DE CONTOUREN VAN DE NIEUWE DORPSSCHOOL WESTWOUD

Transcriptie

1 DE CONTOUREN VAN DE NIEUWE DORPSSCHOOL WESTWOUD EN

2 11 februari 2016 Jos van Ewijk

3 Inleiding. In de fase van ontwikkelen en ontwerpen is er door diverse werkgroepen op verschillende deelterreinen een uitwerking gemaakt voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud. Er is gewerkt aan de bestuurlijke constructie, de levensbeschouwelijke identiteit binnen de school, het onderwijskundige profiel van de school, de betrokkenheid van de ouders bij de school en aan de huisvesting van de school. In de bijlagen I t/m V zijn verschillende notities en/of eindrapportages van verschillende werkgroepen opgenomen. Op deze plaats wordt volstaan met een samenvatting daarvan. Voorafgaand daaraan bedankt de Stuurgroep Nieuwe Dorpsschool Westwoud de betrokkenen hartelijk voor de wijze waarop er binnen de werkgroepen uitvoering gegeven is aan de verschillende opdrachten. Met enthousiasme en energie is er in een intensieve periode gezamenlijk gewerkt aan de contouren voor de nieuwe school. De discussies en gesprekken daarover werden voortdurend gekenmerkt door wederzijdse waardering en respect. Het is de leden van de werkgroepen gelukt om daarbij ook steeds het belang van de (toekomstige) kinderen van Westwoud zwaarder te laten wegen dan het directe eigen belang. De Stuurgroep spreekt daar op deze plaats graag de waardering voor uit. 1 Bestuurlijk. De besturen hebben, mede op verzoek van de initiatiefgroep, aangegeven te willen streven naar één gezamenlijke basisschool in Westwoud. Daarmee geven zij te kennen dat zij toe willen werken naar één in plaats van de huidige twee scholen in Westwoud. En ten tweede dat die nieuw te vormen school geen openbare en geen katholieke school moet zijn, maar dat de school een gezamenlijke school moet zijn van beide huidige richtingen; openbaar en katholiek. Deze richtlijn is door de beide besturen binnen de Werkgroep bestuurlijke aspecten uitvoerig besproken en uitgewerkt. Verschillende mogelijkheden zijn daarbij de revue gepasseerd en getoetst aan de door de besturen ondertekende intentieverklaring. Een en ander heeft geresulteerd in de notitie Bestuursconstructie, deze is in Bijlage I integraal toegevoegd aan dit rapport. Een voor meerdere levensbeschouwelijke richtingen bedoelde school wordt een samenwerkingsschool genoemd. Deze kan in juridisch opzicht in twee varianten voorkomen: een formele en een informele samenwerkingsschool. De formele samenwerkingsschool voldoet aan alle daarvoor door de wetgever gestelde voorwaarden (WPO art. 17d). Een van deze voorwaarden is dat de samenwerkingsschool, in deze wettelijke formele zin, slechts kan ontstaan uit een volwaardige fusie tussen twee zelfstandige scholen van verschillende grondslag. De samenvoeging van de scholen in Westwoud heeft echter betrekking op één zelfstandige school en een dislocatie van een andere school. Daarmee kan dus niet voldaan worden aan de voorwaarden voor de formele samenwerkingsschool. zal dan ook gebaseerd moeten worden op het concept van de informele samenwerkingsschool. Er wordt op veel plaatsen in Nederland gebruik gemaakt van deze informele variant van de samenwerkingsschool; een school van één bepaalde grondslag die zich presenteert en profileert als een samenwerkingsschool voor meerdere grondslagen. Voor de informele samenwerkingsschool gelden geen afzonderlijke voorschriften. De school behoort formeel óf tot het openbaar onderwijs óf tot het bijzonder onderwijs, maar profileert zich in de praktijk als een samenwerkingsschool voor beide grondslagen. Dit dient in schoolgids en schoolplan verder uitgewerkt en ingevuld te worden. 3

4 wordt bestuurlijk juridisch ondergebracht bij een door beide huidige stichtingen gezamenlijk nieuw te vormen rechtspersoon. Door middel van de statuten van de betreffende rechtspersoon wordt recht gedaan aan de door de beide besturen gewenste bestuurlijke verbondenheid met deze nieuwe rechtspersoon. Dit krijgt gestalte door het vanuit de beide huidige rechtspersonen voordragen / benoemen van toezichthouders / bestuursleden voor de nieuw te vormen rechtspersoon. Op deze wijze wordt ingebed in de bestaande bestuurlijke organisaties en wordt deze duurzame en niet vrijblijvende bestuurlijke verbondenheid statutair gewaarborgd. De wettelijke basis waarop deze nieuwe rechtspersoon wordt gebaseerd is het zogenaamd samenwerkingsbestuur zoals omschreven in WPO art 17. Dit is een bevoegd gezag dat wordt opgericht met het doel zowel openbare als bijzondere scholen in stand te houden. Deze bestuurlijk juridische constructie houdt bovendien de mogelijkheid open om eventueel in de toekomst ook andere zowel formele als informele samenwerkingsscholen bij deze gezamenlijke rechtspersoon onder te kunnen brengen. Daarom zal tevens in de statuten worden opgenomen dat er ook formele samenwerkingsscholen onder dit bestuur kunnen vallen. 2 Levensbeschouwelijke identiteit. Het samenvoegen van een katholieke en een openbare school tot één gezamenlijke samenwerkingsschool vraagt vanzelfsprekend extra aandacht voor de invulling van de levensbeschouwelijke identiteit van deze school. De uit ouders, directies en teamleden van beide scholen samengestelde Werkgroep Identiteit heeft zich over dit thema gebogen. Het eindverslag van de Werkgroep Identiteit is als Bijlage II toegevoegd. Binnen deze werkgroep is op een respectvolle wijze met elkaar van gedachten gewisseld over wat voor plek de levensbeschouwelijke identiteit in de dagelijkse praktijk in het onderwijs in zou moeten nemen. De ouders binnen de Werkgroep Identiteit hebben, om een goed beeld te krijgen betreffende de opvattingen binnen hun achterban, en enquête samengesteld en uitgezet onder alle ouders van leerlingen op de beide scholen. De bevindingen daaruit zijn gepresenteerd op een algemene informatieavond voor de ouders. De werkgroep heeft zich vervolgens ook georiënteerd op inmiddels al elders opgedane ervaringen binnen samenwerkingsscholen. Dit heeft onder andere geleid tot een schoolbezoek aan een al jaren bestaande samenwerkingsschool. Aan de hand van een door de werkgroep opgestelde kijkwijzer werden de bevindingen van dit schoolbezoek met elkaar uitgewisseld. Dit alles heeft bijgedragen aan het inhoudelijke eindadvies van deze werkgroep, dat door de stuurgroep is overgenomen: Eindadvies van de werkgroep. Op basis van de bevindingen uit het vragenlijstonderzoek en het schoolbezoek heeft de werkgroep in een tweetal sessies de nodige keuzes gemaakt. De werkgroep richt zich in het eindadvies op een drietal centrale vraagstukken: 1. Hoe om te gaan met lessen levensbeschouwelijke vorming (LEVO) welke werkwijze (gezamenlijk of gescheiden), welke lesmethode en hoe verwerkt in het lesrooster? 2. Hoe om te gaan met vieringen? 3. Hoe wordt de levensbeschouwelijke identiteit geborgd? In twee constructieve besprekingen werden deze vraagstukken door de werkgroep van onderstaande adviezen voorzien. 4

5 1 LEVO lessen - Ga binnen de Nieuwe Dorpsschool Westwoud tijdens de LEVO lessen niet werken met gescheiden leerlingengroepen, katholiek of openbaar. Dit zou volgens de werkgroep afbreuk doen aan de samenwerkingsgedachte. - Plan voor alle leerlingen de LEVO lessen structureel in het lesrooster in. In iedere groep 1 les van 45 á 60 minuten per week. In beginsel neemt iedere leerling deel aan deze lessen. - Maak bij de start van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud voor deze LEVO lessen gebruik van de methode Hemel en Aarde. Doe met het nieuwe team gedurende het eerste schooljaar ervaring op met deze methode en oriënteer je ook op mogelijke alternatieven, zoals de methode Kleur. Evalueer op basis van de opgedane ervaring en beoordeel dan of eventueel voor een andere methode gekozen moet worden. - Draag er zorg voor dat in de LEVO lessen alle wereldreligies aan bod komen. - Laat de eigen groepsleerkrachten deze LEVO lessen verzorgen. Draag tevens zorg voor de daarvoor benodigde externe ondersteuning van het schoolteam. 2 Vieringen - Besteedt binnen de Nieuwe Dorpsschool Westwoud aandacht aan de volgende vieringen: Verjaardagen van leerlingen, verjaardagen van leerkrachten of eens per schooljaar een meester- en juffen-dag, projectvieringen (bijv. Kinderboekenweek), Sint-Maarten, Sinterklaas, Kerst, carnaval en Pasen. Deze opsomming is niet limitatief bedoeld. Voer als school de regie over deze vieringen en maak eventueel gebruik van een kerkgebouw voor de vieringen van Kerst en Pasen. Beperk deze vieringen niet alleen tot het Bijbelverhaal, maar draag er zorg voor dat naast het Bijbelverhaal ook de universelere betekenis van het feest en de viering voldoende aandacht verkrijgt. 3 Borging - Draag er zorg voor dat de wijze van invulling geven aan de levensbeschouwelijke identiteit regelmatig wordt gemonitord en geëvalueerd en waar nodig wordt aangepast. - Benoem één van de vaste teamleden (zijnde niet de directeur) van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud tot coördinator identiteit en neem deze specifieke taak op in het taakbeleid van de school. De coördinator identiteit draagt zorg voor het monitoren en waarborgen van de afgesproken werkwijze, bereidt de periodieke bespreking van het thema levensbeschouwelijke identiteit binnen het schoolteam voor en fungeert op dit thema als aanspreekpunt voor ouders en teamleden. - Draag de coördinator identiteit tevens op om binnen het schoolteam een jaarlijkse evaluatie te verzorgen van het gebruik van de LEVO methode. - Draag er zorg voor dat het thema levensbeschouwelijke identiteit ook een regelmatig agendapunt wordt voor de medezeggenschapsraad van de school en dat de coördinator identiteit ook minimaal 1 keer per schooljaar verslag doet aan de medezeggenschapsraad over de gang van zaken op dit thema. - Maak gebruik van de opgedane ervaring van de ouders uit de werkgroep identiteit in de voorbereidingsfase door de coördinator identiteit 2 keer in het eerste schooljaar met hen de gang van zaken t.a.v. het thema identiteit te laten bespreken. Deze ouders fungeren daarbij als een klankbordgroep voor de coördinator. Draag er in ieder geval zorg voor dat tegen het einde van het eerste schooljaar van de nieuwe dorpsschool de beschreven werkwijze t.a.v. LEVO lessen en vieringen door de coördinator identiteit wordt geëvalueerd met deze klankbordgroep. Eén van de aandachtspunten voor deze evaluatie is in ieder geval ook de meerwaarde van het voortbestaan van een dergelijke klankbordgroep na het eerste schooljaar. 5

6 3 Onderwijskundig. De beide schoolteams hebben op basis van de opdracht vanuit de projectorganisatie gewerkt aan een gezamenlijk onderwijskundig concept voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud. In een drietal sessies is daar door de teamleden aan gewerkt. Daarbij heeft men zich noodgedwongen beperkt tot een noodzakelijke basale invulling van het onderwijskundig concept. Noodgedwongen omdat nog niet bekend is welke leerkrachten het schoolteam van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud uiteindelijk gaan vormen. De verdere uitwerking en ontwikkeling van het gezamenlijk onderwijskundig concept zal door het feitelijke schoolteam zelf gestalte moeten krijgen. In Bijlage III zijn de opbrengsten van de werkgroep onderwijs opgenomen. Samengevat: Voor de groepen 1 en 2 wordt het onderwijskundig concept gebaseerd op het thematisch werken van het ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). Er wordt gebruik gemaakt van het observatiesysteem HOREB (Handelingsgericht Observeren, Registreren en Evalueren van Basisontwikkeling). Het Kleuterplein, lesmethode voor kleuters in het basisonderwijs, wordt als bronnenboek gehanteerd. Voor de groepen 3 t/m 8 wordt het onderwijskundig handelen gebaseerd op het GIP model (Groeps- en Individueel Pedagogisch Handelen). Aan de hand van duidelijke regels en afspraken leren de leerlingen zo zelfstandig en taakgericht mogelijk te werken. De leerkracht zet de instructietijd zo efficiënt mogelijk in, zowel op de groep als op het individu gericht. Voor de te gebruiken onderwijsmethodes is door de leerkrachten van beide scholen van respectievelijk onder-, midden- en bovenbouw een voorkeurlijst gemaakt (zie Bijlage III). Deze lijst wordt als basis genomen voor de te gebruiken onderwijsmethodes in de Nieuwe Dorpsschool Westwoud. Vanzelfsprekend is deze lijst geen statisch gegeven, het daadwerkelijke schoolteam van de nieuwe school zal onder leiding van de directie de gebruikte onderwijsmethodes evalueren en daar waar nodig wijzigen. De Intern Begeleiders van de beide huidige scholen hebben, vooruitdenkend over de overdracht en integratie van de systematiek ten aanzien van zorgleerlingen, een eerste opzet gemaakt van een praktisch stappenplan om de overdracht en integratie soepel te kunnen laten verlopen (zie Bijlage III). 4 Ouderparticipatie. Ouders zijn vanzelfsprekend op allerlei wijze betrokken bij de school van hun kinderen. We spreken van ouderparticipatie. Bij ouderparticipatie gaat het om actieve deelname van ouders aan activiteiten op school. Enerzijds gaat het om niet-geïnstitutionaliseerde vormen van ouderparticipatie, zoals meedoen aan onderwijsondersteunende activiteiten (organisatie van ouder- of kijkavonden, meewerken aan de schoolkrant), hand- en spandiensten verrichten (schoolreisjes, toezicht houden tijdens pauzes) en hulp bij de lessen (als leesouder of bij remedial teaching). Anderzijds gaat het om geïnstitutionaliseerde vormen van ouderparticipatie, zoals zitting hebben in de ouderraad of medezeggenschapsraad. In de Werkgroep Ouderparticipatie heeft men zich in eerste instantie gebogen over de wijze waarop ouders op dit moment participeren in de activiteiten van de twee huidige scholen. De werkgroep heeft vervolgens op verschillende aspecten van ouderparticipatie voorstellen geformuleerd om daar invulling aan te geven binnen de Nieuwe Dorpsschool Westwoud (Zie Bijlage IV). 6

7 Medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk verplicht orgaan binnen de school. Vanaf de start moet duidelijk zijn hoe deze raad is samengesteld en op basis van welke documenten (medezeggenschapsstatuut en reglement) de medezeggenschap binnen de school is gebaseerd. De werkgroep stelt voor om gedurende het eerste jaar van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud te werken met een samengestelde MR. De raad bestaat dan eigenlijk uit de raden van de beide huidige scholen samen; totaal 4 ouders en 4 leerkrachten. Deze samengestelde raad krijgt Bijkomend aandachtspunt hierbij is dat voor de hoofdvestiging van OBS t Skitteljacht in Hoogkarspel ook een volledige MR moet worden samengesteld. De samengestelde MR draagt er zorg voor dat er verkiezingen worden uitgeschreven voor de samenstelling van de MR vanaf aanvang van het tweede schooljaar van de nieuwe school, gebaseerd op de bij de omvang van de school passende grootte van de MR; 2 ouders en 2 leerkrachten. Ouderraad / Oudervereniging. De werkgroep spreekt een voorkeur uit voor een oudervereniging. Het bestuur daarvan wordt gevorm door maximaal 10 van de huidige ouders uit OR en OV. Dat kan op basis van onderling overleg of verkiezingen. De huidige OR en OV geven hier verder vorm en inhoud aan. Overblijven. De werkgroep is van mening dat het overblijven of tussenschoolse opvang (TSO) een zaak van de ouders is, de ouders regelen en coördineren dit in samenspraak met de schooldirectie. Daarvoor hoeft geen afzonderlijke rechtspersoon opgericht te worden. De TSO kan voor de financiën gebruik maken van een afzonderlijke bankrekening vallend onder de Oudervereniging. De beide huidige OR en OV bespreken met elkaar welk streefbedrag qua startsaldo voor de TSO reëel is. Daarnaast bespreken zij met elkaar de besteding van een eventueel dan nog aanwezige reserve. Een gedetailleerd voorstel (voorbehoud!) betreffende de TSO is toegevoegd in Bijlage IV. Activiteiten. Ten aanzien van de diverse activiteiten in een schooljaar stelt de werkgroep zich op het standpunt dat het schoolteam daarin leidend is. In afstemming met de schooldirectie dient derhalve nog nader te worden bepaald welke activiteiten precies tot het taakgebied van de Oudervereniging behoren. De werkgroep vraagt tevens speciale aandacht voor het schoolkamp zoals dat op de beide huidige scholen ook gehouden wordt. De werkgroep zou een dergelijk kamp graag aan het begin van het nieuwe schooljaar laten plaatsvinden, juist vanwege de samenvoeging en het elkaar goed leren kennen. Tegelijkertijd realiseert de werkgroep zich dat een dergelijke activiteit veel voorbereiding vraagt en het wellicht moeilijk in te passen is in het tijdpad richting samenvoeging. Schooltijden. De werkgroep stelt voor om niet direct met de start van de nieuwe school te starten met fundamenteel andere schooltijden, zoals het continurooster of het 5 gelijke dagen rooster. Er is slechts sprake van kleine verschillen in de huidige schooltijden van beide scholen. De werkgroep stelt voor dat de schooltijden voor de nieuwe school hier op gebaseerd worden. Een discussie over echt andere schooltijden kan in een later stadium gevoerd worden, bijv. in het licht van de mogelijke IKC vorming. 7

8 5 IKC en Huisvesting. De werkgroep IKC en Huisvesting heeft de verstrekte opdracht eigenlijk direct uit elkaar getrokken in enerzijds de huisvesting op korte termijn per fusiedatum en anderzijds de visieontwikkeling betreffende een mogelijk Integraal Kind Centrum (IKC) in Westwoud. Dat laatste staat namelijk nog in de kinderschoenen en zal onderdeel moeten uitmaken van een groter beleidsplan in het kader van het beleid Vitale Dorpen van de gemeente Drechterland. De focus van de werkgroep heeft dan ook heel pragmatisch gelegen bij de mogelijkheden van de huisvesting ingaande het nieuwe schooljaar en de daarbij behorende procedures binnen het gemeentelijke beleid aangaande de onderwijshuisvesting. Op basis van een inventarisatie van benodigde oppervlakte en ruimte ten opzichte van de op de beide huidige locaties in Westwoud beschikbare oppervlakte en ruimte, komt de werkgroep tot de conclusie dat de locatie van de huidige RKBS De Regenboog, het meest geschikt is voor de huisvesting van de nieuwe school per 1 augustus Op die locatie zijn er namelijk naast het huidige schoolgebouw ook nog andere ruimten aanwezig die, met enige aanpassing, geschikt zijn voor onderwijsgebruik. Dat betekent dat er op die locatie waarschijnlijk ook niet gewerkt hoeft te worden met tijdelijke units en daarmee de kosten relatief laag gehouden kunnen worden. Een vertegenwoordiging vanuit de werkgroep, bestaande uit schooldirectie, stafmedewerkers huisvesting van beide schoolbesturen en gemeenteambtenaren, heeft de benodigde aanpassingen op de locatie van RKBS De Regenboog verder uitgewerkt. Deze uitwerking is als Bijlage V toegevoegd. In de uitwerking wordt nog een keuze opengelaten tussen twee varianten, al naar gelang welke groepen er van welke ruimte gebruik gaan maken. Deze keuze dient in een later stadium nog in samenspraak tussen de diverse betrokkenen te worden gemaakt. 8

9 Bijlage I: NOTITIE BESTUURSCONSTRUCTIE. 1 Huidig en gewenst. 1.1 Huidige situatie. RKBS De Regenboog, zelfstandige basisschool met een eigen brinnummer (05EV), onder bevoegd gezag van schoolbestuur SKO De Streek, de school telt 72 leerlingen op teldatum OBS t Skitteljacht locatie Westwoud, dislocatie van OBS Skitteljacht in Hoogkarspel (10MA), onder bevoegd gezag van schoolbestuur Stichting Openbaar Onderwijs Present, de dislocatie telt 76 leerlingen op teldatum De gemeentelijke opheffingsnorm voor de gemeente Drechterland is per 1 januari 2015 omlaag gegaan van 85 naar 80 leerlingen (Staatscourant ). RKBS De Regenboog wordt als zelfstandige basisschool bekostigd op basis van het aantal leerlingen op de laatste teldatum. De school blijft op voor het 3e achtereenvolgende jaar onder de gemeentelijke opheffingsnorm. Daarmee wordt de bekostiging in principe beëindigd per (WPO art. 153, lid 1 en lid 3), tenzij het schoolbestuur gebruik zal maken van de gemiddelde schoolgrootte (WPO art. 157). De stichting Present verkrijgt bekostiging voor OBS t Skitteljacht gebaseerd op het leerlingenaantal van de hoofdvestiging en de dislocatie samen, alsof er sprake is van één school. Uit deze bekostiging moeten de exploitatielasten van beide locaties van OBS t Skitteljacht gedekt worden. 1.2 Gewenste situatie. De beide schoolbesturen zijn een intentieverklaring overeengekomen waarin zij uitspreken: - Te streven naar de totstandkoming van één gezamenlijke basisschool in Westwoud, die gehuisvest is op één locatie in Westwoud. - Er naar te streven om uiterlijk in het voorjaar van 2016 een definitief besluit te nemen omtrent de samenvoeging van beide basisscholen in Westwoud. - Er naar te streven dat de nieuwe gezamenlijke basisschool in Westwoud qua huisvesting op één locatie kan starten met ingang van het schooljaar In een bij de intentieverklaring behorende bijlage hebben de besturen een aantal aandachtspunten geformuleerd voor de uitwerkingen in de ontwerp- en ontwikkelfase, zo ook voor de uitwerking van de bestuursconstructie: De beide schoolbesturen streven naar een bestuursstructuur voor de gezamenlijke basisschool in Westwoud waaraan de volgende voorwaarden gesteld worden; - De beide huidige schoolbesturen dienen bestuurlijk verbonden te blijven aan de bestuursstructuur voor de gezamenlijke basisschool in Westwoud; - Het mag geen beperkende gevolgen met zich meebrengen voor de instandhouding van de overige scholen van de beide schoolbesturen; - Onder de te ontwikkelen bestuursstructuur voor de gezamenlijke basisschool kunnen eventueel op termijn ook andere scholen vallen. Ten aanzien van het effect op de instandhouding van de overige scholen van de beide schoolbesturen, de tweede voorwaarde, zijn de besturen van mening dat ieder afzonderlijk bestuur verantwoordelijk is voor de instandhoudingsmogelijkheden van de eigen overige scholen. Het effect van de beoogde samenwerking in Westwoud op deze instandhoudingsmogelijkheden achten de beide schoolbesturen te hanteren. Voor de beoordeling van de uitwerkingen in de ontwerp- en ontwikkelfase achten de beide besturen de overige twee voorwaarden wel van doorslaggevend belang. Deze beide voorwaarden uit de intentieverklaring zijn voor de beide besturen dan ook richtinggevend voor de uitwerking van de bestuursconstructie. 9

10 2 Één gezamenlijke basisschool. Met de formulering één gezamenlijke basisschool in de intentieverklaring geven de besturen ten eerste te kennen dat zij toe willen werken naar één in plaats van de huidige twee scholen in Westwoud. En ten tweede dat die nieuw te vormen school geen openbare en geen katholieke school moet zijn, maar dat de school een gezamenlijke school moet zijn van beide huidige richtingen; openbaar en katholiek. De gewenste school krijgt van de besturen voorlopig als werktitel De Nieuwe Dorpsschool Westwoud. 2.1 De formele samenwerkingsschool. Een gezamenlijke school gebaseerd op zowel een openbare als een bijzondere grondslag wordt een samenwerkingsschool genoemd. De samenwerkingsschool is in constitutioneeljuridisch opzicht een wat lastig fenomeen. Het Nederlands onderwijsbestel is een zogenaamd duaal stelsel, het bestaat slechts uit twee hoofdrichtingen; namelijk openbaar en bijzonder. De scheiding tussen deze beide hoofdrichtingen is grondwettelijk vastgelegd en wordt in onderliggende wetgeving verder uitgewerkt en bekrachtigd. Echter, door een aanhoudende leerlingendaling in veel dunbevolkte regio s van Nederland is er in toenemende mate behoefte aan een minder stringente scheiding tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Op veel plaatsen wordt door besturen, veelal op uitdrukkelijk verzoek van ouders, op informele wijze invulling gegeven aan de samenwerkingsschool. Sinds september 2011 heeft de wetgever het ook formeel mogelijk gemaakt om een samenwerkingsschool te vormen (Stb, 2011, 287). Om de dualiteit van het stelsel met het eigen karakter van openbaar en bijzonder onderwijs te borgen heeft de wetgever bepaald dat de samenwerkingsschool een uitzonderingsconstruct is, waaraan strikte wettelijke voorwaarden zijn verbonden (WPO art. 17d). De samenwerkingsschool, in deze wettelijke formele zin, kan slechts ontstaan uit een volwaardige fusie tussen twee zelfstandige scholen van verschillende grondslag. De formele samenwerkingsschool wordt daarmee voor de situatie in Westwoud een niet realiseerbare optie. OBS t Skitteljacht bestaat uit twee locaties, de hoofdvestiging in Hoogkarspel en een dislocatie in Westwoud. Een volwaardige fusie tussen RKBS De Regenboog en OBS t Skitteljacht is voor de besturen geen reële optie omdat daarmee niet alleen de 2 scholen in Westwoud maar daarbij ook t Skitteljacht in Hoogkarspel samengevoegd zouden worden tot één school. zal dan ook in bestuurlijk juridisch opzicht gebaseerd moeten worden op het concept van de informele samenwerkingsschool De informele samenwerkingsschool. De informele samenwerkingsschool is een school van een bepaalde grondslag die zich presenteert en profileert als een samenwerkingsschool voor meerdere grondslagen. Voor de informele samenwerkingsschool gelden geen afzonderlijke voorschriften. De school behoort formeel óf tot het openbaar onderwijs óf tot het bijzonder onderwijs, maar profileert zich als een samenwerkingsschool voor beide grondslagen. Dit dient in schoolgids en schoolplan verder uitgewerkt en ingevuld te worden. Door het ontbreken van wettelijke voorschriften gelden voor de informele samenwerkingsschool ook geen formele richtlijnen voor toezicht en zeggenschap op de gezamenlijke identiteit. De formele zeggenschap berust vanzelfsprekend bij het eigen schoolbestuur. Voor de borging van identiteit kan bijvoorbeeld een commissie worden ingesteld, waarin vertegenwoordigers vanuit beide richtingen toezicht houden op en/of invulling geven aan de samenwerkingsgedachte. Omdat er geen formeel juridisch fundament onder de informele samenwerkingsschool ligt dienen afspraken en waarborgen afzonderlijk en helder vastgelegd te worden. 10

11 3 Mogelijke bestuursconstructies informele samenwerkingsschool Westwoud. Zoals vermeld kan een informele samenwerkingsschool bestuurlijk ondergebracht worden bij zowel een openbaar als een bijzonder schoolbestuur. Er is daarnaast nog een derde variant mogelijk met het samenwerkingsbestuur dat gebaseerd wordt op WPO art. 17. In theorie resteren er voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud, in de hoedanigheid van een informele samenwerkingsschool, dus een drietal mogelijke bestuursconstructies: 1 Onderbrengen bij de stichting Present. 2 Onderbrengen bij SKO de Streek. 3 Onderbrengen bij een nieuw te vormen rechtspersoon Onderbrengen bij de stichting Present. De informele samenwerkingsschool in Westwoud komt zoals eerder toegelicht niet tot stand door een volwaardige fusie van twee zelfstandige scholen (brinnummers) maar door het samenvoegen van de dislocatie Westwoud van OBS t Skitteljacht met de zelfstandige basisschool RKBS de Regenboog. Dit betekent dat de samenvoeging qua bekostiging en administratie gebaseerd zal moeten worden op het brinnummer van RKBS de Regenboog. Het onderbrengen van de informele samenwerkingsschool in Westwoud bij de Stichting Openbaar Onderwijs Present betekent dan echter tegelijkertijd het omzetten van de grondslag van het brinnummer van RKBS De Regenboog, het zogenaamde van kleur verschieten. Immers omdat de Stichting Present statutair een bevoegd gezag is van openbare scholen, gebaseerd op WPO art. 48 (Waaronder lid 4: Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 46), dient de formele richting van de school in deze optie te wijzigen van katholiek naar openbaar. Een dergelijke omzetting heeft de goedkeuring nodig van de minister van onderwijs en dient te voldoen aan de wettelijke voorschriften van WPO art. 84. Een van deze voorschriften stelt dat de minister het verzoek tot omzetting slechts inwilligt als er, over de weg gemeten, binnen 10 kilometer geen school aanwezig is waaraan openbaar onderwijs wordt gegeven (WPO art. 84, lid 3, onder b). De dichtstbijzijnde openbare school is de hoofdvestiging van t Skitteljacht in Hoogkarspel, op een afstand van ongeveer 3 kilometer. De voor optie 1 benodigde omzetting naar een openbare school voldoet dus niet aan de wettelijke voorschriften. Met deze optie kan bovendien ook niet aan de beide door de besturen van belang geachte voorwaarden worden voldaan. Van de door de besturen voorwaardelijk gestelde bestuurlijke verbondenheid is op basis van de huidige statuten geen sprake. Met een dergelijke bestuurlijke verbondenheid wordt beoogd dat er statutaire waarborgen zijn voor de bestuurlijke invloeden vanuit de huidige besturen op het bevoegd gezag van de school in Westwoud. In deze optie zou dat betekenen dat in de statuten van de Stichting Present dient te worden vastgelegd dat SKO de Streek recht heeft op één of meerdere voordrachten voor de Raad van Toezicht van de Stichting Present. Dit is daardoor voor de Stichting Present geen acceptabele optie. Het eventueel in de toekomst onderbrengen van andere informele en/of formele samenwerkingsscholen is echter eveneens niet mogelijk. Immers een informele samenwerkingsschool met een formeel katholieke grondslag kan niet ondergebracht worden bij de Stichting Present. En op basis van de huidige wetgeving kan ook een formele samenwerkingsschool niet ondergebracht worden bij een schoolbestuur voor openbaar onderwijs. 11

12 3.2 Onderbrengen bij SKO de Streek. De informele samenwerkingsschool Westwoud zou ook tot stand gebracht kunnen worden door het inschrijven van de leerlingen van de dislocatie Westwoud van OBS t Skitteljacht bij RKBS de Regenboog en het eventueel overdragen van personeel, gebouw en inventaris vanuit de stichting Present aan SKO de Streek. Echter, ook bij deze optie kan niet aan de beide door de besturen van belang geachte voorwaarden worden voldaan. De voorwaardelijk gestelde statutair vastgelegde bestuurlijke verbondenheid tussen het bevoegd gezag van de school en, in deze optie, de Stichting Present, stuit op bezwaren vanuit SKO de Streek. De Stichting Present en/of de gemeente Drechterland zou dan namelijk statutair recht moeten krijgen op één of meerdere voordrachten voor de Raad van Beheer van SKO de Streek. Het eventueel in de toekomst onderbrengen van andere informele en/of formele samenwerkingsscholen is ook bij deze optie echter niet mogelijk. Immers een informele samenwerkingsschool met een formeel openbare grondslag kan niet ondergebracht worden bij de SKO de Streek. En op basis van de huidige statuten kan ook een formele samenwerkingsschool niet ondergebracht worden bij SKO de Streek. Een eventuele statutenwijziging om dit wel mogelijk maken behoeft de voorafgaande goedkeuring van de NKSR (Nederlandse Katholieke Schoolraad) 3.3 Uitruilconstructie. Een specifieke variant op het onderbrengen van de informele samenwerkingsschool bij één van de beide huidige besturen is de zogenaamde uitruilconstructie. In deze variant worden verschillende informele samenwerkingsscholen om beurten ondergebracht bij één van de huidige besturen. In het ene dorp of wijk waar beide besturen ieder een school hebben komt de samenwerkingsschool onder bestuur A, in het andere dorp of wijk waar beide besturen ieder een school hebben komt de school onder bestuur B. De personele invulling wordt daarbij meestal tijdelijk ingevuld door middel van detachering van personeel over en weer. Deze variant, die al op diverse plaatsen in Nederland wordt toegepast, is gebaseerd op een bepaald evenwicht in de met elkaar uit te ruilen scholen in verschillende dorpen en/of wijken. Voor de SKO de Streek en de stichting Present komen echter, voor zover de besturen nu kunnen overzien, op dit moment geen andere scholen in andere dorpen of wijken in aanmerking om tegen elkaar uit te ruilen. Bovendien geldt logischerwijze ook ten aanzien van de uitruilconstructie dat niet voldaan kan worden aan de door de besturen gestelde voorwaarde ten aanzien van de bestuurlijke verbondenheid. De bestuursconstructie is immers identiek aan de opties 1 en 2; het onderbrengen bij één van de huidige besturen. Ook ten aanzien van het eventueel in de toekomst onderbrengen van andere samenwerkingsscholen, is er bij de uitruilconstructie sprake van een beperking. Op basis van de huidige wetgeving kan een formele samenwerkingsschool namelijk niet bij een openbaar schoolbestuur ondergebracht worden. Dit betekent dus een beperking van de mogelijkheden tot uitruil. Indien de nieuw te vormen school een formele samenwerkingsschool wordt, kan de school alleen maar ondergebracht worden bij SKO de Streek. Om deze, in de paragrafen 3.1 t/m 3.3 toegelichte, redenen vallen de betreffende opties voor de mogelijke bestuursconstructie voor de informele samenwerkingsschool Westwoud af en resteert slechts nog de optie van een nieuw te vormen rechtspersoon. 12

13 3.4 Onderbrengen bij een gezamenlijk nieuw te vormen rechtspersoon. De gezamenlijk te vormen informele samenwerkingsschool Westwoud kan ook ondergebracht worden bij een eveneens gezamenlijk nieuw te vormen rechtspersoon. Door middel van de statuten van de betreffende rechtspersoon kan recht gedaan worden aan de door de besturen gewenste bestuurlijke verbondenheid met deze nieuwe rechtspersoon (de eerste voorwaarde). Dit kan bijvoorbeeld gestalte krijgen door het door de huidige rechtspersonen voordragen / benoemen van toezichthouders / bestuursleden voor de nieuw te vormen rechtspersoon. Op een dergelijke wijze wordt een duurzame en niet vrijblijvende bestuurlijke verbondenheid statutair gewaarborgd. Dit biedt beide besturen de zekerheid dat ook bij eventuele toekomstige wisselingen van bestuurders en/of toezichthouders bij één of beide besturen, de gecreëerde bestuursconstructie niet plotsklaps en eenzijdig beëindigd kan worden. Voor het oprichten van een nieuwe rechtspersoon voor de school in Westwoud kan, als dit in de statuten vastgelegd wordt, ook rekening gehouden worden met het op termijn eventueel ook onderbrengen van andere scholen; zowel informele samenwerkingsscholen met een formeel openbare grondslag als ook formele samenwerkingsscholen. Doordat de informele samenwerkingsschool Westwoud gebaseerd zal moeten worden op het brinnummer van RKBS de Regenboog is de school in formele zin een katholieke school. Een nieuwe rechtspersoon die een formeel katholieke basisschool in standhoudt zou een nieuw katholiek schoolbestuur kunnen zijn, maar daarbij kunnen geen informele samenwerkingsscholen met een formeel openbare grondslag worden ondergebracht. Een andere mogelijkheid waarbij dat wel kan is een zogenaamd samenwerkingsbestuur gebaseerd op WPO art 17. Dit is een bevoegd gezag dat wordt opgericht met het doel zowel openbare als bijzondere scholen in stand te houden. In de statuten dient vervolgens te worden opgenomen dat er ook formele samenwerkingsscholen onder dit bestuur kunnen vallen. Daarmee wordt dan tevens voldaan aan de voorwaarde: Onder de te ontwikkelen bestuursstructuur voor de gezamenlijke basisschool kunnen eventueel op termijn ook andere scholen vallen. Het gezamenlijk oprichten van een nieuwe rechtspersoon in de vorm van een samenwerkingsbestuur waaraan de informele samenwerkingsschool in Westwoud wordt overgedragen voldoet dus het beste aan de door de beide schoolbesturen van belang geachte voorwaarden. Het is ook goed even expliciet stil te staan bij het verschil tussen de samenwerkingsschool en het samenwerkingsbestuur. De samenwerkingsschool kenmerkt zich door het verenigen van twee grondslagen binnen één en dezelfde school. Het samenwerkingsbestuur is een stichting die zowel openbare als bijzondere scholen in stand houdt. De betreffende scholen zelf zijn dus formeel óf openbaar óf bijzonder. Conclusie: In dit hoofdstuk zijn verschillende opties voor de bestuursconstructie van de informele samenwerkingsschool Westwoud beschreven en beoordeeld op de door de besturen gestelde voorwaarden. Het samenvoegen van RKBS De Regenboog met de locatie Westwoud van OBS t Skitteljacht tot een informele samenwerkingsschool die onder het bevoegd gezag gebracht wordt van een gezamenlijk op te richten samenwerkingsbestuur, gebaseerd op WPO art. 17, sluit het beste aan bij de door de besturen vooraf geformuleerde wensen en voorwaarden. 13

14 4 Uitvoering. 4.1 Juridisch en administratief. Het oprichten van een nieuwe rechtspersoon geschiedt op basis van het notarieel passeren van een akte van oprichting. Daartoe zullen statuten van de betreffende stichting worden opgesteld en de eerste bestuursleden bij oprichting benoemd worden. Voor de nieuwe rechtspersoon zal een zogenaamd bestuursnummer bij DUO aangevraagd moeten worden en zal er een eigen administratie voor het betreffende bevoegd gezag moeten worden opgezet, inclusief bankrekeningen etc.. Overigens kan er voor de daadwerkelijke uitvoering van de personele en financiële administratie ook voor gekozen worden deze onder te brengen bij een bestuursbureau van één van de betrokken besturen. Er zal echter wel een afzonderlijke administratie voor de samenwerkingsschool moeten worden opgezet, met een eigen begroting, een eigen jaarrekening en eigen accountantsverklaringen. Middels notariële akten van overdracht dragen de beide huidige besturen eventueel de huidige scholen, locaties, inventaris, reserves / voorzieningen, gebouwen en personeel over aan het nieuwe bevoegd gezag. Per schoolbestuur zal vastgesteld worden wat exact bij de overdracht wordt betrokken en opgenomen wordt in de notariële overdracht. De bekostiging van de nieuwe school wordt op basis van een zogenaamde brinmutatie bij DUO aan het bestuursnummer van het nieuwe bevoegd gezag gekoppeld. 4.2 Personeel. Het belangrijkste te overwegen aspect in de uitvoering is natuurlijk het personeel. Zoals hierboven gesteld zou er sprake kunnen zijn van overdracht van personeel vanuit de huidige besturen naar het nieuwe bevoegd gezag. Dit betekent dat het betrokken personeel met een bestuursaanstelling dan wel bestuursbenoeming bij de huidige werkgever met meerdere scholen overgedragen wordt aan een nieuw gezamenlijk bevoegd gezag met slechts één school. Uit de reacties van de betrokken medewerkers blijkt dat men dit veelal als een ongewenst risico voor het personeel ervaart; er zou sprake zijn van minder werkzekerheid, minder mogelijkheden van interne mobiliteit en mogelijk een wijziging in de rechtspositie. De stuurgroep heeft zich gebogen over diverse maatregelen om dergelijke effecten voor de betrokken medewerkers zoveel mogelijk op te vangen. De werkzekerheid voor het aan de Nieuwe Dorpsschool Westwoud verbonden personeel is, uitgaande van de actuele leerlingenprognoses, voor een formatie gebaseerd op 100 leerlingen (ongeveer 4 formatieplaatsen) voor de komende tien jaar gegarandeerd. In de periode tot 2026, waarin er sprake zal zijn van de sterkste leerlingendaling, komt het leerlingenaantal in Westwoud niet onder de 100. Schooljaar Leerlingenaantal Leerlingenprognoses SWS Westwoud. In de huidige situatie van de twee afzonderlijke scholen is van een dergelijke werkzekerheid geen sprake, beide scholen lopen de komende jaren naar verwachting in ongeveer gelijke mate terug in het aantal leerlingen. Voor een bepaalde kern (± 4 fte) van vast aan de nieuwe rechtspersoon verbonden personeel is er in die zin eerder sprake van een toename van werkzekerheid ten opzichte van de huidige situatie. Beide besturen zullen dan ook ieder de helft van deze kernformatie overdragen aan de nieuwe gezamenlijke rechtspersoon. De overige voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud benodigde formatie in de komende jaren zullen de beide besturen, ook ieder voor de helft, op basis van detachering beschikbaar stellen aan de nieuwe gezamenlijke rechtspersoon. 14

15 Deze gedetacheerde personeelsleden blijven dan formeel in dienst van hun huidige werkgever en behouden daarmee dan ook hun rechtspositie bij het betreffende bestuur. De huidige rechtspositie van het personeel is gebaseerd op een benoeming dan wel aanstelling bij het betreffende bestuur en de CAO-PO. Op basis van de huidige wetgeving is er in arbeidsrechtelijke zin sprake van een onderscheid in de rechtspositie binnen het bijzonder en binnen het openbaar onderwijs. De rechtspositie van het personeel in het bijzonder onderwijs is gebaseerd op het privaatrecht en wordt beschreven in hoofdstuk 3 van de CAO-PO. Die van het personeel in het openbaar onderwijs is gebaseerd op het publiek recht en wordt beschreven in hoofdstuk 4 van de CAO-PO. In het bijzonder onderwijs is sprake van een akte van benoeming, in het openbaar onderwijs van een akte van aanstelling. De rechtsgang bij juridische conflicten loopt voor het bijzonder onderwijs via de kantonrechter en voor het openbaar onderwijs via de bestuursrechtelijke procedures. Het personeel in dienst van een stichting samenwerkingsbestuur wordt benoemd krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (WPO art. 17, lid 4). Dit betekent dat de overgedragen personeelsleden vanuit de Stichting Present aan de nieuwe gezamenlijke rechtspersoon geconfronteerd worden met een wijziging van hun rechtspositie. De materiële gevolgen van een dergelijke wijziging zijn overigens gering. Immers de CAO-PO blijft van toepassing, ten aanzien van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden (salaris, normjaartaak, verlof, etc.) maakt het dan ook geen verschil. In dit verband is het tevens relevant te wijzen op wetswijzigingen die in voorbereiding zijn. Er is een wetswijziging aanstaande betreffende de formele samenwerkingsschool en er is wetswijziging in de maak betreffende de harmonisatie van de rechtspositie in openbaar en bijzonder onderwijs. In het regeerakkoord is namelijk afgesproken dat het ambtenarenrecht gelijk getrokken zal worden met het arbeidsrecht volgens het Burgerlijk Wetboek. Naar verwachting is er in de nabije toekomst dan ook helemaal geen sprake meer van een verschil in rechtspositie tussen het openbaar en in het bijzonder onderwijs. Omdat de huidige personeelsleden een dienstverband hebben bij een schoolbestuur van óf openbare óf katholieke grondslag zullen de huidige werkgevers met respect en uiterste zorgvuldigheid omgaan met de individuele overwegingen van personeelsleden. De huidige werkgevers zullen ten aanzien van het zittende personeel niet uitgaan van verplichte plaatsing op de beoogde samenwerkingsschool. Met alle huidige medewerkers van de school of locatie in Westwoud zullen individuele gesprekken worden gevoerd over de bereidheid van de betreffende medewerker om op de samenwerkingsschool Westwoud werkzaam te zijn. Indien medewerkers aangeven daartegen principiële bezwaren te hebben zullen zij op basis van het mobiliteitsbeleid van hun werkgever in aanmerking komen voor plaatsing op één van de andere scholen van het betreffende bestuur. Het bestuur zal indien nodig, eveneens op basis van het mobiliteitsbeleid, binnen het eigen personeelsbestand op zoek gaan naar medewerkers die wel verbonden willen worden aan de nieuwe samenwerkingsschool in Westwoud. De eerder genoemde mogelijkheid van detachering voor bepaalde tijd, kan de medewerkers een gelegenheid bieden om op basis van de periode van detachering een weloverwogen keus te maken voor het al dan niet definitief veranderen van werkgever. 4.3 Risico s nieuwe rechtspersoon. De afgelopen jaren, zeker na de introductie van de lumpsumfinanciering in 2006, is er sprake geweest van veelvuldige schaalvergroting in het primair onderwijs. Zowel de stichting Present als SKO de Streek zijn beide ook tot stand gekomen door schaal vergrotende samenvoegingen van kleinere schoolbesturen. Het is in dat opzicht dan ook een tegendraadse beweging om een nieuwe rechtspersoon voor één school op te richten. De beide besturen zijn zich hier terdege van bewust. Uitgaande van de wensen en 15

16 voorwaarden zien zij op dit moment echter geen beter geschikte mogelijkheid om een gezamenlijke onderwijsvoorziening in Westwoud te realiseren. Het voordeel van een volwaardige onderwijsvoorziening in Westwoud weegt voor de besturen zwaarder dan het beperkte nadeel van de nieuwe gezamenlijke rechtspersoon in Westwoud. Dit nadeel zal bovendien door de beide besturen afgedekt en opgevangen worden om te kunnen blijven voorzien in een toekomst bestendige onderwijsvoorziening in Westwoud. De besturen hebben in de intentieverklaring aangegeven dat zij een bestuurlijke verbondenheid wensen te behouden met de nieuw te vormen school in Westwoud. Daaraan verbinden de besturen ook een bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de continuïteit van het onderwijs in Westwoud. De besturen achten zichzelf gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiële en personele risico s van de nieuw op te richten gezamenlijke rechtspersoon. Dit wordt de besturen ingegeven vanuit een door hen ervaren gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs in de regio. 16

17 Bijlage II: Eindverslag Werkgroep Identiteit. Opdracht. Vanuit de projectorganisatie is voor de Werkgroep Identiteit onderstaande opdracht geformuleerd: - De werkgroep dient zich te oriënteren op de vraagstukken die het samenvoegen van de twee huidige basisscholen voor de identiteit van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud met zich meebrengt. - De werkgroep dient zich te oriënteren op elders uitgedachte en gepraktiseerde werkwijzen. - De werkgroep dient voorstellen te ontwikkelen betreffende het vormgeven aan één nieuwe identiteit voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud. - De werkgroep dient voorstellen te ontwikkelen betreffende de borging van de nieuwe identiteit voor de Nieuwe Dorpsschool Westwoud. De Werkgroep Identiteit is op basis van deze opdrachtformulering enthousiast aan de slag gegaan. In totaal is de werkgroep 5 keer bij elkaar geweest. De werkgroep is gestart met zich af te vragen wat er verstaan moet worden onder de identiteit van de school. Daarbij zich afvragend hoe breed deze term opgevat moet worden; alleen de levensbeschouwelijke identiteit? Of breder, inclusief burgerschap, integratie, etc.. Bij de invulling van de identiteit voor de nieuwe school heeft de werkgroep het levensbeschouwelijke aspect centraal gesteld. Onder andere omdat de werkgroep, gebaseerd op gesprekken met directie, leerkrachten en ouders aangevuld met een enquête onder de ouders, tot de conclusie is gekomen dat de huidige scholen ten opzichte van elkaar veel meer overeenkomsten dan verschillen hebben. Afgezien van de fysieke verschillen (ligging en inrichting van de school) zijn de scholen verschillend in de levensbeschouwelijke grondslag (openbaar en katholiek). Mede gelet op de opdracht heeft dit ertoe geleid dat ervoor gekozen is dit aspect van de identiteit nader uit te diepen. In de enquête zijn de gewenste overige, en niet minder belangrijke, aspecten van de identiteit overigens ook naar voren gebracht. Vervolgens heeft de werkgroep geïnventariseerd wat er beschreven staat m.b.t. levensbeschouwelijke identiteit in de officiële schooldocumenten, zoals schoolplan en schoolgids, van de beide huidige scholen. Door de leerkrachten binnen de werkgroep is toegelicht hoe zij in de dagelijkse praktijk invulling en uitvoering geven aan het beschrevene in die officiële documenten. Daarnaast hebben de individuele werkgroepleden zich verdiept in de thema s identiteit en samenwerkingsschool middels het internet en publicaties. Er was binnen de werkgroep veel behoefte om zich te verdiepen in de opvattingen van de ouders in Westwoud en de elders voor RK-openbare samenwerkingsscholen uitgedachte werkwijzen. Om zicht te krijgen op de opvattingen van de ouders in Westwoud hebben de ouders in de werkgroep voor deze doelgroep een vragenlijst samengesteld en uitgezet. Om kennis te nemen van elders uitgedachte werkwijzen werden bezoeken voorbereid aan al bestaande samenwerkingsscholen. Om deze schoolbezoeken enigszins gericht en gefundeerd te laten verlopen werd door de werkgroep een kijkwijzer opgesteld. Daarin werden de belangrijkste onderwerpen / aspecten waarover de werkgroep meer wilde weten opgenomen. 17

18 Vragenlijst. De door de ouders in de werkgroep opgestelde vragenlijst is onder 94 ouderparen/gezinnen uitgezet. Er zijn 78 ingevulde vragenlijsten retour ontvangen, waardoor de respons uitkomt op 83%. Dat is een erg goed resultaat voor een dergelijke anonieme vragenlijst. De belangrijkste conclusie uit dit vragenlijstonderzoek is dat de levensbeschouwelijke identiteit voor veruit de meeste ouders in Westwoud geen zwaarwegend issue is. De onderwijskwaliteit, het schoolklimaat en de veiligheid worden door de ouders als de belangrijkste kenmerken van de school gezien. De grondslag, openbaar of katholiek, wordt door de ouders minder belangrijk gevonden. De bevindingen uit het vragenlijstonderzoek zijn door de ouders in de werkgroep samengevat in een bondige rapportage, deze is als bijlage toegevoegd. Schoolbezoek. Vanuit de werkgroep is contact gelegd met 2 verschillende samenwerkingsscholen voor een mogelijk bezoek door de werkgroep. Helaas lukte het op 1 van de 2 scholen niet om in de beoogde periode een schoolbezoek te plannen. Een afvaardiging van de werkgroep is op schoolbezoek geweest bij Basisschool De Vink in Voorschoten. Deze school is al in 1995 ontstaan uit een samenvoeging van een katholieke en een openbare basisschool. De deelnemers aan het bezoek hebben dit als zeer zinvol en leerzaam ervaren. De op deze school opgedane ervaringen zijn door de werkgroep als zeer welkome input besproken en gewogen. Eindadvies van de werkgroep. Op basis van de bevindingen uit het vragenlijstonderzoek en het schoolbezoek heeft de werkgroep in een tweetal sessies de nodige keuzes gemaakt. De werkgroep richt zich in het eindadvies op een drietal centrale vraagstukken: 1. Hoe om te gaan met lessen levensbeschouwelijke vorming (LEVO) welke werkwijze (gezamenlijk of gescheiden), welke lesmethode en hoe verwerkt in het lesrooster? 2. Hoe om te gaan met vieringen? 3. Hoe wordt de levensbeschouwelijke identiteit geborgd? In twee constructieve besprekingen werden deze vraagstukken door de werkgroep van onderstaande adviezen voorzien. 1 LEVO lessen - Ga binnen de nieuwe Dorpsschool Westwoud tijdens de LEVO lessen niet werken met gescheiden leerlingengroepen, katholiek of openbaar. Dit zou volgens de werkgroep afbreuk doen aan de samenwerkingsgedachte. - Plan voor alle leerlingen de LEVO lessen structureel in het lesrooster in. In iedere groep 1 les van 45 á 60 minuten per week. In beginsel neemt iedere leerling deel aan deze lessen. - Maak bij de start van de Nieuwe Dorpsschool Westwoud voor deze LEVO lessen gebruik van de methode Hemel en Aarde. Doe met het nieuwe team gedurende het eerste schooljaar ervaring op met deze methode en oriënteer je ook op mogelijke alternatieven, zoals de methode Kleur. Evalueer op basis van de opgedane ervaring en beoordeel dan of eventueel voor een andere methode gekozen moet worden. - Draag er zorg voor dat in de LEVO lessen alle wereldreligies aan bod komen. - Laat de eigen groepsleerkrachten deze LEVO lessen verzorgen. Draag tevens zorg voor de daarvoor benodigde externe ondersteuning van het schoolteam. 18