De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Juni 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Juni 2000"

Transcriptie

1 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Juni 2000

2 2000 De Nederlandsche Bank nv Oplage: Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam - Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telex dnbam nl - Telefax (020) Internet: issn: De cijfers zijn verzameld door de Nederlandsche Bank, tenzij anders vermeld. De totalen voor het eurogebied zijn opgesteld door de Europese Centrale Bank. Zij publiceert deze cijfers in haar maandbericht en op Internet ( De tabellen in dit Statistisch Bulletin zijn in het algemeen afgesloten op 20 juni De op Internet gepubliceerde cijfers worden voortdurend geactualiseerd.

3 Inhoud Inleiding 5 Enkele recente ontwikkelingen Kredietgroei trekt in 2000 weer aan 7 Belang van emissies door ict-bedrijven toegenomen 7 Recordinleg bij beleggingsinstellingen, opmars ictbeleggingsfondsen gaat door 9 Directe investeringen blijven hoog 10 Grote belangstelling voor obligaties 10 Publicatie Nederlandse macro-economische kerngegevens op orde 11 Artikelen De statistische meting van internationale reserves 13 De Nederlandse betalingsbalans: aanpassing van wijze van samenstelling en presentatie 19 Landenrisico in Monetair-financiële statistieken Nederland Monetair beleid 1.1 * Verkorte balans van De Nederlandsche Bank nv * Rentetarieven van de Europese Centrale Bank en van de Nederlandsche Bank 32 Monetaire ontwikkelingen 2.1 * Balans van de Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) * Balans van de in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) * Leningen van mfi s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument * Bij mfi s aangehouden deposito s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument * Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) * Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s * Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied 44 Financiële markten 3.1 * Balansen van institutionele beleggers Schuldverhoudingen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen met sectoren * Aanbod en beroep op de kapitaalmarkt * Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype * Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstype Emissiemarkt * Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen * Emissies en koerswaarden van op de aex-effectenbeurs genoteerde aandelen * Marktrentevoeten Aandelenindices en effectenomzetten 68 Overheidsfinanciën 4.1 Financiën van de centrale overheid op kasbasis Door de centrale overheid geheven belastingen Overheidsschuld 74 Betalingsbalans 5.1 * Betalingsbalans * Goederenrekening * Dienstenrekening Inkomensrekening Inkomensoverdrachten * Directe investeringen * Transacties in buitenlandse effecten met het buitenland * Transacties in Nederlandse effecten met het buitenland Overige financiële transacties Lopende rekening; seizoenvrij Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans * Extern vermogen van Nederland * Internationale reserves 92 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

4 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 6.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 94 Micro- en macro-prudentieel toezicht en betalingsverkeer 7.1 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi s Buitenlandse activa van geregistreerde kredietinstellingen (geconsolideerd) * Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling Bankbiljetten in omloop 107 Wisselkoersen 8.1 * Wisselkoersen en goudprijs 108 Bijlage: toelichting op de statistieken 111 De inhoud van deze publicatie is verzorgd door de afdeling Statistische informatie en rapportages (telefoon , telefax ) Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd = gegevens ontbreken Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel). * Voor deze tabellen worden lange tijdreeksen op Internet gepubliceerd in zowel guldens als euro s ( Statistieken in Kwartaal- en maandreeksen beginnen in (monetair, kapitaalmarkt) of in 1986 (betalingsbalans, kapitaalmarkt, rentevoeten en wisselkoersen). Weekcijfers beginnen in 1996 en dagcijfers in De verkorte balans van De Nederlandsche Bank nv wordt naast deze publicatie alleen op het Internet gepubliceerd ( onder Monetair beleid en onder Statistieken ). In het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds) van het imf worden van de verkorte balans van de Nederlandsche Bank (tabel 1.1), de gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s (tabel 2.3), de betalingsbalans (tabel 5.1) en het extern vermogen van Nederland (tabel 5.11) de publicatiedata aangekondigd op het Internet ( onder Statistieken ). De publicatiedata van alle onder de sdds vallende Nederlandse kernstatistieken reële statistieken, overheidsfinanciën en monetairfinanciële statistieken worden gepresenteerd op de sddsinternetpagina ( Een overzicht van de meest recente gegevens van deze kernstatistieken is te vinden op het Internet (

5 Inleiding De Europese monetaire integratie heeft een belangrijke invloed op de statistische weergave van de officiële reserves van de Nederlandsche Bank. In dit nummer van het Statistisch Bulletin wordt hierover uitgebreid verslag gedaan. Verder heeft de harmonisatie van de statistieken binnen de emu tot aanpassingen geleid in de betalingsbalansstatistiek Zo worden de financiële derivaten voor het eerst in een aparte deelrekening gepresenteerd (tabel 5.8). In een derde artikel wordt het landenrisico van Nederlandse banken in 1999 behandeld. Wereldwijd valt een verschuiving van de uitzettingen op banken en overheid richting het bedrijfsleven te constateren. Voorts stagneerden de uitzettingen op Latijns Amerika, Azië en Oost-Europa tezamen. In de rubriek Enkele recente ontwikkelingen wordt een aantal opmerkelijke trends gesignaleerd. Zo blijft de kredietverlening op een hoog niveau. Verder leidde de hoge financieringsbehoefte van in Nederland gevestigde ict-bedrijven tot een grote toeneming van vooral aandelenemissies. Zo namen ict-bedrijven in de laatste vier kwartalen ruim 1/3 van de totale aandelenemissies in Nederland voor hun rekening. Ook op het gebied van de beleggingsfondsen zet de opmars van de ictsector zich voort. Mede hierdoor werd in de eerste drie maanden voor een recordbedrag van eur 3,7 miljard bij beleggingsfondsen ingelegd (voornamelijk bij aandelenfondsen). Een ander record werd bereikt bij de Nederlandse aankopen van buitenlandse obligaties (eur 18,9 miljard in het eerste kwartaal). De belangstelling vooral van institutionele beleggers richtte zich met name op in euro s luidend schuldpapier. De statistieken worden met ingang van dit Bulletin uitgebreid met gegevens over de internationale reserves (tabel 5.12). Op grond van imf-richtlijnen gaan steeds meer landen ertoe over informatie met betrekking tot hun officiële reserves uit te breiden met gegevens over verplichtingen in vreemde valuta en off balance sheet - activiteiten. DNB / Statistisch Bulletin Juni

6

7 Enkele recente ontwikkelingen Kredietgroei trekt in 2000 weer aan De laatste maanden van 1999 lag de groei van de kredietverlening door Nederlandse mfi s aan de private sector binnen het eurogebied op 13% (12-maandsbasis). Na een lichte afvlakking in januari trad een versnelling op tot ruim 15% in april (grafiek 1). Vooral de verhoogde verstrekking van kortlopende leningen aan Nederlandse niet-financiële particuliere vennootschappen droeg hieraan bij (+ 13,4% ten opzichte van een jaar eerder). Het betreft hier een breed scala aan bedrijven; ad-hoc informatie over de ontwikkelingen in april 2000 bevestigt dit. Ook de groei van woninghypotheken blijft zeer krachtig. Weliswaar is sprake van enige vertraging tot 16,8% in het eerste kwartaal van 2000 (1999-iv + 17,4%). Overigens zijn deze cijfers neerwaarts vertekend omdat in september 1999 het uitstaand bedrag met eur 2,5 miljard is verminderd vanwege een securitisatietransactie van European Mortgage Securities, een zogenoemd special purpose vehicle (spv). De verstrekking van woninghypotheken door niet-banken i.c. overige financiële instellingen, waaronder de spv s vallen, is echter met hetzelfde bedrag toegenomen. Los hiervan is de kredietverlening van mfi s ook neerwaarts vertekend door de securitisatie van consumptief krediet ter waarde van eur 1,2 miljard. Grafiek 1 Ontwikkeling kredietverlening mfi s aan de private sector Twaalfmaandsgroei in procenten Totaal jan. mrt. jun. Woninghypotheken sep. dec Niet-financiële particuliere vennootschappen mrt. De totale omvang van kredietverlening via Nederlandse spv s is niet bekend, maar op basis van emissies door spv s is wel een indicatie te geven. In 1998 is door spv s voor eur 1,4 miljard aan emissies geplaatst. In 1999 is het emissiebedrag opgelopen tot eur 5,6 miljard. Voor het grootste deel betreft het activa die voorheen op de bedrijfseconomische bankbalans hebben gestaan, zodat met securitisaties het voor banken belangrijke solvabiliteitsbeslag is verminderd. Overigens werkt dit niet volledig door in de sociaal-economische balans (tabel 2.2) van mfi s, omdat hun niet-bancaire dochters, die ook securitisatietransacties uitvoeren, hier niet in zijn opgenomen. Naast de mfi s worden securitisatietransacties geïnitieerd door overige financiële instellingen. Deze zonderen bijvoorbeeld hun leaseportefeuilles af om de bijbehorende goede kredietwaardigheid te kunnen kapitaliseren. Belang van emissies door ict-bedrijven toegenomen Bedrijven die actief zijn op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie (ict) hebben een grote financieringsbehoefte. Deze vloeit voort uit de benodigde omvangrijke investeringen, maar ook uit de overnameactiviteiten om schaalvoordelen te bereiken of een verdere groei te realiseren. Daar komt bij dat de liquide middelen en financiële reserves van de hightechbedrijven in het algemeen beperkt zijn, omdat een substantieel deel van deze ondernemingen nog steeds verlieslijdend is. De omvangrijke financieringsbehoefte heeft geleid tot een groot aantal aandelenemissies van technologiebedrijven, waarvan enkele gepaard gingen met een beursintroductie. In grafiek 2 zijn de emissies van in Nederland gevestigde ict-bedrijven afgezet tegen die van de overige Nederlandse niet-financiële vennootschappen. Overigens zijn hierbij alleen ondernemingen die puur actief zijn op ict-terrein tot de ict-bedrijven gerekend, zoals softwarebedrijven, internetaanbieders, telecombedrijven, ict-dienstverleners kabelbedrijven en chipfabrikanten. Ondernemingen die wel enige activiteit op ict-gebied ontplooien, maar waarvan die activiteiten tamelijk beperkt zijn in verhouding tot hun overige activiteiten, zijn hier buiten beschouwing gelaten. Grafiek 2 toont een toename van het volume van aandelenemissies door ict-bedrijven, ook in verhouding tot die door de overige niet-financiële vennootschappen. Vanaf 1997 hebben de technologiebedrijven eur 9,7 miljard aan aandelen geëmitteerd, tegenover DNB / Statistisch Bulletin Juni

8 Enkele recente ontwikkelingen Grafiek 2 Emissies door ict-bedrijven en overige niet-financiële vennootschappen Miljarden euro s Aandelen Obligaties ict-bedrijven Overige niet-financiële vennootschappen eur 10,2 miljard door de overige niet-financiële vennootschappen en eur 14,4 miljard door de financiële instellingen. Dit betekent dat de ict-bedrijven sinds begin 1997 ruim een kwart van het volume aan aandelenemissies voor hun rekening hebben genomen. Gemeten over de laatste vier kwartalen ligt het aandeel van de ict-bedrijven met ruim eenderde nog hoger. Daarmee blijven zij dan niet ver achter bij de financiële instellingen (grafiek 3) De ontwikkeling van emissies van obligaties door in Nederland gevestigde ict-bedrijven geeft een enigszins vergelijkbaar beeld als die van aandelen, zij het dat in de tweede helft van 1999 het bedrag aan obligatie-emissies behoorlijk lager was (grafiek 2). Vanaf 1997 hebben hightechbedrijven voor eur 6,7 miljard aan obligaties uitgegeven, waarvan eur 4,9 miljard in de laatste vier kwartalen. Dit laatste was ruim twee maal zoveel als de obligatie-emissies van de overige niet-financiële vennootschappen. Het aandeel van de technologiebedrijven in de totale uitgifte van obligaties door de private sector blijft evenwel beperkt (9%) als gevolg van het hoge emissievolume van financiële instellingen, met name banken (grafiek 3). Uit het voorgaande blijkt dat het belang van de ictbedrijven op zowel de aandelen- als obligatiemarkt het afgelopen jaar aanzienlijk is toegenomen. Daarbij was het emissievolume van aandelen de helft hoger dan dat van obligaties. Dit hangt ongetwijfeld samen met de behoefte aan risicodragend vermogen, het tot halverwege maart gunstige klimaat voor aandelenemissies en in geval van beursintroducties de mogelijkheid voor bestaande aandeelhouders om hun aandelen via de beurs te verkopen. De omslag medio maart in het sentiment rond technologieaandelen, vormde daarna een belemmering voor nieuwe aandelenemissies. Grafiek 3 Emissievolume 1999-ii t/m 2000-i, uitgesplitst naar bedrijvensector Procenten van het totaal Aandelen 42 ict-bedrijven Overige nietfinanciële vennootschappen Obligaties Financiële instellingen 8 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

9 Enkele recente ontwikkelingen Recordinleg bij beleggingsinstellingen, opmars ictbeleggingsfondsen gaat door In het eerste kwartaal van 2000 is voor een recordbedrag van eur 3,7 miljard bij beleggingsinstellingen 1 ingelegd. Van deze inleg kwam het overgrote deel, namelijk eur 3,5 miljard, terecht bij aandelenfondsen. Dit is meer dan de totale inleg bij deze fondsen in heel Binnen de categorie aandelenfondsen waren vooral de wereldwijd beleggende fondsen (eur 2,4 miljard) en de fondsen die zich richten op Europa (eur 1,1 miljard) populair. Bij de wereldwijd beleggende aandelenfondsen namen de beleggingsinstellingen die zich specifiek richten op de ict-sector met een inleg van eur 0,9 miljard een prominente plaats is. De hausse op de aandelenmarkten tot en met begin maart oefende blijkbaar een sterke aantrekkingskracht uit op beleggers. Onder meer de koersexplosie van de technologieaandelen heeft bijgedragen aan de hoge inleg bij aandelenfondsen 2. Dit leidde niet alleen tot een hoge inleg bij de ict-fondsen, maar ook bij de meer diversifiërende aandelenfondsen met een duidelijk overwogen positie in de ict-sector. Beleggers in deze fondsen konden daardoor zowel profiteren van de koersstijgingen van de technologieaandelen als dat zij door beleggingen in andere sectoren minder risico liepen dan beleggers in gespecialiseerde ict-fondsen. Grafiek 4 ict-beleggingsfondsen: inleg en balanstotaal Miljarden euro s 1,2 0,9 0,6 0,3 0,0-0,3 97 Netto-inleg per kwartaal 98 Balanstotaal, schaal rechts 99 Totale inleg, schaal rechts Grafiek 5 Aantal ict-fondsen en hun aandeel in alle Wtb-instellingen gemeten naar balanstotaal Aantal ict-fondsen 98 Balanstotaal ictfondsen in % van het balanstotaal van alle beleggingsinstellingen, schaal rechts Zoals al vermeld, legden beleggers in het eerste kwartaal van 2000 eur 0,9 miljard bij de ict-beleggingsfondsen in. Dit is weliswaar iets minder dan de eur 1,1 miljard die ict-fondsen in het voorgaande kwartaal wisten aan te trekken (grafiek 4), maar bedraagt wel bijna eenderde van de gecumuleerde instroom bij deze beleggingsinstellingen. In totaal was er aan het eind van het eerste kwartaal van 2000 in de ict-beleggingsinstellingen eur 3 miljard ingelegd (koersmutaties niet meegerekend). Het balanstotaal van de ict-fondsen bedroeg toen met eur 9 miljard het drievoudige hiervan, hetgeen een weerspiegeling is van de excessieve koersstijging van de technologieaandelen tot dan toe. Grafiek 1 laat ook zien dat met name in het vierde kwartaal van 1999 en in iets mindere mate in het eerste kwartaal van dit jaar de toename van het balanstotaal van de ict-fondsen aanzienlijk hoger was dan de netto-inleg in die kwartalen. Het aandeel van het balanstotaal van de ict-fondsen in dat van alle beleggingsinstellingen is door bovengenoemde ontwikkelingen fors toegenomen (grafiek 5). In het eerste kwartaal van 1997 hadden de toen bestaande twee ict-fondsen een aandeel van iets meer dan 0,5%. Drie jaar later is het aantal ict-fondsen tot 15 gestegen en bedraagt hun aandeel bijna 8%. De sterkste stijging deed zich in de laatste twee kwartalen voor met een ruime verdubbeling DNB / Statistisch Bulletin Juni

10 Enkele recente ontwikkelingen Directe investeringen blijven hoog In het eerste kwartaal van 2000 investeerden Nederlandse ondernemingen eur 9,0 miljard in het buitenland. Dit past in het beeld dat de laatste twee jaar is ontstaan: investeringen in het buitenland die aanzienlijk hoger zijn dan voordien (tabel 5.6 achter in dit Bulletin). In 1997 lag het gemiddelde niveau op eur 5,9 miljard per kwartaal; daarna eur 10,5 miljard ( ). Circa een derde eur 2,9 miljard van de investeringsstroom in het eerste kwartaal was gericht op het Verenigd Koninkrijk. Deze investeringen betroffen vooral mutaties in vorderingen in rekening-courant binnen concerns. De belangen in Zuidoost-Azië zijn met eur 1,0 miljard toegenomen door onder meer investeringen door de sector metaal en elektrotechniek. De investeringen in Nederland (eur 10,3 miljard) waren in het eerste kwartaal eveneens weer zeer omvangrijk. De kapitaaldeelnemingen (inclusief ingehouden winsten) waren met eur 4,0 miljard twee keer zo hoog als gemiddeld per kwartaal in De voornaamste landen van herkomst waren België, Duitsland en de Verenigde Staten. Vanuit elk van deze landen vooral België hebben belangrijke investeringen in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening plaatsgevonden. Grote belangstelling voor obligaties Tabel 1 Effectenverkeer, exclusief geldmarktpapier Miljarden euro s Buitenlandse obligaties Nederlandse obligaties Overheidsobligaties Saldo obligatieverkeer Buitenlandse aandelen Nederlandse aandelen Saldo aandelenverkeer Saldo, totaal 1 Kwartaalgemiddelden ,6-10,8-11,1-18,9 3,1 5,7 10,3 12,7 0,2 1,4 3,9 5,0-2,5-5,1-0,8-6,2-2,7-4,4-8,2-3,6 0,1 2,1 6,6 4,2-2,6-2,3-1,6 0,6-5,1-7,4-2,4-5,6 De Nederlandse aankopen van buitenlandse obligaties bereikten een recordhoogte van eur 18,9 miljard in 2000-i (tabel 1). Achter dit saldo gaan omvangrijke, verder gestegen brutostromen schuil. In totaal werd voor eur 236,9 miljard verkocht aan, en voor eur 255,7 miljard gekocht van het buitenland. Net als in 1999 was de belangstelling voor buitenlandse obligaties vooral op schuldpapier luidend in euro s gericht. Daarnaast bestond er een ruime vraag naar dollarobligaties, mogelijk ingegeven door de stijgende dollarkoers en vrees voor toekomstige schaarste aan lang Amerikaans treasurypapier in verband met een verminderd overheidsberoep op de kapitaalmarkt. De buitenlandse aankopen van Nederlandse obligaties bedroegen in het eerste kwartaal van 2000 eur 12,7 miljard. Dit betrof voor eur 5,0 miljard overheidsobligaties en voor eur 7,7 miljard obligaties van de particuliere sectoren. Met het oog op het ontstaan van één grote Europese kapitaalmarkt heeft het Agentschap van het Ministerie van Financiën verschillende initiatieven ondernomen om Nederlandse staatsleningen internationaal meer concurrerend te maken. Gelet op de verder toegenomen buitenlandse vraag naar Nederlandse overheidsobligaties in het eerste kwartaal tot boven het reeds zeer hoge kwartaalgemiddelde in 1999 lijken deze initiatieven effect te sorteren. Nederlandse ingezetenen kochten in het eerste kwartaal voor eur 3,6 miljard aan buitenlandse aandelen. Amerikaanse aandelen waren bijzonder in trek (+ eur 4,8 miljard). Tot in de tweede week van maart was sprake van een grote belangstelling voor de informatieen (tele)communicatiesectoren (zie ook elders in dit Bulletin). De ruime mogelijkheden tot aanschaf van dergelijke aandelen op de Nasdaq-beurs en de forse verdere appreciatie van de dollar ten opzichte van de euro vormen vermoedelijk een belangrijke verklaring voor de sterke belangstelling voor Amerikaanse aandelen. Ook naar Japanse aandelen bleef, bij een in het eerste kwartaal verdere forse stijging van de Nikkei-index, vraag bestaan. Daarentegen werden Duitse en Britse aandelen, die in 1999 zeer sterk in de Nederlandse belangstelling hadden gestaan, per saldo afgestoten. i 10 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

