Structuur van een sarcomeer. H zone is waar de dunne filamenten niet zitten, op de zwart wit foto wijzen ze naar M lijn ipv H zone.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Structuur van een sarcomeer. H zone is waar de dunne filamenten niet zitten, op de zwart wit foto wijzen ze naar M lijn ipv H zone."

Transcriptie

1 Spierfysiologie 1,2&3 Structuur van een sarcomeer. H zone is waar de dunne filamenten niet zitten, op de zwart wit foto wijzen ze naar M lijn ipv H zone. ^Dwarsdoorsnede van een myofibril(serie van sarcomeren) door de A band. Dwarsgestreept spierweefsel heeft een hexagonale structuur. En bestaat uit dikke en dunne filamenten, de 6 dunne filamenten zitten in een hexagoon om de dikke filamenten heen. Neuromusculaire junctie Motor axon komt uit bijv. het ruggenmerg en gaat een vertakking aan, zenuw vertakking met een spiercel. synaptic vesicles bevatten Acetylcholine, ACh is essentieel voor de transmissie van het zenuwsignaal naar het spiersignaal neurotransmitter. Als die zenuwprikkeling aankomt in het axon terminal, dan komen de synaptic vesicles met Acetyl Choline vrij door een proces dat heet exocytose. ACh gaat in de synaptic cleft en gaat binden aan de receptoren. Actiepotentiaal als gevolg gaan er calciumkanalen open Acetylcholine komt vrij en bindt aan receptor ionkanelen gaan open en er ontstaat een depolarisatie, Na+ de cel in spierfiber actiepotentiaal initiatie binding van Acetylcholine wordt afgebroken door Acetylcholinesterase. activatie komt tot een stop.

2 Onderbreking van neuromusculair signalering Curare bindt op de acetylcholinereceptor, indianen hadden pijlen met de stof curare erin. ACh kon dus niet meer binden en daardoor raakten de spieren verlamt, als de ademhalingspieren verlamt raken, ga je dood. asfyxiatie Excitation-contraction koppeling Actiepotentiaal van celmembraan komt aan en gaat de T-tubulus in. T-tubulus is verbonden via een lateral sac met het Sarcoplasmatisch reticulum (vol met calcium ionen). Als actiepotentiaal de Ttubulus inkomt, wordt er een stop uit de Ca2+ poort getrokken waardoor Ca2+ de spiercel instroomt. Calcium bindt aan de troponine van de dunne filamenten. Dit zorgt ervoor dat tropomyosine kan gaan bewegen, als deze beweegt komt er een bindingsplaats vrij voor myosine. Hierna wordt calcium actief teruggepompt in het SR door Calcium pompen in het cytoplasma. dit terugpompen kost veel energie. Myosine koppen verbruiken energie en de calcium pompen ook. Cross-bridge Cyclus Myosine kop binding aan dunne filamenten en moet daarna weer loslaten. 1. Door de calcium die vrij komt, schuift de tropomyosine weg en kan de cross-bridge binden. 2. Als de myosine kop bindt, laat deze stoffen vrij (ADP en fosfaat). Hierdoor krijg je een powerstroke, dit is een beweging in de nek van de cross-bridge waardoor het dunne actinefilament naar links geduwd word. Chemische energie wordt omgezet in mechanische energie. 3. Vervolgens bindt ATP weer op de kop van myosine en dan kan de cross-bridge loslaten. 4. ATP wordt gehydroliseerd en omgezet in fosfaatgroep en een ADP. Hierdoor is de cross-bridge klaar om te binden. Dit geeft beweging, dus als een myosine kop bindt, trekt myosine het dunne filament naar binnen, hierdoor wordt het sarcomeer/de spiercel korter = sliding filament mechanisme I band wordt verkort / H zone gereduceerd / A band verandert niet

3 Sliding filament mechanisme In dit model van contractie kracht generatie produceert een verkorting van skeletspieren, de overlappende dikke en dunne filamenten van elke sarcomeer bewegen over elkaar voorgestuwd door de cross-bridges De mogelijk ontstane kracht die geproduceerd kan worden is afhankelijk van het aantal myosine kopjes wat kan binden aan de actine eiwitten Na de puls van de zenuw is er een kleine vertraging voordat de spier samentrekt, dit komt door de cycly die de spier eerst moet doorlopen voordat de spier samentrekt. Spieren zijn vrijwel nooit helemaal geactiveerd. Spiervezels wisselen elkaar af om vermoeidheid te voorkomen. Deel2 1 spiercel wordt door maar 1 motor unit(=axon samen met spiercellem die hij activeerd) geactiveerd. Maar 1 motor axon activeert meerdere spiercellen. 1. Langzame oxidatieve spiervezels als eerste geïnnerveerd, omdat deze lang aanhouden. Als je meer kracht wilt genereren dan de Langzame oxidatieve spiervezels aankunnen, dan worden de 2. snelle-oxidatieveglycolytische spiervezels innerveren. Als deze weer te weinig kracht geven, innerveer je ook de 3. snelle-glycolytische spiervezels nog. Middenrif is altijd actief (inademen) gebruikt dus langzame oxidatieve spiervezels. Kracht-lengte relatie Op kortere lengte spier heb je meer overlap van dikke en dunne filamenten dus meer myosine kopjes die kunnen binden aan de actine vezels. Dus meer kracht. (denk aan iets optillen met gestrekte arm of gebogen arm biceps) Een te korte spier zorgt er echter voor dat de actine filamenten over elkaar heen schuiven en er ook weer minder bindingsplaatsen zijn dus ook minder kracht. Passieve kracht is de weerstand die de titine (vast aan myosine en Z disk), soort van veer, dus als je die uitrekt krijg je een passieve kracht. Isometrisch en isotonisch Isometrisch, genereert kracht maar verkort de spier niet. (bij dikke spier wel verandering) Isotonisch, verkort wel maar kracht blijft gelijk. Kracht afhankelijk van snelheid: bij een hele hoge belasting, genereer je heel veel kracht, maar geen verkorting.

4 bij een heel laag gewicht(belasting), genereer je heel weinig kracht, maar hele hoge verkorting snelheid Warme spier kan veel sneller verkorten als een koude spier Spier metabolisme 1. Creatine fosfaat, heel snel maar heel korte manier om ATP te produceren (sprint) 2. Oxidatieve fosforylering, langzaam en kan lang volhouden (marathon) 3. Glycolyse is laatste zetje om beetje kracht nog te geven totdat de spieren verzuren (lactaat zuur bouwt op) Spiervermoeidheid Je krijgt wel een impuls vanuit de neuronen maar je spier kan niet de kracht generen om een bepaalde belasting te overwinnen. Als een skelet spiervezel snel wordt gestimuleerd, druk op de vezel toeneemt en uit uiteindelijk vermindert terwijl de stimulatie blijft doorgaan Deze vermindering in spierkracht is bekend als spiervermoeidheid Bijkomende kenmerken van spiervermoeidheid zijn, lage verkortingssnelheid langzamere tijd van relaxatie Oorzaken van vermoeidheid 1. Conduction failure a. De actiepotentiaal kan niet doorkomen in de T-tubilus waardoor er geen vrijkomen van Ca2+ is in het sarcoplasmatisch reticulum i. Dit komt door de opbouw van kalium ionen in het kleine volume van de T-tubili tijdens de depolarisatie van de herhalende actie potentialen 2. Lactaat zuur ophoping pyruvaat komt vrij bij glycolyse maar als deze niet de mitochondrium kan ingaan om omgezet te worden door oxidatieve fosforylering veranderd het in lactaat. Effect op: a. De vorm van eiwitten kan veranderen verminderde functie b. De enzymatische functies van de verschillende pompen over het reticulum zullen veranderen. 3. Inhibitie van de cross-bridge cyclus ADP en fosfaat ophoping tijdens activatie spiervezel (veel ATP omzetting), inhiberend effect op de powerstroke, lastiger loslaten fosfaat a. Troponine en de calcium binding daar aan raakt ook verstoord. Type skeletspiervezels Spiervezels hebben verschillende mechanische en metabolische kenmerken, ze zijn ingedeeld op basis van: o Maximale snelheid van verkorting van spieren (snel of langzaam) o Welke vorm van productie voor ATP ze als voorkeur hebben.

5 Snelle en langzame spiercellen hebben myosine isoformen die van elkaar verschillen. Snelle spiercellen hebben snelle myosine (dit is een ander eiwit en ander gen dan de myosine die in langzame spiercellen zitten) intermediate spiercelen hebben ook weer andere eiwitten. Langzame-oxidatieve spiervezels (type 1) hebben een lage myosine-atpase activiteit (zetten ATP langzaam om) met een hoge oxidatieve capaciteit maar hebben heel veel mitochondrium, dus veel ATP productie. Snelle-oxidatieve spiervezels (type 2a) hebben een hele hoge myosine-atpase activiteit (zetten ATP snel om) met een hoge oxidatieve capaciteit (maar minder mitochondrium) meer afhankelijk van glycolyse activiteit voor ATP productie. Snelle-glycolyse spiervezels (type 2b) hebben een hele hoge myosine-atpase activiteit (zetten ATP snel om) met een hoge glycolyse activiteit voor ATP productie (want geen mitochondrium). Kenmerken van de drie verschillende spiervezels: doorstrepen diameter spiervezel (is niet waar)

6 Factoren belangrijk voor spiergeneratie: a. Frequentie actie potentiaal (veel stimuli = veel kracht) b. Lengte-kracht relatie (veel uitgerekt = minder kracht) c. Diameter (dikke spiercel = meer kracht) d. Spiervermoeidheid e. Aantal vezels per motor unit (meer vezels = meer kracht) f. Aantal actieve motor units Deel3 Algemene info mbt beweging -> produceren van motor programma incl. Input van sensorische info -> bepaalt welke motorneuronen aan gaan. Vrijwillige bewegingen: de sensorimotorcortex Supplementary motor cortex: (onduidelijke functie) Primary motor cortex: belangrijk voor maken van een bepaald bewegingsprogramma, sturen signalen. Somatosensory cortex: belangrijk voor informatie die terugkomt vanuit je sensorische pathways te verwerken en je beweging daarop aan te passen. Parietal-lobe association cortex: (onduidelijke functie) Rechter hemisfeer stuurt linkerhelft lichaam aan Linker hemisfeer stuurt rechterhelft lichaam aan Lokale controleurs van motorneuronen in spieren Excitatory en inhibitory lokale interneuronen (90% van neuronen in je ruggemerg zijn interneuronen) doorschakeling Deze kunnen van verschillende niveaus informatie krijgen: Decending pathways: vanuit de hersenstam Huidreceptoren/andere spinale levels/ gewricht of spier receptoren etc. Vervolgens gaat er een positief of negatief signaal naar een motor neuron (final common pathway) spiercel aangestuurd of niet

7 Belangrijke receptoren Spierspoeltjes: (intrafusale spiercellen) monitoren van spierlengte ZITTEN IN DE SPIER Hierom heen lopen zenuwen die informatie teruggeven naar je ruggenmerg. 2 soorten: Nucleur chain fibers = positie Nucleur back fibers = mate van stretch en snelheid Wanneer de spierspoeltjes verder worden uitgerekt neemt de frequentie van actiepotentialen toe en wanneer de spierspoeltjes korter zijn neemt de frequentie van actiepotentialen af. Als heel snel wordt uitgerekt (verandering onopgemerkt = slack) komt er geen verschil van actiepotentialen. Om toch de contraheren wordt gamma motor neuron actie potentialen gegeven. Golgi tendon receptoren geven meer actiepotentialen af naarmate de lengte van de pees toeneemt, de lengte van een pees neemt meer toe bij actieve rekking dan bij passieve rekking. Golgi tendon receptoren (orgaantjes) monitoren van spierkracht: ZITTEN IN DE PEES Relaxeerde spier: golgi tendon orgaantjes geven geen actiepotentiaal Passief rekken spier (niet actief): golgi tendon orgaantjes merken dit, want collageenvezels worden opgerekt. Golgi tendon orgaantjes gaan vuren. Actief samentrekken spier: spier wordt niet uitgerekt, maar pees wel dus collageenvezels worden ook opgerekt (meer hier dan met passieve rek). Hogere frequentie van golgi tendon orgaantjes actiepotentialen vuring.

8 Cross-extensor reflex: zorgt ervoor dat je bij een reflex niet je zwaartepunt verliest en omvalt. Belangrijkste punten Centrale aansturing Hiërarchie Lokale feedback (spierspoeltjes, golgi tendon orgaantjes) Spieractivatie (Structuur, exitatie-contractie koppeling, spiervezel types)

_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie

_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie 2012-2013_met_antwoorden.pdf Tentamen 2012-2013 met antwoorden Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie Tentamen spierfysiologie 2012/2013 Kies het juiste alternatief: 1. A. binnen 1 motor

Nadere informatie

H8: motorische cellen

H8: motorische cellen H8: motorische cellen Reflexbogen Elke gedraging = gevolg van gecoördineerde spierbewegingen = samentrekking (contractie) van skeletspieren is een respons van een prikkel die verwerkt wordt in het centrale

Nadere informatie

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel

Nadere informatie

Alles rondom Groningen: facebook.com/slimstuderengroningen Alles rondom Geneeskunde: facebook.com/slimstuderengnkgroningen

Alles rondom Groningen: facebook.com/slimstuderengroningen Alles rondom Geneeskunde: facebook.com/slimstuderengnkgroningen Voorwoord Beste nieuwe Geneeskundestudenten! Na jullie kennismaking met Groningen in de Kei-week is het nu eindelijk tijd om kennis te maken met jullie eigen studie. Het is altijd een fantastische periode

Nadere informatie

HET MOTORISCH SYSTEEM (1): CONTROLE VAN BEWEGING DOOR HET RUGGENMERG

HET MOTORISCH SYSTEEM (1): CONTROLE VAN BEWEGING DOOR HET RUGGENMERG Motorisch systeem (1) 1 HET MOTORISCH SYSTEEM (1): CONTROLE VAN BEWEGING DOOR HET RUGGENMERG Inleiding Het motorisch systeem bestaat uit al onze spieren en de neuronen die ermee verbonden zijn. Dit systeem

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3)

Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Bij elke beweging heb je botten, spieren en gewrichten nodig. Door spieren samen te trekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de gewrichten. Door training kunnen spieren

Nadere informatie

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps

Nadere informatie

CHAPTER 10 SAMENVATTING

CHAPTER 10 SAMENVATTING CHAPTER 10 SAMENVATTING 218 Chapter 10 Samenvatting SAMENVATTING Nemaline myopathie is een ernstige spierziekte waarvoor momenteel nog geen therapie bestaat. Dit komt onder andere omdat de oorzaak van

Nadere informatie

Spierfysiologie. 4.1. Inleiding

Spierfysiologie. 4.1. Inleiding Spierfysiologie 4.1. Inleiding Skeletspieren bezitten het vermogen om samen te trekken en kracht te leveren. Door deze contractiekracht is de mens in staat om zijn houding te handhaven en zijn lichaam

Nadere informatie

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen?

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen? Tentamen Neurobiologie 29 juni 2007 9.00 12.00 hr Naam: Student nr: Het tentamen bestaat uit 28 korte vragen. Het is de bedoeling dat u de vragen beantwoordt in de daarvoor gereserveerde ruimte tussen

Nadere informatie

Les 24 Spieren. Spierweefsel. Spierweefsel. Spierweefsel, clonus en spiertonus, agonist-antagonist, hernia, hypertrofie, atrofie, bodybuilding

Les 24 Spieren. Spierweefsel. Spierweefsel. Spierweefsel, clonus en spiertonus, agonist-antagonist, hernia, hypertrofie, atrofie, bodybuilding Les 24 Spieren Spierweefsel, clonus en spiertonus, agonist-antagonist, hernia, hypertrofie, atrofie, bodybuilding ANZN 1e leerjaar - Les 24 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Spierweefsel Spiercellen gekenmerkt

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1 Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 FHV2009 / Cxx56 1+2 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 1 1 Zenuwstelsel overzicht Encephalon = hersenen Spinalis = wervelkolom Medulla = merg perifeer centraal

Nadere informatie

Naam: Student nummer:

Naam: Student nummer: Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors

Nadere informatie

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest. Biologie SE4 Hoofdstuk 14 Paragraaf 1 Het zenuwstelsel kent twee delen: 1. Het centraal zenuwstelsel bevindt zich in het centrum van het lichaam en bestaat uit de neuronen van de hersenen en het ruggenmerg

Nadere informatie

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen.

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen. Samenvatting door R. 1795 woorden 30 maart 2016 6,7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting hoofdstuk 14 zenuwstelsel 14.1 centraal zenuwstelsel het zenuwstelsel bestaat uit

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie

Nadere informatie

CHAPTER 7 SAMENVATTING

CHAPTER 7 SAMENVATTING CHAPTER 7 SAMENVATTING 115 116 Chapter 7 7. SAMENVATTING Samenvatting Om diafragmazwakte van mechanisch geventileerde ernstige zieke patiënten beter te kunnen begrijpen is het bestuderen van diafragmaspierbiopten

Nadere informatie

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68. 1 Elke gedachte/ gevoel/ actie komt op de één of andere manier door het zenuwstelsel. Ze kunnen niet voorkomen zonder het zenuwstelsel. is een complexe combinatie van cellen (functie: zorgen dat organismen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Zenuwstelsel Samenvatting Biologie Zenuwstelsel Samenvatting door een scholier 2341 woorden 5 februari 2009 6,5 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie Interactief Samenvatting Biologie 1 Inleiding Zintuigen

Nadere informatie

Lactaat Deel I: Lactaat en spierfysiologie

Lactaat Deel I: Lactaat en spierfysiologie Lactaat Deel I: Lactaat en spierfysiologie door Dr. Jan A. Vos, Inspanningsfysioloog Samenvatting In een drietal artikelen over lactaat en training willen we stapsgewijs de relatie tussen lactaat en spiervezeltypen,

Nadere informatie

ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7

ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7 Tekstvragen 28 voorbeelden van een juist antwoord: Aspirine werkt koortsverlagend en heeft zo een nadelig effect op de remming van de vermeerdering van virussen ten

Nadere informatie

Peter Bond. Bonds voedingssupplementen

Peter Bond. Bonds voedingssupplementen Peter Bond Bonds voedingssupplementen Bonds voedingssupplementen Drs. Peter Bond Copyright 2017 Peter Bond GEPUBLICEERD DOOR PETERBOND.NL PETERBOND.NL Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde

Nadere informatie

Dutch summary (Nederlandse samenvatting)

Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) 127 Mechanische relevantie van verbindingen tussen skeletspieren Om je door de wereld te kunnen verplaatsen moeten de botten in je lichaam in beweging gebracht

Nadere informatie

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel Samenvatting door een scholier 1962 woorden 5 oktober 2016 7,1 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie hoofdstuk 14 Zenuwstelsel 14.1 Centraal

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart

Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart Chapter 21, blz. 504 t/m 528: Cardiac electrophysiology and the electrocardiogram Het bestaat uit een hoop verschillende cellen, met elk een eigen functie. Ze

Nadere informatie

Spieren. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spieren. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 16 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/88174 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL Om de werking van psychopharmaca, de pharmaca die op onze hersenen inwerken en daarmee onze geest beïnvloeden, te begrijpen is enig inzicht in de werking en de bouw van hersenen

Nadere informatie

Samenvatting. Michèle S. Sons. Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction

Samenvatting. Michèle S. Sons. Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction Samenvatting Michèle S. Sons Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction 191 Dit proefschrift heeft als vraagstelling wat de rol van een aantal specifieke eiwitten is bij de afgifte

Nadere informatie

Anatomie & Fysiologie van Dieren

Anatomie & Fysiologie van Dieren Anatomie & Fysiologie van Dieren Versie 1 29 maart 2010 Tentamen: 40 multiple choice vragen Dit tentamen is niet volledig gescand. Hierdoor zijn enkele vragen weggevallen en is het aantal vragen iets korten.

Nadere informatie

1. Wat zijn spierballen eigenlijk?

1. Wat zijn spierballen eigenlijk? 1. Wat zijn spierballen eigenlijk? Motorische schors Cerebellum Afbeelding 1: welke bekende spieren kent u al? Afbeelding 2: samenwerking tussen agonist (biceps) en antagonist (triceps) Afbeelding 3: de

Nadere informatie

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. Soorten zenuw cellen Neuronen H2 Bouw en functie Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. De informatie stroom kan maar in een richting vloeien, van dendriet naar het axon. Dendrieten

Nadere informatie

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) 17-01-2011 van 09.00-12.00 uur Opmerkingen bij dit tentamen: Zorg ervoor dat op elk formulier dat je inlevert, je identiteitsnummer en naam

Nadere informatie

Signaaltransductie versie

Signaaltransductie versie Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de

Nadere informatie

MC-antwoorden tentamen neurowetenschappen, 23 oktober 2009

MC-antwoorden tentamen neurowetenschappen, 23 oktober 2009 MC-antwoorden tentamen neurowetenschappen, 23 oktober 2009 vraag versie a versie b 1 verwijderd 4 2 2 1 3 2+3+4 3 4 2 4 5 3 1 6 2 2+3 7 2 1 8 4 2 9 3 1+3 10 2 3 11 2 4 12 4 2 13 1 3 14 3 2 15 4 3 16 1

Nadere informatie

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch

Nadere informatie

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Structuren zoals de arm van een mens, de vleugel van een vleermuis en de vin van een dolfijn, bevatten dezelfde beenderen. Deze beenderen kennen eenzelfde embryonale oorsprong. Hoe worden

Nadere informatie

Visies op vermoeidheid Deel 3: Perifere

Visies op vermoeidheid Deel 3: Perifere FYSIOLOGIE Neuromusculaire vermoeidheid tijdens inspanning ontstaat door een samenspel van centrale factoren (werkzaam in het zenuwstelsel) en perifere factoren (werkzaam in de spieren). In dit artikel

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel Samenvatting door Elin 1218 woorden 9 april 2018 7,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 14 14.1 * Het zenuwstelsel bestaat

Nadere informatie

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling? 1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM Cellen, weefsels en organen (grondig lezen) Cellen: Organen: Weefsel: kleinste functionele eenheden van ons lichaam zeer uiteenlopende morfologie (=vorm/bouw) die samenhangt

Nadere informatie

Energie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink

Energie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink Energie systemen v/h lichaam Door: Theo Baks, Hennie Lensink DATUM: 21-2-2014 Inleiding De bloedglucose van een gezond lichaam zit tussen 4/9 mmol/l lactaat. Net als vuur voor verbranding zuurstof nodig

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp ) Auteur(s): Herre Faber Titel: Over de functie van het parallelle bindweefsel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-327 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

1. De Nernst potentiaal vertegenwoordigt een evenwichtssituatie in de zenuwcel. Welk statement beschrijft deze situatie het beste? 1: De elektrische en de diffusiekrachten houden elkaar precies in evenwicht.

Nadere informatie

Met verwijzingen naar ECGPedia.org

Met verwijzingen naar ECGPedia.org Met verwijzingen naar ECGPedia.org 1 2 Een IC verpleegkundige wil meer weten van de Heamodynamiek, b.v. urine productie Een CCU verpleegkundige is sterk gericht op het hart, en wil daar alles van weten.

Nadere informatie

Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2012

Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2012 Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2012 Door psychobio.nl SAMENVATTING 27 meerkeuzevragen, 3 open vragen en 1 bonusvraag Vraag 1. Welke uitspraak over EEG/MEG is waar? a. De neurale bron van EEG-signalen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De menselijke hersenen bestaan uit ongeveer 100 miljard zenuwcellen (neuronen). Neuronen zijn de basis elementen die bijvoorbeeld gedrag en geheugen mogelijk maken. Neuronen hebben

Nadere informatie

15.3. De anaërobe glycolyse

15.3. De anaërobe glycolyse Trainingsleer uithoudingsvermogen 15.1. Inleiding Wanneer we praten over uithoudingsvermogen dan hebben we het in feite over het gebruik van de verschillende energiesystemen. Elk energiesysteem gebruikt

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 18 brainwave

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 18 brainwave Samenvatting Biologie Hoofdstuk 18 brainwave Samenvatting door een scholier 3212 woorden 31 mei 2011 6,5 44 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H18 Brainwave Licht weerkaatst op een onderwerp en

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door een scholier 2924 woorden 22 oktober 2008 6,2 147 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 6 Basisstof 1 Het zenuwstelsel bestaat uit

Nadere informatie

7. Welke structuur in het bot verdwijnt na de puberteit? a. de metafyse b. de diafyse c. de epifyse d. de epifysairschijf

7. Welke structuur in het bot verdwijnt na de puberteit? a. de metafyse b. de diafyse c. de epifyse d. de epifysairschijf 1. In het halsgebied wordt een gezonde wervelkolom gekarakteriseerd door een a. lordose b. kyphose c. scoliose d. arthrose 2. Welke bewering ten aanzien van de plexus brachialis is juist? a. deze wordt

Nadere informatie

Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2010

Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2010 Aandacht, controle & motoriek Tentamen 2010 Door psychobio.nl SAMENVATTING 30 meerkeuzevragen en 3 open vragen Vraag 1. Bij welke activiteit worden de motor cortex en de premotor cortex geactiveerd? a.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Theorie. 1. Werking en opbouw van spieren. 2. Spieren tijdens inspanning. 3. Spierpijn en herstel. 4. Antioxidanten en vrije radicalen

Inhoudsopgave. Theorie. 1. Werking en opbouw van spieren. 2. Spieren tijdens inspanning. 3. Spierpijn en herstel. 4. Antioxidanten en vrije radicalen 1 Voorwoord Nu we in de zesde klas zitten van het Christelijk Gymnasium Utrecht moeten we er toch echt aan geloven; het profielwerkstuk. We wisten al snel dat we ons profielwerkstuk voor het vak biologie

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Control of movement

Hoofdstuk 8: Control of movement SPIEREN Skeletspieren Skeletspieren zijn spieren die ons skelet bewegen en verantwoordelijk zijn voor onze handelingen. Ze zijn vastgehecht aan elk uiteinde van elk been via pezen (sterke bundel bindweefsel).

Nadere informatie

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer 1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop

Nadere informatie

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid

Nadere informatie

3. Van welke structuren is het het meest waarschijnlijk dat je ze bij een rat in één (rechte) coronale doorsnede vindt?

3. Van welke structuren is het het meest waarschijnlijk dat je ze bij een rat in één (rechte) coronale doorsnede vindt? Vragen neuroanatomie en neurotransmissie 1. Gegeven zijn de volgende stellingen: I. De globus pallidus ontwikkelt zich uit het telencephalon II. De substantia nigra vindt zijn oorsprong in het mesencephalon

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie Circulatie. Spierweefsel. Spierweefsel indeling. Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet

Anatomie / fysiologie Circulatie. Spierweefsel. Spierweefsel indeling. Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet Anatomie / fysiologie Circulatie Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet FHV2009 / Cxx53 13+14 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Spierweefsel Spiercellen gekenmerkt door aanwezigheid van in serie geschakelde

Nadere informatie

Muscle contraction on the molecular level. Actin-myosin interaction studied in an in vitro motility assay Hamelink, W.

Muscle contraction on the molecular level. Actin-myosin interaction studied in an in vitro motility assay Hamelink, W. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Muscle contraction on the molecular level. Actin-myosin interaction studied in an in vitro motility assay Hamelink, W. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex De prefrontale cortex (PFC) is een hersengebied betrokken bij cognitieve functies als planning, attentie en het maken van beslissingen.

Nadere informatie

Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy

Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy Prof. Dr. C. Van den Broeck Fysiologische De temporele en spatiële rekrutering van de musculatuur is verstoord ( Kwakkel G 1995) Het aantal motor units is

Nadere informatie

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot H5n 10-09-2001 16:41 Pagina 100 Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend als bakkersgist en wordt behalve voor het bereiden van brood onder andere ook gebruikt voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

Fysiologie Mens en Dier

Fysiologie Mens en Dier College 26 maart 2012 Dr. Buwalda Het autonome zenuwstelsel Een kenmerk van het autonoom zenuwstelsel is dat elke impuls van het CZS het orgaan bereikt via twee neuronen, namelijk een preganglionair (die

Nadere informatie

Les 18 Zenuwstelsel 1

Les 18 Zenuwstelsel 1 Les 18 Zenuwstelsel 1 Zenuwweefsel, neuron, depolarisatie, neurotransmitters, CZS, vegatatief, sensorisch, motorisch ANZN 1e leerjaar - Les 18 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Zenuwweefsel Cellen met

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren Samenvatting door een scholier 2452 woorden 7 mei 2012 6,9 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie Interactief Paragraaf 1

Nadere informatie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel. Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie

Nadere informatie

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie. 7 Boekverslag door H. 1590 woorden 3 keer beoordeeld 15 maart 2016 Vak Biologie Methode Biologie voor jou Biologie Thema 6 Bassisstof 1 Regelkringen en homeostase Een sensor à Normwaarde: De afgestelde

Nadere informatie

Metabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5

Metabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 Inhoud Aerobe glycolyse Glycogenolyse Cori cyclus Aerobe glycolyse aerobe glycolyse NADH, vormen voor respiratoire keten Voorwaarde NAD + moet beschikbaar zijn, NADH

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 149 150 Nederlandse Samenvatting Het immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen de invasie van lichaamsvreemde eiwiten en schadelijke indringers, zoals bijvoorbeeld bacteriën. Celen die de bacteriën opruimen

Nadere informatie

NEUROMUSCULAIRE ADAPTATIES TIJDENS LANGDURIGE BEDRUST

NEUROMUSCULAIRE ADAPTATIES TIJDENS LANGDURIGE BEDRUST SAMENVATTING Samenvatting 123 NEUROMUSCULAIRE ADAPTATIES TIJDENS LANGDURIGE BEDRUST Gewichtloosheid tijdens bemande ruimtevluchten elimineert vrijwel alle mechanische belasting op het menselijk lichaam.

Nadere informatie

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6)

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een

Nadere informatie

Hoofdstuk 11 D E W E R K I N G E N T O E P A S S I N G V A N B O T U L I N E T O X I N E A. Drs. Ed H. Wiltink

Hoofdstuk 11 D E W E R K I N G E N T O E P A S S I N G V A N B O T U L I N E T O X I N E A. Drs. Ed H. Wiltink Hoofdstuk 11 D E W E R K I N G E N T O E P A S S I N G V A N B O T U L I N E T O X I N E A Drs. Ed H. Wiltink 1 I n l e i d i n g Spieren trekken niet vanzelf samen, maar moeten daarvoor eerst via de zenuwen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Om een meercellig organisme goed te kunnen laten functioneren is het essentieel dat cellen met elkaar communiceren. Intercellulaire communicatie kan plaatsvinden via de uitscheiding van hormonen en groeifactoren

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor. Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen

Nadere informatie

Warming-up en Stretching

Warming-up en Stretching Warming-up en Stretching één weg, vele doelen Beweging De skeletspieren kunnen in een paar honderdsten van seconden in actie komen en dan een enorm geconcentreerde trekkracht uitoefenen op de botten waaraan

Nadere informatie

Verslag NLT Rijden onder invloed

Verslag NLT Rijden onder invloed Verslag NLT Rijden onder invloed Verslag door een scholier 2173 woorden 18 juni 2012 6,3 60 keer beoordeeld Vak NLT Hoofdstuk 1 Inleiding -3 1.1 A) Mensen vinden de naam Bob over het algemeen sympathiek

Nadere informatie

Zenuwcellen. Samenvatting door een scholier 2435 woorden 24 juni keer beoordeeld

Zenuwcellen. Samenvatting door een scholier 2435 woorden 24 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2435 woorden 24 juni 2007 7 45 keer beoordeeld Vak Biologie 1. Het zenuwstelsel. Bestaat uit: centrale zenuwstelsel: hersenen, hersenstam, ruggenmerg. Perifere zenuwstelsel:

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Zintuigelijke waarneming

Samenvatting Biologie Zintuigelijke waarneming Samenvatting Biologie Zintuigelijke waarneming Samenvatting door T. 2587 woorden 15 januari 2013 4,8 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Onderscheiding zenuwstelsel op grond van bouw

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift zijn de veranderingen in cellulaire functie en structuur in hartfalen met verschillende onderliggende oorzaken en fenotype bestudeerd. Dit om inzicht te krijgen

Nadere informatie

J. den Harder en K.A. den Harder 2012 Alle rechten voorbehouden. Een spier / zenuwziekte

J. den Harder en K.A. den Harder 2012 Alle rechten voorbehouden. Een spier / zenuwziekte Een spier / zenuwziekte HOOFDSTUK 1: SPIEREN HOOFDSTUK 2: WAT ZIJN SPIEREN? HOOFDSTUK 3: HOE WERKT EEN SPIER?? HOOFDSTUK 4: ZENUWEN HOOFDSTUK 5: WAT IS CONGENITAAL MYASTHENIA GRAVIS? HOOFDSTUK 6: ACETYLCHOLINE

Nadere informatie

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket geel Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

Doelgericht trainen van functionele stabiliteit

Doelgericht trainen van functionele stabiliteit Doelgericht trainen van functionele stabiliteit Een overzicht van de neurologische regelmechanismen Martin Moons Sportfysiotherapeut Samenvatting van de ochtendlezing en de workshops tijdens het MFT congres

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie

Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie I. Training: Een exacte wetenschap? 2 sessies: Eerste sessie (Algemeen): Algemene fysiologische principes Algemene principes testing Algemene

Nadere informatie

Samenvatting NLT Hersenen en Leren

Samenvatting NLT Hersenen en Leren Samenvatting NLT Hersenen en Leren Samenvatting door een scholier 2525 woorden 18 januari 2010 6,4 82 keer beoordeeld Vak NLT Samenvatting NLT Hersenen en Leren Basisblokken 3, 4 en 5 3. Basisblok: bouw

Nadere informatie

Carol Dweck en andere knappe koppen

Carol Dweck en andere knappe koppen Carol Dweck en andere knappe koppen in de (plus)klas 2011 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com 2 http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/ theorie/heller/ 3 http://www.youtube.com/watch?v=dg5lamqotok

Nadere informatie

Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma

Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma) liggen dat omgeven wordt door een muur (de celmembraan).

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

VOEDINGSGERELATEERDE SPIERPATHOLOGIE BIJ HET PAARD

VOEDINGSGERELATEERDE SPIERPATHOLOGIE BIJ HET PAARD VOEDINGSGERELATEERDE SPIERPATHOLOGIE BIJ HET PAARD Aantal woorden: 16.215 Maartje van Dam Studentennummer: 01509924 Promotor: Prof. Myriam Hesta Promotor: Wendy Wambacq Onderdeel van de Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

OPC Klinieken Frozen shoulder

OPC Klinieken Frozen shoulder OPC Klinieken Frozen shoulder 1 Inhoud Wat is een frozen shoulder... 3 Stijf kapsel... 3 Wat merk je van een frozen shoulder... 3 De pijn straalt uit naar mijn nek, mijn arm en mijn vingers... 3 Hoe ontstaat

Nadere informatie