Hypertensieve crisis: definitie, pathofysiologie en behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hypertensieve crisis: definitie, pathofysiologie en behandeling"

Transcriptie

1 4 Eisenhauer EA, Gore M, Neijt JP. Ovarian cancer: should we be managing patients with good and bad prognostic factors in the same manner? Ann Oncol 1999;10 Suppl 1: Neijt JP, Bokkel Huinink WW ten, Burg MEL van der, Oosterom AT van, Willemse PHB, Vermorken JB, et al. Long-term survival in ovarian cancer. Mature data from The Netherlands Joint Study Group for Ovarian Cancer. Eur J Cancer 1991;27: Vermorken JB, Bokkel Huinink WW ten, Eisenhauer EA, Favalli G, Belpomme D, Conte PF, et al. Advanced ovarian cancer. Carboplatin versus cisplatin. Ann Oncol 1993;4 Suppl 4: Lokich J, Anderson N. Carboplatin versus cisplatin in solid tumors: an analysis of the literature. Ann Oncol 1998;9: McGuire WP, Hoskins WJ, Brady MF, Kucera PR, Partridge EE, Look KY, et al. Cyclophosphamide and cisplatin compared with paclitaxel and cisplatin in patients with stage III and stage IV ovarian cancer. N Engl J Med 1996;334: Neijt JP. New therapy for ovarian cancer. N Engl J Med 1996;334: Piccart MJ, Bertelsen K, Stuart G, James K, Cassidy J, Kaye S, et al. Is cisplatin-paclitaxel the standard in first-line treatment of advanced ovarian cancer? The EORTC-GCCG, NOCOVA, NCI-C and Scottish intergroup experience. Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1997;16:352a. 11 Neijt JP, Hansen M, Hansen SW, Sørensen PG, Sessa C, Witteveen PO, et al. Randomized phase III study in previously untreated epithelial ovarian cancer FIGO stage IIB, IIC, III, IV, comparing paclitaxel-cisplatin and paclitaxel-carboplatin. Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1997;16:352a. 12 Calvert AH, Newell DR, Gumbrell LA, O Reilly S, Burnell M, Boxall FE, et al. Carboplatin dosage: prospective evaluation of a simple formula based on renal function. J Clin Oncol 1989;7: Ozols RF, Bundy BN, Fowler D, Clarke-Pearson R, Mannel R, Hartenbach EM, et al. Randomized phase III study of cisplatin (cis)/paclitaxel (pac) versus carboplatin (carbo)/pac in optimal stage III epithelial ovarian cancer (OC): a gynecologic oncology group trial (GOG 158). Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1999;18: 356a. 14 Du Bois A, Neijt JP, Thigpen JT. First line chemotherapy with carboplatin plus paclitaxel in advanced ovarian cancer a new standard of care? Ann Oncol 1999;10 Suppl 1: Harper P. A randomised comparison of paclitaxel (T) and carboplatin (J) versus a control arm of single agent carboplatin (J) or CAP (cyclophosphamide, doxorubicin and cisplatin): 2075 patients randomised into the 3rd international collaborative ovarian neoplasm study (ICON3). Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1999;18: 356a. 16 Hansen SW, Anderson H, Boman K, Hansen M, Havsteen H, Rosenberg P, et al. Gemcitabine, carboplatin, and paclitaxel (GCP) as first-line treatment of ovarian cancer FIGO stages IIB-IV. Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1999;18:357a. 17 Gordon AN, Doherty M, Hancock KC, Messing M, Matthews CM, Teneriello M, et al. Phase I study of topotecan (T) with carboplatin (c) alternating with paclitaxel (P) via 3 hour infusion in combination with carboplatin (c) in treatment of newly diagnosed ovarian cancer (OC) patients. Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1999;18:364a. 18 Vasey PA, Atkinson R, Coleman R, Eggleton SPH, Fleming D, Graham J, et al. Preliminary report of a dose-finding study of a docetaxel-carboplatin combination in untreated advanced epithelial ovarian cancer (EOC). Proceedings of Amer Soc of Clin Oncol 1998;17:349a. 19 Fields A, Hochster H, Runowicz C, Speyer J, Goldberg G, Cohen C, et al. PSC833: initial clinical results in refractory ovarian cancer patients. Curr Opin Oncol 1998;10(Suppl 1):S Nemunaitis J, Poole C, Primrose J, Rosemurgy A, Malfetano J, Brown P, et al. Combined analysis of studies of the effects of the matrix metalloproteinase inhibitor marimastat on serum tumor markers in advanced cancer: selection of a biologically active and tolerable dose for longer-term studies. Clin Cancer Res 1998;4: Hannah A, Malkin M, Rosen L, Lopez AM, Marshall J, Lombardi CC, et al. An overview of Phase I/II studies of SU101, a tyrosine kinase inhibitor. Ann Oncol 1998;9(Suppl 2): Shawver LK. Tyrosine kinase inhibitors: from the emergence of targets to their clinical development. In: Perry MC, editor. American Society of Clinical Oncology educational book. 35th annual meeting, spring Alexandria, Va.: American Society of Clinical Oncology; p Kaye SB, Eisenhauer EA, Hamilton TC. New non-cytotoxic approaches to ovarian cancer. Ann Oncol 1999;10 Suppl 1:65-8. Aanvaard 19 augustus 1999 Farmacotherapie Hypertensieve crisis: definitie, pathofysiologie en behandeling a.h.van den meiracker en a.dees Artsen van verschillende medische disciplines kunnen in aanraking komen met patiënten met een hypertensieve crisis. Dit hangt onder meer samen met de leeftijd van de patiënt en de bijkomende verschijnselen. Soms kan een hypertensieve crisis het gevolg zijn van een plotseling ontstane hypertensie, meestal is deze echter het gevolg van ontsporing van een reeds langer bestaande hypertensie. Deze is dan niet als zodanig herkend of, door patiënt- of artsgebonden oorzaken, inadequaat behandeld. In dit artikel gaan wij in op definities, pathofysiologie en behandeling van hypertensieve crisis. Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Inwendige Geneeskunde, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam. Dr.A.H.van den Meiracker, internist. Ikazia Ziekenhuis, afd. Inwendige Geneeskunde, Rotterdam. Dr.A.Dees, internist. Correspondentieadres: dr.a.h.van den Meiracker ( meirack@ mediaport.org). Samenvatting: zie volgende bladzijde. definities Op grond van de snelheid waarmee de vaak extreem verhoogde bloeddruk moet worden verlaagd, wordt in de Angelsaksische literatuur tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen hypertensieve emergencies en urgencies ; 1 wij spreken verder van respectievelijk hypertensieve spoedgevallen en urgenties (tabel 1). Hypertensieve spoedgevallen zijn situaties waarbij ter beperking van verdere orgaanschade een onmiddellijke bloeddrukdaling noodzakelijk is. Bij hypertensieve urgenties is er dreigend gevaar voor orgaanschade en is verlaging van de bloeddruk binnen 12 tot 48 uur noodzakelijk. In het geval van een hypertensief spoedgeval moet veelal gebruikgemaakt worden van intraveneus toe te dienen bloeddrukverlagende middelen, hetgeen een op- Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44) 2185

2 samenvatting Bij hypertensieve crisis wordt tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen spoedgevallen en urgenties, afhankelijk van de snelheid waarmee een verhoogde bloeddruk moet worden verlaagd. Maligne hypertensie, gedefinieerd als een ernstige hypertensie in combinatie met een hypertensieve fundus graad III of IV, kan zich manifesteren als een hypertensief spoedgeval of een urgentie. Een hypertensief spoedgeval wordt in de regel behandeld met intraveneus toe te dienen bloeddrukverlagende middelen, terwijl bij een urgentie meestal wordt gekozen voor orale antihypertensiva. Wegens gevaar van cerebrale hypoperfusie mag de initiële bloeddrukdaling bij een hypertensieve crisis niet groter zijn dan 20-25%. Bij voorkeur moet daarom gebruikgemaakt worden van middelen waarmee een gecontroleerde bloeddrukdaling bereikbaar is. Gecontroleerde bloeddrukdaling is niet mogelijk met nifedipinecapsules. De nog regelmatig voorkomende praktijk van het laten doorbijten en doorslikken van een dergelijke capsule is daarom af te keuren. TABEL 1. Hypertensieve spoedgevallen en urgenties, en noodzaak van bloeddrukverlaging hypertensieve spoedgevallen snelle bloeddrukdaling vereist hypertensieve encefalopathie hypertensie en acute decompensatio cordis links hypertensie en dissectie van de aorta hypertensie bij acuut myocardinfarct hypertensie bij instabiele angina pectoris hypertensieve crisis bij feochromocytoom eclampsie snelle bloeddrukdaling alleen vereist indien diastolische druk mmhg hypertensie bij intracerebrale bloeding hypertensie bij herseninfarct hypertensieve urgenties bloeddrukdaling over een periode van uur vereist ongecompliceerde maligne hypertensie ernstige hypertensie (diastolische bloeddruk 140 mmhg) perioperatieve hypertensie name op een intensive-careafdeling impliceert. Bij een urgentie kan meestal gekozen worden voor oraal werkzame middelen, zodat men kan volstaan met opname op een gewone verpleegafdeling of zelfs poliklinische behandeling. Het onderscheid tussen een hypertensief spoedgeval en een urgentie is niet altijd even strikt. Voor de behandelend arts die geconfronteerd wordt met een patiënt met een hypertensieve crisis is het voor het te volgen beleid van belang te bepalen om welke vorm van hypertensieve crisis het gaat. Maligne hypertensie. Maligne hypertensie is een hypertensieve crisis die zich afhankelijk van de complicaties kan manifesteren als een spoedgeval of als een urgentie. Tot voor kort werd de term maligne hypertensie gereserveerd voor situaties waarbij er naast de hypertensie tevens een hypertensieve fundus graad IV (graad III met papiloedeem) aanwezig was, terwijl de term geaccelereerde hypertensie werd gebruikt voor een hypertensie die gepaard gaat met een hypertensieve fundus graad III (bloedingen en exsudaten). Aangezien kliniek noch prognose van beide vormen van hypertensie verschilt, is voorgesteld om de termen maligne en geaccelereerd hier niet meer afzonderlijk te gebruiken, maar te spreken van maligne hypertensie wanneer een sterk verhoogde bloeddruk (diastolische bloeddruk meestal 130 mmhg) gecompliceerd wordt door een hypertensieve fundus graad III of IV. 2 Hypertensieve encefalopathie. Van hypertensieve encefalopathie wordt gesproken wanneer de verhoogde bloeddruk gepaard gaat met vaak hevige hoofdpijn en neurologische verschijnselen zoals veranderingen in het bewustzijn, verwardheid, epilepsie, neurologische uitval en coma. Kenmerkend is dat genoemde symptomen verdwijnen bij het verlagen van de bloeddruk, waarmee de hypertensieve encefalopathie zich onderscheidt van een beroerte die gepaard gaat met een verhoogde bloeddruk. 3 4 pathofysiologie Iedere vorm van hypertensie, met welke oorzaak dan ook, kan overgaan in een hypertensieve crisis. Waarom deze overgang zich slechts bij een kleine minderheid van de hypertensiepatiënten voltrekt, is niet bekend. Maligne hypertensie. Het pathologisch-anatomische kenmerk van maligne hypertensie is de myo-intimale proliferatie en fibrinoïde necrose van de kleine arteriën en arteriolen. In het verleden is gesuggereerd dat hormonale factoren, in het bijzonder het renine-angiotensinesysteem, een rol spelen bij het ontstaan van deze vaatafwijkingen. 5 Op grond van experimenteel onderzoek wordt tegenwoordig aangenomen dat de vaatafwijkingen een aspecifieke reactie van de bloedvaten zijn op het mechanische effect van de sterk verhoogde intravasculaire druk. 6 Vooral in de nieren zijn de vaatafwijkingen prominent aanwezig. Door deze afwijkingen en door tensiegeïnduceerde natriurese en diurese wordt de renale renineafgifte gestimuleerd, waardoor de bloeddruk verder kan stijgen. Complicaties van maligne hypertensie zijn nierinsufficiëntie, hypertensieve encefalopathie en microangiopathische hemolytische anemie. Indien een patiënt met maligne hypertensie zich presenteert met nierinsufficiëntie moet de mogelijkheid van preëxistent nierlijden overwogen worden. Enerzijds kan er door een langer bestaande hypertensie al nierfunctieverlies zijn opgetreden, terwijl anderzijds een nierinsufficiëntie tot een renale en dus ook tot een maligne hypertensie kan leiden. Uit recent onderzoek is gebleken dat de plasma-endothelinespiegels bij maligne hypertensie sterk verhoogd zijn. Deze verhoogde spiegels spelen wellicht een rol bij de progressie van de nierinsufficiëntie. 7 Hypertensieve encefalopathie. Hypertensieve encefalopathie wordt pathologisch-anatomisch gekenmerkt door hersenoedeem en de eventuele aanwezigheid van microinfarcten en puntbloedingen. Het hersenoedeem wordt 2186 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44)

3 veroorzaakt door cerebrale hyperperfusie. 8 9 Een intrinsieke respons van het cerebrale vaatbed is vasoconstrictie wanneer de bloeddruk stijgt en vasodilatatie wanneer de bloeddruk daalt. Door deze respons blijft, binnen bepaalde grenzen, de cerebrale doorbloeding bij veranderingen in de bloeddruk constant. Wanneer de bloeddruk een bepaalde kritische grens overschrijdt, wordt deze vasoconstrictie echter doorbroken. Er treedt dan eerst lokaal en later gegeneraliseerd verwijding op van de kleine arteriën en arteriolen; dit wordt doorbraakvasodilatatie genoemd. 9 Bij langer bestaande hypertensie blijkt in vergelijking met de normotensieve situatie het bloeddrukniveau waarbij de doorbraakvasodilatatie optreedt naar rechts te zijn verschoven, naar een hoger bloeddrukniveau (figuur). Deze rechtsverschuiving, die het gevolg is van structurele vaatwandveranderingen, verklaart waarom hypertensieve encefalopathie vooral wordt gezien bij patiënten met kort daarvoor nog een normale bloeddruk, die in een relatief kort tijdsbestek sterk is gestegen. Microangiopathische hemolytische anemie. Microangiopathische hemolytische anemie, gekenmerkt door hemolyse en de aanwezigheid van fragmentocyten, is het gevolg van de fibrinoïde necrose. Naast hemolyse kunnen er aanwijzingen zijn voor diffuse intravasale stolling met toename van de hoeveelheid circulerende fibrinogeenafbraakproducten en trombocytopenie. behandeling Algemene overwegingen Denk om cerebrale perfusie. Bij het starten van de behandeling dient men zich te realiseren dat ten gevolge van de structurele vaatveranderingen bij het merendeel van de patiënten die zich presenteren met een hypertensieve crisis de ondergrenswaarde van de bloeddruk waarbij de cerebrale bloeddoorstroming gaat afnemen aanzienlijk hoger ligt dan de ondergrenswaarde van normotensieve personen (zie de figuur). De consequentie cerebrale perfusie (in ml/100 g/min) * gemiddelde bloeddruk (in mmhg) Schematische weergave van de relatie tussen bloeddruk en cerebrale perfusie bij normotensieve (stippellijn) en hypertensieve personen (ononderbroken lijn); 17 (*) het punt waarop zogenaamde doorbraakvasodilatatie optreedt in de normotensieve situatie; ( ) dat punt in de hypertensieve situatie. hiervan is dat de initiële daling van de bloeddruk bij het starten van de behandeling beperkt moet blijven om de cerebrale perfusie te garanderen. Mede op grond van eerder onderzoek wordt geadviseerd om in eerste instantie de bloeddruk met niet meer dan 20-25% van de uitgangswaarde te laten dalen Of deze bloeddrukdaling binnen minuten of binnen uren gerealiseerd moet worden, hangt af van de aard van de hypertensieve crisis (zie tabel 1). Indien deze gecompliceerd wordt door longoedeem ten gevolge van een falend linker ventrikel of een dissectie van de aorta is een onmiddellijke bloeddrukdaling uiteraard noodzakelijk. Een dergelijke haast is zeker niet geboden wanneer het gaat om een ongecompliceerde maligne hypertensie. Het gegeven dat de initiële bloeddrukdaling niet te groot mag zijn, betekent dat het effect van het bloeddrukverlagend middel dat wordt toegediend binnen bepaalde marges voorspelbaar en controleerbaar moet zijn. De nog regelmatig voorkomende praktijk van het laten doorbijten en doorslikken van een nifedipinecapsule van 10 mg is daarom niet alleen af te raden, maar ook af te keuren. 11 Een dergelijke behandeling kan namelijk leiden tot een snelle en excessief grote bloeddrukdaling, die niet goed corrigeerbaar is en gecompliceerd kan worden door hersen- of myocardischemie. Geen diuretica. Tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn voor overvulling, zijn diuretica geen eerstekeusmiddelen voor de behandeling van een hypertensieve crisis. Bij ernstige hypertensie is er vaak zelfs enige mate van ondervulling ten gevolge van de door de hypertensie geïnduceerde natriurese en diurese. Voorzichtig bij neurologische patiënten. Patiënten met een hersenbloeding of een herseninfarct hebben in de acute fase van de aandoening vaak een (sterk) verhoogde bloeddruk, al of niet mede veroorzaakt door een preëxistente hypertensie. Bij het overgrote deel van de patiënten daalt of herstelt de bloeddruk zich spontaan binnen enkele dagen Evidentie dat verlaging van de bloeddruk in de acute fase van de beroerte de prognose gunstig beïnvloedt, is er niet, terwijl er wel casuïstiek is waaruit blijkt dat bloeddrukverlaging het neurologische beeld kan verslechteren. Terughoudendheid met het toedienen van bloeddrukverlagende middelen is bij deze aandoening dan ook geboden. Slechts wanneer de diastolische bloeddruk bij herhaling hoger is dan mmhg is er een indicatie om te starten met bloeddrukverlagende therapie. 14 Zoeken naar onderliggend lijden. Onderzoek heeft laten zien dat secundaire hypertensie, in het bijzonder renovasculaire hypertensie, bij ongeveer 25% van de patiënten met een hypertensieve crisis voorkomt. 15 Gezien deze hoge incidentie is het lonend om na de acute behandelingsfase onderzoek naar secundaire vormen van hypertensie te verrichten bij patiënten bij wie de hypertensie ondanks de ingestelde behandeling persisteert. Intraveneuze middelen Voor de parenterale behandeling van een hypertensieve crisis is een aantal bloeddrukverlagende middelen beschikbaar. Van de meest gebruikte middelen zijn voor- Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44) 2187

4 en nadelen en voorkeursindicaties in tabel 2 weergegeven; de doseringen staan vermeld in tabel 3. Nitroprusside, diazoxide en de calciumantagonisten nicardipine en nifedipine zijn zeer effectieve middelen die bij vrijwel iedere hypertensieve crisis de bloeddruk verlagen Nicardipine. Bij ernstige hypertensie (diastolische bloeddruk 120 mmhg) bleek de calciumantagonist nicardipine niet alleen even werkzaam te zijn als nitroprusside, maar ook beter getolereerd te worden. 18 Enalaprilaat, de werkzame metaboliet van enalapril, bleek slechts bij ongeveer 65% van de patiënten met een TABEL 2. Voordelen, nadelen en indicaties van intraveneuze antihypertensiva middel voordelen nadelen voorkeursindicatie nitroprusside acute bloeddrukdaling hypotensie hypertensie en longoedeem door zeer korte halfwaardetijd reflextachycardie linkerventrikelfalen vrijwel 100% effectief zout- en waterretentie postoperatieve hypertensie lichtgevoeligheid nitroglycerine acute bloeddrukdaling reflextachycardie hypertensie en acute coronaire zeer korte halfwaardetijd nitraattolerantie syndromen hoofdpijn postoperatieve hypertensie labetalol vaatverwijding zonder bronchoconstrictie hypertensieve encefalopathie reflextachycardie A-V-geleidingsstoornis aneurysma dissecans aortae (in subacute bloeddrukdaling negatief inotroop combinatie met nitroprusside) hyperadrenerge hypertensie hypertensie en beroerten eclampsie nicardipine en nifedipine snelle bloeddrukdaling reflextachycardie postoperatieve hypertensie vrijwel 100% effectief negatief inotroop hypertensieve encefalopathie nifedipine lichtgevoelig enalaprilaat niet altijd effectief hypertensie door renale crisis bij sclerodermie hypertensie en beroerten diazoxide snelle bloeddrukdaling reflextachycardie postoperatieve hypertensie vrijwel 100% effectief hyperglykemie maligne hypertensie hypotensie ketanserine snelle bloeddrukdaling niet altijd effectief postoperatieve hypertensie reflextachycardie ernstige preëclampsie fentolamine snelle bloeddrukdaling reflextachycardie hypertensieve crisis door feochromocytoom TABEL 3. Dosering en wijze van toediening van intraveneuze antihypertensiva middel nitroprusside*: NO-donor nitroglycerine: NO-donor labetalol: α- en β-blokker nicardipine: calciumantagonist nifedipine: calciumantagonist enalaprilaat: ACE-remmer diazoxide: K + -kanaalopener ketanserine: 5-HT 2 - en α 1 -blokker fentolamine: α-blokker dosering start met 0,3 µg/kg/min i.v.; dosering met 0,5 µg/kg/min per 5 min verhogen tot gewenste bloeddrukdaling is bereikt; maximale dosering 10 µg/kg/min start met 5 µg/min i.v.; dosering met 5 µg/min verhogen tot gewenste bloeddrukdaling is bereikt; individuele gevoeligheid wisselt sterk, onderhoudsdosering tussen 10 en 200 µg/min start met 2 mg/min i.v. tot bloeddrukdaling is bereikt; cumulatieve werkzame dosis meestal mg; na bereikt effect eventueel onderhoudsdosering van 5-20 mg/uur start met 5 mg/uur i.v.; dosering iedere 15 tot 30 min met 2,5 mg/uur verhogen tot maximaal 15 mg/uur; als bloeddrukdaling is bereikt, dosering verlagen tot 3 mg/uur N.B. nicardipine is niet mengbaar met 5%-natriumbicarbonaat- of Ringer-lactaatoplossing start 0,6 mg/uur i.v.; dosering eventueel verhogen na 30 min tot 1,2 mg/uur; als bloeddrukdaling is bereikt dosering verlagen tot 0,1 mg/uur start met 0,625 mg in 5 min i.v.; maximaal 5 mg in 5 min; werkzame dosis eventueel na 6 uur herhalen 1-3 mg/kg als snelle injectie i.v. of als kortdurend infuus van mg in 20 min 5 mg als snelle injectie i.v.; zo nodig herhalen na 5 min tot gewenst effect is bereikt; maximaal 30 mg; onderhoudsdosering 2-6 mg/uur 1-5 mg als snelle injectie i.v.; zo nodig herhalen ACE = angiotensine- converting enzym; HT = hydroxytryptamine. *Nitroprusside wordt niet meer in kant-en-klare ampullen door de farmaceutische industrie geleverd. In het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt worden ampullen door de ziekenhuisapotheker gemaakt Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44)

5 hypertensieve crisis effectief te zijn en is daarom geen eerstekeusmiddel, behalve bij de behandeling van de hypertensie ten gevolge van een renale crisis door sclerodermie Nitroprusside en nitroglycerine. Een belangrijk voordeel van nitroprusside en nitroglycerine ten opzichte van de andere genoemde middelen is de zeer korte halfwaardetijd, waardoor het bloeddrukverlagend effect goed titreerbaar is. Nitroprusside en in sterkere mate nitroglycerine veroorzaken naast arteriële ook veneuze vaatverwijding, waardoor de voorbelasting van het hart afneemt. Deze middelen zijn vooral geschikt in situaties waar de hypertensieve crisis gecompliceerd wordt door longoedeem ten gevolge van linkerventrikelfalen, door een acuut myocardinfarct of door angina pectoris. Toediening van nitroprusside in hogere doseringen gedurende perioden langer dan uur kan leiden tot cyanide-intoxicatie met als symptomen tachypnoe, braken, duizeligheid, wijde pupillen, hallucinaties, bewustzijnsverlies en metabole acidose. Cyanide wordt in de lever gemetaboliseerd tot thiocyanaat, dat vervolgens door de nier wordt uitgescheiden. Bij nierinsufficiëntie is de kans op cyanide-intoxicatie derhalve vergroot en moet zo nodig de thiocyanaatconcentratie in het serum bepaald worden. Deze mag de grens van 6 mg/100 ml niet overschrijden. Diazoxide. Diazoxide is een arteriële vaatverwijder. Alhoewel in de bijsluiter nog steeds wordt geadviseerd om dit middel via een snelle intraveneuze injectie toe te dienen, is gebleken dat diazoxide even werkzaam is wanneer het wordt toegediend in de vorm van een langzaam infuus. 21 Deze laatste toedieningswijze is te prefereren wegens de geleidelijker bloeddrukdaling. Een nadeel van diazoxide is de uitgesproken reflextachycardie, waardoor het middel bijna altijd gecombineerd moet worden met een β-blokker. 22 Fentolamine. Fentolamine is een niet-selectieve blokker van α-adrenerge receptoren met als enige indicatie het couperen van hypertensieve aanvallen veroorzaakt door een feochromocytoom. Ketanserine. Het vaatverwijdend effect van ketanserine berust waarschijnlijk op de gecombineerde remming van 5-HT 2 -serotonerge en α 1 -adrenerge receptoren. Het middel wordt gebruikt bij de behandeling van postoperatieve hypertensie. Daarnaast is het mogelijk een goed alternatief voor de arteriële vaatverwijder dihydralazine bij de behandeling van ernstige preëclampsie. 23 Overgang naar orale behandeling. Een voordeel van de calciumantagonisten en van labetalol is dat er van deze middelen orale equivalenten beschikbaar zijn, waardoor eenvoudig van intraveneuze naar orale therapie kan worden overgegaan. Orale middelen Met uitzondering van diuretica vanwege het traag optredende antihypertensieve effect, zijn vrijwel alle middelen die gebruikt worden voor de behandeling van chronische hypertensie ook geschikt voor de behandeling van hypertensieve urgenties. Bij een substantieel deel van de patiënten die zich presenteren met een maligne hypertensie, blijkt deze renovasculair te zijn bepaald. 15 Het toedienen van een angiotensine- converting -enzym(ace)-remmer of een angiotensine-ii-receptorantagonist kan in een dergelijke situatie leiden tot een verslechtering van de nierfunctie door een acute afname van de glomerulaire filtratiesnelheid. Indien renovasculaire hypertensie vermoed wordt, zijn genoemde middelen gecontraïndiceerd. conclusies Hypertensieve crises worden tegenwoordig onderverdeeld in hypertensieve spoedgevallen en urgenties. Bij een hypertensief spoedgeval is er in tegenstelling tot een urgentie, naast de veelal zeer sterk verhoogde bloeddruk, hypertensieve orgaanschade aanwezig. Deze orgaanschade en niet de hoogte van de bloeddruk is bepalend voor de snelheid waarmee de bloeddruk moet worden verlaagd. Vanwege gevaar van cerebrale hypoperfusie als gevolg van rechtsverschuiving van de cerebrale druk-perfusiecurve mag de bloeddrukdaling in eerste instantie niet groter zijn dan 20-25% van de uitgangswaarde. Dit betekent dat gekozen moet worden voor middelen waarmee een voorspelbaar en controleerbaar bloeddrukverlagend effect bereikbaar is. Omdat dit niet goed mogelijk is met nifedipinecapsules wordt het gebruik hiervan ontraden. abstract Hypertensive crisis: definition, pathophysiology and treatment Hypertensive crises are currently subdivided into hypertensive emergencies and urgencies depending on the acuteness with which the elevated blood pressure has to be lowered. Malignant hypertension, defined as severe hypertension and a hypertensive fundus grade III or IV, can present itself as an emergency or an urgency. For a hypertensive emergency intravenously acting blood pressure lowering agents are almost always required, whereas an urgency can usually be treated with oral agents. In view of the danger of cerebral hypoperfusion, blood pressure reduction during the initial treatment phase of a hypertensive crisis should not be more than 20 to 25%. Agents that exert a controllable blood pressure lowering action are preferred. Controllable blood pressure lowering cannot be achieved with nifedipine capsules. The practice of biting and swallowing a nifedipine capsule for the treatment of a hypertensive crisis therefore is to be discouraged. literatuur 1 The fifth report of the Joint National Committee on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure. Arch Intern Med 1993;153: Ahmed MEK, Walker JM, Beevers DG, Beevers M. Lack of difference between malignant and accelerated hypertension. Br Med J (Clin Red Ed) 1986;292: Britton M, De Faire U, Helmers C. Hazards of therapy for excessive hypertension in acute stroke. Acta Med Scand 1980;207: Jansen PAF, Schulte BPM, Gribnau FWJ. Cerebral ischemia and stroke as side effects of antihypertensive treatment; special danger in the eldery. A review of the cases reported in the literature. Neth J Med 1987;30: Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44) 2189

6 5 Mohring J. High arterial pressure versus humoral factors in the pathogenesis of the vascular lesions of malignant hypertension. Clin Sci Mol Med 1977;52: Beilin LJ, Goldby FS. High arterial pressure versus humoral factors in the pathogenesis of the vascular lesions of malignant hypertension. The case for pressure alone. Clin Sci Mol Med 1977;52: Yoshida M, Nonoguchi H, Owada A, Ishiyama S, Maeda Y, Ando K, et al. Three cases of malignant hypertension: the roles of endothelin-1 and the renin-angiotensin-aldosterone system. Clin Nephrol 1994;42: Strandgaard S, Olesen J, Skinhoj E, Lassen NA. Autoregulation of brain circulation in severe arterial hypertension. Br Med J 1973;i: Mackenzie ET, Strandgaard S, Graham DI, Jones JV, Harper AM, Farrar JK. Effects of acutely induced hypertension in cats on pial arteriolar caliber, local cerebral blood flow, and the blood-brain barrier. Circ Res 1976;39: Gifford jr RW. Management of hypertensive crises. JAMA 1991; 266: Grossman E, Messerli FH, Grodzicki T, Kowey P. Should a moratorium be placed on sublingual nifedipine capsules given for hypertensive emergencies and pseudoemergencies? JAMA 1996;276: Wallace JD, Levy LL. Blood pressure after stroke. JAMA 1981;246: Carlberg B, Asplund K, Hagg E. Course of blood pressure in different subsets of patients after acute stroke. Cerebrovascular Diseases 1991;1: Meiracker AH van den. Hypertensie in de acute fase van het herseninfarct; meestal niet behandelen. Ned Tijdschr Geneeskd 1997; 141: Davis BA, Crook JE, Vestal RE, Oates JA. Prevalence of renovascular hypertension in patients with grade III or IV hypertensive retinopathy. N Engl J Med 1979;301: Calhoun AD, Oparil S. Treatment of hypertensive crisis. N Engl J Med 1990;323: Kaplan NM. Management of hypertensive emergencies. Lancet 1994;344: Neutel JM, Smith DHG, Wallin D, Cook E, Ram CV, Fletcher E, et al. A comparison of intravenous nicardipine and sodium nitroprusside in the immediate treatment of severe hypertension. Am J Hypertens 1994;7: Hirschl MM, Binder M, Bur A, Herkner H, Brunner M, Mullner M, et al. Clinical evaluation of different doses of intravenous enalaprilat in patients with hypertensive crises. Arch Intern Med 1995;155: Fagel WJ, Es LA van. Renale crisis bij sclerodermie. Ned Tijdschr Geneeskd 1992;136: Thien TH, Huysmans FTM, Koene RAP. Diazoxide bij de hypertensieve crisis: snelle injectie of langzame infusie? Ned Tijdschr Geneeskd 1981;125: Huysmans FTM, Thien Th, Koene RA. Combined intravenous administration of diazoxide and beta-blocking agent in acute treatment of severe hypertension or hypertensive crisis. Am Heart J 1982; 103: Bolte AC, Eyck J van, Kanhai HH, Bruinse HW, Geijn HP van, Dekker GA. Ketanserin versus dihydralazine in the management of severe early-onset preeclampsia: maternal outcome. Am J Obstet Gynecol 1999;180: Aanvaard op 6 augustus 1999 Voor de praktijk Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een oudere patiënte met duizeligheidsklachten en hoge bezinking j.m.van laar, j.j.g.m.verschuuren en p.h.e.m.de meijer Opzet van dit artikel. De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Ook het commentaar dat aan een ervaren clinicus (die niet bij de patiënt was betrokken) werd gevraagd, is onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie. ziektegeschiedenis Patiënt A, een 77-jarige vrouw, werd naar het Centrum Eerste Hulp verwezen en vervolgens opgenomen wegens draaiduizeligheid, misselijkheid die gepaard ging met braakneigingen en moeizame spraak. Deze klachten, die zij in mindere mate ook enkele keren in de voorafgaande maanden had gehad, waren in de dagen vóór opname in ernst toegenomen. Patiënte was sinds 15 jaar Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden. Afd. Reumatologie: dr.j.m.van Laar, internist. Afd. Neurologie: dr.j.j.g.m.verschuuren, neuroloog. Afd. Algemene Inwendige Geneeskunde: dr.p.h.e.m.de Meijer, internist. Correspondentieadres: dr.j.m.van Laar. bekend wegens diabetes mellitus type 2, hypertensie en hypercholesterolemie. Hoewel de diabetes matig was gereguleerd met insuline, was bij de laatste poliklinische controle vastgesteld dat er slechts geringe diabetische retinopathie bestond en geen aanwijzing voor nefropathie of neuropathie. De duizeligheidsklachten werden toen door de behandelend internist geweten aan vertebrobasilaire insufficiëntie bij atherosclerose, met leeftijd en genoemde ziekten als risicofactoren. De bloedbezinking (105 mm/1e uur) werd toen niet direct met de klachten in verband gebracht, aangezien deze bij een eerdere bepaling ook verhoogd was, terwijl patiënte toen geen klachten aangaf. Haar medicatie bestond uit atenolol, doxazosine, insuline, ijzersulfaat en domperidon. Bij lichamelijk onderzoek bij opname werd een adipeuze, bleke vrouw gezien met een helder bewustzijn. De bloeddruk was 140/80 mmhg, de pols 75/min (regulair en equaal), de temperatuur 37,0ºC. De centraalveneuze druk was niet te beoordelen. De rechter mondhoek van patiënte hing iets af. Er was geen nystagmus. Beide Aa. temporales pulseerden zwak, maar waren niet pijnlijk of verdikt. Er werden systolische souffles ge Ned Tijdschr Geneeskd oktober;143(44)

Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn

Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn Bert-Jan van den Born, MD, PhD Amsterdam University Medical Centres, location AMC Amsterdam, the Netherlands Disclaimer: nieuwe richtlijn in ontwikkeling doi:10.1093/ehjcvp/pvy032,

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting

Nadere informatie

(Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding. Bert-Jan van den Born

(Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding. Bert-Jan van den Born (Acute) hypertensiebehandeling bij herseninfarct/bloeding Bert-Jan van den Born Leerdoelen Welke behandeling in acute fase infarct/bloeding? - grenswaarden en streefwaarden? - IV middel? Hoe na de acute

Nadere informatie

RICHTLIJN HYPERTENSIEVE CRISIS

RICHTLIJN HYPERTENSIEVE CRISIS RICHTLIJN HYPERTENSIEVE CRISIS Versie september 2003 (vervangt richtlijn april 2003) INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 2 SAMENSTELLING WERKGROEP... 3 SAMENVATTING MET AANBEVELINGEN... 4 INLEIDING... 6 DEFINITIES...6

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

De cytostatische behandeling van het ovariumcarcinoom

De cytostatische behandeling van het ovariumcarcinoom crobiologische aspecten van het naar hem genoemde gangreen en daardoor ook in de diagnostiek en de behandeling ervan. Toch gaat de aandoening nog altijd gepaard met hoge sterfte en grote morbiditeit. Daarom

Nadere informatie

Nierfunctie: perindopril 174

Nierfunctie: perindopril 174 Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE Inhoud Voorwoord 13 DEEL I ALGEMENE ASPECTEN Hoofdstuk 1 Ambachtelijke en geautomatiseerde methoden van bloeddrukmeting 17 Inleiding 17 1 Conventionele sfygmomanometrie 18 2 Ambulante niet-invasieve automatische

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Hypertensie Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Waarom bloeddruk? Bloeddruk: niet te laag Bloeddruk: niet te hoog Het verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire complicaties heeft als drempel

Nadere informatie

Flash: chemotherapie en allergie

Flash: chemotherapie en allergie Flash: chemotherapie en allergie Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Opbouw Herkennen/graderen Bij welke producten/wanneer Behandeling Preventie? 2 Herkennen/graderen 3 4 5 6 Allergy 2013 7 Bij welke

Nadere informatie

Vasculaire Geneeskunde

Vasculaire Geneeskunde Vasculaire Geneeskunde Snapperdagen, Utrecht 16 juni 2017 Frank Visseren Overzicht Trombose Longembolie Trombolyse Zwangeren Behandeling Bloeding Hypertensie Crise Beroerte Vrouw 23 jaar Presentatie op

Nadere informatie

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: benazepril 186 Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen

Nadere informatie

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI-15901661)

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI-15901661) 1. Naam van het geneesmiddel Nitroprusside dinatrium 2H 2 O 50 mg = 2 ml 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Bevat per ampul van 2 ml: Nitroprussidedinatrium.2-water : 50 mg (=25 mg/ml) Voor

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

ARTERIELE HYPERTENSIE

ARTERIELE HYPERTENSIE ARTERIELE HYPERTENSIE Wat u moet weten - Patiëntinformatie - Hypertensie is de medische term voor hoge bloeddruk. Dat is de druk waaraan de arteriële bloedvaten of slagaders in het lichaam blootgesteld

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

Contrast Induced Nephropathy

Contrast Induced Nephropathy Contrast Induced Nephropathy - Contrast-Induced Acute Kidney Injury (CI-AKI)- Hilde de Geus Renal Practitioners Symposium Zwolle November 2018 Naam en definitie? Contrast-Induced acute kidney injury Definitie:

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Visusklachten als uiting van verhoogde bloeddruk

Visusklachten als uiting van verhoogde bloeddruk Casuïstiek Visusklachten als uiting van verhoogde bloeddruk Bettine C.P. Polak, C. (Ina) Meenken en Yvo M. Smulders Een 26-jarige man had sinds 3 weken visusklachten in beide ogen. De bleek het gevolg

Nadere informatie

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018 Hartfalen in een notendop Dr. Riet Dierckx 22/05/2018 Hartfalen definitie en classificatie Hartfalen is een klinisch syndroom gekarakteriseerd door symptomen en/of tekenen van congestie objectieve vaststelling

Nadere informatie

ICU - Medium Care. Type B dissectie. Ineke van de Pol Circulation practitioner i.o. Maart 2011

ICU - Medium Care. Type B dissectie. Ineke van de Pol Circulation practitioner i.o. Maart 2011 ICU - Medium Care Type B dissectie Ineke van de Pol Circulation practitioner i.o. Maart 2011 Inhoud Uitleg type B dissectie Casus Beloop Laboratotium Hemodynamiek Gebruikte medicatie Compartimentsyndroom

Nadere informatie

Nimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019

Nimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019 Nimodipine Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019 Inleiding, profylaxe van vasospasmen SAB à nimodipine CABG met art revascularisatie à diltiazem Amlodipine, nifedipine, nicardipine? Nimodipine Calciumantagonist

Nadere informatie

Stroke basisprincipes en nieuwe ontwikkelingen. Dr. S. (Sander) M. van Schaik Neuroloog Zaans Medisch Centrum & OLVG 24 november 2017

Stroke basisprincipes en nieuwe ontwikkelingen. Dr. S. (Sander) M. van Schaik Neuroloog Zaans Medisch Centrum & OLVG 24 november 2017 Stroke basisprincipes en nieuwe ontwikkelingen Dr. S. (Sander) M. van Schaik Neuroloog Zaans Medisch Centrum & OLVG 24 november 2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28692 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slingerland, Marije Title: Exploring novel formulations and new classes of anticancer

Nadere informatie

Hypertensie: VEGF-antagonisten 3271

Hypertensie: VEGF-antagonisten 3271 Hypertensie: VEGF-antagonisten 3271 Aflibercept, axitinib, bevacizumab, cabozantinib, nintedanib, pazopanib, ponatinib, ramucirumab, regorafenib, sorafenib, sunitinib en vandetanib. RR = relatief risico

Nadere informatie

Bijwerkingen: de meest voorkomende bijwerkingen bij ouderen zijn duizeligheid, hypotensie, braken, buikpijn en misselijkheid.

Bijwerkingen: de meest voorkomende bijwerkingen bij ouderen zijn duizeligheid, hypotensie, braken, buikpijn en misselijkheid. Quinapril C09AA06, april 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt quinapril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp disclaimer geen duizeligheidsexpert geen belangenverstrengeling oorzaken duizeligheid vestibulair centraal cardiovasculair intoxicatie metabool BPPD neuritis

Nadere informatie

Behandeling van het acute herseninfarct

Behandeling van het acute herseninfarct Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige

Nadere informatie

Spinal cord injury Laura Cox Aios anesthesiologie

Spinal cord injury Laura Cox Aios anesthesiologie Spinal cord injury 26-02-2016 Laura Cox Aios anesthesiologie 5000 jaar geleden door Egyptische physicians eerste beschrijving van mogelijke neurogene shock in een patient met spinal cord injury:...he has

Nadere informatie

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Medicatie bij atherosclerose Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Wat heeft de patiënt? Cerebrovasculair lijden Perifeer arterieel vaatlijden Coronairlijden Inhoud Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde patiënten is met 120 klein. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen).

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde patiënten is met 120 klein. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen). Pindolol C07AA03, december 2017 Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van december 2012 wordt pindolol door Ephor niet als bètablokker

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein. CASE REPORT FORM Patientgegevens Ziekenhuis (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein Studienummer patient Patientidentificatie in

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie. Risicofactoren Behandeling Conclusie

Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie. Risicofactoren Behandeling Conclusie Koen Bos Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie Verschil vasoplegie tijdens en na cardiopulmonale bypass Regulatie van de vaattonus Katp-kanalen, NO synthase, vasopressine Risicofactoren

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag.

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag. Captopril C09AA0, februari 2019 Indicatie Hypertensie. Hartfalen: de behandeling van chronische decompensatio cordis met afname van de systolische ventriculaire functie, in combinatie met diuretica en,

Nadere informatie

Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) Inleiding

Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) Inleiding Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) M.F. Kok, SEH-arts KNMG Intranasale toediening is een niet-invasieve, snelle en effectieve manier van medicatietoediening, met name geschikt voor

Nadere informatie

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein. Nitrendipine C08CA08, januari 2018 Indicatie Nitrendipine is geregistreerd voor hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt nitrendipine door Ephor als

Nadere informatie

Zwangerschap is wel (soms) een ziekte. J Roeters van Lennep/ internist vasculaire geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam

Zwangerschap is wel (soms) een ziekte. J Roeters van Lennep/ internist vasculaire geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam Zwangerschap is wel (soms) een ziekte J Roeters van Lennep/ j.roetersvanlennep@erasmusmc.nl internist vasculaire geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam Zwangerschappen in Nederland 2017 169 836 levend geboren

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd. Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting hoofdstuk 1 127

Samenvatting Samenvatting hoofdstuk 1 127 125 Samenvatting Het metabool syndroom is een clustering van risicofactoren, zoals overgewicht/obesitas, verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk (hypertensie) en metabole insulineresistentie (verminderde

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest!

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest! Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten Biology speaks loudest! 1 VITAAL Versus KWETSBAAR Bevolkingsopbouw Suriname en Nederland verschilt (nu) 20.000 > 65 jaar hebben hypertensie HYPERTENSIE PREVALENTIE

Nadere informatie

Flash: Klinische aanpak van hypertensie en proteïnurie tijdens behandeling met angiogeneseremmers

Flash: Klinische aanpak van hypertensie en proteïnurie tijdens behandeling met angiogeneseremmers Flash: Klinische aanpak van hypertensie en proteïnurie tijdens behandeling met angiogeneseremmers Marc De Man Digestieve Oncologie UZ Gent Common Terminology Criteria for Adverse Events (CTCAE) Version

Nadere informatie

Bloodpressure target in symptoma2c vasospasm pa2ent

Bloodpressure target in symptoma2c vasospasm pa2ent Bloodpressure target in symptoma2c vasospasm pa2ent Willem- Jan Schellekens CASUS van de Dag 9-9- 2015 Casus 47 jarige pa+ënte: D1 SAB obv vertebralisdissec+e wv coiling en EVD Dag 7 na SAB: neurologische

Nadere informatie

Bijlage III. Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken

Bijlage III. Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken Bijlage III Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken Opmerking: Deze amendementen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken zijn het resultaat

Nadere informatie

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoogteziekte PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoe hoog is hoog? High altitude : 1500-3000m Very high altitude : 3000-5000m Extreme altitude : above 5000m Death zone

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Cyress 10, 10 mg capsules met gereguleerde afgifte Cyress 20, 20 mg capsules met gereguleerde afgifte Barnidipine hydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs.

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs. Enalapril C09AA02, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt enalapril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen).

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen). Lacidipine C08CA09, december 2017 Indicatie Hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt lacidipine door Ephor geadviseerd voor de behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l. TOXICOLOGIE Ronde 2017.1 Patiënt bekend met alcoholproblematiek en momenteel onder behandeling van verslavingszorg. Recent op de centrale spoedopvang geweest in verband met een eerste gegeneraliseerd tonischclonisch

Nadere informatie

Hypertensie. Dirk Devroey. Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB. Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les.

Hypertensie. Dirk Devroey. Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB. Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les. Hypertensie Dirk Devroey Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les. Classificatie van hypertensie Arteriële hypertensie wordt in de meest recente

Nadere informatie

Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar met het referentiemiddel perindopril.

Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar met het referentiemiddel perindopril. Quinapril C09AA06, mei 2019 Indicatie Essentiële hypertensie en hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar

Nadere informatie

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2 Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Diabetische retinopathie Microvasculaire pathologie van de retina. Teken van andere microvasculaire

Nadere informatie

Veiligheid van contrastmiddelen. Björn Meijers Dienst nierziekten

Veiligheid van contrastmiddelen. Björn Meijers Dienst nierziekten Veiligheid van contrastmiddelen Björn Meijers Dienst nierziekten Overzicht Niet renale nevenwerkingen o Veiligheid bij injectie van contrastmiddelen o Acute (allergische) reacties o Uitgestelde (allergische)

Nadere informatie

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart

Nadere informatie

!Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl. (zonder www!)

!Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl. (zonder www!) !Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl (zonder www!) Zwangerschap en vaten Hypertensieve zwangerschapscomplicaties Melvin Lafeber Internist i.o. Vasculaire Geneeskunde & Klinische Farmacologie) ZWANGERSCHAP

Nadere informatie

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Verbetering van therapietrouw Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Therapietrouw bij hypertensie Vrouw, 47 jaar, bloeddruk 184/102 mm Hg Diagnose: Essentiële hypertensie

Nadere informatie

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN Definitie, pathofysiologie, symptomatologie en diagnostiek Dr. Marcel Daniëls Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN pathofysiologie Definitie symptomatologie

Nadere informatie

leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Atomoxetine HCl Aurobindo 10, 18, 25, 40, 60, 80 en 100 mg, harde capsules RVG 121282, 121287, 121290, 121293, 121294, 121295, 121297 Module 1.8 1.8.2 armm Rev.nr. 1905 Pag. 1 van leidraad voor artsen

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie en voeding

Nierinsufficiëntie en voeding Nierinsufficiëntie en voeding Kirsten Berk Voeding bij CVRM en diabetes - 2013 Inhoud: Gewichtsreductie Natriumbeperking Eiwitbeperking Kalium Praktisch: dieetinzicht Gewichtsreductie Overgewicht -> vergrote

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg DANCOR 10/20 bijsluiter 31-01-2008 blz. 1 / 5 Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Lijst van auteurs en redacteuren 1. Woord vooraf 7

Lijst van auteurs en redacteuren 1. Woord vooraf 7 Lijst van auteurs en redacteuren 1 Woord vooraf 7 1 Epidemiologische aspecten van atherosclerose 9 Prof. dr. M.L. Bots 1 Hart- en vaatziekten: cijfers en feiten 9 2 Atherosclerose 11 2.1 Risicofactoren

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Disclosure Bart Kremers Werkzaam bij Apotheek Ravenstein en GIC-helpdesk van de KNMP Geen contacten/belangen mbt farmaceutische industrie Hartfalen-medicatie

Nadere informatie

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Cardiotoxiciteit bij chemotherapeutica

Cardiotoxiciteit bij chemotherapeutica Cardiotoxiciteit bij chemotherapeutica Deel 2 van 2: management Rebecca Koch 08-08-2016 Potentieel cardiotoxische chemotherapeutica Anthracyclines: doxyrubicine, daunorubicine, epirubicine, idarubicine

Nadere informatie

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose prof dr Danny Schoors Arteriële hypertensie Epidemiologische studies Duidelijke relatie tussen bloeddruk

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2)

Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2) Pindolol C07AA03, mei 2019 Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2) Pindolol is ook geregistreerd voor: Ventriculaire ritmestoornissen Ritmestoornissen

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Ketanserine injectie vloeistof 5mg/ml ampul 5 ml 1. Naam van het geneesmiddel Ketanserine injectie vloeistof 5mg/ml ampul

Nadere informatie

Time is brain J.M.P. Rovers, Clinic Allemaal Transmuraal,

Time is brain J.M.P. Rovers, Clinic Allemaal Transmuraal, Time is brain Getallen, waar doen we het voor Prevalentie en incidentie beroerte Sterfte NL / Lokaal Prevalentie en incidentie, NL 2015 437.100 mensen met een beroerte 53.800 nieuwe TIA patiënten 41.300

Nadere informatie

Richtlijn. Hypertensieve crisis

Richtlijn. Hypertensieve crisis Richtlijn Hypertensieve crisis Colofon Richtlijn Hypertensieve crisis ISBN: 978-90-8523-217-9 2010 Nederlandsche Internisten Vereeniging Postbus 20066, 3502 LB Utrecht Tel. 030-2823229 E-mail: secr@niv.knmg.nl

Nadere informatie

Cardiovasculaire effecten van verstoord mineraal metabolisme bij chronische nierschade

Cardiovasculaire effecten van verstoord mineraal metabolisme bij chronische nierschade ASN Review 2013 Cardiovasculaire effecten van verstoord mineraal metabolisme bij chronische nierschade dr. M.H. de Borst, internist-nefroloog io UMC Groningen Verstoorde mineraalhuishouding -> cardiovasculaire

Nadere informatie

Trombolyse. Acute behandeling van een herseninfarct

Trombolyse. Acute behandeling van een herseninfarct Trombolyse Acute behandeling van een herseninfarct In deze folder vindt u informatie over de behandeling van een herseninfarct met een stolseloplossend medicijn (Alteplase). Deze behandeling wordt trombolyse

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine Atomoxetine is geïndiceerd voor de behandeling van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit

Nadere informatie

Red Man Syndroom bij vancomycine. Emmy Janssen, 5 maart 2019

Red Man Syndroom bij vancomycine. Emmy Janssen, 5 maart 2019 Red Man Syndroom bij vancomycine Emmy Janssen, 5 maart 2019 Vancomycine Glycopeptide-antibioticum, sinds 1958 Remt bacteriële celwandsynthese Tast permeabiliteit celmembraan aan Blokkeert RNA synthese

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd.

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd. Captopril C09AA0, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt captopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie