12de bis Kamer. 2008/AR/2267- In de zaak van: Hof van beroep te Gent. Terechtzitting van 15 juni 2011

Transcriptie

1 2001l/AR Folio ~ (,c, 1 J Hof van beroep te Gent 12de bis Kamer Terechtzitting van 15 juni /AR/2267- In de zaak van: TRANSPORT Tl B.V.B.A., met maatschappelijke zetel te ' ingeschreven met KBO-nummer appellante, hebbende als raadsman mr. advocaat te _ tegen: AMP N.V., met maatschappelijke zetel te 1070 BRUSSEL, Klein Eilandstraat 1, ingeschreven met KBO-nummer , geïntimeerde, hebbende als raadsman mr. kantoor te, advocaat met velt het Hof het volgend arrest: rroolln oo u k 2008/AR/2267 p glna 1/8

2 ,, I Bestreden beslissing- Rechtspleging in hoger beroep 1. Het hoger beroep is ingesteld bij verzoekschrift van 4 september 2008 tegen het vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, derde kamer (07/129/A) van 10 juni Het is tijdig en regelmatig naar de vorm. Een akte van betekening wordt niet voorgelegd. 2. Het Hof heeft artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken in acht genomen. De procedure gebeurde op tegenspraak. Er werd kennis genomen van de overtuigings-en procedurestukken. 11 Overblijvende betwisting - Feiten - Procedure in eerste aanleg 3. De overblijvende betwisting betreft de vraag of de bvba Transport 1 al dan niet bij de beëindiging van de verschillende delen van de overeenkomst door de nv AMP een voldoende opzeggingstermijn gekregen heeft. 4. De essentie van de feiten is correct uiteen gezet door de eerste rechter onder randnummer 2 van het bestreden vonnis. Het vonnis verwijst daarnaar. Voor de feiten die niet in het vonnis aan bod kwamen, wordt naar de beoordeling hierna verwezen. 5. De eerste rechter wees de vordering tot betaling van een vervangende vergoeding af als ongegrond. ITOillln oo k 2008/AR/ P slno 2/8

3 2008/AR/ Folio ~ {./, '; J 111 Grieven- Voorwerp van het hoger beroep 6. Voor de uiteenzetting van de grieven en het voorwerp van het hoger beroep wordt verwezen naar het verzoekschrift tot hoger beroep van de bvba Transport T. en het dispositief van de conclusies van de beide partijen. IV Bespreking Wat de bevoegdheid ratione loci betreft 7. Het Hof verwijst naar de beoordeling van de eerste rechter onder randnummer 3 van het bestreden vonnis en maakt deze beoordeling tot de zijne. De uiteenzetting van de nv AMP in haar beroepsconclusie is niet van aard iets te wijzigen aan deze beoordeling. Voor zover nog nodig benadrukt het Hof dat de beëindiging van de overeenkomst ook onder de factuurvoorwaarden kan vallen in deze concrete zaak. De partijen hebben gedurende 17 jaar samen gewerkt en er is nooit enige andere overeenkomst op papier gezet. Minstens ligt er geen bewijs van enige andere overeenkomst voor. Het vonnis van de rechtbank van koophandel te Brussel van 5 september 1990, waarnaar de nv AMP verwijst, beoordeelde andere feiten, zodat de verwijzing ernaar niet dienstig is. In de voorliggende zaak gaat het niet om voorwaarden die op een factuur zouden voorkomen waarin een schadevergoeding gevorderd wordt (voor zover dit al zou kunnen). Ten gronde 8. Anders dan de eerste rechter en gelet op de uiteenzetting van de partijen in graad van beroep, maakt het Hof een onderscheid tussen de eerste en de tweede opzegging. Het is niet betwist dat de opzegging van 16 mei 2006, met ingang van 1 juni 2006, het grootste en voor de bvba T Transport meest lucratieve gedeelte van de overeenkomst betrof. olfolllln oo u k 2006/AR/ poglno 31 8

4 2008/AR/ Folio ~,. ) Het is evenmin betwist dat de brief niet onmiddellijk verstuurd werd, zodat de bvba Transport 1 _. slechts over één week opzeggingstermijn beschikte, voor een samenwerking die 17 jaar duurde en 8 bestel- en vrachtwagens betrof. Het protest van de bvba Transport 1 van 7 juni 2006 is tijdig. Het is verder niet betwist dat de opzegging van 25 juli 2006 de samenwerking betrof tussen partijen gedurende 17 jaar, voor kleinere transporten en met kleinere winstmarges voor de bvba Transport T Voor deze beëindiging gaf de nv AMP vijf weken opzeggingstermijn. 9. Alleen al uit het feit dat de nv AMP bij de tweede opzegging, voor een financieel minder belangrijk deel van de overeenkomst, een termijn van vijf weken gegeven heeft, tegenover één week voor het belangrijkste deel van de samenwerking, moet besloten worden dat de nv AMP misbruik gemaakt heeft van haar recht om het eerste gedeelte van de overeenkomst van onbepaalde duur op te zeggen door slechts een overgangsperiode van één week toe te staan. Los van het voorgaande, oordeelt het Hof daarenboven dat een opzeggingstermijn van één week voor een samenwerking gedurende 17 jaar met 8 voertuigen in deze zaak een te korte termijn is. Het argument dat de bvba T Transport bij de prijsverhoging van 29 juni 2006 slechts één dag opzeggingstermijn gaf aan de nv AMP en de eerste de opzeggingstermijn derhalve niet zo belangrijk vond, kan slechts gelden voor het gedeelte van de overeenkomst dat op dat ogenblik nog niet opgezegd was en niet voor de opzegging van 16 mei Gelet op het feit dat het om de transportsector gaat, meer bepaald het transport van kranten en van pakjes voor 3 Suisses, door de eerste rechter terecht een volatiele sector genoemd, komt een termijn van vijf weken voor de eerste opzegging gepast voor. De voertuigen waren niet bijzonder aangepast voor het transport in opdracht van de nv AMP, zodat geen rekening moet gehouden worden met specifieke kenmerken van het wagenpark bij het zoeken naar vervangende klanten. """"''" oo u!!!< 2000/AR/ p gln 4/8

5 Het bestreden vonnis wordt in die zin henormd. 2001l/ARI Folio ~ b ~ (J 10. De bvba T Transport heeft drie maanden gewacht om te protesteren tegen de opzegging van 25 juli In de gegeven omstandigheden van de zaak is dit te laat. Uit geen enkel stuk blijkt dat de bvba 1 Transport over drie maanden moest beschikken om een nuttig protest te kunnen uitbrengen. De bvba T Transport wordt geacht de opzeggingstermijn van vijf weken voor dit onderdeel van de opzegging van de overeenkomst aanvaard te hebben, bij gebrek aan tijdig protest. 11. De bvba T Transport vordert een opzeggingstermijn van anderhalf jaar, omgezet in een venangende vergoeding van ,00, meer "de rente" aan de wettelijke intrestvoet vanaf de datum van ingebrekestelling, dit is 24 november 2006, de gerechtelijke rente en de kosten van het geding. Ter verantwoording hienan brengt zij een eenzijdig stuk bij, met de omzetcijfers van 2005, 2006 en 2007 (stuk 20 van haar dossier). Uit dit stuk blijkt dat de omzet in 2006, het jaar van de opzegging, verminderd is met ,00, waarbij de omzet gegenereerd door het contract met de nv AMP verminderde vanaf juni 2006 en volledig op nul viel in september In 2007 was de omzet terug gestegen met ,4. Er zijn geen cijfers voorhanden of en zo ja, wanneer de bvba T Transport de vroegere omzet terug behaalde. Over de netto-winst gedurende de periode van samenwerking beschikt het hof niet, net zo min als over cijfers die de samenwerking voor 2005 betroffen. Gelet op alle elementen van deze zaak oordeelt het hof dat een schadevergoeding ex aequo et bono van ,00 gepast voorkomt, ter vergoeding van de gederfde winst, het geleden verlies op het vlak van personeel en het wagenpark en de meerinspanningen die geleverd zijn om de schade te beperken. Dit bedrag is te vermeerderen met de moratoire rente vanaf 24 november 2006 (datum van ingebrekestelling) tot aan de algehele betaling, aan de wettelijke rentevoet. rr lln oo >:nk 2001l/AR p glno 5/ 8

6 2008/ARI Folio c:==j 12. Alleen al het feit dat de hoofdvordering gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, weerlegt het middel dat het geding en het hoger beroep tergend en roekeloos zijn. 13. In het dispositief van haar conclusie vordert de bvba T Transport de vrijgave van "de in handen van gerechtsdeurwaarder gekantonneerde gelden" in haar voordeel. Geen enkel stuk van de procedurebundels en de dossiers met overtuigingsstukken laat toe te besluiten dat er gelden zouden gekantonneerd zijn, zodat dit onderdeel van de vordering (dat vermoedelijk een vergissing betreft) als ongegrond afgewezen wordt. 14. Gelet op het voorgaande worden alle overige middelen en argumenten van de partijen niet verder besproken. Kosten 15. Op grond van de artikelen 1042, 1017 en 1022 Ger. Wb. wordt geïntimeerde tot betaling van de kosten van beide aanleggen veroordeeld. Zij is als de verliezende partij te beschouwen in dit geding, ook al werd de hoofdvordering niet voor het volledige gevorderde bedrag ingewilligd. Bovendien is het impliciete incidenteel hoger beroep ongegrond. De bvba T Transport herleidt vrijwillig het bedrag van de rechtplegingsvergoeding voor de hoofdvordering van het wettelijke bedrag van ,00 tot 5 000,00. Hiertegen zijn ambtshalve geen middelen op te werpen. De rechtplegingsvergoeding voor de tegenvordering wordt niet apart toegekend, nu de tegenvordering kadert in het geheel van het geding en van de middelen en argumenten die over en weer gebracht zijn. """"'in dg uok 200B/ARI p glno 618

7 I1'7Î 2001lJAR/ Fo!lo IJ-----.C.::-J V Beslissing Het hoger principaal en incidenteel beroep zijn toelaatbaar, maar enkel het principaal beroep is gegrond in de hierna volgende mate. Het Hof: hervormt het bestreden vonnis, behalve in zoverre het de vorderingen toelaatbaar verklaarde en behalve de gedeeltes van de motivering uit het bestreden vonnis waarnaar hiervoor verwezen werd; doet opnieuw recht en veroordeelt de nv AMP om aan de bvba T : Transport de som van ,00 te betalen, te vermeerderen met de moratoire rente vanaf 24 november 2006 tot aan de algehele betaling, aan de wettelijke rentevoet; verwerpt het meer gevorderde, de tegenvordering en de vordering uit het impliciete incidenteel hoger beroep; veroordeelt geïntimeerde tot betaling van de kosten, bepaald als volgt: appellante: eerste aanleg: dagvaarding: rechtsplegingvergoeding: hoger beroep: rolrecht rechtsplegingvergoeding hoofdvordering: 263, ,00 186, ,00 orr.. t In oo u!!l< 2008/AR/ poglno 718

8 2008/AR/ Folio ~, -, J Aldus gewezen door de twaalfde bis kamer van het Hof van beroep te Gent, zetelende in burgerlijke zaken samengesteld uit Geneviève Vanderstichele, alleenrechtsprekend raadsheer bijgestaan door Ann Keytsman, griffier en uitgesproken door de alleenrechtsprekend raadsheer in openbare terechtzitting op vijftien juni tweeduizend en elf. Repertorium nr. 2011/ 1..'>&-l cvsl ~ A. Keytsman G. Vanderstichele Rm>ot In oo u k 2006/ARJ p<gln~ 8/8