Het Rijksmuseum Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Rijksmuseum Amsterdam"

Transcriptie

1 apport isitatie Het Rijksmuseum Amsterdam

2 Voorwoord Voorwoord Het Rijksmuseum bevindt zich in een uitdagende overgangsperiode. In 2008 is de nieuwe directie aangetreden en er is een grootscheepse, ingrijpende, renovatie gaande. Het museum heeft gekozen voor deelname aan visitatie, juist in deze fase, omdat van de resultaten van de visitatie verwacht wordt waardevolle bijdragen te kunnen ontvangen. Bovendien mag input verwacht worden bij het herijken en opnieuw formuleren van het beleid. De commissie heeft zich geconcentreerd op de voorliggende periode en stelt zich ten doel als Kritische Vrienden de gesprekken in te gaan. In beginsel is er veel waardering voor het enthousiasme van de medewerkers en de goede sfeer en de spirit die aanwezig is om er werkelijk wat van te gaan maken, te meer nu de heropening aanstaande is. De concept Beleidsnota vergt in de ogen van de commissie zeker nog aandacht, inspanning en inspiratie. Het museum plaatst zichzelf internationaal in het rijtje van onder andere Prado, Louvre en National Gallery. De vraag is of het Nieuwe Rijksmuseum werkelijk ook op basis van zijn prestaties - in deze familie kan en mag blijven thuis horen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het wenkende perspectief dat directie en organisatie voor ogen hebben en ten uitvoer kunnen brengen. Het Rijksmuseum is stevig bezig. De renovatie is de fysieke manifestatie van dit proces. De veranderingen in beleid en strategie zijn zo mogelijk nog belangrijker. Directie en staf hebben de voorgenomen veranderingen beschreven in de beleidsnota. De commissie meent dat het document aan kracht en helderheid kan winnen. Het Nieuwe Rijksmuseum heeft in onze opinie een sterke en overkoepelende visie nodig. Elk museum bestaat in de kern uit tegenstellingen, tussen bewaren en presenteren, tussen academische kennis en publiekscommunicatie, tussen een nationale en een internationale functie. Het huidige beleid is nog niet helder genoeg geformuleerd om deze tegenstellingen te overbruggen en duidelijke interne en externe sturing te geven. Het museum ambieert een omslag van een gesloten, naar binnen gericht museum naar een open, naar buiten gericht instituut. Dat vraagt om een nieuwe verbinding met het publiek. De commissie is nieuwsgierig naar hoe dit vorm gaat krijgen. Wordt dit een museum-oude stijl met een nieuw laagje, of wordt er werkelijk gewerkt naar een nieuw instituut met een fundamenteel andere houding? Menig museum vindt zijn legitimatie in de aanwezige bezittingen. In het geval van het Rijksmuseum is dat bezit overweldigend en daardoor tegelijk een machtig wapen tegen al te lastige vragen. Als de Philipsvleugel 1.2 miljoen bezoekers trekt, is dit tegelijk bemoedigend en beangstigend. Uiteindelijk kan men zich gaan afvragen waarom je überhaupt dat grote museum nog zal openen, met alle kosten van dien als zoveel mensen ook al in grote getale komen bij een geringer oppervlak aan presentatieruimte. Kritische vragen die beantwoord moeten worden. De directie en daarom misschien ook de organisatie is zich bewust van de urgentie om na te denken over deze vragen. Het kan en mag toch niet de bedoeling zijn dat het nieuwe Rijksmuseum alleen een toeristenattractie wordt. Nee, in plaats daar van zien en gunnen wij het Nieuwe Rijksmuseum een inspirerend, groots cultureel gebeuren te zijn dat goed is voor veel internationaal maar zeker ook nationaal bezoek. Het richten van de organisatie op visie, missie en realiseren van doelen zien wij als belangrijke opgave voor de komende periode. Deze exercitie is terug te brengen tot de volgende basale vragen: (1) waarom zijn wij er, (2) waar gaan we naar toe en (3) hoe komen we daar? De uitkomst 2

3 voorwoord van deze activiteit stuurt uiteindelijk zowel intern als extern de gezaghebbende positie van het museum aan. Na de sluiting van het museum die tot de beoogde heropening in 2013 tien jaar heeft geduurd en de daarmee gepaard gaande niet alleen maar gunstige publiciteit, is het tijd voor een originele en inspirerende branding van het nieuwe museum. De commissie heeft veel vertrouwen in de capaciteiten en kwaliteiten van de directie en organisatie. Tijdens de gesprekken zijn we er van overtuigd geraakt dat er niet alleen een adequaat antwoord op de vragen zal komen, maar dat men ook het organiserend vermogen heeft om de antwoorden daadwerkelijk te implementeren. Het Nieuwe Rijksmuseum is deze inspanning meer dan waard. Namens de commissie, De voorzitter Prof. H.E. (Riek) Bakker 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 6 Hoofdstuk 1: Algemeen Inleiding Missie Stakeholders Beleidsprioriteiten van het ministerie Raad van Toezicht Operationaliseren van beleidsontwikkeling 11 Hoofdstuk 2: Publiek Inleiding Vaste presentatie Tentoonstellingsprogramma Publieksbegeleiding Evenementen Marketing en PR Toegankelijkheid in nieuwe media 14 Hoofdstuk 3: Collectie Inleiding Collectiebeleid Collectiebeheer Digitale toegankelijkheid collectie Activering en mobiliteit collectie 17 Hoofdstuk 4: Wetenschap Inleiding Kwaliteit en kwantiteit onderzoek Wetenschappelijk discours Kwaliteitsborging Delen van de kennis met derden 19 Hoofdstuk 5: Bedrijf Inleiding Organisatie Personeel Planning en Control Veiligheid Kwaliteitszorg Sponsoring Huisvesting 23 4

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 6: Samenvatting en conclusies Inleiding Conclusies algemeen Conclusies publiek Conclusies collectie Conclusies wetenschap Conclusies bedrijf 26 Bijlage I: Visitatie basisdocumenten voor kwaliteitszorg in musea 27 Bijlage II: Programma visitatiebezoek 38 Bijlage III: Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea 40 5

6 inleiding Inleiding Voor u ligt het visitatierapport van Stichting Het Rijksmuseum (gevestigd in Amsterdam). Dit rapport is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de visitatiecommissie Rijksmuseum. Deze rapportages beschrijft de bevinden van de visitatiecommissie, die de volgende vragen als leidraad heeft meegekregen: Geeft de zelfevaluatie van dit museum een getrouw beeld van de werkelijkheid in dit museum? Zo nee, op welke punten signaleert u afwijkingen en in welke zin? Geef op grond van uw bevindingen adviezen aan het museum. In opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is een visitatiecommissie (hierna te noemen commissie) samengesteld, bestaande uit de volgende leden: - Mw. Prof. Riek Bakker, zelfstandig adviseur strategische planning, landschap en infrastructuur. - Dhr. John Leighton, directeur National Galleries of Scotland en voormalig directeur Van Gogh Museum. - Dhr. Prof. Dr. Auke van der Woud, hoogleraar architectuur aan de universiteit Groningen. Als toegevoegd secretaris van de commissie en tevens opsteller van het rapport fungeerde dhr. ir. Marc Pil. De commissie bepaalt haar eigen werkwijze en heeft voor de volgende instrumenten gekozen. Ten eerste heeft zij kennis genomen van de inhoud van de zelfevaluatie en bijlagen van oktober Als voorbereiding op de visitatie zelf hebben de leden van de commissie een verkennend gesprek gevoerd. Om de inhoud van de zelfevaluatie te kunnen staven aan de werkelijkheid heeft een visitatiebezoek plaatsgevonden op 10 en 11 november Tijdens dit bezoek heeft de commissie gesproken met betrokkenen van binnen en buiten het museum. Tevens heeft zij kennis genomen van een selectie van beleidsdocumenten en publicaties, heeft de commissie bezoeken gebracht aan het Ateliergebouw (restauratieateliers), de bouwplaats en de tijdelijke openstelling in de Philipsvleugel. Aan het eind van het tweedaagse bezoek heeft de commissie haar voorlopige bevindingen gedeeld met het directieteam. De definitieve bevindingen van de commissie zijn neergelegd in het voorliggende rapport. Het Rijksmuseum Amsterdam bevindt zich in een bijzondere situatie. Het betreft een instelling in transitie. Het hoofdgebouw is sinds 2003 gesloten voor een grootscheepse renovatie. In aanloop naar de heropening (verwacht in 2013) is de hele organisatie gericht op dat moment, terwijl een deel van de winkel open blijft tijdens de verbouwing in de vorm van de Philipsvleugel. Daarnaast is er zeer recent een wisseling in de directie geweest. Dit leidt er toe dat de organisatie de eigen visie, missie en doelen opnieuw formuleert. De commissie heeft kennis genomen van de richtlijnen Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea en heeft besloten dit instrument als richtinggevend te gebruiken bij het beantwoorden van de vragen. Met het beantwoorden van de vragen wordt in dit rapport nadrukkelijk ingegaan op de ontwikkeling tot het Nieuwe Rijksmuseum, en de plannen voor het museum na heropening. Hierbij kiest de commissie de rol van kritisch adviseur om de nieuwe directie te ondersteunen bij het herijken van de koers richting toekomst. De commissie adviseert het museum dan ook om voortvarend aan de slag te gaan met de aanbevelingen, om goed voorbereid te zijn de op de toekomst wanneer het Nieuwe Rijksmuseum weer volledig opengesteld wordt voor publiek. 6

7 Inleiding In dit rapport worden de bevindingen van de commissie gestructureerd langs de vijf aandachtsgebieden, te weten algemeen, publiek, collectie, wetenschap en bedrijf. Een samenvattend oordeel van de commissie vormt het slotstuk van de rapportage. 7

8 Hoofdstuk 1: Algemeen 1 Algemeen 1.1 Inleiding Na bestudering van de zelfevaluatie en achterliggende stukken ontstond bij de commissie in eerste instantie een beeld van de plannen voor het Nieuwe Rijksmuseum als enigszins braaf en nog weinig uitgesproken over de focus van het Nieuwe Rijksmuseum. Na een reeks van intensieve gesprekken is de commissie onder de indruk geraakt van de kracht, het enthousiasme, de professionaliteit, de betrokkenheid, passie, kennis en kunde van de mensen die het Nieuwe Rijksmuseum vormgeven. Directie en medewerkers tonen een grote gedrevenheid om het museum in 2013 stevig op de kaart te zetten. Er zijn grote veranderingen gaande binnen gebouw, staf en organisatie. De commissie spreekt bewondering uit voor de vastberadenheid van directie en staf om de veranderingen gestalte te geven. De kernbegrippen uit de beleidsnota leven in de organisatie en men is zich bewust van de veranderingen die aanstaande zijn. Men voelt de spanning en verwachting die met de opening van het Nieuwe Rijksmuseum aanstaande is. Het nieuwe, positieve, elan binnen de organisatie kan gebruikt worden om niet alleen scherpe keuzes te maken, maar ook een heldere visie op het Nieuwe Rijksmuseum te formuleren. Deze visie kan zowel extern als intern op overtuigende wijze worden uitgedragen. De urgentie om dit doel te verwezenlijken is groot. Immers, het moment van de heropening van het Nieuwe Rijksmuseum is een piekmoment waarvan de publieke aandacht zowel kort als lang kan worden benut. In onderstaande paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingsgebied algemeen. 1.2 Het museum heeft een relevante missie en past die bij beleidsontwikkeling consequent toe. De missie is herzien naar aanleiding van de komst van het nieuwe directieteam, en is beschreven in de Beleidsnota De missie luidt als volgt: Het Rijksmuseum geeft kunst en geschiedenis betekenis voor een hedendaags publiek en de samenleving van vandaag en morgen. Het Rijksmuseum behoort tot de toonaangevende musea in de wereld en is het grootste museum van Nederland. De doelstelling is voor een breed samengesteld en internationaal publiek een representatief overzicht van de Nederlandse kunst en geschiedenis vanaf de Middeleeuwen en belangrijke aspecten van Europese en Aziatische kunst te tonen. Dit impliceert dat het Rijksmuseum voorwerpen van kunst en geschiedenis bewaart, beheert, conserveert, restaureert, wetenschappelijk onderzoekt en bewerkt, verzamelt, presenteert, toegankelijk maakt en evenementen organiseert, in en buiten het eigen gebouw. In de zelfevaluatie geeft het museum aan dat er in geringe mate externen betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de missie. Er is geen omgevings- of sterkten/zwakten-analyse gemaakt. Het museum meldt verder dat de uitwerking in beleid zoals neergelegd in de beleidsnota work in progress is. De nota moet nog vertaald worden in concrete doelstellingen. De commissie heeft dit op enkele punten ook geconstateerd, en heeft het gevoel dat het schip voor de haven ligt. Er zal echter nog een vastberaden actie moeten volgen om het te laten binnenlopen. 8

9 Hoofdstuk 1: Algemeen De commissie heeft een stevig en open debat kunnen voeren met directie en staf over de richting van het museum. De commissie constateert dat de kernbegrippen van de beleidsnota leven in organisatie. Medewerkers zijn zich bewust van de nieuwe start, proberen de nieuw geformuleerde missie te duiden. De commissie moet ook constateren dat de missie in de ogen van betrokkenen nog te weinig richtinggevend is, en is van mening dat een duidelijker stellingname, een meer eenduidig geformuleerde visie zou bijdragen aan interne sturing en externe communicatie van het Rijksmuseum na De commissie is van mening dat de directie de kracht heeft om zo n proces te regisseren, en de beschikt over de loyaliteit van de organisatie om vanuit een eenduidige visie ook daadwerkelijk veranderingen door te voeren. De commissie ondersteunt de voorgenomen richting en beleidsvoornemens, en adviseert het museum om deze voornemens op brede schaal nogmaals onder de loep te nemen, en vervolgens heldere keuzes te maken en deze breed uit te dragen. De directie bevindt zich immers in een unieke situatie, waar nog veel ter discussie kan worden gesteld. Er zijn al enkele stappen gezet door de organisatie om de gewenste omslag van aanbod- naar vraaggestuurd werken te bewerkstelligen. De staf lijkt zich bewust van de urgentie om te veranderen, educatie is benoemd als speerpunt en de marketingfunctie is versterkt. Om de gewenste open benadering gestalte te geven adviseert de commissie om handen en voeten te geven aan de (directe) dialoog met de bezoekers. De wijze waarop educatie- en communicatiemedewerkers betrokken worden bij de nieuwe inrichting en tentoonstellingen waardeert de commissie als heel positief. Echter, de gewenste omslag vraagt om ander gedrag van ook alle betrokken geledingen. In zijn algemeenheid geldt dat de ondernomen stappen in de ogen van de commissie constructieve pogingen zijn die nog niet in alle geledingen zijn doorgedrongen. Het Nieuwe Rijksmuseum wordt krachtiger wanneer de hele organisatie eensgezind en met overtuiging de omslag kan maken naar openheid, service en publieksontwikkeling, door de de belangen van de bezoeker als uitgangspunt te beschouwen. De commissie vraagt zich af waarin het Nieuwe Rijksmuseum kan uitblinken en meer kan zijn dan een klassiek museum, waar verzamelen en presenteren van kunstobjecten het primaire doel is. In de ogen van de commissie zou de maatschappelijke rol (stedelijk en nationaal) sterker kunnen worden uitgewerkt. Samenvattend oordeel van de commissie over de missie: voldoende 1.3 Het museum kent zijn stakeholders en betrekt hen op relevante momenten bij beleidsontwikkeling en evaluatie Het museum betrekt volgens de zelfevaluatie het publiek niet of nauwelijks bij beleidsontwikkeling. Wel maakt het museum gebruik van reguliere publieksonderzoeken en informele contacten. Ook kent het museum enkele adviesorganen, waaronder een adviescommissie programmering 20e eeuw, een Marketing Adviesraad, en een organisatie van vrienden. Scholen of andere maatschappelijke organisaties alsmede de vriendenorganisatie worden niet structureel betrokken bij beleidsontwikkeling. Het museum onderkent het belang van het verkrijgen en behouden van maatschappelijke waardering, en weet ook dat het internationale toeristische publiek het museum misschien om andere redenen waardeert dan het Nederlandse publiek dat zal doen. De commissie meent dat de wijze waarop het publiek wordt betrokken ingevuld wordt met het 9

10 Hoofdstuk 1: Algemeen voorleggen van kant-en-klare plannen. Juist de huidige situatie van gedeeltelijke sluiting biedt volgens de commissie meer mogelijkheden om te experimenteren met nieuwe vormen van presenteren en publieksbenadering, dan nu het geval is. Terecht wijst het museum op de eerste veelbelovende experimenten die zijn gedaan, zoals de presentatie van/met Damien Hirst. De commissie meent nochtans dat de route naar een meer open museum erg voorzichtig wordt verkend. Zeker in de fase waarin het museum nu verkeert zou geëxperimenteerd kunnen worden. Er zijn volgens de commissie voldoende methodes bekend om het publiek te consulteren, en het museum kent die ook. De commissie nodigt het museum uit hier gebruik van te maken. Samenvattend oordeel van de commissie over de betrokkenheid van stakeholders: nog onvoldoende 1.4 Het museum kent de beleidsprioriteiten van de bewindspersoon voor cultuur en geeft daar invulling aan. In de zelfevaluatie stelt het museum de rijkssubsidie alleen te mogen gebruiken voor het realiseren van het afgesproken activiteitenplan, en rapporteert over de prestatieafspraken. De commissie constateert dat het museum in zijn opdracht zichzelf voornamelijk beschouwt als rijksmuseum, met de bijbehorende verantwoordelijkheden en taken van een dergelijke instelling. De commissie spreekt geen oordeel uit over de gemaakte afspraken met het Rijk. Samenvattend oordeel van de commissie over het kennen van de beleidsprioriteiten: voldoende 1.5 De Raad van Toezicht krijgt tijdig de relevante informatie en benut deze effectief voor de uitoefening van haar rol. De Raad van Toezicht komt minimaal 4 maal per jaar bijeen. Over actuele zaken krijgt de Raad van Toezicht tussentijds mondeling of schriftelijk informatie. De Raad van Toezicht heeft veel contact met directie, en staat op enige afstand van de organisatie. Vanuit sommige onderdelen van de organisatie observeert de commissie de wens om meer contact te hebben met de toezichthouder. De Raad van Toezicht is betrokken bij de verbouwing en het financieel beheer, en geeft zelf aan graag meer betrokken te worden bij de (inhoudelijke) beleidsontwikkeling dan nu het geval is. Ook geeft de Raad van Toezicht aan dat er nog geen directiestatuut is vastgesteld waarin taken en bevoegdheden in relatie tot beleid, taakopvatting en missie zijn vastgelegd. Er is in 2007 wel een directiereglement vastgesteld waarin samenstelling, bevoegdheden en werkwijze zijn geregeld. De commissie constateert dat zowel de Raad van Toezicht als de directie over het algemeen tevreden zijn over over de samenwerking, en de kwaliteit van de wederzijdse informatievoorziening. De commissie adviseert aan het museum om de kracht en expertise van de leden van de Raad van Toezicht eerder te betrekken bij beleidsvorming. Er zitten specialisten in de Raad van Toezicht, waar meer uit gehaald kan worden door het museum. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de wens van zowel de organisatie als de toezichthouder om meer betrokken te zijn met elkaar en een steviger greep en sturing op de realisatie van de geformeerde doelen te bewerkstelligen. Samenvattend oordeel van de commissie over de samenwerking met de Raad van Toezicht: voldoende 10

11 Hoofdstuk 1: algemeen 1.6 Het museum slaagt er in de beleidsontwikkelingen te vertalen naar concrete plannen en activiteiten. Het museum geeft aan dat na de definitieve vaststelling van de beleidsnota een vertaling zal worden gemaakt naar concrete plannen en activiteiten. De commissie waarschuwt voor het te gemakkelijk teren op oud kapitaal. Nadat het museum straks 10 jaar in zijn volle omvang is weggeweest zal de stedelijke, nationale en internationale positie opnieuw verworven moeten worden. Daarom acht de commissie het zinvol om in 2010 de tijd te nemen voor het formuleren van een visie die aan de organisatie en de verdere ontwikkeling van de plannen richting geeft, en vervolgens een aanscherping van de missie uit te voeren. In dat proces hoort ook een analyse van de omgeving, een sterkten/zwakten-analyse en een directe dialoog met betrokkenen (waaronder het toekomstige publiek). De commissie adviseert het museum om in deze fase extra aandacht te laten uitgaan naar dit proces, om de gewenste omkanteling naar vraaggestuurd werken stevig te kunnen neerzetten, en pas dan de daaruit voortvloeiende concrete plannen en activiteiten nader in te vullen. De commissie meent dat het maatschappelijk verantwoord en goed overdraagbaar maken van het verhaal een must is. Daarnaast ziet de commissie een mogelijke wijziging in de toekomstige financieringsbronnen. Het is niet geheel ondenkbaar dat toekomstige financiering minder afhankelijk van het Rijk zal zijn. De verbinding met publiek en mogelijke toekomstige financiers zal in hogere mate afhankelijk worden van de visie, de daaruit voortvloeiende missie en opeenvolgende prestaties van de organisatie. De missie is de banier die zowel intern als extern een sterk sturingsinstrument is, waarmee partijen gebundeld worden tot eendrachtige prestaties. Samenvattend oordeel van de commissie over de beleidsontwikkeling: voldoende 11

12 Hoofdstuk 2: Publiek 2 Publiek 2.1 Inleiding In onderstaande paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingsgebied publiek. 2.2 De vaste presentatie biedt een relevant beeld van het verzamelgebied van het museum Door de openstelling van een deel van het museum zijn de topstukken uit de zeventiende eeuw zichtbaar gebleven voor het nationale en internationale publiek. Deze tijdelijke openstelling in de Philipszaal wordt gewaardeerd door bezoekers, blijkens de bezoekersaantallen. Het Nieuwe Rijksmuseum voorziet in een gemengde opstelling van historische objecten en kunstvoorwerpen, in chronologische volgorde. Het inhoudelijke model voor deze ordening is met het aantreden van de nieuwe directie heroverwogen en recent opnieuw vastgesteld. Er is daarbij expliciet aandacht geschonken aan de wijze waarop het museum denkt dat het publiek gewend is om te kijken. Zo geeft men aan dat bezoekers meer gewend zijn te kijken naar platte plaatjes dan naar toegepaste kunst of voorwerpen zoals meubels. Een groot deel van de collectie van het museum is verweven met geschiedenis, en de collectie heeft een nationaal karakter. Iedere omgang binnen de route door het Nieuwe Rijksmuseum staat voor een bepaalde periode in de geschiedenis. Kunstobjecten en kunsthistorische objecten vertellen samen het chronologische verhaal. In de opstelling worden kunst- en historische objecten gemengd waar mogelijk en gescheiden waar dat moet. In de nieuwe inrichting is gekozen om op scharnierpunten in de route aandacht te besteden aan de internationale geschiedenis, door bijvoorbeeld in te gaan op de vraag wat gebeurde er op dat moment in Italië?. De wijze waarop geschiedenis en kunst binnen een gemengde opstelling worden gepresenteerd hoort volgens de commissie in pas te lopen met de missie en visie van het museum. De commissie adviseert om deze inhoudelijke visie helder en richtinggevend te formuleren en een plek te geven binnen de missie van het museum. De commissie signaleert het risico dat er verschillende definities binnen het museum bestaan van het begrip gemengde presentatie, en dat het spanningsveld tussen het presenteren van geschiedenis en kunstgeschiedenis nog te weinig wordt geadresseerd. Een overkoepelende visie en breder gedragen definities kunnen onduidelijkheid helpen voorkomen. Dit vraagt in de ogen van de commissie om een aanpak op een hoger theoretisch niveau dan nu het geval is. Samenvattend oordeel van de commissie over de vaste presentatie: voldoende 2.3 De programmering en uitvoering van tijdelijke tentoonstellingen zijn van goede kwaliteit Hier is in deze fase nog weinig over te zeggen. 12

13 Hoofdstuk 2: Publiek 2.4 De didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding is toegesneden op de verschillende beoogde doelgroepen Met het aantreden van de nieuwe directeur is educatie een speerpunt geworden. De afdeling Educatie wordt betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe tentoonstellingen, alsmede bij de ontwikkeling van de nieuwe hoofdstructuur en inrichting van het Nieuwe Rijksmuseum. De opdracht aan de afdeling Educatie is het toegankelijk en laagdrempelig maken van de collectie voor een breed publiek ( van 0 tot 100 jaar ). Er wordt afgestemd met de marketingafdeling om de focus op de doelgroepen te waarborgen. De grote lijnen van het educatieve publieksplan voor het nieuwe museum zijn gereed. Men zoekt naar een balans tussen een degelijke wijze van presenteren van de vaste presentatie en een vernieuwende, prikkelende wijze voor de tijdelijke tentoonstellingen. Op basis van het educatieve plan worden in de komende periode deelplannen gemaakt. De medewerkers geven aan dat de ambities soms groter lijken dan de middelen toelaten. Het museum voert regelmatig onderzoek uit naar de kwaliteit en kwantiteit van publieksbegeleiding, en waar nodig wordt bijgestuurd. Bijsturing vindt plaats, door bijvoorbeeld nieuw cursusaanbod te ontwikkelen. De commissie is onder de indruk van het elan van de afdeling Educatie. Zelden spraken de commissieleden dergelijke professionele en gepassioneerde educatieve medewerkers. De commissie signaleert het risico dat indien er minder financiële middelen beschikbaar komen, het speerpunt educatie wel eens zouden kunnen verliezen. De commissie gaat er van uit dat de directie maatregelen neemt. Samenvattend oordeel van de commissie over de publieksbegeleiding: goed 2.5 Evenementen passen binnen het professionele profiel van het museum en versterken de maatschappelijke positie van het museum Op dit moment maakt de beperking in fysieke ruimte het niet mogelijk om een een activiteitenprogramma in de volle breedte te bieden. De commissie denkt dat er vele vragen zijn bij het publiek over de gang van zaken over de nieuwbouw. Wellicht kan een programma over de vorderingen, de verwachtingen, de opvattingen en de visie van de architecten hierop een goede, tijdelijke, aanvulling bieden. De commissie gaat er van uit dat het uiteindelijke evenementenprogramma de missie van het museum zal ondersteunen. Pas in latere instantie bijvoorbeeld tijdens een volgende visitatie kan pas het effect van zo n programma worden beoordeeld. 13

