Regionaal crisisplan deel II

Transcriptie

1 Regionaal crisisplan deel II

2 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 Hoofdstuk 2 Leiding en coordinatie Bevolkingszorg Proces Publieke zorg Deelproces opvang Deelproces voorzien in primaire levensbehoeften Proces verplaatsen van mens en dier Proces Omgevingszorg Deelproces milieubeheer Deelproces ruimtebeheer Deelproces bouwbeheer Proces Informatie Proces Registratie Deelprocessen registratie slachtoffers en verwanteninformatie Deelproces registratie schade Proces Ondersteuning Deelproces bestuursondersteuning Deelproces preparatie nafase Deelproces facilitaire ondersteuning Procedure alarmering bevolkingszorg Politiezorg Proces Ordehandhaving Deelproces crowdmanagement Deelproces Crowdcontrol Deelproces Riotcontrol Proces Opsporing Deelproces grootschalige opsporing Deelproces bijzondere opsporing Deelproces arrestantenafhandeling Deelproces explosievenverkenning/cbrne-onderzoek Deelproces Politioneel onderhandelen Deelproces specialistische observatie Deelproces specialistische recherchetoepassingen Pagina 2 van 115 Versie juli 2014

3 4.2.8 Deelproces specialistische forensische opsporing Deelproces Aanhouden en ondersteunen Proces Mobiliteit Deelproces Dynamisch verkeersmanagement (onder andere begidsen) Deelproces Statisch verkeersmanagement (onder andere afzettingen) Deelproces Verkeershandhaving en opsporing Proces Bewaken en Beveiligen Deelproces Bewaken en Beveiligen van personen, objecten, diensten en plaatsen Proces interventie Deelproces Arrestatieteam Deelproces Observatieteam Deelproces DSI (Dienst Speciale Interventie) Proces Informatie Intelligence Handhaven Netwerken Proces Ondersteuning Brandweerzorg Proces Brand en Ongevalsbestrijding Proces Meetplanorganisatie(MPO) en waarschuwen bevolking Proces Acute gezondheidszorg Deelproces triage Deelproces behandelen Deelproces vervoer Proces publieke gezondheidszorg Deelproces Psychosociale Hulpverlening Deelproces infectieziektebestrijding Deelproces medische milieukunde Deelproces gezondheidsonderzoek Proces Communicatie Deelproces analyse en advies Deelproces pers- en publieksvoorlichting Informatiemanagement Beelden in de crisisorganisatie Situatiebeeld Pagina 3 van 115 Versie juli 2014

4 8.3 Meldkamerbeeld COPI Beeld ROT Beeld BT Beeld Monobeelden Grafische beeldvorming van het incident Pagina 4 van 115 Versie juli 2014

5 Hoofdstuk 1 Inleiding Vanuit de regelgeving zijn eisen geformuleerd ten aanzien van het regionaal crisisplan. De regelgeving betreffen vooral de opbouw en samenstelling van een functiestructuur en richt zich daarmee op vraag: wie wat doet. Dit is beschreven in deel I van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente. Het Algemeen Bestuur heeft op december 2012 ingestemd met het eerste deel. Wie, wie informeert is hiermee nog niet duidelijk. In deel II van het regionaal crisisplan zijn schema s opgenomen. Met deze schema s wordt inzichtelijk gemaakt hoe een aantal crisisbeheersingsprocessen verloopt en uit welke stappen de processen op hoofdlijnen bestaan. Per proces wordt in kaart gebracht: Wie informeert wie? Met welke input? Met welke output? De processen laten zien welke stappen doorlopen worden ter voorbereiding op of ten tijde van een crisis. Organisaties die met crisisbeheersing te maken hebben kunnen hierop anticiperen door ervoor te zorgen dat de planvorming (zoals opvanglocaties) en capaciteiten (zoals kennis en kunde) aanwezig zijn om deze processen uit te kunnen voeren. Doel Regionaal crisisplan II Deel II van het Regionaal Crisisplan (RCP) van Veiligheidsregio Twente heeft als doel het vastleggen van de samenhang tussen de werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden bij zowel de besturende (leiding en coördinatie) als de primaire en ondersteunende processen, inclusief de daarvoor benodigde informatie. Uitgangspunten Generiek proces leiding en coördinatie De opvatting dat de betrokken (hulp)diensten en organisaties in tijden van rampen en crises over het algemeen hun reguliere kerntaken uitvoeren in een opgeschaalde situatie is ook hier aangehouden. In die zin meer van hetzelfde in een dreigende, urgente en onzekere situatie. Om die reden focust het regionaal crisisplan van Veiligheidsregio Twente zich op het sturen (leiding en coördinatie) c.q. faciliteren van deze professionals in die situaties. Uitgegaan wordt van drie niveaus van sturing: strategisch, tactisch en operationeel. Het RCP focust zich op het stuurproces: leidinggeven en coördineren, waaronder begrepen informatiemanagement (sturen op informatie) en ondersteuningsmanagement (sturen op de personele voorzieningen en Facilitaire voorzieningen). Er wordt uitgegaan van een generiek proces leiding en coördinatie. Hiermee wordt bedoeld dat leiding en coördinatie in alle (opgeschaalde) situaties geldig moet zijn: strategisch, tactisch en operationeel. Leiding en coördinatie komt in alle opgeschaalde situaties voor. Bij de toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn uiteraard verschillen per opschalingsituatie; het proces blijft echter gelijk. Pagina 5 van 115 Versie juli 2014

6 Het proces leiding en coördinatie wordt naar aanleiding van de opgedane ervaringen uit de oefenreeks uitgewerkt. De processen informatiemanagement en ondersteuningsmanagement worden uitgewerkt op basis van de doctrine netcentrische werkwijze en landelijke modellen. Het proces leiding en coördinatie richt zich vervolgens op de volgende primaire (uitvoerende) en ondersteunende processen): Brandweerzorg Brand- en ongevalbestrijding Meetplan organisatie en waarschuwen bevolking Geneeskundige zorg Acute Gezondheidszorg Publieke gezondheidszorg Politiezorg Ordehandhaving Opsporing Mobiliteit Bewaken en beveiligen Interventie Bevolkingszorg Publieke zorg Omgevingszorg Registratie Communicatie Analyse en advies Pers- en publieksvoorlichting Ondersteunend proces per kolom Informatieproces per kolom Informatiemanagement (multi) Netcentrische werkwijze Uitgangspunt is ook dat het informatiemanagement proces is ingericht op basis van de principes van het concept Netcentrische Werkwijze (zie het nieuwe werken tijdens een crisis ). Hierin staat de organisatie en de rollen van de diverse informatiemanagement-functies beschreven, conform de Wet op de Veiligheidsregio s. Dit betekent dat er steeds een gedeeld, actueel en operationeel beeld is. Dit als basis voor de start van iedere vergadering. Het actueel houden en delen van de relevante informatie is een continue proces. GRIP-fasen Bij het uitwerken van de vraag Wie informeert wie? is ervoor gekozen om een koppeling te maken naar de GRIP-fasen als aanduiding van de mate van de op dat moment aanwezige coördinatieniveau. Opdrachten/verzoeken/producten worden vaak per coördinatieniveau door andere actoren gemaakt en afgenomen, wat weergegeven wordt aan de hand van de zeven GRIP-fasen. Hiermee wordt ook de herkenbaarheid naar de dagelijkse praktijk vergroot. Het gaat bij het gebruik van GRIP om de opschalingfase. Monodisciplinair kunnen de hulpdiensten opschalen voor de vulling van de verschillende teams (conform knoppenmodel). Pagina 6 van 115 Versie juli 2014

7 Systematiek De systematiek van beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen (BOB) is gehanteerd, omdat deze aansluit bij andere ontwikkelingen binnen het domein rampenbestrijding en crisisbeheersing. Met de termen beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen worden in de praktijk vaak vergadermomenten aangeduid. In dit document gaat het niet om de vorm (vergaderen) maar wel om de functie van deze werkwoorden. In die zin hoeft bijvoorbeeld beeldvorming niet (geheel) in een bijeenkomst plaats te vinden. In combinatie met netcentrisch werken (een altijd actueel beeld) kan iedere betrokkene geïnformeerd zijn, waarbij in een vergadering in de beeldvormingsfase dan nog slechts vastgesteld hoeft te worden of de leden ook eenzelfde interpretatie heeft van de situatie. Daarmee komt er meer tijd en ruimte voor oordeelsvorming, hetgeen kan leiden tot efficiëntere en effectievere besluitvorming. Leeswijzer Hoofdstuk 2 is gereserveerd voor het sturende proces leidinggeven en coördineren, inclusief de processen informatiemanagement en ondersteuningsmanagement. In de hoofdstukken 3 tot en met 7 zijn de processen en producten beschreven van de primaire en ondersteunende processen bevolkingszorg, brandweerzorg, politiezorg, geneeskundige zorg en communicatie. In hoofdstuk 8 is het multidisciplinaire proces informatiemanagement beschreven. Op veiligheidsnet is de uitwerking van de producten te vinden, zoals checklists en taakkaarten per functionaris. Pagina 7 van 115 Versie juli 2014

8 Hoofdstuk 2 Leiding en coordinatie Wordt nog uitgewerkt. Pagina 8 van 115 Versie juli 2014

9 3. Bevolkingszorg De bevolkingszorg processen bestaan uit publieke zorg en omgevingszorg. De ondersteunende processen zijn informatie, registratie en ondersteuning. In het regionaal crisisplan, deel I, staat een algemene beschrijving van de processen. In deze paragraaf wordt aan de hand van een procesbeschrijving duidelijk wat bereikt moet worden, wie tot de doelgroep behoort en welke randvoorwaarden er per deelproces zijn. Daarnaast worden hulpmiddelen en informatieproducten benoemd. Hulpmiddelen zijn ondersteunende documenten en faciliteiten die in de koude fase voorbereid zijn om de activiteit te kunnen uitvoeren. zijn producten die in de warme fase van een calamiteit worden gecreëerd. Inputinformatieproducten zijn afkomstig vanuit een ander proces of vanuit een andere procesfase/activiteit. Outputinformatieproducten kunnen als input voor andere processen of procesfasen/activiteiten gebruikt worden. Op deze wijze wordt inzichtelijk wie de opdrachten uitvoert en de taak oppakt en welke producten het proces oplevert. De procedure alarmering bevolkingszorg is uitgewerkt in de bijlage. Algemene randvoorwaarden processen bevolkingszorg: - De Veiligheidsregio Twente heeft (alarmerings)afspraken met functionarissen binnen bevolkingszorg. Voor de OvD-BZ en AC BZ gelden bereikbaarheids- en beschikbaarheidsafspraken. - De Veiligheidsregio Twente heeft afspraken met externe partijen voor uitvoering van de processen bevolkingszorg. - De Veiligheidsregio Twente heeft afspraken gemaakt over bevoegdheden ten aanzien van capaciteitsinzet en budget van minimaal het hoofd taakorganisatie en de teamleider van het betreffende proces. - De Veiligheidsregio Twente beschikt over een bestuurlijk gemandateerde handelingsvrijheid voor mensen, middelen en producten van de sectie Bevolkingszorg (Mandaatregeling Bevolkingszorg) - Voor de Algemeen Commandant bevolkingszorg (AC BZ), officier van dienst bevolkingszorg (OvD-BZ), hoofden en teamleden is mandaatregeling opgesteld voor de uitvoering van de organisatie bevolkingszorg. - De Veiligheidsregio Twente draagt zorg voor het vakbekwaam zijn, worden en blijven van de sectie Bevolkingszorg. - De functionarissen binnen de Veiligheidsregio Twente hebben toegang tot de daartoe (in eerste instantie) benodigde voorbereide locaties, zoals het RCC en het GCC en (ICT-)faciliteiten. - De medewerkers van het proces beschikken over de specifieke competenties, die hen in staat stellen hun rol naar behoren uit te voeren. - Er is een regionale pool van informatiecoördinatoren. Per proces worden, vanuit deze pool, twee informatiecoördinatoren gekoppeld. Specifieke randvoorwaarden staan beschreven in de uitwerking van elk proces binnen bevolkingszorg. Pagina 9 van 115 Versie juli 2014

10 3.1 Proces Publieke zorg Publieke zorg bestaat uit de volgende deelprocessen: opvang, voorzien in primaire levensbehoeften en de verplaatsing van mens en dier. Verantwoordelijk voor de uitvoering is het hoofd publieke zorg. Het hoofd publieke zorg draagt zorg voor de voorbereiding op de processen opvang, voorzien in primaire levensbehoeften en verplaatsing van mens en dier en geeft leiding aan de taakorganisatie publieke zorg. Verantwoordelijk voor de uitvoering van de genoemde deelprocessen is de teamleider opvang Deelproces opvang Hoofd publieke zorg Teamleider Opvang Verantwoordelijk voor de uitvoering van de processen opvang, voorzien in primaire levensbehoefte en verplaatsing van mens en dier is de teamleider opvang. Binnen het team opvang kunnen de volgende functies worden bekleed: - Teamlid opvang - Informatiecoördinator - Hoofd opvanglocatie Lokale medewerkers, zoals een assistent opvanglocatie Medewerkers NRK Doel Bereiken dat verminderd zelfredzamen tijdelijk 1 opgevangen kunnen worden. Doelgroep Verminderd zelfredzame burgers Dieren (veelal draagt de agrarische sector zelf zorg voor de opvang van dieren) 1 Tijdelijk dient te worden begrepen als een acuut ontstane opvangsituatie, die niet bedoeld is om langer te duren dan strikt noodzakelijk. Zodra een verblijf beschikbaar is dat meer is toegesneden op de individuele noden en behoeften (waaronder terugkeer naar het eigen woonadres of vervangende woonruimte) wordt de opvang beëindigd. In het algemeen wordt gestreefd naar een maximale opvang voor de duur van 72 uur, doch dit kan per incident verschillen Pagina 10 van 115 Versie juli 2014

11 Randvoorwaarden Afbakening: eerste opvang bij acute ontruiming komt doorgaans voor rekening van hulpdiensten (bijv. politie); snelle overname door proces opvang is gewenst, i.v.m. andere prioriteiten hulpdiensten. Prestatie-eisen Zelfredzamen 1. Zelfredzame betrokkenen worden gestimuleerd of waar nodig gefaciliteerd bij het zelfstandig voorzien in hun opvang en verzorging. Door middel van publieksinformatie (het geven van handelingsperspectieven op basis van feitelijke informatie) stimuleren dat mensen zelfstandig de plaats van het incident verlaten en zelf tijdelijk opvang te zoeken bij familie of vrienden. Zo nodig te faciliteren door middel van het beschikbaar stellen van communicatiemiddelen (mobiele telefoons, internet) zodat betrokkenen zelf contact kan opnemen. 2. Daar waar mogelijk wordt aangesloten bij de maatregelen die door redzame omstanders zijn geïnitieerd. Indien de opvang voldoet sluit de gemeente hier bij aan. Verminderd zelfredzamen 3. Passende opvang en verzorging wordt uiterlijk 3 uur na aanvang van het incident geleverd. Dat wil zeggen dat ten minste onderdak, drinken en voedsel, sanitaire voorzieningen en toegang tot informatie en indien aan de orde een slaapplaats of EHBO is georganiseerd. Hulpverleners maken eerst gebruik van de spontane opvang. 4. Binnen 3 uur wordt een opvanglocatie/ passende opvang en verzorging georganiseerd voor deze doelgroep. Ten aanzien van de locaties kan gebruik gemaakt worden van de 30 opvanglocaties die regionaal in beeld zijn gebracht. 5. Er wordt opvang en verzorging geregeld of georganiseerd die past bij de capaciteit van maximaal 10% van de betrokkenen met een absoluut maximum van 200 personen. 10% van de betrokkenen dient tijdelijk worden opgevangen. Indien er meer dan 200 personen voor een langere duur moeten worden opvangen wordt gebruik gemaakt van de regionale lijst van opvanglocaties. 6. Er wordt, indien aan de orde, tijdelijke huisvesting geregeld. Het gaat hierbij om de mensen waarvan duidelijk is dat ze niet terug kunnen keren naar hun woning en ook niet ondergebracht kunnen worden bij familie/vrienden. Streeftijd is binnen 48 uur. 7. Daar waar nodig en mogelijk worden redzame burgers in staat gesteld om een bijdrage te leveren bij de opvang en verzorging. Voorbereiden opvang De OvD-Bz bereidt aan de hand van de inzetopdracht opvang de opvang voor. De situatie ter plaatse vraagt om opvang van (verminderd zelfredzame) mensen (en dieren). De Ovd-Bz vormt zich een beeld van de aard en omvang van het incident en de behoefte aan opvang aan de hand van de inzetopdracht opvang, het situatie beeld en het bevolkingszorgbeeld. De OvD-Bz analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop de opvang gerealiseerd kan worden. Is de spontane opvang voldoende adequaat voor mens en dier? Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan opvang. Hij maakt gebruik van de afspraken met het NRK en de lijst met locaties en middelen, die al in de koude fase zijn gemaakt. De OvD-BZ alarmeert de teamleider opvang of vraagt, via de AC BZ, aan het Hoofd Publieke zorg om dit te doen. De teamleider verzorgt de verdere uitvoering van het proces opvang. Pagina 11 van 115 Versie juli 2014

12 Input Van wie Naar wie Inzetopdracht De situatie/copi OvD-Bz Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd OvD-Bz informatie Output Van wie Naar wie Inzetplan OvD-Bz - AC BZ - Teamleider opvang medewerkers opvang Teamleider opvang NRK Hoofd opvanglocatie team opvang Hoofd publieke zorg Teamleider opvang Uitvoeren opvang Het team opvanglocatie voert de opvang uit, onder leiding van het hoofd opvanglocatie. Op basis van het inzetplan en alarmering kan worden gestart met de uitvoering van het proces. Het hoofd opvanglocatie ontvangt van de teamleider opvang de opdracht om de opvanglocatie open te stellen (indien er geen sprake is van spontane opvang), te bemensen en in te richten. Het hoofd opvanglocatie maakt hierbij gebruik van de medewerkers van het NRK, en maakt gebruik van checklists en vragenlijsten die in de preparatiefase tot stand zijn gekomen. Afhankelijk van aard en omvang van het incident en van het aantal (verwachte) verminderd zelfredzamen in de opvanglocatie, bepaalt het hoofd opvanglocatie de indeling en structuur van het team opvang. Wanneer de opvanglocatie gereed is, meldt het hoofd opvanglocatie dit onmiddellijk aan de teamleider opvang en/of de OvD-Bz. Komt het hoofd opvanglocatie tot de conclusie dat bepaalde voorzieningen of faciliteiten, die niet aanwezig zijn in de opvanglocatie, op korte of langere termijn nodig zijn, dan dient hij een verzoek hiertoe in bij de teamleider opvang. Het hoofd opvanglocatie rapporteert periodiek afhankelijk van de situatie aan de teamleider opvang. Met deze overlegt hij ook over de voortgang van de opvang. Tevens bepaalt het hoofd opvanglocatie het aflossingsschema met het NRK en zijn medewerkers in de opvanglocatie. Waar nodig, overlegt het hoofd opvanglocatie met de teamleider opvang over de inzet van medewerkers uit andere processen of van externe partijen. Is beëindiging van de opvang in zicht, dan bereidt het hoofd opvanglocatie samen met zijn team de afbouw voor. Alle activiteiten en besluiten die in de opvanglocatie genomen/uitgevoerd worden, worden vastgelegd Pagina 12 van 115 Versie juli 2014

13 in het logboek. Het hoofd opvanglocatie is hiervoor verantwoordelijk. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden medegedeeld aan het hoofd publieke zorg met behulp van het product voortgangs- en afwijkingsinformatie. Dit kan leiden tot aanpassing van de inzetopdracht. Input Van wie Naar wie Inzetplan (opdracht operationeel maken opvanglocatie) teamleider opvang Hoofd opvanglocatie Output Van wie Naar wie Verzoek PSH Hoofd opvanglocatie - Hoofd publieke zorg - AC BZ - teamleider opvang Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Hoofd opvanglocatie - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie - Teamleider opvang Logboek Hoofd opvanglocatie - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie - Teamleider opvang Hulpmiddelen - Taakkaarten: Hoofd publieke zorg teamleider opvang (incl. voorzien in primaire levensbehoefte en verplaatsen van mens en dier) hoofd opvanglocatie - Checklist hoofd opvanglocatie/team opvanglocatie - Checklist team opvang (incl. voorzien in primaire levensbehoefte en verplaatsen van mens en dier) - slijst hoofden/teamleden opvanglocatie - Lijst opvanglocaties en aanwezige voorzieningen middelen - Convenant met het NRK Positionering in de structuur Monodisciplinair (positie van proces in structuur gemeentelijke crisisbeheersing): - Binnen de taakorganisatie publieke zorg wordt samengewerkt met het proces voorzien in primaire levensbehoeften, met name voor de voorziening in primaire levensbehoeften in de opvanglocatie. Deze processen kunnen zo nodig geheel of gedeeltelijk in elkaar geschoven worden. - Binnen de sectie bevolkingszorg wordt samengewerkt met: o het proces verplaatsen mens en dier (ter bevordering van een vloeiende overgang van de verplaatsing uit het incidentgebied naar de opvanglocatie); Pagina 13 van 115 Versie juli 2014

14 o het proces registratie slachtoffers (ten behoeve van verwanteninformatie, maar ook ten behoeve van een goede inrichting en uitvoering van de opvang. Bijvoorbeeld catering, nachtopvang, aandacht voor speciale groepen getroffenen of vertrek uit opvanglocatie); o het proces (preparatie) nafase (zo goed mogelijk in kaart brengen van noden en behoeften van getroffenen, om de nazorg daarop te kunnen inrichten); o het proces pers- en publieksvoorlichting (informatie over aantallen getroffenen en eventuele bijzonderheden en informatie aan de opgevangen doelgroep); o het proces facilitaire ondersteuning (ondersteuning op allerlei gebied). Multidisciplinair (positie van proces in structuur multidisciplinaire crisisbeheersing): - Uitgangspunt voor de externe samenwerking is dat externe partijen (naar behoefte) worden ingeschakeld door of via de teamleider opvang. Het hoofd opvanglocatie geeft aan de teamleider opvang aan welke ondersteuning nodig is. Bij twijfel beslist de teamleider opvang. Het kan gaan om onder andere de volgende externe partijen (niet limitatief): o drinkwatervoorziening; o leveranciers van noodstroomvoorzieningen; o cateraars; o grootwinkelbedrijven/groothandels/supermarkten; o vervoersbedrijven; o huisartsen/dierenartsen; o NRK/EHBO (eventueel BHV); o psychosociale hulpverleners; o geestelijk verzorgers / kerkelijke instellingen; o maatschappelijk werk; o slachtofferhulp; o financiële instellingen (stads- of kredietbank); o dierenasiels/kinderboerderijen/boerenorganisaties; o tolkendiensten; o verzekeraars/salvage; o bewakingsbedrijven; o schoonmaakbedrijven; o telecombedrijven. Al deze externe partijen werken in of bij de opvanglocatie onder verantwoordelijkheid van het hoofd opvanglocatie. Uiteraard hebben zij daarbij hun eigen professionele verantwoordelijkheid, maar ten aanzien van de gang van zaken in de opvanglocatie is het hoofd opvanglocatie leidend. Pagina 14 van 115 Versie juli 2014

15 3.2.2 Deelproces voorzien in primaire levensbehoeften Hoofd publieke zorg Teamleider Opvang Verantwoordelijk voor de uitvoering van dit deelproces is de teamleider opvang. Voor de uitvoering van dit proces maakt hij gebruik van de functionarissen binnen het team opvang. Doel Voorzien in noodhulp (zoals drinkwater, voeding, kleding, financiële middelen) voor getroffenen en dieren die tijdelijk zelf niet in hun levensbehoeften kunnen voorzien, in geval van een ramp of crisis anders dan de tijdelijke opvang en de verzorging op een opvanglocatie. Doelgroep Burgers Dieren Randvoorwaarden/uitgangspunten - Het proces voorzien in primaire levensbehoeften beperkt zich in principe tot de verzorging van niet zelfredzame burgers. De problematiek van getroffen bedrijven wordt inzichtelijk gemaakt, om te kunnen beoordelen of gemeentelijke bijstand wenselijk is. - Als getroffenen niet opgevangen hoeven worden (omdat ze zelf onderdak hebben gevonden of in hun eigen woning kunnen blijven) maar wel primaire levensbehoeften nodig hebben, dan wordt het proces Voorzien in primaire levensbehoeften direct gestart. - In grote lijnen wordt onderscheid gemaakt in twee situaties: o ramptypen waarbij mensen (al dan niet tijdelijk) ontheemd kunnen raken; o ramptypen waarbij mensen in hun eigen omgeving afgesloten raken van de voor hen essentiële hulpbronnen of voorzieningen. Primaire levensbehoeften worden onderverdeeld in een aantal productgroepen: o eten en drinken; o kleding, toiletartikelen, sanitaire artikelen; o medicamenten; Pagina 15 van 115 Versie juli 2014

16 o financiële noodhulp; o huisvesting, onderdak, noodonderkomen; o aggregaten voor stroom, warmte, koude/koelte, indien cruciaal voor particulieren/instellingen. Waterleidingmaatschappijen nemen in voorkomende gevallen de levering van nooddrinkwater voor hun rekening; hiertoe is een regionaal convenant afgesloten. De distributie van nooddrinkwater valt onder het proces Voorzien in primaire levensbehoeften. Prestatie-eisen Zie proces opvang Voorbereiden voorzien in primaire levensbehoeften De teamleider opvang bereidt aan de hand van de inzetopdracht het voorzien in de primaire levensbehoeften voor. De inzetopdracht van het hoofd publieke zorg of de OvD-Bz vraagt om de verstrekking van primaire levensbehoeften. De teamleider opvang is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. Hiertoe maakt hij een inzetplan. Hij vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan primaire levensbehoeften, aan de hand van de inzetopdracht voorzien in primaire levensbehoeften, het situatie beeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt zich een oordeel over de wijze waarop de primaire levensbehoeften gerealiseerd kunnen worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan voorzien in primaire levensbehoeften. Hierbij maakt hij gebruik van de checklist voorzien in primaire levensbehoeften en overeenkomsten met leveranciers/locaties/middelen, die al in de preparatiefase zijn gemaakt. Hij zorgt voor de inzet van mensen en middelen. Indien nodig doet hij bij het hoofd publieke zorg een aanvraag voor extra mensen en middelen, boven de beschikbare capaciteiten en mogelijkheden. Hij legt (of laat leggen) de ondernomen activiteiten vast in een logboek. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd publieke zorg /OvD-Bz Teamleider opvang Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI, IM ROT/Hoofd informatie Teamleider opvang Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie Aanvraag (extra) mensen en middelen Teamleider opvang Hoofd publieke zorg Pagina 16 van 115 Versie juli 2014

17 Uitvoeren voorzien in primaire levensbehoeften Het team opvang voert het voorzien in primaire levensbehoeften uit Aan de hand van het inzetplan voorzien in primaire levensbehoeften van de teamleider opvang verwerft het team opvang de benodigde goederen en diensten. Zodra deze beschikbaar zijn geeft de teamleider het bericht: gereed voor distributie aan het hoofd publieke zorg. De teamleider opvang draagt zorg voor het (doen) verstrekken van de benodigde primaire levensbehoeften. Op de distributiepunten stemt hij de operationele activiteiten periodiek af met de betrokken (keten)partners. Gedurende de periode dat goederen en diensten worden verstrekt, verstrekt de teamleider opvang informatie aan het hoofd publieke zorg over de voortgang van de uitvoering. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden door teamleider opvang meegedeeld, zodat de teamleider opvang nieuwe besluiten kan nemen. Zodra de activiteiten worden beëindigd, start de teamleider opvang met de afbouw van het proces. Iedere medewerker in het proces legt de door hem ondernomen activiteiten vast in een logboek. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider opvang Team opvang Output Van wie Naar wie Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie Logboek Teamleider opvang Hoofd publieke zorg Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider opvang - Checklist voorzien in primaire levensbehoeften - Overeenkomsten met leveranciers/locaties/middelen - Convenant nooddrinkwatervoorziening Vitens - slijst hoofden/teamleden Positionering in de structuur Het proces Voorzien in primaire levensbehoeften wordt als volgt uitgevoerd: - De activiteiten vinden plaats in opdracht van het hoofd publieke zorg en/of de OvD-Bz (uitzondering mogelijk afhankelijk van het incident). - De teamleider opvang is bij het voorbereiden van dit proces bevoegd tot: o verwerven goederen en diensten; o voorzien in primaire levensbehoeften; Pagina 17 van 115 Versie juli 2014

18 o afbouwen van het actiecentrum. - De teamleider opvang is bij het uitvoeren van dit proces bevoegd tot: o verwerven goederen en diensten; o voorzien in primaire levensbehoeften; o afbouwen van het actiecentrum. - De teamleider opvang is bij het debriefen / evalueren van dit proces bevoegd tot: o opstellen evaluatierapport. - Intern is bij het uitvoeren en debriefen / evalueren van het proces afstemming nodig met het hoofd Publieke zorg, en de teamleider Verplaatsen mens en dier. - Extern is bij het voorbereiden en uitvoeren van het proces samenwerking met leveranciers nodig, en bij het uitvoeren van het proces mogelijk ook samenwerking met de politie voor transportbegeleiding. Pagina 18 van 115 Versie juli 2014

19 3.3 Proces verplaatsen van mens en dier Hoofd publieke zorg Teamleider Opvang Als het gaat om verplaatsing van mens en dier, wordt dit uitgevoerd door het team opvang, vallend onder publieke zorg. De teamleider opvang zorgt ook voor de verplaatsing van mens en dier. Mocht de teamleider opvang te druk zijn, dan kan een tweede teamleider worden opgeroepen om de verplaatsing van mens en dier uit te voeren. Doel Het in veiligheid brengen van mensen en dieren door deze te verplaatsen of laten verplaatsen van een getroffen of bedreigde plaats naar een veilige plaats. Doelgroep Burgers Dieren Randvoorwaarden/uitgangspunten - Voorbereiden verplaatsing van mens en dier De teamleider opvang bereidt aan de hand van de inzetopdracht verplaatsen mens en dier de verplaatsing voor. De inzetopdracht van het hoofd publieke zorg vraagt om de verplaatsing van mensen (en dieren). De teamleider opvang is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. Hiertoe maakt hij een inzetplan. Hij vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan vervoer/transport, aan de hand van de inzetopdracht verplaatsen mens en dier, het situatiebeeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop de verplaatsing gerealiseerd kan worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan verplaatsen mens en dier. Hierbij maakt hij gebruik van de lijst van leveranciers en overeenkomsten. Indien de benodigde inzet van menskracht en middelen het mandaat van de teamleider overstijgt, doet de teamleider een aanvraag voor menskracht en/of middelen via het hoofd publieke zorg Pagina 19 van 115 Versie juli 2014

20 Hij legt de ondernomen activiteiten vast in een logboek. Input Van wie Naar wie Inzet opdracht Hoofd publieke zorg Teamleider opvang Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI, IM ROT/Hoofd informatie Teamleider opvang Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie Aanvraag van extra mensen en middelen Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie Uitvoeren verplaatsing van mens en dier Het team opvang coördineert de uitvoering van de verplaatsing Aan de hand van het inzetplan verplaatsen mens en dier voorziet de teamleider opvang in de benodigde vervoerscapaciteit. Zodra de benodigde vervoerscapaciteit beschikbaar is, geeft de teamleider het bericht gereed voor vervoer aan het hoofd evacuatie. De teamleider opvang stemt de operationele activiteiten af met zijn (keten)partners. De teamleider draagt zorg voor het (doen) vervoeren. De teamleider verstrekt informatie over de voortgang en eventuele afwijkingen in de uitvoering aan het hoofd publieke zorg, zodat waar nodig nieuwe besluiten kunnen worden genomen. Dit leidt tot aanpassing van de inzetopdracht. Zodra de mensen op de opvanglocatie en dieren in dierenasiels/dierenpensions of elders zijn ondergebracht, start de teamleider (na goedkeuring van het hoofd publieke zorg) met de afbouw van het proces/ of vindt een doorstart plaats in de nafase (zie proces preparatie nafase). De teamleider draagt zorg voor het (doen) vastleggen van de activiteiten van het team in een logboek. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden medegedeeld aan het hoofd publieke zorg met behulp van het product voortgangs- en afwijkingsinformatie. Dit kan leiden tot aanpassing van de inzetopdracht. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider opvang Team opvang Output Van wie Naar wie Pagina 20 van 115 Versie juli 2014

21 Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd Informatie Overdrachtsdossier nafase Teamleider opvang - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie - Hoofd ondersteuning - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen - Taakkaarten: Hoofd publieke zorg Teamleider opvang - slijst hoofden/teamleden Positionering in de structuur Monodisciplinair (positie van proces in structuur gemeentelijke crisisbeheersing): - M.b.t. samenwerken in dit proces: Binnen de gemeentelijke crisisbeheersing wordt samengewerkt met het team opvang, het team communicatie, het team registratie slachtoffers en de juridische ondersteuning. Verder wordt samengewerkt met vervoerders (bijvoorbeeld busmaatschappijen, dierenambulances, vervoerders voor speciaal vervoer, defensie en NS). Hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn als volgt: o o o o Team opvang heeft de taak om de verplaatste mensen en/of dieren op te vangen. De verantwoordelijkheid en benodigde bevoegdheden liggen bij het hoofd Publieke zorg. Hiernaast kunnen bussen worden gebruikt als voorlopige opvanglocatie ; in een later stadium wordt dan besloten of de doelgroep ook echt verplaatst moet worden. Team registratie slachtoffers heeft de taak om zicht te houden op de nieuwe verblijfslocatie van de verplaatste doelgroep. Ook kan dit team ervoor kiezen al tijdens het vervoer te registreren. De verantwoordelijkheid en de benodigde bevoegdheden liggen bij het hoofd Informatie. Juridische ondersteuning heeft de taak om te adviseren over en te voorzien in benodigde noodbevelen/-verordeningen. De verantwoordelijkheid en de benodigde bevoegdheden liggen bij het hoofd Ondersteuning. Vervoerders hebben de taak om te voorzien in vervoer, conform de (voorbereide) afspraken. Multidisciplinair (positie van proces in structuur multidisciplinaire crisisbeheersing): - M.b.t. leidinggeven in dit proces: Op multidisciplinair niveau initieert de leider CoPI of de OL het proces. - M.b.t. samenwerken in dit proces: Op multidisciplinair niveau kan als volgt worden samengewerkt: o M.b.t. brandweerzorg (in geval van besmetting): Pagina 21 van 115 Versie juli 2014

22 samenwerken met het brandweerproces ontsmetten mens en dier, ten behoeve van besmette medewerkers van het team verplaatsen mens en dier; samenwerken met het brandweerproces ontsmetten voertuigen, ten behoeve van besmette voertuigen die zijn ingezet voor het verplaatsen van mens en dier. o M.b.t. geneeskundige zorg: samenwerken met het GHOR-proces triage, om te bepalen wie wel/niet vervoerd kan worden en in hoeverre speciaal vervoer nodig is; samenwerken met het GHOR-proces vervoeren, zodat de mensen vervoerd worden die door medische omstandigheden niet vervoerd kunnen worden door proces verplaatsen mens en dier. o M.b.t. politiezorg: samenwerken met de politieprocessen statisch verkeersmanagement en dynamisch verkeersmanagement, om te zorgen dat de juiste verplaatsingroutes bepaald worden en verkeerstechnisch mogelijk gemaakt worden. Ook dienen deze politieprocessen de verplaatsing van wél zelfredzamen (met eigen vervoer) verkeerstechnisch te ondersteunen; samenwerken met de politieprocessen crowdmanagement en crowdcontrol, in die situaties dat door schaarste aan vervoersmogelijkheden ordeproblemen verwacht kunnen worden bij de verzamel-/opstappunten. o M.b.t. communicatie: Samenwerken met de communicatieprocessen om de communicatieaspecten rond het verplaatsen van mens en dier voor te bereiden en uit te voeren. o M.b.t. (maatschappelijke) partners en m.b.t. zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid: samenwerken met vervoerders (o.a. spoor- en busvervoer en transportbedrijven); samenwerken met het Nederlandse Rode Kruis (met name m.b.t. speciaal vervoer en eventuele begeleiding); samenwerking met Defensie; samenwerking met brancheorganisaties, instellingen en dergelijke. Voorbeelden zijn: land- en tuinbouworganisaties en het betreffende ministerie m.b.t. verplaatsing vee; dierenasiel/dierenambulance m.b.t. verplaatsing kleinere dieren; zorginstellingen m.b.t. verplaatsing minder- of niet zelfredzame bewoners; bedrijven m.b.t. verplaatsing van hun medewerkers; samenwerken met de bevolking m.b.t. onderlinge (buren)hulp. Deze actoren dienen waar nodig gefaciliteerd en/of gestimuleerd en gecoördineerd te worden vanuit met name proces Verplaatsen mens en dier, in combinatie met communicatie. Bovenstaande opsomming laat zien waarop de samenwerking zich richt. Vaak valt de uitvoering van die activiteiten onder de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van die organisaties. Pagina 22 van 115 Versie juli 2014

23 3.4 Proces Omgevingszorg Het proces omgevingszorg wordt onderverdeeld in de volgende deelprocessen: milieubeheer, ruimtebeheer en bouwbeheer. Het hoofd omgevingszorg geeft leiding aan deze deelprocessen. Hij ziet er op toe dat de informatie-uitwisseling binnen het proces omgevingszorg en tussen het proces omgevingszorg en de andere processen (mono- en multidisciplinair) optimaal verloopt Deelproces milieubeheer Hoofd Omgevingszorg Teamleider Milieubeheer Teamleider Ruimtebeheer Teamleider Bouwbeheer Verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces milieubeheer is de teamleider milieu beheer. Binnen het team kunnen de volgende functies bekleed worden: - Medewerker team milieubeheer. Medewerkers (o.a. van de lokale gemeente i.v.m. lokale kennis en toegang milieudossiers). - Informatiecoördinator Doel 1. Het maken van een advies voor het bevoegd gezag en/of betrokken partijen ter voorkoming of beperking van milieuschade en het coördineren van de te treffen maatregelen. 2. Zorg voor de handhaving van de kwaliteit, dan wel herstel, van het milieu of de leefomgeving en inzamelen van besmette of verdachte waren om (verdere) besmetting te voorkomen. Doelgroep Burgers Hulpverleners Bedrijven Grond- en waterbeheerders (R)BT / ROT Randvoorwaarden/uitgangspunten - Actuele lijst met (externe) crisispartners - Toegang tot milieudossiers - Kennis van juridische implicaties (bijv. bij complexe milieuvraagstukken) Pagina 23 van 115 Versie juli 2014

24 Voorbereiden milieubeheer De teamleider milieubeheer bereidt aan de hand van de inzetopdracht milieubeheer voor. De inzetopdracht van het hoofd omgevingszorg of OvD Bz vraagt om de inzet van milieubeheer. De teamleider milieubeheer is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. De teamleider milieubeheer vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan milieubeheer aan de hand van de inzetopdracht milieubeheer, het situatie beeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop milieubeheer gerealiseerd kan worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan milieubeheer. Hierbij maakt hij gebruik van checklists die al in de koude fase zijn gemaakt. Afhankelijk van de duur, de aard van de te treffen maatregelen en het aantal benodigde mensen, doet hij een aanvraag voor mensen en middelen bij het hoofd omgevingszorg. Wanneer er een akkoord is op de aanvraag mensen en middelen kan de uitvoering starten. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd omgevingszorg/ovd-bz Teamleider Milieubeheer Situatie beeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI, IM ROT/Hoofd informatie Teamleider Milieubeheer Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider milieubeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Aanvraag extra mens en middelen Teamleider milieubeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Uitvoeren milieubeheer Het team milieubeheer coördineert de milieumaatregelen Aan de hand van het inzetplan milieubeheer worden de te treffen milieumaatregelen gecoördineerd. De teamleider milieubeheer stemt de operationele maatregelen af met de betrokken (keten)partners. De teamleider draagt zorg voor het (doen) uitvoeren van de werkzaamheden. Er wordt informatie verstrekt over de voortgang van de uitvoering. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden direct gemeld aan het hoofd omgevingszorg, zodat nieuwe besluiten kunnen worden genomen. Dit leidt tot aanpassing van de inzetopdracht. Optioneel wordt door het team een advies opgesteld. Indien het advies (incl. bijbehorend plan van aanpak) milieu- en gezondheidseffecten bevat dan wordt het, via het ROT, voorgelegd aan het (R)BT. Pagina 24 van 115 Versie juli 2014

25 Zodra de benodigde maatregelen zijn getroffen en er geen schadelijke gevolgen meer zijn voor het milieu, wordt gestart met de afbouw van het proces. Alle activiteiten worden vastgelegd in een logboek. Indien de milieu-effecten nog niet zijn afgerond, vindt een doorstart plaats in de nafase (zie deelproces preparatie nafase). Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider milieubeheer Team milieubeheer Output Van wie Naar wie Optioneel: Advies milieu beheer/saneringsplan Voortgangsinformatie Teamleider milieubeheer Teamleider milieubeheer - Hoofd omgevingszorg - AC Bz - ROT - (R)BT Hoofd omgevingszorg Afwijkingsinformatie Logboek Teamleider milieubeheer Hoofd omgevingszorg Overdracht dossier nafase Teamleider milieubeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie - Hoofd ondersteuning - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider milieubeheer - Checklist team milieubeheer (benodigde faciliteiten) - Lijst (externe) crisispartners - slijst hoofden/teamleden Positionering in de structuur Monodisciplinair (positie van proces in structuur gemeentelijke crisisbeheersing): - M.b.t. leiding geven in dit proces: Op gemeentelijke niveau geeft de AC Bz opdracht tot het opstarten van het proces. Het hoofd van de taakorganisatie omgevingszorg geeft leiding aan de teamleider milieubeheer. De teamleider geeft leiding aan medewerker(s) binnen het team milieubeheer. - M.b.t. samenwerken in dit proces: Binnen de gemeentelijke crisisbeheersing wordt samengewerkt met het team bouwbeheer, het team ruimtebeheer en juridische ondersteuning. Hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn als volgt: Pagina 25 van 115 Versie juli 2014

26 - Team bouwbeheer heeft de taak om het bevoegd gezag en/of betrokken partijen te adviseren over het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving en het geven van opdrachten toto aan te brengen noodvoorzieningen. - Pers- en publieksvoorlichting - Informatie wordt aangeleverd van de situatie in de leefomgeving, de genomen maatregelen en geplande activiteiten, aanwijzingen over zelf te nemen maatregelen; ter communicatie met bevolking en bedrijven. Multidisciplinair - Brand en ongevalsbestrijding (Brandweer) o Waaronder ontsmetting en ondersteuning - Meetplanorganisatie (Brandweer) - Opsporing (strafrechtelijk onderzoek) (politiezorg) - Waterkwaliteitsbeheer (Waterbeheer -en Scheepvaartzorg) - Milieu-incidenten kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van het water, hiervoor dient afstemming met waterschappen plaats te vinden. - Publieke gezondheidszorg (GHOR) - Medische milieukunde Pagina 26 van 115 Versie juli 2014

27 3.4.2 Deelproces ruimtebeheer Hoofd Omgevingszorg Teamleider Milieubeheer Teamleider Ruimtebeheer Teamleider Bouwbeheer Verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces ruimtebeheer is de teamleider ruimtebeheer. Binnen het team kunnen de volgende functies bekleed worden: - Medewerker team Ruimtebeheer. Medewerkers (o.a. van de lokale gemeente i.v.m. lokale kennis) die belast zijn met het (doen) uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte, in de reguliere situatie of in een bijzondere omstandigheid. - Informatiecoördinator Doel Tijdens een bijzondere situatie zorg dragen voor het beheer van wegen, rioleringen, water, groen, openbare verlichting en overige infrastructuur/nutsvoorzieningen in de openbare ruimte van de gemeente. Doelgroep Burgers Beheerders infrastructuur (wegen, spoor, water) Beheerders nutsvoorzieningen (gas, elektriciteit, water) Gebruikers infrastructuur (hulpdiensten, transporteurs, particulieren) Grondeigenaren en gebruikers Randvoorwaarden/uitgangspunten - De benodigde (technische)hulpmiddelen en faciliteiten zijn beschikbaar en inzetbaar; - Hiertoe zijn afspraken gemaakt met (externe) crisispartners. Pagina 27 van 115 Versie juli 2014

28 Voorbereiden ruimtebeheer De teamleider ruimtebeheer bereidt aan de hand van de inzetopdracht het proces ruimtebeheer voor. De inzetopdracht van het hoofd omgevingszorg of OvD Bz vraagt om de inzet van ruimtebeheer. De teamleider ruimtebeheer is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. De teamleider ruimtebeheer vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan ruimtebeheer aan de hand van de inzetopdracht ruimtebeheer, het situatie beeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop ruimtebeheer gerealiseerd kan worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan ruimtebeheer. Hierbij maakt hij gebruik van checklists die al in de koude fase zijn gemaakt. Afhankelijk van de duur, de aard van de te treffen maatregelen en het aantal benodigde mensen, doet hij een aanvraag voor mensen en middelen. Wanneer er een akkoord is op de aanvraag van mensen en middelen kan de uitvoering starten. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd omgevingszorg/ovd-bz Teamleider ruimtebeheer Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd informatie Output Van wie Naar wie Teamleider ruimtebeheer Inzetplan Teamleider ruimtebeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Aanvraag extra mens en middelen Teamleider ruimtebeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Uitvoeren ruimtebeheer Het team ruimtebeheer coördineert de te nemen maatregelen in de openbare ruimte. Aan de hand van het inzetplan ruimtebeheer worden de te treffen maatregelen in de openbare ruimte gecoördineerd. De teamleider ruimtebeheer stemt de operationele maatregelen af met de betrokken (keten)partners. De teamleider draagt zorg voor het (doen) uitvoeren van de werkzaamheden. Er wordt met regelmaat informatie verstrekt over de voortgang van de uitvoering aan hoofd omgevingszorg. Afwijkingen worden gemeld zodat nieuwe besluiten kunnen worden genomen. Dit leidt daar waar nodig tot aanpassing van de inzetopdracht. Zodra de benodigde maatregelen in de openbare ruimte zijn getroffen, wordt gestart met de afbouw van het proces. Alle activiteiten worden vastgelegd in een logboek. Pagina 28 van 115 Versie juli 2014

29 Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider ruimtebeheer Team ruimtebeheer Output Van wie Naar wie Voortgangsinformatie Teamleider ruimtebeheer - Hoofd omgevingszorg Afwijkingsinformatie - Hoofd informatie Logboek Teamleider ruimtebeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider ruimtebeheer - Checklist team ruimtebeheer (benodigde faciliteiten) - slijst hoofden/teamleden Positionering in de structuur Mono - Milieubeheer Advisering en afstemming m.b.t. gevaarlijke stoffen - Bouwbeheer Advisering en afstemming m.b.t. constructies - Registratie schade Het behartigen van de belangen van de gemeente als eigenaar van infrastructuur die schade heeft opgelopen. Daarnaast registratie van schade aan infrastructuur en nutsvoorzieningen die niet in gemeentelijke eigendom zijn. - Pers- en publieksvoorlichting: Informatie wordt aangeleverd van de situatie in de leefomgeving, de genomen maatregelen en geplande activiteiten, aanwijzingen over zelf te nemen maatregelen; ter communicatie met bevolking en bedrijven. Multi - Bron en emissiebestrijding (Brandweer) - Ondersteuning operationele diensten met gegevens van o.a. riolering, bebouwing, bedrijven, ruimtegebruik en eigendomsverhoudingen. Bestrijdings- en ontsmettingsmaatregelen kunnen effect hebben op de kwaliteit van infrastructuur en nutsvoorzieningen (wegstromen vervuiling; direct of via lozing uit riolering). - Ontsmetten (Brandweer) - Reinigen van infrastructuur - Bewaken en beveiligen (Politiezorg): afschermen en bewaken rampterrein Pagina 29 van 115 Versie juli 2014

30 3.4.3 Deelproces bouwbeheer Hoofd Omgevingszorg Teamleider Milieubeheer Teamleider Ruimtebeheer Teamleider Bouwbeheer Verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces bouwbeheer is de teamleider bouwbeheer. Binnen het team kunnen de volgende functies bekleed worden: - Medewerker team bouwbeheer (o.a. van de lokale gemeente i.v.m. lokale kennis en toegang dossiers). - Informatiecoördinator Doel 1. Het geven van advies aan het bevoegd gezag en/of betrokken partijen over het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving en het geven van opdrachten tot aan te brengen noodvoorzieningen. 2. Het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving. Dit door het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen. Het gaat hierbij om toezicht- en handhavingstaken op het gebied van bouwregelgeving, maar ook over het beheer van monumenten, cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken, et cetera. 3. Het maken van een advies voor het bevoegd gezag en/of betrokken partijen ter voorkoming of beperking van verdere verspreiding van asbest en het coördineren van de te treffen maatregelen. Doelgroep Gebouweigenaren en bewoners Beheerders gemeentelijke gebouwen, musea, archieven en monumenten. (R)BT ROT Randvoorwaarden/uitgangspunten - Toegang tot bouwdossiers - Kennis van het Twents Protocol Asbest (TPA) Pagina 30 van 115 Versie juli 2014

31 Voorbereiden bouwbeheer De teamleider bouwbeheer bereidt aan de hand van de inzetopdracht het proces bouwbeheer voor. De inzetopdracht van het hoofd omgevingszorg of OvD Bz vraagt om de inzet van bouwbeheer. De teamleider bouwbeheer is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. De teamleider bouwbeheer vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan bouwbeheer aan de hand van de inzetopdracht bouwbeheer, het situatiebeeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop het beheer gerealiseerd kan worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan bouwbeheer. Hierbij maakt hij gebruik van de checklist bouwbeheer, die al in de koude fase is gemaakt. Afhankelijk van de duur, de aard van de te treffen maatregelen en het aantal benodigde mensen, doet hij een aanvraag voor mensen en middelen. Het advies bouwbeheer wordt voorgelegd aan het bevoegd gezag, via het hoofd Omgevingszorg. Wanneer er een akkoord is op de aanvraag mensen en middelen kan de uitvoering starten. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd omgevingszorg/ovd-bz Teamleider bouwbeheer Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd Teamleider bouwbeheer informatie Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider bouwbeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Uitvoeren Bouwbeheer Het team bouwbeheer adviseert en coördineert de uitvoering van bouwbeheer. Aan de hand van het inzetplan bouwbeheer worden de te treffen maatregelen uitgevoerd. De teamleider bouwbeheer stemt de operationele maatregelen af met de betrokken (keten)partners. De teamleider draagt zorg voor het (doen)uitvoeren van de werkzaamheden. Er wordt informatie verstrekt over de voortgang van de uitvoering aan het hoofd omgevingszorg. Optioneel wordt door het team een advies opgesteld. Indien het advies bouwtechnische zaken of asbestsanering betreft dan wordt het, via het ROT, voorgelegd aan het (R)BT. Zodra de benodigde maatregelen zijn getroffen en de gebouwen veilig toegankelijk, gesloopt of afgesloten zijn, wordt gestart met de afbouw van het proces. Alle activiteiten worden vastgelegd in een logboek. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider bouwbeheer Team bouwbeheer Pagina 31 van 115 Versie juli 2014

32 Output Van wie Naar wie Optioneel: Teamleider bouwbeheer - Hoofd omgevingszorg Advies bouwbeheer - AC Bz - ROT - (R)BT Voortgangsinformatie Teamleider bouwbeheer - Hoofd omgevingszorg Afwijkingsinformatie - Hoofd informatie Logboek Teamleider bouwbeheer - Hoofd omgevingszorg - Hoofd informatie Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider bouwbeheer - Checklist team bouwbeheer (benodigde faciliteiten) - Checklist asbest (uit Twents Protocol Asbest (TPA)) - Protocol van afspraken LOCGS Salvage versie slijst hoofden/teamleden Positionering in de structuur Bevolkingszorg - Registratie schade: het behartigen van de belangen van de gemeente als eigenaar van bouwwerken die schade hebben opgelopen of voor opvang of herstelwerk noodzakelijk zijn. Registreren van schade aan gebouwen die niet in gemeentelijk eigendom zijn. - Ruimtebeheer: afzetten van niet begaanbaar gebied. - Milieubeheer: advisering m.b.t. gevaarlijke stoffen. - Overige processen - Brand en ongevalsbestrijding (brandweerzorg) - Ordehandhaving en mobiliteit (politiezorg) Pagina 32 van 115 Versie juli 2014

33 3.5 Proces Informatie Het proces informatie is verantwoordelijk voor het tijdig en in de juiste kwaliteit/kwantiteit verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie voor de sectie bevolkingszorg. Hierbij zijn drie aspecten van belang: - Informatie binnen de monodisciplinaire processen; - Informatie tussen de monodisciplinaire processen; - Informatie tussen de multidisciplinaire processen. Het hoofd informatie (HIN) is verantwoordelijk voor het proces Informatie. De HIN draagt zorg voor het bevolkingszorgbeeld. De HIN wordt daarbij ondersteund door de adviseur stafsectie bevolkingszorg. De adviseur stafsectie bevolkingszorg ontvangt, signaleert, bundelt en verspreidt informatie vanuit de stafsectie bevolkingszorg. De hoofden bevolkingszorg zorgen voor de input. De informatie coördinatoren vullen het LCMS voor hun eigen proces op verzoek van de teamleiders. Het digitale systeem, LCMS, kan door de sectie bevolkingszorg gebruikt worden om informatie te halen en te plaatsen t.b.v. bevolkingszorg. Hoofd informatie/adviseur bevolkingszorg ROT Adviseur stafsectie bevolkingszorg Infromatiecoordinatoren Doel Het informeren van alle bij de crisisbeheersing betrokken personen binnen de sectie bevolkingszorg. Doelgroep Sectie bevolkingszorg Randvoorwaarden/uitgangspunten - Alle deelnemers bevolkingszorg beschikken over toegang tot een digitaal systeem (LCMS) waar informatie op geplaatst en gelezen kan worden. Pagina 33 van 115 Versie juli 2014

34 Uitvoeren proces informatie De informatiecoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het proces informatie. Het hoofd informatie geeft de inzetopdracht aan de adviseur stafsectie bevolkingszorg om het beeld voor bevolkingszorg te vullen in LCMS. Voor het bevolkingszorgbeeld ontvangt de adviseur stafsectie bevolkingszorg van de informatiecoördinatoren actuele informatie van elk (deel)proces (bv besluiten, acties en producten). De informatiecoördinatoren maken hiervoor gebruikt van het LCMS. Op basis van de informatie uit de taakorganisaties maakt de adviseur stafsectie bevolkingszorg samen met de HIN een mono bevolkingszorgbeeld, de samenvatting in LCMS. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd Informatie adviseur stafsectie bevolkingszorg Procesinformatie (besluiten en Informatiecoördinatoren adviseur stafsectie bevolkingszorg actielijsten) en informatieproducten Output Van wie Naar wie Bevolkingszorgbeeld adviseur stafsectie bevolkingszorg/ Hoofd Informatie Algemeen Commandant Bevolkingszorg Hulpmiddelen - Taakkaart adviseur bevolkingszorg ROT - Taakkaart adviseur stafsectie bevolkingszorg - Checklist adviseur stafsectie bevolkingszorg - Werkafspraken LCMS bevolkingszorg Pagina 34 van 115 Versie juli 2014

35 3.6 Proces Registratie Deelprocessen registratie slachtoffers en verwanteninformatie Hoofd registratie Teamleider registratie slachtoffers Teamleider registratie schade De teamleider registratie slachtoffers is verantwoordelijk voor de uitvoering van de deelprocessen registratie slachtoffers en verwanteninformatie. Met de komst van het SIS (Slachtoffer Informatie Systematiek) hangen de processen registratie slachtoffers en verwanteninformatie zo nauw samen dat er één procesbeschrijving is voor beide processen. Binnen de deelprocessen registratie slachtoffers en verwanteninformatie bestaan twee mogelijkheden voor de uitvoering. Bij een grootschalige ramp/crisis maken we gebruik van het SIS. Indien SIS niet operationeel is, wordt vanuit bevolkingszorg gefaciliteerd en gestimuleerd dat betrokkenen zo snel mogelijk hun verwanten informeren over hun toestand en verblijfplaats. Onafhankelijk van SIS, kan een beperkt team registratie slachtoffers worden opgestart voor de uitvoering van een aantal lokale specialistische functies (GEO en GBA informatie). Doel Verwanten zo snel mogelijk informeren over de situatie van hun naasten. Doelgroep (R)BT ROT Randvoorwaarden/uitgangspunten - Pagina 35 van 115 Versie juli 2014

36 prestatie-eisen Zelfredzamen 1. Zelfredzame betrokkenen worden gestimuleerd om actief contact te zoeken met (de contactpersoon van) de verwanten. Dit vindt plaats via het proces publieksinformatie (zie prestatie-eisen crisiscommunicatie). Indien SIS inwerking treedt, wordt het stimuleren van zelfredzamen, mede gedaan door de front-office van SIS. 2. Zelfredzame betrokkenen worden waar nodig gefaciliteerd bij het in contact komen met verwanten. Dit wordt gedaan door publieksinformatie (zelfregistratie via website en/ of telefoonnummer). Daarnaast in een opvanglocatie of een gemeentelijk loket. 3. Verwanten worden gestimuleerd en waar nodig gefaciliteerd bij het vinden van een betrokken familielid/kennis. Verminderd zelfredzamen 4. Uiterlijk 8 uur na aanvang van de (acute) crisis zijn minimaal 500 verwanten die zich bij de frontoffice hebben gemeld, geïnformeerd over (het verloop van) het proces. Indien er sprake is van grote informatiebehoefte door verwanten (dit wordt zichtbaar door middel van een omgevingsanalyse, zie crisiscommunicatie) wordt SIS ingeschakeld. Uitvoering wordt gedaan door de front-office SIS. In geval van minimale verwantenvragen wordt het informeren van verwanten uitgevoerd door medewerkers pers- en publieksvoorlichting. In geval van ernstige gewonden en/of dodelijke slachtoffers worden verwanten geïnformeerd door de ziekenhuizen en/of politie. 5. Verwanten die na 8 uur na aanvang van de (acute) crisis nog in onzekerheid zijn over het lot van de betrokkene die zij zoeken, worden elke 4 uur actief over de status van het proces geïnformeerd. 6. Verwanten die na 24 uur na aanvang van de (acute) crisis nog in onwetendheid zijn, krijgen een individuele contactpersoon toegewezen die hen regelmatig en naar behoefte informeert over en, indien aan de orde, betrekt bij het identificatieproces. De gemeente en de politie wijzen een contactpersoon aan die toezien dat het informeren van verwanten na 24 uur plaatsvindt. 7. Het boegbeeld legt als onderdeel van de duiding uit hoe het proces informeren van verwanten is georganiseerd en welke problematiek dit met zich meebrengt (waaronder zorgvuldigheid versus snelheid).dit wordt voorbereid door de stafsectie communicatie, onder verantwoordelijkheid van de AC communicatie. Voorbereiden registratie slachtoffers De AC BZ besluit over het wel of niet inzetten van het SIS. De inzetopdracht van het hoofd registratie of de OvD-Bz vraagt om de registratie slachtoffers. De AC BZ besluit, in overleg met het hoofd registratie, over het wel of niet inzetten van SIS. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd registratie/ovd-bz AC BZ/hoofd registratie Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd informatie Output Van wie Naar wie AC BZ/hoofd registratie Inzetplan AC BZ - SIS (afhankelijk van het besluit over het wel/niet inzetten van SIS) - Teamleider registratie slachtoffers Pagina 36 van 115 Versie juli 2014

37 Uitvoeren registratie slachtoffers SIS voert de registratie uit. De teamleider registratie slachtoffers is medewerker SIS en hij is de linking pin tussen het SIS en de regionale crisisorganisatie. Periodiek ontvangt de teamleider registratie slachtoffers van de landelijk teamleider SIS het actuele beeld vanuit de front- en backoffice. De teamleider registratie slachtoffers rapporteert naar aanleiding hiervan aan het hoofd registratie. De landelijk teamleider SIS kan aan de teamleider registratie slachtoffers vragen om aanvullende informatie (bijv. passagierslijsten). De teamleider registratie slachtoffers alarmeert, indien nodig, de lokale medewerkers voor GEO of GBA informatie. Deze informatie wordt door de lokale medewerkers aangeleverd aan de teamleider registratie slachtoffers. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden door de landelijk teamleider SIS medegedeeld aan de teamleider registratie slachtoffers met behulp van het product voortgangs- en afwijkingsinformatie. Dit kan leiden tot aanpassing van de inzetopdracht. Is beëindiging van de registratie in zicht, dan overlegt de teamleider registratie slachtoffers met de landelijk teamleider SIS over de overdracht van het proces. De gegevens worden van de teamleider registratie slachtoffers naar de teamleider preparatie nafase overgedragen ten behoeve van de nafase. Dit in de vorm van een overdrachtsdossier (zie proces preparatie nafase). Alle activiteiten en besluiten die genomen/uitgevoerd worden, worden vastgelegd in het logboek. De teamleider is hiervoor verantwoordelijk. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider registratie slachtoffers (medewerker SIS) Teamleider SIS Output Van wie Naar wie Actueel slachtofferbeeld (ziekenhuisopnamen) Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider registratie slachtoffers Teamleider SIS - Landelijk teamleider SIS - Teamleider registratie slachtoffers - Hoofd Registratie GEO en/of GBA informatie Teamleider registratie slachtoffers - Landelijk teamleider SIS - Hoofd registratie Actueel beeld back-office (vermisten-, slachtoffer- en Landelijk teamleider SIS - Teamleider registratie slachtoffers dodenlijst) - Hoofd registratie - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie - AC BZ - AC Com - ROT - (R)BT Pagina 37 van 115 Versie juli 2014

38 Actueel beeld front-office verwanteninformatie (aantal telefoontjes, zoekvragen en knelpunten) Landelijk teamleider SIS - Teamleider registratie slachtoffers - Hoofd registratie - Hoofd publieke zorg - Hoofd informatie - AC BZ - AC Com - ROT - (R)BT Overdrachtsdossier nafase Teamleider registratie slachtoffers - Hoofd registratie - Hoofd ondersteuning - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen - Taakkaarten teamleider registratie slachtoffers - Inzetopdracht SIS - Contactgegevens SIS - Handreiking SIS Uitvoeren registratie slachtoffers Het team registratie slachtoffers voert de registratie uit. Op basis van het inzetplan kan worden gestart met de uitvoering van het proces. De teamleider registratie slachtoffers zorgt dat betrokkenen gefaciliteerd en gestimuleerd worden om hun verwanten te informeren over hun toestand en verblijfplaats. Hij beslist of er punten in de gemeente moeten zijn waar, d.m.v. hulpmiddelen (bijv. computers of telefoons), mensen geholpen moeten worden bij het informeren van hun verwanten. Hij overlegt met de teamleider pers- en publieksvoorlichting over de punten die gecommuniceerd moeten worden. De teamleider registratie slachtoffers vraagt, indien gewenst, aan lokale medewerkers GEO of GBA informatie. Deze informatie wordt door de lokale medewerkers aangeleverd aan de teamleider registratie slachtoffers. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider registratie slachtoffers - Teamleider pers- en publieksvoorlichting Output Van wie Naar wie GEO en/of GBA informatie Teamleider registratie slachtoffers Hoofd registratie Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider registratie slachtoffers Hoofd registratie Overdrachtsdossier nafase Teamleider registratie slachtoffers - Hoofd registratie - Hoofd ondersteuning - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen Pagina 38 van 115 Versie juli 2014

39 - Taakkaart teamleider registratie slachtoffers - Checklists uitvoering registratie slachtoffers - Checklist team registratie slachtoffers (benodigde faciliteiten en functionarissen, denk hierbij aan de multi functionarissen inrichting) - slijst regionale team registratie slachtoffers Positionering in de structuur Relatie met mono: - Teamleider opvang - voor een goede communicatie over, waar de mensen worden opgevangen en waar dus slachtoffers geregistreerd moeten worden. - Teamleider verwanten informatie binnen het proces communicatie zodat men bij verwanten informatie precies weet wat men kan communiceren over de slachtoffers. O.a. waar de slachtoffers verblijven. Maar ook om vanuit verwanten informatie, gegevens te ontvangen van burgers die mensen zoeken of mensen die zich telefonisch melden. Multi: - Politie- Identificatie, transport overledenen, ontruimen, ontsmetten, hierover moet contact zijn met de politie, zodat het team weet wie er is overleden en waar die persoon op dat moment is. En dus ook waar de overledenen naar toe worden gebracht. Wie van de politie hiervoor? Als de brandweer mensen ontsmet, dan moet de politie deze mensen registreren, zodat in de nafase deze mensen nog terug te vinden zijn. Bij een ontruiming moet de politie aangeven waar ze deze mensen opvangen of wie er is ontruimd en waar deze mensen verblijven. Dit geld ook voor mensen die door de brandweer zijn gered en niet zijn overgedragen aan de Geneeskundige hulpverlening. - Acute gezondheidszorg, met de acute gezondheidszorg contact houden wie er allemaal gewond zijn, hoe erg men gewond is (T1, T2, T3) en waar de gewonde slachtoffers verblijven. Pagina 39 van 115 Versie juli 2014

40 3.6.3 Deelproces registratie schade Hoofd Registratie Teamleider registratie slachtoffers Teamleider registratie schade Verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces is teamleider registratie schade. Doel Middels het registreren van schademeldingen het zo goed mogelijk in beeld brengen van de aard en omvang van de schade aan het (R)BT, mede ten behoeve van (eventuele) zorgvraag in de nafase. Doelgroep (R)BT ROT Gedupeerden Overheid (Dienst Regelingen) Salvage -Verzekeraars Randvoorwaarden/uitgangspunten Het proces registratie schade wordt uitgevoerd door de stichting Salvage. Pagina 40 van 115 Versie juli 2014

41 Voorbereiden registratie schade De teamleider registratie schade bereidt, aan de hand van de inzetopdracht, de registratie voor. De inzetopdracht van het hoofd registratie vraagt om het verzorgen van de registratie van de schademeldingen voor het opstellen van een geschat/globaal schadebeeld. De teamleider registratie schade is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. Hij vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident en de behoefte aan registratie aan de hand van de inzetopdracht registratie schade, het situatie beeld en het bevolkingszorgbeeld. Hij analyseert en vormt een oordeel over de wijze waarop de registratie gerealiseerd kan worden. Op basis hiervan bepaalt hij de aanpak en maakt hij een inzetplan registratie schade. De teamleider registratie schade alarmeert de stichting Salvage. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd registratie Teamleider registratie schade situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd Teamleider registratie schade informatie Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider registratie schade Hoofd registratie Uitvoeren registratie schade De stichting Salvage voert de registratie uit. Op basis van het inzetplan kan worden gestart met de uitvoering van het proces. De teamleider registratie schade zet hiertoe de stichting Salvage in om alle schademeldingen te registreren voor een actueel schadebeeld. De teamleider rapporteert periodiek afhankelijk van de situatie aan het hoofd informatie. Met deze overlegt hij ook over de voortgang van de registratie. Het actueel schadebeeld wordt, via het hoofd informatie, door de AC Bz besproken in het ROT. Daarna ter vaststelling voorgelegd aan het (R)BT. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden medegedeeld aan het hoofd informatie met behulp van het product voortgangs- en afwijkingsinformatie. Dit kan leiden tot aanpassing van de inzetopdracht. Komt de teamleider registratie schade tot de conclusie dat bepaalde voorzieningen of faciliteiten, die niet aanwezig zijn op de locatie, op korte of langere termijn nodig zijn, dan dient hij een gemotiveerd verzoek hiertoe in bij het hoofd informatie. Is beëindiging van de registratie in zicht, dan bereidt de teamleider samen met zijn team de afbouw voor/ of vindt een doorstart plaats in de nafase (zie proces preparatie nafase). Alle activiteiten en besluiten die genomen/uitgevoerd worden, worden vastgelegd in het logboek. De teamleider is hiervoor verantwoordelijk. Pagina 41 van 115 Versie juli 2014

42 Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider registratie schade Salvage Actueel Schadebeeld Salvage Teamleider registratie schade Output Van wie Naar wie Afwijkingsinformatie Voortgangsinformatie Teamleider registratie schade Hoofd registratie Logboek Teamleider registratie schade Hoofd registratie Actueel schadebeeld Teamleider registratie schade - Hoofd registratie - Hoofd informatie - AC Bz - ROT - (R)BT Overdracht dossier nafase Teamleider registratie schade - Hoofd registratie - Hoofd ondersteuning - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider registratie schade - Contactgegevens stichting Salvage - Gegevens zelfregistratiemodule - Inzetopdracht registratie schade Positionering in de structuur Bevolkingszorg (mono) Publieksvoorlichting (voor bekendmaking meldpunt schade) Registratie slachtoffers (complementeren registratiebestand) Preparatie nafase (overdrachtsdossier) Overige processen (multi) Brand- en ongevalsbestrijding (brandweer) (indicatie omvang en soort schadebeeld) Opsporing/opsporingsexpertise (politie) (toedracht schade) Pagina 42 van 115 Versie juli 2014

43 3.6 Proces Ondersteuning Het proces Ondersteuning bestaat uit de volgende deelprocessen: bestuursondersteuning, facilitaire ondersteuning en preparatie Nafase. Het hoofd taakorganisatie Ondersteuning draagt zorg voor de voorbereiding op deze processen. Daarnaast kunnen de hoofden van de stafsectie bevolkingszorg een beroep doen op mens en middelen indien hun eigen taakorganisatie hier niet meer in kan voorzien. Doel Te bereiken dat de Sectie Bevolkingszorg op een adequate wijze wordt ondersteund op het gebied van mens en middelen. Doelgroep Sectie Bevolkingszorg Hulpmiddelen - Taakkaart hoofd ondersteuning - slijsten team bevolkingszorg Deelproces bestuursondersteuning Hoofd Ondersteuning Teamleider bestuursondersteuning Teamleider preparatie nafase Teamleider Facilitaire ondersteuning Bestuursondersteuning bestaat uit de volgende deelgebieden: juridische ondersteuning, financiële en protocollaire zaken. Verantwoordelijk voor de uitvoering is de teamleider Bestuursondersteuning. Het team bestuursondersteuning bestaat uit de volgende functies: - Juridisch bestuursadviseur - Financieel bestuursadviseur - Protocollair bestuursadviseur - Informatiecoördinator Doel - Te bereiken dat het (R)BT op adequate wijze wordt ondersteund op het gebied van juridische en financiële zaken, protocollaire, representatieve en kabinetszaken. Pagina 43 van 115 Versie juli 2014

44 Doelgroep ROT (R)BT Bestuur getroffen gemeente Randvoorwaarden/uitgangspunten - De medewerkers zijn bekend met de werkwijze van de gemeente waar zij ondersteuning bieden. - Juristen zijn lokale functionarissen. Indien juridische expertise gewenst is (bijvoorbeeld voor het opstellen van een noodverordening) kan een beroep gedaan worden op regionale experts. - Voor de financiële zaken is lokale kennis vereist, evenals voor de protocollaire zaken. Indien extra expertise gewenst, is kan een beroep gedaan worden op regionale experts. Voorbereiden bestuursondersteuning De teamleider bestuursondersteuning bereidt het proces voor onder verantwoordelijkheid van het hoofd ondersteuning De inzetopdracht van het hoofd ondersteuning vraagt om bestuursondersteuning. De teamleider bestuursondersteuning is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. De teamleider bestuursondersteuning vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident. Daarnaast is het van belang om concreet in beeld te krijgen wat het (R)BT of de sectie bevolkingszorg nodig heeft van het team bestuursondersteuning. Op basis van deze beeldvorming bepaalt hij hoe de advisering en ondersteuning op het gebied van juridische (bijvoorbeeld noodverordeningen of mate van aansprakelijkheid), financiële en/of protocollaire zaken vorm gegeven wordt. Aan de hand hiervan maakt de teamleider een inzetplan. Hierbij maakt hij gebruik van de taakkaarten en planvorming die al in de koude fase zijn gemaakt. Afhankelijk van de aard van het incident en het aantal benodigde mensen, doet hij een aanvraag voor mensen en middelen bij het hoofd Ondersteuning. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd ondersteuning Teamleider bestuursondersteuning Situatie beeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd informatie Output Van wie Naar wie Teamleider bestuursondersteuning Inzetplan Teamleider bestuursondersteuning - Hoofd ondersteuning - Hoofd informatie Aanvraag (extra) mensen en Teamleider bestuursondersteuning Hoofd ondersteuning middelen Pagina 44 van 115 Versie juli 2014

45 Uitvoeren bestuursondersteuning Het team bestuursondersteuning voert de bestuursondersteuning uit Aan de hand van het inzetplan (incl. opdrachten) worden mensen, middelen verworven en locatie(s) ingericht. Het team bestuursondersteuning zorgt dat de activiteiten uitgevoerd worden. Er wordt informatie verstrekt over de voortgang van de uitvoering. Eventuele afwijkingen in de uitvoering worden medegedeeld aan het hoofd ondersteuning, zodat nieuwe besluiten kunnen worden genomen. Zodra het advies/voorstel gereed is, wordt dit via het hoofd ondersteuning door de AC Bz ingebracht in het ROT. Indien het ROT akkoord is, wordt aan het (R)BT een besluit gevraagd. Daarna kan uitvoering worden gegeven aan de activiteiten. Deze worden door de OL bij de AC s weggezet. Na beëindiging van de activiteiten wordt gestart met de afbouw van het proces of vindt een doorstart plaats in de nafase (zie proces preparatie nafase). Alle activiteiten worden vastgelegd in een logboek. Input Van wie Naar wie Inzetplan (incl. opdrachten) Teamleider bestuursondersteuning - Hoofd ondersteuning - AC Bz Output Van wie Naar wie Logboek Teamleider bestuursondersteuning Hoofd ondersteuning Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Optioneel: - concept noodbevel, noodverordening - financieel advies - protocollair advies Overdracht dossier nafase Teamleider bestuursondersteuning Hoofd ondersteuning Teamleider bestuursondersteuning - Hoofd ondersteuning - AC Bz - ROT - (R)BT Teamleider bestuursondersteuning - Hoofd ondersteuning - Hoofd informatie - Teamleider preparatie nafase Hulpmiddelen - Taakkaarten: hoofd ondersteuning teamleider bestuursondersteuning, - slijst team bestuursondersteuning - Lijst met regionale experts op het gebied van juridische, financiële en protocollaire ondersteuning - Checklist team bestuursondersteuning - Checklist bestuurlijk-juridisch protocollaire activiteiten?? - Format noodverordeningen, noodbevelen Pagina 45 van 115 Versie juli 2014

46 Positionering in de structuur Monodisciplinair (positie van proces in structuur gemeentelijke crisisbeheersing): - M.b.t. leidinggeven in dit proces: Op gemeentelijk niveau initieert de AC Bz het proces. - M.b.t. samenwerken in dit proces: Binnen de gemeentelijke crisisbeheersing wordt samengewerkt met het zowel het (R)BT als alle teams binnen de sectie bevolkingszorg. Hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn als volgt:: Het (R)BT heeft als taak om besluiten te nemen met betrekking tot de aanpak van de crisis/calamiteit. Adviseurs met betrekking tot financiële, protocollaire en juridische zaken kunnen via het team bestuursondersteuning het (R)BT ondersteunen bij deze besluitvorming. Relatie met andere processen: - communicatie heeft de taak om o.a. de communicatieaspecten rond juridische, financiële en protocollaire zaken voor te bereiden en uit te voeren. De verantwoordelijkheid en de benodigde bevoegdheden liggen bij het hoofd communicatie; - publieke zorg: i.v.m. de gemaakte kosten ten behoeve van het opvangen en voorzien in primaire levensbehoeften; - omgevingszorg: i.v.m. mogelijke juridische ondersteuning en consequenties van bepaalde maatregelen en kosten van bepaalde inzet mensen en middelen; - evacuatie: i.v.m. gemaakte kosten ten behoeve van het grootschalig verplaatsen van mens en dier; - informatie: i.v.m. consequenties schade? Kosten, juridische check; - het team preparatie nafase maakt in de acute fase een plan van aanpak nafase. Bestuursondersteuning is een thema voor de nafase. Afstemming moet plaatsvinden tussen de beide teamleiders voor een goede overdracht van de crisisorganisatie naar de nafase ; - ordehandhaving politie: i.v.m. mogelijke inzet van noodbevoegdheden. Multidisciplinair (positie van proces in structuur multidisciplinaire crisisbeheersing): - M.b.t. het bevoegd gezag Voorstellen/adviezen dienen voorgelegd te worden aan het (R)BT. - M.b.t. leidinggeven in dit proces: Op multidisciplinair niveau initieert de OL het proces. - M.b.t. samenwerken in dit proces: Op multidisciplinair niveau kan als volgt worden samengewerkt: o o o M.b.t. politiezorg,: uitvoering geven aan bijvoorbeeld noodverordeningen, of noodbevelen. M.b.t. partners: uitvoering geven aan facilitaire zaken, zoals catering en postbezorging samenwerken met stadsbank; M.b.t. tot burgers/bedrijven: bijvoorbeeld belangenverenigingen Pagina 46 van 115 Versie juli 2014

47 3.6.2 Deelproces preparatie nafase Hoofd Ondersteuning Teamleider bestuursondersteuning Teamleider preparatie nafase Teamleider Facilitaire ondersteuning Verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces preparatie nafase is de teamleider preparatie nafase. Afhankelijk van de crisis/ramp worden lokale/regionale experts betrokken bij de uitvoering van het proces. Doel Het ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie nafase 2, door in de acute fase een plan van aanpak/advies nafase op te stellen en te laten vaststellen. Doelgroep (R)BT Projectorganisatie Nafase binnen getroffen gemeente(n) Randvoorwaarden/uitgangspunten De medewerkers hebben toegang tot en kennis van de (geautomatiseerde) systemen die benodigd zijn om hun taken uit te voeren. Prestatie-eisen 1. Voordat de acute fase van de crisis is afgerond (normaliter binnen 24 uur) is een plan van aanpak voor de herstelfase opgesteld met als doel het zorgdragen voor een goede overdracht, waarin aandacht is voor: - interne procesorganisatie en zorg aan de eigen organisatie - de wijze waarop slachtoffers ondersteund worden als het gaat om de schade afhandeling, verwijzing naar psychosociale hulpverlening, et cetera - collectieve rouwverwerking - communicatie, evaluatie en verantwoording over de crisis 2. Het eerste concept plan van aanpak nafase wordt gebruikt als afschalingsdocument en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het beleidsteam. 2 In het plan van aanpak/advies van de projectorganisatie nafase worden alle crisisbeheersingsprocessen geborgd, die nog niet zijn afgerond in de acute fase. Pagina 47 van 115 Versie juli 2014

48 Voorbereiden preparatie nafase De teamleider preparatie nafase bereidt aan de hand van de inzetopdracht van het hoofd ondersteuning de nafase voor. De inzetopdracht van de hoofd ondersteuning vraagt om het opstellen van een plan van aanpak/advies voor de nafase. De teamleider preparatie nafase is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. De teamleider vormt zich een beeld aan de hand van de aard en omvang van het incident en de behoefte aan nazorg. Aan de hand hiervan maakt de teamleider een inzetplan. Indien nodig doet hij bij het hoofd ondersteuning een aanvraag voor extra mensen en middelen, boven de beschikbare capaciteiten en mogelijkheden. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd ondersteuning Teamleider preparatie nafase Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd Teamleider preparatie nafase informatie Output Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider preparatie nafase - Hoofd ondersteuning Aanvraag (extra) mensen en middelen Teamleider preparatie nafase - Hoofd informatie Hoofd ondersteuning Uitvoeren preparatie nafase Het team preparatie nafase voert de voorbereiding op de nafase uit Het team preparatie nafase voert aan de hand van het inzetplan de voorbereiding op de nafase uit. Op basis van het inzetplan maakt het team een plan van aanpak/advies voor de nafase. In dit plan/advies worden o.a. voorstellen gedaan over: 1. de organisatievorm van de nafase; 2. welke onderwerpen opgepakt moeten worden in de nafase; 3. de borging van crisisbeheersingsprocessen die doorlopen in de nafase. Tijdens het opstellen van het plan van aanpak/advies worden eventuele afwijkingen in de uitvoering door de teamleider medegedeeld aan het hoofd ondersteuning met behulp van het product voortgangs- en afwijkingsinformatie. Dit kan leiden tot aanpassing van de inzetopdracht. De activiteiten van het team preparatie nafase worden vastgelegd in een logboek. Pagina 48 van 115 Versie juli 2014

49 Wanneer het plan van aanpak/advies voor de nafase gereed is, biedt het hoofd ondersteuning dit plan aan de AC Bz aan. De AC Bz legt het plan vervolgens voor aan het ROT, waarna het ROT het ter besluitvorming voorlegt aan het (R)BT. Na akkoord van het (R)BT, wordt het plan doorgeleid naar de (reguliere) gemeentelijke organisatie ten behoeve van een (eventuele) projectorganisatie nafase. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider preparatie nafase Team preparatie nafase Output Van wie Naar wie Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider preparatie nafase Hoofd ondersteuning Logboek Teamleider preparatie nafase Hoofd ondersteuning Plan van aanpak/advies t.b.v. nafase Teamleider preparatie nafase - Hoofd ondersteuning - AC Bz - ROT - (R)BT - Colleges van B&W van de getroffe(n) gemeente(n) Hulpmiddelen - Taakkaart teamleider preparatie Nafase - Format plan van aanpak projectorganisatie nafase (overdrachtsformulier). - Checklist team preparatie nafase - Checklist thema s nafase - Checklist externe expertise inclusief korte taakomschrijving - slijst team preparatie nafase Positionering in de structuur Monodisciplinair (positie van proces in structuur gemeentelijke crisisbeheersing): - M.b.t. leidinggeven in dit proces: Het hoofd ondersteuning geeft leiding aan het proces preparatie nafase. De teamleider preparatie nafase geeft leiding aan de operationele uitvoering van dit proces en voert de inzetopdracht voor de preparatie van de nafase uit. Op een bepaald moment is er het kantelmoment van crisis naar nafase. De afschaling (van crisis naar nafase) vindt alleen plaats wanneer het aangeboden plan van aanpak/advies is vastgesteld door het (R)BT, zodat continuïteit is gewaarborgd. Na deze afschaling gaat in de meeste gevallen een projectorganisatie nafase, onder verantwoordelijkheid van het college B&W, verder met de organisatie en uitvoering van de nafase. - M.b.t. samenwerken in dit proces: Bij het proces preparatie nafase wordt samengewerkt met interne partners (partners in het ROT) en daar waar nodig externe partners (rijksheren of andere instanties), om een plan van aanpak op te stellen. Het plan van aanpak bevat namelijk vaak ook onderwerpen die andere instanties/overheden moeten uitvoeren, onder regie van de gemeenten. Pagina 49 van 115 Versie juli 2014

50 Relatie met andere processen: Bijzondere uitvaartzorg Pers- en publieksvoorlichting Milieubeheer Bouwbeheer Ruimtebeheer Opvang Verwanteninformatie Registratie slachtoffers Registratie schade Verslaglegging T.b.v. de nafase vindt er een inhoudelijke overdracht plaats naar het team preparatie nafase van de processen die operationeel geweest zijn. Multidisciplinair (positie van proces in structuur multidisciplinaire crisisbeheersing): - M.b.t. leidinggeven en samenwerken in dit proces: Multidisciplinair ligt de leiding bij de OL in het ROT. Tijdens de vergaderingen in het ROT dient het proces preparatie nafase op de agenda te staan. De AC Bz in het ROT vraagt aan de andere teams na te denken over onderwerpen die tijdens de nafase een rol kunnen spelen en deze aan hem terug te koppelen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan een multidisciplinair plan van aanpak voor de nafase, dat vervolgens gedragen kan worden vastgesteld door alle disciplines binnen het ROT. Afschaling van het ROT kan plaatsvinden nadat het plan van aanpak nafase is goedgekeurd door het (R)BT. Een goede overdracht van doorlopende werkzaamheden/taken van de diverse partners is dan geborgd. Pagina 50 van 115 Versie juli 2014

51 3.6.3 Deelproces facilitaire ondersteuning Hoofd Ondersteuning Teamleider bestuursondersteuning Teamleider preparatie nafase Teamleider Facilitaire ondersteuning Facilitaire ondersteuning bestaat uit de volgende deelgebieden: facilitair, ICT, catering en archief. Verantwoordelijk voor de uitvoering is de teamleider facilitaire ondersteuning. Binnen het team facilitaire ondersteuning kunnen de volgende functies worden bekleed: - facilitair medewerker; - ICT medewerker; - catering medewerker ; - archief medewerker; - medewerker receptie/telefonie; - informatiecoördinator. Doel Het op de juiste tijd en juiste plaats leveren van personele en facilitaire voorzieningen zodat het GBT en het team bevolkingszorg (lokaal) optimaal kunnen functioneren in het gemeentelijk crisiscentrum. Doelgroep GBT Team bevolkingszorg (lokaal) Randvoorwaarden/uitgangspunten - Binnen één uur een operationeel GCC (of vervangende locatie). - van bodes (ontsluiting gemeentehuis), ICT en telefonistes gelijktijdig met de leden van het BT. - ICT omgeving moet voor externen beschikbaar zijn. - Ontsluiting naar systemen van de Veiligheidsregio Twente. - Afspraken met externen (stroomvoorziening, catering e.d.). - De teamleider facilitaire ondersteuning heeft het mandaat om in voorkomende gevallen zonder weerstand van de managers of anderen een beroep te kunnen doen op personeel, dat deel uitmaakt van de onder dit draaiboek vallende groep. - De brandweer organisatie draag zorg voor de facilitaire ondersteuning van het regionaal coördinatie centrum, waar de sectie bevolkingszorg (AC Bz en hoofden) zijn gehuisvest. Pagina 51 van 115 Versie juli 2014

52 Voorbereiden facilitaire ondersteuning De teamleider facilitaire ondersteuning bereidt aan de hand van de inzetopdracht de facilitaire ondersteuning voor. De inzetopdracht van het hoofd ondersteuning vraagt om facilitaire ondersteuning. De teamleider facilitaire ondersteuning is de aangewezen verantwoordelijke voor de operationele voorbereiding van dit proces. Hij vormt zich een beeld van aard en omvang van het incident. Op basis van deze beeldvorming bepaalt hij hoe de facilitaire ondersteuning vorm moet worden gegeven en maakt aan de hand hiervan een inzetplan. Hierbij maakt hij gebruik van de taakkaarten en planvorming die al in de koude fase zijn gemaakt. Afhankelijk van de aard van het incident en het aantal benodigde mensen, doet hij een aanvraag voor mensen en middelen. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht Hoofd ondersteuning Teamleider facilitaire ondersteuning Situatiebeeld/bevolkingszorgbeeld IM CoPI of IM ROT/Hoofd informatie Output Van wie Naar wie Inzetplan Aanvraag (extra) mensen en middelen Teamleider facilitaire ondersteuning Teamleider facilitaire ondersteuning Teamleider facilitaire ondersteuning - Hoofd ondersteuning - Hoofd informatie Hoofd ondersteuning Uitvoeren facilitaire ondersteuning Het team facilitaire ondersteuning voert de facilitaire ondersteuning uit. Op basis van het inzetplan kan worden gestart met de uitvoering van het proces. De teamleider zet de opdrachten uit bij het team. De uitvoering van dit proces start, voor een deel, al bij de alarmering van het beleidsteam. De onderdelen ontsluiting van het gemeentehuis, bemensing van de telefooncentrale en ICT worden direct bij de alarmering meegenomen. Er wordt informatie verstrekt over de voortgang van de uitvoering. Eventuele afwijkingen of knelpunten in de uitvoering worden meegedeeld aan het hoofd ondersteuning, zodat nieuwe besluiten kunnen worden genomen. Input Van wie Naar wie Inzetplan Teamleider facilitaire Team facilitaire ondersteuning ondersteuning Output Van wie Naar wie Pagina 52 van 115 Versie juli 2014

53 Voortgangsinformatie Afwijkingsinformatie Teamleider facilitaire ondersteuning - Hoofd ondersteuning - Hoofd informatie Hulpmiddelen - Taakkaarten: hoofd ondersteuning teamleider facilitaire ondersteuning - slijst facilitaire ondersteuning (incl communicator) - Checklist inrichting ruimte BT - Checklist team facilitaire ondersteuning (ontsluiting gemeentehuis, instructie teamleiders, toegangscontrole, catering etc.) Pagina 53 van 115 Versie juli 2014

54 Procedure alarmering bevolkingszorg Versie 0.1 JR Versie 0.2 JR Versie 0.3 JR Versie 0.4 JR Versie 0.5 JR Versie 0.6 JR Versie 0.7 JR Versie 1.1 JR Versie 1.2 JR Versie 1.3 JR Versie 1.4 JR Pagina 54 van 115 Versie juli 2014

55 Inleiding Doel Doelgroep Verantwoordelijkheid Organisatie van de alarmering Op basis van het Besluit veiligheidsregio s is de meldkamer verantwoordelijk voor grootschalige alarmering. Om de alarmering van de sectie bevolkingszorg goed te laten verlopen is deze procedure alarmering bevolkingszorg opgesteld. Doel van de procedure alarmering bevolkingszorg is het activeren van alle voor de crisisbeheersing benodigde functionarissen en instanties. Alle bij de bevolkingszorg betrokken organisaties, instanties en personen. De algemeen commandant bevolkingszorg (AC Bz) is verantwoordelijk voor de alarmering. De adviseur bevolkingszorg ROT checkt de alarmering van de leden van de sectie bevolkingszorg. De adviseur bevolkingszorg ROT dient aan de hand van deze lijst de lacunes in de bezetting van het beleidsteam vast te stellen en met deze informatie de burgemeester te informeren en adviseren. In principe wordt voor de alarmering gebruikt gemaakt van het op de Meldkamer Twente in gebruik zijnde elektronische systeem Communicator. Primair is het de verantwoordelijkheid van het veiligheidsbureau om te zorgen dat de gegevens die daar worden gebruikt actueel zijn. Het gebruik van de Communicator wordt één keer per kwartaal geoefend. Taken voorbereidende fase Het veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor het actueel houden van de alarmeringslijsten. De lokale ambtenaren openbare veiligheid hebben een doorgeeffunctie richting het veiligheidsbureau. Zodra er in een gemeente alarmeringsgegevens wijzigen, dan moet de AOV dit doorgeven aan het veiligheidsbureau. Benodigde faciliteiten voor de alarmering Naast de alarmering door de communicator, moeten de volgende gegevens bekend zijn bij: CoPI (OvD Bz) Actuele alarmeringsgegevens van: burgemeesters; gemeentesecretarissen; teamleiders; lokale AOV ers. Deze nummers staan op de GRIP 0 lijst, die per gemeente beschikbaar is. De GRIP 0 lijsten zijn te vinden op veiligheidsnet. ROT (algemeen commandant/adviseur bevolkingszorg ROT) Actuele alarmeringsgegevens van: gemeentesecretarissen; adviseurs crisisbeheersing BT; hoofden taakorganisatie; teamleiders. Deze nummers staan op alarmeringslijsten op veiligheidsnet. Gemeentelijke opschaling Bij veel incidenten is inzet van bevolkingszorg gewenst. Dat varieert van de controle op instortingsgevaar tot het coördineren van een grootschalig Pagina 55 van 115 Versie juli 2014

56 incident ten behoeve van de bevolkingszorg. Gemeentelijke inzet tijdens incidenten vraagt om een duidelijke alarmering- en opschalingstructuur binnen de gemeentelijke kolom. Opschaling bevolkingszorg binnen de GRIP procedure Geen GRIP Er wordt, door de meldkamer, gewerkt vanaf de GRIP 0 lijst. Indien deze lijst niet werkt, dan wordt door de meldkamer de OvD Bz gebeld. Deze kan de lokale AOV er bellen voor hulp en advies. De HOvD kan de OvD Bz voor advies bellen. GRIP 1 De OvD Bz wordt gealarmeerd. De OvD Bz gaat naar plaats incident. Voor het uitvoeren van gemeentelijke taken belt de OvD Bz, indien mogelijk, de mensen op de ondersteuningslijst. Mocht deze lijst niet vol-/afdoende zijn, dan belt de OvD Bz één of meerdere teamleiders (afhankelijk van het incident). Het informeren van de burgemeester wordt afgestemd met de leider CoPI. De AC Bz krijgt de alarmering via de pager (dit als voorwaarschuwing, hij/zij onderneemt geen actie) De OvD Bz informeert de gemeentesecretaris en stemt o.a. financiële aspecten van het incident af. De lokale AOV er heeft, in beginsel, geen rol bij GRIP 1, maar: o wordt wel geïnformeerd door de OvD Bz; o kan gebeld worden voor lokale informatie; o kan gebeld worden voor ondersteuning van de OvD Bz De teamleiders handelen, indien mogelijk, zelf zaken af. Mocht dit niet kunnen, dan bellen zij de lokale teamleden. GRIP 2 De sectie bevolkingszorg ROT wordt, met uitzondering van de Algemeen Commandant, via de communicator gealarmeerd. De Algemeen Commandant Bevolkingszorg wordt via de pager gealarmeerd. Tot de sectie bevolkingszorg behoren de volgende functies: Algemeen Commandant bevolkingszorg; adviseur bevolkingszorg ROT; hoofden taakorganisatie; adviseur stafsectie bevolkingszorg. De hoofden taakorganisatie beoordelen in overleg welke processen gealarmeerd dienen te worden en bellen de benodigde teamleiders De teamleiders alarmeren de benodigde teamleden. De Algemeen Commandant bevolkingszorg informeert de lokale gemeentesecretaris. De adviseur bevolkingszorg ROT informeert de lokale AOV er. GRIP 3 Pagina 56 van 115 Versie juli 2014

57 Het gemeentelijk beleidsteam wordt via de communicator gealarmeerd. Het gemeentelijk beleidsteam bestaat uit de volgende functies: burgemeester strategisch adviseur bevolkingszorg; strategisch adviseur brandweerzorg; strategisch adviseur politiezorg; strategisch adviseur geneeskundige zorg (pager); strategisch communicatieadviseur; adviseur crisisbeheersing BT; informatiemanager BT. Daarnaast worden via de communicator ook de volgende functies gealarmeerd: ontsluiting gemeentehuis; telefonie; ICT; De teamleiders alarmeren de lokale teamleden. GRIP 4 Er komt een regionaal beleidsteam, vanuit bevolkingszorg worden de volgende functies gealarmeerd: - burgemeesters van de getroffen gemeenten (telefonisch); - strategisch adviseurs bevolkingszorg (CGS); - adviseur crisisbeheersing (R)BT; - informatiemanager. Afhankelijk van de manier opschalen worden bovenstaande functionarissen telefonisch dan wel via de communicator gealarmeerd. Opschaling van GRIP 2 naar GRIP 4 Bij opschaling van GRIP 2 naar GRIP 4 worden met uitzondering van betrokken burgemeesters alle genoemde personen via de communicator gealarmeerd. De benodigde teamleiders worden bij opschaling van GRIP 2 GRIP 4 telefonisch gealarmeerd om zodoende de opkomstlocatie te kunnen doorgeven. Opschaling van GRIP 3 en GRIP 4 De betrokken burgemeesters worden telefonisch gealarmeerd. Bij opschaling van GRIP 3 naar GRIP 4 wordt de strategisch adviseur bevolkingszorg (CGS) gealarmeerd via de communicator. De overige functionarissen zijn al in functie en gaan door naar het RBT. De teamleiders en teamleden blijven in de gemeente waar GRIP 3 is gestart. Mono opschaling Gemeenten moeten ook, los van de GRIP, binnen hun eigen kolom kunnen opschalen (mono opschaling) en alarmeren: bijvoorbeeld de nafase van een gaslek of in geval van openbare orde problematiek (er is dan geen CoPI). Flexibiliteit bij het opschalen binnen de eigen kolom is gewenst. Bij mono opschaling worden de benodigde functionarissen gebeld. Pagina 57 van 115 Versie juli 2014

58 4 Politiezorg De politiezorg processen bestaan uit Ordehandhaving, Opsporing, Mobiliteit, Bewaken en Beveiligen, Opsporingsexpertise en Interventie. De ondersteunende processen zijn Informatie en Ondersteuning. Verantwoordelijk voor de uitvoering van deze processen is de Algemeen Commandant Politiezorg. 4.1 Proces Ordehandhaving Onder Ordehandhaving vallen de volgende deelprocessen: crowdmanagement (scheppen van gewenste orde), crowdcontrol (handhaven van bestaande orde) en riotcontrol ( herstel van de gewenste bestaande orde). Het hoofd ordehandhaving prepareert de inzetopdrachten voor de processen en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taakorganisatie ordehandhaving. Functies binnen het proces Ordehandhaving Hoofd Ordehandhaving Teamcommandanten openbare orde Commandant ME Commandant AE Commandanten speciale eenheden ( honden / paarden/ videovoertuig) Commandant Verkenningseenheid In de bijlage is de taakkaart Hoofd Orde Handhaving uitgewerkt Deelproces crowdmanagement Doel Het scheppen van orde in het gebied waar de crisis of ramp zich voordoet Doelgroep Burger Randvoorwaarden Voor het opstarten van dit proces is een opdracht nodig van het bevoegd gezag. Uitvoering Regulier politieproces In speciale gevallen zullen er ter handhaving van de openbare orde specifieke crowdcontrol maatregelen, zoals publieksgeleiding, dranghekken, beeldschermen, plaatsing van podia, etc. door derden (gemeenten of organisatoren van evenementen) dienen te worden genomen in overleg en goedkeuring met het hoofd ordehandhaving. Hulpmiddelen Deeldraaiboek politiezorg. : Journaal actiecentrum politie, journaal diverse onderdelen, registratie BVH Pagina 58 van 115 Versie juli 2014

59 4.1.2 Deelproces Crowdcontrol Doel Het handhaven van de bestaande orde in een gebied waar de crisis of ramp zich voordoet. Doelgroep Burgers Randvoorwaarden Voor het opstarten van dit proces is een opdracht nodig van het bevoegd gezag. Procesbeschrijving Regulier politieproces Hulpmiddelen Draaiboek politiezorg Journaal actiecentrum politie / Registratie BVH Deelproces Riotcontrol Doel Het handhaven van de bestaande orde in een gebied waar de crisis of ramp zich voordoet. Doelgroep Burgers Randvoorwaarden Voor het opstarten van dit proces is een opdracht nodig van het bevoegd gezag. Procesbeschrijving Regulier politieproces Journaal actiecentrum politie, journaal ME commandant Hulpmiddelen Deeldraaiboek politiezorg. Pagina 59 van 115 Versie juli 2014

60 4.2 Proces Opsporing Onder opsporing vallen de volgende deelprocessen: grootschalige opsporing (uitgebreide omvang van recherche onderzoek), bijzondere opsporing (gebruik van bijzondere bevoegdheden en methodieken), arrestantenafhandeling (afhandeling van grote aantallen arrestanten) en opsporingsexpertise (het verzamelen van informatie en het geven van signalen die kunnen bijdragen aan oplossingen). Het Hoofd Opsporing prepareert de inzetopdrachten voor de processen en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taakorganisatie opsporing. Functies binnen het proces opsporing Hoofd Opsporing o Teamleiders opsporing, inclusief opsporingsexpertise o Taakcommandant recherchemaatregelen o Taakcommandant grootschalige opsporing o Taakcommandant bijzondere opsporing o Taakcommandant onderhandelen o Taakcommandant Arrestatie en ondersteuningseenheid. o Taakcommandant Specialistische Recherchetoepassingen. In de bijlage is de taakkaart Hoofd Opsporing uitgewerkt Deelproces grootschalige opsporing Doel In opdracht van het Openbaar Ministerie instellen van het recherche onderzoek naar de oorzaak van de crisis of ramp met als oogmerk het instellen van een strafvervolging dan wel vaststelling identiteit overledenen middel tactisch onderzoek Doelgroep potentieel verdachten / te identificeren personen Randvoorwaarden opdracht bevoegd gezag / wettelijk kader Procesbeschrijving Regulier politieproces journaal SGBO, journaal BVH, processen verbaal. Hulpmiddelen deelplan opsporing draaiboek politiezorg. Pagina 60 van 115 Versie juli 2014

61 4.2.2 Deelproces bijzondere opsporing Doel Door gebruik te maken van bijzondere bevoegdheden en methodieken tot een bewijsvoering komen om de crisis of ramp te bestrijden danwel te voorkomen Doelgroep Burgers Randvoorwaarden Opdracht bevoegd gezag / wettelijk kader. Voor het proces identificatie zijn specifieke randvoorwaarden noodzakelijk, die op landelijk niveau beschikbaar zijn. Op regionaal niveau dienen werkplekken en koelruimten beschikbaar te zijn. Procesbeschrijving Regulier politieproces journaal SGBO, journaal BVH, processen verbaal. Hulpmiddelen Specifieke uitruisting Deelproces arrestantenafhandeling Doel Tijdens de crisis of ramp aangehouden arrestanten afhandelen Doelgroep aangehouden of nog aan te houden verdachten Randvoorwaarden Conform bevoegdheid Wetboek van Strafvordering./wettelijk kader Voldoende celruimte en arrestanten vervoer. Procesbeschrijving Regulier politieproces proces-verbaal, BVH, BVO, arrestantenkaarten en journaals Hulpmiddelen Registratiemiddelen (waaronder arrestantenkaarten ed.) Deelproces explosievenverkenning/cbrne-onderzoek Doel Analyseren van meldingen en verkenning van verdachte objecten Doelgroep Potentieel bedreigden door bedreigingen Pagina 61 van 115 Versie juli 2014

62 Randvoorwaarden Deugdelijke melding, juiste alarmering TEV (Teamchef Explosieven en Veiligheid) Procesbeschrijving Regulier politieproces en protocol verdachte objecten BDS (Bom Data Systeem) confidentieel Hulpmiddelen Reguliere politie uitrusting voor explosieven verkenning protocol verdachte objecten Deelproces Politioneel onderhandelen Doel In contact treden en contact onderhouden met gijzelnemers/verdachten en/of slachtoffers. Doel vrij laten gegijzelden. Voorkomen van strafbare feiten Doelgroep slachtoffers/verdachten/ gegijzelden Randvoorwaarden wettelijke kaders en kaders aangereikt door beleidsteam en/of verantwoordelijk commandant. Procesbeschrijving interne procesbeschrijving journaals Hulpmiddelen audio en audiovisule middelen, communicatie middelen Deelproces specialistische observatie Doel Observeren van verdachten/slachtoffers al dan niet met behulp van techniek Doelgroep slachtoffers/verdachten Randvoorwaarden conform wettelijke kaders voldoende capaciteit beschikbaar Procesbeschrijving interne procesbeschrijving Pagina 62 van 115 Versie juli 2014

63 processen-verbaal, Journaal, verslagen Hulpmiddelen mensen/voertuigen en techniek Deelproces specialistische recherchetoepassingen Doel Met behulp van techniek verdachten en slachtoffers lokaliseren Doelgroep verdachten/slachtoffers Randvoorwaarden wettelijke kaders Procesbeschrijving interne procesbeschrijving processen-verbaal, Journaal, verslagen Hulpmiddelen techniek, waar onder audio en audiovisueel Deelproces specialistische forensische opsporing In de oorzaak en de gevolgen van de calamiteit (waarheidsvinding)forensisch technisch onderzoek op het Plaats Delict / inzet Landelijk Team Forensische Opsporing Doel het doen van forensisch technisch onderzoek op het PD om (mede) inzicht te krijgen in de oorzaak en de gevolgen van de calamiteit (waarheidsvinding) Doelgroep Betrokkenen bij de calamiteit Randvoorwaarden Procesbeschrijving Lokale FO is in principe verantwoordelijk voor het doen van een forensisch onderzoek op het Plaats Delict. Door de status van calamiteit kan het bevoegd gezag besluiten tot het inzetten van het Landelijk Team Forensisch Onderzoek (LTFO). Dit opereert rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van de Chef Opsporing. Bij het inzetten van het LTFO is meteen het proces slachtofferidentificatie geborgd. proces-verbaal, journaal, foto s, video/3 D scan Pagina 63 van 115 Versie juli 2014

64 Hulpmiddelen Divers- specialistisch Deelproces Aanhouden en ondersteunen Doel Aangehouden en nog aan te houden verdachten Doelgroep Verdachten en potentiële verdachten Randvoorwaarden Wettelijke kader Procesbeschrijving Strafvordering en regulier politieproces processen-verbaal aanhouding, journaal BVH/BVO Hulpmiddelen aanhoudingseenheid Pagina 64 van 115 Versie juli 2014

65 4.3 Proces Mobiliteit Onder het hoofdproces Mobiliteit vallen de volgende deelprocessen: dynamisch verkeersmanagement, statisch verkeersmanagement en verkeershandhaving en opsporing. Functies binnen het proces Mobiliteit Hoofd Mobiliteit o Commandant dynamisch verkeersmanagement o Commandant statisch verkeersmanagement o Commandant verkeershandhaving en opsporing o Verkeersadviseur In de bijlage is de taakkaart Hoofd mobiliteit uitgewerkt Deelproces Dynamisch verkeersmanagement (onder andere begidsen) Doel De mobiliteit over weg, water, lucht en rail te bevorderen of in stand te houden. Doelgroep Alle weggebruikers over weg, water, lucht en spoor (rail) Randvoorwaarden wettelijke kaders Beschikken over capaciteit (mensen, voertuigen en techniek) Procesbeschrijving Regulier politieproces Actueel beeld, informatie van externe partners Hulpmiddelen Mensen, voertuigen en techniek Deelproces Statisch verkeersmanagement (onder andere afzettingen) Doel De mobiliteit over weg, water, lucht en rail te bevorderen of in stand te houden, buiten het afgezette gebied. Voorkomen dat mensen in brongebied komen. Doelgroep Alle weggebruikers over weg, water, lucht en spoor (rail) Randvoorwaarden wettelijke kaders Beschikken over capaciteit (mensen, voertuigen en techniek) Pagina 65 van 115 Versie juli 2014

66 Procesbeschrijving Regulier politieproces en administratieve voorschriften van externe partners Actueel beeld, informatie van externe partners Hulpmiddelen Mensen, voertuigen en techniek Deelproces Verkeershandhaving en opsporing Doel De mobiliteit over weg, water, lucht en rail te bevorderen of in stand te houden. Doelgroep Verkeersovertreders (weg, water, lucht en spoor (rail)) en slachtoffers (waarheidsvinding) Randvoorwaarden wettelijke kaders Beschikken over capaciteit (mensen, voertuigen en techniek) Procesbeschrijving regulier politieproces en richtlijnen Openbaar Ministerie Actueel beeld, Iournaals, processen-verbaal en informatie externe partners. Hulpmiddelen Mensen, voertuigen en techniek Pagina 66 van 115 Versie juli 2014

67 4.4 Proces Bewaken en Beveiligen Onder het hoofdproces Bewaken en Beveiligen vallen de volgende deelprocessen: Bewaken en beveiligen van personen en bewaken en beveiligen van objecten en diensten. Functies binnen het proces Bewaken en Beveiligen Hoofd Bewaken en Beveiligen o Teamleider Bewaken en Beveiligen o Locatieleider Bewaken en Beveiligen In de bijlage is de taakkaart Hoofd Bewaken en beveiligen uitgewerkt Deelproces Bewaken en Beveiligen van personen, objecten, diensten en plaatsen Doel Het zorg dragen voor de veiligheid van personen, objecten, diensten en plaatsen, voor zover die zelf in redelijkheid, of de werkgever hiertoe niet in staat zijn. Uitgangspunt is dat een ieder voor zijn eigen veiligheid verantwoordelijk is. Doelgroep De bedreigden, die volledig medewerking geven bij het verstrekken van relevante informatie; Bevoegd gezag; NCTV. Randvoorwaarden Hulpmiddelen zijn beschikbaar zoals: cameratoezicht, alarmknoppen, bepantserde auto s /containers, persoonsbeveiliging etc. Een dreigingsinschatting moet zijn aangevraagd door de Hoofdofficier van Justitie danwel Burgemeester. Er dient sprake te zijn van het Stelsel Bewaken en Beveiligen / Aanwijzingscirculaire College PG s. De maatregelen worden beoordeeld naar aanleiding van de ernst van de impact en de inschatting van de waarschijnlijkheid dat die daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Procesbeschrijving Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de aanvraag van een dreigingsinschatting bij de portefeuillehouder B&B en het vaststellen van de te nemen maatregelen. De veiligheid van personen en diensten valt onder het domein strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en is de verantwoordelijkheid van de Hoofdofficier van Justitie, de bewaking van plaatsen en objecten valt onder de openbare orde is de verantwoordelijkheid van de Burgemeester. In veel gevallen zal er sprake zijn van besluitvorming in een driehoeksoverleg. Personen die volgens het Stelsel Bewaken en Beveiligen vallen onder het Rijksdomein vallen onder de verantwoordelijkheid van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de overige onder de verantwoordelijkheid van het decentrale oftewel lokale bevoegde gezag. Regulier politieproces dat nauwe samenhang kent met de informatievoorziening. Het Stelsel Bewaken en Beveiligen dan wel de aanwijzing van het college van Procureurs Generaal dient van toepassing te zijn. Belangrijk is dat over getroffen veiligheidsmaatregelen nimmer wordt gecommuniceerd. Actueel beeld, Aanvraag dreigingsinschatting (confidentieel), Besluit, registratie BVH, journaal SGBO (indien van toepassing) Hulpmiddelen Pagina 67 van 115 Versie juli 2014

68 Indien er maatregelen ter bewaking zijn vastgesteld door bevoegd gezag, zullen die door de politie worden uitgevoerd, die -indien de middelen ontoereikend zijn- een beroep kan doen op defensie. Indien nodig: cameratoezicht, alarmknoppen, bepantserde auto s /containers, persoonsbeveiliging etc. 4.5 Proces interventie Onder het hoofdproces Interventie vallen de deelprocessen: Arrestatieteam (AT), Observatieteam (OT) en Dienst Speciale Interventies (DSI) Functies binnen het hoofdproces Interventie Hoofd Interventie o Teamleiders o Bij inzet DSI van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) altijd hoofd Speciale Interventies o afkomstig van de DSI In de bijlage is de taakkaart Hoofd interventie uitgewerkt Deelproces Arrestatieteam Doel Het voorkomen van een (dreigende) aantasting van de integriteit van subjecten (personen), objecten en/of diensten met een minimum aan risico onder de gegeven omstandigheden. Doelgroep Aanhouden van verdachten in levensbedreigende situaties Randvoorwaarden Toestemming Hoofd Officier van Justitie (HOVJ) Procesbeschrijving regulier politieproces proces-verbaal aanhouding Hulpmiddelen specialistische uitrusting Deelproces Observatieteam Doel Observeren van verdachten/slachtoffers al dan niet met behulp van techniek Doelgroep Slachtoffers/verdachten Randvoorwaarden Conform wettelijke kaders Voldoende Capaciteit mensen/voertuigen en techniek Pagina 68 van 115 Versie juli 2014

69 Procesbeschrijving interne procesbeschrijving proces-verbaal aanhouding, journaal en verslagen Hulpmiddelen Mensen, voertuigen en techniek Deelproces DSI (Dienst Speciale Interventie) Doel Het voorkomen van een (dreigende) aantasting van de integriteit van subjecten (personen), objecten en/of diensten met een minimum aan risico onder de gegeven omstandigheden. Doelgroep Aanhouding van personen in levensbedreigende situaties en verdachten van terrorisme gerelateerde delicten. Randvoorwaarden Toestemming voor inzet van de Hoofd Officier van Justitie (HOvJ) Procesbeschrijving Regulier politieproces ( AC (Algemeen Commandant) DSI naast AC SGBO (Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden)). Proces-verbaal aanhouding Hulpmiddelen specialistische uitrusting Pagina 69 van 115 Versie juli 2014

70 4.6 Proces Informatie Onder het hoofdproces informatie van de politie zijn drie aspecten van belang: informatie binnen de monodisciplinaire processen, informatie tussen en monodisciplinaire processen en informatie tussen de multidisciplinaire partners. Functies binnen het hoofdproces Informatie Hoofd Informatie o Teamleiders o Operationele Experts o Generalisten Intelligence o Senioren Intelligence o Medewerkers Intelligence o Informatie runners o Waarnemers o Verkenners In de bijlage is de taakkaart Hoofd Informatie uitgewerkt Intelligence Doel Het analyseren, verwerken, veredelen en verstrekken van advies voor de sectie Politiezorg. Doelgroep Ordehandhaving, opsporing, Mobiliteit, Bewaken en Beveiligen, Opsporingsexpertise en interventie en overige (internationale) veiligheidspartners Randvoorwaarden wettelijke kaders Procesbeschrijving Inwinnen, veredelen, analyseren, vastleggen en verstrekken van informatie LOODS, verstrekkingen, IRS. Hulpmiddelen Politie en open bronnen Handhaven Netwerken Doel Het tijdig en in de juiste kwaliteit/kwantiteit verwerven van informatie voor het maken van een omgevingsbeeld voor de sectie Politiezorg. Doelgroep Ordehandhaving, opsporing, Mobiliteit, Bewaken en Beveiligen, Opsporingsexpertise en interventie en overige (internationale) veiligheidspartners Pagina 70 van 115 Versie juli 2014

71 Randvoorwaarden wettelijke kaders Procesbeschrijving Veredelen, analyseren, vastleggen en verstrekken van informatie LOODS, verstrekkingen, IRS. Hulpmiddelen Politie en open bronnen Pagina 71 van 115 Versie juli 2014

72 4.7 Proces Ondersteuning Functies binnen het hoofdproces Ondersteuning Hoofd Ondersteuning In de bijlage is de taakkaart Hoofd Ondersteuning uitgewerkt. Doel Het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit ter beschikking stellen van facilitaire en personele voorzieningen. Doelgroep Politiemedewerkers die betrokken zijn of ingezet worden bij het onderhavige incident. Randvoorwaarden Backoffice bemand met medewerkers deskundig op het gebied van personele planning en op het gebied van materiële en facilitaire zaken opererend vanuit geformuleerde beleidsuitgangspunten en voldoende middelen. Procesbeschrijving Op de juiste tijd, juiste plaats en in de juiste kwantiteit en kwaliteit personele en facilitaire voorzieningen (ver) werven, verwerken en leveren ten behoeve van de politie crisisorganisatie. Journaal, verslagen Hulpmiddelen divers, aangeleverd vanuit de backoffices Pagina 72 van 115 Versie juli 2014

73 5 Brandweerzorg De samenstelling van de Sectie Brandweerzorg wordt bepaald door de Algemeen Commandant Brandweerzorg en bestaat uit tenminste: o Algemeen Commandant Brandweerzorg (AC-B) o Hoofd Brand- en Ongevalsbestrijding o Meetplanleider (MPL) - De Sectie Brandweerzorg kan eventueel uitgebreid worden met: o Ondersteuningsmanagement (coördinatie) o Informatiemanagement (coördinatie) Het proces Brandweerzorg is opgedeeld in deelprocessen Brand- en Ongevalsbestrijding en Meetplanorganisatie en waarschuwen bevolking, die hieronder verder beschreven worden. De deelprocessen zijn gebaseerd op de leidraad grootschalig brandweeroptreden. 5.1 Proces Brand en Ongevalsbestrijding Het proces Brand en Ongevalsbestrijding omvat het redden van mens en dier, bestrijden van brand en emissie van gevaarlijke stoffen en technische hulpverlening. Het proces start na een melding van een incident waarbij afhankelijk van de grootte en de ernst opgeschaald kan worden. Doel - het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; - het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Randvoorwaarden - GRIP-regeling - Vakbekwaam personeel en een beschikbaarheidsregeling - Materieel/materiaal (voertuigen en gereedschappen) - P en C Communicator - GMS - RCC/COH - Planvorming (Richtlijn Optreden, informatiekaarten, AVP/RBP) - Dekkingsplan Pagina 73 van 115 Versie juli 2014

74 Uitvoeren proces Brand en Ongevalsbestrijding Het proces wordt uitgevoerd door de operationele eenheden onder leiding van de (H)OVD Brand Het incident wordt gemeld op de gemeenschappelijke meldkamer Twente die deze basiseenheden alarmeert. Dit kan op basis van voorbereide planvorming of afhankelijk zijn van de melding. In het dekkingsplan zijn de taken beschreven tot en met de inzet van 3 tankautospuiten onder leiding van de officier van dienst-brandweer(ovd-b). Daarboven geldt het grootschalig optreden conform Visie Grootschalig Brandweer Optreden. Onder leiding van een pelotonscommandant kunnen 4 tankautospuiten ingezet worden voor de diverse taken. Bij meerdere pelotons wordt er leiding gegeven door een teamleider Brandweer(voorheen Compagnie Commandant). In bovenstaande opschalingsstructuur is leiding en coördinatie georganiseerd die, op basis van beeld-, oordeel- en besluitvorming, een inzetbevel uitgeven aan de leidinggevende(n) van het/de peloton(s). Verder zijn er eenheden die boven de standaard uitwerken, zoals grootschalige redding en ontsmetting. Dit zijn nationaal georganiseerde specialismen die ook regionaal ingezet kunnen worden. Verzoek voor ondersteuning zal vanuit het CoPI of ROT gedaan worden aan het LOCC. Bij specifieke brandbestrijding kan ondersteuning gekregen worden van bijvoorbeeld grootschalige watervoorziening, een peloton natuurbrandbeheersing en specialistische blussing. Deze specialismen zijn verdeeld in Twente. Op verzoek van een (H)OVD kunnen deze eenheden gealarmeerd worden. Redding/hulpverlening Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen Voor de standaardopdracht redding(grootschalig ongeval) is het basispeloton brandweer geschikt. Indien nodig kan aanvullend materiaal worden ingezet in de vorm van technische hulpverleningscontainers. Dit materiaal wordt dan ingezet voor de meer complexere incidenten. Mocht bovenstaande onvoldoende zijn dan kan er een beroep gedaan worden op ondersteuning van het specialisme peloton USAR. van de basispelotons geschiedt door de (H)OVD. Voor de alarmering van het peloton USAR is een informatiekaart. Hierin staat dat de alarmering via de burgemeester, van de gemeente waar het incident is, loopt. Het voorkomen van uitbreiding van een emissie van gevaarlijke stoffen naar bodem, lucht of het water, waardoor toename van het aantal slachtoffers en toename van schade aan milieu wordt voorkomen of beperkt wordt in 1 e instantie uitgevoerd door een basis eenheid/peloton. In aanvulling hierop kan het OGS Peloton uit Twente ingezet worden. De Pagina 74 van 115 Versie juli 2014

75 Ontsmetting alarmering vindt plaats op verzoek van de (H)OVD- brandweer. De meldkamer brandweer zal het peloton alarmeren. Na een emissie van chemische, biologische en/of nucleaire stoffen moet zo spoedig mogelijk ontsmet worden. Dit betekent ontsmetting van hulpverleners, burgers, dieren, infrastructuur, objecten, hulpverleningsmateriaal en voertuigen om verdere besmetting te voorkomen of te beperken. Uitvoering vindt plaats door basispeloton aangevuld met OGS peloton. De capaciteit voor ontsmetting beperkt zich tot kleine aantallen (maximaal 10). Bij grotere aantallen kan gebruik gemaakt worden van het CBRNpeloton (landelijk 6 steunpunten, waarvan één in Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland(VNOG)). Tevens is voor grootschalig ontsmetting capaciteit beschikbaar vanuit Defensie. Deze steun kan aangevraagd worden in het kader van Militaire Bijstand en er is daarom geen gegarandeerde opkomsttijd. Logistiek/ondersteuning Informatievoorziening De brandweer zorgt voor Logistiek & Ondersteuning. Onder leiding van een Logistiek Coördinator zal een team specialisten, afhankelijk van de behoefte ingezet worden en de producten leveren die nodig zijn om het incident te bestrijden. Informatievoorziening is een ondersteunende eenheid die onder leiding van een Informatie Coördinator (OVI)de ondersteuning van de operationele informatievoorziening en het verkrijgen van informatie voor de kolom brandweer verzorgt. De verkregen informatie dient primair ter ondersteuning van de besluitvorming in het aansturingsproces Brandweer (al dan niet uitgesplitst in specialismen), en in geval van multidisciplinair optreden ter ondersteuning van de leider COPI en/of leider OT. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht bij peloton Inzet bij meerdere pelotons Inzet bij CoPI OVD-B Teamleider Brandweer OVD-B (CoPI) Veldeenheden (4 tankautospuiten) Pelotonscommandanten (meerdere pelotons) veld OVD-B Actueel beeld Meldkamer (via GMS) OVD-B HOVD Object informatie Meldkamer OVD-B HOVD Pagina 75 van 115 Versie juli 2014

76 Bestrijdingsopties Externe (bedrijfs)deskundigen OVD-B HOVD Waterwinning Meldkamer OVD-B HOVD Informatie gevaarlijke stoffen AGS/GAGS OVD-B HOVD Output Van wie Naar wie Voortgangsinformatie Peletonscommandant OVD-B HOVD Afwijkingsinformatie Peletonscommandant OVD-B HOVD Opschaling/bijstandsaanvraag HoVD Operationeel Leider Aflossing (Intra-regionaal) Aflossing (inter-regionaal) Ondersteuningsaanvraag Leider CoPI OL Leider CoPI Meldkamer/OVI LOCC LOCC OL Hulpmiddelen - Richtlijn optreden/informatiekaarten voor de brandweer - Taakkaart AC Brandweerzorg, Hoofd Brand- en Ongevalsbestrijding, OVD-B (CoPI), Meetplanleider - Communicator voor alarmeringen - Faciliteiten voor leiding en coördinatie: MDT, Ipad, netcentrisch werken Pagina 76 van 115 Versie juli 2014

77 Positionering in de structuur 2 Algemeen Commandant Brandweerzorg CoPI OVD-B Hoofd Brand en Ongevalbestrijding Meetplanleider Ondersteunings management Informatie management Meetploegen Pagina 77 van 115 Versie juli 2014

78 5.2 Proces Meetplanorganisatie(MPO) en waarschuwen bevolking Op basis van een melding van het incident met gevaarlijke stoffen zal door de (H)OVD het proces MPO en waarschuwen bevolking worden opgestart. Ingeval van een grote brand waarbij mogelijk gevaarlijke stoffen vrijkomen kan de (H)OVD opschalen en de meetplanorganisatie door de meldkamer laten activeren. Doel Het verzamelen en analyseren van meetgegevens om informatie te kunnen verstrekken over de gevaarstoestand. Randvoorwaarden - GRIP-regeling - Vakbekwaam personeel - Materieel (voertuigen) en materiaal (meetbuisje, meetapparatuur e.d.) - P en C Communicator - GMS - RCC - Planvorming zoals aanvalsplannen en Rampenbestrijdingsplannen Uitvoeren Meetplanorganisatie(MPO) en waarschuwen bevolking Het proces wordt uitgevoerd door de meetploegen die aangestuurd worden door de Meetplanleider Waarnemen en meten De meetploegen worden ingezet om de omvang van het incident (emissie van gevaarlijke stof) in kaart te brengen door waar te nemen en te meten. Indien noodzakelijk kan door middel van het Waarschuwingen systeem (WAS) de sirenes geactiveerd worden. Om personen/bevolking te waarschuwen kan verder ook gebruik gemaakt worden van andere technische middelen zoals NL-Alert en andere media zoals RTV-Oost. De communicatie naar de bevolking vindt plaats in de sectie Bevolkingszorg. Waarschuwen Waarnemen en meten levert feitelijke informatie op waarmee veronderstellingen over de situatie in zowel het bron- als het effectgebied geverifieerd kunnen worden. Dit is van groot belang voor de directe bestrijding van het incident en de te nemen maatregelen in het effectgebied. Uitvoering vindt plaats onder leiding van Meetplanleider door gespecialiseerde eenheden (meetploegen, de Adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) en eventuele andere specialisten). Pagina 78 van 115 Versie juli 2014

79 Indien nodig zal bijstand worden gevraagd van milieudiensten, beheerders van meetnetten, keuringsdiensten, RIVM e.d. Waarschuwen bevolking: Het zo snel mogelijk waarschuwen van de bevolking met betrekking tot een (acuut) ontstane dreiging of feitelijke rampsituatie, met als doel dusdanige gedragsveranderingen teweeg te brengen, dat materiële en immateriële schade zoveel mogelijk wordt beperkt. Het waarschuwen vindt in principe plaats via de normale mediakanalen. Echter bij acuut gevaar voor de bevolking beslist de OvD, CvD of een bevoegde veiligheidsfunctionaris tot het inzetten van de sirenes. De meldkamer start de sirenes en legt telefonisch contact met RTV Oost om op basis van voorbereide teksten te waarschuwen voor het gevaar. Bij een acute dreiging kan ook gebruik worden gemaakt van NL-alert, geluidswagens, direct gevolgd door een eerste gedragsadvies via snelle media, zoals landelijke en/of lokale radio/tv. Input Van wie Naar wie Inzetopdracht MPL Meetploegen Aflossing MPL AC Brandweerzorg Ondersteuningsaanvraag: - Extra meetploegen - Extra meetbuisjes MPL Meetploegen AC Brandweerzorg MPL Voortgangsinformatie MPL AC Brandweerzorg Afwijkingsinformatie MPL AC Brandweerzorg Hulpmiddelen - Richtlijn optreden/informatiekaarten voor de brandweer - Taakkaart Meetplanleider - Communicator voor alarmeringen - CIC als werkruimte - Eigen laptop meetplan - Faciliteiten voor leiding en coördinatie: MDT, Ipad, netcentrisch werken Pagina 79 van 115 Versie juli 2014

80 Positionering in de structuur Algemeen Commandant Brandweerzorg Hoofd Brand en Ongevalbestrijding Meetplanleider Ondersteunings management Informatie management Meetploegen Pagina 80 van 115 Versie juli 2014

81 6. Geneeskundige zorg De geneeskundige zorg aan slachtoffers bij Grip opschaling ( crisissituaties) wordt geleverd door de verschillende GHOR ketenpartners de Regionale Ambulancevoorzieningen, Traumacentra, ziekenhuizen. GGD, huisartsen(posten) en medewerkers van het Nederlandse Rode Kruis. De GHOR vormt een schakel tussen die organisaties en heeft de regie en coördinatiefunctie bij opschaling. Het gaat om de uitvoering van de volgende hoofdprocessen: 1. Acute Gezondheidszorg; 2. Publieke Gezondheidszorg. Daarnaast zijn er twee ondersteunende processen: Informatiemanagement; Binnen alle betrokken geneeskundige organisaties is informatie beschikbaar en bestaat er behoefte aan informatie uit andere organisaties. De GHOR voert regie op alle beschikbaar gestelde informatie in de stafsectie GHOR. Het hoofd informatie GHOR is verantwoordelijk voor de koppeling met het multidisciplinaire netcentrische systeem LCSM, hierdoor komt alle geneeskundige en multidisciplinaire informatie op het zelfde moment beschikbaar voor alle betrokken organisaties. Resourcemanagement. Alle multidisciplinaire- en GHOR ketenpartners regelen in planvorming hun eigen ondersteuning ten behoeve van de (opgeschaalde) organisatie. De stafsectie (actiecentrum) GHOR regelt de ondersteuning aan de Algemeen commandant geneeskundige zorg binnen het Regionaal Crisis Centrum. In een aantal logistieke zaken werkt zij samen met de stafsectie Brandweerzorg. In opgeschaalde situaties is de Algemeen commandant geneeskundige zorg verantwoordelijk voor de uitvoering van de geneeskundige processen. Algemene randvoorwaarden processen geneeskundige zorg. De Veiligheidsregio (GHOR) beschikt over een bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling voor sleutelfunctionarissen geneeskundig De Veiligheidsregio regelt de toegangsregeling tot de voorbereide locaties inclusief de daarbij behorende faciliteiten (Ict) De Veiligheidsregio biedt alarmerings mogelijkheden met de communicator De meldkamer ambulancedienst biedt alarmerings mogelijkheden voor sleutelfunctionarissen De Veiligheidsregio (GHOR) maakt afspraken met GHOR ketenpartners voor de uitvoering van de geneeskundige processen. Gemaakte afspraken worden in een convenant geborgd. De Veiligheidsregio (GHOR) is (budget) verantwoordelijk voor de GHOR sleutelfunctionarissen De medewerkers en sleutelfunctionarissen GHOR van het proces beschikken over de specifieke competenties, die hen in staat stellen hun rol naar behoren te kunnen uitvoeren De Veiligheidsregio (GHOR) draagt zorg voor het vakbekwaam zijn van de sleutelfunctionarissen GHOR. Specifieke voorwaarden worden in het betrokken convenant beschreven Elke Grip 2 opschaling wordt een stafsectie (actiecentrum) GHOR ingericht ter ondersteuning van de Algemeen commandant geneeskundige zorg. De stafsectie ( actiecentrum) onderhoudt de contacten met de betrokken GHOR ketenpartners Voor als nog neemt het Hoofd informatie voorziening GHOR plaats naast de Algemeen commandant geneeskundige zorg in het ROT Alle zorginstellingen bereiden zich voor op calamiteiten Pagina 81 van 115 Versie juli 2014

82 Alle GHOR ketenpartners benoemen een contactpersoon GHOR (crisiscoördinator) in planvorming 6.1 Proces Acute gezondheidszorg Acute gezondheidszorg bestaat uit de volgende deelprocessen : triage, behandeling en vervoer. Bij Grip opschaling komt de regie en coördinatie op de deelprocessen acute gezondheidszorg te liggen bij de regionale GHOR organisatie. Verantwoordelijk voor de uitvoering van het proces acute gezondheidszorg is het Hoofd acute gezondheidszorg. Het hoofd laat zich informeren in de stafsectie ( actiecentrum) GHOR. De standaard bezetting van de stafsectie (actiecentrum) bestaat uit operationeel medewerkers GHOR en kan optioneel worden aangevuld met functionarissen vanuit de geneeskundige ketenpartners. Het Hoofd acute gezondheidszorg onderhoudt alle contacten met de betrokken GHOR ketenpartners binnen het proces acute gezondheidszorg en stemt af met Algemeen commandant geneeskundige zorg in het ROT Uitvoering van de acute gezondheidszorg wordt gedaan door de ambulanceteams eventueel ondersteund met de vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis, medische mobiele teams, traumacentra, ziekenhuizen en de huisartsen(posten), Deelproces triage Doel Het inzichtelijk maken van het totaal aantal gewonde slachtoffers op basis van de ernst van de letsels. Met dit overzicht wordt het mogelijk de opschalings- en capaciteitsverdeling te kunnen bepalen. Dit overzicht maakt deel uit van het zogenaamde Methane bericht. METHANE is het meldingsprotocol voor de eerste melding bij een grootschalig incident. M Major incident E Exact location T Type incident H Hazards A Access Number of N casualties E Emergency services Grootschalig incident/ongeval, wat is er gebeurd? Exacte locatie, zo nauwkeurig mogelijk beschreven. Type ongeval: explosie, instorting, verkeersongeval enz... Welke gevaren zijn er aanwezig of kunnen optreden? Hoe is het incident toegankelijk? Inschatting van het aantal en soort slachtoffers? Welke hulpdiensten zijn reeds aanwezig en welke zijn er vereist voor verdere hulpverlening? Doelgroep Gewonde slachtoffers. Randvoorwaarden Betrokken hulpverleners zijn binnen de eigen organisatie vakbekwaam in hun dagelijkse functie. Sleutelfunctionarissen GHOR zijn voorbereid op hun specifieke functie in de opschaling en inzet. Pagina 82 van 115 Versie juli 2014

83 Uitvoeren triage OvDG is verantwoordelijk voor de regie op het triage deelproces. Uitvoering wordt gedaan door de ambulanceteams. Bij het aantreffen van meerdere slachtoffers start de eerst aankomende ambulance de eerste ambulance procedure. De eerste aankomende ambulance start met een overzicht van de situatie en het aantal gewonden in de verschillende triageklassen. Dit overzicht bepaald de opschaling hoeveel ambulances er benodigd zijn voor de behandeling en het vervoer van de slachtoffers. Bij het arriveren van de gevraagde ambulances coördineert de eerste ambulance op basis van de in kaart gebrachte triagecategorieën de inzet. De Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG) coördineert de gehele operationele geneeskundige inzet en is verantwoordelijk voor de benodigde multidisciplinaire afstemming in het Copi. Na Triage worden ernstig gewonde slachtoffers als eerste gezien en behandeld door ambulance- of medische mobiele teams. De eerste ambulance coördineert deze eerste inzet. In afwachting van voldoende vervoerscapaciteit kunnen slachtoffers worden behandeld en bewaakt in de tent van de geneeskundige combinatie ter plaatse. De lichtgewonde slachtoffers worden bij voorkeur opgevangen in een separate opvanglocatie (behandelcentrum) waar dan ook behandeling door opgeroepen huisartsen kan worden uitgevoerd. De triage categorieën worden zichtbaar door gewondenkaarten die bij de gewonde slachtoffers worden bevestigd. Input Van wie Naar wie Ritopdracht MKA Eerste ambulance Volg ambulance Incidentinformatie MKA Eerste ambulance Volg ambulance Output Van wie Naar wie Actuele beeld (Methane) Optioneel: Verzoek organiseren gewondennest/behandelcentrum Eerste ambulance Volg ambulance Eerste ambulance OvDG/MKA OvDG/MKA Verzoek organiseren opvang OvDG OVD Bz Gewondenkaart Betrokken geneeskundige hulpverleners Acgz/HOvD Actuele beeld OvDG Hagz/Acgz Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) Coördinator gewonden vervoer Hulpmiddelen Triage bord Triage middelen Landelijk Protocollenboek Ambulancezorg LPA Pagina 83 van 115 Versie juli 2014

84 Methane bericht MKA Positionering in de structuur Monodisciplinair Triage maakt deel uit van de dagelijkse werkzaamheden van ambulanceteams en is ook de basis bij grotere aantallen slachtoffers waarbij onder opgeschaalde (GHOR) omstandigheden gewerkt gaat worden met bestaande Landelijke Protocollen Ambulancezorg (LPA) Keten- en multidisciplinaire effecten Processen brandweer: redding, veiligheid Processen politie: forensisch en verkeerscirculatie Processen gemeente(n): opvang en verzorging, registratie en voorlichting Processen acute- en publieke gezondheidszorg GHOR Regionale Ambulance Voorziening (RAP) Ziekenhuizen (Zirop) en MMT Traumacentra (Zirop) en MMT Huisartsen (Harop) Rode Kruis GGD (Grop) Ambulance bijstandsplan (Pariter) Gewondenspreidingsplan (Octopus) Pagina 84 van 115 Versie juli 2014

85 6.1.2 Deelproces behandelen Alle gewonde slachtoffers worden op basis van de triage klasse in behandeling genomen. Als eerste worden de zeer zwaar gewonde slachtoffers behandeld (prioriteit 1) daarna volgen de zwaar gewonde slachtoffers (prioriteit 2). Alle licht gewonde slachtoffers (prioriteit 3) kunnen vaak na behandeling terug naar huis of naar een door de gemeente ingerichte opvanglocatie, zij hebben minder prioriteit bij onvoldoende behandelcapaciteit. Voor de behandeling van licht gewonden slachtoffers ( behandelcentrum) in de nabijheid van het incident kunnen ook huisartsen worden ingezet. De behandeling ter plaatse vindt plaats door ambulance teams en MMT artsen zij worden ondersteund door vrijwilligers van het NRK (Sigma leden). Bij onvoldoende vervoerscapaciteit ondersteunt de inzet van een geneeskundige combinatie. Deze maakt het mogelijk om ter plaatse de gewonde slachtoffers te kunnen blijven behandelen en observeren dit in afwachting van voldoende vervoersambulances voor vervoer. De behandeling wordt voortgezet binnen de ziekenhuizen en is erop gericht de genezing te bevorderen en revalidatie mogelijk te maken. Doel Als richtlijn geldt het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) met als doel de gewonde slachtoffers te redden, te stabiliseren, te behandelen en te vervoeren. Doelgroep Gewonde slachtoffers Randvoorwaarden Behandeling dient in een veilige omgeving plaats te vinden anders vindt de redding van slachtoffers plaats door de brandweer. Betrokken hulpverleners zijn binnen de eigen organisatie vakbekwaam in het behandelen van gewonde slachtoffers. Sleutelfunctionarissen GHOR dragen zorg voor voldoende materialen voor de behandeling en de operationele coördinatie ter plaatse tijdens een inzet. Uitvoeren behandelen De geneeskundige hulpverleners zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het deelproces behandelen De coördinatie en aansturing wordt gedaan door de OvDG met behulp van het hoofd gewondennest. De brandweer is multidisciplinair verantwoordelijk voor de veiligheid van hulpverleners en betrokken slachtoffers en burgers. In onveilig gebied redt de brandweer de betrokken slachtoffers en draagt deze over aan geneeskundige hulpverleners. Behandeling wordt gestart in een veilige omgeving. De behandeling start op basis van triage (urgentie) zeer ernstig gewonde slachtoffers worden als eerste behandeld. Arriverende ambulance- en medische mobiele teams krijgen de slachtoffers toegewezen waar als eerste behandeling moet plaatsvinden. De Officier van Dienst Geneeskundig ziet er op toe dat er voldoende is opgeschaald om een goede behandeling en daarna vervoer mogelijk te maken. Pagina 85 van 115 Versie juli 2014

86 Ernstig gewonde slachtoffers kunnen niet altijd direct worden vervoerd dit in afwachting van aanrijdende ambulances. De inzet van een geneeskundige combinatie maakt het mogelijk om na de (eerste) behandeling de slachtoffers in een tent op te vangen en met behulp van Sigmaleden van het Rode kruis te observeren en waar nodig de behandeling direct bij te kunnen sturen. Indien er een geschikte locatie direct bij het incident beschikbaar is kan ook daar de behandeling starten. De behandeling van licht gewonde slachtoffers in een behandelcentrum kan ondersteund worden met opgeroepen huisartsen. Het behandelcentrum ligt bij voorkeur op enige afstand van het incident. Alle ingezette hulpverleners kunnen zich volledig richten op de zorg aan gewonde slachtoffers, alle coördinatie rond de behandeling het incident wordt verzorgd door het Hoofd Gewondennest (HGN) en de Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG). Input Van wie Naar wie Triage Eerste ambulance Volg ambulance Actueel beeld Acgz OvDG Output Van wie Naar wie Diagnose Geneeskundige hulpverleners CGV Aanvraag ambulance bijstand OvDG MKA Geneeskundige hulpverleners Aanvraag voldoende behandel OvDG MKA capaciteit Actuele beeld OvDG Hagz/Acgz Hulpmiddelen Protocollenboek LPA Materialen afkomstig uit de ambulances, het MMT voertuig en eventueel een Helikopter Materialen afkomstig uit de geneeskundige combinatie Positionering in de structuur Monodisciplinair Het (be)handelen is er op gericht om bedreigingen van de gezondheidstoestand van de slachtoffers op te heffen en het herstel te bevorderen in afwachting van definitieve behandeling in het ziekenhuis Het (be)handelen geschiedt conform de geldende protocollen LPA Behandelen kan leiden tot opschaling en coördinatie Na behandeling kan het slachtoffer het incident verlaten of er volgt vervoer. Deze onderdelen maken deel uit van het hoofdproces acute gezondheidszorg Binnen het hoofdproces acute gezondheidszorg kan worden samengewerkt met het hoofdproces publieke gezondheidszorg. Triage en behandeling geven een slachtofferbeeld van de door sleutelfunctionarissen behandelde gewonde slachtoffers. Vaak verlaten (gewonde) slachtoffers op eigen initiatief het incident waardoor deze niet kunnen worden geregistreerd door de hulpverlening Het totaal (behandelde) gewonde slachtoffers, hun verblijf en personalia zijn van belang voor het gemeentelijk proces registratie (alleen ten behoeve van verwanteninformatie) Het totaalplaatje is van belang voor pers- en publieksvoorlichting Behandeling kan een directe relatie krijgen met het ondersteuningsproces Pagina 86 van 115 Versie juli 2014

87 Keten- en multidisciplinaire effecten Processen brandweer: redding, veiligheid Processen politie: forensisch en verkeerscirculatie Processen gemeente(n): opvang en verzorging, registratie en voorlichting Landelijke SIS procedure Processen acute- en publieke gezondheidszorg GHOR Regionale Ambulance Voorziening (RAP) Ziekenhuizen (Zirop) en MMT Traumacentra (Zirop) en MMT Huisartsen (Harop) Rode Kruis GGD (Grop) Ambulance bijstandsplan (Pariter) Gewondenspreidingsplan (Octopus) Deelproces vervoer Doel Het verplaatsen van gewonde slachtoffers met een op de zorgvraag passend vervoermiddel naar de uiteindelijke behandel- of opvanglocatie onder GHOR omstandigheden. Doelgroep Gewonde slachtoffers Randvoorwaarden - Afhankelijk van het aantal slachtoffers wordt het ambulance bijstandsplan in werking gesteld om voldoende behandel- en afvoercapaciteit beschikbaar te krijgen. - Afhankelijk van het aantal slachtoffers wordt het ambulance spreidingsplan in werking gesteld. - Zo nodig wordt gebruik gemaakt van een uitgangsstelling/loodspost. - Het hoofd Gewondennest, de Coördinator Gewondenvervoer en de Officier van Dienst Geneeskundig zien toe op de regie en coördinatie van het vervoer. - Interregionale en grensoverschrijdende afspraken voor bijstand en opvang van slachtoffers. Uitvoeren vervoeren Verantwoordelijk voor de uitvoering is de CGV Verantwoordelijk voor de coördinatie en aansturing is de OvDG Zeer ernstig en ernstig gewonde slachtoffers worden na triage, stabilisatie en behandeling met ambulances en in een enkel geval een helikopter overgebracht naar traumacentra en ziekenhuizen. De Coördinator Gewondenvervoer bepaalt op basis van de geconstateerde letsels en het gewondenspreidingsplan het ziekenhuis waar naar toe het gewonde slachtoffer wordt overgebracht. Licht gewonde slachtoffers worden afhankelijk van de letsels naar huisartsenposten, ziekenhuizen of een gemeentelijke opvanglocatie verwezen. In het incident is Hoofd Gewondennest de sleutelfunctionaris die het precieze beeld heeft wat betreft de letsels en het aantal te vervoeren slachtoffers. In overleg met de Officier van Dienst Geneeskundig geeft hij aan de Coördinator Gewondenvervoer aan hoeveel ambulances hij nodig acht. De Coördinator Gewondenvervoer Pagina 87 van 115 Versie juli 2014

88 coördineert vervolgens de aanrijdende ambulances en bepaalt de afvoerlocaties voor de ingezette ambulances. Het unieke nummer op de aangehechte gewondenkaart wordt gebruikt om te registreren naar welke locatie het gewonde slachtoffer is overgebracht. Tijdens het vervoer wordt de ingezette behandeling voortgezet en bewaakt. Bij het overdragen van het slachtoffer krijgt het ontvangende ziekenhuis een overdracht van alle gebeurtenissen vermeld op de gewondenkaart en ritformulier. De ambulances die gewonde slachtoffers overbrengen naar ziekenhuizen krijgen vooraf de opdracht van de Coördinator Gewondenvervoer of ze zich na overdracht van het gewonde slachtoffer opnieuw moeten melden in het incident. Lichtgewonde slachtoffers worden bij voorkeur gescheiden van de zeer ernstig- en ernstig gewonde slachtoffers in een behandelcentrum. Na behandeling in het behandelcentrum regelt de Officier van Dienst Geneeskundig zo nodig alternatief vervoer. Input Van wie Naar wie Triage/Diagnose CGV Toegerust ziekenhuis Actueel beeld Hagz/Acgz OvDG Output Van wie Naar wie Actueel beeld Hoofd gewondennest CGV OvDG Aanvraag ambulance bijstand Hoofd gewondennest CGV OvDG Actueel beeld OvDG Acgz Gewondenkaart en ritformulier Geneeskundige hulpverleners SEH Hulpmiddelen Planvorming ambulancebijstand (Pariter) Planvorming gewondenspreiding (Octopus) Planvorming uitgangsstelling/loodspost Alternatief vervoer Registratie middelen en voertuig CGV Personeel en materieel uit de Geneeskundige Combinatie Behandelcentrum voor de opvang licht gewonden Positionering proces vervoer Monodisciplinair Het vervoer maakt de definitieve behandeling in het ziekenhuis mogelijk bij grotere aantallen vraagt dit coördinatie dus opschaling Het vervoer geschiedt conform de geldende protocollen LPA Lichtgewonde slachtoffers gaan naar huis of een opvanglocatie Vervoer maakt deel uit van het hoofdproces acute gezondheidszorg Binnen het hoofdproces acute gezondheidszorg kan worden samengewerkt met het hoofdproces publieke gezondheidszorg. Het totaal slachtoffers beeld na behandeling is van belang voor het gemeentelijk proces registratie en verwanteninformatie Het totaalbeeld is van belang voor pers- en publieksvoorlichting Vervoer kan een directe relatie krijgen met het ondersteuningsproces Pagina 88 van 115 Versie juli 2014

89 Keten- en multidisciplinaire effecten Processen brandweer: redding, veiligheid Processen politie: forensisch en verkeerscirculatie Processen gemeente(n): opvang en verzorging, registratie en voorlichting Processen acute- en publieke gezondheidszorg GHOR Regionale Ambulance Voorziening (RAP) Ziekenhuizen (Zirop) Traumacentra (Zirop) Huisartsen (Harop) Helikopters Rode Kruis GGD (Grop) Ambulance bijstandsplan (Pariter) Gewondenspreidingsplan (Octopus) Pagina 89 van 115 Versie juli 2014

90 6.2 Proces publieke gezondheidszorg Publieke Gezondheidszorg bestaat uit de volgende deelprocessen : Psychosociale Hulpverlening, Infectieziektebestrijding, Medische Milieukunde en Gezondheidsonderzoek. Verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deelprocessen is de GGD, ook onder opgeschaalde omstandigheden blijft deze verantwoordelijkheid bestaan. Bij Grip opschaling is de regie en coördinatie op de processen Publieke Gezondheidszorg een GHOR taak, deze verantwoordelijkheid wordt vorm gegeven door een goede afstemming tussen het Hoofd publieke gezondheidszorg (de crisis coördinator GGD) met de Algemeen commandant geneeskundige zorg (GHOR). Deze afstemming maakt het ook mogelijk dat wanneer er een scenario speelt binnen de GGD (bij escalatie) direct kan leiden tot bestuurlijke opschaling onder Grip omstandigheden. Bij een scenario waarbij onderdelen uit de verschillende deelprocessen publieke gezondheidszorg een rol spelen zal direct de crisis coördinator GGD in de rol van Hoofd publieke gezondheidszorg worden geconsulteerd door de Algemeen commandant geneeskundige zorg GHOR. De deelprocessen publieke zorg die opstarten in een Grip fase lopen vaak door in een nafase nadat er multidisciplinair is afgeschaald. Onder regie van de getroffen gemeente start de nafase reeds in de overdracht van multidisciplinaire afschaling. Op verzoek van de Algemeen commandant geneeskundige zorg kan een GGD specialistische ondersteuning bieden aan de multidisciplinaire Grip teams of de stafsectie (actiecentrum) GHOR. Pagina 90 van 115 Versie juli 2014

91 6.2.1 Deelproces Psychosociale Hulpverlening Doel Ten tijde van Grip opschaling verleent het proces Psychosociale Hulpverlening van de GGD hulp aan de getroffen samenleving. Doelgroep De (Twentse) samenleving Randvoorwaarden De GGD heeft het procesplan psychosociale hulpverlening. De GGD heeft afspraken met de GGZ, algemeen maatschappelijk werk en slachtofferhulp vastgelegd in een overeenkomsten. De vastgelegde afspraken gaan over de dagelijkse situaties en over opgeschaalde Grip situaties. De GGD heeft de organisatie van de psychosociale hulpverlening vastgelegd in planvorming (Grop) Er is een samenwerkingsovereenkomst met de Veiligheidsregio (GHOR) opgesteld. Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Uitvoeren proces psychosociale hulpverlening Verantwoordelijk voor de uitvoering van het proces psychosociale hulpverlening is het Hoofd publieke gezondheidszorg van de GGD. In een opgeschaalde Grip situatie kan er behoefte zijn aan psychosociale hulpverlening. De Algemeen commandant geneeskundige zorg neemt hiervoor contact op met het Hoofd publieke gezondheidszorg bij de GGD. Het proces psychosociale hulpverlening wordt opgestart en deskundigen komen ter plaatse, zij verlenen de eerste psychosociale hulp in de acute opgeschaalde fase. Vanuit de opgeschaalde situatie wordt een overdracht voorbereid waarin de psychosociale hulpverlening kan worden gecontinueerd of gemonitord in de nafase. Hiermee komen de proces verantwoordelijkheden weer te liggen bij de organisaties die hiervoor ook dagelijks zonder opschaling verantwoordelijk voor zijn. Het borgen van het proces nafase staat onder regie van de gemeente(n). Input Van wie Naar wie Verzoek tot psychosociale hulpverlening Acgz Hoofd publieke gezondheidszorg Output Van wie Naar wie Actueel beeld Hoofd publieke gezondheidszorg Acgz Overdracht nafase Hoofd publieke gezondheidszorg Projectleider GGD (als onderdeel van de projectorganisatie nafase) Overdracht nafase Acgz ROT Pagina 91 van 115 Versie juli 2014

92 Hulpmiddelen Procesplan psychosociale hulpverlening (alarmering) Overeenkomst met de GGZ, algemeen maatschappelijk werk en slachtofferhulp. Grop RCP Uitvraagprotocollen Risico analyses Registratie Positionering in de structuur Mono disciplinair In samenwerking met GGZ, algemeen maatschappelijk werk en slachtofferhulp uitvoering geven aan psychosociale hulpverlening bij incidenten en calamiteiten vanuit de reguliere verantwoordelijkheden Ondersteuningsprocessen ten tijde van opschaling zijn geborgd in het Grop. Afstemming met de GHOR. Keten en multidisciplinaire effecten Een hulpvraag voor Psychosociale hulpverlening kan bilateraal worden opgestart met een gemeente of op verzoek van politie Een hulpvraag voor Psychosociale hulpverlening kan voortkomen uit een opgeschaalde GRIP situatie bij crisis of calamiteiten Conform planvorming (Grop) het opstarten van de processen bij de partners van de GGD ( psychosociale hulpverlening) Psychosociale hulpverlening in opgeschaalde situatie is een deelproces van de Publieke gezondheidszorg Na afschaling maakt dit proces onderdeel uit van de projectorganisatie nafase van de getroffen gemeente(n). Pagina 92 van 115 Versie juli 2014

93 6.2.2 Deelproces infectieziektebestrijding Tijdens het uitvoeren van deze reguliere taak binnen de GGD kan een infectieziekte uitgroeien tot een epidemie/pandemie waarbij coördinatie en regie benodigd is, op verzoek van de GGD wordt opgeschaald in Grip. Doel Infectieziektebestrijding richt zich op de in de Wet Publieke Gezondheid (WPG) genoemde infectieziekten met als doel deze ziekte te bestrijden en verdere verspreiding te voorkomen. Doelgroep De (Twentse) samenleving. Randvoorwaarden De GGD verricht, conform de wettelijke richtlijnen en protocollen, bron en contact opsporing, geeft voorlichting en treft maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen. Vakbekwaamheidseisen en opleiding, training en oefeningen staan beschreven In het Grop staat de opschaling van de eigen organisatie GGD beschreven. Er is een samenwerkingsovereenkomst met de Veiligheidsregio (GHOR) opgesteld. Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Uitvoeren proces infectieziektebestrijding Verantwoordelijk voor de uitvoering van het proces infectieziektebestrijding is het Hoofd publieke gezondheidszorg van de GGD In de meest voorkomende situatie meldt een behandelend arts of laboratorium op basis van een vermoeden of reeds vastgestelde diagnose, een in de WPG genoemde infectieziekte, bij de GGD. De GGD brengt vervolgens de aard en de omvang in beeld en maakt beleid voor de bestrijding van de infectieziekte. Zij adviseert hierover het lokale bestuur wat betreft de te nemen maatregelen. Bij een (dreigende) grootschalige uitbraak zal het Hoofd Publieke gezondheidszorg (crisis coördinator GGD) contact opnemen met de Algemeen commandant gezondheidszorg om af te stemmen over de benodigde opschaling. Bij de bestrijding van de ziekte onderhoudt de GGD contacten met het openbaar bestuur in de getroffen gemeente(n). Voorlichting aan de bevolking is een belangrijk onderdeel bij een uitbraak van een ziekte. De GGD onderhoudt contacten met landelijke advies organen waaronder het RIVM. Bij een grootschalige uitbraak is de GGD in staat om met behulp van het Grop de eigen organisatie op te schalen en zo nodig ook bestuurlijk op te schalen met behulp van de Grip. Bij een dreiging van epidemieën/pandemieën spelen de ministeries (VWS, V en J, BZK) een belangrijke rol in de mate van opschaling (Grip rijk) en het beleid, regionaal moet dit dan worden uitgevoerd. Pagina 93 van 115 Versie juli 2014

94 Input Van wie Naar wie Verzoek opschaling Actueel beeld Afdeling infectieziektebestrijding GGD Afdeling infectieziektebestrijding GGD Acgz Acgz Verzoek opschaling Hoofd acute gezondheidszorg Acgz Output Van wie Naar wie Hoofd publieke gezondheidszorg Actueel beeld Acgz Hoofd publieke gezondheidszorg Voortgangsinformatie Hoofd publieke gezondheidszorg Acgz Afwijkingsinformatie Hoofd publieke gezondheidszorg Acgz Hulpmiddelen Diagnostiek Protocollen Wet WPG Grop RCP Positionering in de structuur Mono disciplinair In het kader van de WPG wordt door een behandelend arts of laboratorium een melding gedaan van een (verdachte) infectieziekte. De GGD, is en blijft verantwoordelijkheid, voor de inhoudelijke aspecten van de bestrijding van de infectieziekte. Bij grootschalige uitbraken voorziet het Grop in het opschalen van de eigen organisatie en zo nodig bestuurlijke opschaling. Ondersteuningsprocessen zijn geborgd in het Grop, het crisisteam GGD initieert de benodigde ondersteuning. Afstemming met de GHOR. Keten en multidisciplinaire effecten Wettelijke borging op basis van de WPG met behandelend artsen, laboratoria en openbaar bestuur Een adviserende taak naar bestuurders, bevolking en ketenpartners Conform planvorming het opstarten van de processen bij de partners van de GGD wat betreft de geconstateerde infectieziekte Infectieziektebestrijding in opgeschaalde situaties is een deelproces van de publieke gezondheidszorg RCP bij opschaling in Grip Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Pagina 94 van 115 Versie juli 2014

95 6.2.3 Deelproces medische milieukunde Bij opgeschaalde incidenten waarbij er onverwacht een emissie van gevaarlijke stoffen (CBRN) plaats vindt of er door brand mogelijk gevaarlijke stoffen vrijkomen beschikt de GGD over een Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen. De Gags adviseert het openbaar bestuur en de operationele diensten over de te nemen maatregelen. De Gags kan bij CBRN incidenten ook de behandelaars als huisartsen en medisch specialisten adviseren over de behandeling en maatregelen bij slachtoffers. Doel De afdeling medische milieukunde binnen de GGD adviseert over de effecten van (milieu) verontreinigingen in de leefomgeving op de gezondheid. De advisering heeft tot doel de gezondheid te bevorderen en oorzaken van (chronische) ziekten weg te nemen. Doelgroep Mensen die bedreigd worden in hun gezondheid. Randvoorwaarden De GGD is op korte en lange termijn in staat om onderzoek te doen naar mogelijke schadelijke effecten op de volksgezondheid zij adviseert daarover de gemeenten en bevolking. De GGD heeft het proces MMK beschreven in het Grop De vakbekwaamheidseisen en opleiding, training en oefenen activiteiten zijn vastgelegd De GGD heeft samenwerkingsafspraken met de Gags vastgelegd in een overeenkomst. Er is een samenwerkingsovereenkomst met de Veiligheidsregio (GHOR) opgesteld. Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Uitvoeren proces medisch milieukunde Het Hoofd publieke gezondheidszorg is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit proces Meldingen van bedreigingen van de gezondheid komen vaak vanuit een gemeente, de GGD start dan in overleg een onderzoek om hierover te kunnen adviseren. Bij een calamiteit waarbij sprake is van de uitstoot van gevaarlijke stoffen met bedreigingen voor de volksgezondheid en milieu is de brandweer organisatie reeds multidisciplinair opgeschaald. De meetplan organisatie brandweer houdt zich bezig met metingen en het in kaart brengen de stoffen en van het (bedreigde) gebied met de gevaarlijke stoffen. Deze gegevens zijn nodig voor de te treffen maatregen in het gebied qua veiligheid voor de hulpverleners en bewoners. Over de effecten op de volksgezondheid en milieu zoekt de adviseur gevaarlijke stoffen brandweer contact met de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen van de GGD. Alle advisering en beleid worden afgestemd in overleg tussen Ags, Gags en OvDG/Algemeen commandant geneeskundige zorg van de GHOR. De OvDG/Algemeen commandant geneeskundige zorg bespreekt de uitkomsten en advies multidisciplinair. Medische milieukunde speelt een belangrijke rol in het verdere verloop (nafase) en afhandeling van een incident. De Acgz borgt deze taak in het proces nafase in het ROT. De GGD heeft afspraken gemaakt met mede adviserende organisaties als RIVM. De GGD is in staat bij acute situaties zelf op te schalen (Grop) en waar nodig bestuurlijk op te schalen (Grip) De GGD heeft operationele afspraken gemaakt over het functioneren van de Gags in de samenwerking met de Pagina 95 van 115 Versie juli 2014

96 brandweer(ags) organisatie en de Veiligheidsregio (GHOR). s afspraken van sleutelfunctionarissen staan in het Grop beschreven. Input Van wie Naar wie Verzoek gezondheidskundig advies AGS (brandweer) Acgz GAGS (gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen) Actueel Beeld Acgz Hoofd publieke gezondheidszorg Output Van wie Naar wie Gezondheidsadviezen GAGS Hpgz/Acgz Optioneel: Verzoek specifieke metingen Acgz GAGS (gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen) Voorgangsinformatie GAGS Hoofd publieke gezondheidszorg Afwijkingsinformatie GAGS Hoofd publieke gezondheidszorg RIVM Overdracht nafase Hoofd publieke gezondheidszorg Geneeskundige ketenpartners Acgz Acgz Acgz Hulpmiddelen Handboeken Protocollen Grop Overeenkomsten partners Positionering in de structuur Mono disciplinair Medische milieukunde is een verantwoordelijkheid van de GGD waarbinnen onderzoek plaats vindt naar effecten op de volksgezondheid en milieu. Bij acute incidenten met dreiging op de volksgezondheid voorziet het Grop in het opschalen van de eigen organisatie en zo nodig bestuurlijke opschaling. Ondersteuningsprocessen worden geborgd binnen het crisisteam van de GGD. Afstemming met de GHOR Keten en multidisciplinaire effecten Maatadvies veiligheid hulpverleners Een adviserende taak naar bestuurders, bevolking en ketenpartners Conform planvorming het opstarten van de processen bij de partners van de GGD wat betreft de geconstateerde effecten Voorgestelde maatregelen vragen om ondersteuningsprocessen vanuit meerdere disciplines Medische milieukunde in opgeschaalde situaties is een deelproces van de publieke gezondheidszorg Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Pagina 96 van 115 Versie juli 2014

97 6.2.4 Deelproces gezondheidsonderzoek Doel Het uitvoeren van een gezondheidsonderzoek bij alle betrokkenen na een crisis of calamiteit. In de opgeschaalde fase wordt de betrokken burgemeester hierover geadviseerd, na goedkeuring krijgt het gezondheidsonderzoek een plek in het nafase traject binnen de gemeente. Het gezondheidsonderzoek richt zich op het monitoren van gezondheidsklachten op korte en lange termijn. Doelgroep Alle betrokkenen bij een incident of calamiteit. Randvoorwaarden Bestuurlijke goedkeuring voor een gezondheidsonderzoek. De GGD heeft het proces in planvorming (Grop) vastgelegd. De GGD heeft afsprakengemaakt met ondersteunende organisaties als VWS, RIVM en GGZ. Er is een samenwerkingsovereenkomst met de Veiligheidsregio (GHOR) opgesteld. Uitvoeren gezondheidsonderzoek Verantwoordelijk voor de uitvoering van dit proces Hoofd publieke gezondheidszorg Indien er signalen zijn dat er tijdens een crisis of calamiteit er op korte of lange termijn gezondheidsklachten kunnen ontstaan zal de Directeur publieke gezondheidszorg de voorzitter (R)BT adviseren een gezondheidsonderzoek op te starten. Reeds in de opgeschaalde fase formeert de GGD een projectorganisatie gezondheidsonderzoek ter voorbereiding op het project nafase binnen de getroffen gemeente(n). De Acgz borgt dit proces. In afgeschaalde situaties maakt de GGD als verantwoordelijke organisatie een plan van aanpak om zo alle betrokkenen na een incident te kunnen monitoren op de effecten op de volksgezondheid en het psychisch welbevinden. De gegevens komen via de GGD, als onderdeel van de projectorganisatie nafase van de gemeente, gedeeld met het bestuur van de getroffen gemeente. Gezondheidsmonitoring (epidemiologie) kan soms jaren duren. Input Van wie Naar wie Verzoek opstarten gezondheidsonderzoek Voorzitter (R)BT ROT Acgz Hoofd publieke gezondheidszorg Actueel beeld Acgz Hoofd publieke gezondheidszorg Output Van wie Naar wie Projectorganisatie gezondheidsonderzoek als onderdeel van de nafase GGD Hoofd publieke gezondheidszorg Acgz Pagina 97 van 115 Versie juli 2014

98 Hulpmiddelen Eerdere onderzoeken Landelijke expertise centra Registratie Positionering in de structuur Mono disciplinair Gezondheidsonderzoek is een verantwoordelijkheid van de GGD waarbinnen onderzoek plaats vindt naar korte en lange termijn effecten op de gezondheid. Bij acute incidenten met dreiging op de volksgezondheid voorziet het Grop in het opschalen van de eigen organisatie en zo nodig bestuurlijke opschaling. Ondersteuningsprocessen zijn geborgd in het crisisteam GGD Afstemming met de GHOR Keten en multidisciplinaire effecten In het plan van aanpak alle betrokken organisaties betrekken De voorstellen zijn nodig voor beleid in de begeleiding van slachtoffers Een adviserende taak naar bestuurders, bevolking en ketenpartner Voorgestelde trajecten vragen om ondersteuningsprocessen vanuit meerdere disciplines Gezondheidsonderzoek opstarten in opgeschaalde situaties is een deelproces van de publieke gezondheidszorg Na afschaling wort dit proces opgenomen in de projectorganisatie nafase van de getroffen gemeente(n) Uitkomsten SIS regionaal en landelijk Pagina 98 van 115 Versie juli 2014

99 7. Proces Communicatie Onder het proces communicatie vallen de deelprocessen: analyse en advies en pers- en publieksvoorlichting. Verantwoordelijk voor deze processen is de algemeen commandant communicatie (ACC). Het hoofd taakorganisatie communicatie (HTo) is verantwoordelijk voor de directe aansturing van de teams en vervult daarbij ook de rol van hoofd informatie. De algemene doelstellingen van het proces communicatie zijn: - Informatievoorziening: verstrekken van algemene informatie voor zover die informatie betrekking heeft op feiten en omstandigheden gerelateerd aan de crisissituatie, op de verantwoordelijkheden, taken en werkzaamheden van de diverse actoren binnen de crisisorganisatie en op de momenten waarop en middelen waarmee vanuit de crisisorganisatie correcte, relevante en actuele informatie beschikbaar wordt gesteld. - Schadebeperking: instructies gericht op het beperken van schade voor en door (groepen) in de samenleving, waaronder ook het stimuleren van de zelfredzaamheid en de onderlinge hulpverlening en die faciliteren door tijdig informatie te verstrekken over het wat, waar, wanneer, hoe en over de mogelijke risico s die daaraan verbonden zijn. - Betekenis geven: duiden van de crisissituatie en die in een breder perspectief plaatsen, waarbij wordt aangesloten bij de gegevens die onder (groepen In) de samenleving leven. In voorkomende gevallen kan de publieksbeleving nog lang na de acute fase van de crisis aandacht vragen, en dus ook de crisiscommunicatie. Pagina 99 van 115 Versie juli 2014