie hiertussen. Laurie Kuijpers (0451886)

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief Door: Hannah Welbedacht Datum: 21 12 2011 Klinische Forensische Psychologie UvA begeleider: Sabine van Linden

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie