HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Transcriptie

1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3 De inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar genoten: a. belastbaar inkomen uit werk en woning; b. het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang; c. belastbare inkomen uit sparen en beleggen. De populaire benaming van deze indeling van het belastbaar inkomen is: boxenstelsel. Merk op dat de wet het begrip belastbaar inkomen niet kent. 1 2 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 2 van 2 Artikel Belastbaar inkomen uit werk en woning is het inkomen uit werk en woning verminderd met de te verrekenen verliezen uit werk en woning (afdeling 3.13). Drie algemene bepalingen 1 van 2 Waar art e.v. IB 2. Inkomen uit werk en woning is het gezamenlijke bedrag van: a. de belastbare winst uit onderneming (afdeling 3.2); b. het belastbare loon (afdeling 3.3); c. het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden (afdeling 3.4); ( ) e. de belastbare inkomsten uit eigen woning (afdeling 3.6); ( ) j. de persoonsgebonden aftrek (hoofdstuk 6). 3 Kenmerk een aantal algemene bepalingen gelden voor heel box 1 tenzij 1. Niet in geld genoten inkomen Hoofdregel waarde economisch verkeer Uitzonderingen besparing bij privégebruik van bedrijfsactiva bijv. privégebruik gsm v.d. zaak waarderingsregel bijv. privégebruik auto waarde: 25% van cataloguswaarde (tenzij ) 4 1

2 Drie algemene bepalingen 2 van 2 Belastbaar loon 2. Tijdstip belasten inkomsten ontvangen verrekend ter beschikking gesteld rentedragend geworden vorderbaar en inbaar geworden 3. Tijdstip aftrekbare kosten betaald verrekend ter beschikking gesteld rentedragend geworden genoten zodra een van deze vijf zich voordoet genoten zodra een van deze vijf zich voordoet Artikel 3.80 Belastbaar loon is loon verminderd met de reisaftrek (paragraaf 3.3.2). Artikel 3.81 In deze wet (...) wordt verstaan onder loon: loon overeenkomstig ( ) de loonbelasting, met dien verstande dat, ( ) fooien en dergelijke prestaties van derden in aanmerking worden genomen voor het werkelijk genoten bedrag. Artikel 10 Loonbelasting Loon is alles wat uit de dienstbetrekking wordt genoten. 5 6 Loon Alles 1. in geld 2. in natura a. goederen (bijv. pakket vleesproducten); b. diensten (bijv. vrij wonen); c. aanspraken (bijv. opbouw recht op pensioen). Reisaftrek 1 van 2 Waar Artikel 3.87 IB Eisen Art lid 1 ten minste eenmaal per week; tussen woon- en werkplaats; binnen 24 uur heen en terug; voor zover gereisd per openbaar vervoer; beschikken over openbaar vervoer verklaring of verklaring van de werkgever

3 Reisaftrek 2 van 2 Aftrek (lid 4) afhankelijk van afstand enkele reis (alleen OV-deel) bedrag: zie tabel tabel geldt bij reizen op 4 of meer dagen per week Minder dan 4 dagen per week (lid 5) t/m 90 km: 1 dag = ¼, 2 dgn = ½, 3 dgn = ¾ > 90 km: 0,22 per km maar max per jaar. Ontvangen vergoeding (lid 3) Een ontvangen vergoeding komt in mindering op de aftrek maar nooit lager dan 0. Oefening 1 Piet woont in Oegstgeest. Piet werkt het gehele jaar op drie dagen per week in Rotterdam. Piet rijdt met zijn auto naar Leiden (6 km) en neemt vandaar de trein naar Rotterdam (41 km). Piet heeft een openbaarvervoerverklaring en ontvangt maandelijks 60 reiskostenvergoeding. Gevraagd Welk bedrag mag Piet op zijn aangifte 2010 als reiskosten in aftrek brengen? Uitwerking Het gaat alleen om de afstand die per openbaar vervoer wordt afgelegd, dus 41 km (enkele reis!). Bij 41 km hoort een bedrag van Dit bedrag geldt bij reizen op 4 of meer dagen per week. Piet reist 3 dagen. Dan geldt ¾ x = Op dit bedrag komt de ontvangen vergoeding 12 x 60 = 720 in mindering. Piet mag /- 720 = 440 in aftrek brengen Resultaat overige werkzaamheden 1 van 2 Kenmerken Er wordt (enige) arbeid voor verricht bijv. freelance, auteurswerk, bijlessen geven; Is geen winst uit onderneming (voldoet niet aan de criteria); Is geen loon (geen gezagsverhouding en geen fictieve dienstbetrekking); Resultaat: opbrengsten dit jaar -/- kosten dit jaar (o.a. afschrijving + toepassen permanence). Resultaat overige werkzaamheden Fictie Als de belastingplichtige vermogen of vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan: de onderneming van een verbonden persoon; zijn eigen BV of de BV van een verbonden persoon, behoren de inkomsten tot het resultaat overige werkzaamheden

4 Verbonden persoon 1 van 2 Onder een verbonden persoon wordt hier verstaan: de fiscale partner; partner volgens notarieel samenlevingscontract; partner volgens pensioenregeling; mede-eigenaar/bewoner van de eigen woning + mede-aansprakelijkheid voor schuld op woning; Verbonden persoon 2 van 2 Uitbreidingen: bij minderjarigen werkt regel door naar de ouders; geldt voor gehele opbrengst van de terbeschikkingstelling; geldt ook voor ongebruikelijke terbeschikkingstelling tussen (groot)ouder en (klein)kind zie art IB (bijv. verhuur tegen een onzakelijke vergoeding, een erg hoge/lage huur). degene die voor fiscaal partnerschap had kunnen kiezen; minderjarige kinderen van belastingplichtige of van een van vorenstaande personen Art IB invloed huwelijkse voorwaarden Als man en vrouw op huwelijkse voorwaarden getrouwd zijn, kunnen de partners zaken aan elkaar verhuren. Terbeschikkingstelling aan BV 1 van 2 Wanneer De regel geldt ook bij terbeschikkingstelling aan BV waarin: Fiscale gevolgen zonder art IB HUUR man ,- vrouw = 10% waarde Box 3: Box 1: Winst 4% van waarde GEBRUIKSRECHT Fiscale gevolgen met art IB HUUR man ,- vrouw = 10% waarde Box 1: Box 1: Winst werkelijke huur GEBRUIKSRECHT belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft (grofweg bij bezit van 5% of meer van de aandelen), of een verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft. De regel geldt ook bij zakelijke verhoudingen. Max. fiscaal voordeel: 52,00 % x = ,00 % x = Max. fiscaal voordeel: 52,00 % x = ,00 % x = Gevolg Opbrengst wordt niet belast in box 3 maar in box 1! 16 4

5 Terbeschikkingstelling aan BV 2 van 2 Jaap jr. bezit 4% van de aandelen Hendriks BV, zijn oom de overige. Hij heeft aan de BV geleend. Vraag: Heeft Jaap een AB? Antw.: art. 4.6 IB: bij 5% of meer nee. art IB: oom rechte lijn nee. Zijn oom verkoopt 46% van de aandelen aan zijn vader. Vraag: Wat zijn de gevolgen? Bepalen van het resultaat Resultaat saldo van voor- en nadelen. Resultaat berekenen volgens regels winstbepaling: volgens goedkoopmansgebruik; opstellen balans + winst- en verliesrekening; beperking aftrek kosten (artt t/m 3.17 IB); afschrijven op bedrijfsmiddelen; regels over staking en doorschuiven. Antw.: oom moet over 46% van de aandelen afrekenen met de fiscus; vader verkrijgt een AB, 5% van de aandelen, art. 4.6-a IB; Jaap wordt AB-houder want vader is rechte lijn, art IB aandelen box 2: werkelijk dividend + waardestijging, de lening wordt nu een TBS ex art IB; lening box 1: werkelijke rente wordt progressief belast. 17 Voor zover er sprake is van voordeel uit terbeschikkingstelling (artt ) mag dat deel van de ROW sinds 2010 met 12% TBS-vrijstelling worden verminderd zie art. 3.99b let op de voorwaarden. 18 Opwaarderingsreserve 1 van 4 Jacobs heeft alle aandelen Jacobs BV. Jacobs BV leent bij de bank. Bank eist borgstelling door Jacobs. Jacobs BV blijft ingebreke. Bank spreekt Jacobs aan. Jacobs lost lening af en krijgt vordering op Jacobs BV. Jacobs heeft AB lening zit als ROW in box 1. Opwaarderingsreserve 2 van 4 Jacobs zet vordering om in aandelenkapitaal. Verkrijgingsprijs aandelen = bedrag lening. Jacobs boekt BV boekt Verstrekken lening Lening u/g Bank Aan bank Aan lening o/g Afwaarderen aandelen Verlies Aan lening Omzetten in aandelenkap. Deelneming 0 Lening o/g Aan lening 0 Aan aandelenkap Verkoop deelneming Bank Aan deelneming Jacobs BV kan niet betaling, dus vordering is waardeloos. Goedkoopmansgebruik: afwaarderen. Gevolg: ROW -/ (verlies in box 1)

6 Opwaarderingsreserve 3 van 4 Als de aandelen in waarde stijgen, is over de eerste waardestijging geen IB verschuldigd. Over meerdere is 25% IB verschuldigd want de aandelen vormen een AB Box 2. Gevolg: verlies in box 1 fiscaal voordeel 33,00 tot 52%; winst in box 2 fiscaal nadeel 0 tot 25%. Opwaarderingsreserve 4 van 4 Oplossing Verlies op lening terugdraaien via opwaarderingsreserve. Jaconbs boekt Jacobs boekt MET afwaarderingsreserve Verstrekken lening Verstrekken lening Lening u/g Lening u/g Aan bank Aan bank Afwaarderen aandelen Afwaarderen aandelen Verlies Verlies Aan lening Aan lening u/g Omzetten in aandelenkap. Omzetten in aandelenkapitaal Deelneming 0 Deelneming Aan lening 0 Aan lening Lening u/g Aan opwaarderingsres Verkoop deelneming Verkoop deelneming Bank Bank Aan deelneming Aan deelneming Opwaarderingsres Aan deelneming Aan Winst Periodieke uitkeringen Aftrekbare kosten bij PU Gaat vooral om periodieke uitkeringen o.g.v. Publiekrechtelijke regelingen (bijv. uitkeringen aan gemoedsbezwaarden) Geldt niet voor: uitkeringen die onder de loonheffing gebracht zijn (= loon); kinderbijslag, huurtoeslag, studiefinanciering (art IB) Verplichting uit het familierecht (bijv.alimentatie) Onthoud alimentatie voor ex-partner: belast alimentatie voor kind: onbelast 23 Aftrekbare kosten art IB Aftrekbaar zijn de kosten gemaakt tot: verwerving inning en behoud van de uitkeringen en verstrekkingen. Verwerving ziet niet op advocaatkosten etc. gemaakt ter verkrijging van de bron, bijv. vaststellen recht op alimentatie wel op kosten gemaakt tot verhogen van het bedrag. Denk verder aan incassokosten als ex-partner niet wil betalen. 24 6

7 EINDE 25 7