Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Academiejaar"

Transcriptie

1 Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Masterproef neergelegd tot behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie Academiejaar Door Kerselaers Kayleigh Promotor: Prof. Dr. Paul Verhaeghe Begeleider: Lic. Julie De Ganck

2 Psychopathie en negatief affect: methodologische problemen bij onderzoek en een kwalitatieve studie bij jeugddelinquenten. Masterproef neergelegd tot behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie Academiejaar Door Kerselaers Kayleigh Promotor: Prof. Dr. Paul Verhaeghe Begeleider: Lic. Julie De Ganck

3 Unfortunately, unrecognized defenses can seem to psychiatrists like deliberate offense; the psychiatrists defend themselves. Human beings are labeled psychopaths. (George Vaillant)

4 Dankwoord Ten eerste wil ik de begeleidster van deze thesis, Julie De Ganck, bedanken voor de vrijheid die ik heb gekregen bij het schrijven van deze masterproef, om te kunnen werken rond een thema van mijn keuze en voor de ondersteuning op de juiste momenten. Ik bedank mijn mama voor de kans om te studeren en om mij altijd mijn eigen weg te laten volgen en de rest van ons gezin om mijn humeur te verdragen tijdens de stressvolle dagen. Bedankt aan Iris, Elisa, Bram en Joachim, om te luisteren naar mijn ideeën en om op tijd voor ontspanning te zorgen.

5 Abstract Psychopathie is een construct waar al heel wat onderzoek naar gevoerd is. Daarnaast wordt de term steeds vaker gebruikt zowel binnen een klinische als een juridische context en ook in de media wordt er regelmatig over psychopaten gesproken. Eén van de belangrijkste onderdelen van dit construct omvat het affectieve gedeelte van deze persoonlijkheidsstoornis. Psychopaten zouden niet in staat zijn tot grote affectieve reacties en uitdrukkelijk de ervaring van negatief affect zoals schuld, spijt, depressieve gevoelens, enz. Niettegenstaande er geen eenduidige evidentie is voor deze sterke veronderstellingen, hebben ze grote gevolgen voor mensen die het label psychopathie opgespeld krijgen. Zeker nu men het concept probeert uit te breiden naar minderjarigen is er nood aan onderzoek dat aan deze vooroordelen voorbij gaat. Na een grondige literatuurstudie en de bespreking van methodologische problemen in vorig onderzoek, wordt de ervaring van negatief affect bij jeugddelinquenten met psychopate trekken onderzocht. Aan de hand van een thematische analyse van interviews wordt de beleving van negatief affect bij enkele jongeren uitgediept. De resultaten geven aanleiding voor mogelijke oorzaken voor de tegenstrijdige bevindingen in onderzoek. Moeilijkheden om over emoties te spreken, wantrouwen naar anderen en de neiging om afstand te nemen van emotionele zaken komen duidelijk naar voor in de gesprekken. Daarnaast is de beleving van verschillende vormen van negatief affect bij deze adolescenten duidelijk aanwezig. Mogelijke verklaringen voor misvattingen over negatief affect en psychopathie en aanbevelingen voor verder onderzoek en behandeling worden besproken in het licht van een andere visie op psychopathie.

6 Inhoudsopgave Inleidend Hoofdstuk: Psychopathie... 1 Psychopathie... 2 Geschiedenis... 2 Ethiologie en prevalentie... 5 Primaire en secundaire psychopathie... 6 Psychopathie bij jongeren... 8 Meetinstrumenten... 9 Negatief Affect Negatief Affect en Psychopathie: Een Systematische Review van de Literatuur Methode Inleiding Inconsistente resultaten Steekproef Methodevariantie Conceptualisering van de begrippen psychopathie en negatief affect Psychopathie en de ervaring van emoties, empathie en negatief affect Emotieverwerking Empathie Ervaring van emoties Trauma, negatieve emoties en de ontwikkeling van psychopathie Andere concepten en hun relatie tot psychopathie en negatief affect Somatisering en alexithymie Zelfmoord... 28

7 Borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis Delinquentie, externaliserende problemen en agressie Conclusie literatuur Een Kwalitatieve Studie bij Jeugddelinquenten Onderzoeksvraag Methode Steekproef Opzet Materiaal Procedure Resultaten Moeite met spreken Niet kunnen spreken Niet willen spreken Wantrouwen Ervaring van negatief affect Fysieke symptomen Piekeren Negatieve Emoties Verdriet familie Straf Wanhoop toekomst Verveling Angst... 50

8 Woede door de ander Omgaan met negatief affect Afstand Druggebruik Spanning ontladen Bespreking De huidige studie Vooroordelen met enorme consequenties Psychopathie bij minderjarigen Psychopathie als adaptatie en verdedigingsmechanisme Conclusie Referentielijst... 66

9 Inleidend Hoofdstuk: Psychopathie Gevoelloos. Koud. Sadistisch. Geen schuld. Monster. Dit zijn slechts enkele zaken waar men aan denkt bij het horen van de term psychopathie. Deze wordt vandaag de dag steeds vaker gebruikt zowel binnen een klinische als een juridische context. Toch is er nog veel onenigheid tussen onderzoekers over wat het concept precies inhoudt. Eén van de stellingen die bij zowat elke definitie van psychopathie naar voor komt, is het gebrek aan negatief affect. Als men denkt aan een psychopaat, komt bij de meeste mensen het beeld van de koude, egocentrische, koelbloedige moordenaar naar boven zoals dit vaak in films of boeken geportretteerd wordt. Hoewel er in veel onderzoeken geen eenduidig verband gevonden wordt tussen psychopathie en verminderd negatief affect, heeft deze visie wel een enorme invloed op hoe men tegen mensen met psychopate trekken aankijkt. Die invloed bestaat zowel op klinisch als op juridisch vlak. Net omwille van de serieuze consequenties die aan het label psychopathie gekoppeld zijn, is het belangrijk voor onderzoekers om zich verder te verdiepen in wat psychopathie precies inhoudt en of de veronderstellingen die bij de diagnose gemaakt worden, ook daadwerkelijk teruggevonden worden in wetenschappelijk onderzoek. Zeker nu het begrip steeds vaker bij jongeren gebruikt wordt, is er nood aan duidelijkheid over het construct. Na een kort overzicht van de geschiedenis van het concept psychopathie volgt een uiteenzetting van wat men tot nu toe in onderzoek heeft aangetoond in verband met psychopathie en negatief affect. Daarna wordt gebruik gemaakt van een kwalitatieve studie van interviewmateriaal van jeugddelinquenten om te onderzoeken wat er in het spreken van jongeren met psychopate trekken zelf teruggevonden wordt in verband met hun beleving van negatief affect. 1

10 Psychopathie Geschiedenis Het concept psychopathie maakte al een hele evolutie door. De eerste die deze persoonlijkheidsstoornis naar voor bracht, was Philippe Pinel (1801, in Andrade, 2008). Hij beschreef het construct als manie sans délire, waarbij hij bij patiënten verschillende zaken opmerkte zoals een gebrekkig affect, een impulsief en gewelddadig gedrag zonder spijt maar dit in afwezigheid van psychose. Verscheidene andere psychiaters kwamen daarna met hun eigen beschrijvingen van de psychopate persoonlijkheid en hun theorieën over de oorzaken van de stoornis. Elk van deze beschrijvingen legde de nadruk op bepaalde facetten in de persoonlijkheid of het gedrag van een psychopaat (Andrade 2008). Maar het was Hervey Cleckley (1988) die het concept in 1941 beroemd maakte met zijn boek the Mask of Sanity. Hij beschreef aan de hand van gevallenstudies tot in het grootste detail de kenmerken van de psychopate persoonlijkheid en kon zo psychopathie uiteindelijk samenvatten tot 16 specifieke kenmerken. Tabel 1: de 16 karakteristieken van de psychopate persoonlijkheid volgens Cleckley (1988) 1) oppervlakkige charme en goede intelligentie 2) afwezigheid van wanen en andere tekenen van irrationeel denken 3) afwezigheid van nervositeit of psychoneurotische manifestaties 4) onbetrouwbaarheid 5) oneerlijkheid en onoprechtheid 6) gebrek aan spijt en schaamte 7) inadequaat gemotiveerd antisociaal gedrag 8) gebrekkige beoordeling en falen om te leren door ervaring 9) pathologische egocentriciteit en onmogelijkheid tot liefde 10) algemene armoede in grote affectieve reacties 11) specifiek verlies van inzicht 12) geen reactie bij algemene interpersoonlijke relaties 13) fantastisch en onuitnodigend gedrag met en zonder alcohol 14) zelden uitvoering van zelfmoord 15) onpersoonlijk, triviaal en slecht geïntegreerd seksleven 16) niet slagen om enig levensplan te volgen 2

11 Cleckley beperkte zich niet tot het beschrijven van psychopathie bij criminelen maar vond gelijkaardige persoonlijkheidstrekken bij onder andere dokters en zakenlui. In vergelijking met andere historische beschrijvingen maken gedragskarakteristieken amper deel uit van Cleckley s definitie. Hij legde vooral de nadruk op persoonlijkheid en minder op het bijhorende antisociale gedrag. Hierbij stelt hij voornamelijk het gebrek aan normale emoties bij psychopaten voorop (Harris, Skilling, & Rice, 2001). Robert Hare baseerde zich op de kenmerken van Cleckley om een instrument te ontwikkelen om psychopate trekken te meten, namelijk zijn Psychopathy Checklist (PCL, 1980) die hij na verdere analyse aanpaste naar de Psychopathy Checklist Revised (PCL-R, 1991). Origineel ging Hare theoretisch uit van een structuur met twee factoren. De eerste factor hangt vooral samen met de kern van de psychopate persoonlijkheid en omvat onder andere items over oppervlakkigheid, gebrek aan gevoelens en oneerlijkheid. De tweede factor omvat vooral gedragskarakteristieken zoals jeugddelinquentie, criminele veelzijdigheid, onverantwoordelijkheid, sensatie zoeken en impulsiviteit (Hare, 1996, in Harris et al., 2001). Hierop kwam heel wat kritiek van Cooke en Michie (2001) die vonden dat er te veel nadruk gelegd werd op crimineel gedrag bij de meting van psychopathie terwijl dit bij de definitie van Cleckley (1988) niet aanwezig was. Zij pleitten ervoor om meer nadruk te leggen op de onderliggende persoonlijkheidstrekken en minder op het gedrag zelf. Daarbij gingen ze over naar een model met drie factoren bestaande uit een Arrogante en Bedriegende Persoonlijkheid, Deficiënte Affectieve Ervaring en Impulsieve en Onverantwoordelijke Gedragsstijl. Als antwoord hierop splitste Hare zijn oorspronkelijke model verder op in 4 uiteindelijke factoren. Factor 1 werd verder opgedeeld in een interpersoonlijke en een affectieve factor en factor 2 werd gesplitst in de levensstijl en antisociale factor (Hare en Neumann, 2010). In volgende tabel kan een weergave gevonden worden van elke factor en de bijhorende items in de vragenlijst. 3

12 Tabel 2: Items en Factoren in de Hare PCL-R Interpersoonlijke factor Oppervlakkige charme Opgeblazen zelfwaarde Pathologisch liegen Manipulatief Levensstijlfactor Nood aan stimulatie Parasitaire levensstijl Gebrek aan doelen Impulsiviteit Onverantwoordelijkheid Affectieve factor Gebrek aan spijt Oppervlakkig affect Gebrek aan empathie Geen verantwoordelijkheid opnemen Antisociale factor Weinig controle over gedrag Vroege gedragsproblemen Jeugddelinquentie Intrekken van voorwaardelijke vrijlating Criminele veelzijdigheid Twee items dragen wel bij tot de totale PCL-R-score maar laden niet op een specifieke factor: promiscue seksueel gedrag en veel kortdurende huwelijksrelaties. Overgenomen uit the Hare Psychopathy Checklist-Revised, 2nd Edition (2003, p. 83, in Neumann, Hare en Johansson, 2013). De discussie over het al dan niet toevoegen van criminaliteit aan de conceptualisering van psychopathie is nog steeds gaande. Vandaag de dag zijn er twee duidelijke meningen te onderscheiden in het debat rond wat al dan niet tot het construct psychopathie behoort (Andrade, 2008). Enerzijds zij die vinden dat antisociaal gedrag tot de kern van het persoonlijkheidsconstruct hoort (e.g. Hare & Neumann, 2010) en anderzijds zij die meer aandacht besteden aan de klinische manifestaties en criminaliteit op zich niet tot de definitie rekenen, maar enkel als een correlaat van psychopathie zien (e.g. Cooke, Michie, & Skeem, 2007; Skeem & Cooke, 2010). Cooke en Michie (2001) hebben vooral problemen met de items jeugddelinquentie, criminele veelzijdigheid en het intrekken van voorwaardelijke vrijlating. Hare en Neumann (2010) wijzen erop dat het niet per se crimineel gedrag maar antisociaal gedrag in zijn geheel is dat een belangrijk onderdeel vormt van psychopathie. 4

13 Voor zowel het model met drie als met vier factoren werden goede psychometrische waarden gevonden. Hare en Neumann (2010) merken op dat er voor beide modellen een gelijkaardige fit bevonden wordt, waarbij het model met vier factoren meer datapunten verklaard en strengere tests doorstaat. Andere onderzoekers geven aan dat het model met de beste bruikbaarheid afhangt van de setting waarbinnen een onderzoek gebeurt. Zo zou het model met drie factoren informatiever zijn binnen een klinische setting maar voor onderzoek naar geweld zouden vier factoren geschikter zijn (Andrade, 2008). Etiologie en prevalentie Sinds het bestaan van de term psychopathie vraagt men zich al af wat precies de aanleiding is voor het ontwikkelen van deze psychopate trekken. Er zijn hierover tal van theorieën uitgewerkt. Deze vertrekken vanuit verschillende standpunten wat betreft de oorzaak van psychopathie. Sommige gaan uit van een meer biologisch perspectief en schrijven psychopathie toe aan bepaalde genen of neurologische afwijkingen. Andere bekijken psychopathie vooral als een effect van de omgeving en ook het belang van evolutionaire theorieën wordt door sommigen onderstreept (Da Silva, Rijo, & Salekin, 2012). De etiologie van psychopathie kan dus op vele verschillende manieren bekeken worden. Of het nu gaat om genetische overerving (Blonigen, Hicks, Krueger, Patrick, & Iacono, 2005), een neurologisch deficit (Harenski, Kim, & Hamann, 2009), een effect van opvoeding of hechtingsproblemen (Craig, Gray, & Snowden, 2013) of zelfs een evolutionaire adaptatie om minder vatbaar te zijn voor emotionele problemen (Da Silva et al., 2012), voor elke theorie wordt evidentie gevonden. Het is vooral van belang hierbij op te merken dat er geen enkele factor op zich psychopathie zou veroorzaken. Er is niet één gen, één hersendisfunctie, één omgevingsfactor verantwoordelijk (Viding & Larson, 2010, in Da Silva et al., 2012). Het is dan ook onduidelijk welk theoretisch model momenteel het best de oorzaak van psychopathie bevat. Elk bestaand model verklaart een deel van de fenomenen bij psychopathie maar geen enkel model past volledig (Reidy, Shelley-Tremblay, & Lilienfeld, 2011). 5

14 Veel onderzoekers gaan er vanuit dat het waarschijnlijk een combinatie van zowel genetische als omgevingsfactoren is, die leidt tot de ontwikkeling van psychopathie en dit wordt ook zo teruggevonden in onderzoek bij tweelingen (Hicks et al., 2012). Daarnaast wordt erop gewezen dat psychopathie een ruim construct is dat etiologisch heterogeen is. Psychopathie zou dus op meerdere manieren kunnen ontstaan, waarbij verschillende factoren invloed kunnen hebben op verschillende facetten van de psychopate persoonlijkheid (Brinkley, Newman, Widiger, & Lynam, 2004). Er is wel evidentie voor een substantiële genetische bijdrage tot de stabiliteit van de psychopate persoonlijkheid tijdens de adolescentie (Forsman, Lichtenstein, Andershed, & Larsson, 2008). Psychopathie komt voor binnen verschillende culturen en rassen hoewel de uiting en frequentie licht kan variëren (Harris et al., 2001). Ook worden er weinig geslachtsverschillen gevonden bij onderzoek naar het nomologisch net van psychopathie. Men gaat er van uit dat psychopathie grotendeels gelijk is bij mannen en vrouwen (Miller, Watts, & Jones, 2011). Bij vrouwen is er wel sprake van een lagere prevalentie, minder voorlopend gedrag in de kindertijd en een grotere overlap met andere persoonlijkheidsstoornissen (Rutherford et al., 1996 in Harris et al., 2001). Primaire en secundaire psychopathie Karpman kwam in 1941 met het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie. Hij ging er hierbij vanuit dat er, ondanks gelijkaardige gedrags- en gevoelskenmerken, een verschil aanwezig was in de oorzaak van het ontwikkelen van psychopate trekken en het bijhorende antisociale gedrag bij beide varianten. Bij de eerste groep spreekt hij van idiopathische of constitutionele psychopathie, terwijl hij de tweede groep als symptomatische en psychogene psychopaten benoemt (in Skeem, Poythress, Edens, Lilienfeld, & Cale, 2003; in Visser, Ashton, & Pozzebon, 2012). Bij primaire psychopathie zou de oorzaak een aangeboren, biologisch deficit zijn in de affectieve beleving en dit zou ervoor zorgen dat men doelbewust antisociaal gedrag stelt (Karpman, 1941, in Heinzen, Koehler, Smeets, Hoffer, & Huchzermeier, 2011). Secundaire psychopathie zou eerder het gevolg zijn van verschillende omgevingsinvloeden die voor een emotioneel conflict gezorgd hebben. 6

15 Hierbij zouden de psychopate trekken een emotionele adaptatie zijn aan de negatieve omgeving en vooral het impulsieve karakter van de persoon samen met sterke angstgevoelens zou leiden tot antisociaal gedrag (Karpman 1941, in Heinzen et al., 2011). De secundaire psychopaat zou volgens Karpman dus wel in staat zijn tot menselijke emoties en daarnaast impulsiever zijn dan de primaire. In onderzoek wordt het onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie vaak gemaakt op basis van een hoge of lage angstscore (Skeem et al., 2003). Karpman (1948b) ging er op basis van dit onderscheid ook vanuit dat secundaire psychopaten wel kunnen reageren op psychotherapie, terwijl de primaire ongeneeslijk zijn en geïnstitutionaliseerd moeten worden (in Skeem et al., 2003). Ook bij jongeren wordt evidentie voor de verschillende varianten teruggevonden. Kimonis, Frick, Cauffman, Goldweber en Skeem (2012) vonden dat jongeren met psychopate trekken die laag scoorden op angst, niet betrokken waren bij emotioneel verontrustende foto s. De hoogangstige groep was hier wel aandachtig voor, toonde vaker een geschiedenis van misbruik en haalde hogere scores bij metingen van emotionele en aandachtsproblemen. Zij zien hierin evidentie dat primaire psychopathie gerelateerd is aan een deficit in het verwerken van tekenen van distress bij anderen terwijl secundaire meer gerelateerd is aan een geschiedenis van misbruik en emotionele problemen. Kimonis, Skeem, Cauffman en Dmitrieva (2011) vonden bij jeugddelinquenten dat de secundaire variant meer institutioneel geweld, grotere psychosociale onvolwassenheid en meer instabiliteit in geweld vertoonde dan de primaire terwijl de scores voor psychopathie even stabiel waren.. Ander onderzoek vond het moeilijk om bij jongeren een duidelijk onderscheid te maken tussen primaire en secundaire psychopathie op basis van clusteranalyse. Dit mogelijks door de grote comorbiditeit met andere psychopathologie bij kinderen en adolescenten (Salekin, Neumann, Leistico, DiCicco, & Duros, 2004). Ook het feit dat jongeren in het algemeen meer angst ervaren kan het moeilijk maken om op die leeftijd duidelijk te differentiëren (Lee, Salekin, & Iselin, 2010). 7

16 Psychopathie bij jongeren Cleckley (1988) ging er vanuit dat psychopathie een persoonlijkheidsstoornis is die zijn oorsprong reeds kent in de kindertijd of adolescentie. Veel onderzoekers veronderstellen dat psychopathie bij jongeren een gelijkaardig nomologisch net omvat en dit wordt ook grotendeels ondersteund in onderzoek (e.g. Lynam, 1997). Er worden onder andere gelijkaardige verbanden gevonden tot persoonlijkheidsaspecten, neurologische verschillen en misdaad. (Frick & Marsee, 2006, in Kubak & Salekin, 2009; Lynam & Gudonis, 2005). Er gaat bij het onderzoek naar psychopathie bij kinderen en jongeren ook veel aandacht naar mogelijke voorlopers van psychopathie in de kindertijd. Zo vonden Smith en Hung (2012) dat vooral gedragsproblemen in de kindertijd een duidelijke samenhang vertoonden met de latere ontwikkeling van psychopathie. Frick (2009) wijst in zijn review vooral op het belang van callous-unemotional traits (CU-trekken, deficiënt affect en gebrek aan empathie) als onderscheidende factor voor kinderen met gedragsproblemen die later psychopathie ontwikkelen. Daarnaast is ook de antisociale persoonlijkheidsstoornis een mogelijke indicator voor latere psychopathie. Bij volwassen psychopaten vindt men vaak diagnostische indicaties voor ofwel een gedragsstoornis ofwel een antisociale persoonlijkheidsstoornis in de kindertijd (Burns, 2000, in Heinzen et al., 2011). Het is belangrijk hierbij op te merken dat dit verband in de omgekeerde richting niet noodzakelijk geldt, met andere woorden veel volwassen psychopaten vertoonden een stoornis in de kindertijd maar niet elk kind met een gedragsstoornis ontwikkelt psychopathie als volwassene (Heinzen et al.). Er is heel wat controversie over de diagnose van psychopathie bij minderjarigen. Niet alleen komen psychopate trekken in het algemeen vaker voor bij jongeren maar er is veel ruimte voor verandering van persoonlijkheidstrekken tijdens de adolescentie (Da Silva et al., 2012). Men vindt in onderzoek dat psychopate trekken bij jongeren meer gevarieerd en minder stabiel zijn dan bij volwassenen (Frick & Marsee, 2006, in Heinzen et al., 2011). 8

17 Verder worden er ook heel wat verschillen met volwassen psychopathie teruggevonden. Eén van de zaken waarbij de verbanden verschillen, is de samenhang met andere psychopathologie en in het bijzonder met internaliserende problemen. Dit verband is veel sterker bij jongeren (Kubak &Salekin, 2009; Salekin et al., 2004). Vooral de samenhang tussen psychopathie en angst is problematisch om het concept volledig uit te breiden tot kinderen (Seagrave & Grisso, 2002). De assessment voor jeugdpsychopathie kan daarnaast verder bemoeilijkt worden door de normale ontwikkelingsveranderingen in de adolescentie die verward kunnen worden met karakteristieken van psychopathie (Seagrave & Grisso, 2002; Vaillant, 1975). Men kan zich makkelijk inbeelden dat een groot deel van de puberende jeugd al eens psychopate trekken vertoont. Het kan dus gevaarlijk zijn om het construct van psychopathie zomaar uit te breiden naar kinderen en jongeren. Bepaalde onderzoekers waarschuwen vooral voor de vooroordelen die op die manier kunnen ontstaan en de verstrekkende gevolgen die deze kunnen hebben (e.g. Johnstone & Cooke, 2004). Meetinstrumenten Zoals eerder aangegeven is de PCL-R (1991) ontwikkeld door Hare het belangrijkste instrument voor het meten van psychopathie. De PCL-R bestaat uit 20 items die op basis van een interview en dossiermateriaal een score krijgen van 0, 1 of 2 afhankelijk van de mate van toepasbaarheid van een item voor de testpersoon. De 20 items beslaan de vier factoren opgenomen in het model van Hare (zie tabel 2) en worden gescoord door de onderzoeker die hiervoor een uitgebreide training gevolgd heeft. Zo kan een persoon een maximum score van 40 halen en vanaf 30 krijgt men de diagnose psychopathie (Hare, 1991, 2003 in Neumann et al., 2013). Voor onderzoek en wanneer er enkel dossierinformatie aanwezig is, wordt regelmatig gebruik gemaakt van lagere cut-off scores, zoals PCL-R: 25 (Polaschek & Daly, 2013). Hare en Neumann (2010) stellen ook dat er enige voorzichtigheid geboden is met de cut-off score voor het instrument. Aangezien psychopathie een dimensioneel construct is, kan het moeilijk categorisch bepaald worden. 9

18 De betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid van de PCL-R werd aangetoond over verschillende contexten (Hare, 1991, 2003, in Neumann, Hare, & Johansson, 2013). Toch is er nog altijd discussie over bepaalde items van het instrument. Zoals eerder aangegeven twijfelen sommigen aan het toevoegen van items in verband met crimineel gedrag (Cooke & Michie, 2001; Skeem & Cooke, 2010). Andere onderzoekers geloven dat er metingen van low anxiety en fearlessness moeten opgenomen worden in het instrument. Hare en Neumann (2008) wezen erop dat de rol van deze gevoelens bij psychopathie nog niet duidelijk is. Een apart low anxiety item bleek niet gerelateerd te zijn aan de volledige schaal. In hun onderzoek kwamen Neumann et al. (2013) tot de conclusie dat deze aspecten voldoende vervat zitten in andere items van de PCL-R over emotionele ervaring. Ze vonden ook goede ondersteuning voor het vier-factoren-model via confirmatorische factoranalyse. Vanwege het uitgebreide onderzoek met de PCL-R en de gevonden betrouwbaarheid en validiteit, werden er nog andere, specifiekere vormen van het instrument opgesteld. Hare (1995) ontwikkelde een kortere versie van zijn instrument de Psychopathy Checklist: Screening Version (PCL-SV, 1995). Deze versie bestaat uit 12 items gescoord op een driepuntenschaal (0-2) aan de hand van interviews en studie van het dossier. Een score boven de 18 wordt gezien als een aanwijzing voor psychopathie. Deze versie dient enkel om te screenen voor psychopathie en is op zich onvoldoende om een diagnose te stellen (in Andershed, Köhler, Louden, & Hinrichs, 2008). Ook voor jongeren werd een aangepaste versie van de PCL-R ontwikkeld, de Psychopathy Checklist: Youth Version (PCL-YV, Forth et al., 2003 in Neumann, Kosson, Forth, & Hare 2006). De PCL-YV verschilt van de PCL-R doordat de inhoud van items en de scoring ervan aangepast werd aan de context en het gedrag van adolescenten (zo werd bijvoorbeeld het item over kortdurende huwelijksrelaties verwijderd). Zowel gedrags-, interpersoonlijke als affectieve componenten worden bevraagd op basis van een semigestructureerd interview en bijhorende dossierinformatie (in Neumann et al.). Ook hier wordt elk item gescoord op een driepuntenschaal. In tegenstelling tot de versie voor volwassenen wordt er geen specifieke cut-off score vermeld, maar worden de resultaten geïnterpreteerd aan de hand van percentielen. 10

19 Het is aan een getrainde beoordelaar om te beslissen of er al dan niet sterke aanwijzingen zijn voor de psychopate trekken (Johnstone & Cooke, 2004; Neumann, et al., 2006). Vorige studies vonden goede interne consistentie en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid voor het instrument (Forth et al., 2003, in Bauer, Whitman, & Kosson, 2011) en een goede fit met het vier-factoren-model van psychopathie bij adolescenten (Neumann et al., 2006). Ook de bruikbaarheid en constructvaliditeit van de PCL-YV bij meisjes werd aangetoond (Bauer et al., 2011). Das, de Ruiter, Doreleijers en Hillege (2009) vonden ondersteuning voor zowel de volledige score als voor de vier factoren afzonderlijk voor de Nederlandstalige versie van de PCL-YV bij Nederlandse jongeren. Een ander vaak gebruikt instrument voor psychopathie bij jongeren is de Youth Psychopathic Traits Inventory (YPI; Andershed, Kerr, et al., 2002, in Declercq, Markey, Vandist, & Verhaeghe, 2009). Dit instrument volgt het drie-factoren-model en toont een goede fit. Het gaat om een zelfrapportage instrument met 50 items dat de persoonlijkheidstrekken van psychopathie in adolescenten uit de algemene populatie meet. Ook voor de bruikbaarheid van dit instrument in onderzoek werd ondersteuning gevonden (Seals, Sharp, Ha, & Michonski, 2012). Ondanks de heterogeniteit van het concept bij jongeren toont onderzoek aan dat zowel de PCL-YV en de YPI een hoge validiteit en aanvaardbare tot goede betrouwbaarheid hebben (Andershed et al., 2002, in Heinzen et al., 2011; Forth et al., 2003, in Heinzen et al., 2011). Bij de vergelijking van verschillende meetinstrumenten van psychopathie bij jongeren vonden Cauffman, Kimonis, Dmitrieva en Monahan (2009) echter slechts een matige overlap (rs = ). Ze wijzen dan ook op de gevaren van instrumenten bij beslissingen zowel op klinisch als wettelijk vlak. Skeem en Cooke (2010) wijzen er op dat het belangrijk is om meetinstrumenten voor psychopathie niet te verwarren met het construct dat ze dienen te meten. Hierbij vragen ze vooral aandacht voor de PCL-R en de rol die binnen dit instrument toegekend wordt aan antisociale gedragskenmerken die bijvoorbeeld amper aanwezig zijn bij de originele conceptualisatie van psychopathie door Cleckley (1988). 11

20 Negatief affect Negatief affect is een begrip dat net als psychopathie zeer ruim bekeken kan worden en verschillende facetten beslaat. Eigenlijk omvat het elke ervaring van onaangename gevoelens zoals verdriet, angst, woede en algemene onrust of stress (Hicks & Patrick, 2006). Een concept dat binnen onderzoek naar negatief affect vaak gebruikt wordt is Negative Emotionality of NEM. Deze term verwijst naar de neiging van een individu om aversieve affectieve toestanden te ervaren. Voorbeelden hiervan zijn nervositeit, bezorgdheid, angst, verdriet, schuld, irriteerbaarheid, woede en minachting (Buss & Plomin, 1984, in Hicks & Patrick, 2006; Watson & Clark, 1984, 1992, in Hicks & Patrick, 2006). Na grondige studie van dit domein maakte men uiteindelijk de opsplitsing in drie facetten: distress, angst en woede. Een instrument dat in vele studies gebruikt wordt voor het meten van emoties is de Positive en Negative Affect Scale (PANAS; Watson Clark, & Tellegen, 1988, in Gullhaugen & Nøttestad, 2012). Het is een valide en betrouwbaar zelfrapportage instrument. De vragenlijst gaat na in hoeverre de persoon bepaalde emoties ervaren heeft tijdens de laatste week en in het algemeen. Er worden 20 afzonderlijke emoties gescoord op een vijfpunt likertschaal die onder te verdelen zijn in een positieve en negatieve schaal. Voor zowel de schaal met positieve als negatieve emoties wordt een hoge interne consistentie gevonden (Gullhaugen & Nøttestad). Kinderen en jongeren ervaren in het algemeen meer negatief affect dan volwassenen. Vooral de adolescentie is een periode die gekenmerkt wordt door de ervaring van meer internaliserende problematieken en psychopathologie zoals angst en depressie (Lee et al., 2010). 12

21 Negatief Affect en Psychopathie: Een Systematische Review van de Literatuur Methode Voor het verzamelen van de literatuur werd gebruik gemaakt van Web of Science. Wanneer men psychopathy ingeeft als zoekterm, komen 3717 resultaten tevoorschijn. Als hier echter negative affect/emotion of depression aan toegevoegd wordt, zijn er plots veel minder resultaten (61, 82 en 141 artikels respectievelijk). De gevonden resultaten werden systematisch overlopen en enkel deze die geschikt en relevant waren voor de huidige studie werden uiteindelijk opgenomen. Zoals aangegeven door Willemsen en Verhaeghe (2012) zijn er bepaalde problemen bij onderzoek naar psychopathie en internaliserende problemen. Ten eerste gebruikt men het ervaren van onder andere angst en depressie vaak als exclusiecriteria voor psychopathie. Of in andere gevallen neemt men deze zaken slechts op als bijkomende variabele in het onderzoek (Willemsen & Verhaeghe). Om zoveel mogelijk relevante artikels te bekomen, werd gebruik gemaakt van zeer diverse zoektermen om het volledige onderwerp van psychopathie en negatief affect te kunnen vatten (bijvoorbeeld psychopathy, psychopathic traits, callous-unemotional traits gecombineerd met anxiety, fear, depression, negative affect of emotion, enz.). Er werd in het bijzonder aandacht getoond voor studies met jongeren omdat de steekproef van dit onderzoek uit jeugddelinquenten bestaat. Indien een artikel zeer nauw aansloot bij de doelgroep van deze studie werden de related records geraadpleegd om gelijkaardige studies te bekijken. Daarnaast werd ook gericht gezocht naar bijkomende info om bepaalde ideeën te ondersteunen. Inleiding Heel wat onderzoekers hebben zich al beziggehouden met de vraag naar de relatie tussen negatief affect en psychopathie. De resultaten zijn echter op zijn minst uiteenlopend en soms zelfs tegenstrijdig te noemen. Het probleem begint eigenlijk al bij het concept psychopathie zelf. 13

22 Zo kan je in de 16 karakteristieken die Cleckley (1988) uiteindelijk vooropstelde als kenmerkend voor een psychopaat, onder andere de afwezigheid van nervositeit en psychoneurotische manifestaties, een gebrek aan wroeging en schaamte en een algemene armoede aan grote affectieve reacties terugvinden. Hieruit zou men kunnen afleiden dat er een duidelijke negatieve relatie bestaat tussen psychopathie en negatief affect. Toch wordt deze relatie vaak niet of slechts zwak teruggevonden in onderzoek en soms wijzen de resultaten zelfs op een verband in de tegengestelde richting (Lynam & Gudonis, 2005). Ook bij onderzoek naar psychopate trekken bij jongeren wordt deze inconsistentie gerapporteerd. In bepaalde studies vindt men een duidelijke negatieve relatie tussen psychopate trekken en internaliserende problemen (Campbell, Porter, & Santor, 2004). In andere studies wordt een positief verband gevonden (Chabrol, Labeyrie, Rodgers, & Levenson, 2010). Het is dan ook onmogelijk om een eenduidig antwoord te formuleren op de vraag naar de werkelijke samenhang tussen psychopathie en negatief affect als gehele constructen. Daarom wordt eerst aandacht besteed aan de verschillende factoren die bij onderzoek aan de basis kunnen liggen van de diverse resultaten binnen dit domein. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur rond psychopathie en negatief affect en enkele concepten die zowel met psychopathie als negatief affect in verband worden gebracht. Inconsistente resultaten Steekproef Een belangrijk aspect van onderzoek dat een grote invloed leek te hebben op de resultaten, was de steekproef die in de verschillende studies onderzocht werd. De verschillen hangen voornamelijk samen met het geslacht van de steekproef, de leeftijd en of men al dan niet een forensische populatie bestudeert. Wat het geslacht betreft, zijn er ten eerste duidelijke verschillen te bemerken in de prevalentie van psychopathie en negatief affect. 14

23 Terwijl mannelijke participanten vaak hoger scoren op psychopathie (Miller et al., 2010; Miller, Watts, & Jones, 2011; Nyström & Mikkelsen, 2013; Sevecke, Lehmkuhl, & Krischer, 2009), hebben vrouwelijke proefpersonen meestal meer last van emotionele problemen (Pechorro et al., 2013). Verder is er nogal wat discussie over mogelijke geslachtsverschillen bij manifestaties van psychopathie en de relaties tot andere constructen (Cale & Lilienfeld, 2002). Miller et al. (2011) onderzochten dit specifiek door zowel te kijken naar het algemeen voorkomen van psychopate trekken bij jongens en meisjes, als naar verschillen in de patronen in de relaties tot andere constructen. Zij vonden dat hoewel jongens hoger scoorden bij zelfrapportage, er weinig verschillen waren in de relaties tot andere variabelen (Miller et al.). Toch worden er in ander onderzoek naar psychopathie en negatief affect wel verschillen gevonden in de relatie tot psychopathie afhankelijk van het geslacht. Zo vonden Sevecke et al. (2009) bij jongens een negatieve relatie tussen angstig en depressief gedrag en de affectieve dimensie van psychopathie. Maar bij meisjes was er een positief verband tussen zelfmoordneigingen en de antisociale en levensstijldimensie van psychopathie. O Leary, Loney en Eckel (2007) vonden ook dat enkel bij mannelijke studenten die hoog scoorden op psychopathie, er hormonale verschillen waren bij stresssituaties. Daarnaast hebben onderzoekers zich ook afgevraagd of de meetinstrumenten voor psychopate trekken wel op dezelfde manier en even goed werken voor vrouwen als voor mannen (Rogstad & Roger, 2008). Ten tweede worden er soms verschillende verbanden gevonden afhankelijk van de leeftijd van de steekproef. Lynam en Gudonis (2005) gaven in hun review aan dat men bij volwassenen geen of een negatief verband vindt tussen psychopathie en internaliserende problemen zoals stemmings- en angststoornissen. Bij jongeren vond Lynam (1997) echter kleine maar toch positieve correlaties tussen psychopate trekken en internaliserende psychopathologie, deze verdwenen wel na controle voor algemene psychopathologie. Maar ook Brandt et al. (1997) vonden positieve correlaties tussen internaliserende psychopathologie en psychopathie bij jongeren ( in Lynam en Gudonis, 2005). 15

24 Salekin et al. (2004) stelden dat jongeren met psychopate trekken misschien andere symptomen kunnen ervaren die oorspronkelijk niet onder het construct psychopathie zouden vallen. Zo vonden ze dat deze jongeren matige niveaus van depressie en aanpassingsproblemen ervaarden. Daarnaast vonden ze ook correlaties tussen psychopathie en middelenmisbruik, paniekstoornis, sociale fobie en scheidingsangst (Salekin et al.). Een derde factor die een rol lijkt te spelen, is het gebruik van een normatieve dan wel een forensische steekproef. Bij studenten vonden Chabrol et al. (2010) dat depressieve symptomen een positief verband toonden tegenover alle schalen van psychopathie en Lishner et. al (2012) vonden dat hogere scores op psychopate trekken bij studenten positief gecorreleerd waren met meer negatieve emoties zoals woede, angst en schaamte. Campbell et al. (2004) onderzochten echter een forensische groep adolescenten en konden geen verband terugvinden tussen scores op psychopate trekken en zelfgerapporteerde symptomen van depressie en angst. Ook Hale, Goldstein, Abramowitz, Calamari en Kosson (2004) vonden bij gevangenen geen evidentie dat psychopaten minder angst rapporteren op verschillende zelfrapportage vragenlijsten. Methodevariantie Naast de gekozen steekproef blijkt methodevariantie een invloed te hebben op de sterkte van de gevonden verbanden (Blonigen et al., 2010; Lee et al., 2010). Vooral bij zelfrapportage vindt men inconsistente resultaten terug (Kroner, Forth, & Mills, 2005). Willemsen en Verhaeghe (2012) vonden verschillen terug in de relatie tussen internaliserende problemen en psychopathie afhankelijk van de manier waarop men internaliserende psychopathologie operationaliseerde. Metingen die gebruik maakten van interviews bleken veel sterkere relaties weer te geven dan metingen op basis van vragenlijsten. Het verschil in methoden zou volgens deze onderzoekers te maken kunnen hebben met het feit dat vragenlijsten vaker algemene onrust meten in plaats van specifieke symptomen (Willemsen & Verhaeghe, 2011). In hun onderzoek naar psychopathie en angst bij jeugddelinquenten vonden ook Kubak en Salekin (2009) verschillende resultaten met zelfrapportage vragenlijsten in vergelijking met een semigestructureerd interview. 16

25 Onderzoekers hebben verder al gepleit voor het gebruik van meerdere informanten bij onderzoek waar personen die hoog scoren op psychopate trekken bestudeerd worden. In een studie naar persoonlijkheidstrekken bij psychopaten stelden Jackson en Richards: Given the unique characteristics associated with psychopathy, it may be unrealistic to expect individuals with these traits to provide rich, complex and accurate characterizations of their personality traits. A comprehensive picture of the psychopath may only be achieved through a multiperspective approach, with individuals and expert observers both contributing to the description. (2007, p. 1719) Hun onderzoek gaf evidentie voor een hindernis bij psychopaten om objectief te rapporteren over hun emoties of persoonlijkheid (Jackson & Richards, 2007). Toch bestaat hier discussie over. Kroner et al. (2005) vonden in onderzoek bij volwassen gevangenen dat psychopaten wel in staat waren affectieve zaken te beschrijven en rapporteren. En ook Willemsen en Verhaeghe (2012) vonden geen effect van psychopate persoonlijkheidstrekken op de scores bij vragenlijsten. Seals et al. (2012) maakten gebruik van meerdere informanten om de relatie tussen psychopathie en verschillende zaken na te gaan. Hierbij namen ze de Youth Psychopathic traits Inventory (YPI, Andershed, Kerr, Stattin, et al., 2002) af van schoolgaande jongens en lieten ze de Child Behavior Checklist (CBCL, Achenbach, 1991) invullen door de ouders. Alle schalen en de totaalscore van psychopathie waren positief gecorreleerd met somatische klachten maar de meeste facetten toonden geen correlatie met internaliserende symptomen en de affectieve factor van de YPI toonde een negatieve correlatie met de angst/depressie-schaal van de CBCL (Seals et al. 2012). Bij psychofysiologische metingen vindt men wel verminderde signalen voor stress, angst of emotie bij personen die hoger scoren op psychopate trekken. Bare, Hopko en Armento (2004) rapporteerden minder fysiologische tekenen van angst bij meer psychopate trekken en deze bevindingen werden ook bij jongeren gerepliceerd (Marsh et al., 2011). Mannelijke studenten met hogere scores voor psychopathie hadden geen verhoogd niveau van het stresshormoon cortisol in een stressgeïnduceerde situatie en psychopaten vertoonden ook minder elektrodermale respons bij het zien van emotionele beelden, zoals een huilend kind, in vergelijking met een controlegroep (Herpertz et al., 2001; O Leary et al., 2007). 17

26 Omdat de term psychopathie steeds vaker bij jongeren gebruikt wordt, onderzochten Cauffman, Kimonis, Dmitrieva en Monahan (2009) de predictieve waarde van 3 instrumenten voor de vaststelling van psychopathie bij jongeren voor het voorspellen van recidivisme. Hiervoor vergeleken ze scores op de Psychopathy Checklist-Youth Version (PCL-YV, Forth, Kosson, & Hare, 2003), de YPI (Andershed, Kerr, Stattin, & Levander, 2002) en een meting van psychopathie gebaseerd op een persoonlijkheidsvragenlijst. Ze vonden in hun steekproef van mannelijke jeugddelinquenten maar een matige overlap tussen de drie metingen. Een jongere kon dus door 1 meting als psychopathisch gelabeld worden en door een andere niet. Ook de correlaties met recidivisme waren zwak. De auteurs wijzen erop dat het gebruik van enkel deze metingen dus afgeraden is voor zowel klinische als wettelijke beslissingen (Cauffmann et al., 2009). Conceptualisering van de begrippen psychopathie en negatief affect Een derde probleem dat aan de grondslag kan liggen van de tegenstrijdige resultaten in onderzoek naar psychopathie, is de heterogeniteit van het construct psychopathie (Brinkley et al., 2004). Hoewel het ontbreken van de ervaring van negatief affect vaak als onderdeel van psychopathie gezien wordt (Cleckley, 1988), hangt de tweede factor van psychopathie in de omschrijving van Hare (2003) wel samen met negatieve emotionaliteit (in Miller et. al, 2010). Over het construct psychopathie zelf is er ook geen overeenstemming tussen onderzoekers. Velen zijn het oneens of deviant gedrag een onderdeel is van het construct op zich, of dat het een gevolg is van de persoonlijkheidsfacetten van psychopathie (Hare & Neumann, 2010; Skeem & Cooke, 2010). Het is dus niet zo vreemd dat er verschillende relaties tot negatief affect teruggevonden worden afhankelijk van de facetten, varianten en conceptualiseringen van psychopathie die gehanteerd en bestudeerd worden. Er worden om te beginnen verschillende verbanden gevonden afhankelijk van de variant van psychopathie die men meet, primair of secundair. Primaire psychopaten blijken minder negatieve en meer positieve emoties te ervaren, terwijl secundaire psychopaten meer negatieve emoties ervaren en minder interesse en aandacht vertonen (Del Gaizo & Falkenbach, 2008). 18

27 De twee varianten van psychopathie worden zoals eerder vermeld ook bij delinquente adolescenten teruggevonden. In een studie van Kimonis et al. (2011) rapporteerde de secundaire variant vaker misbruik in de kindertijd, uitgesproken manifestaties van depressie, vijandigheid en algemene psychologische distress. Toch zijn er ook studies die een minder duidelijk onderscheid terugvinden bij jongeren. Lee et al. (2010) gaven aan dat het mogelijks moeilijker is om de twee types terug te vinden bij jongeren door meer comorbiditeit op het vlak van angst op jongere leeftijd. Deze angst kan volgens hen te maken hebben met de normale ontwikkeling of het feit dat de jongeren in hun studie in een gesloten instelling zaten. De verschillen tussen primaire en secundaire psychopaten uiten zich niet alleen in de relatie tot negatief affect en internaliserende problemen maar ook in hun emotionele verwerking. Kimonis et al., (2012) vonden in een groep van adolescente, mannelijke overtreders dat zij die hoog scoorden op primaire of secundaire psychopate trekken van elkaar verschilden in de manier waarop emotionele stimuli verwerkt werden. Zo toonde de secundaire variant meer aandacht voor verontrustende emotionele stimuli. Dit vormt enige evidentie dat enkel de primaire variant emotionele deficieten vertoont (Kimonis et al.). Verder zijn de resultaten afhankelijk van hoe men de relaties tot de verschillende facetten van psychopathie bekijkt, op zijn geheel of voor elke factor afzonderlijk (Kubak & Salekin, 2009). Miller et al. (2010) vonden bij een niet-klinische studentenpopulatie dat er een positieve correlatie was voor factor 2 (antisociaal gedrag en levensstijl) en negatief affect, terwijl voor factor 1 (interpersoonlijke en affectieve factor) enkel nulcorrelaties of zeer kleine positieve verbanden teruggevonden werden ten aanzien van internaliserende psychopathologie. Andere onderzoekers rapporteerden een positieve relatie tussen factor 2 en neuroticisme (Lynam & Derefinko, 2006, in Miller et al., 2010). Ook het narcistische aspect van psychopathie blijkt positief gerelateerd te zijn aan internaliserende problemen (Barry & Malkin, 2010). Willemsen et al. (2011) vonden bij gevangenen echter een sterk negatief verband tussen zowel het interpersoonlijke, het affectieve en het levensstijl-facet van psychopathie en depressie. 19

28 Om de tegenstrijdige resultaten te kunnen verklaren zijn enkele studies nagegaan of er in de relatie tot internaliserende psychopathologie sprake was van suppressor-effecten. Hierbij vragen ze zich af of de afzonderlijke relaties tussen de factoren van psychopathie en negatief affect elkaar onderdrukken waardoor men nulcorrelaties vindt bij het beschouwen van psychopathie als één geheel. In de studie van Blonigen et al. (2010) werd evidentie gevonden voor zo n suppressor-effect. Zij toonden aan dat de relaties tussen internaliserende problemen en de twee factoren van psychopathie tegengesteld zijn aan elkaar. Terwijl er sprake is van een negatieve relatie ten opzichte van de affectief/interpersoonlijke factor, is het verband met de antisociale factor positief. Uit hun onderzoek leidden ze af dat de affectief/interpersoonlijke factor echter geen volledige weerstand tegen internaliserende symptomen weerspiegelt (Blonigen et al.). Om met deze moeilijkheden om te gaan wordt gepleit om psychopathie niet als 1 factor op te nemen in analyses maar om de metingen van de verschillende factoren afzonderlijk op te nemen (Blonigen et al., 2010; Kroner et al., 2005; Willemsen & Verhaeghe, 2012). Naast psychopathie is ook negatief affect of negatieve emotionaliteit een construct met multiple facetten. Hicks en Patrick (2006) hebben daarom in hun onderzoek beide constructen opgesplitst om de relaties tussen de afzonderlijke factoren na te gaan. Zij vonden voor zowel distress als angst een suppressor-effect waarbij de verbanden in tegengestelde richting gingen voor beide factoren van psychopathie. Voor woede/vijandigheid veranderde een significant positief verband met factor 1 naar een niet significant negatief verband wanneer beide factoren samen opgenomen werden in het model. Uiteindelijk was predictie beter voor alle facetten van negatieve emotionaliteit als de twee factoren van de PCL-R afzonderlijk bekeken werden (Hicks & Patrick, 2006). Psychopathie en de ervaring van emoties, empathie en negatief affect Om na te gaan wat precies de verbanden zijn tussen psychopate trekken en de verschillende vormen van negatief affect, is het belangrijk om aandacht te hebben voor de manier waarop emoties in het algemeen en negatief affect in het bijzonder bij deze personen verwerkt, gereguleerd en ervaren worden. 20

29 Vaak wordt gesteld dat mensen die hoog scoren op psychopathie ondergevoelig zijn voor emotioneel materiaal (Hare, 2003, in Snowden, Craig, & Gray, 2013). Cleckley (1976, p. 259) schreef over angst en psychopathie: It is doubtful if in the whole of medicine any other two reactions stand out in clear contrast (in Kubak & Salekin, 2009). Er is binnen het onderzoeksdomein rond psychopathie al heel wat aandacht besteed aan de emotionele verwerking, mogelijkheid voor het ervaren van empathie en emotieregulatiestrategieën bij individuen met psychopate trekken. Emotieverwerking Er is evidentie dat psychopaten emoties op een andere manier verwerken. Harenski et al. (2009) bestudeerden de hersenactiviteit van vrouwen uit een normatieve populatie aan de hand van een fmri-onderzoek. Ze vonden bij verhoogde psychopate trekken een verminderde activiteit van de amygdala bij onaangename beelden, wat samenhangt met deficiënte affectiviteit. Gordon, Baird en End (2004) vonden bij mannelijke studenten dat de personen die hoog scoorden op psychopathie verschillen in neurale activiteit vertoonden bij taken waar affectieve verwerking voor nodig was (zoals het indrukken van een knop bij gezichten die eenzelfde emotionele uitdrukking hadden als een voorbeeldgezicht). Anderen toonden aan dat de verwerking van negatief affect echter niet ontbreekt bij psychopaten maar dat het eerder op een alternatieve manier gebeurt (Kroner et al., 2005). Verder zijn er studies die aantonen dat er sprake is van een deficiënte verwerking van negatieve, emotionele woorden en ook voor verschillen in het emotionele geheugen werd evidentie gevonden (Ragbeer & Burnette, 2013; Verona, Sprague, & Sadeh, 2012). In ander onderzoek bestudeerde men mogelijke verschillen in emotionele verwerking afhankelijk van geslacht en vond men dat enkel mannen met psychopate trekken slechter presteerden op taken bij de detectie en herkenning van angstige gezichtsuitdrukkingen (Snowden et al., 2013). Verder is ook bij jongeren en kinderen de relatie tussen de emotionele verwerking van verontrustende stimuli en psychopate trekken onderzocht. 21

30 Belangrijk bij resultaten hieromtrent is dat er wel een relatie gevonden werd tussen verminderde responsiviteit en psychopate trekken, maar dat dit verband enkel opging voor kinderen en jongeren die hoog scoorden op metingen van agressie en blootstelling aan geweld in hun gemeenschap (Kimonis, Frick, Fazekas, & Loney, 2006; Kimonis, Frick, Munoz, & Aucoin, 2008). Dit sluit aan bij de theorie dat psychopate trekken mogelijks ontstaan als verdediging tegen trauma en negatieve levensgebeurtenissen. Deze theorie wordt verder in dit hoofdstuk nog toegelicht. Heinzen et al. (2011) gingen het verband na tussen psychopathie en strategieën van emotieregulatie bij jeugddelinquenten. Aangezien efficiënte emotieregulatie betekent dat men in staat is goed met negatieve emoties om te kunnen en dat men over psychopaten stelt dat ze nauwelijks of geen negatieve emoties ervaren, verwachtte men dat participanten die hoog scoren op psychopate trekken een adaptieve manier van emotieregulatie vertonen. Ze vonden echter een positieve relatie tussen psychopathie en maladaptieve strategieën van emotieregulatie. Toch was er geen verband tussen psychopathie en emotionele symptomen, wat bij maladaptieve strategieën normaal wel het geval is (Heinzen et al., 2011). Ook dit wijst op de mogelijke adaptieve functie van psychopate trekken. Empathie Aangezien psychopaten volgens de visie van Cleckley (1988) gebrekkige emotionele reacties tonen en niet responsief zijn in interpersoonlijke relaties, is de vraag gesteld of psychopaten in staat zijn tot empathie. Lishner et. al (2012) onderzochten zowel studenten als een forensische steekproef in een experimentele studie naar de relatie tussen affectieve empathie en psychopathie. Hierbij werden proefpersonen gevraagd om zowel beelden als verhalen te rangschikken volgens persoonlijke voorkeur. Ondertussen werd ook een vragenlijst afgenomen over hun gevoelens op dat moment omdat dit zogezegd invloed kon hebben op hun voorkeur voor bepaalde beelden of verhalen. Eigenlijk werd deze vragenlijst gebruikt om empathie te meten met de gevoelens die bij de beelden en de verhalen aan bod kwamen. In tegenstelling tot de negatieve relatie die men verwachtte, werd hier geen bewijs gevonden voor een gehinderde affectieve empathie (Lishner et al.). 22

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar

Running head: INTERCULTURELE GENERALISEERBAARHEID VAN DE YPI. Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar 1 Het drie factormodel van de YPI: in hoeverre kan deze gegeneraliseerd worden naar Marokkaanse adolescenten? Willemien G. Braber Universiteit Leiden 2 Abstract Background: Until now research has concentrated

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W.

Masterscriptie. Clinical Child and Adolescent Studies. Willemijn Valstar, s augustus Eerste lezer: Mw. W. Psychopathische trekken en internaliserend en externaliserend probleemgedrag: Verschillen en overeenkomsten tussen jongens en meisjes in de adolescentie Masterscriptie Clinical Child and Adolescent Studies

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoekscentrum Klinische Psychologie PSYCHOPATHIE IN TERMEN VAN PERSOONLIJKHEID Een onderzoek bij adolescenten Masterproef

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie

De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie De Rol van PTSS in de Ontwikkeling van Psychopathie Laurens Adam Studentnummer: 6080367 Begeleider: B. J. Verschuere Datum: 14 06 2013 Aantal woorden: 5.979 + 118 1 Inhoudsopgave 1. Abstract 3 2. De Rol

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Diagnostische bronnen

Diagnostische bronnen Diagnostische bronnen Testinformatie MMPI-2 Observatie Testattitude Validiteit Inhoudschalen Empirische schalen HL-schalen, suppl. Schalen Kritieke items Klinische informatie Anamnese Biografie Somatiek

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE.

Academiejaar Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHIE EN RECIDIVE BIJ JONGE DELINQUENTEN: EEN EMPIRISCHE STUDIE. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische steekproef van mannelijke subjecten.

Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische steekproef van mannelijke subjecten. FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 2008 2009 Eerste Examenperiode Psychopate trekken en negatief affect: een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij een niet-klinische

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling

Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling Psychiatrische stoornissen en psychopathie bij jongeren in een gesloten instelling Een onderzoek naar de prevalentie van psychopathologie en psychopathie en de relatie hiertussen. Laurie Kuijpers (0451886)

Nadere informatie

Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie. Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie,

Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie. Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie, De invloed van omgevingsfactoren op de kans op de ontwikkeling van psychopathie Eindscriptie bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische en Ontwikkelingspsychologie,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld De Psychische Klachten en Zorgbehoeften van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers die in Nederland Verblijven, zijn de geestelijke gezondheid en de behoeften

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 08 Eerste Examenperiode DE PSYCHOFYSIOLOGIE VAN PSYCHOPATHIE: DE RELATIE TUSSEN ANTISOCIAAL GEDRAG EN HARTSLAG IN RUST Scriptie neergelegd

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Harteloos of ongeremd?

Harteloos of ongeremd? Harteloos of ongeremd? Juliette van Gent 27-06-2014 Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 10014020 Begeleider: Hans Phaf Aantal woorden: 5147 Aantal woorden abstract: 125 Inhoudsopgave Abstract...

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden Angst en depressie Multistage assessment Denise Bodden Indeling Hoe vaak komt angst en depressie voor? Onderdiagnostiek? Signalering Waar? Waneer? Wie? Hoe? Multi-stage assessment Hoe vaak komt angst en

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie