Screening Onderzoeksresultaten basisscholen gem. Nederweert -

Transcriptie

1 Screening Onderzoeksresultaten basisscholen gem. - Karin Mennen Myrna van der Weerden

2 Inleiding Aangezien het belangrijk is dat kinderen plezier hebben in beweging is het van belang dat zij optimaal kunnen bewegen. Wanneer er problemen zijn die het plezier in bewegen beperken, is het van belang dat hier iets mee wordt gedaan. Problemen die het bewegen beperken kunnen faalangst, concentratieproblemen, overgewicht of problemen in de motoriek zijn. Het is van belang dat achterstanden in motoriek en fitheid worden aangepakt in de gemeente. Met het doel dat de kinderen zich zelfverzekerder gaan voelen en met meer plezier gaan sporten. Alle leerlingen van de basisscholen in de gemeente nemen deel aan een screening. Tijdens drie gymlessen worden alle leerlingen getoetst op motoriek en fitheid.

3 1. Onderzoeksopzet Doelgroep en steekproef De screening is gericht op alle leerlingen van het basisonderwijs van groep 3-8 in de gemeente. School Klimop 178 Kerneel 203 Bongerd 123 Budschop 63 Tweesprong 96 Zonnehof 83 Schrank 243 Aantal leerlingen Totaal 989 In totaal hebben van alle basisscholen 989 leerlingen deelgenomen aan de screening. Onderzoeksmethode De screening wordt verdeeld over 3 gymlessen. De verdeling ziet er als volgt uit: - Les 1 motoriek: Circuit met motorische leerlijnen - Les 2 motoriek: Drie vakken met motorische leerlijnen - Les 3 fitheid: Shuttlerun, meten/wegen en vragenlijst. Alle groepsleerkrachten ontvangen de inhoud van de lessen een maand voor de screening start. Zij kunnen zo de lessen vooraf oefenen met de leerlingen. Met behulp van excel zijn de onderzoeksresultaten geanalyseerd. Respons en betrouwbaarheid Van de in totaal 989 leerlingen hebben 989 leerlingen deelgenomen aan de screening. Dat is een respons van 100%. Echter hebben niet alle leerlingen alle onderdelen van de screening ondergaan. Redenen hiervan waren met name uitval door ziekte bij één van de lessen. Daarnaast mochten een aantal kinderen niet gewogen/gemeten worden vanwege overtuigingen van hun ouders. Het is de eerste keer dat deze screening heeft plaats gevonden, de resultaten kunnen daardoor niet vergeleken worden met andere resultaten. Wel kunnen de resultaten vergeleken worden met de resultaten van de andere er basisscholen.

4 2. Resultaten motoriek De motorische leerlijnen worden in twee gymlessen getoetst. De eerste gymles zal bestaan uit een circuit, de andere gymles uit een drie-vakken-les. Circuit De leerlingen werken tijdens de les in tweetallen. Elke leerling voert 1 minuut een opdracht uit. Na deze minuut is de andere leerling aan de beurt. Hierna wordt het circuit vervolgd naar het volgende station met een opdracht. De volgende leerlijnen worden getoetst in het circuit: Balanceren Klimmen Zwaaien Over de kop gaan Springen Mikken Jongleren Twee combinatiefunctionarissen (cf s) en één groepsleerkracht beoordelen de leerlingen. De leerlingen kunnen één van de volgende scores verdienen: 0 = de leerling kan het niet. 1 = de leerling kan het met hulp. 2 = de leerling kan het. 3 = de leerling kan het zeer goed. Drie vakken Tijdens de les zal de klas (afhankelijk van de groepsgrootte) in drie groepen verdeeld worden. Elke groep beoefent de activiteit in het vak ongeveer 10 minuten. Daarna wordt er gewisseld naar het volgende vak. De volgende leerlijnen worden getoetst in de drie-vakkenles: Tikspelen (slagpartij en veldpartij) Doelspelen (aanvaller en verdediger) Stoeien (aanvaller en verdediger) Twee cf s en één groepsleerkracht zullen ieder een onderdeel toetsen. De leerlingen kunnen één van de volgende scores verdienen: 0 = de leerling doet het niet goed. 1 = de leerling doet het af en toe goed. 2 = de leerling doet het goed. 3 = de leerling doet het zeer goed.

5 Resultaten Bij de leerlijnen wordt bekeken of een leerling ze voldoende of onvoldoende beheerst. Scoort een leerling minimaal zes keer een 1 of drie keer een 0, dan zal deze leerling een onvoldoende behalen op de totale leerlijnen. Onderstaande resultaten zijn door de leerlingen behaald: Onvoldoende leerlijnen 3 8% 4 3,5% 5 7,9% 6 6,3% 7 12,6% 8 1,9% 6,6% Gemiddeld behaald 6,6% van de leerlingen een onvoldoende voor de motorische leerlijnen. Deze leerlingen behoeven extra aandacht in de gymles om met de klasgenoten mee te kunnen. Met name in groep 7 hebben veel leerlingen hier problemen mee. Opvallend is dat met name de leerlijn over de kop gaan extra oefening vraagt.

6 3. Resultaten fitheid Tijdens de gymles waarin de fitheid wordt gemeten wordt de klas in tweeën gesplitst. Een helft rent de shuttlerun, de andere helft wordt gemeten, gewogen en vult een vragenlijst in. Het meten en wegen wordt in een afgeschermd gedeelte van de kleedkamer uitgevoerd, telkens één leerling apart. In het overige gedeelte van de kleedkamer vullen de leerlingen een vragenlijst in. De volgende leerlijn worden getoetst in deze les: Hardlopen (middels shuttle run) Daarnaast wordt in deze les het volgende getoetst: BMI Buikomvang Sportparticipatie Zwemdiploma Te voet/fiets/auto naar school Gymcijfer Één CF en een leerkracht zijn verantwoordelijk voor het meten en wegen. Één CF is verantwoordelijk voor de shuttle run. Shuttle run De scores van de shuttle run worden vergeleken met onderstaande normscores. De leerlingen kunnen een onvoldoende of voldoende halen. Leeftijd Meiden Jongens 3 6 jaar trap >2,0 trap >3,0 4 7 jaar trap >3,5 trap >4,5 5 8 jaar trap >4,5 trap >5 6 9 jaar trap >5,0 trap >5, jaar trap >5,5 trap >5, jaar trap >5,5 trap >5,5 Onderstaande resultaten zijn door de leerlingen in de gemeente behaald: Onvoldoende shuttlerun meiden Onvoldoende shuttlerun jongens 3 5,7% 37,7% 4 36,2% 40,6% 5 51% 36,6% 6 55% 29,6% 7 40,9% 28,7% 8 28,5% 24,8% 38 % 33,7% Gemiddeld behaald 38% van de meiden en 33,7% van de jongens een onvoldoende op de shuttle run. Om ervoor te zorgen dat dit percentage zakt is het belangrijk (meer) te trainen op het uithoudingsvermogen van de leerlingen.

7 Wegen/meten De leerlingen worden met hun BMI (berekend uit lengte en gewicht) vergeleken met de normwaarden. De leerlingen kunnen te laag, goed of te hoog scoren. Leeftijd Meiden Jongens 3 6 jaar 13,90-17,34 14,04-17, jaar 13,94-17,75 14,02-17, jaar 14,06-18,35 14,10-18, jaar 14,26-19,07 14,29-19, jaar 14,57-19,86 14,53-19, jaar 14,99-20,74 14,84-20,55 De leerlingen worden bij de buikomvang vergeleken met de normwaarden: Leeftijd Meiden Jongens 3 6 jaar 48,3-68,5 49,7-68,5 4 7 jaar 48,3-68,5 49,7-68,5 5 8 jaar 48,3-68,5 49,7-68,5 6 9 jaar 49,6-71,4 51,0-71, jaar 50,9-74,2 52,3-74, jaar 52,3-76,9 53,8-77,2 Percentage te grote buikomvang en BMI van de gemeente aan de hand van de bovenstaande normwaarden. Te grote buikomvang en BMI 3 3,2% 4 8,1% 5 10,2% 6 14,8% 7 7,1% 8 7,1% 6,6% Gemiddeld heeft 6,6% van de leerlingen zowel een te grote buikomvang als een te hoge BMI.

8 Sportparticipatie De sportparticipatie van de leerlingen wordt middels een vraag in een vragenlijst getoetst. De leerlingen kunnen aangeven welke sport ze beoefenen en bij welke sportaanbieder. Het is onvoldoende indien ze geen sport beoefenen. Geen sportparticipatie 3 14,7% 4 19,3% 5 13,8% 6 5,2% 7 9% 8 5,7% 11,9% Gemiddeld heeft 11,9% van de leerlingen aangegeven geen sport te beoefenen. In de lagere groepen is dit percentage beduidend hoger dan in de hogere groepen. Zwemvaardigheid Het bezitten van een zwemdiploma wordt middels een vraag in een vragenlijst getoetst. De leerlingen geven aan of ze geen diploma, diploma A, diploma B of diploma C bezitten. Het is onvoldoende indien ze geen zwemdiploma bezitten, het is voldoende als ze diploma A of B bezitten en het is goed als ze diploma C bezitten. Geen zwemdiploma ABC 3 27,1% 27,6% 4 14% 31,2% 5 10,1% 44,1% 6 7% 57,2% 7 4,6% 63,8% 8 4,4% 62,1% 12,3% 46,6% Gemiddeld heeft 12,3% van de leerlingen geen zwemdiploma en bijna de helft van de leerlingen (46,6%) heeft het volledige zwemabc. In groep 8 heeft gemiddeld 4,4% geen zwemdiploma en 37,9% niet het volledige zwemabc.

9 Schoolvervoer Het vervoer naar school wordt middels een vraag in een vragenlijst getoetst. De leerlingen kunnen aangeven of ze te voet, met de fiets of met de auto naar school gaan. Sommige leerlingen hebben meerdere opties genoteerd, deze zijn allen in de tabellen opgenomen. Het vervoer middels auto is onvoldoende. Auto 3 35,8% 4 39,8% 5 32,8% 6 25,2% 7 7,9% 8 5,9% 25,1% Gemiddeld komt 25,1% van de leerlingen (regelmatig / soms) met de auto naar school. In de lagere groepen is het percentage beduidend hoger dan in de hogere groepen. Gymwaardering Het plezier in de gymles wordt middels een vraag in een vragenlijst getoetst. De leerlingen geven een rapportcijfer aan hun gymles. Een cijfer onder de 5,5 is een onvoldoende. 3 7,7% 4 5,4% 5 1,6% 6 1,6% 7 1,3% 8 1% Gymcijfer onvoldoende 3% Gemiddeld geeft slechts 3% van de leerlingen een onvoldoende als waardering aan de gymles.