Eindrapportage Implementatie Diabetes Dialoog Leiden, 1 oktober 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapportage Implementatie Diabetes Dialoog Leiden, 1 oktober 2013"

Transcriptie

1 Eindrapportage Implementatie Diabetes Dialoog Leiden, oktober 3 Dr. C. van de Steeg-van Gompel Drs. A. Floor-Schreudering Drs. M. Kruijtbosch Prof. Dr. M. Bouvy

2 Over SIR SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy (SIR) is in 99 opgericht en is nauw verbonden met de academische Apotheek Stevenshof in Leiden. Naast het verlenen van optimale farmaceutische patiëntenzorg fungeert apotheek Stevenshof sinds 985 als academische werkplaats voor farmaceutisch praktijkonderzoek en onderwijs. SIR is opgericht om de verbinding tussen academie en praktijk verder te versterken. SIR is dan ook betrokken bij farmaceutisch praktijkonderzoek in Nederland. Farmaceutisch praktijkonderzoek is nodig voor de evaluatie en ontwikkeling van een evidence based apotheekpraktijk en farmaceutische patiëntenzorg. Uiteindelijk moet dit leiden tot veiliger, effectiever en doelmatiger geneesmiddelgebruik. SIR werkt samen met de farmacie faculteiten in Nederland, de KNMP, diverse wetenschappelijke instituten en praktiserende apothekers. Zie voor meer informatie over SIR.

3 Inhoudsopgave Over SIR... Inhoudsopgave... 3 Samenvatting... 5 Evaluatie implementatie formularium... 5 Evaluatie medicatiebeoordelingen... 6 Evaluatie concordantiegesprekken... 7 Algemene beschouwing... 7 Inleiding... 8 Evaluatie van de doelstellingen... 9 Voorschrijven volgens formularium... 9 Methode... 9 Resultaten... 9 Beschouwing voorschrijven volgens formularium... Medicatiebeoordelingen... 3 A.3. Verbeteren van de behandeluitkomsten voor o.a. bloeddruk, cholesterolspiegel, HbAc en de nierfunctie Methode... 4 Resultaten... 4 A.4. Reduceren van het aantal geneesmiddelgerelateerde problemen... 5 Methode... 5 Resultaten... 5 A.6. Patiënttevredenheid... 7 Methode... 7 Resultaten... 8 B.. Kostenbeheersing door medicatiebeoordeling... 9 Methode... 9 Resultaten... Beschouwing kostenbeheersing... B.4. Efficiënte inrichting van zorgprocessen/tevredenheid van apothekers en huisartsen... 3 Methode... 3 Resultaten... 3 Beschouwing resultaten medicatiebeoordelingen... 8 Concordantiegesprekken... 3 A.6. Verhogen van de patiënttevredenheid... 3 Methode... 3 Resultaten... 3 B.4. Verminderen van de uitvoeringskosten door efficiënte inrichting van zorgprocessen: Tevredenheid van apothekers en huisartsen Methode Resultaten Beschouwing resultaten concordantiegesprekken Algemene beschouwing met betrekking tot de implementatie van de Diabetes Dialoog Bijlagen

4 Bijlage. Prestatie indicatoren m.b.t. voorschrijven volgens formularium Bijlage. Behandeluitkomsten Bijlage 3a. Aantal gevonden geneesmiddel gerelateerde problemen (DRP s) per zorggroep... 4 Bijlage 3b. Aantal en soort aanbevelingen door apothekers aan huisartsen per zorggroep... 4 Bijlage 4a. Vragenlijst patiënttevredenheid na farmaceutische anamnese Bijlage 4b. Vragenlijst patiënttevredenheid na het persoonlijk behandel- of zorgplangesprek Bijlage 5a. Respondentkarakteristieken van patiënten voor wie een medicatiebeoordeling is uitgevoerd Bijlage 5b. Tevredenheid met de farmaceutische anamnese tijdens de gehele periode van de Diabetes Dialoog Bijlage 5c. Tevredenheid met het behandel- en zorgplangesprek tijdens de gehele periode van de Diabetes Dialoog Bijlage 6a. Vragenlijst tevredenheid apothekers medicatiebeoordeling en concordantiegesprek Bijlage 6b. Vragenlijst tevredenheid huisartsen medicatiebeoordeling en concordantiegesprek Bijlage 7a. Respondentkarakteristieken van huisartsen en apothekers bij de eindevaluatie... 6 Bijlage 7b. Tevredenheid van huisartsen en apothekers... 6 Bijlage 7c. Procesevaluatie medicatiebeoordelingen Bijlage 7d. Belangrijkste ervaringen/knelpunten van huisartsen en apothekers met betrekking tot medicatiebeoordelingen Bijlage 7e. Verschillen tussen het eerste en het tweede half jaar van de Diabetes Dialoog met betrekking tot medicatiebeoordelingen, zoals aangegeven door huisartsen en apothekers... 7 Bijlage 8a. Respondentkarakteristieken van patiënten met wie een concordantiegesprek is gevoerd. 75 Bijlage 8b. Ervaringen van patiënten met concordantiegesprekken Bijlage 8c. Procesevaluatie concordantiegesprekken Tabel 6. Apotheekmedewerkers die concordantiegesprekken voerden Bijlage 8d. Belangrijkste ervaringen/knelpunten van apothekers met betrekking tot concordantiegesprekken Referenties

5 Samenvatting Dit rapport beschrijft de eindevaluatie van de Diabetes Dialoog, een model van geïntegreerde farmaceutische diabeteszorg in de eerste lijn. In het model zijn drie verschillende onderdelen van gewenste farmaceutische zorg gespecificeerd: a) de implementatie van een formularium, b) de invoering van medicatiebeoordeling bij diabetespatiënten met polyfarmacie en c) gestructureerde begeleiding bij eerste en tweede uitgifte (de zogenaamde concordantiegesprekken). De vooraf geformuleerde doelstellingen die in deze rapportage geëvalueerd worden, zijn: Met betrekking tot implementatie van het formularium: - Verhogen van de mate waarin wordt voorgeschreven conform het afgesproken formularium, te meten aan de hand van streefwaarden bij de door CZ bepaalde prescriptie indicatoren. - Besparen op de geneesmiddelenkosten per diabeet. Met betrekking tot medicatiebeoordeling bij diabetespatiënten met polyfarmacie: - Verbeteren van de behandeluitkomsten voor o.a. bloeddruk, cholesterolspiegel, HbAc en de nierfunctie. - Reduceren van het aantal geneesmiddel gerelateerde problemen (DRP s). - Beheersen van de behandelkosten per diabeet door optimaliseren van het geneesmiddelgebruik. - Verhogen van de patiënttevredenheid. - Verminderen van de uitvoeringskosten door efficiënte inrichting van zorgprocessen: tevredenheid van huisartsen en apothekers. Met betrekking tot concordantiegesprekken: - Verhogen van de patiënttevredenheid. - Verminderen van de uitvoeringskosten door efficiënte inrichting van zorgprocessen: tevredenheid van huisartsen en apothekers. Het verhogen van de medicatietrouw van de patiënt was ook een doelstelling met betrekking tot concordantiegesprekken, maar deze wordt in verband met de benodigde follow-up periode later geëvalueerd. Evaluatie implementatie formularium Binnen de Diabetes Dialoog is door de zorggroepen zelf een formularium vastgesteld. Hierbij zijn de mate van wetenschappelijke onderbouwing voor de middelen en de kosten ervan leidend geweest. Bij is het formularium in overleg met de regio enigszins aangepast. Door CZ is budgetneutraliteit als randvoorwaarde gesteld voor alle onderdelen van de Diabetes Dialoog samen. Door vaker volgens formularium voor te schrijven, zou een kostenbesparing bereikt moeten worden. Daarmee zouden de interventies binnen de Diabetes Dialoog die juist hogere kosten tot gevolg hebben, betaald kunnen worden. Twee prescriptie indicatoren waren hierbij vooral van belang: ) de keuze van de statine bij patiënten die al een statine gebruikten, 8) de keuze van de AT-II-antagonist bij patiënten die al een AT-II-antagonist gebruikten. De resultaten zijn moeilijk te interpreteren omdat tijdens de looptijd van de Diabetes Dialoog enkele belangrijke geneesmiddelen uit patent gegaan zijn. Atorvastatine, perindopril en valsartan zijn sinds kort 5

6 generiek en dus goedkoper op de markt gekomen. Dat betekent dat de oorspronkelijke doelstelling puur uit oogpunt van kostenbesparing bijgesteld zou kunnen worden door toevoeging van deze middelen als voorkeursmiddelen aan de indicator. In dat geval wordt indicator bij alle zorggroepen wel gehaald en wordt indicator 8 bij en helemaal en bij HOZL op % na gehaald. Daarbij moet wel aangetekend worden dat het uit patent gaan van geneesmiddelen niet wil zeggen dat de prijzen direct naar het niveau gaan van geneesmiddelen die reeds langer uit patent zijn. Er zijn echter voor genoemde geneesmiddelen ook aanzienlijke prijsdalingen gerealiseerd. Evaluatie medicatiebeoordelingen Het aantal uitgevoerde medicatiebeoordelingen is achtergebleven bij de verwachtingen tijdens de ontwikkeling van de Diabetes Dialoog. Er is een groot verschil tussen de zorggroepen: Bij zijn 47 MB s uitgevoerd (86% van het afgesproken aantal ), bij 57 MB s (4%) en bij HOZL 55 (9%). Bij is de implementatie al vanaf april goed op gang gekomen, bij vanaf oktober en bij HOZL is de implementatie bij een klein deel van de deelnemende huisartsen en apotheken in het eerste kwartaal van 3 goed geslaagd. Gemiddeld zijn er per patiënt met een medicatiebeoordeling,7 geneesmiddelgerelateerde problemen (DRP s) gevonden, waarvan er circa,7 opgelost werden. Het aantal opgeloste DRP s is vergelijkbaar met eerdere Nederlandse onderzoeken. Uit de metingen in dit rapport is niet op te maken of de behandeluitkomsten van patiënten ook daadwerkelijk verbeterd zijn na een medicatiebeoordeling. Veruit de meeste huisartsen en apothekers vinden het de moeite waard om in de toekomst medicatiebeoordelingen te blijven doen, al kost het veel tijd. Een goed keteninformatiesysteem faciliteert het vastleggen en uitwisselen van gegevens, wat de efficiëntie van het proces van medicatiebeoordeling kan bevorderen. Huisartsen hebben verschillende taken, horend bij medicatiebeoordeling, gedelegeerd aan praktijkondersteuners. Apothekers doen het meeste (nog) zelf. Wellicht zou het opvragen van gegevens uit de huisartspraktijk, het uitnodigen van patiënten voor een gesprek en het plannen van een gesprek gedelegeerd kunnen worden aan een farmaceutisch consulent of apothekersassistent. Mogelijk zou de uitvoering van een medicatiebeoordeling daarmee goedkoper en/of efficiënter worden. Zorgverleners van en hebben verschillende keuzes gemaakt voor degene die het zorgplangesprek voert: huisarts, apotheker en/of praktijkondersteuner. Het zou interessant zijn om de effecten van deze keuzes na te gaan, zowel op het gebied van uitkomsten van de zorg (bijvoorbeeld acceptatie van wijzigingen door de patiënt, kwaliteit van kennisoverdracht) als op kostenbeheersing van het proces (hoeveel tijd kost het iedere zorgverlener). Patiënten waren in het algemeen tevreden over de gesprekken rondom de medicatiebeoordelingen, met rapportcijfers van gemiddeld ruim een 8. Eventuele verbeterpunten zijn het duidelijk maken van de bedoeling van de farmaceutische anamnese, het open staan voor het bespreken van vragen, twijfels, zorgen en/of problemen met de medicijnen wanneer de patiënt daar behoefte aan heeft en het communiceren over eventuele wijzigingen naar aanleiding van de medicatiebeoordeling. Of kostenbeheersing bereikt is door medicatiebeoordelingen is vooral door het ontbreken van voldoende follow-up niet te zeggen. 6

7 Evaluatie concordantiegesprekken Het aantal uitgevoerde concordantiegesprekken is achtergebleven bij de verwachtingen. Het grootste probleem bestaat uit het selecteren van de juiste patiënten. Er zijn te veel selectiecriteria om dit aan de balie van de apotheek te kunnen doen. Sommige apotheken hebben dit opgelost door achteraf patiënten te bellen, wat de apothekers goed beviel. Patiënten waren in het algemeen tevreden over de gevoerde gesprekken. Of de concordantiegesprekken tot betere therapietrouw leiden, zal in een analyse op een later tijdstip geëvalueerd worden. Algemene beschouwing Het implementeren van veranderingen in de zorg gaat niet vanzelf. De drie zorggroepen die betrokken waren bij de Diabetes Dialoog zijn in verschillende mate geslaagd in de implementatie van de drie onderdelen. De onderdelen lopen in elkaar over en de effecten zijn pas op langere termijn goed te meten. De Diabetes Dialoog kan gezien worden als een eerste aanzet tot geïntegreerde farmaceutische zorg. Wij bevelen aan om afspraken te maken voor de langere termijn. Dan kunnen zowel de totale kosten van de farmaceutische zorg als ook de kwaliteit ervan vergeleken worden met een omgeving waarin de samenwerking minder goed is. Factoren die hierbij mogelijk van belang zijn: - de ingangseisen voor huisartsen om zich bij de zorggroep aan te sluiten - het draagvlak en het mandaat dat de organisatie van de zorggroep heeft - de frequentie en wijze van communicatie tussen de organisatie van de zorggroep en de aangesloten huisartsen - samenwerking tussen huisarts en apotheker - taakdelegatie naar praktijkondersteuners en apotheekmedewerkers - ondersteunende materialen, zoals bijvoorbeeld een elektronisch formularium, een keteninformatiesysteem en werkinstructies. - praktijkvariabelen zoals bijvoorbeeld aantal patiënten per praktijk, formatie en organisatie van de praktijk. 7

8 Inleiding Farmaceutische zorg maakte tot voor kort geen onderdeel uit van integrale zorg voor de diabetespatiënt. De verwachting is echter, dat de farmaceutische dienstverlening beter wordt afgestemd op andere onderdelen van diabeteszorg door apothekers op te nemen in de ketenzorgstructuur. Daarom hebben drie zorggroepen (, HOZL en ), drie apothekersorganisaties (LLOYDS, Mediq en Napco), Diabetesvereniging Nederland en zorgverzekeraar CZ hun kennis gebundeld in het overlegplatform Diabetes Dialoog. Samen zijn zij gekomen tot een model van geïntegreerde farmaceutische diabeteszorg in de eerste lijn. Hierin zijn drie verschillende onderdelen van gewenste farmaceutische zorg gespecificeerd: - de implementatie van een formularium, - de invoering van medicatiebeoordelingen bij diabetespatiënten met polyfarmacie, - gestructureerde begeleiding bij eerste en tweede uitgifte van medicatie uit het formularium (concordantiegesprekken). Vanaf januari zijn deze drie onderdelen geïmplementeerd in de drie zorggroepen. De oorspronkelijke implementatieperiode was één jaar. Omdat de implementatie echter langzamer verliep dan verwacht, is de looptijd met drie maanden verlengd tot en met maart 3. Om vast te stellen of de Diabetes Dialoog de gewenste resultaten opgeleverd heeft, worden de vooraf vastgestelde doelstellingen in dit rapport geëvalueerd. Doelstelling De hoofddoelstelling van de Diabetes Dialoog was, om te komen tot betere farmaceutische zorg tegen maximaal dezelfde kosten. Deze hoofddoelstelling is onderverdeeld in doelen met betrekking tot A) de kwaliteit van zorg en B) de kosten van zorg. A. Doelen met betrekking tot de kwaliteit van zorg. Verhogen van de mate waarin wordt voorgeschreven conform het afgesproken formularium, te meten aan de hand van streefwaarden bij de door CZ bepaalde prescriptie indicatoren.. Verminderen van de interdokter variatie. 3. Verbeteren van de behandeluitkomsten voor o.a. bloeddruk, cholesterolspiegel, HbAc en de nierfunctie. 4. Reduceren van het aantal geneesmiddel gerelateerde problemen (DRP s). 5. Verhogen van de medicatietrouw van de patiënt. 6. Verhogen van de patiënttevredenheid en ervaren kwaliteit van leven. B. Doelen met betrekking tot de kosten van zorg. Besparen op de geneesmiddelenkosten per diabeet door voorschrijven conform formularium.. Beheersen van de behandelkosten per diabeet door optimaliseren van het geneesmiddelgebruik. 3. Het verminderen van de vervolgkosten in de tweede lijn. 4. Verminderen van de uitvoeringskosten door efficiënte inrichting van zorgprocessen. Deze rapportage beschrijft per onderdeel van de Diabetes Dialoog: - welke doelstellingen gerelateerd zijn aan het onderdeel; - welke methoden gebruikt zijn voor de evaluatie; - welke resultaten gevonden zijn; - hoe deze resultaten geïnterpreteerd kunnen worden. 8

9 Evaluatie van de doelstellingen In Tabel zijn enkele algemene kenmerken van de zorggroepen binnen de Diabetes Dialoog en het totaal aantal uitgevoerde medicatiebeoordelingen en concordantiegesprekken weergegeven tot aan het einde van de evaluatieperiode ( april 3). Tabel. Enkele kenmerken van de zorggroepen aan het einde van de Diabetes Dialoog ( april 3) Kenmerk HOZL Aantal patiënten met eerstelijns diabetes DBC Aantal deelnemende huisartsen Aantal deelnemende apothekers Aantal medicatiebeoordelingen afgerond Aantal concordantiegesprekken uitgevoerd Niet alle huisartsen van en van HOZL hebben deelgenomen aan de Diabetes Dialoog. Bij HOZL waren er 4 actief deelnemende duo s van huisarts en apotheker. Voorschrijven volgens formularium Gerelateerde doelstellingen: A.. Verhogen van de mate waarin wordt voorgeschreven conform het afgesproken formularium, te meten aan de hand van streefwaarden bij de door CZ bepaalde prescriptie indicatoren. A.. Verminderen van de interdokter variatie. NB: Proefanalyses door CZ hebben laten zien dat de aantallen voorschriften per huisarts dermate klein zijn, dat een goede vergelijking op artsenniveau weinig zinvol lijkt. Evaluatie van deze doelstelling is daarom vervallen. B.. Besparen op de geneesmiddelenkosten per diabeet door voorschrijven conform formularium. Deze doelstelling is niet separaat geëvalueerd, maar wordt indirect afgeleid uit de mate van voorschrijven volgens formularium en de vooraf gemaakte berekeningen voor budgetneutraliteit. Methode CZ heeft in overleg met de zorggroepen prestatie indicatoren vastgesteld op basis waarvan naleving van het formularium geëvalueerd zou worden. In Bijlage zijn de gemaakte afspraken en de bereikte resultaten geïntegreerd weergegeven. Voor prestatie indicatoren en 8 zijn ook de waarden van de nulmeting over het jaar vermeld. Voor de berekening van de indicatoren heeft CZ de tabel gebruikt met declaraties van de keten-dbc Diabetes Mellitus type. Uit deze tabel zijn de patiënten geselecteerd van wie declaraties aanwezig waren van de huisartsen van de drie deelnemende zorggroepen in de oorspronkelijke rapportageperiode ( januari t/m 3 december ). Een patiënt werd als nieuwe patiënt beschouwd, wanneer er geen geneesmiddel van dezelfde ATC-groep gedeclareerd was in de zes maanden ervoor. De analyse van deze resultaten is door CZ uitgevoerd. Resultaten De gemaakte afspraken en bereikte resultaten zijn in detail weergegeven in Bijlage. Bij vijf indicatoren zijn niet alleen de resultaten van de originele indicatoren weergegeven, maar ook die waarin rekening 9

10 gehouden is met middelen die nieuw als generiek op de markt gekomen zijn. De belangrijkste bevindingen zijn hieronder per indicator weergegeven.. Keuze statine bij diabetespatiënten die voor het eerst een statine krijgen. De doelstelling om bij diabetespatiënten die voor het eerst een statine krijgen bij 9% van de patiënten simvastatine of pravastatine af te leveren, is door geen van de zorggroepen gehaald. Wanneer atorvastatine als voorkeursmiddel in de indicator zou zijn opgenomen, zou de 9% doelstelling bij wel gehaald zijn.. Keuze statine bij bestaande patiënten. Het percentage bestaande statine gebruikers dat simvastatine of pravastatine krijgt, is in de e helft niet gestegen ten opzichte van de e helft en ook niet ten opzichte van de nulmeting over. De doelstelling om bij 35% van de niet-voorkeurs-statinegebruikers te substitueren naar simvastatine en pravastatine, is niet gehaald. Dat zou voor en wel en voor HOZL op % na het geval zijn als atorvastatine als voorkeursmiddel werd meegenomen. NB: Met Het Huisartsenteam was afgesproken dat er niet bij bestaande patiënten gesubstitueerd hoefde te worden. Dit verklaart ook dat de doelstelling niet gehaald is. 3. Eerste voorschrift glucoseverlager is metformine. De doelstelling om bij 9% van de eerste voorschriften van een orale glucoseverlager metformine voor te schrijven is niet gehaald. Bij en HOZL is het percentage patiënten met metformine als eerste orale glucoseverlager in de e helft iets toegenomen ten opzichte van de e helft, al wordt de doelstelling van 9% niet gehaald. 4. Aanwezigheid van een statine bij alle diabeten. Alle zorggroepen hebben de doelstelling om bij 7% van de diabetespatiënten een statine af te leveren ruimschoots gehaald. 5. Keuze RAAS-remmer bij hypertensie. In de e helft van kreeg 4% tot 59% van de diabeten met hypertensie die een RAAS-remmer kregen, een ACE-remmer. Dit percentage is niet toegenomen tijdens de meetperiode. Bij geen van de drie zorggroepen is de doelstelling gehaald om bij 8% van de diabetespatiënten met hypertensie als RAAS-remmer een ACE remmer af te leveren. 6. Keuze ACE-remmer. De doelstelling om bij 9% van de diabetespatiënten die een ACE-remmer krijgen enalapril, lisinopril of ramipril voor te schrijven, is door geen van de zorggroepen gehaald. Na toevoeging van perindopril als voorkeursmiddel, krijgt bij en ruim 98% van alle patiënten één van de vier voorkeursmiddelen. Bij HOZL is dit 89%. 7. Keuze AT-II-antagonist bij nieuwe patiënten. De doelstelling om bij 8% diabetespatiënten die voor het eerst een AT-II-antagonist krijgen losartan voor te schrijven, is door geen van de zorggroepen gehaald. Bij is het percentage patiënten met losartan ten opzichte van het totaal aantal patiënten met een AT-II-antagonist in de e helft van aanzienlijk (7%) gestegen ten opzichte van de e helft van. Wanneer valsartan toegevoegd zou worden als voorkeursmiddel, wordt de doelstelling bij bereikt.

11 8. Keuze AT-II-antagonist bij bestaande patiënten. De doelstelling om bij 35% van de niet-voorkeurs- AT-II antagonistgebruikers te substitueren naar losartan is niet gehaald. Wanneer valsartan wordt meegenomen als voorkeursmiddel, dan wordt de doelstelling door en wel behaald. NB: Met Het Huisartsenteam was afgesproken dat er niet bij bestaande patiënten gesubstitueerd hoefde te worden. Dit verklaart ook dat de doelstelling niet gehaald is. Beschouwing voorschrijven volgens formularium Het formularium binnen de Diabetes Dialoog is door de zorggroepen zelf vastgesteld. Hierbij zijn de mate van wetenschappelijke onderbouwing voor de middelen en de kosten ervan leidend geweest. Daarnaast is door CZ budgetneutraliteit als randvoorwaarde gesteld voor alle onderdelen van de Diabetes Dialoog samen. Voorschrijven volgens formularium was daarbij het instrument om kosten te besparen. Twee prescriptie indicatoren waren vooral van belang: - indicator : de keuze van de statine bij bestaande patiënten - indicator 8: de keuze van de AT-II-antagonist bij bestaande patiënten. De resultaten laten zien dat de streefwaarde voor deze indicatoren niet gehaald is. Ten aanzien van de kostenbesparing is het een meevaller dat tijdens de looptijd van de Diabetes Dialoog enkele geneesmiddelen uit patent gegaan zijn. Atorvastatine, perindopril en valsartan zijn ook generiek en dus goedkoper op de markt gekomen. Dat betekent dat de oorspronkelijke doelstelling puur uit oogpunt van kostenbesparing bijgesteld zou kunnen worden door deze extra vermelde voorkeursmiddelen op te nemen in de indicatoren. In dat geval wordt indicator bij alle zorggroepen wel gehaald en wordt indicator 8 bij en helemaal en bij HOZL op % na gehaald. Daarbij moet wel aangetekend worden, dat het uit patent gaan van geneesmiddelen niet direct wil zeggen dat de prijzen direct naar het niveau gaan van geneesmiddelen die reeds langer uit patent zijn. Op grond van wetenschappelijke onderbouwing is er geen bezwaar om deze middelen vaker voor te schrijven. Bij de meeste indicatoren is het voorschrijfpatroon weinig veranderd en zijn er slechts kleine verschillen tussen de zorggroepen. Er lijkt een plafond te zitten in wat haalbaar is. Het IVM hanteert in de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen de schatting dat weinig verbetering mogelijk is bij een gemiddelde indicatorscore van 75% of hoger en een verschil van 5% of kleiner tussen de 9-percentielscore en de -percentielscore i. Dit is in de Diabetes Dialoog mogelijk (de individuele scores van huisartsen zijn niet bekend) het geval bij indicator 3: metformine als eerste orale antidiabeticum: 8% van de eerste voorschriften van een orale glucoseverlager is metformine bij de zorggroepen die het laagst scoren en dit is 86% bij de zorggroep met de hoogste score. Bij de indicatoren waarbij de score relatief laag is en er duidelijke verschillen tussen de zorggroepen bestaan, lijkt verbetering nog wel mogelijk. Het gaat bijvoorbeeld om indicator 5: de keuze van een ACE-remmer als eerste RAAS-remmer en indicator 7: de keuze van een AT-II-antagonist bij nieuwe patiënten. Het switchen van medicatie bij patiënten die al een niet-voorkeursmiddel gebruiken is in de praktijk vaak lastig. Voor de langere termijn is het relevant dat nieuwe patiënten vaker een voorkeursmiddel krijgen dan bestaande patiënten. De interdokter variatie zou een rol kunnen spelen in de uitkomsten op zorggroep niveau. Uit onderzoek blijkt dat de uitkomst van een indicator sterk kan worden bepaald door een of meerder artsen met een afwijkend voorschrijfpatroon ii. Helaas kon binnen de evaluatie de interdokter variatie niet worden gemeten.

12 Naast de kosten speelt de mate van wetenschappelijke onderbouwing voor bepaalde medicatie een rol bij de totstandkoming van het formularium. In de indicatoren komt dit vooral tot uiting bij de keuze voor metformine als eerste orale glucoseverlager en een ACE-remmer als eerste RAAS-remmer. Gezien het plafond genoemd in de vorige alinea, is het niet zeker of vaker voorschrijven van metformine als eerste orale glucoseverlager nog mogelijk is. Het zou interessant zijn om te analyseren welke patiënten niet eerst metformine gekregen hebben, bijvoorbeeld of er bepaalde contra-indicaties bij deze patiënten aanwezig waren. Hoewel in de praktijk ACE-remmers en AT-II-antagonisten steeds meer naast elkaar gebruikt worden, is er nog steeds meer onderbouwing voor ACE-remmers. In het Formularium van de Diabetes Dialoog hebben AT-II-antagonisten in eerste instantie alleen een plaats bij overgevoeligheid voor een ACE-remmer. Het vaker voorschrijven van ACE-remmers in plaats van andere RAAS-remmers is wellicht wel haalbaar. Ten aanzien van de verschillen tussen de zorggroepen zou het relevant zijn om te weten op welke wijze de afspraken binnen de zorggroepen verspreid zijn onder de huisartsen. Te denken valt aan de hoeveel tijd/aandacht die besteed is aan de implementatie, welke hulpmiddelen (bv elektronisch formularium) aanwezig waren, of er gesproken is over mogelijke belemmeringen om volgens formularium voor te schrijven en hoe die getackeld zouden worden, of individuele huisartsen tussentijds terugkoppeling gekregen hebben van hun cijfers e.d.. Daarnaast zou het interessant zijn om te analyseren welke middelen er buiten het formularium frequent voorgeschreven worden. Met betrekking tot de validiteit van de data is het volgende van belang: het kan zijn dat het aantal nieuwe patiënten is overschat, waardoor de indicatoren voor nieuwe middelen relatief te laag kunnen uitpakken. Dit komt omdat medicatie die eerder bij een andere verzekeraar gedeclareerd is, niet bekend is. Het percentage verzekerden dat van verzekeraar wisselt is gemiddeld circa 6%. Bij chronische patiënten en in de kerngebieden van de verzekeraar ligt dit percentage echter lager. Verder is bij bestaande patiënten niet zichtbaar of de huisarts of de specialist de medicatie gestart heeft. Wanneer de specialist medicatie gestart heeft, is het voor de huisarts lastiger om het geneesmiddel om te zetten. Concluderend kan gesteld worden dat de streefwaarden bij de door CZ bepaalde prescriptie indicatoren niet allemaal gehaald zijn (doelstelling A.). De uitgangswaarden voor verschillende indicatoren waren veelal hoog, waardoor het onduidelijk is of een verdere toename van de meeste indicatoren realistisch is. Gezien de toename in voorschrijven conform het afgesproken formularium en de middelen die uit patent zijn gekomen, moet er een besparing op de geneesmiddelenkosten per diabeet zijn opgetreden (doelstelling B.). heeft behoefte aan een andere opbouw van indicatoren, waarin meer recht wordt gedaan aan zowel kwalitatieve als financiële aspecten. De kosten worden immers niet alleen bepaald door de geneesmiddelenprijzen, maar ook door de opbrengst van het vermijden van complicaties en een betere medicatieveiligheid en kwaliteit van leven. Voor bijvoorbeeld statines geldt dat een prestatie indicator meerdere aspecten zou moeten bevatten: zowel het percentage mensen dat een statine gebruikt, de bereikte gemiddelde streefwaarde, en het aantal 3e- of 4e- stap (duurdere) middelen wat daarvoor nodig is. Ook de verwachting van het uit patent lopen van middelen dient te worden opgenomen. Veranderen van voorschrijfgedrag is lastig, is een langdurig traject en vormt daarom een onzekere basis voor het borgen van budgetneutraliteit. Het voorstel van CZ is, om in de toekomst te streven naar een basisformularium, dit op doseringsniveau te volgen en te leren waar de afwijkingen medisch inhoudelijk verklaarbaar zijn.

13 Medicatiebeoordelingen Gerelateerde doelstellingen: A.3. Verbeteren van de behandeluitkomsten voor o.a. bloeddruk, cholesterolspiegel, HbAc en de nierfunctie. A.4. Reduceren van het aantal geneesmiddelgerelateerde problemen (DRP s). A.6. Verhogen van de patiënttevredenheid. B.. Beheersen van de behandelkosten per diabeet door optimaliseren van het geneesmiddelgebruik. B.3. Het verminderen van de vervolgkosten in de tweede lijn. Overleg met de zorggroepen heeft geleerd dat het binnen dit project niet haalbaar is om vervolgkosten in de tweede lijn te evalueren, omdat tweedelijns-dbc s niet in de eerste lijn worden geregistreerd. Deze evaluatie zal dus achteraf door CZ zelf worden uitgevoerd. B.4. Verminderen van de uitvoeringskosten door efficiënte inrichting van zorgprocessen: Tevredenheid van apothekers en huisartsen. CZ en de zorggroepen hebben afgesproken hoeveel medicatiebeoordelingen (MB s) per jaar voor de Diabetes Dialoog uitgevoerd mochten worden. In Tabel zijn deze afspraken weergegeven, evenals het aantal gerealiseerde MB s in de periode van januari tot en met 3 maart 3 en het aantal huisartsen en apotheken dat MB s heeft uitgevoerd. Tabel. Aantal afgesproken en gerealiseerde medicatiebeoordelingen (MB s) per zorggroep HOZL Afgesproken maximum aantal MB s Aantal MB s afgerond (%) 47 (86) 57 (4) 55 (9) Aantal deelnemende huisartsen Aantal huisartsen betrokken bij MB s (%) 39 (98) 66 ()? Gemiddeld aantal MB s per huisarts, 8,6? Aantal deelnemende apotheken Aantal apotheken betrokken bij MB s (%) (63) 43 () 6 (35) Gemiddeld aantal MB s per apotheek 3,5 3,3 5,8 Dit betreft compleet afgeronde medicatiebeoordelingen. Het aantal patiënten bij wie het medicatiebeoordelingsproces gestart was voor april 3, is 693 (49%). Dit betreft compleet afgeronde medicatiebeoordelingen. Het aantal patiënten dat door de huisarts verwezen is voor een medicatiebeoordeling, is circa 4. 3 Dit is het aantal deelnemende apothekers, niet het aantal apotheken. Het aantal uitgevoerde medicatiebeoordelingen varieerde tussen verschillende zorgverleners, zoals wordt weergegeven in Tabel a. Tabel a. Spreiding in aantal medicatiebeoordelingen per apotheker Zorggroep Minimum per apotheker Maximum per apotheker Rapportageperiode 85 januari 3 maart 3 3

14 94 januari na april 3 HOZL 46 juli 3 maart 3 Het hoge maximum bij wordt veroorzaakt door het overnemen van medicatiebeoordelingen door de coördinerend apotheker op plekken waar onvoldoende mogelijkheden waren voor de betreffende apothekers om te voldoen aan de vraag naar medicatiebeoordelingen. A.3. Verbeteren van de behandeluitkomsten voor o.a. bloeddruk, cholesterolspiegel, HbAc en de nierfunctie. Methode De indicatoren voor deze evaluatie zijn samengesteld op basis van de diabetesindicatoren van het NHG iii, versie.3. De zorggroepen hebben deze uit hun softwaresystemen geëxtraheerd en aan SIR aangeleverd. De gegevens over de periode van april tot en met 3 maart dienen als voormeting. De periode van de nameting was afhankelijk van de datum waarop de medicatiebeoordeling werd uitgevoerd. Verstrekkingengegevens waren beschikbaar van de periode van april tot en met 3 maart 3. Sommige gegevens van zijn op andere wijze geëxtraheerd in verband met de daar gebruikelijke werkwijze. In Bijlage is met voetnoten weergegeven voor welke indicatoren dat geldt en op welke wijze de extractie tot stand gekomen is. Bij HOZL betreft de voormeting alleen patiënten bij wie een bepaald minimum aan zorg geleverd is en waarvoor de huisartsen bij HOZL een declaratie hebben ingediend (conform bij HOZL geldende afspraken). Bij de nameting zijn alle patiënten met een eerstelijns diabetes DBC meegenomen, zoals voor de Diabetes Dialoog was afgesproken. Resultaten De resultaten van de betreffende indicatoren zijn weergegeven in Bijlage. De indicatoren zijn onder te verdelen in procesindicatoren en (patiënt)uitkomstindicatoren. (Patiënt)uitkomstindicatoren meten patiëntkenmerken, die iets zeggen over de mate waarin de diabetes onder controle is. Procesindicatoren meten het handelen van de zorgverleners. Belangrijk is, dat de procesindicatoren zelf geen onderwerp waren binnen de Diabetes Dialoog. Verwacht werd, dat de (patiënt)uitkomstindicatoren als gevolg van alle onderdelen van de Diabetes Dialoog zouden verbeteren. Deze (patiënt)uitkomstindicatoren bespreken we hier echter niet apart, omdat ze in de korte periode van de evaluatie niet direct het resultaat van de Diabetes Dialoog weerspiegelen. In de beschouwing leggen we dit verder uit. Voor het interpreteren van de getallen met betrekking tussen de procesindicatoren kunnen we kijken naar het verschil tussen het resultaat van iedere zorggroep afzonderlijk en het gemiddelde van de drie zorggroepen. Bij vier procesindicatoren is dit verschil bij de nameting kleiner dan 5%: bepaling van HbAc, lipiden, bloeddruk en rookgedrag is bij meer dan 9% van de patiënten korter dan een jaar geleden uitgevoerd. Verschillen tussen 5% en % zijn er voor het bepalen van de creatinineklaring, albumine in de urine, BMI en voetonderzoek. HOZL scoort iets lager op de creatinineklaring (8%), albumine in de urine (76%) en voetonderzoek (68%). scoort iets lager op het berekenen van de BMI (88%). Grotere verschillen zijn er bij het uitvoeren van oogonderzoek: Bij gebeurde dit minder vaak (75%) dan bij de andere zorggroepen. Het registreren van de SIMM s classificatie van voetonderzoek gebeurde bij minder vaak (79%) dan bij (98%). Bij HOZL is de SIMM s classificatie pas sinds januari 3 geïntegreerd in het keteninformatiesysteem. 4

15 scoort op bijna alle procesindicatoren 9% of hoger. Het percentage diabeten dat de beoogde zorg krijgt is voor alle indicatoren hoger dan het gemiddelde van de zorggroepen, behalve wat betreft het registreren van de SIMM s classificatie van het voetonderzoek. Bij is de score op alle procesindicatoren tijdens de looptijd van de Diabetes Dialoog verbeterd. Zeven van de tien procesindicatoren scoren in de nameting boven de 9%, terwijl dat in de voormeting bij geen enkele indicator het geval was. Ook bij de andere drie procesindicatoren zijn duidelijk hogere scores zichtbaar. Naast de besproken indicatoren zijn er grote verschillen tussen het percentage patiënten per zorggroep dat alleen niet-medicamenteus (,6% bij ; 4,4% bij en 37,8% bij HOZL) of met alleen orale antidiabetica (6,% bij ; 5,8% bij en 46,9% bij HOZL) behandeld wordt. Ook in het percentage type -diabeten dat metformine krijgt, bestaat een groot verschil tussen (59,6%) en HOZL (48,8%). Voor kon deze indicator niet vastgesteld worden, omdat bij medicatie altijd gecombineerd wordt met leefstijladviezen. De cijfers met enkel orale medicatie en enkel leefstijladviezen zijn daardoor lager. A.4. Reduceren van het aantal geneesmiddelgerelateerde problemen Methode Apothekers hebben tijdens de medicatiebeoordeling per patiënt vastgelegd welke geneesmiddel gerelateerde problemen (DRP s) zij constateerden. De coördinerend apothekers van de zorggroepen en hebben alle DRP-registraties over de periode van januari tot en met 3 maart 3 verzameld volgens de DOCUMENT -systematiek en aan SIR gerapporteerd. Bij HOZL zijn alleen de medicatiebeoordelingen in het eerste kwartaal van 3 op deze manier geregistreerd. Resultaten In Bijlage 3a is het aantal en het soort gevonden DRP s weergegeven per zorggroep. Tabel 3 en Figuur geven de resultaten weer volgens de DOCUMENT-systematiek. De verschillende letters staan voor de volgende problemen: D: dubbelmedicatie; interactie; ongeschikte toedieningsvorm; ontbreken van of onduidelijke indicatie; onvoldoende effectief geneesmiddel; contra-indicatie; intolerantie/allergie. O: te hoge dosering; te lage dosering; doseringsfrequentie of schema niet optimaal. C: ondergebruik; overgebruik; bewust geen geneesmiddel gebruikt. U: aandoening niet optimaal behandeld; onbehandelde indicatie. M: laboratoriumbepaling nodig; controlebezoek voor onderzoek nodig; ander probleem rondom monitoring. E: probleem met betrekking tot kennis van de patiënt of advies nodig. N: niet nader geclassificeerd. T: bijwerking; verhoogd risico op bijwerkingen; mogelijk gebruik geneesmiddel voor bijwerking. De DOCUMENT-systematiek is een internationale classificatie van geneesmiddelgerelateerde problemen ten behoeve van onderzoek. De ontwikkeling ervan is beschreven in Peterson G, Tenni P. Identifying, prioritizing and documenting drug-related problems. Aust Pharm 4; 3 ():

16 Tabel 3. Aantal en soort gevonden geneesmiddel gerelateerde problemen (DRP s) per zorggroep volgens de DOCUMENT-systematiek HOZL, e kwartaal 3 (%) Totaal Diabetes Dialoog (%) Omschrijving DRP totaal~ (%) totaal~ (%) D: Probleem met keuze geneesmiddel 374 (9,) 379 (6,) 4 (8,9) 877 (7,7) O: Probleem met dosering 4 (7,4) 46 (7,) 58 (3,5) 58 (6,7) C: Probleem met therapietrouw 8 (6,) 6 (4,9) 35 (8,) 33 (,4) U: Onderbehandeling 84 (,) 38 (,9) 9 (,) 69 (,8) M: Probleem met monitoring behandeling 89 (6,9) 64 (4,4) 5 (,9) 4 (6,4) E: Probleem m.b.t. kennis van de patiënt 66 (5,) (6,9) 3 (7,) 97 (6,) N: Niet verder geclassificeerd 49 (3,8) 38 (,6) (,5) 89 (,8) T: Probleem m.b.t. toxiciteit 3 (9,5) 88 (6,) 38 (8,9) 49 (7,9) Overig (,) (,) Totaal 9 (,) 449 (,) 49 (,) 369 (,) Gemiddeld per medicatiebeoordeling,7,5,8,7 ~Het totaal heeft betrekking op de periode vanaf de start van de Diabetes Dialoog tot en met 3 maart 3. Figuur. Relatief aandeel van de gevonden DRP s van alle zorggroepen samen volgens DOCUMENT D: Probleem met keuze geneesmiddel O: Probleem met dosering C: Probleem met therapietrouw 4 U: Onderbehandeling M: Probleem met monitoring behandeling E: Probleem m.b.t. kennis van de patiënt N: Niet verder geclassificeerd 33 T: Probleem m.b.t. toxiciteit Overig De vaakst voorkomende problemen waren onderbehandeling en problemen met betrekking tot de keuze van het geneesmiddel, waarvan de helft bestond uit het ontbreken van een indicatie of een onduidelijke indicatie. In Bijlage 3b is het aantal en het soort aanbevelingen van apothekers aan huisartsen weergegeven per zorggroep. De aanbevelingen van HOZL zijn niet in dit format vastgelegd. Tabel 4 geeft de aanbevelingen weer, ingedeeld per soort aanbeveling. Aanbevelingen om het geneesmiddel, de dosering, de toedieningsvorm, het merk of iets anders te wijzigen komen het vaakst voor. Er is ongeveer even vaak 6

17 geadviseerd om een geneesmiddel te stoppen als om een geneesmiddel toe te voegen: elk van deze aanbevelingen bedraagt ruim 7% van het totaal. Tabel 4. Aantal en soort aanbevelingen door apothekers aan huisartsen per zorggroep Omschrijving aanbeveling (%) (%) Totaal (%) Wijziging geneesmiddel, dosering, toedieningsvorm, merk of anders 45 (34,9) 598 (4,) 5 (38,7) Toevoegen geneesmiddel 7 (6,8) 57 (8,) 474 (7,5) Stoppen geneesmiddel / niet afgeleverd 7 (6,8) 5 (7,7) 468 (7,3) Verwijzing of laboratoriumbepaling nodig 53 (9,5) 76 (,4) 49 (5,8) Informatie, advies of instructie (ge)geven (8,6) 88 (6,) (7,4) Start weekdoseersysteem 5 (,) 4 (,3) 9 (,7) Geen aanbeveling mogelijk 9 (,) 44 (3,) 73 (,7) Totaal 95 (,) 449 (,) 369 (,) Tabel 5 laat zien welk percentage van de aanbevelingen door huisartsen is overgenomen. Ruim de helft van de aanbevelingen van de apothekers is ongewijzigd door de huisartsen overgenomen. Samen met de deels geaccepteerde aanbevelingen gaat het gemiddeld om ongeveer,7 opgeloste DRP s per medicatiebeoordeling. Het kan zijn dat dit aantal iets hoger is, omdat van een kwart van de aanbevelingen (nog) onbekend was of ze door de huisarts geaccepteerd zijn. Tabel 5. Acceptatie van aanbevelingen van apothekers door huisartsen Omschrijving Aantal aanbevelingen (%) Aantal patiënten ~ (%) Ongewijzigd geaccepteerd 66 (5,) 35 (5,8) Deels geaccepteerd 58 (,) 8 (8,) Niet geaccepteerd 65 (,7) (6,4) Onbekend 3 (3,9) 7 (3,7) Totaal ~ De getallen betreffen patiënten bij wie aanbevelingen geaccepteerd zijn, niet de aanbevelingen zelf. A.6. Patiënttevredenheid Methode Apothekers en huisartsen gaven vragenlijsten mee aan diabetespatiënten die een medicatiebeoordeling kregen in het kader van de Diabetes Dialoog:. Na de farmaceutische anamnese in het kader van medicatiebeoordeling (apotheker).. Na het persoonlijk behandel- of zorgplangesprek in het kader van medicatiebeoordeling (huisarts). In de vragenlijsten werd de patiënt naar de mate van tevredenheid over deze gesprekken gevraagd. De vragenlijsten zijn weergegeven in Bijlage 4a en Bijlage 4b. Patiënten van HOZL en hebben de door hen ingevulde enquêtes in een antwoordenvelop naar CZ gestuurd. Daar zijn de data in Excel ingevoerd. CZ heeft deze vervolgens naar SIR gestuurd voor analyse. Bij zijn de door patiënten ingevulde vragenlijsten bij verzameld. Vervolgens heeft de vragenlijsten verwerkt in een Excelbestand. Dit Excelbestand met individuele antwoorden is aan SIR verstrekt ten behoeve van de analyse. 7

18 In de praktijk bleek het lastig om bij te houden hoeveel vragenlijsten uitgedeeld werden. Alleen bij is dit aantal geregistreerd. Resultaten A.6.. Farmaceutische anamnese Tabel 6 in Bijlage 5a geeft per zorggroep enkele respondentkarakteristieken met betrekking tot de vragenlijst na de farmaceutische anamnese weer. Er zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen onder de respondenten. Bij en HOZL zijn er wel respondenten jonger dan 65 jaar, bij niet omdat daar een leeftijd van 65 jaar of ouder een selectiecriterium was. In Bijlage 5b staan de antwoorden van de respondenten met betrekking tot tevredenheid over de farmaceutische anamnese. In het algemeen lijken de respondenten heel tevreden. Het gemiddelde rapportcijfer voor het totale gesprek is een 8,4. Er zijn wel enkele zeer lage uitschieters. Tussen de 8 en % van alle respondenten antwoordde Ja op de vragen: - of patiënten al hun vragen, twijfels, zorgen en/of problemen konden bespreken, - of de apotheker goed luisterde, - of de apotheker liet merken dat hij/zij de patiënt goed begreep, - of de patiënt tevreden was met de antwoorden op zijn/haar vragen, - of het gesprek nuttig was. -respondenten vonden de bedoeling van het gesprek minder vaak duidelijk en zouden een soortgelijk gesprek minder vaak aanraden aan familie of kennissen die veel medicijnen gebruiken. Zowel bij als bij was voor een kleine meerderheid van de respondenten duidelijk wat apotheker en huisarts na de farmaceutische anamnese zouden doen. A.6.. Persoonlijk behandel- of zorgplangesprek Tabel 7 in Bijlage 5a geeft per zorggroep enkele respondentkarakteristieken weer met betrekking tot de vragenlijst na het persoonlijk behandel- of zorgplangesprek. Grofweg komen de respondentkarakteristieken overeen met die van de farmaceutische anamnese. Bij is tweederde van de gesprekken met respondenten (mede) door een huisarts gevoerd. Bij is dat slechts bij zes procent van de gesprekken met respondenten het geval. In 38% van de gesprekken van -respondenten was ook een apotheker betrokken, bij -respondenten was dat 8%. In Bijlage 5c worden de antwoorden van de respondenten weergegeven met betrekking tot tevredenheid met aspecten van het behandel- of zorgplangesprek. Meer dan 9% van de respondenten antwoordde Ja op de vragen: - of de bedoeling van het gesprek duidelijk was, - of de zorgverlener goed naar de patiënt luisterde, - of de zorgverlener liet merken dat hij/zij de patiënt goed begreep, - of de zorgverlener dingen op een begrijpelijke manier uitlegde. Ook was meer dan 9% van de respondenten bij wie dat van toepassing was, tevreden over de antwoorden die de zorgverlener gaf op hun vragen. 8

19 Meer dan 8% van de respondenten antwoordde Ja op de vragen: - of het duidelijk is wat er aan de medicijnen veranderd moet worden, - of de patiënt weet wat daarbij van hem/haar verwacht wordt, - of de patiënt voldoende kon meebeslissen bij de voorgestelde veranderingen, - of het gesprek nuttig was voor de patiënt. Over het kunnen bespreken van eventuele vragen, twijfels, zorgen en/of problemen met de medicijnen was ongeveer driekwart van de respondenten bij wie dit van toepassing was, tevreden. Zo n 4% was hierover niet tevreden. Ongeveer % van de respondenten wist niet of er naar aanleiding van het behandel- en zorgplangesprek iets aan de medicatie veranderd zou worden. Circa 9% van de respondenten vond het gesprek nuttig, ongeveer 8% zou een soortgelijk gesprek ook aanraden aan familie of kennissen die veel medicijnen gebruiken. Het gemiddelde rapportcijfer dat respondenten geven aan het behandel- en zorgplangesprek is een 8,3. Twee patiënten van gaven aan het einde van de vragenlijst de opmerking dat ze het niet prettig vonden dat het gesprek telefonisch was gevoerd. B.. Kostenbeheersing door medicatiebeoordeling Methode CZ heeft uit het declaratiebestand alle verstrekkingen geëxtraheerd van -- tot en met van patiënten met een eerstelijns diabetes-dbc in de betreffende zorggroepen die minimaal 6 geneesmiddelen voor chronisch gebruik kregen (minimaal DDD s per maanden). Op patiëntniveau is een datum van medicatiebeoordeling gekoppeld aan de patiënten bij wie die heeft plaatsgevonden (de interventiegroep). Voor alle patiënten zonder medicatiebeoordeling (de controlegroep) is per zorggroep een indexdatum gekozen: de mediane datum van de medicatiebeoordelingen van de interventiegroep. SIR heeft de verstrekkingen gegroepeerd per periode van drie maanden: P: vier tot en met zes maanden vóór de medicatiebeoordeling, P: drie maanden vóór de medicatiebeoordeling, P3: drie maanden na de medicatiebeoordeling, P4: vier tot en met zes maanden na de medicatiebeoordeling. Patiënten aan wie in tenminste één van de vier periodes geen verstrekkingen gedeclareerd zijn, zijn geëxcludeerd. Ook patiënten met een MB na 3 december zijn geëxcludeerd, omdat van hen geen complete gegevens voor P3 beschikbaar waren. We hebben ook analyses uitgevoerd waarbij ook P4 is meegenomen. Daarvoor zijn ook patiënten met een MB na 3 september geëxcludeerd, omdat van hen geen complete gegevens voor P4 beschikbaar waren. De resultaten hiervan presenteren we echter niet, omdat door deze exclusie een relatief klein aantal patiënten overbleef. De trends van kostenontwikkeling waren echter wel vergelijkbaar met de hieronder beschreven resultaten. In tabel 8 is te zien om hoeveel patiënten dit ging. Alleen de kosten van receptgeneesmiddelen zijn meegenomen. Kosten van drinkvoeding, magistrale receptuur zonder ATC-code, zelfzorg geneesmiddelen, vaccins en grondstoffen niet. 9

20 Resultaten Tabel 8 geeft weer hoeveel patiënten per zorggroep meegenomen zijn in de analyses. Niet alle patiënten voor wie volgens de zorggroepen een medicatiebeoordeling uitgevoerd is, kwamen voor in het verstrekkingenbestand van CZ. Bij HOZL kregen slechts patiënten vóór januari 3 een medicatiebeoordeling. Dit aantal is te klein voor een representatieve steekproef. Daarom is de kostenontwikkeling voor patiënten van HOZL niet geanalyseerd. Tabel 8. Aantal geïncludeerde patiënten per zorggroep Aantal patiënten (aantal met MB; aantal zonder MB) Aantal patiënten (aantal met MB; aantal zonder MB) Aantal patiënten HOZL (aantal met MB; aantal zonder MB) Alle data 45 (38; 7) 4867 (54; 435) 7577 (; 7476 ) Met indexdatum voor (3; 7) 456 (37; 435) (; ) Na exclusie i.v.m. geen enkele verstrekking in P, P, P3 of P4 95 (89; 96) 469 (3; 3956) Met indexdatum voor (97; 96) 479 (3; 3956)) De resultaten van deze analyses worden verder niet gepresenteerd in dit rapport. In Tabel 9 staan enkele patiëntkenmerken van de geïncludeerde patiënten. Het excluderen van patiënten zoals hierboven vermeld, had geen noemenswaardige invloed op deze kenmerken. Tabel 9. Patiëntkenmerken van patiënten met complete follow-up tot en met P3 Met MB (N=89) Zonder MB (N=96) Met MB (N=3) Zonder MB (N=3956) Gemiddelde leeftijd in jaren (min max) 7,5 (45-9) 7,5 (3-96) 75,4 (65-93) 7,7 (5-99) Percentage mannen 44,6 47,3 4,7 48,9 Gemiddeld aantal geneesmiddelverstrekkingen in P 3,9 9,6 5,5 5,6 Patiënten met een medicatiebeoordeling waren gemiddeld ouder en waren vaker van het vrouwelijk geslacht. Bij was er geen verschil in het gemiddeld aantal verstrekkingen tussen beide groepen, bij hadden mensen met een medicatiebeoordeling gemiddeld meer verstrekkingen. In Figuur is per zorggroep het gemiddeld aantal verstrekkingen per patiënt weergegeven per periode. Periode is de periode van de drie maanden voorafgaand aan de medicatiebeoordeling, periode 3 betreft de drie maanden na de medicatiebeoordeling.

21 Figuur. Gemiddeld aantal verstrekkingen per patiënt per periode tot en met 3 maanden na MB datum MB/ indexdatum 35 datum MB/indexdatum 3 5 Periode 3 controle (N=96) met MB (N=89) 3 5 Periode 3 controle (N=3956) met MB (N=3) In de eerste drie maanden na de medicatiebeoordeling of de indexdatum (P3) is het gemiddeld aantal verstrekkingen per patiënt toegenomen ten opzichte van de periode voor de indexdatum (P), zowel in de controlegroep als bij patiënten met medicatiebeoordeling. Figuur 3 toont de gemiddelde kostenontwikkeling per patiënt per periode van drie maanden voor respectievelijk en. Figuur 3. Gemiddelde kostenontwikkeling per patiënt in euro s tot en met 3 maanden na MB 45 4 datum MB/indexdatum 45 4 datum MB/indexdatum Periode 3 controle (N=96) met MB (N=89) 75 Periode 3 controle (N=3956) met MB (N=3) In de eerste drie maanden na de medicatiebeoordeling of de indexdatum (P3) zijn de gemiddelde kosten per patiënt toegenomen ten opzichte van de periode voor de indexdatum (P), zowel in de controlegroep als bij patiënten met medicatiebeoordeling.

22 Beschouwing kostenbeheersing Er zitten veel haken en ogen aan de kostenanalyses en de interpretatie ervan.. Het is niet op patiëntniveau bekend welke medicatiewijzigingen het gevolg zijn van een medicatiebeoordeling.. In het algemeen beslaat de tijd die verstrijkt tussen de medicatiebeoordeling (de datum waarop de apotheker de interventievoorstellen vaststelt) en daadwerkelijke wijziging van medicatie minimaal een periode van enkele maanden: de apotheker en huisartsen moeten eerst een behandelplan opstellen en dit moet met de patiënt besproken worden. Niet alle wijzigingen worden tegelijkertijd doorgevoerd. Vaak wordt met één wijziging gestart en afhankelijk van hoe de patiënt daarop reageert, wordt besloten hoe met overige interventies wordt omgegaan. Het is dus niet mogelijk om een duidelijke periode vast te stellen, waarbinnen eventuele veranderingen in kosten als direct gevolg van medicatiebeoordelingen zich zullen voordoen. 3. Tijdseffecten ten aanzien van kosten (bijvoorbeeld een lagere gemiddelde receptregelvergoeding vanaf januari 3, lagere geneesmiddelprijzen door het uit patent gaan van bepaalde medicatie en door het preferentiebeleid, hamsteren van medicatie aan het einde van het kalenderjaar) geven veel verstoring. 4. De kosten voor geneesmiddelverstrekkingen kunnen variëren vanwege contractafspraken tussen CZ en apotheken. Het gaat om variatie in prijzen tussen verschillende apotheken, maar ook om variatie in prijzen voor of na januari 3. Het lag niet binnen de mogelijkheden van deze evaluatie om deze variatie mee te nemen in de analyses. 5. Wanneer patiënten starten met een nieuw geneesmiddel of switchen naar een goedkoper geneesmiddel, zullen de kosten het eerste kwartaal hoger liggen in verband met de eerste uitgifte. 6. Idealiter zou een uitsplitsing gemaakt moeten worden naar receptregelvergoeding en geneesmiddelkosten. Een eerste uitgifte bij een switch naar een goedkoper middel leidt in eerste instantie tot hogere kosten. Besparingen volgen later. Ook het extra recept door de 5 dagen regeling verhoogt als eerste de kosten. 7. De groep patiënten met medicatiebeoordeling is veel kleiner dan de controlegroep. Daardoor is er onvoldoende statistische power. 8. In zowel de interventie als de controlegroep zijn patiënten ook blootgesteld aan andere interventies binnen het kader van de Diabetes Dialoog, zoals het formularium beleid en de eerste uitgifte. Deze parallelle interventies bemoeilijken een separate evaluatie van de medicatiebeoordeling. De interventie- en controlegroep lijken redelijk vergelijkbaar. In theorie zouden alle patiënten in de controlegroep ook in aanmerking komen voor een medicatiebeoordeling, al is bij duidelijk de keuze gemaakt om alleen bij patiënten van 65 jaar of ouder een medicatiebeoordeling te houden. Ook de kosten van medicatie lijken bij de selectie van patiënten voor een medicatiebeoordeling geen grote rol te spelen, aangezien deze in beide groepen vergelijkbaar zijn. Alles bij elkaar is op basis van deze analyse geen uitspraak te doen over verschillen in kosten na een medicatiebeoordeling vanwege te weinig follow-up na medicatiebeoordeling.

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Colofon Auteur Daniëlla Theunissen, apotheker Met medewerking van Marianne Nijpels, apotheker Illustratie Len Munnik september

Nadere informatie

Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent

Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent 1 Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent Onderzoeker en auteur: drs. Martine Kruijtbosch Begeleiders: dr. Annemieke Floor-Schreudering, drs. Linda Mulder-Wildemors In

Nadere informatie

DGV rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK

DGV rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK DGV rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK Colofon Auteur drs. Geert Westerhuis DTP Ellen Wiggemansen

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3)

Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3) Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3) Zorg en Zekerheid benadrukt de geïntegreerde samenwerking tussen de huisarts en de apotheker. In 2012 zijn wij daarom gestart met het inkopen van

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie februari 2018

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie februari 2018 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.10 16 februari 2018 Het NHG maakt Standaarden voor de huisarts. Voor het interne kwaliteitsbeleid van de huisarts(praktijk) maakt

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie maart 2017

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie maart 2017 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.9 1 maart 2017 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: albuminurie advies stoppen met roken, BMI < 25, RR > 140 en niet behandeld

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.8 3 oktober 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: albuminurie advies stoppen met roken, I < 25, RR > 140 en niet behandeld

Nadere informatie

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015. (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd)

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015. (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd) CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015 (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd) Inhoud 1 Kwaliteit openbare farmacie 2 2 Visie CZ ten aanzien van openbare farmacie 3 3 Doelen in de openbare farmacie 4

Nadere informatie

Analyse medicatiebeoordelingen t.b.v. de KNMP Richtlijn Medicatiebeoordeling september 2012

Analyse medicatiebeoordelingen t.b.v. de KNMP Richtlijn Medicatiebeoordeling september 2012 Analyse medicatiebeoordelingen t.b.v. de KNMP Richtlijn Medicatiebeoordeling september 2012 Voorwoord Ter ondersteuning van de KNMP richtlijn Medicatiebeoordeling heeft Service Apotheek in samenwerking

Nadere informatie

Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix

Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix Overeenkomsten en verschillen De Benchmark Voorschrijven is ontwikkeld door de Stichting Farmaceutische Kengetallen in samenwerking met de

Nadere informatie

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 De toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 is een aanvulling op bijlage 6 Resultaatbeloning

Nadere informatie

Bijlage 4 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 2 (GKF2)

Bijlage 4 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 2 (GKF2) Bijlage 4 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 2 (GKF2) Zorg en Zekerheid benadrukt de geïntegreerde samenwerking tussen de huisarts en de apotheker. In 2012 zijn wij daarom gestart met het inkopen van

Nadere informatie

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM CEL 2010 0049 Indicatorenset DM Deze indicatorenset Diabetes Melitus is vervaardigd in opdracht van ZN en wordt ingebracht bij Zichtbare Zorg als de door zorgverzekeraars gewenste indicatorenset. Zorgverzekeraars

Nadere informatie

MEDICATIEBEWAKING OP BASIS VAN NIER-

MEDICATIEBEWAKING OP BASIS VAN NIER- KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ TER BEVORDERING DER PHARMACIE MEDICATIEBEWAKING OP BASIS VAN NIER- F U N C T I E W A A R D E N EEN HANDLEIDING VOOR IN DE APOTHEEK 2 I N L E I D I N G H A N D L E I

Nadere informatie

Panel Praktijkonderzoek Apotheekmedewerkers PAM-Poll

Panel Praktijkonderzoek Apotheekmedewerkers PAM-Poll Panel Praktijkonderzoek Apotheekmedewerkers PAM-Poll tussentijdse resultaten Ervaringen met het Begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel Inleiding Apotheken in Nederland hebben sinds januari 2014 te maken

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.7 30 mei 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: advies stoppen met roken, BMI < 25, RR > 140 en niet behandeld egfr indicatoren

Nadere informatie

Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen. Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013

Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen. Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013 Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013 Inhoud presentatie 1. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik 2. Monitoren voorschrijfgedrag,

Nadere informatie

Workshop MedicatieReview

Workshop MedicatieReview Workshop MedicatieReview SANDWICH NASCHOLING OUDERENZORG 16 FEBR 2017 Doel workshop Zicht krijgen op proces medicatiereview Rol huisarts (met POH) en apotheker op elkaar afstemmen Hoe te declareren Regiefunctie

Nadere informatie

Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg. Vastgesteld op 13 december 2012.

Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg. Vastgesteld op 13 december 2012. Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg Vastgesteld op 13 december 2012. » Betaalbaarheid: drukken van zorgkosten» Kwaliteit: verbeteren van onder

Nadere informatie

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025 WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025 INSPIRE klantenevenement 14 november 2013 Inhoud Farmacie 2013 Workshop scenario analyse Toekomstbeeld VJA Praktijkvoorbeelden Visiedocument Jonge Zorgverleners

Nadere informatie

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg Algemene gegevens -5 In het onderstaande overzicht kunt u de gegevens uit uw praktijk van 5 (laatste kolom) vergelijken met die van 5 huisartspraktijken uit de regio (eerste kolom) en uw eigen praktijk

Nadere informatie

Rapport. Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen

Rapport. Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen Rapport Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen februari 2010 Wij hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan deze uitgave. Aan de inhoud hiervan kunnen echter geen

Nadere informatie

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen.

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen. Toolkit polyfarmacie en medicatieveiligheid Doel 1. De medicamenteuze behandeling van de patiënt optimaliseren 2. Zoveel mogelijk voorkomen van (vermijdbare) bijwerkingen van medicatie 3. De continuïteit

Nadere informatie

Voorschrijven door internisten en cardiologen

Voorschrijven door internisten en cardiologen Cardiologie_Cardiologie 29-10-12 15:18 Pagina 1 Voorschrijven door internisten en cardiologen Beknopte weergave van de verkenning naar oorzaken van verschillen in voorschrijven van cholesterolverlagers

Nadere informatie

Ketenpartners: Vanaf het tweede kwartaal van 2017 kunnen huisartsen en POH's verwijzen naar ketenpartners via VIP Live.

Ketenpartners: Vanaf het tweede kwartaal van 2017 kunnen huisartsen en POH's verwijzen naar ketenpartners via VIP Live. 4. Calculus VIP Live Vanaf januari 2017 wordt gewerkt met Calculus VIP Live. Vip Live is de opvolger van Topicus KIS. Met VIP Live worden de werkprocessen vereenvoudigd. Voor huisartsen en POH's betekent

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines & GEZONDHEID Achmea divisie Zorg & Gezondheid, Postbus 19, 3800 HA Amersfoort Storkstraat 12 3833 LB Leusden www.achmeazorg.nl Aan: Raad van Bestuur Datum: Juli 2014 : Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.11 augustus 2019

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.11 augustus 2019 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.11 augustus 2019 Het NHG maakt Standaarden voor de huisarts. Voor het interne kwaliteitsbeleid van de huisarts(praktijk) maakt

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht van de indicatoren... 3 Populatie... 3 Monitoring... 3 Behandeling...

Nadere informatie

Individuele Huisartsenovereenkomst CZ Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3

Individuele Huisartsenovereenkomst CZ Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3 Individuele Huisartsenovereenkomst CZ 2015 Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3 Inhousdopgave Inleiding: p.3 Leeswijzer: p.4 Uitgangspunten zorgverzekeraars: p.5 Definitie van de indicatoren:

Nadere informatie

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: 3215, Huisartspraktijk Hiddink, Vossenhol 14 BEMMEL Datum aanmaak rapport: 12-04-2018 Leeswijzer Deze rapportage geeft inzicht in hoe

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie bij ouderen Polyfarmacie bij ouderen FTO maart 2016 WAGRO Polyfarmacie en Medicatiebeoordeling IGZ HARM NTVG Optimale zorg voor ouderen Ephor Start en Stopp criteria Strip methode 1 Opzet FTO Casussen (veel) Interactie

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen Datum aanmaak rapport:26-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 31-10-2013 tot 10-4-2014

Nadere informatie

Praktijkvoorbeelden Shared Savings. 4 december 2014

Praktijkvoorbeelden Shared Savings. 4 december 2014 Praktijkvoorbeelden Shared Savings 4 december 2014 Agenda Regio regie als context voor shared savings afspraken Substitutie van geneesmiddelen Eerstelijns Ouderenzorgteams Oefening: Wie investeert en hoe

Nadere informatie

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 De toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 is een aanvulling op bijlage 6 Resultaatbeloning

Nadere informatie

Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ toelichting prestatie doelmatig voorschrijven

Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ toelichting prestatie doelmatig voorschrijven Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ 2015 toelichting prestatie doelmatig voorschrijven Uitgangspunten De grenswaarden voor resultaatbeloning voor de prestatie Doelmatig voorschrijven in 2015 worden

Nadere informatie

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR) Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR) Versie 1.3 16 februari 2018 Het NHG maakt Standaarden voor de huisarts. Voor het interne kwaliteitsbeleid van

Nadere informatie

13-5-2014 PROGRAMMA KEUZEMODULE THERAPIETROUW OPDRACHT. Invullen 0-meting: Vragenlijst Kennis huisarts-apotheker over therapietrouw

13-5-2014 PROGRAMMA KEUZEMODULE THERAPIETROUW OPDRACHT. Invullen 0-meting: Vragenlijst Kennis huisarts-apotheker over therapietrouw KEUZEMODULE THERAPIETROUW Samenwerking van ZEL, ZELA, GSK & Novo Nordisk 1 PROGRAMMA 19.00 uur Opening en presentatie Keuzemodule Therapietrouw Bart Bakkers, apotheker 19.30 uur Verdieping kennis over

Nadere informatie

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: 1116, Huisartspraktijk Smits, Oude Doesburgseweg 57 ZEVENAAR Datum aanmaak rapport: 19-12-2018 Leeswijzer Deze rapportage geeft inzicht

Nadere informatie

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR)

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR) Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met Hypertensie of Hypercholesterolemie (VVR) Versie 1.2 1 maart 2017 Het NHG maakt Standaarden voor de huisarts. Voor het interne kwaliteitsbeleid van de

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P. Stamsnieder (2152-3)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P. Stamsnieder (2152-3) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P. Stamsnieder (2152-3) Datum aanmaak rapport:24-03-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 10-12-2016

Nadere informatie

Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016

Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016 Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016 In aanvulling op de bepalingen uit artikel 3 lid 1 tot en met 4 van deze overeenkomst en de vigerende NZa-beleidsregels en prestatiebeschrijvingbeschikking

Nadere informatie

Flitspresentatie. Medicatiereview. Symposium Novicare SO/VS/PA 21 mei 2019 Carla Gubbels

Flitspresentatie. Medicatiereview. Symposium Novicare SO/VS/PA 21 mei 2019 Carla Gubbels Flitspresentatie Medicatiereview Symposium Novicare SO/VS/PA 21 mei 2019 Carla Gubbels Medicatiebeoordeling: van Toegevoegde Waarde. - Een systematische beoordeling van het geneesmiddelgebruik per patiënt

Nadere informatie

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts: 1783, Jolink en Van der Lugt, huisartsen, Loolaan 33 APELDOORN Datum aanmaak rapport: 02-08-2018 Leeswijzer Deze rapportage geeft inzicht

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2) Datum aanmaak rapport:28-08-2016 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van:

Nadere informatie

Project Medicatieoverdracht

Project Medicatieoverdracht Eindverslag Project Medicatieoverdracht Barneveld 1 maart 2016 t/m 1 april 2017 Cedric Rietmeijer, huisarts, huisartsen de Burgt Marlies Geurts, apotheker, Service Apotheek Asklepios Jouk Snoek, apotheker,

Nadere informatie

Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016

Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016 Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016 In 2016 continueert Menzis resultaatbeloning voor de huisartsenzorg zonder grote wijzigingen. De beloning vindt plaats op indicatoren die landelijk

Nadere informatie

NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst

NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst Versie: 26 februari 2007 Auteur: KNMP/WINAp Leeswijzer richtlijn 1 Hoofdstuk 1 van de NAN 2006 gaat over de behandelingsovereenkomst conform de Wet op de geneeskundige

Nadere informatie

Voor 2016 worden de volgende prestaties apart, dat wil zeggen naast de prestatie Terhandstelling van een URgeneesmiddel,

Voor 2016 worden de volgende prestaties apart, dat wil zeggen naast de prestatie Terhandstelling van een URgeneesmiddel, Artikel 1 Beloning van zorgprestaties Net als voorgaande jaren zal Zilveren Kruis in 2016 farmaceutische zorgprestaties separaat van de prestatie Terhandstelling van een UR-geneesmiddel belonen. Voor 2016

Nadere informatie

Bijlage 1: Tarieven en nadere voorwaarden

Bijlage 1: Tarieven en nadere voorwaarden Bijlage 1: Tarieven en nadere voorwaarden In aanvulling op de bepalingen uit artikel 3 lid 1 en lid 2 van deze overeenkomst en de vigerende NZa-beleidsregels en prestatiebeschikking komen de Zorgaanbieder

Nadere informatie

21 september 2011. Pagina 1 van 7

21 september 2011. Pagina 1 van 7 Overzicht van de NHG/LHV indicatoren diabeteszorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo Chronische Zorg 21 september

Nadere informatie

Rapportage zorgprogramma diabetes type 2 over 2012 Zorggroep Midden Brabant

Rapportage zorgprogramma diabetes type 2 over 2012 Zorggroep Midden Brabant Rapportage zorgprogramma diabetes type 2 over 2012 Zorggroep Midden Brabant Inleiding Deze rapportage laat de scores zien op de indicatoren die zijn afgesproken met de zorggroep. De informatie hiervoor

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker Datum aanmaak rapport:06-10-2016 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 8-2-2014 tot 13-6-2014

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts:

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: 1 2 3 4 Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: 5 M.K. Kate (1107-2) 6 7 Datum aanmaak rapport:17-11-2016 8 9 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Gerwen

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Gerwen Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Gerwen Datum aanmaak rapport:08-05-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 15-4-2017 tot 15-4-2017

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Jellema

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Jellema Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Jellema Datum aanmaak rapport:12-01-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 17-12-2016 tot 17-12-2016

Nadere informatie

PERSOONSGEGEVENS, MEDICIJNEN EN UW PRIVACY

PERSOONSGEGEVENS, MEDICIJNEN EN UW PRIVACY PERSOONSGEGEVENS, MEDICIJNEN EN UW PRIVACY GEGEVENS OVER UZELF EN OVER UW MEDICIJNEN WAT WIL UW APOTHEKER WETEN WIE HEEFT INZAGE IN DE GEGEVENS EN WAARVOOR WAT KUNT U ZELF DOEN EN WAT ZIJN UW RECHTEN REGIONAAL

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P.A.A. Gerritsen

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P.A.A. Gerritsen Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P.A.A. Gerritsen Op de volgende pagina s ziet u een patiënttevredenheidsonderzoek. Wij vinden het van groot belang dat wij op de hoogte zijn

Nadere informatie

Inleiding. Methode. Resultaten. Vergelijkbaarheid Nederland en Duitsland

Inleiding. Methode. Resultaten. Vergelijkbaarheid Nederland en Duitsland Inleiding Vanaf 2007 is een aantal nieuwe bloedglucoseverlagende middelen geïntroduceerd op de se markt voor de behandeling van diabetes mellitus type 2 (DM2). Het betreft onder andere de dipeptidylpeptidase-4-remmers

Nadere informatie

Rationeel voorschrijven 3.0

Rationeel voorschrijven 3.0 Symposium Kennismanagement. Op weg naar medicatieveiligheid 3.0 Rationeel voorschrijven 3.0 Over EVS, FTO en Formularium Nieuwegein, 17 juni 2014 Gertjan Hooijman, FTO Asten Er was eens (20 jaar geleden)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Handleiding Formularium gericht voorschrijven in MicroHIS X

Handleiding Formularium gericht voorschrijven in MicroHIS X Handleiding Formularium gericht voorschrijven in MicroHIS X DXC Datum: december 2018 Versie: 3, 2018 2018 DXC. All rights reserved. DXC Laan van Zuid Hoorn 70 2289 EK Rijswijk Tel. 071-52 56 747 E-mail

Nadere informatie

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport:

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport: Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels Datum aanmaak rapport:28-04-2015 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Patiënten oordeel De Europep patiënten oordeel vragenlijst

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: HeerH

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: HeerH Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: HeerH Datum aanmaak rapport:24-03-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 10-12-2016 tot 10-12-2016

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: W.M. Renders (2228-8)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: W.M. Renders (2228-8) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: W.M. Renders (2228-8) Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 22-10-2016

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley Datum aanmaak rapport:20-05-2016 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 26-3-2016 tot 16-4-2016

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts

Ervaringen met de zorg van de huisarts Ervaringen met de zorg van de huisarts Huisartsenpraktijk Rivierenbuurt - Huisarts Achterhuis te Amsterdam Rapportage patiëntervaringen mei 2017 ARGO BV, mei 2017 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Schudel

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Schudel Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Schudel Datum aanmaak rapport:20-03-2016 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 12-10-2015 tot 7-3-2016

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum- de Klerk

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum- de Klerk Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum- de Klerk Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Kwaliteitsbeleid GHC 2017

Kwaliteitsbeleid GHC 2017 Kwaliteitsbeleid GHC 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kwaliteit van registratie... 4 2.1 Kwaliteit van registratie versus kwaliteit van zorg... 4 2.2 Methodiek benchmark en indeling in categorieën...

Nadere informatie

Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie

Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie 2 Inhoudsopgave Deelprestatie Omschrijving deelprestatie pedicure... 3 Algemene verantwoording overeenkomst gehele voetzorg... 3 Omschrijving deelprestatie pedicure

Nadere informatie

1. Patiënt bezoekt apotheek

1. Patiënt bezoekt apotheek Praktijkvoorbeeld Zorgpad Infectieziekten: PrEP voor apothekers (finale versie_20180912) Versie voor KNMP site dd 25-1-2019 Auteur: David Burger (david.burger@radboudumc.nl) De NVZA wil de apothekers van

Nadere informatie

Uw verzekering in 2009. 100222-Bijsl SH Algemeen B27

Uw verzekering in 2009. 100222-Bijsl SH Algemeen B27 Stad Holland, een dijk van een zorgverzekeraar Uw verzekering in 2009 100222-Bijsl SH Algemeen B27 Inhoudsopgave De premies Uw verzekering in 2009 Het eigen risico Onze website 3 4 6 7 Revka 37 jaar Holland

Nadere informatie

Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp. ARGO BV juni Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til

Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp. ARGO BV juni Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp juni 2014 Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til Inhoud HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Uitvoering van het onderzoek...

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Cursusinformatie PIAF opleiding nieuwe stijl 2013/2014

Cursusinformatie PIAF opleiding nieuwe stijl 2013/2014 Cursusinformatie PIAF opleiding nieuwe stijl 2013/2014 Medicatiebeoordeling is een systematische beoordeling van het geneesmiddelgebruik van een individuele patiënt door arts, apotheker en patiënt op basis

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts en apotheek

Ervaringen met de zorg van de huisarts en apotheek Ervaringen met de zorg van de huisarts en apotheek Apotheekhoudende Huisartsenpraktijk Blokzijl te Blokzijl Rapportage patiëntervaringen december 2016 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 5 1.1 Ervaringen

Nadere informatie

De DREAMeR-studie. Drug use Reconsidered in the Elderly using goal Attainment scales. during Medication Review

De DREAMeR-studie. Drug use Reconsidered in the Elderly using goal Attainment scales. during Medication Review De DREAMeR-studie Drug use Reconsidered in the Elderly using goal Attainment scales during Medication Review 1 Wat is de DREAMeR-studie? Aan dit onderzoek deden mee: Een groot gerandomiseerd gecontroleerd

Nadere informatie

Werkbladen voor het monitoren en

Werkbladen voor het monitoren en Werkbladen voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Bijlagedocument bij: Stappenplan voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Wikke van Stam Anouk Brandsema

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Comsa

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Comsa Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Comsa Datum aanmaak rapport:10-05-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 22-4-2017 tot 29-4-2017

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Afspraken ketenzorgindicatoren in S3

Afspraken ketenzorgindicatoren in S3 Afspraken ketenzorgindicatoren in S3 De nieuwe bekostiging voor huisartsen- en multidisciplinaire zorg voorziet in honorering via drie segmenten (S1, S2 en S3). Segment 3 biedt de mogelijkheid voor het

Nadere informatie

Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015

Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015 Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015 In 2015 zet Menzis weer een stap in de resultaatbeloning voor de huisartsenzorg. De beloning vindt deels plaats op indicatoren die landelijk zijn

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Instructie indicatoren- en inzoomrapporten

Instructie indicatoren- en inzoomrapporten Instructie indicatoren- en inzoomrapporten Instructie indicatoren- en inzoomrapporten 1 Inhoud Indicatorenrapport... 3 Doel en toelichting... 3 Beschrijving NHG Indicatoren Diabetes in KIS VitalHealth

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen Op de volgende pagina s ziet u een patiënttevredenheidsonderzoek. Wij vinden het van groot belang dat wij op de hoogte zijn

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: K.G. Sloetjes (1284-4)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: K.G. Sloetjes (1284-4) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: K.G. Sloetjes (1284-4) Datum aanmaak rapport:15-03-2018 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 17-10-2015

Nadere informatie

Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging

Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging 1 Algemeen Met ingang van 2013 verandert de vergoeding voor Stoppen-met-Roken begeleiding (SMR). De vergoeding van gedragsmatige ondersteuning

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan Ervaringen met de zorg van de huisarts Rapportage voor: Huisartsenpraktijk de Pelikaan te Zelhem december 2015 ARGO BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 5 1.1 Ervaringen met de zorg

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV Datum aanmaak rapport:08-05-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 15-4-2017 tot 15-4-2017

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0 Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd Gemeente Bloemendaal 5 oktober 2016 V1.0 Inhoudsopgave Doelstelling Blz. 3 Werkwijze Blz. 4 Onderzoeksdoelgroep Blz. 5 Resultaten cliëntervaringsonderzoek Blz. 6 Toegang

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 477 Geneesmiddelenbeleid Nr. 477 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Veel patiënten ontvangen informatie over medicijnen van hun zorgverlener, maar niet iedereen gebruikt deze informatie

Veel patiënten ontvangen informatie over medicijnen van hun zorgverlener, maar niet iedereen gebruikt deze informatie Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Hoefman, R.J, Verleun, A., Brabers, A.E.M., Jong, J.D. Veel patiënten ontvangen informatie over medicijnen van hun zorgverlener,

Nadere informatie