In de zaak met het rolnummer 2009/AR/2325 van: bvba INSURIMO, met zetel te 9255 Buggenhout, Mandakensstraat 127, met ondernemlngsnr.:

Transcriptie

1 Hof van beroep te Gent 12 Kamer Terechtzitting van 09 november 2011 EINDARREST In de zaak met het rolnummer 2009/AR/2325 van: bvba INSURIMO, met zetel te 9255 Buggenhout, Mandakensstraat 127, met ondernemlngsnr.: , appellante tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, op tegenspraak gewezen door de vijfde kamer dd , oorspronkelijk eiseres, hebbende als raadsman mr. VAN BAE.VEGHEM Balt, advocaat te 9200 Dendermonde, Brusselsestraalt 08 tegen: Hl N geboren te i wonende te! geïntimeerde, oorspronkelijk verweerster, hebbende als raadsman mr. LEGAT Marline, advocaat te 9200 Dendermonde, Lambroeokstraa/8 velt het hof het volgend arrest:

2 2009/AR/2325 Fol!o CZ. <\ ) 2. Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van dit hof op heeft BVBA lnsurimo hoger beroep Ingesteld tegen het vonnis dd op tegenspraak gewezen door de 5de kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. De partijen werden gehoord In openbare terechtzitting van en de neergelegde conclusies en stukken werden ingezien. Artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken werd in acht genomen. ~p H gaf bij overeenkomst dd aan BVBA lnsurlmo (hierna genoemd 'lnsurimo) een exclusieve verkoopopdracht, met het oog op het zoeken van een koper voor het onroerend goed gelegen te Öeze bemlddellngs" opdracht werd gesloten voor een termijn van 6 maanden. Bij gebrek aan opzeg twee maanden vóór de vervaldag werd de overeenkomst stilzwijgend verlengd. De gevraagde streefprijs bedroeg EUR, de minimumprijs EUR. Op de gerealiseerde verkoopprijs was een ereloon van 3% exclusief BTW verschuldigd aan lnsurimo, met een minimum van EUR + BTW. In de overeenkomst werd een zogenaamd 'lijs/beding' opgenomen: ''Het ereloon Is verschuldigd door opdrachtgever bij de ondertekening van de verkoopsovereenkomst. De partijen zijn akkoord tot Inhouden van het commissieloon door de instrumenterende notaris. Na het verstrijken van deze overeenkomst kan de opdrachtnemer binnen de maand per aangetekend schrijven, de namen meedelen van de personen waarmee hij in contact is tl geweest voor de verkoop, en indien de eigendom cj_ag,rna aan één van deze ~ personen wordt verkocht, dan is de eigenaar-verkoper Tiët volledige ereloon, berekend op de streefprijs, aan lnsurlmo verschuldigd." Op werd een bod gedaan op de woning van N Hr ten belope van EUR, maar zij heeft dit bod niet aanvaard. Bij aangetekende brief dd zegde N H, de overeenkomst op en dit tegen de vervaldatum van &!Tost In do zul< 2009/AR./2326- pagina I l I i I! i

3 2009/AR/2325 Folio Per aangetekende brief dd bevestigde lnsurlmo aan N H. dat de verkoopopdracht beêlndigd werd op Conform de bepalingen van de makelaarsovereenkomst maakte zij een lijst over met potentlêle kandidaat-kopers die Interesse hadden getoond In de woning van N; H. Deze laatste werd er ten slotte op attent gemaakt dat, Indien zij de woning zou verkopen aan één van deze kandidaat-kopers, zij het volledige ereloon aan lnsurlmo zou verschuldigd zijn. Op de overgemaakte lijst van ge'lnteresseerde klanten stond de BVBA Gerelbo, (met als zaakvoerder een zekere G Bi ) vermeld. Intussen, meer bepaald op , had N H het pand verkocht aan de BVBA Garelbo en dit tegen de prijs van EUR. Op vroeg lnsurlmo van N! H per aangetekende brief betaling van haar factuur nr. 08/022 ten belope van 4.235,00 EUR uitgeschreven wegens aan haar verschuldigd commissieloon. Ni H protesteerde deze factuur vla haar raadsman per aangetekende brief dd Zij stelde géén commissieloon verschuldigd te zijn om reden dat zij zelf (via een krantenartikel) de uiteindelijke koper had gecontacteerd en de verkoopovereenkomst met BVBA Garelbo werd afgesloten zonder tussenkomst van lnsurimo. Op werd N H In gebreke gesteld om de factuur met nr. 08/022 ten belope van 4.235,00 EUR te betalen, bij gebrek waaraan lnsurimo zou overgaan tot dagvaarding. Verdere briefwisseling kon geen einde stellen aan het tussen partijen ontstane geschil. lnsurlmo ging over tot dagvaarding Bij exploot dd dagvaardde lnsurimo NI H voor de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde In veroordeling tot betaling van een bedrag van 4.235,00 EUR In hoofdsom, meer de vergoedende rente begroot op 107,67 EUR en de kosten van het geding met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding. Zij vorderde ook de uitvoerbaarverklaring bij voorraad, niettegenstaande alle verhaal en zonder borg of kantonnement In zijn bestreden eindvonnis dd verklaarde de eerste rechter de vordering ontvankelijk doch ongegrond. lnsurimo werd veroordeeld tot de kosten van het geding. arrest In do... ~ 2009/AR/2325- poglna 3/13

4 De eerste rechter stelde vast dat de overeenkomst beêindigd werd op , dat de lijst door lnsurlmo aan N H'.. werd meegedeeld op en dat de verkoop tussen N 1 H en de BVBA Garelbo werd afgesloten op De eerste rechter volgde Ni H1 In haar stelling dat volgens hel zogenaamde 'lijs/beding' de eigenaar-verkoper (in casu N: H 1 het volledige ereloon verschuldigd is wanneer de eigendom aan één van de personen voorkomende op de lijst werd verkocht ná de datum waarop de lijst met namen van gel'nteresseerde kopers was meegedeeld. Het woord "daarna" in het lijstbeding diende volgens N H te worden gelezen als 'na de datum waarop de lijst met gernteresseerde kopers was overgemaakt'. Volgens de eerste rechter zijn de bewoordingen van het lijstbeding duidelijk en behoeven deze géén Interpretatie. Verder stelde hij vast dat de verkoop aan BVBA Garelbo werd gesloten op , dus voorde mededeling van de lllst aan N H. op Hij oordeelde dat N H _ op dát ogenblik niet kon weten of de BVBA Garelbo al dan niet voorkwam op de lijst. Zij had de lijst Immers nog niet van lnsurimo ontvangen. Evenmin kan N H. volgens de eerste rechter verweten worden dat zij niet langer heeft gewacht, omdat in de overeenkomst bepaald werd dat lnsurlmo de namen 'kan' meedelen, wat een mogelijkheid is maar géén zekerheid Inhoudt. In die omstandigheden besloot de eerste rechter dat lnsurlmo op basis van het kwestieuze 'lijstbedlng' géén ereloon kon vorderen van N.. H 2.3. lnsurlmo kan zich met het bestreden vonnis niet verzoenen. Met haar verzoekschrift, neergelegd ter griftie van dil hof op , beoogt zij de vernietiging van het bestreden vonnis dd ZIJ vraagt haar oorspronkelijke vordering ontvankelijk en gegrond te verklaren en dienvolgens ~i H'.. te veroordelen tot het betalen van de som van 4.250,00 EUR In hoofdsom, meer de vergoedende rente vanaf de datum van de Ingebrekestelling, meer de gerechtelijke interesten vanaf de datum van het tussen te komen arrest tot de datum van algehele betaling. Ten slotte vordert zij de veroordeling van N H... tot de kosten van hel geding. Bij beroepsconclusies, neergelegd ter griffie op , vraagt lnsurlmo, weliswaar In het overwegend gedeelte en ondergeschikt - voor zover het hof zou oordelen dat N Ht. op basis van de voorliggende verkoopopdracht geen commissieloon zou verschuldigd zijn de veroordeling van Ni He :ot betaling van een vergoeding van de door lnsurimo geleverde makelaarsdiensten. lnsurimo begroot deze vergoeding billijkheidshalve op een bedrag van EUR en steunt deze vordering op de figuur van de vermogensvermeerdering zonder oorzaak. arr.. lln do uak 2009/AR/2325- p glno 4/13

5 2009/AR/ Folio Z<! S' ) 2.4. N f-1, vraagt in haar syntheseberoepsconclusles, neergelegd ter griffie op , het beroep van lnsurimo ontvankelijk te verklaren, maar integraal af te wijzen als ongegrond. Zij vordert de bevestiging van het eerste vonnis In al haar onderdelen lnsurimo argumenteert dat de makelaarsovereenkomst een ondubbelzinnig 'lijs/beding' bevat op basis waarvan N' H tan haar een commissieloon verschuldigd Is. Aangezien de uiteindelijke koper, nl. de BVBA Gerelbo, voorkwam op de door haar op overgemaakte lijst, Is N H volgens lnsurimo commissieloon verschuldigd. De eerste rechter oordeelde volgens lnsurimo ten onrechte dat het woordje 'daarna'ln het kwestieuze lijstbeding betrekking heeft op 'na de datum waarop de lijst met namen door Jnsurlmo werd meegedeeld'. Dit strookt volgens lnsurimo echter niet met de bedoeling van de partijen. Met het woordje 'daarna' wordt volgens lnsurlmo bedoeld 'na het verstrijken van deze overeenkomsr. De strekking die de eerste rechter aan het kwestieuze beding heeft gegeven kan nooit de bedoeling van partijen zijn geweest, omdat dit de deur zou openzetten tot tal van misbruiken aan de zijde van de verkoper. Het bestreden vonnis schendt volgens lnsurlmo niet alleen art B.W. en art B.W., maar ook art B.W.. Aan het contractueel beding dient een uitleg te worden gegeven in die zin dat het gevolg ressorteert, eerder dan in de zin die er ieder gevolg aan zou ontnemen. De interpretatle van het lijstbeding conform de economie van de overeenkomst en de gebrulken In de sector leidt tot de conclusie dat het commissieloon wel degelijk Is verschuldigd wanneer de opdrachtgever na afloop van de opdracht verkoopt aan een door de makelaar aangebrachte kandidaat, In zoverre de lijst met kandidaat-kopers correct is bezorgd overeenkomstig hetgeen contractueel werd bedongen. Uit het feit dat de verkoopovereenkomst door N'. H werd gedateerd één dag na het einde van de bemiddelingsopdracht en de lijst met de kandidaat-kopers reeds één week later aan haar werd bezorgd kan volgens lnsurimo niet worden aangenomen dat zij de naam van Garelbo wel op een andere manier zou te weten gekomen zijn. m~ t In de zaok 2009/AR/2325- p glno 5/13

6 2009/AR/2326 Folio 'L <\.Ç b Verder betwist lnsurimo dat de met BVBA Garelbo gesloten koopovereenkomst te goeder trouw tot stand Is gekomen. Vooreerst betwist zij de datum van de overeenkomst. Volgens haar laat de datum van , één dag na de beêindlging van de opdracht van lnsurlmo, vermoeden dat er kwade trouw in het spel is. Bovendien wijst zij op de dubleuze vaststelling dat N.. H, len bod van EUR had afgewezen, maar amper één dag na de beêlndlglng van de opdracht van lnsurimo haar woning alsnog verkocht voor de prijs van ,00 EUR. Vervolgens stelt lnsurimo vast dat f\ Ht. nooit enige opmerking heeft gemaakt op de lijst die haar werd toegezonden, zodat zij akkoord was met de inhoud van de lijst. N H beweert aldus ten onrechte dat lnsurimo nooit contact zou hebben gehad met BVBA Gerelbo. De verklaring van een zekere Gt 3 waarmee N H hel gebrek aan contact tussen de BVBA Garelbo en lnsurlmo wil staven, is volgens lnsurimo allesbehalve van aard om de geloofwaardigheld van de lijst te ondergraven. Ook aan de objectiviteit van deze getuigenverklaring dient volgens lnsurlmo te worden getwijfeld. lnsurimo trekt bovendien de stelling van NI H, nl. dat zij via een krantenadvertentie In contact Is gekomen met de BVBA Gerelbo, volledig In twijfel. Ondergeschikt argumenteert lnsurimo dat commissieloon op grond van de vermogensvermeerdering zonder oorzaak. zij recht heeft op een rechtsfiguur van de 2.6. Ni H houdt voo. dat de bewoordingen van de overeenkomst klaar en duidelijk zijn. Bovendien Is In casu het lijstbeding aangegaan onder een louter potaslatleve opschortende voorwaarde: lnsurlmo kon na het beêindlgen van de overeenkomst naar eigen Inzicht beslissen om al dan niet een lijstbeding aan haar te bezorgen. N' H. stelt dat zij, nadat ze de overeenkomst met lnsurlmo had opgezegd, via krantenadvertenties zelf op zoek was gegaan naar een mogelijke koper. Het was op die manier dat zij in contact kwam met de BVBA Gerelbo. Pas een week na deze verkoop maakte lnsurlmo een lijst over met namen van klanten die interesse hadden vertoond In de betrokken woning. arroalln do uok 2009/AR/2325. pagina 6/13

7 2009/AR/2325 Folio 'l..'i ft Aangezien de qvereenkomst volgens N. H, duidelijk stelt dat er slechts ereloon verschuldigd Is Indien de verkoop met één van de klanten uit de lijst is doorgegaan nádat de lijst met beweerde klanten werd overhandigd, Is zij in casu In haar overtuiging geen commissieloon verschuldigd. De eerste rechter oordeelde volgens haar terecht dat deze bepaling van de overeenkomst duidelijk is en geen interpretatie behoeft. De opmerking van lnsurimo dat het vreemd Is dat de overeenkomst werd getekend 1 dag na het verstrijken van de bemiddelingsopdracht, Is volgens N H< Irrelevant. Na de contractuele opzeggingstermijn kon de verkoopovereenkomst Immers rechtsgeldig worden getekend. Bovendien blijkt uit de chronologie volgens N' H dat zij op het ogenblik van de effectieve verkoop niet kon weten dat lnsurlmo van de mogelijkheid gebruik zou maken om de klantenlijst te bezorgen. Nog mlnder kon zij weten dat de BVBA Gerelbo op de lijst van lnsurlmo stond. N H< betwist aldus te kwader trouw tewark te zijn gegaan, Ten slotte Is het wegens tijd en geldnood dat zij uiteindelijk de woning verkocht aan een lager bedrag, nl. tegen de prijs van EUR. N H ; besluit dat zij via een krantenadvertentie in contact is gekomen met de BVBA Gerelbo, en dat zij de woning verkocht ná het verstrijken van de overeenkomst en vóór ontvangst van de kwestieuze klantenlijst. In die optiek is zij volgens haar niet gehouden tot betaling van een ereloon aan lnsurlmo. Ten slotte argumenteert N' H1 dat de excluslviteitclausule, waarop lnsurimo haar vordering steunt, restrictief moet worden geynterpreteerd. Het excluslvlteitsbedlng werd Immers niet gelimiteerd In de tijd, Bovendien betwist N H- dat lnsurimo ooit in contact is geweest met de BVBA Gerelbo, ZIJ steunt zich hiervoor op een verklaring op 13, afgelegd door een zekere G B die stelt nooit contact te hebben opgenomen met een vastgoedmakelaar m.b.t. de woning van N. H<., ),: De partijen hebben hun mlddelen en argumenten, zoals uiteengezet in hun beslulten voor de eerste rechter, In graad van beroep herhaald en verder uitgewerkt. Deze zullen, In de mate deze dienstig zijn, hierna worden ontmoet. armtin do zoak 2009/AR/U25. prglna 7/13

8 2009/AR/2326 Folio 2A ) g Er wordt geen betekeningsexploot voorgelegd. Geen enkele partij maakt gewag van de betekening van het bestreden vonnis. Het hoger beroep is bijgevolg tijdig Ingesteld en is ook regelmatig naar vorm. Middelen van onontvankelijkheld worden niet opgeworpen en het hof ziet geen redenen om dit ambtshalve te doen. Het hoger beroep is ontvankelijk Overeenkomstig artikel 1315, eerste lid, B.W., moet hij, die de uitvoering van een verbintenis vordert, het bestaan daarvan bewijzen. De vordering van lnsurlmo strekt ertoe betaling te bekomen van haar commissieloon, Ingevolge de verkoop door N. H. van haar pand na de beêlndlglng van de verkoopopdracht aan een koper met wie lnsurimo contact heeft gehad. Het Is aldus aan lnsurimo om de verbintenis tot betaling In hoofde van N h aan te tonen Dat aan de overeenkomst tot exclusieve verkoopopdracht door N. -h rechtmatig een einde werd gesteld tegen maakt niet het voorwerp van enige betwisting ult. Evenmln bestaat tussen partijen discussie over het feit dat het onroerend goed werd verkocht aan een koper die (volgens N H ten onrechte) voorkomt op de door lnsurlmo ter kennis gebrachte lijst en dat lnsurimo haar lijst met geïnteresseerde kopers heeft overgemaakt op De betwisting tussen de partijen betreft vooreerst de Interpretatle van het zogenaamde lljslbedlng, datluidt als volgt : "Het ereloon is verschuldigd door opdrachtgever bij de ondertekening van de verkoopsovereenkomst. De partijen zijn akkoord tot Inhouden van het commissieloon door de instrumenterende notaris. Na het verstrijken van deze overeenkomst kan de opdrachtnemer binnen de maand per aangetekend schrijven, de namen meedelen van de personen weermee hij in contact is geweest voor de verkoop, en indien de eigendom daarna aan één van deze personen wordt verkocht, dan Is de eigenaar-verkoper hel volledige ereloon, berekend op de streefprljs, aan lnsurimo verschuldigd." N. f-1, daarin gevolgd door de eerste rechter, Is van mening dat deze clausule betekent dal de vergoeding énkel verschuldigd Is Indien een opdrachtgever een pand verkoopt aan een koper die op de lijst met kandidaat-kopers uitgaande van de makelaar voorkomt, maar slechts voor zover deze verkoop plaatsgrijpt ná ontvangst van dergelijke lijst. Omdat zij het pand daarentegen verkocht alvorens lnsurlmo haar de lijst heeft overgemaakt, meent N. H - geen vergoeding verschuldigd te zijn. orrost In do uok 2(){lj)/AR/232S. pagina 0/13

9 2009/AR/ Folio '2.. ~ l "! lnsurimo is het daarmee niet eens en stelt dat de vergoeding ook verschuldigd Is wanneer het onroerend goed werd verkocht vóór het versturen van de lijst met kandidaat-kopers. Zoal.s blijkt uit de lijst had lnsurimo contact met de uiteindelijke koper van het pand, m.n. de BVBA Gerelbo, zodat lnsurlmo volgens haar gerechtigd Is op commissieloon. Aangezien de bewijslast op lnsurimo berust, moet zij aantonen dat het lijstbeding volgens haar versie moet uitgelegd worden Aangezien de discussie tussen partijen een Interpretatieprobleem betreft moet In principe toepassing worden gemaakt van artikel 1156 e.v. B.W. in verband met de Interpretatle van overeenkomsten. De vraag of NI Hr al dan niet een commissieloon verschuldigd Is, dient te worden benaderd vanuit de speurtocht naar de werkelijke bedoeling van de contracterende partijen die primeert op de uitgedrukte wil (artikel 1156 B.W.). Veelèer dan zich aan de letterlijke zin van de woorden te houden, moet dus de gemeenschappelijke bedoeling van de contracterende partijen worden nagegaan, waarbij interpretatie kan gebeuren aan de hand van de 'economie' van de overeenkomst en van de gebruiken. In de makelaarspraktijk Is het principe van het lijstsysteem ingeburgerd en een algemeen aanvaard gebruik. Bij de opname van een lijstbeding in een makelaarsovereenkomst regelen partijen de opeisbaarheid van het makelaarsloon na afloop van de bemlddelingsovereenkomst en hebben zij de bedoeling concreet In de overeenkomst te voorzien dat makelaars toch aanspraak maken op hun commissie wanneer de opdrachtgever het onroerend goed verkoopt aan een kandidaat-koper die voorkomt op de lijst met gel'nteresseerde kandidaten die de makelaar hem na het einde van de opdracht overhandigt. Ook met die werkelijke bedoeling hebben lnsurlmo en N H ; In de overeenkomst het lijstbeding opgenomen. Het hof kan noch N H< noch de eerste rechter bijtreden in hun Interpretatle van het kwestieuze lijstbeding als zou aan het lijstbeding die betekenis moet worden gegeven dat géén commissieloon Is verschuldigd als wordt verkocht aan een koper die wél op de lijst voorkomt maar die lijst pas later en meer bepaald ná de verkoop wordt overgemaakt. Door te stellen dat het woord 'daarna' in het lijstbeding betrekking heeft op 'na de datum waarop de lijst met namen werd meegedeeld' geeft de eerste rechter een louter letterlijke interpretatle van het lijstbedlng. Dergelijke interpretatle strookt niet met de werkelijke bedoeling dl.e partijen hadden bij het aangaan van de overeenkomst. Het was immers nooit de bedoeling van partijen een bijkomende (tijds)voorwaarde te koppelen aan de opeisbaarheid van het commissieloon. errost In da mok 2009/AR/2325- poglna 91 13

10 2009/AA/2326. Folio 2.1 bb De stelling van Ni H dat het lijstbeding is aangegaan onder een louter potestatleve opschortende voorwaarde Is onjuist en deze argumentatie is een gevolg van een (foutieve) letterlijke lezing van de woorden van het lijstbeding In strijd met de economie van de overeenkomst en de werkelijke bedoelîng van partijen. Mocht aan het lijstbeding de Interpretatle worden gegeven als door 1\. H voorgehouden, dan zou dil aanlelding kunnen geven tot misbruiken. De opdrachtgever zou er Immers steeds kunnen op speculeren dat de lijst met gel'nteresseerde kopers door de makelaar pas enige tijd of toch mlnstens enkele dagen (zoals In casu) na de beêlndlglng van de verkoopsopdracht wordt overgemaakt. Aldus zou de opdrachtgever, met eventuele collusie van de kandidaat-koper, trachten, na beêindlglng van de overeenkomst doch nog snel vóór ontvangst van de lijst, een koopovereenkomst te sluiten met een koper, waarmee de makelaar reeds contact had gehad, en dil met de malafide bedoeling om het aan de makelaar verschuldigde commissieloon te omzeilen. Zulks kan onmogelijk de werkelijke bedoeling zijn geweest van partijen. Ook In casu stelt het hof vast dat, Indien de datum van de verkoopcompromis correct Is, N. H reeds de dag na de beêindiglng van de overeenkomst er in slaagde om een koper voor haar pand te vinden en die tot ondertekening van een overeenkomst te doen overgaan. Hellijkt er volgens het hof op dat ook N, H klaarblijkelijk de opmaak van de onderhandse koopovereenkomst uitstelde tot na de afloop van de exclusieve makelaarsopdracht. Los van hetgeen in de overeenkomst met de makelaar is bedongen, brengt ook hel principe dat overeenkomsten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd, mee dat, indien effectief wordt verkocht aan een koper, die door tussenkomst van de makelaar In contact Is gekomen met de verkoper, de verkoop moet geacht worden te zijn gerealiseerd door de makelaar, die aldus aanspraak kan maken op het bedongen commissieloon. De opdracht van een vastgoedmakelaar is in de regel immers voltooid door het bij elkaar brengen van koper en verkoper Een tweede discussiepunt tussen partijen betreft het al dan niet terecht voorkomen van de BVAA Garelbo op de door lnsurimo overgemaakte lijst. Ni H, stelt dat zij in contact kwam met de BVBA Garelbo vla een krantenadvertentie. Het krantenknipsel dat zij evenwel voorlegt (met als inhoud : 'Huis verkopen? Investeerder koopt rechtstreeks van particulier zonder tussenpersoon. Huizen in de regio, liefst met tuin of koer tot , onmiddellijk voorschot. Discrete afhandeling. Info: ) vermeldt de identiteit van de BVBA Garelbo niet en bevat evenmln enige verwijzing naar de BVBA Gerelbo. arreot In do zaak 2009/AA/2325 pagina 10/13

11 2009/AR/2325 Folio 'Z. q 61 Bovendien toont N. H niet aan dat dit krantenknipsel ook gepubliceerd is door de BVBA Gerelbo. Dit krantenknipsel bewijst volgens het hof niet dat contact tussen deze laatste en N H via deze weg tot stand Is gekomen. Hierbij aansluitend betwist Ni 1-' dat lnsurlmo ooit In contact Is geweest met de BVBA Gerelbo. Zij verwijst hiervoor naar een verklaring uitgaande van de zaakvoerder van de BVBA Garelbo om aan te tonen dat er tussen lnsurimo en de BVBA Ge re lbo nooit contact Is geweest. Het hof acht de verklaring van de heer G B1 waarin hij beweert dat ~~ H, hem persoonlijk heeft gecontacteerd op om daags nadien reeds een onderhandse verkoopovereenkomst te ondertekenen, weinig geloof waardig. Bovendien kan deze verklaring niet worden aangezien als een objectleve verklaring met bewijswaarde. De bewering van N H.... J dat lnsurlmo nooit contact heeft gehad met de BVBA Gerelbo, zodat hieruit moet worden afgeleid dat deze vennootschap ten onrechte op de lijst werd opgenomen, wordt door niets gestaafd en levert dus geen bewijs op van kwade trouw in hoofde van lnsurimo. lnsurimo heeft conform de overeenkomst gehandeld en het wordt niet betwist dat zij deze lijst tijdig aan f';, H. heeft overgemaakt, meer bepaald op , amper 7 dagen na het verstrijken van de opdracht. Het hof neemt aan dat lnsurimo op het moment van het overmaken van de lijst niet kon weten aan wie Ni na Heymans haar pand had verkocht. Op werd Immers de kwestieuze verkoopovereenkomst op onderhandse wijze gesloten. De verkoopopdracht legde geen enkele verplichting op aan lnsurimo als makelaar wat het bewijs van de contacten met kandidaatkopers betreft, zodat in casu mag aangenomen worden dat lnsurimo aan al haar contractuele verplichtingen heeft voldaan. ~- 13~$1uh ~ti gerêl\ht~kostllii Rekening houdende met al het voorgaande komt het hoger beroep van lnsurimo gegrond voor. lnsurimo slaagt In haar bewijslast aan te tonen dat het lijstbeding volgens haar versie moet worden uitgelegd en slaagt er tevens In de betalingsverblntenis In hoofde van N Hf te bewijzen. lnsurimo maakt aldus terecht aanspraak op een commissieloon. armst In do zuk 2009/AR/2325 pagina 11/13

12