De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie"

Transcriptie

1 De Nederlandse betalingsbalans: nieuwe cijfers en presentatie Inleiding Vanaf heden publiceert DNB betalingsbalanscijfers conform de zesde versie van het Manual on Balance of Payments and International Investment Position (BPM6), het door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) opgestelde statistische handboek voor de betalingsbalans en de externe vermogenspositie. De compilatie van de externe rekeningen volgens de nieuwe standaard is verplicht voor alle EU-landen. De cijfers voor Nederland zijn aangepast voor de periode vanaf DNB heeft de introductie van BPM6 aangegrepen om ook andere verbeteringen door te voeren. Ten eerste zijn, daar waar het CBS dient als bron voor de betalingsbalans, de gereviseerde cijfers van het CBS over de nationale rekeningen verwerkt. Dit betreft vooral het goederenverkeer, de primaire inkomens (voor zover deze niet voortkomen uit grensoverschrijdende financiële activa en passiva) en de secundaire inkomens. Ten tweede wordt voor het grensoverschrijdende dienstenverkeer voortaan aangesloten op het niveau in de nationale rekeningen. Voor het goederenverkeer was hier al sprake van, maar voor het dienstenverkeer sloten de betalingsbalansgegevens tot nu toe aan op de bronstatistiek van de dienstenhandel. Ten derde zijn op onderdelen revisies doorgevoerd als gevolg van nieuw beschikbare informatie en wijzigingen in de compilatiemethode. Een belangrijk onderdeel daarvan betreft de verbeterde compilatie van de betalingsbalanscijfers voor Bijzondere Financiële Instellingen (BFI s), waarbij in samenwerking met het CBS het saldo lopende rekening voor deze sector is geharmoniseerd. Nieuwe statistische standaarden BPM6 is reeds in 2009 gepubliceerd door het IMF. Al sinds 1948 brengt deze instelling in haar Balance of Payments Manuals internationale richtlijnen uit voor de compilatie van betalingsbalansstatistieken. Het nieuwe handboek vervangt BPM5, dat in 1993 werd uitgebracht. BPM6 is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Balance of Payments Statistics Committee van het IMF en na uitgebreide consultaties met nationale statistiekmakers en internationale organisaties als de Europese Centrale Bank (ECB) en het statistiekbureau van de Europese Commissie (Eurostat). 1 Op een later tijdstip worden de gegevens teruggelegd tot 2003, het moment waarop DNB is overgestapt op een stelsel van directe rapportages en steekproeven. 1

2 De revisie van het betalingsbalanshandboek van het IMF heeft parallel plaatsgevonden aan de herziening van het System of National Accounts van de Verenigde Naties (SNA 2008), dat de basis vormt voor het Europese System of Accounts (ESA 2010) en daarmee de nationalerekeningenstatistiek in Europa. Ook dit handboek wordt dit jaar in alle Europese landen geïmplementeerd. De richtlijnen voor de betalingsbalans en nationale rekeningen sluiten nu methodologisch volledig aan. In de presentatie blijft de betalingsbalans wel zijn specifieke functionele indeling, naar onder andere directe investeringen en effectenverkeer, behouden. De overstap op BPM6 binnen de Europese Unie is gezamenlijk voorbereid door de ECB en Eurostat. Deze instellingen delen de verantwoordelijkheid voor de samenstelling en publicatie van de externe rekeningen voor het eurogebied en de EU en hebben de relevante regelgeving guidelines van de ECB en regulations van de Europese Commissie aangepast. De aanpassingen reflecteren in de eerste plaats de methodologische aanpassingen in BPM6. Daarnaast wordt ook meer detail voorgeschreven in de aan de ECB en Eurostat op kwartaalbasis te rapporteren posities en transacties. Dit extra detail wordt door DNB ook gepubliceerd. Achtergrond voor de vernieuwingen De vernieuwingen in BPM6 zijn voor een belangrijk deel ingegeven door economische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden sinds het verschijnen van de vorige editie van het betalingsbalansmanual in De globalisering is sindsdien verder voortgeschreden, met toenemend gebruik van grensoverschrijdende productieprocessen, meer complexe internationale bedrijfsstructuren en grotere grensoverschrijdende arbeids- en kapitaalstromen. Daarnaast is de aandacht toegenomen voor grensoverschrijdende vorderingen en verplichtingen, die tot uiting komen in de internationale investeringspositie (IIP). Financiële innovatie tot slot heeft nieuwe en complexere financiële instrumenten voortgebracht, die adequaat in de statistieken dienen te worden meegenomen 2. Gevolgen voor de presentatie BPM6 heeft diverse gevolgen voor de presentatie. Een daarvan is dat de betalingsbalanstabellen voortaan, tenzij anders vermeld, cijfers bevatten waarin ook transacties en posities van Nederlandse BFI s zijn meegenomen. Daarnaast wordt binnen de lopende rekening, naast de 2 In appendix 8 van BPM6 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste methodologische wijzigingen die zijn doorgevoerd. Ook de door de ECB opgestelde FAQ s bieden een nuttig overzicht (zie ECB.pdf?dad2e270978bb6eb8393bbefd94c7dc7). 2

3 goederenrekening en de dienstenrekening, gesproken over de primaire inkomens (voorheen inkomensrekening) en de secundaire inkomens (voorheen inkomensoverdrachten). Deze wijziging is niet louter een naamsverandering, maar gaat gepaard met enkele herclassificaties van bestaande betalingsbalansposten en toevoegingen van nieuwe posten. Zo zijn bijvoorbeeld belastingen op productie en invoer en subsidies overgeheveld van de secundaire naar de primaire inkomens. De ingehouden (herbelegde) winsten uit beleggingen in beleggingsfondsen vormen, binnen de primaire inkomens, een nieuw element in de betalingsbalans dat al wel werd meegenomen in de nationale rekeningen. In de financiële rekening verandert de classificatie van sectoren en van sommige financiële activa en passiva. In plaats van over monetaire autoriteiten wordt voortaan gesproken over de centrale bank, en de binnenlandse BPM5-sector overige sectoren is onder BPM6 verder uitgesplitst in overige financiële sectoren, niet-financiële instellingen en huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van de huishoudens. Al met al is met deze wijzigingen in terminologie en classificatie sprake van een vrijwel volledige aansluiting op de nationale rekeningen. In de financiële rekening introduceert BPM6 een nieuwe tekenconventie. Hierbij draagt zowel de toename van financiële activa als de toename van financiële passiva een positief teken. De afname van financiële activa en passiva dragen beiden een negatief teken. Door deze nieuwe presentatiewijze hebben financiële transacties in de betalingsbalans en in de IIP voortaan hetzelfde teken. In de BPM5-opstelling van de betalingsbalans was dit niet het geval; hierin werd een toename van financiële activa met een negatief teken geboekt en een afname juist met een plus. Kort samengevat: in BPM6 wisselt de presentatie van transacties in financiële activa van teken. Een andere belangrijke verandering in de financiële rekening is de overstap naar bruto registratie van grensoverschrijdende directe investeringen. Het zogenoemde directional principle, waarbij directe investeringen in de eigen aandeelhouder ( reverse investment ) werden gesaldeerd met de directe investering in de dochteronderneming, wordt in BPM6 niet langer toegepast. Effecten op saldo lopende rekening en netto extern vermogen Over de gehele periode wijzigen de omvang en het beloop van het saldo op de lopende rekening niet substantieel (zie grafiek). Voor 2013 komt het overschot op de lopende rekening conform BPM6 uit op EUR 66 miljard (11% van het BBP). Het netto extern vermogen van Nederland ligt door de inzet van nieuwe en gewijzigde bronnen gemiddeld over de periode zo n EUR 90 miljard (ofwel rond de 15% van het BBP) lager. Eind 2013 heeft Nederland een netto 3

4 extern vermogen van EUR 200 miljard, opgebouwd uit EUR miljard (11 maal het BBP) vorderingen op het buitenland en EUR miljard verplichtingen aan het buitenland. De met enkele honderden miljarden verhoogde standen, vooral het gevolg van het niet langer toepassen van het directional principle, illustreren de grote openheid van de Nederlandse economie. Indien de directe investeringen overigens tegen marktwaarde worden gewaardeerd, bedraagt het netto extern vermogen eind 2013 EUR 388 miljard. 3 Lopende rekening Zowel het handelssaldo als de secundaire inkomens dragen bij aan een verhoging van het overschot op de lopende rekening. Daartegenover zijn de primaire inkomens per saldo structureel neerwaarts bijgesteld. Hoewel het handelssaldo, het gecombineerde saldo van het goederen- en dienstenverkeer, maar licht is gestegen, is onderliggend sprake van verschuivingen tussen goederen en diensten in de orde van enkele tientallen miljarden per jaar. Saldo Lopende rekening na revisie(eur miljoen) Saldo goederenrekening Saldo dienstenrekening Saldo primaire inkomens Saldo secundaire inkomens Saldo lopende rekening Bijstelling saldo Lopende rekening (EUR miljoen) Saldo goederenrekening Saldo dienstenrekening Saldo primaire inkomens Saldo secundaire inkomens Saldo lopende rekening De methode die DNB hanteert voor het ramen van de marktwaarde van de netto externe vermogenspositie is beschreven in DNBulletin "Nederland rijker dankzij betere cijfers, dd 26 maart 2012 (zie 4

5 Een belangrijke wijziging in de lopende rekening betreft de bijdrage van BFI s. Deze is neerwaarts bijgesteld met circa EUR 3 miljard. Tot op heden werd een vast bedrag à EUR 1,5 miljard ingezet, gebaseerd op een eenmalige (inmiddels gedateerde) raming van de binnenlandse kosten van BFI s in de vorm van belastingen, diensten en lonen. Dit vaste bedrag is vervangen door een op nieuwe brongegevens gebaseerde raming. Daarnaast is nu ook rekening gehouden met binnenlandse kapitaalinkomens van BFI s. Dit zijn inkomens die Nederlandse BFI s ontvangen van binnenlandse dochtermaatschappijen (geen BFI s) 4 en die deze BFI s vervolgens uitkeren aan hun buitenlandse moedermaatschappijen. In 2013 bedroeg deze laatste stroom, die voorheen niet in de uitgaande primaire inkomens was opgenomen, EUR 3,0 miljard. Voor 2013 resulteert per saldo een negatieve bijdrage van BFI s op de lopende rekening van EUR 1,4 miljard. 5 Het saldo primaire inkomens is ook gedaald, met gemiddeld ruim EUR 1 miljard, doordat het negatieve saldo uit hoofde van belastingen op productie en invoer en subsidies is overgeheveld van de secundaire inkomens (de inkomensoverdrachten) naar de primaire inkomens. Daartegenover staat een toename van het saldo primaire inkomens omdat, conform BPM6, ook het grensoverschrijdende deel van het ingehouden resultaat van buitenlandse en Nederlandse beleggingsfondsen in de betalingsbalans moet worden geregistreerd. Daar waar tot nog toe alleen het uitgekeerde resultaat is opgenomen, schrijft BPM6 voor dat ook het niet-uitgekeerde inkomen van beleggingsfondsen aan de aandeelhouders wordt toegerekend. Deze wijziging is van invloed op zowel de inkomensrekening ( ingehouden winsten ) als op de financiële rekening ( herinvestering van winsten ). Omdat de beleggingen van Nederlandse ingezetenen in buitenlandse beleggingsfondsen fors groter zijn dan omgekeerd, resulteert deze wijziging in een stijging van het primaire inkomenssaldo. Tegenover hogere inkomsten van rond de EUR 2 miljard per jaar staan hogere uitgaven van minder dan EUR 200 miljoen. Het saldo goederenverkeer komt voor de afgelopen jaren circa EUR 20 miljard per jaar hoger uit. 4 Hoewel de vorderingen van BFI s voornamelijk buitenlands zijn, kunnen BFI s ook een beperkt percentage aan binnenlandse vorderingen bezitten. 5 Overigens moet dit cijfer niet verward worden met de bijdrage van de aanwezigheid van BFI s aan de Nederlandse economie. De uitstroom van kapitaalinkomens van dochtermaatschappijen van BFI s aan het buitenlandse moederconcern lopen weliswaar via de BFI s, maar zouden zonder de aanwezigheid van BFI s ook plaatsvinden. Daarnaast ontvangt de Nederlandse overheid bronbelasting van de moedermaatschappijen van Nederlandse BFI s op de inkomens die deze maatschappijen ontvangen van hun Nederlandse BFIdochters. Deze bronbelasting is juist wel gerelateerd aan de aanwezigheid van BFI s, maar is niet zichtbaar in de cijfers van de sector BFI maar in de ontvangen inkomensoverdrachten van de sector Overheid. 5

6 Deze toename vloeit voor het grootste deel voort uit de opname van transitohandel in het goederenverkeer en de revisie van de goederencijfers van het CBS. Van transitohandel is sprake wanneer een ingezetene goederen aankoopt van een niet-ingezetene en vervolgens weer doorverkoopt aan een andere niet-ingezetene, zonder dat deze goederen aanwezig zijn geweest in de rapporterende economie. De netto marge die op dergelijke handel wordt gerealiseerd, werd voorheen geregistreerd onder het dienstenverkeer als onderdeel van de overige zakelijke dienstverlening. In BPM6 is transitohandel onderdeel van het goederenverkeer, waarbij de aan deze handel verbonden import in mindering wordt gebracht op de uitvoer. Zowel de uitvoer van goederen als het goederensaldo stijgt als gevolg van deze wijziging sinds 2008 met rond de EUR 9 miljard per jaar, terwijl het saldo op de dienstenrekening met een vergelijkbaar bedrag is afgenomen. De revisie van de goederencijfers van het CBS is onder andere het gevolg van de aanpassingen die het CBS heeft doorgevoerd voor illegale handel en aansluiting op de bron 6. Voor 2010, het nieuwe basisjaar voor de nationale rekeningen, droegen deze aanpassingen EUR 1 miljard respectievelijk EUR 14,5 miljard bij aan de verhoging van het goederensaldo. Omgekeerd maken industriële bewerkingen aan goederen van derden (veredeling) niet langer deel uit van het goederenverkeer. Dit komt doordat in de nieuwe handboeken eigendomsoverdracht tussen ingezetenen en niet-ingezetenen strikt bepalend is voor de vraag of sprake is van internationale handel. Daarop worden dus geen uitzonderingen meer gemaakt. Omdat bij veredeling geen sprake is van eigendomsoverdracht, worden de bruto-handelsstromen niet langer geregistreerd onder het goederenverkeer. In plaats daarvan wordt de toegevoegde waarde die met de industriële bewerking wordt gerealiseerd opgenomen als dienst. De daling die dit met zich meebrengt voor het goederensaldo (en navenante stijging van het dienstensaldo) ligt, op 2008 na, onder de EUR 1 miljard. Naast overhevelingen tussen goederen en diensten is ook binnen de goederenrekening sprake van herschikkingen. Bunkeren en provianderen vormen voortaan onderdeel van de ( overige ) goederenhandel. Dergelijke herschikkingen komen ook voor binnen de dienstenrekening. Zo worden post- en koeriersdiensten, die voorheen impliciet onderdeel uitmaakten van de vervallen post communicatiediensten, tot de vervoersdiensten gerekend. Telecommunicatiediensten, die het resterende deel van de communicatiediensten vormden, zijn samengevoegd met computer- en informatiediensten. Tot slot heeft ook binnen de zakelijke diensten een herschikking plaatsgevonden. 6 Zie voor een toelichting hierop CBS (2014), Nationale rekeningen Revisie

7 De neerwaartse bijstelling van het dienstenverkeer vloeit, naast de eerder genoemde overhevelingen tussen goederen- en dienstenverkeer, voort uit een lagere raming voor de bijdrage van BFI s. Deze is neerwaarts bijgesteld met jaarlijks circa EUR 1 miljard. Deze bijstelling wordt veroorzaakt door de gewijzigde waardering van de export van BFI s. Conform internationale afspraken wordt de waarde van transacties met entiteiten binnen hetzelfde concern berekend als som van de binnenlands gemaakte kosten (binnenlands verbruikte goederen en diensten en lonen). Voorheen werden hiervoor de daadwerkelijke intra-concernprijzen aangehouden. Ook de strategische keuze om voor het totale dienstenverkeer in de betalingsbalans te gaan aansluiten op de nationale rekeningen, conform de bestaande praktijk voor het goederenverkeer, draagt bij aan een daling van het geregistreerde dienstensaldo. Kapitaalrekening De naamgeving voor deze deelrekening is in de Nederlandse opstelling van de betalingsbalans gewijzigd. Daar waar onder BPM5 was gekozen voor de term vermogensoverdrachtenrekening, wordt met de term kapitaalrekening aangesloten op de internationale term capital account, die al in BPM5 was geïntroduceerd om aan te sluiten op het SNA. De inhoudelijke gevolgen van BPM6 voor de kapitaalrekening zijn marginaal. Financieel verkeer en netto extern vermogen Evenals bij de lopende rekening is er in de financiële rekening geen sprake van een structurele verhoging of verlaging van het saldo van alle transacties. De soms aanzienlijke bijstellingen in de verschillende deelrekeningen worden veroorzaakt door verbeterde broninformatie. Saldo Financiele rekening na revisie (EUR mln) Saldo directe investeringen Saldo effectenverkeer Saldo financiële derivaten Saldo overig financieel verkeer Saldo officiële reserves Saldo financiële rekening Bijstelling saldo Financiele rekening (EUR mln) Saldo directe investeringen Saldo effectenverkeer Saldo financiële derivaten Saldo overig financieel verkeer Saldo officiële reserves Saldo financiële rekening

8 Het netto extern vermogen is fors neerwaarts bijgesteld. Deze bijstellingen worden voor het grootste deel verklaard door de inzet van nieuwe, verbeterde bronnen voor de raming van de investeringspositie van de BFI s en verbeterde ramingen van het buitenlands effectenbezit. Daarnaast resulteert de nieuwe waarneming van het buitenlandse effectenbezit van Nederlandse geldmarktfondsen in een beperkte structurele verhoging van het netto extern vermogen (EUR 1 miljard). Netto extern vermogen na revisie (EUR mln) Saldo directe investeringen Saldo effectenverkeer Saldo financiële derivaten Saldo overig financieel verkeer Saldo officiële reserves Netto extern vermogen Bijstelling Netto extern vermogen (EUR mln) Saldo directe investeringen Saldo effectenverkeer Saldo financiële derivaten Saldo overig financieel verkeer Saldo officiële reserves Netto extern vermogen Tot nog toe werd bij de vaststelling van de investeringsposities van BFI s gewerkt vanuit de veronderstelling dat de activa en passiva van BFI s volledig buitenlands zijn. Hoewel deze veronderstelling voor de meeste BFI s opgaat, is bij een deel van deze instellingen ook sprake van binnenlandse investeringsrelaties. Zo hebben BFI s deelnemingen in Nederlandse ondernemingen en beleggen ze ook op beperkte schaal in Nederlandse effecten. Tevens beschikken ze over immateriële activa, vooral rechten op intellectueel eigendom, die per definitie binnenlands zijn. Omgekeerd beleggen binnenlandse sectoren ook in door BFI s uitgegeven effecten. Op basis van verbeterde bronnen zijn dergelijke binnenlandse posities geraamd en in mindering gebracht op de buitenlandse activa van de BFI s. De laatste jaren gaat dit om een bedrag van ruim EUR 35 miljard. Dat het saldo van de directe investeringen desalniettemin stijgt wordt verklaard door een andere BPM6-wijziging. Intraconcernleningen tussen BFI s en bancaire bedrijfsonderdelen worden niet langer tot het overig financieel verkeer gerekend. Hierdoor is er jaarlijks voor gemiddeld EUR 80 miljard aan activa-posities verschoven vanuit het overig financieel verkeer naar de directe 8

9 investeringen. Aan de passivakant verschuiven er posities ter waarde van ruim EUR 30 miljard. Het lagere netto extern vermogen heeft ook nog een methodologische verklaring, die verband houdt met de registratie van de bijzondere trekkingsrechten (SDR) uitgegeven door het IMF. Deze SDR s vormden al onderdeel van de officiële reserves. BPM6 schrijft nu voor dat de tegenwaarde hiervan de allocatie van de bijzondere trekkingsrechten ook in de cijfers moet worden opgenomen en wel in het overig financieel verkeer. Dit betekent een verhoging van de verplichtingen in het overig financieel verkeer van rond de EUR 5,5 miljard vanaf 2009, het jaar waarin een herziening van de toewijzing plaatsvond van bijna EUR 4,7 miljard. 7 Een wijziging die los staat van BPM6, maar ook effect heeft op het netto extern vermogen, betreft de behandeling van chartaal geld. Het gaat hier enerzijds om het verschil tussen de hoeveelheid eurobiljetten die DNB daadwerkelijk in omloop brengt en het deel van de totale hoeveelheid uitgegeven eurobiljetten die aan DNB wordt toegewezen volgens een binnen het Eurosysteem geldende allocatiesleutel. Dit verschil is voor Nederland negatief, waardoor DNB een (boekhoudkundige) vordering heeft op de andere centrale banken binnen het Eurosysteem. Anderzijds gaat het om het verschil tussen het (geraamde) bezit aan chartaal geld van ingezetenen en de uitgifte door DNB. Ook dit verschil is negatief; daarmee ontstaat een verplichting van DNB aan niet-ingezetenen. Beide posities moeten worden geboekt in het overig financieel verkeer. Chartaal geld was nog niet in de cijfers opgenomen vanwege de onzekerheid rondom de raming. Nu is in Europees verband besloten dit voortaan wel te doen, omdat de relevantie van deze post de laatste jaren is toegenomen en in de nationale rekeningen wel al boekingen werden gemaakt. Per saldo hebben beide boekingen een positief effect op het netto extern vermogen van bijna EUR 4 miljard per ultimo De laatste herziening in het kader van BPM6 betreft de gewijzigde registratie van inkomende en uitgaande transacties binnen een directe-investeringsrelatie, die niet langer standaard worden gesaldeerd. Hoewel het saldo van de directe investeringen, en dus ook het netto extern vermogen, hierdoor niet wordt geraakt, heeft dit wel forse invloed op de omvang van de Nederlandse directe investeringen in het buitenland en andersom. Deze wijziging in de registratie leidt over de gehele revisieperiode gemiddeld genomen tot een opwaartse bijstelling van zowel de inkomende als de 7 In het verlengde hiervan dienen voortaan zowel de ontvangen als de betaalde rentes op de bijzondere trekkingsrechten geboekt te worden. Het effect hiervan op de lopende rekening is echter verwaarloosbaar. Daarnaast schrijft BPM6 voor dat een allocatie van SDR s via een transactie wordt bijgeboekt in de officiële reserves, in plaats van door een overige volume-mutatie (hetgeen de bijstelling van EUR 4,7 miljard in de financiële rekening verklaart). 9

10 uitgaande investeringsposities van tegen de EUR 400 miljard. Dit betreft vooral investeringsposities van BFI s. Links IMF Balance of Payments and International Investment Position Manual Sixth Edition (BPM6). ECB Guideline of 9 December 2011 on the statistical reporting requirements of the ECB in the field of external statistics (recast) (ECB/2011/23). Regulation (EC) No 184/2005 of the European Parliament and of the Council, establishing a common framework for reporting b.o.p., international trade in services and foreign direct investment data. Commission Regulation (EU) No 555/2012, amending Regulation (EC) No 184/2005 in line with BPM6 10

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

RICHTSNOEREN. Artikel 1. Wijzigingen

RICHTSNOEREN. Artikel 1. Wijzigingen L 41/28 18.2.2016 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/231 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/23 betreffende de statistische rapportagevereisten van de

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger

Persbericht. Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger Persbericht PB99-102 27 april 1999 10.00 uur Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger Door een herziening van definities en berekeningsmethoden komt de raming van het bruto binnenlands product (BBP) voor

Nadere informatie

De betalingsbalans en de internationale investeringspositie volgens BPM6

De betalingsbalans en de internationale investeringspositie volgens BPM6 De betalingsbalans en de internationale investeringspositie volgens BPM6 1. Introductie De betalingsbalans vormt het statistisch overzicht gedurende een bepaalde periode van alle economische en financiële

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 159/48 Publicatieblad van de Europese Unie 20.6.2007 RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 mei 2007 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2004/15 betreffende

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK C 136/6 0.6.007 AANBEVELINGEN EUROPESE CENTRALE BANK AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 mei 007 tot wijziging van Aanbeveling ECB/004/16 betreffende de statistische rapportagevereisten van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Overzicht van bijstellingen op de ramingen van de economische groei in 2008 Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde kwartaalramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd de kwaliteit

Nadere informatie

Nederlands spaaroverschot

Nederlands spaaroverschot Sociaal Economische Trends 213 De Nederlandse economie Werkloosheid 24-211 Nederlands spaaroverschot Stromen neemt en duren af Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking 217 3 Wendy Smits

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 15.15-16.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 8 december 2014 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden

Nadere informatie

De betalingsbalans uitgelegd in niet-technische taal

De betalingsbalans uitgelegd in niet-technische taal 1/9. De betalingsbalans uitgelegd in niet-technische taal 1. Algemeen overzicht België heeft een zeer open economie. Het is dan ook van vitaal belang om een overzicht te hebben van alle transacties met

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 13 april 2015 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden

Nadere informatie

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Overzicht van bijstellingen op de ramingen van de economische groei in 2007 Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde kwartaalramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd de kwaliteit

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 INLEIDING Momenteel zijn er twee rapportagekaders voor beleggingsinstellingen, elk voor een verschillend doel. Zo bestaat er de (ex-)wtb-kwartaalrapportage

Nadere informatie

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 247/38 Publicatieblad van de Europese Unie 18.9.2013 RICHTSNOEREN RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 30 juli 2013 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/23 betreffende de statistische rapportagevereisten

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking

Nadere informatie

Macro-economisch scorebord 2015K4

Macro-economisch scorebord 2015K4 Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 10 april 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Eerste kwartaal 2012 Eerste raming, 29-6-2012: -4,4% Tweede raming, 29-3-2013: -4,4% Eerste raming, 29-6-2012: 66,8% Tweede raming, 29-3-2013: 66,5% De schuld

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 1317 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal I Vergaderjaar 2017-2018 CXXV Europees Semester 2018 B BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 februari

Nadere informatie

Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans,

Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans, Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans, 2014-2015 Inleiding Lorette Ford De betalingsbalans is een overzicht van de waarde van alle transacties die in een

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) RICHTSNOEREN

(Niet-wetgevingshandelingen) RICHTSNOEREN 3.3.2012 Publicatieblad van de Europese L 65/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) RICHTSNOEREN RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 9 december 2011 betreffende de statistische rapportagevereisten

Nadere informatie

Naar een beter beeld van Nederlands netto bezittingen in het buitenland

Naar een beter beeld van Nederlands netto bezittingen in het buitenland Naar een beter beeld van Nederlands netto bezittingen in het buitenland 1 Inleiding Voor Nederland stelt DNB elk kwartaal de netto buitenlandse bezittingen vast. Het IMF schrijft voor om daarbij naar zo

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Reactie van de minister van Financiën, mede namens de minister van Economische Zaken

Reactie van de minister van Financiën, mede namens de minister van Economische Zaken II Reactie van de minister van Financiën, mede namens de minister van Economische Zaken Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de vragen gesteld vanuit de fracties van VVD, PvdA SP, CDA, PVV,

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Wijzigingen in de DRA-toelichting

Wijzigingen in de DRA-toelichting Wijzigingen in de DRA-toelichting Profiel PNK Inleiding Tekenconventie: De volgende teksten zijn toegevoegd aan de toelichting: Inkomen: Inkomen op financiële activa en passiva dient zonder teken gerapporteerd

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-008 14 februari 2008 9.30 uur Economie groeit 3,5 procent in 2007 De Nederlandse economie is in 2007 met 3,5 procent gegroeid. Dit is de hoogste groei

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2018/1151 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2018/1151 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 209/2 NL RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2018/1151 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 2 augustus 2018 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2011/23 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese

Nadere informatie

Werkstuk Economie De betalingsbalans

Werkstuk Economie De betalingsbalans Werkstuk Economie De betalingsbalans Werkstuk door een scholier 3561 woorden 7 januari 2005 6,3 38 keer beoordeeld Vak Economie De Betalingsbalans 1. Inhoudsopgave 2. Wat is de betalingsbalans en door

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent

Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent De overheid behaalde in 2018 een overschot op de begroting van ruim 11 miljard euro. D t komt overeen met 1,5 procent van het bruto binnenlands product

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN 6.9.2014 L 267/9 RICHTSNOEREN RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 juni 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/23 inzake statistieken betreffende overheidsfinanciën (ECB/2014/21) (2014/647/EU)

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 276/32 Publicatieblad van de Europese Unie 17.10.2008 II (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is) RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens

Nadere informatie

Werkloosheid Beschikbaar inkomen. toegenomen. Sociaal Economische Trends 2013 De Nederlandse economie

Werkloosheid Beschikbaar inkomen. toegenomen. Sociaal Economische Trends 2013 De Nederlandse economie Sociaal Economische Trends 213 De Nederlandse economie Werkloosheid 24-211 Beschikbaar inkomen Stromen huishoudens duren sinds 212 Werkloosheidsduren op basis van de Enquête toegenomen beroepsbevolking

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Nationale rekeningen Revisie 2010

Nationale rekeningen Revisie 2010 Nationale rekeningen Revisie 2010 Nationale rekeningen Revisie 2010 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer ** Nader voorlopig cijfer x Geheim Nihil (Indien voorkomend tussen twee

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

(ECB/2013/23) (2014/2/EU) (PB L 2 van , blz. 12)

(ECB/2013/23) (2014/2/EU) (PB L 2 van , blz. 12) 02013O0023 NL 01.09.2018 001.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

De inkomensverdeling tussen sectoren 10. Auteur Frank Notten

De inkomensverdeling tussen sectoren 10. Auteur Frank Notten De inkomensverdeling tussen sectoren 1. Auteur Frank Notten Het nationaal inkomen wordt verdiend door de verschillende sectoren binnen de Nederlandse economie. Het aandeel van bedrijven binnen het beschikbaar

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans

Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans Praktische-opdracht door een scholier 3615 woorden 27 juni 2004 6,4 17 keer beoordeeld Vak Engels 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Wat is de betalingsbalans

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 28.5.2003 Publicatieblad van de Europese Unie C 126/7 EUROPESE CENTRALE BANK AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 2 mei 2003 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale

Nadere informatie

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Integrale versie 3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Om tegemoet te komen aan de voorschriften van het ESR 1995, werd de op de verzekeringsinstellingen

Nadere informatie

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

EMU-saldo gemeenten. Regiodagen Gemeentefinancien 2012. Dick van Tongeren 12 juli 2012

EMU-saldo gemeenten. Regiodagen Gemeentefinancien 2012. Dick van Tongeren 12 juli 2012 EMU-saldo gemeenten Regiodagen Gemeentefinancien 2012 Dick van Tongeren 12 juli 2012 Inhoud van de presentatie EMU- saldo: Nationale rekeningen en ESR95 Belangrijke concepten van registratie in NR Relatie

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De nationale rekeningen en het ESR 2010

De nationale rekeningen en het ESR 2010 7 de Seminarie voor leerkrachten van het secundair onderwijs 8 oktober 2014 Hans De Dyn (NBB) ESR 2010: structuur van de uiteenzetting Inleiding De wijzigingen in de cijfers 2 / 41 ESR 2010: een belangrijke

Nadere informatie

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector Achterblijvende groei binnen de sector De sector omvat in Nederland behalve banken, verzekeraars en pensioenfondsen een verhoudingsgewijs omvangrijke categorie overige (ofi s) zoals bijzondere en beleggings.

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 15.15-16.45 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Opgave

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie