NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Midden-Delfland, gehouden op dinsdag 24 september, uur.

Transcriptie

1 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Midden-Delfland, gehouden op dinsdag 24 september, uur. Voorzitter Griffier : A.J. Rodenburg, burgemeester : A. de Vos Aanwezig : de heer G.J.P.J. van Dooremaal (VVD), de heer M. van der Eijk (CDA), de heer P. van Geest (VVD), mevrouw A.M.J. de Goede-van Tiel (CDA), mevrouw M.A. Hoogendijk (PvdA), mevrouw E. de Jong-Hoogendoorn (PvdA), A.J. Plooij (VVD), de heer E.N.H. Roeling (Mijn Partij), mevrouw A. Schouten-van Doorn (CDA), mevrouw E.C. Snethlage-Barnard (Mijn Partij), J.P. van der Spek (Mijn Partij), I.J. Trouwborst (OGP), mevrouw M.J.A. Vos-Pols (OGP) Afwezig : de heer A.C.M. van Bijsterveldt (CDA), mevrouw A.F. van Oord-Wiessing (OGP), de heer R.H.P. Ringeling (OGP), de heer C.M. van der Vaart (CDA) Tevens aanwezig: mevrouw C.J.M. van Nimwegen-van Wieringen en de heren H.H.V. Horlings en J.P. van Staalduinen, wethouders 1. OPENING De voorzitter: Dames en heren, ik heb de vergadering van de gemeenteraad Midden- Delfland geopend. We hebben berichten van verhindering ontvangen van de heer Ringeling, mevrouw Van Oord en de heren Van Bijsterveldt en Van der Vaart. Voor de rest is iedereen er. Ook een bijzonder hartelijk welkom als u meekijkt op de webcast of vanaf de tribune. Ik heb begrepen dat er zo meteen twee insprekers zijn. Zij kunnen het woord voeren aan het spreekgestoelte. Eén inspreker spreekt in over Den Hoorn, de ander op agendapunt REGELING DER WERKZAAMHEDEN De voorzitter: Deze bestaat uit drie lijsten: A) ingekomen stukken van het college, B) ingekomen stukken van derden en C) de beantwoording van schriftelijke vragen. Ik wil met u langslopen of de wijze van afdoening akkoord is zoals voorgesteld. Mevrouw Schouten: Ik zou graag de brief VVE toevoegen aan het onderwerp, de volgende keer, over het peuterspeelzaalwerk. De voorzitter: Ik kon u niet goed volgen. Welke brief wilt u waaraan toevoegen? Mevrouw Schouten: Ik moet het even opzoeken. De voorzitter: A101. Ik zie hem staan. De brief over de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Zoals u zegt, de VVE. U wilt die betrekken bij Mevrouw Schouten: De volgende keer, ik neem aan dat we dan het peuterspeelzaalwerk bespreken. Daar wil ik die bij betrekken. De voorzitter: Dan gaat het naar de commissie en dan loopt het in de behandelstructuur mee. Dat doen we. Dan stellen we lijst A zo vast. Dan lijst B. Wie wil daarover nog het woord? Niemand. Dan is die ook vastgesteld. Dan lijst C. De heer Roeling. 1

2 De heer Roeling: Twee vragen, en die zijn beantwoord. De eerste is Abtswoude 52 en daar had ik een aanvullende vraag op. Abtswoude 52, de meeste mensen kennen de situatie inmiddels wel. Er is geen verandering in de situatie. De beantwoording, dat wordt een soort welles-nietes. Ik denk dat ik daar als raadslid niet tussen ga zitten. Het is de opvatting van de een tegenover die van een ander. Ik ben er niet bij geweest, dus ik wil er wat terughoudend in zijn. Ik heb nog wel een vraag aan de burgemeester, over het proces tot nu toe. Zoals we allemaal weten heeft de burgemeester in zijn hoedanigheid natuurlijk bevoegdheden, af en toe, als het gaat om openbare orde en veiligheid. Tegenover die bevoegdheden staan natuurlijk ook plichten en beginselen. Met andere woorden, waar moet een bestuurder aan voldoen, wil hij tot een besluit komen. Als we het hebben over de zorgplicht jegens de inwoners, je hebt natuurlijk het evenredigheidsbeginsel, je hebt natuurlijk nogal wat dingen die ik niet allemaal ga opsommen, want dat is nogal een lijst. De vraag aan de burgemeester is feitelijk of hij van mening is dat hij altijd de juiste balans heeft gevonden tussen enerzijds de vergaande bevoegdheden waarover hij beschikt en anderzijds de plichten en beginselen waaraan hij moet voldoen. Ik zou daar graag een reactie op willen hebben. Burgemeester Rodenburg: De burgemeester kan daar ja op antwoorden. U had nog een vraag, over het andere onderwerp? De heer Roeling: Ik denk, u draagt het over aan de plaatsvervangend voorzitter, want voor je het weet, zit je natuurlijk met twee petten op. De andere vraag, dat gaat over het toenemend aantal inbraken. We hebben via de WOS-site vernomen dat het aantal inbraken schrikbarend toeneemt in de gemeente. We zijn daar verontrust over en dus hebben we de burgemeester gevraagd hoe hij dat aantal inbraken terug denkt te dringen. Vervolgens kregen we de schriftelijke beantwoording. Voordat wordt ingegaan op vragen, de feitelijke beantwoording, krijgen we een hele alinea met 'daar en daar ben ik niet verantwoordelijk voor'. Op zich is dat vreemd omdat er nog geen vraag is gesteld. Lees je verder, dan staat er dat de burgemeester niet verantwoordelijk is voor het opsporen en vervolgen. Dat kan kloppen, maar de vragen waren daar ook niet op gericht, die waren gericht op de maatregelen die je als burgemeester neemt om het aantal inbraken terug te dringen. Mevrouw De Jong: Mijnheer Roeling. Ik dacht dat we hadden afgesproken dat we schriftelijke vragen niet zouden herhalen. Ik ben me ervan bewust dat de WOS aanwezig is en dat het misschien interessant is om een punt te maken, maar volgens mij hebt u duidelijke vragen gesteld en hebt u duidelijk antwoord gekregen. Het lijkt me dus onzinnig om dat hier allemaal te gaan herhalen. De heer Roeling: Misschien dat de voorzitter dan even de afspraken die er liggen kan herhalen aan mevrouw De Jong. Er is de mogelijkheid om aanvullende vragen te stellen naar aanleiding van de beantwoording. De voorzitter: U kunt inderdaad een aanvullende vraag stellen. Maar ik wil u wel verzoeken om die vraag dan ook te stellen en niet dit agendapunt te gebruiken voor een hele verhandeling. Ik verzoek u om tot uw vraag te komen. De heer Roeling: Goed, weer twee petten. Maar het gaat er even om dat niet iedereen bekend is... De voorzitter: Nee, dat zijn geen twee petten, dat is mijn rol als voorzitter. Ik verzoek u om tot uw vraag te komen, in het belang van een ordelijk verloop van deze vergadering. De heer Roeling: Maar goed, als we dan uiteindelijk tot de beantwoording komen, dan vinden wij dat een twijfelachtige beantwoording, in die zin dat de burgemeester feitelijk 2

3 aangeeft dat er niet zo veel kan. Enerzijds wordt gewezen op de buurtpreventie. Ik denk dat dat een goed initiatief is maar dat is nou juist een initiatief van de bezorgde burger, die ziet dat er iets aan mankeert en actie onderneemt. Ik denk dat niet. Wij faciliteren dat. De voorzitter: Mijnheer Roeling, wilt u alstublieft uw vraag stellen. U neemt een inleiding, kom tot uw vraag. De heer Roeling: Het aantal inbraken vind ik toch even de moeite waard om hier te benoemen, voorzitter. Dat mag toch? Het is een serieuze zaak. U begint al over diefstallen, daar gaat het helemaal niet over, niet over een rol drop die in de winkel wordt gejat. Het gaat erom dat je daadwerkelijk bij mensen binnentreedt en spullen ontvreemdt. Vandaar de aandacht. Vervolgens zegt de burgemeester de raadsleden moesten deze informatie via de WOS vernemen dat de raadsleden de website Hoe veilig is mijn wijk? kennen. Op zich is het knap dat de burgemeester weet dat alle raadsleden die website kennen, maar volgens mij ligt de informatieplicht toch echt bij de burgemeester, zeker bij dit soort serieuze zaken. De voorzitter: Mijnheer Roeling, de laatste keer: komt u tot een vraag. Of rondt u af. De heer Roeling: Kortom, mijn vraag aan de burgemeester is: u kunt toch wel veel meer doen dan u in deze beantwoording hebt weergegeven? Want wat u nu aangeeft, is dat u feitelijk niets kunt en dat raadsleden via de website Hoe veilig is mijn wijk? hun informatie moeten zien te krijgen. Ik herhaal de vraag: de burgemeester kan toch wel meer doen dan dit om het aantal inbraken aanzienlijk terug te dringen? Burgemeester Rodenburg: Om niet een heel lange discussie te starten, kan ik eigenlijk niet anders dan terugverwijzen naar de brief. Daarin is heel helder uit de doeken gedaan wat de verantwoordelijkheden zijn en wat in het vermogen van de gemeente ligt en in dat van de burgemeester om te doen. We halen alles uit de kast, onder inschakeling van eenieder en eenieder heeft eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De mix daarvan biedt ons succes bij dit soort zaken. Meer dan dat kan ik niet zeggen. Ik meen dat wat is gesteld in de brief duidelijk is, in reactie op de vragen die u hebt gesteld. Ik ben best bereid om daar in commissieverband nog eens wat nader op door te praten. We hebben regelmatig een officier van justitie en een bureauchef, dat zijn mensen die ook echt weten hoe een en ander gaat, ook ten aanzien van inbraken. Het is een serieus punt. We hebben soms te maken met een forse toename. Door de kleine aantallen, waar het hier steeds om gaat, is de toename procentueel altijd fors. Dat neemt niet weg dat iedere inbraak er een te veel is, maar het is wel ontzettend moeilijk om daar een trend in te herkennen. Zoals de raad is verteld op de informatieavonden, wordt bij iedere inbraak nagegaan of er een trend waarneembaar is. Als er ergens een aanleiding om te kijken hoe het kan worden opgelost dan zijn de opsporingsmensen daarmee bezig. Maar dat is wel een verantwoordelijkheid van de officier van justitie, en daarom hebben we dat zo in de brief opgeschreven. Dat is mijn antwoord. De heer Roeling: Ik kan kort zijn: de maatregelen die hier op papier staan, zijn voor ons ontoereikend. Dan ben ik er kort gezegd mee klaar. De voorzitter: Dank u wel. Dan stel ik vast dat de lijsten zijn afgehandeld. Lijst A wordt gewijzigd vastgesteld. De lijsten B en C worden ongewijzigd vastgesteld. 3. SPREEKRECHT VOOR BELANGSTELLENDEN De voorzitter: Er hebben zich twee insprekers gemeld. De eerste is mevrouw Ammerlaan, over het bestemmingsplan, de tweede is de heer Keesmaat. 3

4 Mevrouw Ammerlaan: Ik ben Marleen Ammerlaan-Kalkman, mede-eigenaar van het glastuinbouwbedrijf Ammerlaan orchideeën, gelegen achter het woonhuis aan de Woudseweg 142. Het college heeft u voorgesteld om vooralsnog niet in te gaan op het verzoek van de eigenaren van deze woning om daar de bestemming burgerwoning aan toe te kennen. In de argumentatie die u nu van het college hebt ontvangen, is niet specifiek meegenomen dat ons bedrijf gehinderd wordt in de bedrijfsvoering zodra de betreffende woning de bestemming burgerwoning zou krijgen. Die hinder ontstaat doordat diverse milieueisen, zoals die voor geluid, zijn gerelateerd aan de afstand tussen een bedrijf en een woonhuis met de bestemming burgerwoning. Daarom wil ik u vragen om nu en in de toekomst niet in te stemmen met de bestemming burgerwoning voor dit woonhuis. Mevrouw Vos: We hebben ook gesproken over plattelandswoning. Een vraag uit interesse: weet u wat een plattelandswoning inhoudt en wat voor gevolgen dat zou hebben voor uw bedrijf? Mevrouw Ammerlaan: Een plattelandswoning betekent dat er particulieren mogen wonen, maar dat ze niet het bedrijf mogen hinderen in de bedrijfsvoering. Dat was dus eigenlijk een goede oplossing. De voorzitter: Ik kijk wel even naar de agenda. Dit onderwerp staat geagendeerd als hamerstuk, dus als u nader behoefte voelt dat te bespreken, moeten we dat bij het vaststellen van de agenda doen. Anders blijft het als hamerstuk staan en dan ontvangt mevrouw in principe geen reactie meer op haar inbreng. De heer Trouwborst: Ik heb een korte vraag, maar het kan ook tijdens het vaststellen van de agenda. Mevrouw De Jong: Een voorstel van orde. We kunnen het wel weer als bespreekstuk gaan zetten, maar volgens mij wordt er in het besluit van uitgegaan dat het een plattelandswoning wordt. Dan hoeft het toch niet meer te worden besproken? De voorzitter: Ik stel voor dat we dat zo meteen bepalen, bij het vaststellen van de agenda. Ik geef het woord aan de heer Keesmaat. De heer Keesmaat: Mijn naam is Hans Keesmaat, ik ben inwoner van Den Hoorn. De vraag, ik sta verbaasd over het winkelcentrum in Den Hoorn. De gemeente Midden-Delfland heeft een rapport laten opstellen door Bas Consultant. Ik neem aan dat elk gemeenteraadslid dat heeft gezien. Daar staat in dat er ruimte is voor winkeloppervlakte in de foodsector van 600 m 2 en ik verbaas mij erover dat de wethouders nu 1100 m 2 meer willen gaan bouwen, terwijl dat hele rapport dan eigenlijk niets waard is. Dit gaat eigenlijk ten koste van de ondernemers, want het klimaat dat dan gaat ontstaan is ongezond. De voorzitter: Dank u wel. Ik denk dat er nog wel een reactie volgt uit de gemeenteraad dan wel uit het college. 4. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA De voorzitter: Kunt u akkoord gaan met de agenda zoals die voorligt? Hierbij komt even het punt terug dat we hadden en marge ten aanzien van hamerstuk dan wel bespreekstuk van agendapunt 5D. U wilt het als hamerstuk zo houden? Dat is uw aller wens? Dan kan de agenda zo worden vastgesteld. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 5. HAMERSTUKKEN 4

5 a Voorstel Bestemmingsplan Den Hoorn (op basis van uitspraak RvS) b Voorstel Verklaring van Geen Bedenkingen Hooipolderweg c Voorstel aanwijzing lokale publieke media-instelling WOS d Voorstel afdoening verzoek fam. Ammerlaan tot wijziging perceel Woudseweg 142 te Schipluiden e Voorstel tot het vaststellen van de notulen vorige vergadering d.d. 25 juni/2 juli 2013 Zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de voorliggende voorstellen vast. 6. RAADSINFORMATIEBRIEVEN OVER KEUZE ONTWIKKELAAR CENTRUM DEN HOORN De voorzitter: Ik heb begrepen dat iedereen op dit onderwerp het woord wil voeren. Het is op verzoek van OGP en Mijn Partij geagendeerd. Het ligt in de rede dat u het eerst het woord krijgt en daarna de andere raadsfracties. Mevrouw De Jong wil graag het spits afbijten. Mijnheer Trouwborst, u krijgt als eerste het woord. De heer Trouwborst: Het klopt dat OGP en ook Mijn Partij vanavond hebben gevraagd dit agendapunt te bespreking te brengen. Wat mij betreft is het niet zo dat wij vanavond ergens over dienen te besluiten, want daarvoor was de input in de commissievergadering ook niet bedoeld. Wel om dit onderwerp op de agenda te krijgen. Dat is gelukt, waarvoor dank. De aanleiding is helder. Er is grote boosheid en onbegrip bij burgers en ondernemers. In de commissie hebben we dat besproken. We constateren dat wat door de wethouder beloofd en toegezegd is, namelijk de klankbordgroep actief betrekken bij de planvorming en uitvoering, net als bij de totstandkoming van de Dijkshoornseweg, niet is uitgevoerd. Dat is een politieke zonde. Achteraf informeren is dan een klap in het gezicht van betrokken inwoners en ondernemers. Het effect hebben we kunnen zien. Nog schrijnender is dat de wethouder aangeeft dat het goed is verlopen en dat het alleen maar om de uitkomst gaat. Hij stelt voor om het nogmaals uit te leggen. Einstein zei hierover het volgende: "De definitie van waanzin is: steeds hetzelfde doen en een andere uitkomst verwachten." Daarmee komen we niet nader tot elkaar, en dat is wel het doel dat de OGP vanavond met dit onderwerp heeft. We constateren dat er nu niet wordt gecommuniceerd, maar gezonden. Eenieder zendt zijn eigen boodschap, maar ontvangt en verstaat de ander niet. De OGP ziet twee richtingen. De ene richting is: maak een pas op de plaats, ga luisteren naar elkaar en beoordeel gezamenlijk hoe we wel verder kunnen. De andere richting: druk het plan toch door, want het is een goed plan; ze begrijpen het alleen niet. Zoals u zult begrijpen, gaan wij voor de eerste richting, en we zullen aangeven hoe we dit vorm willen geven. Waarom? Het loopt nu niet goed. Zo'n ingrijpend plan kan in onze ogen alleen worden uitgevoerd met draagvlak van directbetrokkenen. We zullen in de tweede termijn dan ook een motie indienen die het college oproept hier invulling aan te geven. Kijk naar het proces rond de Dijkshoornseweg: de klankbordgroep heeft hier actief meegedacht en meegewerkt, vooraf, tijdens en bij de uitvoering. Het resultaat: geen bezwaren en de plannen zijn binnen een jaar gerealiseerd. Uiteindelijk versnelt zo'n route het proces alleen maar. Wat nu ontbreekt in de criteria is hoe de belangen van de huidige winkeliers en de omwonenden worden vormgegeven. Zonder dit criterium ga je geen gezamenlijk plan realiseren. Het is namelijk voorwaardenstellend. Zoals aangekondigd, komen we hier met ons voorstel. Ten eerste: bevries het vastgelopen proces. Benoem een groep van wijze mensen, die een analyse gaan maken, met als doel om helder te maken wat er nodig is om van het vervolg een gezamenlijk proces te maken. Een prachtige bijvangst is wat er nu niet goed is gegaan, dat kan worden ingezet bij de centrumplanontwikkeling in Schipluiden en Maasland. Maak helder wat nodig is om er een gezamenlijk proces van te maken, zei ik. Dan zal het gaan over het proces maar ook over de inhoud. Wij hebben hiervoor wat namen beschikbaar, maar dit kan bijvoorbeeld ook met een delegatie van de klankbordgroep. Dat is de uitwerking. Ten derde, we verwachten 5

6 aanbevelingen waar alle partijen zich vervolgens ook aan zullen conformeren. Daarna worden de aanbevelingen uitgevoerd, met de neuzen dezelfde kant op. Dat kost wat tijd, maar dat verdient zich ruimschoots terug. Voordat wij verder inhoudelijk willen ingaan op de verdere plannen, willen wij eerst een antwoord van de wethouder op zijn zienswijze op ons voorstel. Daarnaast willen wij van de wethouder horen wat de uitkomst is van alle gevoerde individuele gesprekken van de afgelopen week. Wat is de uitgesproken wens van de ondernemers? Wat wil het college daarmee doen? Ten slotte: wat is het het college waard om er met ondernemers en omwonenden uit te komen? De heer Roeling: Ik denk niet dat we het hele verhaal dat we tijdens de commissiebehandeling hebben doorgesproken door moeten nemen. We hebben de tijd even afgewacht, we hebben weinig tot geen nieuwe informatie ontvangen in de tussenliggende periode. Ook wij zitten met veel vragen. Ik zou daar graag een antwoord op willen zien. En nogmaals, zoals wij tijdens de commissiebehandeling ook hebben gezegd, wij zijn niet aan een beoordeling van beide plannen toegekomen. Ik lees van andere mensen andere dingen, maar wij zitten nog steeds met het proces dat tot nu toe is gevoerd. Daar willen we vanavond nog een paar vragen over stellen. Een vraag is, er is een visie vastgesteld door deze raad. In die visie is opgenomen dat er wordt gewerkt aan een masterplan. Dat masterplan is in, ik meen mei dit jaar, in de commissie geweest en vervolgens zou dat ter inzage worden gelegd. Die inzage is niet aan de orde geweest en dan sluit ik een beetje aan bij wat de vorige spreker zei, dat het qua communicatie en vooral qua het participeren van de huidige ondernemers, omwonenden en andere belanghebbenden, dat die daar ook een rol in kunnen spelen. Kortom, onze vraag is waarom het college bewust heeft afgezien van het nakomen van met de raad gemaakte afspraken, die er liggen met ondernemers. Ik weet dat ondernemers niet de gemeenteraad zijn, maar het is toch met name voor hen dat we hier in de weer zijn. En met name ook waarom bijvoorbeeld door een van de ontwikkelaars op het laatste moment een rapport wordt aangeboden, waarin wordt gesproken over gedaan onderzoek naar een tweede supermarkt en dat die mogelijkheid er is. Dat is natuurlijk een totaal ander onderzoek als dat we in 2011 hebben laten uitvoeren, dat ging over waar behoefte aan is. Daar kwam niet uit dat dat een Jumbo moest worden, of wat dies meer zij, hooguit dat er een discounter zou kunnen komen. Maar op het moment dat je opdracht geeft aan een ontwikkelaar die daar graag wat wil gaan doen, dan is het een soort formuleren naar een conclusie. Je kunt dan op je vingers natellen dat de conclusie zal zijn dat er inderdaad ruimte is voor een tweede supermarkt. Dat is wat ons betreft niet aan de orde. Wij baseren ons nog steeds op de voorgaande rapporten. Wij zien daar geen vreemde dingen in. De ontwikkelingen houden gelijke tred met wat daar staat, dus daar zien we geen veranderingen in. Een ander punt is de klankbordgroep. Ik heb inmiddels begrepen dat de klankbordgroep tegen de gang van zaken is, maar dat er in feite nooit notulen zijn opgesteld. Het valt dan niet mee om vervolgens nog een keer als klankbordgroep te zeggen dat dat is besproken en dat dat op papier staat. Dat zijn jammere dingen. Een vraag bij elke variant, hoe we ook in de toekomst verdergaan, is de vraag naar de omgang met de kosten. De eerste vraag is eigenlijk hoe het college tot die 1,75 miljoen is gekomen, die uitvraag die is gedaan. Waar is die op gebaseerd? Want we zitten wel met een investering van 6 miljoen, om en nabij, waar we dan 1,75 miljoen voor terugkrijgen. Dat is natuurlijk geen goede deal en het tekort, daar hebben we geen financiële ruimte voor. De grondexploitatie zit op nul, daar kunnen we ook niet meer uit putten, dus we zijn benieuwd, hoe dat proces ook vervolgd mag worden, hoe het college dat miljoenentekort denkt te gaan dekken. Ik denk dat we het meeste wel gehad hebben, voorzitter. We hadden nog een beetje hoop dat de VVD mee zou doen. De heer Van Dooremaal begon er in de commissie over dat de communicatie waardeloos was, 'bijna autistisch'. Dat zijn kwalificaties. Niettemin lazen we een paar dagen later in de krant dat de VVD toch volledig achter het college staat. Ik kan dat 6

7 niet rijmen, dat je enerzijds zegt dat de communicatie 'waardeloos, bijna autistisch' is, maar dat je dan wel breed achter het college gaat staan. Mevrouw De Jong: Reeds lang geleden, voordat ik deel ging nemen aan de politiek was de ontwikkeling van het centrum van Den Hoorn een belangrijk item. Er is de afgelopen zeventien jaar heel veel gepasseerd. Twee jaar geleden, na de laatste uitspraak van de rechter, leek er schot in de zaak te komen. Het opknappen van de Dijkshoornseweg, waarbij ondernemers en omwonenden na de besluitvorming door raad en college waren betrokken, zorgde voor positieve ontwikkelingen. Nu is er een andere fase ingezet: de bouw van een grotere supermarkt. Grond van de gemeente is daarbij inzet, en omdat bleek dat er belangstelling uit de markt was, is aan grote projectontwikkelaars en consortia gevraagd om voor 1 juli 2013 plannen in te dienen. Hierbij is het belangrijk een aantal dingen duidelijk te maken, die blijkbaar en dat mogen we als een tekortkoming in de communicatie zien niet goed zijn overgekomen bij ondernemers en inwoners. Het besluit van toekenning wordt altijd genomen door het college, niet door inwoners en niet door ondernemers. Dat kan ook niet, want de gemeente werkt met gemeenschapsgeld en kan geen voorkeur uitspreken welke ondernemer of supermarkt zich daar mag vestigen, maar dient te kiezen voor het beste plan. Economisch haalbaar en betaalbaar, passend in de omgeving en een goede keus voor alle inwoners. Dat is hoe de markt werkt. Natuurlijk kunnen ondernemers, bewoners klankbordgroepen et cetera worden betrokken en inspraak hebben over de uitwerking van die plannen. Prima, maar laten we wel duidelijk zijn: burgerparticipatie houdt niet in dat je je zin krijgt, of besluitvorming van tafel kunt vegen. Die besluitvorming is weloverwogen tot stand gekomen en in het vervolg van het proces worden dan, net als bij de inrichting van de Dijkshoornseweg, de klankbordgroep, de bewoners en ondernemers betrokken. De PvdA Midden-Delfland is daar nooit onduidelijk over geweest. Wij vertellen liever een realistisch verhaal. Wie dat nu niet doen, zijn de oppositiepartijen. Geen van beide laat zich uit over welk plan dan ook. Zij houden de kaarten achter de rug, want als er gekozen moet worden, is er best kans op dat zij ook uitkomen op het plan van Waaijer/Jumbo, puur al vanuit economische redenen. Inwoners en ondernemers verwijten de gemeente vaak niet zakelijk te werken: 'Als de gemeente een bedrijf zou zijn, dan '. In dit geval wordt - een goed en zakelijk besluit genomen; - zorgvuldig omgesprongen met gemeenschapsgeld; - wordt er gekozen voor een plan dat past in de dorpse uitstraling; - gekozen voor een plan waardoor veel inwoners, die nu in Delft winkelen, hopelijk terugkeren naar Den Hoorn; - gekozen voor een plan waarmee we snel kunnen starten en niet hoeven te wachten op verkoop van een aanzienlijk deel van de woningen; - gekozen voor een financieel haalbaar plan ; - gekozen voor een plan waarin de Dijkshoornseweg niet wordt teruggebracht tot een woonstraat, waarbij bestaande winkeliers blijven en er hopelijk kan worden gezocht naar uitbreiding; - gekozen voor een plan dat meer winkelend publiek naar het centrum haalt. Van belang is dat de ontwikkelingen nu snel gaan. Niemand wordt er beter van als er bijvoorbeeld een supermarkt zou verschijnen in het Delftse deel van de Harnaschpolder. Dit is alleen te voorkomen door het centrumgebied van Den Hoorn nu goed te ontwikkelen. Realistisch en duidelijk zijn wekt niet altijd de meeste sympathie. Wij beseffen dat, maar weigeren van ons principe af te wijken. Wat de oppositie nu doet, is wat zij vaker probeert: stemming maken voor electoraal gewin. Steeds hetzelfde doel, hetzelfde proces en dan een andere uitkomst verwachten. Dat is niet realistisch. De heer Trouwborst: Waar baseert u het op dat de oppositie aan stemmingmakerij doet? Mevrouw De Jong: Als ik mijn verhaal verder afmaak, zal ik dat verklaren. U gaat namelijk op geen moment in op welk plan het beste zou zijn. U wilt alleen over het proces praten. 7

8 Zoals u zelf net al zei, het voor de zoveelste keer een proces herhalen, zegt niet dat er een andere uitkomst zal zijn. Als je mensen vraagt of ze akkoord gaan met 'proces opnieuw maar uitkomst hetzelfde', dus Waaijer/Jumbo, zijn er heel veel winkeliers die zeggen dat dat niet de bedoeling is. Burgerparticipatie op zich is prima, maar dat is niet een doel op zich. Mocht het proces worden overgedaan dan zijn we een jaar verder en daarna hebben we kans dat de we op dezelfde keus uitkomen. Stemmen halen uit boze ondernemers en inwoners en daarbij wat wij vinden, valse verwachtingen wekken om vervolgens tot dezelfde conclusie te komen. Dit misbruik van burgerparticipatie geeft de politiek pas een slechte naam. Als de OGP en Mijn Partij ervan zijn overtuigd dat het anders moet, nodig ik ze hierbij uit een duidelijke uitspraak te doen over welk plan zij dan zouden kiezen, met een duidelijke argumentatie. Alleen de uitspraak dat er inwoners en ondernemers zijn die het andere plan willen dan kijk ik even naar de ruim 200 aanwezigen in De Hoornbloem, wat dus wil zeggen dat er 5800 inwoners niet aanwezig waren, die misschien een ander idee hebben. Het proces overdoen is dus wat ons betreft de slechtst denkbare oplossing Een jaar vertraging kunnen we nu niet meer hebben. Door de oppositie wordt gesteld dat er dan een breder draagvlak zou zijn. Wij betwijfelen dat. Laten we duidelijk zijn, we begrijpen de teleurstelling van een aantal winkeliers, en we hopen dat het college in staat is apart met hen te praten en te kijken welke mogelijkheden er dan zijn: mogelijkheden om op de Dijkshoornseweg verder uit te breiden en de winkeliers mogelijkheden geven om uit te breiden en ook om het parkeerprobleem op te lossen dat wel degelijk aanwezig is en zal blijven. Een nieuw proces verandert hier niets aan. We zouden het toejuichen als we er met zijn allen uit zouden komen en de twee ontwikkelaars samen aan tafel gaan om tot een optimale ontwikkeling van het hele gebied te komen. Wij dienen daar, samen met de andere coalitiepartijen een motie toe in. U mag die voorlezen, maar u mag ook eerst de andere partijen het woord geven. De voorzitter: Het proces is als volgt: als een motie wordt overhandigd, wordt die terstond voorgelezen. Motie 1 "De raad van de gemeente Midden-Delfland, in vergadering bijeen op 24 september 2013; constaterende dat: - op 31 januari 2012 de visie Centrum Den Hoorn is vastgesteld; - dat hierin het uitgangspunt is opgenomen om het centrum van Den Hoorn door te ontwikkelen tot een kwalitatief hoogwaardige dorpskern met een aantrekkelijk winkelcentrum; - dat het college voor de ontwikkeling van een tweede supermarktlocatie heeft gekozen voor het plan Waaijer/Jumbo; is van mening dat: - het plan Waaijer/Jumbo een goede basis is om de dorpse structuur van Den Hoorn te versterken door een verbinding aan te brengen met de bestaande detailhandel aan de Dijkshoornseweg; - deze verbinding de aantrekkelijkheid en vitaliteit van het winkelgebied vergroot; - bij de verdere uitwerking vertegenwoordigers van ondernemers, representatieve inwoners uit Den Hoorn en relevante marktpartijen door Waaijer/Jumbo en de gemeente betrokken moeten worden; - er een goed proces doorlopen is wat vooraf voor alle participanten duidelijk was, maar dat de communicatie over dit belangrijke Centrumproject van Den Hoorn verbetering behoeft; - voortgang zeer gewenst en noodzakelijk is, in het belang van het groeiende dorp Den Hoorn; 8

9 - het plan Waaijer/Jumbo op dit onderdeel vele malen beter scoort doordat het plan na afronding van de planfase direct gerealiseerd kan worden (in tegenstelling tot het plan Leijten/Plus waarbij eerst 70% van de appartementen verkocht moet zijn). verzoekt het college om: - uiterlijk voor de raadsvergadering van 10 december 2013 een verder uitgewerkt ontwerp van het plan Waaijer/Jumbo aan de raad voor te leggen. - bij de uitwerking van het ontwerpplan Waaijer/Jumbo nadrukkelijk ondernemers en inwoners via participatie te betrekken en zorg te dragen voor communicatie met ondernemers en inwoners. Bij de aanbieding aan de gemeenteraad van het ontwerpplan Waaijer/Jumbo inzicht te geven over het verloop van het participatieproces en de communicatie. - bij dit ontwerpplan ook te beschrijven op welke wijze de bestaande branchering aan de Dijkshoornseweg versterkt kan worden, dan wel kan uitbreiden indien daar behoefte toe bestaat. en gaat over tot de orde van de dag." De heer Van Dooremaal: Ja, het centrumplan Den Hoorn. Er is al een woordje over gewisseld en jammer genoeg nog niet voldoende en jammer genoeg is er niet goed geluisterd. Ik heb laatst de opmerking gemaakt dat het erop lijkt dat sommige mensen op 'zenden' staan, net als een kapotte portofoon. Ze luisteren niet. Dat is erg jammer. Dat blijkt ook uit de woorden van de heer Roeling over mijn betoog in de commissie. Ik heb in de commissie een aantal zeer duidelijke kritische vragen gesteld. Ik heb nooit gezegd dat ik er tegen was, of wat dan ook, ik wilde gewoon meer weten. Op al die vragen is antwoord gekomen, en een goed antwoord. Dus dat is het probleem niet; ik begrijp niet waar u dan naar toe wilt als u denkt daar uit te halen dat ik tegen zou zijn geweest. De heer Roeling: Ik heb ook niet gezegd dat de VVD voor was, maar op het moment dat je met vragen zit, stel je die eerst en vervolgens kom je met kwalificaties, over de antwoorden. Wat u deed, uw eerste zin was 'waardeloos, bijna autistisch'. Ik bedoel, u hebt helemaal geen antwoord van het college afgewacht, u kwam met een kwalificatie. U had geen antwoord nodig, u had uw oordeel al klaar. Dan vind ik dat, als je dat vindt, je daar je rug recht bij moet houden en zeggen dat je alleen al op basis van de gebrekkige communicatie ik zal uw termen niet herhalen vindt dat het opnieuw moet. Dat hebt u niet gezegd. De heer Van Dooremaal: Speciaal voor de heer Roeling zal ik het dan nog een keer uitleggen. Je kunt nog zo'n goed plan hebben en daar helemaal achterstaan, op het moment dat je het niet goed brengt, is de communicatie waardeloos. Dat kan op een gegeven moment zelfs autistisch zijn. Dat heb ik gezegd, niets over de inhoud van het plan. Over de inhoud van het plan heb ik vragen gesteld en ik heb een kwalificatie gegeven aan de communicatie. Dat zijn twee losstaande zaken. Als u dat niet hebt begrepen is dat jammer en misschien heb ik me verkeerd uitgedrukt, maar zo was het en niet anders. Wat wij willen dus kiezen, is wat wij denken dat het beste is voor de burger. Een verscheidenheid in winkelaanbod, een heel belangrijk iets binnen deze gemeente want dat ontbreekt er nogal aan in het algemeen. Als je naar andere gemeenten kijkt, van de zomer heb ik me daar best een beetje over gebogen toen ik door Nederland trok, dan zie je toch dat in vergelijkbare gemeenten, vergelijkbare dorpskernen, in grootte bedoel ik dan, dat er dan toch altijd supermarkten zijn, plus andere winkels. Dat zou hier ook goed zijn. Het tweede rapport van Bas wijst dat ook uit. In de vraagstelling in de commissie heb ik gevraagd wat het verschil was tussen die twee rapporten. Nu blijkt, dat heeft de wethouder duidelijk geantwoord, dat in het eerste onderzoek van Bas, dat door de gemeente was aangevraagd, er sec binnen de gemeentegrenzen is gekeken en dat de combinatie Waaijer/Jumbo over die gemeentegrenzen heeft gekeken. Daar zijn ze natuurlijk vrij in, dat mogen ze en als ze daar potentieel zien, dan is dat goed en als ze dat op papier zetten, is 9

10 dat wat ons betreft goed. Wij vinden dus dat die consument, binnen de gemeentegrenzen, het dorp in dit geval, een keuze verdient. Ze moeten kunnen kiezen waar ze gaan winkelen. Als je met bewoners praat, niet in een winkel, maar buiten het winkelcentrum, dan komen ze daar ook mee, dat dat best goed zou zijn, dat hoef je ze niet in de mond te leggen. Daarnaast is het natuurlijk ook erg belangrijk dat ondernemers die nu aan de Dijkshoornseweg zijn gevestigd, of om de hoek, of waar dan ook, wel de ruimte krijgen om uit te kunnen breiden. Dat hebben we ook gevraagd, de wethouder heeft toegezegd dat te inventariseren en dat hij daar dan met een plan voor zou komen. Dat is al plan 3 genoemd: het eerste plan is de Dijkshoornseweg, het tweede de nieuwe supermarkt met de bebouwing eromheen, het derde plan de uitbreiding en versterking van de winkels op de Dijkshoornseweg. Wij willen die Dijkshoornseweg wel als winkelstraat behouden. We hebben daar net een behoorlijke investering gedaan, en die moet niet teniet gaan omdat die winkels daar worden weggezogen als daar dus een ander plan wordt neergezet. Dan even over het proces van de Dijkshoornseweg, dat wordt regelmatig vergeleken. Nou denk ik sowieso dat het vernieuwen van een straat en het aanleggen van een winkelcentrum niet helemaal vergelijkbaar is. Aan de andere kant, ook daar werd eerst de beslissing genomen over wie het gaat doen en vervolgens was er inspraak over hoe het laatste stuk werd ingevuld. De heer Trouwborst: Dat is feitelijk onjuist, wat u daar stelt. Het is zo dat vooraf de klankbordgroep is betrokken, die heeft zelf partijen mogen aandragen. Ze hebben zich mogen uitspreken over de aanbieders die er lagen. Dat zij niet beslissen, dat is evident, maar wel dat hun inbreng daarbij is gewogen. Dus wat u zegt, is pertinent niet juist. De heer Van Dooremaal: Het is wel juist dat de beslissing niet door de inspraak is genomen. Die is genomen door het college, op dat moment. En dat hebben we ook te horen gekregen. Mevrouw De Jong: Even richting de heer Trouwborst, je kunt moeilijk verwachten dat een klankbordgroep consortiums kan aandragen. Dit is een heel andere situatie, of je een ontwikkelaar vraagt om een straat op te knappen of je vraagt een bedrijf om een heleboel geld te investeren om een winkel te bouwen. De heer Trouwborst: Een voorstel van orde. Moet ik nu reageren op een interruptie mijnerzijds, of moet ik mijn interruptie aan de heer Van Dooremaal doen? De voorzitter: Ja. Dat is een uitdaging. Zegt u wat u zeggen wilt. De heer Trouwborst: Ik zal eerst reageren op mevrouw De Jong, dan zal ik mijn interruptie plegen. Ik moet even teruggaan, want nu moet ik op twee fronten schakelen. De keus voor een consortium is een andere dan voor de Dijkshoornseweg, dat is zeker. U hoort mij ook niet zeggen dat dat exact hetzelfde is. Waar het wel om gaat is, en dat hebben we in mei wederom gevraagd en de wethouder heeft dat ook toegezegd, dat we aan de voorkant de klankbordgroep erbij zou worden betrokken. Dat consortiums worden uitgenodigd, sterker nog, er is een soort van prijsvraag uitgeschreven en daar is op gereageerd daar heb je je inbreng niet, dat snap ik. Acht partijen hebben zich gemeld daarbij prima verhaal. Waar het om gaat is, als je het hebt over het opstellen van criteria of een jury, dat zijn processen die aan de voorkant starten. Dat het college besluit dat gewoon niet te doen, terwijl het heeft gezegd het proces vergelijkbaar te doen als dat aan de Dijkshoornseweg en dan concludeert dat informeren achteraf hetzelfde is, dan doen wij toch totaal iets anders. En dat is precies hetzelfde in reactie, als interruptie op van de heer Van Dooremaal. Het gaat niet om informeren achteraf maar betrekken vooraf, en dat is toegezegd. 10

11 De heer Van Dooremaal: Het innoveren dan wel uitbreiden van de ondernemers aan de Dijkshoornseweg is wat ons betreft een zeer zwaar punt. Daar hebben we toezeggingen van gekregen door de wethouder en we gaan ook monitoren of dat inderdaad zo gaat gebeuren. Want we willen wel dat die ondernemers alle ruimte krijgen om te doen wat ze graag willen doen en dat is zaken doen en geld verdienen. En dat is wel belangrijk, vooral in deze tijd. Wij zijn nog steeds van mening dat er nog mogelijkheden zijn voor de tweede combinatie om bij dit plan aan te sluiten. Dat er gewoon op het eigen stuk van die combinatie dat er nog steeds wat wordt gebouwd. Ik zo het op prijs stellen dat de andere combinatie dat heb ik volgens mij in de commissie ook gezegd de knopen telt en meedoet in dit plan. Dan kan er meteen wat worden ingevuld, dan houden we niet, wat al te veel jaren het geval is geweest, een stukje terrein dat braak ligt maar dat het in een keer netjes gaat. En dan kunnen daar een aantal woningen worden gebouwd, en daarvan kan rustig met de bouw worden gewacht tot 70% is verkocht. Dat is iets wat we niet bij het winkelcentrum willen, we willen dat daar wordt gebouwd op het moment dat de vergunning loskomt. Dat is iets wat, blijkens de antwoorden van de wethouder in de commissie, door de combinatie Waaijer/Jumbo is toegezegd. De motie heeft u al voorgelezen, voorzitter, wij staan daar uiteraard achter. Onze handtekening staat er onder. Mevrouw De Goede: Als je als laatste spreker bent, is er natuurlijk al veel gezegd. Toch wil ik over dit onderwerp, dat al zoveel jaren speelt, toch ook wat zeggen. Ik wil herhalen, dat hebben we de afgelopen jaren al vaak gezegd, het CDA wil een gezond winkelcentrum, een levendig centrum en een goed winkelbestand, versterking van de dorpse sfeer, dat we ons als dorp onderscheiden van de omliggende steden en winkelcentra. We willen iets kleinschaligs, passend bij de omgeving, een versterking van de Dijkshoornseweg. Zaken die in 2000 al in een visie zijn opgenomen. Sindsdien, na dat jaar, is er veel gepraat en onderhandeld. Dat heeft zelfs tot rechtszaken geleid maar niet tot de beoogde versterking van de winkels. Het heeft heel veel tijd gekost en heel veel geld, ook van de gemeente Midden-Delfland. Het CDA is dan ook blij dat de impasse is doorbroken en dat het college heeft doorgepakt met een marktconsultatie en het marktpropositietraject. De kaders hiervoor zijn gesteld en criteria zijn vastgesteld. Het college heeft een keus gemaakt, met argumenten onderbouwd en gecommuniceerd. Maar nu zijn er problemen over het proces. Ik hoor steeds de vergelijking met het proces bij de Dijkshoornseweg, dat door velen als een goed traject is ervaren. Er zijn overeenkomsten tussen beide processen. In beide is er een inbreng van een klankbordgroep, waarin ook vertegenwoordigers van de winkels en van de bewoners zitten. Die inbreng van de klankbordgroep wordt gehoord, maar dat wil niet zeggen dat zij het besluit nemen. In beide processen is er gelegenheid tot inbreng bij de uitwerking van de plannen tot een voorlopig ontwerp. Dit om samen tot een zo optimaal mogelijk plan te komen. Voor de centrumontwikkeling zijn we nu op dat punt aangekomen. In de commissie hebben we daarover al een toezegging gehoord van het college, en die wil ik nu graag horen herhaald, omdat ik de indruk heb dat hier een deel van de pijn zit. Er is ook een verschil in de rol van de bewoners en de ondernemers voor het collegebesluit over de selectie. Bij de Dijkshoornseweg ging de voorkeur van het college en die van bewoners en ondernemers uit naar hetzelfde bureau. Nu is de voorkeur anders dan van het college. Dit is een tegenstelling in de selectie van toen en de selectie nu bij de centrumontwikkeling. Maar nu spelen er zoveel meer aspecten dan bij de inrichting van een straat. Meer aspecten kunnen ook tot een andere afweging leiden, en dat is hier gebeurd. Communicatie is iets subjectiefs. Wat de een voldoende vindt, is voor de ander volstrekt onvoldoende. Terugkijken moeten we constateren dat dat misschien wel beter had gekund, maar voor het CDA is dat onvoldoende reden om het hele proces opnieuw op te gaan starten. Resumerend: wij vinden dat Den Hoorn een goed centrum verdient. Aan de hand van de argumentatie die het college heeft gegeven over zijn keus, kunnen wij die keus ondersteunen. Inwoners en ondernemers wachten al lang op een aantrekkelijk winkelgebied. Nu moeten we gezamenlijk tot een goed ontwerp gaan komen. Het CDA doet daarom een 11

12 oproep aan het college om dat gezamenlijk op te pakken. Participatie, het woord is al over tafel gegaan, nu is het moment om tot een voorlopig ontwerp en daarna tot een definitief ontwerp te komen. Ik doe ook een oproep aan andere belanghebbenden om mee te denken. Nu is het moment van de participatie. En ik doe ook een oproep aan de ontwikkelaar van het plan-waaijer en de ontwikkelaar met de grondpositie om samen in gesprek te gaan. Goede samenwerking zou wel eens kunnen leiden tot een nog beter centrum, met een nog grotere aantrekkingskracht op de omgeving. Ten slotte wil ik ook een oproep doen aan mijn collega's. Zij hebben zich weliswaar nog niet uitgesproken over een keuze en ze hebben moeite met het proces, maar ik doe toch een oproep om constructief verder te denken over hoe het centrum van Den Hoorn van de grond kan komen. De voorzitter: Ik meld en passant even dat de motie ook in de ipad terecht is gekomen. Ik kijk even naar de wethouder. Er zijn aardig wat vragen en bespiegelingen over tafel gegaan: kunt u hier direct op antwoorden? Of vraagt u een paar minuten om de stukken bij elkaar te leggen? U kunt gelijk beginnen. Ik stel voor dat we dat dan doen. Daarna kunnen we dan kort pauzeren, dan kan iedereen zijn mind opmaken over wat is ingebracht. Wethouder Horlings: Er is inderdaad veel gezegd, maar ik hoop dat ik voldoende structuur in mijn verhaal heb zitten om op de diverse opmerkingen die zijn gemaakt te reageren. Ik wil toch maar eens herhalen het belang van het thema waar we vanavond over spreken, het centrum van Den Hoorn, de ontwikkeling van het winkelgebied dat al jarenlang, haast decennialang lang achterblijft bij de ontwikkeling van de woningbouw en de behoefte om dat centrum mee te laten ontwikkelen, zodat het aantrekkelijker is voor de bewoners van Den Hoorn, zodat er een groter en aantrekkelijker winkelaanbod is waar de bewoners gebruik van kunnen maken, een betere binding van de koopkracht voor winkeliers, gunstig voor degenen die daar al een bedrijf hebben en ook gunstig voor diegenen die zich willen vestigen aan de Dijkshoornseweg, zodat Den Hoorn beter gaat functioneren als een vitaal dorp naast de stad. Daar zijn we het allemaal over eens, maar het is denk ik goed dat nog eens te herhalen want daar doen we het allemaal voor. Het is denk ik altijd goed om zicht te houden op waarom we het allemaal ook al weer deden. Er is jarenlang over gesproken met anderen hebben daar ook over gesproken een ontwikkelaarscombinatie Van Leeuwen/Plus. Die samenwerking eindigde twee jaar in een juridische procedure, waarna de gemeente naar het oordeel van de rechter vrij was om te komen tot planvorming met welke partij dan ook, uitgaande van de eigen grondpositie op de hoek van Dijkshoornseweg/Hof van Delftstraat. Wij zijn toen een traject van marktconsultatie ingegaan, met als vraag of onze ambitie realistisch is, of de markt belangstelling heeft voor datgene wat wij eigenlijk voor ogen hebben. Daarmee zochten wij dus een bevestiging vanuit de markt van datgene wat in allerlei onderzoeken was uitgezocht en geconcludeerd. De uitkomst was dat er meerdere belangstellenden waren, meerdere ontwikkelaars, meerdere supermarktketens en in het propositietraject leidde dat, vertaalde zich die belangstelling in concrete plannen. Dat waren allemaal plannen die uitgingen van een gewenst winkeloppervlaktoevoeging. Die hadden we zelf beschreven in dat traject, dus dat kon voor niemand een verrassing zijn en ik stel vast dat van de drie plannen die er uiteindelijk zijn ingediend één plan was onvoldragen, maar het is toch ingediend het plan waar wij uiteindelijk voor hebben gekozen de geringste toevoeging heeft. Ik wil het toch nog maar even onderstrepen en dat is niet omdat wij denken dat er weinig potentie zit in Den Hoorn, integendeel. Wij denken dat met de komst van een tweede supermarkt de aantrekkelijkheid van Den Hoorn groter is dan het uitgangspunt was bij de onderzoeken die in het verleden hebben plaatsgevonden die uitgingen van versterking van het winkelaanbod zoals het er is. Juist het feit dat mijnheer Van Dooremaal sprak daar ook al over een tweede supermarkt een winkelgebied nog aantrekkelijker maakt, want supermarkten zijn trekkers en zo moeten we ze dus ook waarderen en zo hebben we ze steeds gewaardeerd. Dat wil niet zeggen dat het vestigen van een supermarkt het eindstation is van de ontwikkeling, want wij willen graag dat dan ook de overige ondernemers, de winkeliers, zich 12

13 kunnen ontwikkelen. We zijn een selectie ingegaan aan de hand van meerdere vooraf geschetste criteria, doelen, ambities, waarbij het ging om de dorpse kwaliteit, het versterken van de Dijkshoornseweg ik sprak er net al over, het toevoegen van een supermarkt moet de Dijkshoornseweg versterken en we hadden wat randvoorwaardelijke ambities over financiën en de snelheid van realisatie en het beperken van risico's. We hebben dat beoordeeld langs diverse criteria. We hebben ook de klankbordgroep om een oordeel gevraagd, de klankbordgroep in versterkte samenstelling, want we hebben meer winkeliers van de Dijkshoornseweg gevraagd om daarin te participeren. Ik hecht eraan om te benadrukken dat in dat proces allerlei suggesties aan ons zijn meegegeven. Ik heb nadrukkelijk aan de klankbordgroep voorgehouden dat het geen kwestie was van 'de meeste stemmen gelden' of dat ik hun voorkeur wilde horen, nee, ik wilde hun argumenten horen die in de besluitvorming konden meewegen. Er zijn allerlei opmerkingen gemaakt van diverse aard en in diverse richtingen. Ik zie een interruptie. Mevrouw Snethlage: Ik zou graag van de wethouder willen weten, hij zegt dat het duidelijk was naar de mensen van de klankbordgroep en de toevoeging daarvan dat het ging om aanvullingen en vragen over het gestelde plan. Is dat dan in de notulen terug te vinden? Wethouder Horlings: Ik heb gezegd dat het ging om argumenten. Er zijn geen notulen, althans, tot op heden niet, van de bijeenkomst. De notulen van de klankbordgroep zijn doorgaans nogal samenvattend van aard. Omdat het hier ging om, wat ik net al zei, allerlei opmerkingen van diverse aard en diverse richting hebben we vooral gekozen om de argumenten die waren neergelegd bij onze besluitvorming te betrekken. Maar ik heb van de week overlegd met de klankbordgroep en die hebben gezegd het fijn te vinden als ik op schrift wil zetten wat ik in de bijeenkomst aan diverse opmerkingen heb gehoord. Ik heb toegezegd dat we dat zullen doen. Dat doet er verder niet aan af wat daar is gezegd. Wat ik wilde aangeven, is dat daar van alles is ingebracht en dat we dat serieus in de besluitvorming hebben betrokken. Dat waren niet allemaal boodschappen in het straatje waar het college vooralsnog aan dacht, althans de beoordelingscommissie had geadviseerd, dus we hebben daar ook zeer nadrukkelijk over gesproken, over hoe we die verschillende elementen moesten wegen en hoe we daarmee om zouden gaan. En de weerslag daarvan, de beoordeling, hebt u in de brief die we nu bespreken kunnen terugvinden. U hebt gezien dat daar allerlei overwegingen een rol hebben gespeeld en allerlei beoordelingen van de diverse plannen zoals die waren ingediend. Althans van de twee die we uiteindelijk echt hebben beoordeeld. De keus is gevallen op het ingediende voorstel van Waaijer, omdat dat meer aansloot bij het dorpse karakter, wellicht vanwege de geringe bouwhoogte, omdat het dichter bij de Dijkshoornseweg ligt en daardoor beter zorgt voor een doorlooprichting naar de Dijkshoornseweg en daar ging het toch allemaal om, daar hadden we die straat toch onlangs voor heringericht om die te laten functioneren als winkelstraat het plan van Waaijer zuigt minder detailhandel weg uit de Dijkshoornseweg richting de Looksingel en, ook niet onbelangrijk, de ontwikkelaar wilde direct van start na de bouwvergunning en wacht niet op het halen van een voorverkooppercentage. Daarmee vat ik nog maar eens kortheidshalve de belangrijkste overwegingen samen. Het is gebleken dat deze keus voor een duidelijke groep een verrassing was. Dat leidde tot commotie en dat betreuren wij als college uiteraard. Het is ook voor de toekomst nadrukkelijk een punt van aandacht, want het is niet onze bedoeling om het altijd zo te laten verlopen. De OGP-fractie vraagt, naar aanleiding van de discussies die plaatsvinden, of het proces niet over moet worden gedaan. Ik vond het overigens opmerkelijk dat de heer Trouwborst zojuist zelf zei dat 'hetzelfde nog eens doen en verwachten dat er iets anders uitkomt' niet zo'n verstandige benadering is. Dat is nou juist ook Interruptie. De voorzitter: Dat heb ik ook gezien. Een interruptie van de heer Trouwborst. 13

14 Misschien even ter toelichting, sommige mensen zien dat er een interruptie is, dat is op zich goed, maar ik laat iemand liever eerst zijn zin afmaken voor ik interrumpeer. Anders is het voor de mensen thuis ook niet meer te volgen. Mijnheer Trouwborst. De heer Trouwborst: Ik heb mijn betoog zojuist gehouden. Ik heb het woord 'het proces overdoen' vandaag juist niet genoemd. Ik ben met een voorstel gekomen om te kijken hoe je het proces zo vorm kunt geven dat het weer vlot kan worden getrokken. Dus ik weet niet waar de wethouder het over heeft, ik ben juist met een voorstel gekomen. Wethouder Horlings: Nu ja, de heer Trouwborst stuurde onlangs een open brief waarin nadrukkelijk juist wel stond dat het proces over moest worden gedaan. Dus misschien dat dat nog wat nagalmde in mijn oren. In ieder geval, wat ik probeerde te zeggen, is dat het wat het college betreft, als je van tevoren hebt duidelijk gemaakt aan de hand van welke criteria je gaat beoordelen, je beargumenteert waarom je je keus aan die criteria verbindt, het wat ons betreft dan niet verstandig is om de verwachting te scheppen dat zo'n proces tot een ander resultaat kan leiden als je dat heroverweegt. Ik zou die onduidelijkheid in ieder geval niet willen creëren. Er is al door diverse sprekers gesproken over de parallel, of de niet-parallel, met het proces rond de Dijkshoornseweg. En het bevreemdt mij in zekere zin dat de selectie van de procesbegeleider als het ijkpunt van het proces van burgerparticipatie wordt gekozen. Toen hadden we het over een procesbegeleider die in eerste aanleg werd gekozen, nu wel over iets meer dan een procesbegeleider. We praten nu over een keus voor een plan als uitgangspunt. En zelfs aan die selectie van procesbegeleider was een ambtelijke voorselectie voorafgegaan. De besluitvorming daarover had in het college plaatsgevonden. Maar volgens mij zat de kern van het participatieproces erin dat die procesbegeleider met bewoners en ondernemers aan de slag ging om ervoor te zorgen dat het plan dat we op de Dijkshoornseweg wilden realiseren de goede inhoud kreeg, dat iedereen tevreden was met wat daar nu inmiddels is gerealiseerd. Dat is ook het traject dat wij samen met Waaijer voor ogen hebben om dat de komende maanden in te gaan, om bewoners en ondernemers te betrekken bij hoe dit plan gaat worden uitgewerkt, waar het uiteindelijk toe gaat leiden. Hoe kunnen we zorgen voor een uitwerking waar iedereen gelukkig van wordt? Dat is volgens mij de parallel met het proces op de Dijkshoornseweg. Er is aandacht voor de zittende ondernemers en hun belangen ik heb daar zelf ook al over gesproken en hun toekomstverwachtingen voor hun eigen onderneming. Welke behoefte hebben ze, welke mogelijkheden zien ze en hoe kunnen we die met elkaar in verband brengen? Laten we zeggen, het derde spoor, zoals de heer Van Dooremaal dat twee weken geleden heeft geschetst. Dat traject stond al in de visie van januari 2012 geschetst dat we dat in wilden, maar terecht zegt de raad het belangrijk te vinden dat je dat nu op dit moment in beeld brengt en daar zijn we dus ook aan begonnen. Collega Van Staalduinen en ik hebben op dit moment, niet nu maar de afgelopen en de komende dagen, diverse gesprekken met ondernemers om te praten over hun beeld op de toekomst en hun individuele behoeften en verwachtingen, verlangens en welke mogelijkheden er voor hen zijn. En als mij nu wordt gevraagd waar dat nu allemaal precies toe heeft geleid: wij zitten nog in dat proces, we zijn nog aan het inventariseren, dus het lijkt me wat van-deheupschieterig om daar nu meteen direct een antwoord op te geven. Maar ik zag in de motie staan dat mij wordt gevraagd om dat in december te laten zien en dat lijkt mij een uitstekende gedachte. De heer Roeling: Het eerste is dat er voor de Dijkshoornseweg vijf plannen zijn gepresenteerd en voor het centrumplan één. Maar daar gaat de vraag even niet over. Ik zit hier nu even te kijken naar de beantwoording van de technische vragen van de OGP. Er staat hier, ik citeer het antwoord van de wethouder: "Voor de zomer van 2013 heeft de raad het masterplan voor het centrum van Den Hoorn vastgesteld." Staat de wethouder nog steeds achter dit antwoord dat hij aan de raad heeft gestuurd, of zegt hij dat het een leugentje om bestwil was? 14