11 Enkele recente ontwikkelingen Publicatie Nederlandse macro-economische kerngegevens op orde Eind april dit jaar heeft Nederland van het imf de status voldoet aan sdds verkregen. Dit betekent dat de publicatie van Nederlandse macro-economische kerngegevens aan de nieuwste richtlijnen voldoet. De sdds (Special Data Dissemination Standard) is een internationale publicatiestandaard met richtlijnen omtrent tijdigheid, periodiciteit, inhoud en beschikbaarheid van macro-economische statistieken 3. In 1996 is de voorbereiding van start gegaan. De Mexico-crisis in 1994/95 had aangetoond dat de beschikbare macroeconomische informatie onvoldoende was om goed inzicht in de economische situatie van een land te krijgen. De sdds beoogt een bijdrage te leveren aan de verkleining van de kans op financiële instabiliteit. Aansluiting bij de standaard is vrijwillig, maar deelname Tabel 2 Publicatie van Nederlandse macro-economische kernstatistieken Categorie Frequentie Snelheid Reële sector Nationale rekeningen k 8 weken Productie index m 6 weken Werkgelegenheid k 3 maanden Werkloosheid m 3 weken Lonen m 4 weken Consumentenprijzen m 1 week Producentenprijzen m 1 maand Fiscale sector Kerngegevens gehele overheid j 6 maanden Kerngegevens centrale overheid m 1 maand Staatsschuld k 10 dagen Financiële sector Balans Monetair financiele instellingen m 4 weken Verkorte balans dnb w 4 dagen Rentestanden d 1 dag Aandelenindex d 1 dag Buitenland sector Betalingsbalans m 7 weken Internationale reserves m 1 week Buitenlandse handel m 8 weken 1 Investeringspositie 2 j 9 maanden Wisselkoersen d 1 dag Bevolkingscijfers j 9 weken Legenda: d: dagelijks, w: wekelijks, m: maandelijks, k: driemaandelijks, j: jaarlijks Gearceerd: publicatiefrequentie en -snelheid hoger dan sdds. Niet gearceerd: publicatiefrequentie en -snelheid overeenkomstig sdds. Toelichting: Publicatie kernstatistieken qua snelheid en frequentie vergeleken met richtlijnen. 1 In principe gebaseerd op 40 werkdagen. 2 Voor de investeringspositie geldt wereldwijd een overgangsregeling die mede samenhangt met de toekomstige publicatie van uitgebreide informatie over buitenlandse schuld. DNB / Statistisch Bulletin Juni

12 Enkele recente ontwikkelingen schept verplichtingen. Nederland heeft zich verbonden aan deze standaard. Op dit moment doen 47 landen mee. Vanaf de start is er door de deelnemende Nederlandse instellingen het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Ministerie van Financiën en de Nederlandsche Bank (dnb) naar gestreefd om de informatie zo spoedig mogelijk aan de richtlijnen te laten voldoen. dnb vervult hierin een coördinerende rol. Voor alle gegevenscategorieën (reëel, financieel, fiscaal en extern) wordt alle beschikbare informatie (cijfers, publicatiekalender en metagegevens) gepubliceerd op websites van het imf en de lidstaten ( en voor de Nederlandse overzichtspagina). In een aantal gevallen publiceert Nederland met een hogere frequentie en snelheid dan volgens de richtlijnen verplicht is (arceringen in tabel 2). In de nabije toekomst (medio dit jaar) zal het imf het toezicht op de naleving van de datastandaard gaan aanscherpen. Met de huidige status kan Nederland dit met vertrouwen tegemoet zien. 1 Tot de beleggingsinstellingen zijn hier gerekend alle instellingen die zijn ingeschreven in het register volgens de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb) en die statutair in Nederland zijn gevestigd. 2 Daarnaast zal de hoge inleg bij aandelenfondsen (met name bij de ict-fondsen) weer hebben bijgedragen aan een verdere koersstijging van de aandelen. Deze hoge inleg leidt namelijk tot overeenkomstige aankopen van aandelen, wat een prijsopdrijvend effect heeft. 3 Een uitgebreid artikel over de imf Special Data Dissemination Standard is gepubliceerd in het dnb Statistisch Bulletin van September 1999, Kwaliteit en tijdigheid van macro-economische statistieken. 12 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

13 De statistische meting van internationale reserves De meting van officiële reserves is de laatste jaren sterk in beweging vanwege diverse mondiale crises in de jaren negentig. In die tijd bleek de statistische dekking van reserves van een aantal landen tekortkomingen te vertonen. Daarom zijn nieuwe definities en publicatierichtlijnen onder auspiciën van het IMF opgesteld. Ook de Europese monetaire integratie heeft een belangrijk effect gehad op onder meer de hoogte en de aard van de officiële reserves. In dit artikel wordt de invloed van deze ontwikkelingen op de reserves van DNB beschreven. In een nieuwe tabel (5.12) en op haar website publiceert de Bank voortaan volgens de nieuwste richtlijnen uitgebreidere statistieken over de reserves. Per eind mei 2000 bedraagt de omvang van de Nederlandse internationale reserves volgens de nieuwe definitie EUR 19,4 miljard. Mondiale ontwikkelingen Diverse internationale crises van de afgelopen jaren, zoals de Mexico-crisis in 1994/95, de Azië-crisis in 1997 en de Roebel-crisis in 1998, hebben het belang aangetoond van goede en tijdige informatie over de macroeconomische positie van een land. Gebrek aan wereldwijde goede gegevens over internationale reserves heeft het moeilijk gemaakt om te anticiperen op en gerichte actie te ondernemen ten tijde van crises. Bedoelde omissies zijn puntsgewijs opgenomen in box 1. Bedacht moet worden dat het belang van dergelijke informatie juist groter is geworden door financiële innovaties en de toegenomen globalisatie van financiële markten. De roep om verhoogde transparantie is door het imf in samenwerking met een aantal lidstaten al in 1996 vertaald in een internationale publicatiestandaard (Special Data Dissemination Standard; sdds). Nederland heeft zich verbonden aan deze standaard, die richtlijnen omvat voor de tijdigheid, periodiciteit, inhoud en beschikbaarheid van macro-economische statistieken. 1 De officiële reserves van een land vormen één van de 17 verplicht te publiceren gegevenscategorieën. In 1999 is de standaard voor de reserves verder aangescherpt. De nu publiek beschikbare informatie is onder andere uitgebreid met gegevens over verplichtingen in vreemde valuta en off balance sheet activiteiten. Europese ontwikkelingen Ook Europese ontwikkelingen hebben geleid tot een gewijzigde statistische behandeling van officiële reserves. Met de oprichting van het Europees Systeem van Centrale Banken (escb) is in Europees verband een nieuwe definitie van officiële reserves overeengekomen. Deze definitie sluit beter aan bij de nieuwe situatie waarin de centrale banken van de 11 landen die op dit moment tot de Economische en Monetaire Unie (emu) behoren, zijn terecht gekomen. Bovendien is in het Statuut van het escb vastgelegd dat de centrale banken van de leden van de emu een gedeelte van hun officiële reserves aan de ecb afdragen. Deze pooling van reserves kwam in de plaats van de driemaandelijkse goud- en dollarswaps met de ecb op grond van de deelname aan Box 1 Gegevenstekortkomingen traditionele officiële reserves Incomplete informatie: beleende activa zijn niet bekend en geleende effecten en repurchase agreements worden tot de reserves gerekend zonder dat hun status bekend is; sommige deposito s en vergelijkbare gelden worden aangehouden bij financieel zwakke lokale banken of hun buitenlandse vestigingen. Deze middelen zijn vaak niet beschikbaar ten tijde van een crisis, maar worden meestal wel meegerekend, hetgeen leidt tot een overschatting van de reserves; waarderingsmethodes kunnen zeer sterk afwijken van marktwaarden; definitie, dekking en inhoud van internationale reserves kunnen per land verschillen, hetgeen landenvergelijking bemoeilijkt. Gebrek aan algemeen beschikbare informatie over verplichtingen die mede bepalend zijn voor de werkelijke hoogte van de beschikbare reserves: off balance sheet activiteiten van de autoriteiten die de beschikbare reserves kunnen aantasten. Dit betreft onder andere toekomstige verplichtingen in vreemde valuta; activiteiten die verhoogde risico s met zich mee brengen, zoals het gebruik van financiële derivaten; potentiële verplichtingen in vreemde valuta van de monetaire autoriteiten en de centrale overheid. Dit betreft onder andere korte-termijnverplichtingen, waaronder rentebetalingen, eventuele vreemde valutakoersgaranties en contracten met betalingsverplichtingen in vreemde valuta die zijn gerelateerd aan de economische situatie. DNB / Statistisch Bulletin Juni

14 De statistische meting van internationale reserves het Europees Monetair Stelsel (ems). Het eigendom van deze zogenaamde gepoolde reserves is in januari 1999 aan de ecb overgedragen hoewel ze bij de centrale banken in beheer zijn gebleven. De nationale centrale banken binnen het Eurosysteem fungeren voor deze reserves als de managers van de beleggingsportefeuilles van de ecb. De gepoolde reserves zelf komen niet meer op de balans van dnb voor. De vordering op de ecb die bij de overdracht werd gecreëerd wel. Definitie officiële reserves De basis van elk van de nu gehanteerde definities van officiële reserves in de context van monetair-financiële statistieken ligt vast in imf-richtlijnen voor de opstelling van de betalingsbalans. 2 De volgende criteria gelden: 1. Officiële reserves dienen daadwerkelijk in bezit en beheer te zijn van de monetaire autoriteiten, i.c. de centrale bank en eventueel overheidslichamen die zich bezighouden met de regulering van het betalingsverkeer en de uitvoering van het monetaire beleid (in Nederland is dat uitsluitend de Nederlandsche Bank). 2. Officiële reserves bestaan uitsluitend uit liquide vorderingen op niet-ingezetenen luidend in een andere muntsoort dan die voor het binnenlandse betalingsverkeer wordt gebruikt (doorgaans bankrekeningen en effecten waarvoor een diepe en liquide markt bestaat). In Europees verband zijn deze criteria als volgt aangevuld. Tot de officiële reserves van het Eurosysteem worden alleen vorderingen op ingezetenen van buiten het eurogebied gerekend. Voor deze aanpassing van de imfdefinitie is gekozen omdat vanuit het oogpunt van de monetaire unie vorderingen op ingezetenen van binnen het eurogebied (ook luidende in vreemde valuta) in principe als binnenlandse vorderingen gezien kunnen worden. Deze aanvulling op de imf-definitie heeft consequenties voor de opstelling van het International Reserves Template dat permanent op Internet wordt gepubliceerd. In de volgende paragraaf wordt hierop teruggekomen. Per saldo omvat de nieuwe statistische definitie van de officiële reserves van het Eurosysteem (de ecb en de nationale centrale banken van de emu-lidstaten) liquide vorderingen op ingezetenen van buiten het eurogebied in een andere muntsoort dan de euro. Goud, bijzondere trekkingsrechten en de reservepositie bij het imf maken onveranderd deel uit van de officiële reserves. International Reserves Template Alle nu te publiceren statistische informatie over officiële reserves is bijeengebracht in het reserves template. In verkorte vorm wordt deze informatie met ingang van dit Bulletin in een nieuwe tabel (5.12) gepubliceerd. Hiermee wordt beoogd meer en tijdig(er) inzicht te geven in niet alleen de omvang maar ook in de claims op beschikbare middelen, en dus in de daadwerkelijke beschikbare middelen. Het template is inmiddels een voorgeschreven component van de imfpublicatiestandaard. Het is uiteindelijk de bedoeling dat van de publicatie van dergelijke informatie een disciplinerende werking uitgaat. Dit kan een aanzet vormen tot tijdige beleidsbijstellingen waardoor negatieve effecten van onrust op de financiële markten kunnen worden voorkomen. De gedachte is verder dat marktpartijen op grond van de nieuwe informatie betere inschattingen kunnen maken van de situatie waarin een land verkeert met het bijbehorende risicoprofiel. Het template is voorts opgezet om inzicht te geven in de reservepositie op korte-termijn (maximaal 1 jaar). Voor de beoordeling van de liquiditeitssituatie op zeer korte termijn is een onderverdeling gemaakt naar looptijden tot 1 maand, van 1-3 maanden en van 3-12 maanden. Voor de waardering van middelen, aanspraken en verplichtingen geldt dat zoveel mogelijk de actuele marktwaarde dient te worden aangehouden. Verder dient het beroep op vreemde valutamiddelen zoveel mogelijk in nominale termen te worden weergegeven. Voor derivatencontracten moet ook het maximale potentiële risico worden aangegeven. Naast het begrip officiële reserves bestaat nu ook het bredere begrip liquiditeitspositie in vreemde valuta (tabel 1). Dit begrip onderscheidt zich in tenminste drie opzichten van de officiële reserves. Allereerst omdat het zowel de aanspraken als de verplichtingen ten opzichte van zowel niet-ingezetenen als ingezetenen omvat. Ten tweede omdat het niet alleen balansinformatie omvat, maar bovendien in- en uitgaande stromen vanwege offbalance activiteiten. Een laatste onderscheid is dat ook de middelen en verplichtingen van relevante overheidsinstellingen worden meegenomen. Gevolgen van de definitiewijzigingen In tabel 2 zijn kwartaalcijfers opgenomen voor de Nederlandse officiële reserves. Hoewel het totaal aan officiële reserves tussen het derde en het vierde kwartaal 14 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

15 De statistische meting van internationale reserves Tabel 1 Kerninformatie International reserves template Liquiditeitspositie in vreemde valuta Middelen in vreemde valuta i Aanspraken op middelen in vreemde valuta Officiële reserves (monetair goud, sdr s, reservepositie in het imf en deviezenvoorraad) Overige middelen in vreemde valuta (bv. vorderingen op ingezetenen eurogebied in vreemde valuta) ii Vaststaande aanspraken voortkomende uit Verplichtingen in vreemde valuta (bv. voortkomend uit repo s) Posities in financiële derivaten zoals termijncontracten, futures en swaps iii Mogelijke aanspraken uit Mogelijke verplichtingen in vreemde valuta (bv. Overheidsgaranties) Posities in opties On-balance-sheet activiteiten in vreemde valuta Off-balance-sheet activiteiten in vreemde valuta Uitsluitend ten opzichte van niet-ingezetenen van 1998 niet veel veranderde, vond er toch een aantal significante wijzigingen plaats. Zo leidde de afwikkeling van de goud- en Amerikaanse dollarswaps met de ecb op grond van het ems tot een toename van de voorraden goud en deviezen met respectievelijk 6,8 miljoen fine troy ounce (fto) en usd 1,6 miljard (eur 1,3 miljard). De voorraad ecu s nam daarmee tegelijkertijd af met ecu 3,2 miljard (eur 3,2 miljard). Voor de balans van 31 december 1998 werd daarnaast een nieuwe boekwaarde voor goud vastgesteld van nlg per kilogram fijn (eur 184,90 per fto). In tabel 2 is een aantal wijzigingen in de statistische definitie per begin 1999 ten opzichte van de periode ervoor expliciet gemaakt. De belangrijkste wijziging betreft de waardering van goud en effecten. Het goud werd in de oude situatie eenmaal per drie jaar vastgesteld op het laagste jaargemiddelde van de marktprijs met een additionele korting van 30%. Effecten werden gewaardeerd tegen nominale waarde. In de nieuwe opstelling worden zowel goud als effecten gewaardeerd tegen de marktprijs. Verder zijn in de tweede kolom over 1998-iv alle vorderingen in Duitse marken nog wel meegerekend. Na de ingang van fase drie luiden deze beleggingen in euro en maken daarom geen deel meer uit van de officiële reserves. In de cijfers over het eerste kwartaal van 1999 tellen deze middelen dan ook niet meer mee, hetgeen bijna eur 6,5 miljard van de daling verklaart. Op de verkorte balans van dnb worden de beleggingen in voormalig Duitse markenpapier verantwoord als Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied in euro en Overige activa. Ook voor wat betreft het externe vermogen van Nederland zijn deze beleggingen vanaf 1999 opgenomen onder Buitenlandse effecten (in plaats van voorheen onder Officiële reserves ). De cijfers in tabel 2 geven ook de afdracht aan de ecb van een deel van de reserves weer in januari Ten eerste daalde hiermee de goudvoorraad met eur 0,3 miljard (equivalent aan de marktwaarde van 1,3 miljoen fto). De afdracht vertegenwoordigt ook een ander deel van de daling in de deviezenvoorraad tussen het vierde kwartaal van 1998 en het eerste kwartaal van De DNB / Statistisch Bulletin Juni

16 De statistische meting van internationale reserves Tabel 2 Officiële reserves dnb Ultimocijfers in miljoenen euro s ii iii iv iv 1 i ii iii iv i Monetair goud In duizenden fine troy ounce Bijzondere trekkingsrechten Reservepositie in het imf Deviezenvoorraad ecu s Totaal officiële reserves PM Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied in vreemde valuta Vanaf 1998-iv volgens de Eurosysteemdefinitie. afgedragen reserves bestonden naast goud voor eur 1,6 miljard uit vorderingen (cash en effecten) in Amerikaanse dollars en voor eur 0,2 miljard in Japanse yen. Als tegenpost voor de overdracht heeft dnb een vordering gekregen op de ecb ter waarde van eur 2,1 miljard. Vanaf 1999-iv wordt bij de berekening van de deviezenvoorraad rekening gehouden met de marktwaarde van financiële derivaten. De instrumenten die volgens de boekhoudkundige richtlijnen off-balance worden gehouden, zijn in de statistische definitie meegenomen tegen de netto marktwaarde. Als pro memoriepost is opgenomen dat deel van de voormalige officiële reserves dat werd belegd buiten Nederland maar binnen het eurogebied. De beschreven ontwikkelingen en wijzigingen hebben geleid tot het volgende trendmatige beeld van de officiële reserves van dnb (grafiek 1). Zoals te zien is nemen de reserves van dnb al enige tijd af. De reserveafdracht van dnb aan de ecb is duidelijk zichtbaar in de cijfers over Deze heeft, samen met de herclassificatie van de Duitse mark-portefeuille, gezorgd voor de grootste procentuele afname in de weergegeven periode. In de grafiek is ook te zien dat dit overwegend de deviezenvoorraad heeft betroffen, waardoor voor dnb het relatieve aandeel van imf-gerelateerde reserves (positie in het Fonds + sdr s) is toegenomen. Box 2 geeft een overzicht van de verschillende (elektronische) publicaties van de Bank waar informatie over de internationale reserves is te vinden. Grafiek 1 Officiële reserves dnb Ultimocijfers in miljoenen euro s Monetair goud Bijzondere trekkingsrechten Reservepositie in het imf Totaal deviezenvoorraad 16 DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

17 De statistische meting van internationale reserves Box 2 Samenhang gepubliceerde gegevens internationale reserves dnb Kwartaalgegevens: nieuwe tabel 5.12 van dit Bulletin. Maandgegevens: Statistieken in De maandelijkse reservegegevens van de ecb en het escb staan op de ecb-website ( Jaargegevens: tabel 5.11 van dit Bulletin. Zowel 5.11 als 5.12 zijn gebaseerd op de meest recente imf-richtlijnen. Mutaties van de officiële reserves volgens de nieuwe definitie zijn vanaf 1999-i opgenomen in de betalingsbalans (tabel 5.1). Weekcijfers: tabel 1.1 en tabel 2.1 van dit Bulletin. Deze tabellen staan ook op de dnb-website (onder Statistieken). In tabel 2.1 is een verzamelpost voor externe activa opgenomen. Hieronder vallen de traditionele officiële reserves en de bancaire vorderingen van dnb op ingezetenen van buiten het eurogebied. In beide tabellen is de presentatie van de gegevens opgesteld volgens de boekhoudkundige richtlijnen van het Eurosysteem; deze kunnen afwijken van die van het imf. Voor een goede onderlinge internationale vergelijkbaarheid van cijfers voor de officiële reserves staan de template-cijfers ook op de Nederlandse sdds-overzichtspagina ( National Summary Data Page, of In grafiek 2 wordt de samenstelling van de Nederlandse reserves in Europees perspectief weergegeven. De reservesamenstelling verschilt onderling. Nederland bezit relatief veel goudreserves, de ecb houdt relatief meer deviezen aan. In december 1999 kondigde de Bank aan de komende jaren 300 ton goud te gaan verkopen. 3 Bij de ecb bestaat 80% van de reserves uit deviezen. De ecb heeft daarentegen geen sdr s en geen reservepositie bij het imf. Ten opzichte van de andere deelnemers van het Eurosysteem nemen de overige reserves van de ecb, die onderdeel zijn van de officiële reserves, een significante positie in. In de reserves van het Eurosysteem domineren deviezen en goud. Grafiek 2 Samenstelling internationale reserves dnb, ecb en Eurosysteem Procenten Afsluitende opmerkingen Diverse ontwikkelingen hebben in de nieuwe opstelling van de internationale reserves van monetaire autoriteiten hun beslag gekregen. In IMF-verband is getracht zoveel mogelijk tekortkomingen in de traditionele presentatie weg te nemen. Daartoe is een nieuwe, meer uitgebreide opstelling geïntroduceerd namelijk het International Reserves Template. Daarnaast is een deel van de officiële reserves van de Bank aan de ECB overgedragen en heeft een overeenkomstige herdefiniëring plaatsgevonden in verband met de voormalige in Duitse mark luidende deviezen. In de nabije toekomst zal het aantal landen met het gewenste niveau van transparantie op het gebied van internationale reserves moeten worden uitgebreid: hiermee wordt de kans vergroot dat de ernstigste vormen van internationale financiële crises worden voorkomen Overige middelen Overige officiële reserves Goud Reservepositie imf en sdr s Deviezenvoorraad 1 Een uitgebreid artikel over de imf Special Data Dissemination Standard is gepubliceerd in het dnb Statistisch Bulletin van september Voor actuele sdds informatie wordt verwezen naar het onderdeel recente ontwikkelingen elders in dit Bulletin. 2 imf, Balance of Payments Manual, 5th edition, Washington d.c., Op 26 september 1999 hebben vijftien Europese centrale banken bekend gemaakt dat de totale omvang van de goudverkopen door deze instellingen in de komende 5 jaren niet groter zal zijn dan 2000 ton en jaarlijks niet meer dan ongeveer 400 ton. Met inachtneming van en in overeenstemming met deze afspraak en na overleg met de andere deelnemers is de Nederlandsche Bank voornemens in deze 5- jaars periode 300 ton goud te gaan verkopen, waarvan 100 ton in het eerste jaar (Persbericht dnb, 6 december 1999). DNB ECB Eurosysteem DNB / Statistisch Bulletin Juni

18

19 De Nederlandse betalingsbalans: aanpassing van wijze van samenstelling en presentatie De verdergaande harmonisatie van de statistieken binnen de Economische en Monetaire Unie is primair de reden voor een aantal aanpassingen in zowel de wijze van samenstelling als de presentatie van de betalingsbalansstatistiek. In onderstaand artikel worden de belangrijkste wijzigingen, doorgevoerd met ingang van het voorliggende Statistisch Bulletin, beschreven. Inleiding In het afgelopen decennium hebben ontwikkelingen plaats gevonden die van belang zijn geweest voor de samenstelling van de statistiek van de betalingsbalans. De belangrijkste hiervan zijn de totstandkoming van de Economische en Monetaire Unie (emu) en de publicatie van de vijfde editie van het Balance of Payments Manual van het imf. Deze twee gebeurtenissen hebben geleid tot een verdergaande harmonisatie van de betalingsbalansstatistiek, enerzijds binnen de emu (in geografisch verband), anderzijds op inhoudelijk gebied (afstemming met Nationale Rekeningen). Een deel van de nieuwe richtlijnen is in eerdere jaren doorgevoerd, doch met de komst van de Europese Centrale Bank (ecb) is het zwaartepunt verschoven naar een versnelde doorvoering van een aantal zaken waaronder het gebruik van nieuw bronmateriaal voor de bepaling van het overig financieel verkeer van de bancaire sector. Bij de beschrijving ligt de nadruk op de veranderingen die ook een wijziging in de presentatie betekenen. De inhoudelijke en cijfermatige aanpassingen worden in tabelvorm toegelicht. Gewijzigde presentatie betalingsbalans De presentatie van de Nederlandse betalingsbalans is momenteel voornamelijk gebaseerd op het vijfde Balance of Payments Manual van het imf. Dit betekent onder andere dat de hoofdindeling vrijwel naadloos aansluit bij de buitenlandrekening van de Nationale Rekeningen die door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd wordt. 1 De Nederlandse betalingsbalans wordt onderverdeeld in drie hoofdrekeningen: de lopende rekening, de vermogensoverdrachtenrekening en de financiële rekening. In de lopende rekening worden alle transacties tussen ingezetenen en niet-ingezetenen geboekt die gerelateerd zijn aan de inkomensvorming, -verdeling en -besteding. Er vindt binnen deze rekening een onderverdeling plaats naar goederen, diensten, inkomenstransacties en inkomensoverdrachten. De vermogensoverdrachtenrekening meet de grensoverschrijdende transacties in niet geproduceerde niet-financiële activa (patenten e.d.). Ook schenkingen en kwijtschelding vallen in deze categorie. De tegenpost van de som van de saldi op deze twee rekeningen leidt naast herwaarderingen en koersveranderingen tot een mutatie van het externe vermogen van Nederland. De samenstelling van dit vermogen wordt beschreven in de financiële rekening. Binnen de financiële rekening worden vijf deelcategorieën onderscheiden. De afzonderlijke opname van de financiële derivaten is nieuw: directe investeringen, effectenverkeer, financiële derivaten, overige financiële transacties en officiële reserves. Omdat de betalingsbalans niet geheel sluit (bijvoorbeeld vanwege de inzet van verschillende bronnen en definitie- en meetverschillen) wordt het systeem sluitend gemaakt door een post statistische verschillen. De presentatie van de betalingsbalans in het Statistisch Bulletin is slechts op enkele punten veranderd. Een nieuwe tabel 5.12 geeft de internationale reservepositie van de Nederlandsche Bank conform de nieuwe richtlijnen van het imf (zie artikel elders in dit Bulletin). Verder zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in de naar land uitgesplitste financiële transacties (directe investeringen en effectenverkeer; tabellen 5.6, en 5.7.2). De samenstelling van enkele landen- (groepen) is licht aangepast met als gevolg een zeer beperkt effect op de cijfers voor enkele eu-landen (Frankrijk, Italië, Verenigd Koninkrijk). De aanpassing heeft te maken met de nu andere behandeling van overzeese gebiedsdelen en kleine stadstaten zoals het Vaticaan en Monaco. Voor de exacte wijzigingen wordt verwezen naar de toelichting bij de tabellen. Wijze van samenstelling van de betalingsbalans Hoewel opstelling en presentatie van de betalingsbalans op een moderne leest geschoeid zijn, is de systematiek betreffende de verzameling van informatie nog immer grotendeels gebaseerd op het systeem dat kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Bank werd ontwikkeld. De essentie van het systeem is de meldingsplicht aan de Bank voor betalingsverkeer en verreke- DNB / Statistisch Bulletin Juni

20 De Nederlandse betalingsbalans ningen met het buitenland. Hoewel er in de loop der jaren, mede onder invloed van de internationale ontwikkelingen, een aanzienlijke versoepeling is opgetreden geldt nog immer een meldingsplicht voor transacties boven een bepaald bedrag. Het systeem van sluitende opgaven vormde jarenlang een goed controlemiddel bij de opstelling van de betalingsbalans. De kracht van deze toetsing is inmiddels grotendeels verdwenen doordat een zeer groot deel van de rapportages (meer dan 95%) betrekking heeft op zogenaamde neutrale transacties. Dit zijn transacties tussen twee ingezetenen of tussen twee niet-ingezetenen via buitenlandse rekeningen, die het systeem tevens meet. 2 Een tweede ontwikkeling op internationaal gebied die effect heeft gehad op de effectiviteit van de huidige methode is de zeer grote groei die heeft plaats gevonden in met name de financiële rekening. Het volume van de transacties maakt het verwerkingsproces tot een ingewikkelde zaak. Op onderdelen zet de Bank derhalve geleidelijk andere dan de traditionele bronnen in bij de aanmaak van de betalingsbalans. Voorts gaan de internationale richtlijnen in de richting van verdere harmonisatie van de betalingsbalansstatistieken. Met name voor de emu-landen is een grote mate van standaardisatie van belang vanwege de opstelling van een betalingsbalans voor het eurogebied door de ecb sinds vorig jaar. Op de wijzigingen in de wijze van samenstelling van de Nederlandse betalingsbalans vanwege de aansluiting op andere statistieken, en herrubriceringen en andere meetmethoden vanwege de voortgaande Europese harmonisatie wordt hieronder ingegaan. Lopende rekening Goederen- en dienstenrekening De goederenrekening in de betalingsbalans dient, volgens het Balance of Payments Manual, aan te sluiten bij de rekening Buitenland van de Nationale Rekeningen van het cbs. De Bank neemt derhalve in principe het goederenverkeer volgens de Nationale Rekeningen over. Vanwege de pas latere publicatie van de Nationale Rekeningen schat de Bank zelf de meest recente maand(en) bij op basis van onderliggende trends en resultaten uit de goederencijfers die de Bank op kasbasis verzamelt. Dit betekent dat recente goederencijfers steeds een voorlopig karakter dragen. Met ingang van dit Bulletin worden de goederencijfers tevens voor een langere periode herzien (vanaf 1995) omdat het cbs recentelijk de Nationale Rekeningen heeft gereviseerd. Het hier relevante deel van de revisie heeft met name betrekking op de doorvoer en het entrepotverkeer, alsmede de activiteiten van distributiecentra die, conform internationale richtlijnen met betrekking tot eigendomsoverdracht, van de dienstenrekening zijn overgebracht naar de goederenrekening. Cijfermatig gaat het in de goederensfeer zowel aan de in- als aan de uitvoerkant om een aanzienlijke niveauverhoging (circa 13 1 /2% gemiddeld over vijf jaar; tabel 1). Ook het saldo goederenverkeer komt hierdoor hoger uit. Het netto effect van deze aanpassing op de dienstenrekening is weergegeven in de tabel 5. Rentebetaling op accrual basis Een in theorie belangrijke aanpassing op de inkomensrekening van de betalingsbalans betreft de renteboeking Tabel 1 Effecten goederenrekening Miljoenen euro s i ii iii iv Uitvoer van goederen oud nieuw Invoer van goederen oud nieuw Saldo goederenverkeer oud nieuw DNB / Statistisch Bulletin Juni 2000

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 INLEIDING Momenteel zijn er twee rapportagekaders voor beleggingsinstellingen, elk voor een verschillend doel. Zo bestaat er de (ex-)wtb-kwartaalrapportage

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 8 december 2014 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005 STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 5 NL De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en van andere

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 13 april 2015 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 10 april 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015 Bankieren met de menselijke maat Jaarverslag 2015 SNS Bank N.V. Jaarverslag 2015 > Jaarrekening 221 1 KAS EN KASEQUIVALENTEN Specificatie kas en kasequivalenten Direct opeisbare tegoeden bij DNB 1.372

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Inhoud Statistische bijlage

Inhoud Statistische bijlage Inhoud Statistische bijlage Monetair beleid 1* Verkorte balans van De Nederlandsche Bank nv 2 Monetaire ontwikkelingen 2.1* Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s 4 2.2* Bijdrage van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling ing Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 27 maart 28 Voorburg/Heerlen, 28 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 09 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 2009 Het afgelopen decennium zijn de activiteiten van het mondiale bankwezen sterk toegenomen. De lage rente in voornamelijk de geïndustrialiseerde landen,

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006 06 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2006 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2006 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2.550 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 26.9.2003 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 241/1 EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 februari 2003 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 090 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 159/48 Publicatieblad van de Europese Unie 20.6.2007 RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 mei 2007 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2004/15 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1977-1978 15 099 Goudherwaardering Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 13juli 1978

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 276/32 Publicatieblad van de Europese Unie 17.10.2008 II (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is) RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 12 december 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie

De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie Inleiding Vanaf heden publiceert DNB betalingsbalanscijfers conform de zesde versie van het Manual on Balance of Payments and International

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector Achterblijvende groei binnen de sector De sector omvat in Nederland behalve banken, verzekeraars en pensioenfondsen een verhoudingsgewijs omvangrijke categorie overige (ofi s) zoals bijzondere en beleggings.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Macro-economisch scorebord 2015K4

Macro-economisch scorebord 2015K4 Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in

Nadere informatie

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen.

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen. Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2015 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 1.412.000 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 188.000, netto

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 2000D0014 01/01/2004 Aantal bladzijden: 7 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 36/22 Publicatieblad van de Europese Unie 5.2.2009 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 december 2008 tot wijziging van Besluit ECB/2006/17 betreffende de jaarrekening

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kerngegevens 30-jun dec jun-17. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000)

Kerngegevens 30-jun dec jun-17. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000) Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2018 een positief resultaat voor belastingen behaald van 1.067.415 hetgeen toe te rekenen is aan een verkoopresultaat vastgoed 2.423.871, een

Nadere informatie

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000)

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000) Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2017 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 444.963 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 44.063, netto financieringskosten

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2015 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2015 ---------------- 31-12-2014 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 6.875 8.375 MATERIËLE

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro Webartikel 214 Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro drs. J.L. Gebraad 16-1-214 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 247/38 Publicatieblad van de Europese Unie 18.9.2013 RICHTSNOEREN RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 30 juli 2013 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/23 betreffende de statistische rapportagevereisten

Nadere informatie

Schuld op consumptief krediet in 2005 gedaald, roodstand toegenomen

Schuld op consumptief krediet in 2005 gedaald, roodstand toegenomen Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 22 september 26 Schuld op consumptief krediet in 2 gedaald, roodstand toegenomen ir. M.E. van Agtmaal-Wobma Centraal Bureau voor de Statistiek,

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Maart 2000

De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Maart 2000 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Maart 2000 2000 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2.300 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan,

Nadere informatie

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen t8 8 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningentorrekeningen derde kwartaal aal 28 Hans Wouters Publicatiedatum CBS-website: 16 januari 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie 1. Inleiding Het brutoschuldbegrip is een internationale standaard. Financiële marktpartijen en kredietbeoordelaars maken internationale vergelijkingen op basis

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

RICHTSNOEREN. Artikel 1. Wijzigingen

RICHTSNOEREN. Artikel 1. Wijzigingen L 41/28 18.2.2016 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/231 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/23 betreffende de statistische rapportagevereisten van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 565 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds Halfjaarbericht 2015 Bright LifeCycle Fonds Periode: 19 december 2014 tot en met 30 juni 2015 Inhoudsopgave HALFJAARBERICHT BRIGHT LIFECYCLE FONDS... 3 BALANS PER 30 JUNI 2015... 3 WINST- EN VERLIESREKENING

Nadere informatie