De beslissing over de gerechts'kosten werd aangehouden.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "De beslissing over de gerechts'kosten werd aangehouden."

Augusta Smets
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

5 2010/ AR/7a3 - Folio ~ 730 achterstallige commissielonen en commissielonen einde contract een bedrag van 3.271,18 EUR, zijnde btw. Tevens vroeg hij toerekening te doen van de provisie van 7.500,00 EUR, betaald op 28 augustus ~006. In haar besluiten, neergelegd op 6 april 2009, vroeg A (1) "de stukken 10" van het bundel van G uit de debatten te werèn, (2) haar toe te laten één en ander door middel van getuigen te bewijzen, en (3) de hoofdels ongegrond te verklaren. Zij volhardde bovendien in haar tegeneis, ertoe strekkende G te veroordelen tot betaling van ,00 EUR meer vergoedende en gerechtelijke rente vanaf 16 mei 2003 tot de datum van vollediae 'betaling. Ten sloue vorderde zij de veroordeling van G tot de gerechtskosten. 5. Bil vonnis van 22 oktober 2009 veroordeelde de eerste rechter A,. tot betaling aan G van ,48 EUR uit hoofde van commissielonen verschuldigd op contracten uitgevoerd na de beëindiging van de agentuurovereenkomst; - van ,84 EUR uit hoofde van verbrekingsvergoeding; van rente op voormelde bedragen vanaf 16 mei 2003 tot aan datum dagvaarding en vanaf de dagvaarding de gerechtelijke rente aan de wettelijke rentevoet lol aan de dag van de betaling, ' onder aftrek van de reeds bij tussenvonnis toegekende provisie van 7.500,00 EUR; - van een provisie van ,00 EUR uit hoofde van achterstallige commissielonen en werden de debatten heropend teneinde partijen toe te laten standpunt In te nemen nopens materiële vergissingen, die de eerste rechter in het deskundigenverslag had vastgesteld. De tegeneis verklaarde de eerste rechter gegrond tot beloop van 750,00 EUR, uit hoofde van. geleden schade, meer de vergoedende rente vanaf 16 mei 2003 tot de datum van dagvaarding en vanaf dan, de gerechtelijke rente, telkens aan de wettelijke rentevoet tot aan de dag van de betaling. De beslissing over de gerechts'kosten werd aangehouden. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard doch het recht op kantonnement werd niet uitgesloten. Vooreerst ging de eerste rechter niet In op het verzoek van A, om het stuk nr. 10 van G uit de debatten te weren, omdat het hof van beroep daaromtrent reeds geoordeeld had. ~"est in tie L1~k 2010/ AR/783 - pagina 5/22

6 .2010/AR/783 ~Fol!o 2131 Betreffende de achterstallige commissielonen, stelde de eerste rechter vast dat uit hoofde van de stuk per stuk overlopen facturen, er zou blijken dat In totaal een bedrag van ,73 EUR verschuldigd was. Hij stelde echter vast dal er In de berekening van de deskundige enkele fouten geslopen waren, zodat hij daaromtrent de debatten heropende. Inzake de commissielonen, verschuldigd op de realisaties na het beëindigen van de handelsagentuur, overwoog de eerste rechter dat hel gevorderde bedrag betrekking heeft op bestelbonnen die door de principaal zijn ontvangen voor het einde van de agentuurovereenkomst doch waarvan de uitvoering is gebeurd na de beëindiging. Hij overwoog voorts dat A geen enkele betwisting inbracht met betrekking tot de door de deskundige verrichte vaststellingen omtrent het verschuldigd zijn van deze commissielonen. De rechtbank sloot zich aan bij de stelling van de deskundige met dien verstande dat de bedragen op de commissies, die worden weerhouden op de bestelbonnen waarbij de levering wordt bewezen door een leveringsbon, eveneens dienen verhoogd te worden met de btw. Derhalve bekwam hij het bedrag van ,48 EUR. Inzake de beëindiging van de overeenkomst door A. besloot de eerste rechter dat A, zich niet kon beroepen op ernstige tekortkomingen 'van G',die de beëindiging zonder opzeggingstermijn konden verantwoorden, zodat G. gerechtigd was een vergoeding te ontvangen wegens het ontbreken van een opzeggingstermijn. Betreffende het achterhouden van bestelbonnen, overwoog de eerste rechter dat deze reden reeds langer dan zeven werkdagen gekend was. Wat het achterhouden van voorschotten van klanten betreft, oordeelde de eerste rechter dat A daarvan op de hoogte was en dit als systeem had aanvaard. Er was volgens de eerste rechter geen element dat er op wees dat G zinnens was dit voorschot niet te verrekenen naar aanleiding van het afrekenen van de commissie. Tenslotte besloot de eerste rechter dat bij gebrek aan enige detaillering van de klacht omtrent het niet opvolgen van de dossiers, niet kon uitgemaakt worden of deze klacht tijdig ter kennis was gebracht. De eerste rechter nam de berekening van de deskundige van het maandelijkse gemiddelde van de commissielonen over de laatste twaalf maanden over en kende zodoende aan G een verbrekingsvergoeding van ,84 EUR toe. De vordering van G tot het bekomen van een uitwinningsvergoeding wees de eerste rechter af, omdat hij niet arrest In <ie,,",k 2010/ AiV783 - p.giln 6/22

Vergelijkbare documenten

2009/AR/1627- In de zaak van:

2009/AR/1627- -Folio ~ Hof van beroep te Gent 7de Kamer Terechtzitting van 23 mei 2011 2009/AR/1627- In de zaak van: CHECK-IT.EU C.V.B.A., met maatschappelijke zetel te 9040 SINT-AMANDSBERG, August van