14 Hoofdstuk 2: publiek 2.6 Het museum benut op een effectieve manier marketing- en PR-instrumenten De lange verbouwing is een lastig uit te leggen verhaal. Dat mag niet worden genegeerd. De gedeeltelijke openstelling en goede communicatie over de loop van de verbouwing kunnen het museum helpen, om de publieke opinie positief te houden. De nieuwe manier van werken vraagt om een segmentatie naar doelgroepen voor het Nieuwe Rijksmuseum. Vanaf 2009 wordt jaarlijks een nieuwe groep onder de loep genomen. De marketingafdeling zit aan tafel bij de planvorming rond o.a. tentoonstellingen. Via publiekspanels gaat men de inrichting na heropening en vormen van communicatie testen. Op basis hiervan wordt de overdracht waar mogelijk verbeterd. De commissie kan over de effectiviteit van de marketing nog weinig zeggen. De wijze waarop de afdeling aan tafel zit bij diverse overleggen, en de bedoeling om de communicatie te testen zijn hoopgevend. 2.7 Het museum is ten behoeve van diverse doelgroepen op een relevante en toegankelijke manier aanwezig in cyberspace Het museum constateert in zijn zelfevaluatie dat er een kans ligt in de ontsluiting van de collectie voor een breed publiek via internet. In 2013 is het doel om 90% van de basisregistratie op orde te hebben, met uitzondering van de prenten en foto s. Binnen de nieuwe wijze van registreren wordt er ook direct beeldmateriaal toegevoegd, zodat objecten digitaal toegankelijk worden. De commissie is van mening dat het denken over digitale ontsluiting een slag verder kan worden gebracht. Uiteraard heeft de commissie begrip voor de wens om de basis op orde te brengen, maar gelooft tegelijkertijd dat deze ontsluiting, en het denken over de wijze waarop nieuwe media worden ingezet, sterk ondersteunend kan zijn aan missie en doelstellingen. Samenvattend oordeel van de commissie over de digitale toegankelijkheid: voldoende 14

15 Hoofdstuk 3: collectie 3 Collectie 3.1 Inleiding In de onderstaande paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen passend bij het beoordelingsgebied collectie. 3.2 Het collectiebeleid is passend bij de doelstelling en wordt consequent toegepast Het museum beschouwt de collectie als uitgangspunt. De collectie van het museum heeft een duidelijk nationaal karakter. Er wordt bewust geen onderscheid gemaakt tussen geschiedenis en kunst(geschiedenis). Veel van de kunstobjecten zijn verweven met de historie, waardoor het fenomeen geschiedenis in feite overal aanwezig is. De rol van geschiedenis wordt weliswaar als zeer belangrijk omschreven, maar tegelijkertijd realiseert het museum zich dat het niet mogelijk is een volledig historisch verhaal te vertellen. De wijze waarop de collectie bijdraagt aan de uitgangspunten in de Beleidsnota verschilt per deelcollectie. Bij een referentiecollectie is het doel zo compleet mogelijk te verzamelen, en is de publieksfunctie ondergeschikt. Bij andere collecties is het argument schoonheid meer leidend. De commissie heeft het idee dat een visie op de rol van de geschiedenis, het verhaal dat men wil vertellen en daarmee samenhangend collectiebeleid voor historische objecten bij zou dragen aan een versterking van het museum. Er zijn goede contacten met het Nationaal Historisch Museum. Echter, wat deze contacten concreet betekenen voor het museum is voor de commissie nog niet helder. Bij aankopen voor de collectie wordt de lat hoog gelegd met betrekking tot de esthetiek van objecten. Soms kan een aankoop ook gestuurd worden door educatieve aspecten. De commissie waardeert de zeer hoge kwaliteitsnormen van het museum bij het collectioneren. Deze moeten ook in de toekomst naar het oordeel van de commissie worden gehandhaafd. Zeker met de komst van het Nationaal Historisch Museum. De commissie adviseert hierin een duidelijke eigen koers te kiezen, in overeenstemming met de bestaande collectie en de internationale ambities, zodat een duidelijke bijdrage wordt geleverd aan het te vormen geheel. De commissie heeft uitgebreid gesproken over de de intentie van het Rijksmuseum om de kunstcollectie uit te breiden naar de 20e eeuw. Net als binnen de andere kunstcollecties kan niet het hele verhaal van deze eeuw worden verteld. Het museum geeft aan te zoeken naar specifieke breukpunten in de geschiedenis, en daarmee samenhangende objecten. Daarbij biedt samenwerking met het Nationaal Historisch Museum wellicht de mogelijkheid om in te spelen op de actualiteit, aangezien daar geen vaste collectie aanwezig is. De commissie is niet overtuigd van de noodzaak om de kunstcollectie uit te breiden naar de 20e eeuw. Wel is er begrip voor de wens. Immers, van andere eeuwen is er een collectie opgebouwd, en het lijkt dan logisch om de geschiedkundige lijn door te trekken in de periode na de Tweede Wereldoorlog. De commissie meent evenwel dat deze wens nog te weinig tot uitdrukking is gekomen in helder beleid. Daarnaast constateert de commissie dat er in Nederland meer musea zijn die aandacht schenken aan de 20e eeuw, en er daarom geen vrees is dat er een hiaat zou ontstaan in de Collectie Nederland. De commissie zou meer overtuigd zijn geweest van de 15

16 Hoofdstuk 3: collectie noodzaak voor het Nieuwe Rijksmuseum om zich ook op deze eeuw te richten, wanneer dit onontkoombaar zou volgen uit de beleidsdoelstellingen. De commissie vraagt zich af wat het Nieuwe Rijksmuseum precies wil met deze eeuw, op welke wijze dit dan volgt uit de (nog aan te scherpen) doelstellingen, en of het (buitenlandse) publiek geïnteresseerd is in de paradigma wisselingen ( breukpunten ) die het Nieuwe Rijksmuseum voor ogen heeft. De commissie adviseert dan ook om te starten met het formuleren van een eigen visie op het verzamelen binnen de 20e eeuw. De stap van het Rijksmuseum om zich hierin te laten bijstaan door een externe adviescommissie beoordeelt de commissie als positief. Samenvattend oordeel van de commissie over het collectiebeleid: voldoende 3.3 Het museum heeft zijn collectiebeheer op orde Het museum beschikt over collectie- en calamiteitenplannen. Deze worden in de komende periode herzien met het oog op de herinrichting van het museum. Het museum geeft opvolging aan de adviezen van de Erfgoed Inspectie en werkt volgens de gangbare normen voor o.a. klimaatbeheersing. De collectieregistratie heeft een achterstand. Vroeger waren conservatoren meer gericht op het schrijven van publicaties en ander werk. Door de reorganisatie (samenvoeging van registratie en documentatie in één afdeling) begint de achterstand nu kleiner te worden. In 2013 moet 90% van de collectie zijn geregistreerd, met uitzondering van het Prentenkabinet met meer dan prenten waar meer tijd voor nodig is. De commissie vertrouwt het Rijksmuseum in zijn taak als goed beheerder van de collectie. Ook heeft de commissie met grote waardering kennisgenomen van het Ateliergebouw. In dit voorbeeldige nieuwe gebouw werken de verschillende disciplines onder een dak aan behoud en beheer. De commissie benadrukt evenwel dat het inhalen van de registratieachterstanden, zowel juridisch als met het oog op de publieksfunctie, van belang is en een prioriteit moet blijven in de komende jaren, maar laat de beoordeling hiervan graag over aan de daartoe bevoegde Inspectiedienst. Samenvattend oordeel van de commissie over het collectiebeheer: voldoende 16

17 Hoofdstuk 3: collectie 3.4 De collectie is digitaal in voldoende mate toegankelijk voor vakgenoten en publiek Zoals eerder gezegd, de registratie en digitale ontsluiting lopen achter, maar de periode van gedeeltelijke sluiting wordt gebruikt door het museum om de achterstanden in te halen. Op dit moment zijn er objecten geregistreerd, waarvan voorzien zijn van beeldmateriaal. Er zijn circa objecten digitaal ontsloten voor het publiek. Er zijn prestatieafspraken gemaakt met het Ministerie van OCW met betrekking tot de registratie en digitalisering in periode Registratie en ontsluiting zijn niet primair publieksgericht. In afgeleide producten als educatieve webspecials en websites van derden doelgroepen staan doelgroepen wel centraal. Verder heeft het Rijksmuseum in de loop der jaren een imposant fonds van uitgaven opgebouwd, met boeken over onderwerpen die met de collectie samenhangen, een wetenschappelijk tijdschrift, een publiekstijdschrift (Oog), de eigen website en uitstekende bestandscatalogi. Het museum beschikt over een studiezaal voor de Bibliotheek en het Rijksprentenkabinet, die ook tijdens de sluiting van het hoofdgebouw toegankelijk is voor bezoekers. Samenvattend oordeel van de commissie over de digitale toegankelijkheid: goed 3.5 Het museum slaagt er in om de toegankelijkheid van de collectie te vergroten door activering en mobiliteit daarvan Het Rijksmuseum opereert als bruikleengever en -nemer in alle belangrijke nationale en internationale netwerken. De commissie meent dat het museum er goed in slaagt de toegankelijkheid zeker in de periode van gedeeltelijke sluiting van de collectie in stand te houden. Samenvattend oordeel van de commissie over activering en mobiliteit: goed 17

18 Hoofdstuk 4: wetenschap 4 Wetenschap 4.1 Inleiding In de volgende paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen passend bij het beoordelingsgebied wetenschap. 4.2 De kwaliteit en de kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek zijn passend binnen de doelstellingen van het museum Het museum doet onderzoek naar beheers- en restauratietechnieken, voert onderzoek uit aan de collectie, en stelt bestandscatalogi samen. Daarbij wordt er samengewerkt met diverse universiteiten. Er is gekozen voor gezamenlijke huisvesting binnen het Ateliergebouw (waar de restauratieateliers zijn gevestigd). Echter, samenwerking komt niet altijd van de grond door uiteenlopende missies en opdrachten van de betrokken instellingen. Er is nog geen verbeterplan voor de door het museum zelf gesignaleerde verbeterpunten. Uitgangspunt bij wetenschappelijk onderzoek is altijd de collectie. Het museum ziet onderzoek (op het gebied van restauratie en conservering) als een relatief nieuw onderdeel. Goede conservering en restauratie hebben de prioriteit voor de heropening in De commissie vindt het opvallend dat wetenschap over het algemeen wordt opgevat als academisch, er relatief weinig aandacht is voor het aspect geschiedenis en dat er bij de gewenste oriëntatie op de bezoekers de wetenschappelijk functie weinig rol lijkt te spelen. De commissie denkt dat de wetenschappelijke functie meer dan nu het geval is ondersteunend kan zijn aan de educatieve functie van het museum. Door een sterkere samenwerking tussen deze functies kan worden voorkomen dat de presentatie te cerebraal wordt, terwijl het tonen van schoonheid aan gevoel raakt. Onderzoek kan interesses kweken bij bezoekers, door andere perspectieven te bieden ( zo kun je er ook tegen aan kijken ). De commissie constateert dat er weinig onderzoek specifiek is gericht op de geschiedenis. Dit is opvallend gezien de keuze voor de gemengde opstelling, waarbij zowel kunst- als historische objecten tezamen een historisch verhaal vertellen. Het museum wenst een omslag waarbij het publiek centraal wordt gesteld. Dit kan mogelijk sneller bereikt worden wanneer de de wetenschappelijke functie meer instrumenteel wordt ingezet en zich tevens richt op begrippen als schoonheid en tijdsbesef. Overigens geeft het museum aan dat de bouwstenen voor dit type onderzoek, en de benodigde financiële middelen, nog ontbreken. Samenvattend oordeel van de commissie over het wetenschappelijk onderzoek: voldoende 4.3 Het wetenschappelijk onderzoek binnen het museum draagt bij aan het relevante wetenschappelijke discours Het museum publiceert over onderzoek, en geeft een eigen wetenschappelijk tijdschrift uit. Samenvattend oordeel van de commissie over de bijdrage aan discours: voldoende 18

19 Hoofdstuk 4: wetenschap 4.4 De kwaliteitsborging van de output van het wetenschappelijk onderzoek is in orde Het museum hanteert een basislijst voor publicaties. Deze lijst wordt besproken met de programmeringscommissie. Vervolgens wordt per publicatie een projectvoorstel geschreven, waarin kosten en baten worden berekend (in overleg met de uitgeverij). Vervolgens ligt de besluitvorming bij de directie. Doel is het ontsluiten van deelcollecties en deze actualiseren. De bestandscatalogi worden gezien als de voornaamste uiting van het museum als kenniscentrum. De commissie is van mening dat de wijze waarop het proces is georganiseerd degelijk is. Samenvattend oordeel van de commissie over kwaliteitsborging: voldoende 4.5 Het museum deelt haar kennis met derden, open en doelgroepgericht Voordat het museum publiceert, inventariseert het eerst een mogelijke externe vraag, en ontwikkelt het dan pas producten. Er wordt niet uitgegeven om het uitgeven. Intern worden producten direct gerelateerd aan het museumbezoek. De commissie beoordeelt de verschillende toegangsmogelijkheden tot kennis (fysiek en virtueel) als positief. De commissie onderschrijft het belang eerst na te denken over doelgroepen voordat er wordt gepubliceerd. De wijze waarop de afdeling educatie vertegenwoordigd is in de verschillende overleggen met betrekking tot de nieuwe inrichting, aankopen en publiekscommunicatie wordt door de commissie toegejuicht. Wel wil de commissie waarschuwen voor het risico dat de educatieve medewerkers ondersneeuwen in inhoudelijke discussies. Samenvattend oordeel van de commissie over kennisdeling: voldoende 19

20 Hoofdstuk 5: bedrijf 5 Bedrijf 5.1 Inleiding In de volgende paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen passend bij het beoordelingsgebied bedrijf. 5.2 De organisatie van het museum is effectief toegesneden op de doelstellingen Het museum heeft zich georganiseerd volgens de hoofdtaken, en is onderverdeeld in de Sectoren Collecties, Presentatie en Zakelijk. Daarnaast is een tijdelijke stafafdeling opgenomen in het organogram in verband met de verbouwing, Projectbureau Huisvesting. Men geeft aan dat de eilandencultuur van vroeger is doorbroken. Zo zijn de functies registratie en documentatie na de reorganisatie in 2006 gecentraliseerd in de afdeling Bureau Collecties. Daardoor staat registratie nu meer centraal en kunnen gegevens makkelijker worden uitgewisseld ten behoeve van publiek, publicaties en online ontsluiting. De organisatie vormt meer een eenheid. De structurele overlegvormen dragen daaraan bij. Projectmatig werken wordt overal in de organisatie toegepast. Het museum werkt samen met andere instellingen, soms op het Museumplein soms daarbuiten. Een voorbeeld van lokale samenwerking is de gezamenlijke meldkamer met het Van Goghmuseum (PP10). De commissie vindt het verstandig om samen te werken met andere instellingen. De commissie adviseert ook na te denken over het samenwerken rond andere onderwerpen, zoals P&O, beveiliging en ICT. Het Rijksmuseum kan als grote speler hierin een voortrekkersrol spelen. De commissie vraagt zich af of er ook inhoudelijke afstemming plaats kan vinden, in bijvoorbeeld de stedelijke museale programmering, en adviseert in het directeurenoverleg met andere musea dit aan de orde te stellen. Samenvattend oordeel van de commissie over de organisatie: goed 20

21 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.3 Het personeel van het museum is kwalitatief en kwantitatief in staat om een optimale bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen van het museum Men is bezig zich voor te bereiden op de schaalvergroting die nodig is bij de heropening. Hierover maakt men zich niet direct nerveus, hoewel het soms niet voor alle functies makkelijk is om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. Hierdoor dreigt lang opgebouwde expertise te verdwijnen. Het museum vangt dit deels op door interne opleidingen. Medewerkers werken graag bij het museum, het verloop is laag. Medewerkers geven aan dat de verbouwing, reorganisaties en tijdelijke huisvesting tot onrust hebben geleid. De wens is om verder te gaan met het eigen werk, maar de omstandigheden vormen een beperking in de mogelijkheden. De afgelopen tijd krijgt men het gevoel weer in rustiger vaarwater te komen. De commissie vindt het zorgelijk dat de organisatie wel eens moeite heeft met het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel, en vraagt zich af welke consequenties dit op lange termijn heeft voor het museum. De commissie adviseert om hier aandacht aan te besteden en het personeelsplan te koppelen aan de ambities van het museum na Samenvattend oordeel van de commissie over het personeel: voldoende 5.4 De financiële planning & controlcyclus van het museum levert relevante sturingsinformatie en biedt mogelijkheden tot tijdig bijsturen Het museum heeft op basis van het meerjarenbeleidsplan een meerjarenraming opgesteld voor exploitatie, investeringen en liquiditeit. Deze raming vormt het kader voor de jaarbegrotingen. Vanaf 2010 worden vaste formats gehanteerd voor de verschillende afdelingsbegrotingen. De integrale begroting wordt voorgelegd aan de Financiële Commissie (waarin een lid van de Raad van Toezicht is vertegenwoordigd), en vervolgens voorgelegd aan de volledige Raad van Toezicht. De Planning & Controlcyclus wordt afgesloten door een accountantscontrole. Het museum ziet op dit moment geen acute financiële problemen. Het bedrijf is gezond, onder meer door de langjarige toezeggingen vanuit het Rijk. Wel geeft men aan dat de crisis invloed heeft op het vlak van toerisme, en inkomsten uit sponsoring. De commissie is van mening dat de Planning & Controlcyclus voor zover te overzien op orde is. De commissie waarschuwt in zijn algemeenheid voor de risico s die de (mondiale) crisis met zich meebrengt. De vraag is of alle ambities volledig gerealiseerd kunnen worden als middelen anders worden toebedeeld aan Sectoren, of over de hele linie tegenvallen. De commissie adviseert in de planvorming alvast rekening te houden met eventuele minimale scenario s. Samenvattend oordeel van de commissie over planning & control: goed 21

22 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.5 De opvolging van calamiteiten, zowel in de publieksruimtes als in de depotruimtes is in de organisatie van het museum geborgd Het museum beschikt over noodplannen voor objecten en ontruimingsplannen voor personen voor de diverse locaties. Minimaal eens per jaar vindt een ontruimingsoefening plaats. Na dergelijke oefeningen worden processen geëvalueerd, en waar nodig bijgesteld. De afdeling beveiliging is zich in attitude, kennis en vaardigheden van beveiligers aan het ontwikkelen richting het Nieuwe Rijksmuseum. Na heropening zullen beveiligers meer proactief gaan werken, en tevens de rol van gastheer/-vrouw krijgen. Deze verandering wordt gestuurd door (interne) trainingen. De afdeling beveiliging geeft aan graag sneller betrokken te worden bij het maken van tentoonstellingen, omdat de inrichting consequenties heeft voor de werkpraktijk. De commissie vertrouwt erop dat het museum de opvolging van calamiteiten op juiste wijze heeft georganiseerd en uitvoert. De commissie adviseert om de suggestie van de afdeling beveiliging eerder te betrekken in planvorming serieus te nemen en te implementeren. Samenvattend oordeel van de commissie over opvolging van calamiteiten: goed 5.6 Het museum heeft zijn kwaliteitszorgprocessen op orde In de zelfevaluatie geeft het museum aan dat er niet wordt gewerkt via systematische kwaliteitszorg. Het museum voert geen personeelstevredenheidsonderzoeken uit. De personeelsadviseurs hebben een signalerende rol, onder meer via informele contacten. Het museum hanteert handleidingen voor o.a. de structurele werkoverleggen. Functionerings- en beoordelingsgesprekken volgen vaste procedures, waarbij de dossiers door P&O worden beheerd. Tentoonstellingen worden geëvalueerd door middel van publieksonderzoek. De commissie adviseert om op termijn een kwaliteitszorg systeem in te voeren. Samenvattend oordeel van de commissie over kwaliteitszorg: onvoldoende 5.7 Het sponsorbeleid van het museum is passend bij de doelstellingen en solide Sinds 1 mei 2009 is de fondsenwerving ondergebracht bij stafafdeling Development (was eerder Communicatie en Marketing). Hierdoor is het mogelijk om effectiever fondsenwerving te bedrijven, ook internationaal, gericht op fondsen, bedrijven en particulieren. De directie voert actief beleid op dit onderdeel. Er zijn nog geen concrete doelen voor 2010 en verder. Uiteindelijk zal de bijdrage vanuit fondsen en sponsors circa 10% van de begroting bedragen. De commissie krijgt het gevoel dat er weinig gevoel van urgentie is voor de mogelijkheid dat er minder geld beschikbaar komt vanuit het Rijk of andere partijen, en proeft weinig zorgen binnen het museum. De oprichting van de afdeling Development is positief en een slimme zet, met name door de combinatie van de onderdelen communicatie, marketing en fondsenwerving. De commissie adviseert om in de komende jaren duidelijke en richtinggevende doel te formuleren voor deze afdeling. Daarbij merkt de commissie op dat 10% externe financiering als onderdeel van de begroting niet bijzonder ambitieus lijkt. Samenvattend oordeel van de commissie over sponsorbeleid: voldoende 22

23 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.8 De huisvesting van het museum past bij het niveau van de museale bedrijfsvoering en is van voldoende kwaliteit Het Rijk is (via de Rijksgebouwendienst) eigenaar van de gebouwen. Het museum huurt deze gebouwen. Beide partijen hebben elk eigen afspraken met leveranciers over zaken als onderhoud en beheer. De voor de verbouwing verantwoordelijke driehoek Rijksgebouwendienst Rijksmuseum OCW heeft in eerste instantie geleid tot enige onduidelijkheid in rollen en verantwoordelijkheden. De partijen hebben daar binnen het bouwtraject naar moeten zoeken. Het museum geeft aan dat de communicatie en de contacten met Rijksgebouwendienst en Rijk de afgelopen jaren sterk zijn verbeterd. De commissie observeert ten aanzien van het bouwproces diverse spagaten. Opvallend is de langdurige en nauwelijks aan het publiek uit te leggen sluiting van het museum als gevolg van de verbouwing. Het publiek, maar ook de professionals betrokken bij het bouwproces kunnen ternauwernood begrijpen wat er gebeurt, wie er verantwoordelijk is, waarom het gaat zoals het gaat en waarom het niet anders kan. Op rijksniveau is de relatie tussen opdrachtgever, opdrachtnemer, aansturing van het bouwproces, kosten en bewaking hiervan menigeen niet helder. Laat staan dat duidelijk is wat de doelen van de nieuwbouw zijn en of die ook gehaald worden en welke invloed de directie van het museum hier op heeft of op wil en/of kan hebben. De commissie heeft begrip voor de enorme logistieke uitdaging van alle betrokkenen en begrijpt dat er al veel vast ligt voor de herhuisvesting van de collectie, het ontwerp van lichtsystemen, beveiliging, presentatiemiddelen en conserveringsplannen. Wel wil de commissie wijzen op de mogelijkheden voor de organisatie om in het licht van een veranderende visie deze plannen nogmaals tegen het licht te houden. De commissie observeert deze spagaat als een knellende band die mogelijke risico s met zich meebrengt voor een sprankelende inrichting van het museum. De tweede spagaat lijkt tussen de gemeente Amsterdam en het museum te bestaan. Hoewel de relatie tussen Centrale Stad en stadsdelen op zich duidelijk is als het over bevoegdheden gaat, is het toch moeilijk uit te leggen wat er zich tussen de verschillende bestuurslagen allemaal afspeelt. De commissie heeft vraagtekens bij de coördinerende rol van de gemeente, waar het de gelijktijdige sluiting van zowel het Rijksmuseum als het Stedelijk museum als het Scheepvaartmuseum betreft, en vraagt zich af op welke wijze de stad meer coördinerend vermogen aan de dag kan leggen om het Museumplein als belangrijke economische drager voor de toeristensector meer betekenis kan geven. De urgentie van de huidige economische teruggang in de toeristensector geeft daarvoor voldoende aanleiding. Een betere relatie tussen museum, stad en mogelijk ook deelraad kan daaraan bijdragen. Ondanks de maatregelen die het museum heeft genomen (openstelling Philipsvleugel en bijvoorbeeld de Hard Hat tour) is een stevige coördinatie-actie in de diverse gelederen raadzaam. Als het museum dit zelf niet kan doen, omdat zij teveel partij is, is het wellicht een optie om hier iemand van buiten voor te zoeken. Iemand met gezag en verstand die zowel de Haagse burelen als de stedelijke instanties bij elkaar kan brengen en tot betere, snellere en soepeler procedures kan leiden. In de ogen van de commissie is dit een urgente zaak die ook gecombineerd moet worden met een heldere externe communicatie. De commissie is verheugd te horen dat de communicatie en contacten tussen de partijen sterk verbeterd is. De commissie wenst alle betrokkenen veel wijsheid toe in de laatste stappen naar heropening. 23

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam 1. Algemeen Het scheepvaartmuseum in Amsterdam is het belangrijkste maritieme museum van Nederland. Het is gevestigd in s Lands

Nadere informatie

Reglement museumregistratie

Reglement museumregistratie Reglement museumregistratie Stichting Het Nederlands Museumregister 1. Inleiding 'Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek,

Nadere informatie

VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES. Verantwoorden en leren

VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES. Verantwoorden en leren VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES Verantwoorden en leren In een visitatie leggen woningcorporaties openbaar verantwoording af over hun maatschappelijke prestaties in de afgelopen vier jaar. Visitatie richt

Nadere informatie

Vragenlijst Museumregister

Vragenlijst Museumregister 1. Rechtspositie, bestuur en beleid 1.0 Is uw instelling een museum in de zin van de ICOM museumdefinitie? 1.1 Beschikt het museum over een document waaruit de rechtspositie en het niet op winst-gerichte

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Graag retour naar de secretaris Paul Verkerk vóór 14 juli a.s. via p.verkerk@rudutrecht.nl

Graag retour naar de secretaris Paul Verkerk vóór 14 juli a.s. via p.verkerk@rudutrecht.nl Zelfevaluatie Aan het Dagelijks Bestuur van de RUD Utrecht Van: Saskia Borgers 7 juli 2015 Betreft: zelfevaluatie Dagelijks Bestuur RUD Utrecht Hierbij de vragenlijst zelfevaluatie Dagelijks Bestuur RUD

Nadere informatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties

Nadere informatie

Actieplan visitatie 2014

Actieplan visitatie 2014 Actieplan visitatie 2014 0 Inleiding In 2014 is WEL voor de derde keer gevisiteerd. Deze keer door Cognitum. Hierbij is gekeken naar de opgaven, de ambities en de maatschappelijke prestaties van WEL. Voor

Nadere informatie

HET BEDRIJF POSITIE KANDIDAAT PROFIEL. Functie profiel. Museum Boerhaave. Directeur

HET BEDRIJF POSITIE KANDIDAAT PROFIEL. Functie profiel. Museum Boerhaave. Directeur Functie profiel Museum Boerhaave Directeur Maes & Lunau: Beyond the obvious Wij gaan in alles altijd net even verder; beyond the obvious. Want elke organisatie heeft behoefte aan inspirerend leiderschap

Nadere informatie

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Recensie Stichting de Woonmensen/SJA (woningcorporatie) werkt

Nadere informatie

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek 1. In welk museum werkt u? 61 2. Type museum? Kunst 36,1% 22 Cultuurhistorisch 47,5% 29 Natuurhistorisch 3,3% 2 Bedrijf en techniek 6,6% 4 Wetenschap 3,3% 2 Volkenkundig

Nadere informatie

Monitor Erfgoedinspectie

Monitor Erfgoedinspectie Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Monitor Erfgoedinspectie Staat van de naleving 2011-2012 Bijlage: Integrale vragenlijst met antwoorden, toezichtveld collecties 1 Monitor

Nadere informatie

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018 Hoort bij raadsvoorstel 27-2012 BIJLAGE 2 APPENDIX 1. CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018Brabant

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

- Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs

- Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs Functiebeschrijving directeur SHCL (januari 2011) Functie-informatie Functienaam Directeur-hoogleraar Organisatie Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) Onderdeel Directie Werkterrein Cultuur,

Nadere informatie

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Gedeelde geschiedenis amsterdam.nl/gedeeldegeschiedenis Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Inleiding De keuze voor een Call Vereiste gegevens Planning Procedure toetsing en beoordeling

Nadere informatie

TRAINING AUDIT. Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit.

TRAINING AUDIT. Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit. TRAINING Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit. DAGAGENDA 09.00 09.15 uur: Inloop en koffie 09.15 09.30 uur: Kennismaking

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Museum de Gevangenpoort

Museum de Gevangenpoort apport isitatie Museum de Gevangenpoort Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het eerste visitatierapport over een museum. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW, Ronald Plasterk,

Nadere informatie

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting 1 1. Inleiding In 2014 was het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In 2014-2018 wordt wereldwijd stilgestaan bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg apport isitatie Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg Voorwoord Voorwoord Het Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg zijn belangrijke instituten voor Nederland en de museale

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) is een kunsthistorisch kenniscentrum dat de collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Scan opbrengstgericht besturen. Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen. Waarom deze scan?

KWALITEITSKAART. Scan opbrengstgericht besturen. Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen. Waarom deze scan? KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen Opbrengstgericht werken (OGW) is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van

Nadere informatie

Werken in de culturele sector. 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven

Werken in de culturele sector. 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven Werken in de culturele sector 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven Luc Delrue Opleiding: Communicatiewetenschappen (E)MBA Strategisch Management: Specialiteit: structureren en positioneren van een organisatie

Nadere informatie

FORMULIER FUNCTIEPROFIEL

FORMULIER FUNCTIEPROFIEL FORMULIER FUNCTIEPROFIEL Basisgegevens Datum 9-6-2015 Naam van de functie: HR Manager Plaats in de organisatie Rapporteert aan of werkt onder leiding van: directie Geeft leiding aan: afdeling P&O Doel

Nadere informatie

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen 2015-2018 1. Inleiding Dit position paper heeft ten doel op hoofdlijnen weer te geven op welke wijze het Stedelijk

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

Stichting Vrienden van de Oude Hortus en het Universiteitsmuseum

Stichting Vrienden van de Oude Hortus en het Universiteitsmuseum Stichting Vrienden van de Oude Hortus en het Universiteitsmuseum Beleidsplan 2015-2018 Definitieve versie v 0.3 Vastgesteld door het bestuur op 23-12-2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Historie... 3 3.

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ School : Basisschool De Staaij Plaats : Middelaar BRIN-nummer : 09AI Onderzoeksnummer : 92633 Datum schoolbezoek : 25 juni 2007 Datum vaststelling : 19

Nadere informatie

Functie profiel. Leden Raad van Toezicht DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE

Functie profiel. Leden Raad van Toezicht DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE Functie profiel Leden Raad van Toezicht Maes & Lunau handelt geheel in overeenstemming met de huidige privacywetgeving en haar opdrachtgevers dienen overeenkomstig te handelen. De persoonsgegevens uit

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage

Nadere informatie

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum.

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum. Stand van zaken transitie Noordelijk Scheepvaartmuseum naar historisch museum M. van der Heide De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN 06 51407779 0 6714400 - Geachte heer, mevrouw,

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

Reglement van de Raad van Toezicht

Reglement van de Raad van Toezicht Van de besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 11 lid 4 van de statuten van de stichting tot vaststelling van het onderstaande Reglement van de Raad

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART Plaats : Hernen BRIN-nummer : 15CA Onderzoeksnummer : 119084 Datum schoolbezoek : 1 Rapport vastgesteld te Utrecht op

Nadere informatie

Model procedure tentoonstellen

Model procedure tentoonstellen Model procedure tentoonstellen Proceseigenaar: Hoofd Publiek / Projectleider tentoonstellen Akkoord door: Functie: Datum: 101125 DEF Qmus Model PRO Tentoonstellen.doc Pagina 1 van

Nadere informatie

De kunst van samen vernieuwen

De kunst van samen vernieuwen De kunst van samen vernieuwen Cultuuragenda gemeente Zutphen 2016 Kunst, cultuur en erfgoed geven kleur aan Zutphen. Ze zorgen voor een leefbare en dynamische samenleving, sociale en economische vitaliteit

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE FUNCTIEPROFIEL DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE HOGESCHOOL LEIDEN Inhoudsopgave 1 Hogeschool Leiden 3 De organisatie 3 De structuur 3 De thema s 4 2 4 Plaats in de organisatie 4 Taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e apport isitatie Rijksmuseum Twenthe Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT Beslisdocument Investeringsdossier 2018 BIJLAGE 4 CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018 Culturele

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1 SPC360: specificeren, programmeren en contracteren Andere contractvormen In de utiliteitsbouw worden steeds vaker andere contractvormen toegepast. Het zijn tools die hun oorsprong vinden in de wereld van

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK KOETSVELDSCHOOL SO/VSO-ZMLK. : Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK : 's-gravenhage BRIN-nummer : 02GA Onderzoeksnummer : 92613

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK KOETSVELDSCHOOL SO/VSO-ZMLK. : Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK : 's-gravenhage BRIN-nummer : 02GA Onderzoeksnummer : 92613 RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK KOETSVELDSCHOOL SO/VSO-ZMLK School : Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 02GA Onderzoeksnummer : 92613 Datum schoolbezoek : 13 maart 2007 Datum

Nadere informatie

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie Beleidsplan Stichting Geschiedenis Fysiotherapie 2014-2019 Opgesteld door het Bestuur van de SGF. Geaccordeerd per:2 juni 2014 Beleidsdocument 2014-2019 Stichting Geschiedenis Fysiotherapie Page 1 Inleiding

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017 Directeur bedrijfsvoering Doel Zorgdragen voor de beleidsontwikkeling en, na vaststelling van het te voeren beleid door anderen, voor beleidsimplementatie en -evaluatie van (deel)processen in de bedrijfsvoering

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 5 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 7 3. Samenvattend oordeel 13 Bijlage

Nadere informatie

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT), Gent 1. Gemotiveerd advies van de beoordelingscommissie Collectiebeherende Cultureel-erfgoedorganisaties over indeling bij het Vlaamse niveau en toekenning

Nadere informatie

Kennis van de Overheid. Samenwerken met omgevingsdiensten? Richting goed opdrachtgeverschap. Training

Kennis van de Overheid. Samenwerken met omgevingsdiensten? Richting goed opdrachtgeverschap. Training Kennis van de Overheid Samenwerken met omgevingsdiensten? Training Inleiding Herkent u zich in de worsteling met uw rol als opdrachtgever van de omgevingsdienst? Gemeenten en provincies zijn immers zowel

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Weststellingwerf Plaats : Wolvega Gemeentenummer : 0098 Onderzoeksnummer : 292793 Datum onderzoek : 10

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Rescue Nederland Verzorgende-IG Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 29RH Onderzoeksnummer: 280253+283214 Datum onderzoek: 12 februari

Nadere informatie

Profiel. Manager ICT. 4 augustus Opdrachtgever Diakonessenhuis Utrecht

Profiel. Manager ICT. 4 augustus Opdrachtgever Diakonessenhuis Utrecht Profiel Manager ICT 4 augustus 2016 Opdrachtgever Diakonessenhuis Utrecht Voor meer informatie over de functie Lidewij Geertsma, adviseur Leeuwendaal Telefoon (088) 00 868 00 0629004723 Voor sollicitatie

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Maatschappelijk beleidskader. Purmerend, 27 oktober Aan de gemeenteraad van Purmerend,

Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Maatschappelijk beleidskader. Purmerend, 27 oktober Aan de gemeenteraad van Purmerend, Agendanummer: 11-72 Registratienummer: 636378 Purmerend, 27 oktober 2011 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: In een snel veranderende wereld is de uitdaging dat iedereen mee

Nadere informatie

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Organisatie Slachtofferhulp Nederland helpt slachtoffers van misdrijven, verkeersongelukken, vermissingen en calamiteiten.

Nadere informatie

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5 Kwaliteit en keurmerk Regeling Peer review-light Versie 4, vastgesteld 19 december 2012 Schooljaar 2012-2013 Inleiding De scholen voor voortgezet onderwijs die vertegenwoordigd zijn in de Stuurgroep OSR

Nadere informatie

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties en archieven #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen Vastgesteld nov 2017 WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK Toezichtkader Bibliotheek Velsen 2017-2020 AANLEIDING TOEZICHTKADER Niets duurt voort, behalve verandering Heraclitus Voor je ligt het tussentijdse

Nadere informatie

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Rapportage van resultaten naar aanleiding van de certificeringsaudit gehouden op in Opgesteld door: Stichting Certificering Openbare Bibliotheken

Nadere informatie

Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl

Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl (definieve versie 22 januari 2018) Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl Doel van de functie Ervoor zorgdragen dat zoveel mogelijk ouders en jongeren de betrouwbare opvoedinformatie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Nijmegen Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 12ZD C1 Onderzoeksnummer : 291967 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 2 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie

Gezocht: Krachtige Stafmanager Financiën en Bedrijfsvoering. Voel jij je aangetrokken tot de dynamische ontwikkelingen binnen Primair Onderwijs?

Gezocht: Krachtige Stafmanager Financiën en Bedrijfsvoering. Voel jij je aangetrokken tot de dynamische ontwikkelingen binnen Primair Onderwijs? Gezocht: Krachtige Stafmanager Financiën en Bedrijfsvoering Voel jij je aangetrokken tot de dynamische ontwikkelingen binnen Primair Onderwijs? Ben jij de krachtige, financiële duizendpoot die behalve

Nadere informatie

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E APPORT ISITATIE Geldmuseum Utrecht INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen Werkproces 1.1: Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens De commercieel technicus controleert of de aangeleverde ontwerpgegevens (zoals bijvoorbeeld een programma

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

CONCEPT Functieprofiel (beoogd) raadsgriffier gemeente Westerkwartier

CONCEPT Functieprofiel (beoogd) raadsgriffier gemeente Westerkwartier CONCEPT Functieprofiel (beoogd) raadsgriffier gemeente Westerkwartier De functie van kwartiermaker griffie/beoogd griffier van de raad van de nieuw te vormen gemeente Westerkwartier kent twee opeenvolgende

Nadere informatie

r V a ispiptatori Persmuseum t e

r V a ispiptatori Persmuseum t e apport isitatie Persmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5 Bestuur

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

Beleidsmedewerker Onderwijs

Beleidsmedewerker Onderwijs Horizon College Beleidsmedewerker Onderwijs Sector BMO Alkmaar C70) Afdeling Communicatie en Onderwijs (C&O) Contract: Vervanging wegens zwangerschapsverlof Periode: 1 mei 2015 tot 1 oktober 2015 Omvang:

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Adviseur IV Normfunctienaam Adviseur IV Code Peildatum N03.01.08 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen

Nadere informatie

KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES

KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Deze richtlijnen voor het ondernemingsplan zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1988-1989 20 214 Hoger onderwijs en onderzoek plan Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân, gelet op: artikel 5.1 van het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur; de rol van het

Nadere informatie

New Penguins Talent. De brug tussen de dynamische arbeidsmarkt en talent!

New Penguins Talent. De brug tussen de dynamische arbeidsmarkt en talent! New Penguins Talent De brug tussen de dynamische arbeidsmarkt en talent! Over New Penguins New Penguins realiseert en detacheert op het gebied van marketing, design en development. Dit betekent zowel het

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

Beleidsplan. Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018

Beleidsplan. Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018 Beleidsplan Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018 1 1. Inleiding Pagina 3 2. Doelstellingen 3 3. Collectie 4 4. Tentoonstellingen 4 5. Organisatie 5 6. Samenvatting 6 2 1. INLEIDING Voor u ligt

Nadere informatie

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010: Planning en controlcyclus 2010 Samenvatting In dit voorstel is de planning opgenomen van de planning- en controlproducten 2010: de jaarrekening 2009, de voorjaarsnota 2010, de kadernota 2011, de programmabegroting

Nadere informatie

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE RICHTLIJNEN PROJECTPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Deze richtlijnen voor het projectplan

Nadere informatie

Aan de raad, Beslispunt: Waar gaat dit voorstel over?

Aan de raad, Beslispunt: Waar gaat dit voorstel over? Agendapunt : 5. Voorstelnummer : 05-027 Raadsvergadering : 12 mei 2011 Naam opsteller : Astrid van Mierlo Informatie op te vragen bij : Astrid van Mierlo Portefeuillehouders : Hetty Hafkamp Onderwerp:

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

1. In te stemmen met de meerjarenovereenkomst 2013-2017. 2. Wethouder van de Wiel te mandateren voor ondertekening van de overeenkomst.

1. In te stemmen met de meerjarenovereenkomst 2013-2017. 2. Wethouder van de Wiel te mandateren voor ondertekening van de overeenkomst. Reg. nr.: 1310533 Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling Onderwerp Meerjarenovereenkomst VVV Noordoost-Brabant 2013-2017 Samenvatting De huidige overeenkomst met de VVV (destijds de Regio-VVV genaamd) is verlopen.

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie