R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E"

Transcriptie

1 APPORT ISITATIE Geldmuseum Utrecht

2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen Inleiding Missie Stakeholders Beleidsprioriteiten van het ministerie Bestuur Operationaliseren van beleidsontwikkeling Positionering museum in samenleving Toekomstvisie 9 Hoofdstuk 2: Publiek Inleiding Vaste presentatie Tentoonstellingsprogramma Publieksbegeleiding Evenementen Marketing en PR Toegankelijkheid in nieuwe media 13 Hoofdstuk 3: Collectie Inleiding Collectiebeleid Collectiebeheer Digitale toegankelijkheid collectie Activering en mobiliteit collectie 15 Hoofdstuk 4: Wetenschap Inleiding Kwaliteit en kwantiteit onderzoek Wetenschappelijke omgeving Kwaliteitsborging en output Delen van de kennis met derden 18 Hoofdstuk 5: Bedrijf Inleiding Organisatie Personeel Planning en Control Veiligheid Kwaliteitszorg Sponsoring Huisvesting 22 2

3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 6: Samenvatting en conclusies Inleiding Conclusies algemeen Conclusies publiek Conclusies collectie Conclusies wetenschap Conclusies bedrijf 25 Bijlage I: Visitatie basisdocumenten voor kwaliteitszorg in musea 26 Bijlage II: Programma visitatiebezoek 36 Bijlage III: Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea 37 3

4 VOORWOORD Voorwoord De afgelopen maanden heeft de visitatiecommissie zich gebogen over het wel en wee van het Geldmuseum te Utrecht. Wij hadden daarbij toegang tot vele documenten, beleidsstukken en de door het museum opgestelde zelfevaluatie. Dit document van zelfreflectie is getoetst met een visitatiebezoek en een rondleiding door het museum. Allereerst wil de commissie haar waardering uitspreken voor directie, management en staf. Iedereen die wij hebben gesproken straalt enthousiasme en bevlogenheid uit. Wij hebben een open oor gevonden bij onze gesprekspartners tijdens de uitgebreide interviews. De commissie realiseert zich terdege dat de start van het Geldmuseum een lastige is geweest na een complexe fusie van drie verschillende instellingen. Drie rijkscollecties werden bij elkaar gebracht op één fysieke locatie evenals de medewerkers. Daarbij komt dat al relatief snel de directie wisselde. De commissie heeft de indruk dat er na de komst van de nieuwe directeur, Heleen Buijs, een herstart nodig was. Zij is hard aan het werk gegaan en heeft het vertrouwen gewonnen van de Raad van Toezicht, management en medewerkers. Haar kordate optreden lijkt het museum dan ook positief te veranderen. De organisatie is nu ruim een jaar verder. Naar onze mening is de fusie nog niet volledig afgerond. Een jaar gaat snel en daarom moeten onze gesprekken en deze rapportage ook worden geplaatst in het proces van verandering waar het museum zich in bevindt. Wij noemen enkele onderwerpen in onze rapportage waar het museum zich in onze ogen de komende tijd over moet buigen. Opmerkingen en oordelen van de commissie moeten vooral worden opgevat als waarnemingen en adviezen. De directeur heeft voortvarend gewerkt aan het proces van zelfreflectie, analyse en strategiebepaling. Zij is van mening dat deze visitatie op een gunstig moment komt en wil deze gebruiken als 0-meting. Wij hopen dat dit visitatierapport een constructieve bijdrage kan leveren aan het bouwen aan de toekomst van het Geldmuseum. De commissie dankt Raad van Toezicht, directie, management en alle medewerkers voor de hartelijke ontvangst en wij wensen iedereen veel succes voor de komende periode. Namens de commissie, Wim Deetman (voorzitter) 4

5 INLEIDING Inleiding Dit rapport beschrijft de bevindingen van de visitatiecommissie van het Geldmuseum die de volgende vragen als leidraad heeft meegekregen: Geeft de zelfevaluatie van dit museum een getrouw beeld van de werkelijkheid in dit museum? Zo nee, op welke punten signaleert u afwijkingen en in welke zin? Geef op grond van uw bevindingen adviezen aan het museum. Om deze vragen te beantwoorden is in opdracht van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een visitatiecommissie (hierna te noemen commissie) samengesteld die bestond uit de volgende leden: - Wim Deetman, oud burgemeester Den Haag, lid Raad van State, - Johan van Heesch, hoofddocent KU Leuven en conservator Penningkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België, - Harry Helwegen, directeur Diligence Services BV, specialist fusies en overnames, - Claudia Zuiderwijk-Jacobs, voorzitter Raad van Bestuur Tergooiziekenhuizen. Als toegevoegd secretaris van de commissie en tevens opsteller van het rapport fungeerde Marc Pil. De commissie heeft haar eigen werkwijze bepaald en de volgende instrumenten gekozen: Ten eerste heeft zij kennis genomen van de inhoud van de zelfevaluatie en bijlagen van februari 2010 van het museum die zijn opgesteld volgens de richtlijnen, zoals beschreven in bijlage 1. Om de inhoud van het rapport te staven aan de werkelijkheid heeft ten tweede een visitatiebezoek plaatsgevonden op 26 maart Over het thema wetenschap heeft de commissie om een aanvulling op de zelfevaluatie verzocht en ontvangen. Tijdens deze dag heeft de commissie gesproken met betrokkenen binnen en uit de omgeving van de te visiteren instelling (bijlage 2). Tevens heeft zij kennis genomen van een selectie van de publicaties van het museum en heeft zij de sfeer van een museum in bedrijf kunnen proeven. Aan het einde van de dag heeft de commissie haar voorlopige bevindingen meegedeeld aan de directie en het managementteam van het museum. De definitieve bevindingen van de commissie zijn tenslotte neergelegd in het voorliggende rapport. De beoordeling heeft plaatsgevonden conform de richtlijnen Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea (bijlage 3). Dit beoordelingskader heeft hierbij gediend als richtinggevend en zeker niet als dwingend keurslijf. In dit kader is het visitatieproces gespecificeerd rondom vijf beoordelingsgebieden, te weten: algemeen, publiek, collectie, wetenschap en bedrijf. Elk beoordelingsgebied is opgesplitst in een aantal relevante deelvragen die in de hoofdstukken 1 tot en met 5 van dit rapport aan bod zullen komen. Tevens vindt u per deelvraag, al dan niet nader uitgewerkt en toegelicht, de bevindingen en het oordeel van de commissie. In hoofdstuk 6 is een samenvattend oordeel van de commissie opgenomen. 5

6 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN 1 Algemeen 1.1 Inleiding In 1994 neemt de Tweede Kamer een motie aan die het samengaan van Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet, Het Nederlands Muntmuseum en de numismatische sectie van De Nederlandsche Bank beoogt. De staatssecretaris van Financiën neemt de motie over. In 2004 fuseren de drie organisaties in de Stichting Het Geld- en Bankmuseum. Zo komen de collecties van de Nederlandsche Bank, het ministerie van OCW en het Ministerie van Financiën bij elkaar. In totaal bestaat de collectie na de fusie uit ca objecten. Er wordt gekozen voor huisvesting in het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Munt in Utrecht. In mei 2007 opent het Geldmuseum de deuren voor publiek. De financiële middelen die beschikbaar waren voor de complexe fusie blijken onvoldoende. Ook de bezoekcijfers vallen in de eerste periode tegen. In 2008 ziet het museum zich dan ook genoodzaakt om het aantal personeelsleden te verminderen. Begin 2009 treedt de nieuwe directeur aan, en worden missie en visie opnieuw geformuleerd. In 2009 worden 5 nieuwe tentoonstellingen georganiseerd en ontvangt het museum bezoekers. De commissie wil vooraf opmerken dat het museum bestuurlijk een lastige start heeft gehad en door zwaar weer is gegaan. De komst van de nieuwe directeur en haar vastberaden optreden lijken het museum positief te veranderen. Echter, de wind is na een jaar nog niet helemaal gaan liggen. Een jaar is kort en het museum heeft meer tijd nodig om de fusie helemaal uit te laten werken. Zelfs met de goede en capabele mensen die het Geldmuseum in huis heeft. Wij hopen dat onze opmerkingen en adviezen bijdragen aan de stappen die het museum zet richting een stevige toekomst. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 1.2 Het museum heeft een relevante missie en past die bij de beleidsontwikkeling consequent toe. Met de komst van de nieuwe directeur is de missie van het Geldmuseum herzien. Deze luidt als volgt: Het Geldmuseum handelt vanuit de optiek Wat doen mensen met geld? En wat doet geld met mensen?. Het is een laagdrempelige instelling voor een breed publiek, die op een boeiende, inhoudelijk interessante en speelse wijze: - inzicht geeft in de eigen collectie in de volle breedte - vanuit een multidisciplinair perspectief inzicht geeft in de geldcultuur van mensen uit heden en verleden - zich richt op financiële educatie met het doel het publiek geldwijs te maken - een platform is voor kennisuitwisseling over geld/geldcultuur/geldgedrag Het museum schrijft in de zelfevaluatie dat de herziene missie alleen doorwerkt in plannen die na mei 2009 zijn geschreven. De directeur geeft aan dat de focus ligt op het meer zichtbaar maken van de collectie en op de programma s voor financiële educatie. Ook wil het museum zich verder ontwikkelen tot een financieel expertisecentrum. 6

7 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN De commissie constateert naast een grote ambitie binnen de organisatie tevens een gebrek aan eenduidigheid in opvattingen over en interpretatie van de missie. De beleidsdocumenten houden wel verband met elkaar. Echter, door het gebrek aan eenduidigheid geeft het beleid nog te weinig integrale en samenhangende sturing aan de organisatie als geheel. De commissie is van mening dat dit doorwerkt in het maken van keuzes over (nieuwe) activiteiten. Ook de medewerkers hebben behoefte aan duidelijkheid. Ter illustratie, er zijn nogal wat uiteenlopende opvattingen over wat een financieel expertisecentrum nu precies is. Kortom, de organisatie kan veel winnen door een sterkere focus. Gebruikte termen en definities moeten voor alle betrokkenen glashelder zijn en consequent worden toegepast. De financiële situatie van het museum is op dit moment zorgwekkend. Om de grote ambities waar te kunnen maken adviseert de commissie om voor de komende 5 tot 10 jaar een strakke prioritering te maken. Maak scherpe keuzes tussen wat wel en wat niet gedaan dient te worden om de gewenste identiteit te creëren en het museum stevig te positioneren. Samenvattend oordeel over de huidige missie: voldoende met aandachtspunten 1.3 Het museum kent zijn stakeholders en betrekt hen op relevante momenten bij de beleidsontwikkeling en evaluatie Bij de (her)formulering van de missie zijn de ideeën van Raad van Toezicht en directie gebruikt. Ook medewerkers en vrijwilligers zijn hierbij betrokken. Iedereen heeft na vaststelling de definitieve versie toegestuurd gekregen. De nieuwe missie is besproken in de vergadering van de Stichting Vrienden en in de gebruikersraad, bestaande uit deskundigen in de numismatiek. De commissie onderscheidt twee typen stakeholders. Allereerst diegenen die de diensten van het museum afnemen. Deze diensten bestaan uit tentoonstellingen, onderzoek en educatie. Voorts is er een tweede groep van stakeholders die te maken hebben met de financiële en maatschappelijke positie van het museum, waaronder het Ministerie van OCW, het Ministerie van Financiën, de gemeente Utrecht en de De Koninklijke munt (verhuurder). De afnemers van diensten: De afnemers van de diensten van het Geldmuseum (onderwijsinstellingen, publiek, specifieke doelgroepen) worden niet systematisch geanalyseerd op hun behoeften of gedrag. De commissie is van mening dat het hierdoor lastig is voor het museum om beleid en activiteiten te formuleren die passen bij de behoefte van deze afnemers. Dit kan worden opgelost door de omgeving meer structureel en meer expliciet te betrekken bij de beleidsontwikkeling. Het museum werkt op dit moment aan het opzetten van onderzoek naar de omgeving en het publiek. Hieraan mag volgens de commissie een hogere prioriteit worden gegeven. Gezien de grote wissel die het museum trekt op educatie acht de commissie het zinvol structurele contacten met het onderwijs te onderhouden. Er zijn al veel contacten met scholen en dat leidt volgens het museum ook tot schoolbezoek. Echter, dit levert nog geen extra inkomsten op. De commissie adviseert om de contacten met het onderwijs al eerder in het proces in te zetten, bijvoorbeeld door mee te denken bij de ontwikkeling van curricula op scholen. Kennelijk is het (principiële) standpunt van het museum dat alle onderwijs recht heeft op gratis toegang. De commissie adviseert dit standpunt te heroverwegen gezien de huidige financiële positie. Daarbij zal het museum goed in de gaten moeten houden welke (mogelijke) veranderingen er komen in het landelijk beleid met betrekking tot gratis toegang voor kinderen. 7

8 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Overige maatschappelijke en financiële stakeholders: De commissie wil de nadruk leggen op het betrekken van de Founding Fathers, te weten het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Nederlandsche Bank en De Koninklijke Nederlandse Munt. Deze partijen bepalen een groot deel van de inkomsten van het museum. Het museum heeft signalen ontvangen dat de bijdrage van bijvoorbeeld het Ministerie van Financiën verlaagd zal worden. Ook De Koninklijke Munt heeft als verhuurder, buurman en medegebruiker van het gebouw invloed op de financiële positie van het Geldmuseum. Niet in de laatste plaats door het relatief ongunstige huurcontract, de lange looptijd, het ontbreken van tussentijdse opzegbaarheid en de hoge huur. Een en ander leidt tot aanzienlijke financiële risico s voor het museum. De afspraken die gemaakt zijn bij de fusie door de Founding Fathers en de gemeente Utrecht lijken in de ogen van de commissie niet volledig te zijn nagekomen. De commissie raadt aan dit opnieuw aan de orde te stellen en hier boven alles voorrang aan te verlenen gezien de kwetsbare situatie van het museum. De medewerking van deze partijen is in de ogen van de commissie noodzakelijk. Deze exercitie moet gelijk opgaan met een plan van aanpak voor het genereren van zoveel mogelijk inkomsten. Samenvattend oordeel over het betrekken van de stakeholders: onvoldoende (betreft tevens de houding van de stakeholders zelf) 1.4 Het museum kent de beleidsprioriteiten van de bewindspersoon voor cultuur en geeft hier invulling aan. Het Geldmuseum heeft prestatie afspraken gemaakt met OCW over bezoekersaantallen. Er zijn geen afspraken over de toegangsprijs in relatie tot bezoekersaantallen. De commissie constateert dat het museum zichzelf beschouwt als rijksmuseum met de verantwoordelijkheden en taken die bij die status horen. De commissie spreekt geen oordeel uit over de gemaakte afspraken met het Rijk. Samenvattend oordeel over de invulling van de beleidsprioriteiten rijksoverheid: voldoende 8

9 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN 1.5 De Raad van Toezicht (het bestuur) krijgt tijdig de relevante informatie en benut deze effectief voor de uitoefening van haar rol. De Raad van Toezicht vergadert minimaal vier maal per jaar. De Raad ontvangt elk kwartaal een rapportage over de financiële stand van zaken en de bezoekcijfers. Er bestond verschil van inzicht tussen de Raad van Toezicht en de vorige directeur over de koers van het museum. Met de komst van de nieuwe directeur lijken de neuzen weer dezelfde kant op te staan. De kern is dat de verzameling weer meer fysiek getoond wordt voor het publiek, in plaats van virtueel. De toezichthouder is enthousiast over de nieuwe directeur en de herziene koers. De Raad van Toezicht vindt dat bezoekersaantallen het belangrijkste sturingsmiddel zijn. De inkomsten uit bezoek zijn nodig om financieel rond te komen. Daarnaast wordt de catering als belangrijke bron van inkomsten gezien. Hierin constateert de toezichthouder door de crisis wel een terugloop. Samenvattend oordeel over het bestuur: voldoende 1.6 Het museum slaagt er in de beleidsontwikkelingen te vertalen naar concrete plannen en activiteiten. Het museum heeft recent de missie opnieuw vastgesteld. Hierdoor is het voor de commissie niet mogelijk op dit moment een afgewogen oordeel te geven over de vertaling van deze beleidsontwikkeling in concrete plannen. De daadwerkelijke uitvoering zal in een volgende visitatie getoetst dienen te worden. Wel verwijst de commissie naar het eerder geplaatste algemene commentaar dat de consequente toepassing van de missie in de diverse plannen sterker kan en moet. Samenvattend oordeel over de vertaling van beleidsontwikkeling: geen oordeel 1.7 Het museum is overtuigend in het bepalen van zijn positie in de samenleving Het museum werkt hard aan de eigen positionering. Gelet op de ideeën en de enthousiaste inbreng van de staf krijgt de commissie de indruk dat de gewenste positionering overtuigend kan worden neergezet. Dit laat onverlet de adviezen die de commissie geeft met betrekking tot onder meer het onderzoek doen naar doelgroepen en het betrekken van de Founding Fathers (zie 1.3). Samenvattend oordeel over positiebepaling in de samenleving: voldoende 1.8 De toekomstvisie van het museum is actueel en relevant Zoals eerder opgemerkt zijn veel van de plannen van het Geldmuseum relatief jong. De wijze waarop de nieuwe directeur aan de slag is gegaan is voortvarend. De commissie vertrouwt er op dat er een actuele en relevantie visie voor de toekomst wordt geformuleerd. Daarbij adviseert de commissie wel om sterk te focussen en waar mogelijk scherpe keuzes te maken (zie 1.2). Samenvattend oordeel over de actualiteit en relevantie van de visie: voldoende 9

10 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2 Publiek 2.1 Inleiding Sinds de start van het museum zijn de bezoekersaantallen van het museum gestegen. Van ruim in 2007 naar ruim in Het museum organiseert circa twintig zakelijke ontvangsten per maand. In 2009 werden er 5 exposities georganiseerd. In december van dat jaar opende de collectiegerichte tentoonstelling Eyecatchers. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 2.2 De vaste presentatie biedt een relevant beeld van het verzamelgebied van het museum De vaste opstelling van het museum bestaat uit een interactieve multimediale opstelling. Door middel van het toegangsbewijs (een creditcard) kan de bezoeker handelen op de beurs of deelnemen aan kansspelen. De nieuwe koers van het museum bestaat uit het meer zichtbaar maken van de eigen collectie. De tentoonstelling Eyecatchers geeft een overzicht van de 100 topstukken uit de collectie. De commissie vindt deze opzet zeer geslaagd. De vaste multimediale opstelling heeft een sterk educatief karakter, en is vooral interessant voor jonge bezoekers. Gelet op de slogan van het museum ( wat doet geld met mensen? en wat doen mensen met geld? ) is deze opstelling passend bij het museum. De commissie merkt een schisma op tussen de op de collectie gerichte presentatie en de educatieve presentaties. Deze zijn in uitvoering, verhaal en uitstraling nogal verschillend van elkaar. In de huidige opstelling is de samenhang tussen beide benaderingen de commissie in veel gevallen niet duidelijk. De commissie vermoedt dat wanneer het hele museum zou worden ingericht volgens de uitgangspunten van Eyecatchers de zeggingskracht van het museum sterk verbetert. Daarbij zou men wel eerst helder moeten maken voor wie de tentoonstelling wordt gemaakt. Samenvattend oordeel over de vaste presentatie: voldoende 2.3 De programmering en uitvoering van tijdelijke tentoonstellingen zijn van goede kwaliteit Zoals reeds opgemerkt is de presentatie Eyecatchers een succes. De nieuwe stijl van reclame en promotie sluit naadloos aan bij de uitstraling van de expositie en kan zich meten met die van grote musea in het buitenland. Het verschil met de oude stijl is significant. Naast Eyecatchers heeft het museum onder meer de tijdelijke expositie 50 nationaliteiten en hun geld. Dit is een project in samenwerking met bewoners uit de wijk Lombok waar het museum is gevestigd. Ook dit betreft een overwegend educatieve opstelling, passend bij de uitgangspunten van het museum. Samenvattend oordeel over de kwaliteit van programmering en implementatie van tijdelijke tentoonstellingen: goed 10

11 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2.4 De didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding is toegesneden op de verschillende beoogde doelgroepen Het museum organiseert trainingsdagen voor de publieksbegeleiders. Verder wordt de kwaliteit van de rondleidingen getoetst door de educator en de (vrijwillige) coördinator. Via dagverslagen, evaluatieformulieren en -gesprekken worden verbeterpunten gesignaleerd. Het museum geeft aan dat er nog een kwaliteitsslag gemaakt kan worden voor wat betreft de inhoud van de publieksbegeleiding. Daarom gaat het museum werken met nieuwe betaalde publieksbegeleiders. De commissie vindt het opvallend dat er slechts één educator in dienst is, terwijl er een zware wissel wordt getrokken op het speerpunt educatie. Deze functie is sinds 1 maart 2010 een fulltime functie geworden. De educator richt zich o.a. op het opbouwen van een netwerk van scholen en docenten. De samenwerking met het onderwijs, ook bij de ontwikkeling van curricula, kan meer structureel naar het oordeel van het museum worden gekeken. Daarbij zij opgemerkt dat het educatieve plan nog geen jaar oud is. Er worden gesprekken gevoerd met partijen uit het onderwijsveld over de programmering van het museum in relatie tot de plannen van de scholen. Er is een programmaraad opgericht met vertegenwoordigers uit het onderwijs, en een jongerenraad om jongeren meer te betrekken bij het maken van nieuwe tentoonstellingen. De commissie onderschrijft het belang van het vooraf betrekken van diverse doelgroepen bij de ontwikkeling van activiteiten. Wat betreft de ontvangstmogelijkheden van groepen uit het onderwijs loopt het museum op dit moment op het randje van de capaciteit. Dat komt mede voort uit de ruimtelijke beperkingen die het gebouw en de horecagelegenheid kennen. Daarnaast staat de ontvangst van groepen in het museum op gespannen voet met de exploitatie van het Auditorium. Desalniettemin wordt aangegeven dat er op basis van wensen uit het basisonderwijs ook voor deze doelgroep aanbod wordt ontwikkeld. Samenvattend oordeel over de didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding: voldoende 2.5 Evenementen passen binnen het profiel van het museum en versterken de maatschappelijke positie van het museum Het museum wil bij elke tentoonstelling een randprogramma maken voor verschillende doelgroepen. Zo zijn er extra activiteiten georganiseerd rond de tentoonstelling over verschillende culturen. Het museum heeft bijvoorbeeld een vitrine ingericht bij een bank in de wijk Lombok. Deze vorm van randprogrammering gebeurt nog niet structureel. Wel kent het museum enkele vaste evenementen als de Dag van de Munt, Museumweekend, Geldcultureelcafé en een jaarlijkse dag voor de Stichting Vrienden. Het museum maakt geen schriftelijke evaluaties van de evenementen. Het belangrijkste doel van de randprogrammering is het genereren van extra naamsbekendheid voor het museum. De commissie wil hier nogmaals wijzen op de filosofie van gratis voor jongeren. Zo wordt bijvoorbeeld een educatieve speurtocht gratis aangeboden aan bezoekers. De commissie is van mening dat het doorrekenen van manuren en materiaalkosten waardevol inzicht kan bieden in de werkelijke kosten. Op basis van cijfermatige gegevens kan het museum besluiten of het haalbaar is om extra activiteiten gratis aan te blijven bieden. Samenvattend oordeel over evenementen: voldoende 11

12 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2.6 Het museum benut op een effectieve manier marketing- en PR-instrumenten Het museum beschikt (nog) niet over een beschrijving van het eigen publiek. Wel worden bezoekersaantallen geregistreerd en via de Museummonitor doet men onderzoek naar de tevredenheid van bezoekers. Het museum wil in de toekomst meer onderzoek doen naar het publiek. De commissie heeft begrip voor het feit dat de doelgroep nog niet precies is beschreven. Immers, het museum is pas sinds mei 2007 open voor publiek. En de commissie begrijpt dat de focus van de organisatie in eerste instantie meer intern dan extern gericht was. Nu is toch wel de tijd aangebroken om de focus meer extern te laten worden. De commissie doet dan ook de aanbeveling via onderzoek beter inzicht te verkrijgen in de samenstelling en wensen van de doelgroep. De commissie vermoedt een probleem met naamsbekendheid en imago. De oorzaken daarvoor zijn waarschijnlijk complex. De commissie wil er twee noemen. Allereerst valt het op dat de term geldmuseum niet door alle betrokkenen wordt gedragen. Ook lijkt een focus te ontbreken op specifieke doelgroepen. Dit kan leiden tot een onduidelijke uitstraling en boodschap in de externe communicatie. Het lijkt nu alsof activiteiten en middelen breed worden ingezet, zonder één-op-één verbinding tussen marketing/pr en de numismaten/conservatoren. De afstemming tussen de wensen van het publiek, het onderzoek en de conservatoren zou sterker kunnen. Bij het verder verduidelijken en uitwerken van de identiteit en missie verdient dit onderwerp aandacht. De commissie is van mening dat er meer aandacht en onderzoek nodig is naar behoeften in de omgeving om werkelijk vraaggericht te kunnen werken. Bij de keuzes van doelgroepen adviseert de commissie de potentiële bijdrage van een doelgroep aan de totale inkomsten mee te wegen. Het lijkt erop dat dergelijke overwegingen op dit moment niet passen bij de organisatiecultuur. Goed onderzoek naar de effecten van gratis toegang voor het onderwijs, toekomstige ontwikkelingen van landelijk beleid op dit onderwerp en een analyse van prijsstelling door culturele instellingen in de regio kan helpen om gefundeerde zakelijke beslissingen te nemen. De commissie is van mening dat het halen van bezoekersaantallen een belangrijke doelstelling is. Echter, zij vindt ook dat dit gelijk op dient te gaan met het borgen van financiële continuïteit. Het is volgens de commissie verstandig om concrete en meetbare doelstellingen te formuleren rond tentoonstellingen en activiteiten en deze schriftelijk te evalueren. De commissie vindt dat de verantwoordelijke medewerkers zich in positieve zin onderscheiden door elan en frisse aanpak. Een en ander heeft geresulteerd in een goede en complete marketing benadering. Samenvattend oordeel over de marketing en PR: goed 12

13 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2.7 Het museum is ten behoeve van diverse doelgroepen op een relevante en toegankelijke manier aanwezig in nieuwe media Het museum beschikt over een eigen website en verstuurt regelmatig e-nieuwsbrieven aan bezoekers. Het museum heeft de wens om in 2011 de hele collectie digitaal te ontsluiten. Ook wil het museum dat enkele spellen uit de vaste presentatie gespeeld kunnen worden via de website. In het marketingplan worden tevens ideeën geformuleerd over het gebruik van sociale media. Om relevant online bezoek te stimuleren wil het museum beter vindbaar zijn op het net (via zoekmachine optimalisatie en link building) en consequent dynamische content aanbieden. Op dit moment kan men via de website kennis nemen van de bibliotheek, de collectie Koninkrijksmunten en de vondstendatabase NUMIS. Samenvattend oordeel over de toegankelijkheid in nieuwe media: voldoende 13

14 HOOFDSTUK 3: COLLECTIE 3 Collectie 3.1 Inleiding De collectie van het Geldmuseum bestaat uit circa objecten. Hieronder bevinden zich antieke munten, Nederlandse en buitenlandse munten, papiergeld en penningen, gesneden stenen en numismatische voorwerpen. Na de fusie zijn de verschillende collecties in één depot samengebracht. In de onderstaande paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen passend bij het beoordelingsgebied collectie. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 3.2 Het collectiebeleid van het museum is passend bij de doelstelling en wordt consequent toegepast bij beslissingen tot aankoop of afstoot Het museum heeft een collectieplan uit 2004, daterend uit de periode voor de fysieke samenvoeging van de verzamelingen. Een herziening van dit plan wordt verwacht in Het grootste knelpunt dat het museum signaleert is het niet toereikende aankoopbudget. Hierdoor gaat de referentiewaarde van de collectie achteruit. Dit wordt onderschreven door de Erfgoedinspectie in haar rapport uit Uit de gesprekken blijkt dat het aankoopbudget van de fuserende instellingen circa euro bedroeg terwijl er in 2009 circa euro is uitgegeven aan aankopen. De commissie meent dat het collectiebeleid nog te weinig is afgestemd op de missie. Zo vraagt zij zich af waarom de collectie penningen, die eerder tot het domein van de kunstgeschiedenis behoort, niet in de missie van het museum aan bod komt. De commissie wil geen uitspraak doen over de passendheid van een of meerdere collectieonderdelen. Wel ziet zij hierin een illustratie van de noodzaak om heldere keuzes te maken. Een sterkere focus in de missie, visie en doelstellingen van het museum leiden tot een adequater collectiebeleid. De inhoudelijk betrokkenen bevestigen dat helderheid, focus en consequente uitwerking nog ontbreken. De commissie is stellig van mening dat aankopen noodzakelijk zijn voor het op peil houden van de kwaliteit van de collectie. Zij doet de suggestie om te kijken naar de mogelijkheden om delen van de collectie af te stoten ten bate van het aankoopbudget. Daarbij is een criterium voorstelbaar waarbij kwaliteit van unica prevaleert boven volledigheid binnen de collectie. De vraag wat het museum wil met de collectie, bijvoorbeeld in relatie tot Eyecatchers, zal het museum onder ogen moeten zien. Het Rijk is (overwegend) eigenaar, en de commissie stelt dan ook voor dat het museum het gesprek aangaat over afstoting van bijvoorbeeld doublures in de verzameling. Samenvattend oordeel over het collectiebeleid: onvoldoende 14

15 HOOFDSTUK 3: COLLECTIE 3.3 Het museum heeft zijn collectiebeheer op orde, zowel qua registratie en documentatie als qua restauratie en conservering Het oordeel over het collectiebeheer is voldoende, maar de commissie heeft nog wel een aantal kanttekeningen. Het museum beschikt niet over een klimaatplan. Bij de verbouwing is een pakket van eisen opgesteld voor het depot. Het museum beschikt over een klimaatbeheersingsinstallatie en er worden losse metingen gedaan. Het klimaat voldoet nu 2,5 jaar na inrichting van het depot niet aan de gestelde eisen. Dit moet volgens het museum opgelost worden in overleg met de verhuurder (Koninklijke Munt). Op verzoek van de Erfgoedinspectie vindt er structureel overleg plaats met de directeur van de Koninklijke Munt, onder meer over de klimaatbeheersing. Andere maatregelen ten behoeve van conservering als speciale kasten en een speciaal door het museum ontwikkeld muntopbergsysteem zijn van goede kwaliteit. Dit speciale systeem heeft inmiddels ook internationaal navolging gekregen. Uit de gesprekken blijkt dat er te weinig mankracht is voor te veel werk. De samenvoeging van de collecties heeft geleid tot achterstallig onderhoud. Zo moesten verschillende registratiesystemen worden omgezet naar een nieuwe database. Dit ingrijpende conversieproces loopt nog. Binnen de beperkte mogelijkheden en de ontstane achterstanden heeft het museum wel een hoge digitale registratiegraad weten te bereiken. Voor restauratie maakt het museum gebruik van een extern restauratieatelier. Samenvattend oordeel over de het collectiebeheer: voldoende 3.4 De collectie is digitaal in voldoende mate toegankelijk voor vakgenoten en publiek De bibliotheekcollectie is geheel digitaal ontsloten. Ook de digitale vondstendatabase NUMIS en de collectie Koninkrijksmunten zijn via de website beschikbaar. Voor het overige zijn beleidslijnen uitgezet in het Informatieplan. De collectie is voor 95% digitaal ontsloten. De digitale registratie is toegankelijk voor medewerkers van de afdeling Collecties & Onderzoek en voor het publiek via een terminal in de bibliotheek. De wens is om in 2011 de collectie geheel te ontsluiten via de website. De commissie constateert dat het aantal raadplegingen van bibliotheek en collectie laag is. Juist omdat fysieke raadplegingen tijdrovend zijn, adviseert de commissie om prioriteit te verlenen aan het digitaal ontsluiten (met beeldmateriaal) via de website. Daarnaast kan de commissie zich voorstellen dat hier inverdienmogelijkheden zijn, en ze adviseert het museum dan ook zich hierover te beraden. Samenvattend oordeel over de digitale toegankelijkheid: voldoende 3.5 Het museum slaagt er in om de toegankelijkheid van de collectie te vergroten door activering en mobiliteit daarvan Het museum leent genereus voorwerpen uit aan andere instellingen. Daarbij hanteert het museum strikte voorwaarden over klimaat en veiligheid. Het museum treedt ook op als bruikleennemer, hoewel de klimaatomstandigheden dat niet altijd toelaten. Samenvattend oordeel over de activering van de collectie: voldoende 15

16 HOOFDSTUK 4: WETENSCHAP 4 Wetenschap 4.1 Inleiding Er werken 6 conservatoren in het Geldmuseum. Zij zijn verantwoordelijk voor specifieke deelgebieden en verrichten wetenschappelijk onderzoek op basis van de collectie. Sinds 2009 is er een senior onderzoeker aangesteld om de numismatische wetenschap breder in te bedden in de academische wereld. Tevens is er een bibliothecaris werkzaam in het museum. Er wordt in het museum ook vrij wetenschappelijk onderzoek gedaan, onder andere naar spaargedrag, geldgeschiedenis en muntcirculatie op basis van muntvondsten. Daarnaast worden betaalde diensten verricht voor de Koninklijke Munt en de Waarborg Goud- en Zilvermerken. Circa 5% van het onderzoek is extern gefinancierd. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 4.2 De kwaliteit en de kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek zijn passend binnen de doelstellingen van het museum Het museum constateert een afnemende belangstelling voor numismatiek, zowel intern als extern. Er is gekozen om zich meer te richten op economische educatie. De wetenschappers hebben geen expertise op dit gebied. Er is een plan voor wetenschappelijk onderzoek in de maak dat in 2010 gereed zal zijn. De commissie is verbaasd over het feit dat het merendeel van de wetenschappelijke kennis in huis is gericht op de munten en penningen en dat er slechts één conservator is gericht op het onderwerp dat het museum direct aangaat, namelijk geldcultuur en -gedrag. De commissie is van mening dat deze expertise niet perse intern aanwezig hoeft te zijn, maar dan wel extern en op structurele basis georganiseerd zou moeten worden. Dat betekent naar de smaak van de commissie dat er op dit moment slechts minimaal sprake kan zijn van een financieel expertisecentrum. De commissie is van mening dat het Penningenkabinet voor de fusie een internationale naam had, met een belangrijke wetenschappelijke functie en dito prestaties. Helaas komen deze kwaliteiten in de zelfevaluatie niet aan bod. Verduidelijking en focus voor de toekomst is noodzakelijk om deze naam te behouden. De commissie wijst er op dat het Geldmuseum qua aantal onderzoekers een unieke positie bekleedt in het Europese numismatische landschap. Ze benadrukt in die context het belang van een plan voor het wetenschappelijk onderzoek, met expliciete nadruk op de rol van de wetenschappelijke functie binnen de totale organisatie. Uit de gesprekken blijkt namelijk dat er op dit moment weinig duidelijkheid is over de koers en interne positie van het onderzoek. De onderzoekspotentie van dit museum is groot met deze unieke collectie, het grote aantal onderzoekers, het archief, de kennis en bibliotheek. Helaas is op dit moment de meerwaarde van de fusie nog niet duidelijk geworden. Samenvattend oordeel over het wetenschappelijk onderzoek: voldoende 16

17 HOOFDSTUK 4: WETENSCHAP 4.3 Het wetenschappelijk onderzoek in het museum draagt bij aan het relevante wetenschappelijke discours In de jaren 80 is het specialisme numismatiek opgeheven op de Nederlandse universiteiten. Het Geldmuseum wil hét opleidingsinstituut in Nederland zijn. Doordat de helft van de huidige conservatoren 55+ is, wordt het voortbestaan van numismatische kennis in Nederland en voor het museum bedreigd. De senior onderzoeker heeft als opdracht de numismatiek voor andere onderzoeksdisciplines toegankelijk te maken. Het museum maakt zich sterk om de numismatische wetenschap en de bijbehorende kennis voor de toekomst te behouden. Samenvattend oordeel over de bijdrage aan het wetenschappelijk discours: voldoende 4.4 De kwaliteitsborging van de output van het wetenschappelijk onderzoek is op orde Het museum werkt met beleidsplannen en jaarprogramma s. Hierin zijn doelstellingen verwoord, waarop jaarlijks gecheckt wordt. Het museum stuurt vooral op kwaliteit en niet op kwantiteit van de wetenschappelijke output. Er worden jaarlijks resultaatafspraken gemaakt met de conservatoren. Sinds 2005 beschikt het museum over een wetenschappelijke commissie die gevraagd en ongevraagd advies geeft. De commissie constateert dat de wetenschappelijke output in de praktijk niet altijd volgens internationaal gehanteerde normen wordt geëvalueerd. Ook lijkt de internationale ambitie nog beperkt. De huidige tijdsbesteding van onderzoekers (10% vrij onderzoek, 10% extern onderzoek, 20% onderzoek aan collectie, 50% onderzoek voor museale en publiekstaken en 10% overige) wordt in het licht van de herziening van de wetenschappelijke functie opnieuw bekeken. In dit proces van verandering lijkt het dat er minder tijd kan worden besteed aan puur wetenschappelijk werk. Hierdoor komt er meer tijd vrij voor publiekstaken. De betrokkenen vinden dit over het algemeen een goede ontwikkeling. Daarbij wordt wel de opmerking gemaakt dat het tentoonstellingsprogramma beter afgestemd kan worden op de onderzoeksagenda. De commissie is van mening dat de eerste aanzet voor het wetenschappelijk beleidsplan door de senior onderzoeker de spijker op de kop slaat. De commissie begrijpt dat volledige ontsluiting van de collectie het makkelijker zou maken om externe partijen te betrekken. De commissie adviseert het museum de ontsluiting daarom niet te ver te laten zakken op de prioriteitenlijst en waar mogelijk extra financiering te vinden om extra mankracht in te schakelen. Voorts onderschrijft de commissie de ambitie om op termijn meer te sturen op kwaliteit, door afspraken te maken over peer reviewed publicaties, zoals dat gebruikelijk is in de academische praktijk. Samenvattend oordeel over de kwaliteitsborging van onderzoek: voldoende 17

18 HOOFDSTUK 4: WETENSCHAP 4.5 Het museum deelt haar kennis met derden open en doelgroepgericht Het doel van het wetenschappelijke beleid in wording is tweeledig. Enerzijds is dit gericht op het doen van numismatisch wetenschappelijk onderzoek en daarover publiceren. Anderzijds richt het zich op het toegankelijk maken van kennis over geldcultuur en geldgedrag. Het museum publiceert regelmatig in vakbladen, en af en toe ook internationaal. Er zijn goede collegiale contacten met musea in binnen- en buitenland. Er wordt nog weinig samengewerkt met anderen op het gebied van onderzoek. Een van de taken van de senior onderzoeker is het organiseren van meer samenwerkingsverbanden. Samenvattend oordeel over de kennisdeling met derden: voldoende 18

19 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF 5 Bedrijf 5.1 Inleiding De organisatie bestaat uit drie afdelingen: Informatie & Publiek, Collecties & Onderzoek en Projectbureau. Elke afdeling wordt aangestuurd door een manager. Zij ressorteren direct onder de directeur-bestuurder. Er zijn twee stafafdelingen: Secretariaat en Financiële administratie. Het museum heeft een jaarlijkse omzet van circa 3 miljoen euro. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 5.2 De organisatie van het museum is effectief toegesneden op de doelstellingen van het museum De organisatie krijgt sinds de opening een steeds professioneler karakter, en functies worden beter ingebed binnen de processen van het museum. Het gebrek aan interne communicatie heeft geleid tot een zekere afstand tussen de afdelingen Informatie & Publiek en Collecties & Onderzoek. Dit leidt tot spanningen bij de ontwikkeling en uitvoering van projecten. Uit de gesprekken blijkt dat medewerkers een groot vertrouwen hebben in de directie en het management. Men is tevreden over de nieuwe koers waarbij de collectie meer getoond wordt. Toch loopt men nog regelmatig aan tegen de oude organisatiecultuur. In de gesprekken heeft de commissie een goede en ambitieuze sfeer geproefd waarbij iedereen vooruit wil. De commissie heeft het gevoel dat de fusie is doorgezet, zonder dat er voor of na de fusie is gekomen tot een eenduidige en door iedere afdeling gedragen identiteit. Daardoor is er nog te weinig focus of samenhang in de inzet van tijd, mensen en middelen. Gezien juist de kleine omvang van het museum zou juist dit aanbeveling verdienen om uit te werken en zo scherpe keuzes te maken. Samenvattend oordeel van de commissie over de organisatie van het museum: voldoende 5.3 Het personeel van het museum is kwalitatief en kwantitatief in staat om een optimale bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen Het museum heeft nog geen personeelsplan. Door interne veranderingen moeten eerst de taken opnieuw worden vastgesteld voor de afdeling Collectie & Onderzoek. Pas daarna kan worden vastgesteld of mensen op de juiste plaats zitten. De commissie adviseert na herijking van missie en doelstellingen nog eens kritisch te kijken naar het organigram en het personeelsplan. Zo valt het de commissie bijvoorbeeld op dat een grote nadruk wordt gelegd op educatie en onderwijs en er slechts één educator in dienst is. Verder vindt de commissie het opvallend dat medewerkers geen idee hebben wat activiteiten integraal kosten dan wel opbrengen. Zij beveelt aan om meer kostenbewustzijn te creëren binnen de organisatie. Tijdens dit proces kunnen de tarieven ten aanzien van scholen en het eventueel uitbesteden van de catering meer zakelijk worden benaderd. 19

20 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF De commissie is van mening dat functionerings- en beoordelingsgesprekken meer ingezet kunnen worden op kwaliteitsbewaking en het bewerkstelligen van een resultaatgerichte cultuur. Het museum heeft organisatorisch een lastige start gehad. De commissie wil haar waardering uitspreken voor het vele werk dat verzet wordt met een relatief kleine maar capabele organisatie. Alle medewerkers zijn erg enthousiast en sterk betrokken bij het museum. Samenvattend oordeel van de commissie over het personeel van het museum: goed 5.4 De (financiële) planning & control-cyclus van het museum levert relevante sturingsinformatie en biedt mogelijkheden tot tijdig bijsturen Het museum werkt met maandelijkse financiële rapportages. Deze worden per kwartaal aangevuld met een balans en liquiditeitsprognose. Projecten worden vooraf begroot en vervolgens goedgekeurd door de directeur. De Raad van Toezicht ontvangt kwartaalrapportages en de jaarrekening. Jaarlijks vindt een accountantscontrole plaats. Zowel de Raad van Toezicht als de directeur hebben als grootste zorg de financiële continuïteit. Daarbij is de mogelijke korting vanuit het Ministerie van Financiën het meest acute punt van zorg. De commissie zet vraagtekens bij de wijze waarop de financiële afdeling zich voorbereid op deze korting, en de haalbaarheid van een (theoretische) bezuiniging op het personeelsbestand in relatie tot de ambities van het museum. Daarnaast valt het de commissie op dat ook bij de financiële afdeling weinig besef is over wat bijvoorbeeld een bezoeker kost. Mede vanwege de ambitie te groeien bij specifieke publieksgroepen. In zijn algemeenheid meent de commissie dat kengetallen ontbreken waarop gestuurd kan worden. Het is nu niet helder wat de financiële consequenties zijn van een bepaalde beleidskeuze. Directie en management moeten beschikken over degelijke informatie op het niveau van activiteiten om goede inschattingen te kunnen maken van de effecten van het beleid. Daarbij gaat het om aspecten als de relatie tussen tijdelijke tentoonstellingen en opbrengst uit extra bezoekers, kosten/baten catering en klantwaardering. De commissie denkt dat het handig is om na te denken over een strategie die verder kijkt dan alleen naar de overheid als oplossing voor de financiële kwetsbaarheid. De stappen die het museum nu voor ogen heeft om de eigen inkomsten te verhogen zijn hoopgevend, zoals het oprichten van een businessclub, en het vergroten van omzet uit catering. Samenvattend oordeel over de planning & controlcyclus: onvoldoende 20

21 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF 5.5 De opvolging van calamiteiten, zowel in de publieksruimtes als in de depotruimtes is in de organisatie van het museum geborgd Er is een calamiteitenplan voor de hele organisatie, met een hoofdstuk specifiek gewijd aan de collectie. Dit plan is herzien in de zomer van De bedrijfshulpverlening is nog in oprichting. Registratie van medewerkers gaat via een schuifjesbord bij de personeelsingang. Er is een digitaal systeem voor het openen van deuren binnen het museum. Het museum onderzoekt of hier een registratiesysteem aan kan worden gekoppeld. De commissie ziet enig risico in de wijze van huidige registratie bij eventuele ontruiming. De brandoefening die vorig jaar in samenwerking met de Koninklijke Munt is uitgevoerd verliep rommelig. Toch was het gebouw in 2 minuten leeg. De commissie adviseert scherp te kijken naar ontruimingsprocedures voor medewerkers en bezoekers in geval van een calamiteit, met specifieke aandacht voor de wijze van registratie van wie er aanwezig is in het gebouw Samenvattend oordeel over de opvolging van calamiteiten: voldoende 5.6 Het museum heeft zijn kwaliteitszorgprocessen op orde Het museum doet niet systematisch aan kwaliteitszorg. Problemen worden ad hoc opgelost. Het museum is voornemens om in 2010 de hele administratieve organisatie door te nemen. Zo kan men nagaan of processen zijn beschreven en afspraken worden nageleefd. De commissie raadt het museum aan om deze processen de komende periode aandacht te geven, omdat er op dit gebied veel winnen valt. Samenvattend oordeel over de kwaliteitszorg: voldoende 5.7 Het sponsorbeleid van het museum is passend bij de doelstellingen en solide Het museum heeft nog geen sponsorbeleid doordat andere zaken prioriteit hebben gekregen. Een sponsorplan is in de maak. Het oprichten van een businessclub maakt hier deel van uit. Deze aanpak lijkt perspectiefrijk. Verder heeft het museum een tentoonstellingsfonds in het leven geroepen, specifiek voor financiële educatieve programma s. Dit fonds wordt ondersteund door onder andere Friesland Bank, Generali, SNS Reaal, Van Lanschot, ING, Rabobank en Vereniging Effecten Handel. Samenvattend oordeel over het sponsorbeleid: voldoende in het licht van de planvorming 21

22 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF 5.8 De huisvesting van het museum past bij het niveau van de museale bedrijfsvoering en is van voldoende kwaliteit De Koninklijke Munt is als verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud. Het museum heeft geen eigen onderhoudsplan en ook geen zicht op een eventueel bestaand plan. De oplevering van het gebouw heeft drie jaar geleden plaatsgevonden. Het museum geeft mankementen door aan de verhuurder. Het is volgens het museum lastig om problemen systematisch en structureel aan te pakken. Afspraken zijn behalve de 30-jarige huurovereenkomst niet of nauwelijks op papier gezet. Er lijkt een paradox te zijn tussen huurder en verhuurder. De Munt wil zoveel mogelijk mensen buiten houden, het Geldmuseum wil juist zoveel mogelijk mensen binnen halen. De commissie ziet de grote afhankelijkheid van het museum van zijn verhuurder als een lastig obstakel. Het gebouw is immers een zeer bepalende factor voor alle activiteiten die het museum onderneemt. De situatie zorgt nu voor extra kosten en een hoge huur terwijl de omstandigheden niet optimaal zijn voor een museaal bedrijf. Zo kunnen sommige tentoonstellingen nu niet worden gemaakt omdat de klimaatregeling niet in orde is. De commissie is van mening dat de ingewikkelde relatie met de Munt snel opgelost zou moeten worden. Zij heeft begrepen dat er voorafgaand aan de keuze van deze locatie veel discussie is geweest. Het is de commissie niet duidelijk geworden waarom er uiteindelijk voor het gebouw naast de Koninklijke Munt is gekozen. Daarnaast lijkt er sprake van niet nagekomen beloftes, hoewel die kennelijk ook nooit op papier zijn gezet. De commissie is van mening dat de Founding Fathers (het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Nederlandsche Bank en De Koninklijke Nederlandse Munt) samen met de gemeente Utrecht bij elkaar aan tafel moeten om zich te beraden op de vraag of de beloftes uit het verleden fair zijn uitgevoerd. De commissie is de mening toegedaan dat men het museum heeft laten zwemmen. Als dit probleem (inclusief de huisvesting) niet op korte termijn structureel wordt aangepakt dan heeft de commissie oprechte zorgen over de continuïteit van het museum. Ook in de dagelijkse praktijk bij het ontvangen van bezoekers en groepen blijkt het gebouw niet optimaal. Grote groepen moeten gesplitst worden, waardoor touring car operators soms afhaken. Hierdoor loopt het museum inkomsten mis. Daarnaast komen rondleidingen soms in de knel door commerciële verhuur van (delen van) het museum. De commissie adviseert de boekingen, interne planning en planning van de cateraar beter op elkaar af te stemmen. Samenvattend oordeel over de huisvesting: voldoende (mits relatie met de verhuurder verbetert) 22

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e apport isitatie Rijksmuseum Twenthe Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea

PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea Erfgoedhuis Zuid-Holland Breestraat 59, Leiden T 071 513 3739 F 071 5134144 E musea@erfgoedhuis-zh.nl www.erfgoedhuis-zh.nl INTRODUCTIE Met PEIL SNEL

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek 1. In welk museum werkt u? 61 2. Type museum? Kunst 36,1% 22 Cultuurhistorisch 47,5% 29 Natuurhistorisch 3,3% 2 Bedrijf en techniek 6,6% 4 Wetenschap 3,3% 2 Volkenkundig

Nadere informatie

Museum de Gevangenpoort

Museum de Gevangenpoort apport isitatie Museum de Gevangenpoort Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E APPORT ISITATIE Zuiderzeemuseum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8

Nadere informatie

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 BASISDOCUMENTEN VISITATIE 2010-2012 Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 Protocol visitatie t.b.v. museale visitatiecommissies

Nadere informatie

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad Punt (2 : Aanbevelingen onderzoek Rekenkamer West Twente: Onroerende zaken Gemeente Hellendoorn Aan de raad Samenvatting: De Rekenkamer West Twente heeft onderzoek gedaan naar het beleid over - en het

Nadere informatie

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg apport isitatie Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg Voorwoord Voorwoord Het Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg zijn belangrijke instituten voor Nederland en de museale

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Concept / mr. Gerda van Hekesen +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Concept / mr. Gerda van Hekesen +31 (0) Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) T.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE Datum Onderwerp 3 oktober 2017 Advies over Concessiebeleidsplan RPO Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het eerste visitatierapport over een museum. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW, Ronald Plasterk,

Nadere informatie

Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING

Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans. Uit een oogpunt van kostenbesparing heeft het bestuur besloten tot versobering van

Nadere informatie

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1 Format Projectplan Onbeperkt Sportief biedt u een format voor het maken van een projectplan. Met zeven hoofdvragen krijgt u helder op papier wat uw project inhoudt. Het projectplan heeft als doel het stimuleren

Nadere informatie

Monitor Erfgoedinspectie

Monitor Erfgoedinspectie Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Monitor Erfgoedinspectie Staat van de naleving 2011-2012 Bijlage: Integrale vragenlijst met antwoorden, toezichtveld collecties 1 Monitor

Nadere informatie

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN STICHTING OPEN 1 1. INLEIDING Voor u ligt het beleidsplan

Nadere informatie

Rijksmuseum van Oudheden

Rijksmuseum van Oudheden APPORT ISITATIE Rijksmuseum van Oudheden INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-

Nadere informatie

r V a ispiptatori Persmuseum t e

r V a ispiptatori Persmuseum t e apport isitatie Persmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5 Bestuur

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E APPORT ISITATIE Afrika Museum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum Muiderslot Muiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het visitatierapport van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW,

Nadere informatie

Profielschets. Manager Financiën. Omnivera GWZ. ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ

Profielschets. Manager Financiën. Omnivera GWZ. ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ Profielschets Manager Financiën Omnivera GWZ ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ Adviseurs ERLY: drs. Lilian Vos Telefoonnummer: 035 543 00 88 Omnivera GWZ Omnivera

Nadere informatie

Het Rijksmuseum Amsterdam

Het Rijksmuseum Amsterdam apport isitatie Het Rijksmuseum Amsterdam Voorwoord Voorwoord Het Rijksmuseum bevindt zich in een uitdagende overgangsperiode. In 2008 is de nieuwe directie aangetreden en er is een grootscheepse, ingrijpende,

Nadere informatie

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Jaarplan Vereniging Oud Valkenburg 2012 (inclusief financiel inzicht)

Jaarplan Vereniging Oud Valkenburg 2012 (inclusief financiel inzicht) Jaarplan Vereniging Oud Valkenburg 2012 (inclusief financiel inzicht) Jaarplan Vereniging Oud Valkenburg 2012 Inleiding Met die jaarplan geeft het bestuur van de Vereniging Oud Valkenburg aan wat de plannen

Nadere informatie

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Gedeelde geschiedenis amsterdam.nl/gedeeldegeschiedenis Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Inleiding De keuze voor een Call Vereiste gegevens Planning Procedure toetsing en beoordeling

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 935 Beleidsdoorlichting Financiën Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

Vragenlijst Museumregister

Vragenlijst Museumregister 1. Rechtspositie, bestuur en beleid 1.0 Is uw instelling een museum in de zin van de ICOM museumdefinitie? 1.1 Beschikt het museum over een document waaruit de rechtspositie en het niet op winst-gerichte

Nadere informatie

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis APPORT ISITATIE Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Woonstichting Hulst presteert evenwichtig en goed over de volle breedte

Woonstichting Hulst presteert evenwichtig en goed over de volle breedte Woonstichting Hulst presteert evenwichtig en goed over de volle breedte Woonstichting Hulst is werkzaam in de kern Hulst en heeft daar een bezit van ca. 1. verhuureenheden, waarvan ca. 1.33 wooneenheden.

Nadere informatie

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Organisatie Slachtofferhulp Nederland helpt slachtoffers van misdrijven, verkeersongelukken, vermissingen en calamiteiten.

Nadere informatie

Het Mobiel Erfgoed Plein

Het Mobiel Erfgoed Plein Het Mobiel Erfgoed Plein 30 april 2017 Mobiele Collectie Nederland Eén van de belangrijkste doelstellingen van de stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN) is het verhogen van de zichtbaarheid van mobiel

Nadere informatie

r V a ispiptatori Teylers Museum t e

r V a ispiptatori Teylers Museum t e apport isitatie Teylers Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Keramiekmuseum Princessehof

Keramiekmuseum Princessehof apport isitatie Keramiekmuseum Princessehof Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Kaderstellend. Aan de Raad Agenda nr. 4. Toekomstige functie van de bibliotheek in de gemeente Someren. datum 29 januari 2014

RAADSVOORSTEL Kaderstellend. Aan de Raad Agenda nr. 4. Toekomstige functie van de bibliotheek in de gemeente Someren. datum 29 januari 2014 RAADSVOORSTEL Kaderstellend Aan de Raad Agenda nr. 4 Toekomstige functie van de bibliotheek in de gemeente Someren datum 29 januari 2014 1. Samenvatting Het gebruik van de bibliotheek is de laatste twee

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN

Nadere informatie

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon +31(0)70 310 66 86 Fax +31(0)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Nadere informatie

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? VTOI, 17 april 2015 Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? clemens.geenen@dyade.nl 1 Programma 1. Toezichtplan 2. Wat is de relatie tussen kwaliteit

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Rapportage van resultaten naar aanleiding van de certificeringsaudit gehouden op in Opgesteld door: Stichting Certificering Openbare Bibliotheken

Nadere informatie

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht apport isitatie Stichting Museum Catharijneconvent Utrecht voorwoord Voorwoord Kan het eigenlijk wel, een museum visiteren? De visitatiecommissie stelde vast dat als een museum aan een dergelijke proef

Nadere informatie

Schoenmaker blijf bij je leest!

Schoenmaker blijf bij je leest! Cultureel ondernemerschap in Nederlandse musea Schoenmaker blijf bij je leest! Door Wouter Hijnberg en Jaap van der Burg, Helicon Conservation Support Nederland heeft de grootste museumdichtheid ter wereld.

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT), Gent 1. Gemotiveerd advies van de beoordelingscommissie Collectiebeherende Cultureel-erfgoedorganisaties over indeling bij het Vlaamse niveau en toekenning

Nadere informatie

Strategie en structuur IBT

Strategie en structuur IBT Strategie en structuur IBT Datum: Augustus 2014 De werkgroep Interbestuurlijke Trainees (IBT) brengt trainees van verschillende overheidslagen bij elkaar en laat deze over actuele onderwerpen nadenken,

Nadere informatie

Het Scheepvaartmuseum

Het Scheepvaartmuseum apport isitatie Het Scheepvaartmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie apport isitatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Scan opbrengstgericht besturen. Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen. Waarom deze scan?

KWALITEITSKAART. Scan opbrengstgericht besturen. Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen. Waarom deze scan? KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen Opbrengstgericht werken (OGW) is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE De Friese Meren Gemeentenummer : 1921 Onderzoeksnummer : 287893 Datum onderzoek : 25 februari 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

de toegevoegde waarde

de toegevoegde waarde de toegevoegde waarde MEER DAN EEN DAK BOVEN JE HOOFD ONZE ERVARING LEERT DAT... Driehoek Vastgoed biedt u expertise op het gebied van huis vesting en vastgoedbeheer. Voor iedere organisatie is huisvesting

Nadere informatie

Criteria voor goed museaal handelen

Criteria voor goed museaal handelen Uitgangspunten norm U verklaart dat uw museum: De ICOM definitie als uitgangspunt neemt voor uw museaal handelen. De Ethische code onderschrijft. De LAMO volgt bij het afstoten van uw collectie. BEDRIJFSVOERING

Nadere informatie

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam Beleidskader 2017 agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam College van Bestuur, vastgesteld 06-12-2016 Inleiding We hebben inmiddels het tweede jaar van ons meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voorschoolse educatie opgenomen. De toelichting op de aanpassing van het waarderingskader

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur Beleidsplan 2018-2022 Stichting Vrienden van Sypesteyn Datum 1 maart 2018 1 Auteur Stichting Vrienden van Sypesteyn 1. Inleiding Voorwoord Voor u ligt het beleidsplan 2018-2022 van de Stichting Vrienden

Nadere informatie

Kröller-Müller Museum

Kröller-Müller Museum apport isitatie Kröller-Müller Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Met een uitgebreid Randprogramma

Met een uitgebreid Randprogramma Met een uitgebreid Randprogramma Een stageonderzoek naar de rol van de randprogrammering in het aanvraagproces bij tentoonstellingen. 1 Door Anna Schenk MA student Arts&Heritage: Policy, Management and

Nadere informatie

in feite slechts uit een projectplan voor de ontwikkeling van een nieuw museum en gaf geen aanleiding tot een inhoudelijk advies.

in feite slechts uit een projectplan voor de ontwikkeling van een nieuw museum en gaf geen aanleiding tot een inhoudelijk advies. R.J. Schimmelpennincklaan 3 postbus 61243 2506 AE Den Haag telefoon +31(o)70 310 66 86 fax +31(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid drs. A.N. Molenaar (Leefbaar Rotterdam) over 'subsidieadvies Museum Rotterdam'.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid drs. A.N. Molenaar (Leefbaar Rotterdam) over 'subsidieadvies Museum Rotterdam'. Rotterdam, 16 oktober 2012. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid drs. A.N. Molenaar (Leefbaar Rotterdam) over 'subsidieadvies Museum Rotterdam'. Aan de Gemeenteraad. Op

Nadere informatie

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Projectdocument april 2000 Werkgroep onderzoek externe geldstromen Inhoud: 1. Aanleiding voor het onderzoek en achtergrond 2. Organisatie 3. Doelstelling 4.

Nadere informatie

Model procedure tentoonstellen

Model procedure tentoonstellen Model procedure tentoonstellen Proceseigenaar: Hoofd Publiek / Projectleider tentoonstellen Akkoord door: Functie: Datum: 101125 DEF Qmus Model PRO Tentoonstellen.doc Pagina 1 van

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats Gemeentenummer

Nadere informatie

NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN. Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management

NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN. Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management NIEUWE RONDE, NIEUWE KANSEN Middelen (en mensen) echt verbinden aan de strategie & de routekaart naar goed financieel management Henk Hendriks Van Beekveld & Terpstra Studiedagen LVC 3 Cuijk 20 januari

Nadere informatie

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e apport isitatie Paleis het Loo Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Uitvoeringsprogramma Deltapoort Stuurgroep DP/LT 10 juli 2014 Bijlage 6.2 Bestuurlijke trekker: A. Kamsteeg Ambtelijke trekker: Myra Zeldenrust Uitvoeringsprogramma Deltapoort Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt Conceptversie Myra Zeldenrust

Nadere informatie

PRAKTISCHE KENNISBIJEENKOMSTEN (VER)HUUR

PRAKTISCHE KENNISBIJEENKOMSTEN (VER)HUUR PRAKTISCHE KENNISBIJEENKOMSTEN (VER)HUUR 3 BASISTHEMA S 26 maart Huurovereenkomsten en Huurrecht 8 april Huurprijs(beleid) en servicekosten 22 april Fiscale aspecten bij scheiden van wonen en zorg 2 SPECIFIEKE

Nadere informatie

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en

Belangrijk is het uitgangspunt van eigenaarschap en KWALITEIT Kwaliteit in beeld In een serie van twee artikelen bespreekt Herman Bijsterbosch het nieuwe Onderzoekskader van de Inspectie. Het eerste artikel (Nieuw Toezicht: Wat kunt u verwachten?) vindt

Nadere informatie

Strategisch plan

Strategisch plan Strategisch plan 2016-2019 1. Inleiding Voor u ligt het strategisch plan 2016-2019. In het strategisch plan 2016-2019 wil Dress for Success Amsterdam (DfS A) u meenemen in de strategie en de keuzes die

Nadere informatie

Financieel strategisch beleidsplan 2015-2017

Financieel strategisch beleidsplan 2015-2017 Financieel strategisch beleidsplan 2015-2017 Versie december 2014 Inleiding In dit plan presenteert Stichting Reformatie Instituut Dordrecht (hierna: RID ) haar financiële beleidsvoornemens voor de periode

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK School : Dr. Herderscheeschool voor so/vso-zmlk Plaats : Almelo BRIN-nummer : 19QO Onderzoeksnummer : 92020 Datum schoolbezoek : 16 januari

Nadere informatie

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen Werkproces 1.1: Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens De commercieel technicus controleert of de aangeleverde ontwerpgegevens (zoals bijvoorbeeld een programma

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Contact met de media?

Contact met de media? Contact met de media? NWO biedt ondersteuning NWO, onderzoekers en de media Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek U doet onderzoek dat (mede)gefinancierd wordt door NWO. Wanneer u een

Nadere informatie

Meer Control met minder Instrumentarium?

Meer Control met minder Instrumentarium? financiële specialisten voor de non-profit www.jeconsultancy.nl Meer Control met minder Instrumentarium? Verslag van de workshop tijdens het Voorjaarscongres op dinsdag 20 mei in Apeldoorn JE Consultancy

Nadere informatie

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1 onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1 2 aanbesteding zorg en welzijn 1 1 inleiding aanleiding Op donderdag 4 september 2014 heeft de Rekenkamer Capelle aan den IJssel met de raad een zogenoemde

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie:

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie: Toezichtkader Raad van Commissarissen Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw Identificatie: Versie: februari 2019 Vastgesteld in vergadering RvC d.d.: 18 februari 2019 Gecommuniceerd met Bestuur: februari

Nadere informatie

ZELFEVALUATIEKADER EN INSTRUMENTEN

ZELFEVALUATIEKADER EN INSTRUMENTEN OPLEIDEN IN SCHOOL ZELFEVALUATIEKADER OPLEIDEN IN SCHOOL ZELFEVALUATIEKADER EN INSTRUMENTEN OPLEIDEN IN SCHOOL Er zijn instrumenten beschikbaar waarmee u de kwaliteit van opleiden in school (OIS) in beeld

Nadere informatie

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord 2007-2011 Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord 2007-2011 Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008 Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 8012 EE Zwolle Aan: Provinciale Staten van Overijssel In kopie aan: Commissaris van de Koningin, dhr. G. Jansen Gedeputeerde Staten van Gelderland Betreft: Rekenkamerbrief

Nadere informatie