Het gebruik van de automatische externe defibrillator bij kinderen: een update
|
|
- Annelies Smit
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het gebruik van de automatische externe defibrillator bij kinderen: een update Adviserende uitspraak van het ILCOR Naar R.A. Samson, R.A. Berg, R. Bingham, door Danschutter Dirk, HVPK Intensieve Geneeskunde Pediatrie AZ VUB en Prof. Dr. Saïd Hachimi Idrissi, Spoedgevallendienst AZ VUB De ILCOR aanbevelingen In oktober 2002 en op basis van de recentste wetenschappelijke en relevante publicaties formuleerde de PALS (Pediatric Advanced Life Support) task force volgende aanbeveling: De AED (automatische externe defibrillator) mag gebruikt bij kinderen tussen 1 en 8 jaar, die geen tekens van circulatie vertonen. Idealiter zou het toestel een pediatrische dosis moeten kunnen leveren. Het aritmie detectie algoritme van deze AED zou een hoge specificiteit moeten bezitten voor pediatrische shockable ritmes. Anders gesteld: de AED zal geen shocks voorstellen in non-shockable ritmes (Klasse IIb.) Er is heden te weinig geweten om het gebruik van de AED bij kinderen < 1 jaar zowel aan te moedigen als af te raden. Voor de redder alleen t.o.v. een kind met afwezigheid van circulatie blijft de oorspronkelijke aanbeveling dezelfde: 1 minuut reanimeren (CPR) en pas dan de hulpdiensten verwittigen (call fast) of de AED aanbrengen. Defibrillatie is geïndiceerd bij (gedocumenteerde) ventriculaire fibrillatie (VF) en polsloze ventriculaire tachycardie (VT) (Klasse I). Inleiding Omdat er een steeds groter aantal AEDs (voor volwassenen) worden geplaatst op publieke plaatsen en tegelijk ook het aantal nontraditionele responders toeneemt, diende deze update er te komen. De kans dat er impulsief AEDs gebruikt gaan worden in kinderen (< 25 kg of < 8 jaar) neemt hierdoor effectief toe. Deze update levert zowel de rationale om nieuwe types van AEDs te ontwikkelen, zet vraagtekens bij de veiligheid en efficaciteit van AEDs gebruikt bij kleine kinderen en tracht het gebruik van hedendaagse AEDs bij kleine kinderen te verechtvaardigen. Rationale voor het gebruik van de AED De belangrijkste factor die uitmaakt of iemand een (polsloze) VT of VF overleeft, is de tijd die verstrijkt tussen collaps en defibrillatie. OOH (out-of-hospital) defibrillatie binnen de 3 minuten resulteert in een mortaliteit < 50%. Voor elke minuut uitstel daarentegen daalt de overlevingskans met 7-10%. Na 12 minuten VF bedraagt de mortaliteit (voor volwassenen) > 95%.[1] Vandaar dat het ILCOR de plaatsing en het gebruik van simpele AED steeds heeft toegejuicht en ondersteund. Hierdoor is de mortaliteit i.r.t. VF bij volwassenen effectief teruggedrongen [2,3]. Tevens is de AED het enige type van defibrillator toestel geworden voor het ambulance-personeel. Het raadsel van de pediatrische VF en de AEDs voor gebruik bij volwassenen Alle commerciëel beschikbare AEDs werken volgens algoritmen die werden afgeleid van volwassenen shockable en non-schockable ritmes (in vitro databases!) De fabrikanten van AEDs baseren zich op empirische bevindingen voor het ontwerp en de afstelling van filters en het traject in de beslissingsboom. Op die manier hoopt men een apparaat te ontwikkelen dat beslist te shocken in die situaties waarbij defibrillatie altijd aangewezen is (maximale gevoeligheid) of beslist niet te shocken in de situaties waarbij defibrillatie niet aangewezen is (maximale specificiteit). Alle hedendaagse AEDs zijn geprogrammeerd om typische volwassenen doses te leveren tussen de J (indien volwassenen pads en kabels worden gebruikt). Men heeft voor deze doses geopteerd, omdat deze als veilig en effectief worden aanvaard voor specifiek volwassenen. Toen de ILCOR richtlijnen 2000 werden gepubliceerd, bestonden er geen AEDs speciaal ontworpen voor kinderen < 8 jaar, en geen van de huidige AEDs waren door het FDA goedgekeurd voor het gebruik op kinderen. Er waren evenmin gegevens beschikbaar over de veiligheid en efficaciteit van zowel het detectie-algoritme (shockable vs non-shockable ritmes) als van de defibrillatie dosis of sequentie die het apparaat zou moeten volgen. Vandaar dat de richtlijn gebruik van AED bij kinderen < 8 jaar noodgedwongen werd geklasseerd als Klasse onbepaald. [4-7] Met als gevolg dat kinderen met een VF en t.o.v. het gebruik Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 4 99
2 van AEDs in de prehospitaal sector eigenlijk als wezen werden beschouwd. Door deze dagdaaglijkse realiteit zonder uitkomst ontstond een grote druk op het vat van de pediatrische reanimatie (ILCOR 1999 en 1998 AHA conference VF: a pediatric problem ) [8]. De basis van de pediatrische defibrillatie dosis Midden jaren 70 werden door verschillende autoriteiten volgende aanbevelingen geformuleerd m.b.t. de defibrillatie startdosis: 200 J voor alle kinderen en J voor alle babies met een VF. [9,10] Het kiezen van eenzelfde dosis als voor volwassenen leek om één of andere reden gevaarlijk ondanks de praktijkervaring dat deze volwassenen dosissen bij kinderen heel effectief bleken. Deze bezorgdheid werd (minimaal) ondersteund door enkele beperkte onderzoeken op dieren, waarbij men constateerde dat er myocard beschadiging begon op te treden vanaf > 10 J/kg. [11-14] Bijkomend dierexperimenteel onderzoek suggereerde bovendien dat dosissen van 0,5 10 J/kg adequaat bleken voor defibrillatie in verschillende diersoorten. [14] Gutgesell e.a. [15] hebben de grootste klinische studie m.b.t. defibrillatie op kinderen uitgevoerd. Zij onderzochten de efficaciteit van de 2 J/kg dosis bij 71 transthoracale defibrillatiepogingen, uitgevoerd op 27 kinderen wier leeftijd varieerde van 3 dagen tot 15 jaar (met een gewicht variërend van 2,1 50 kg). De auteurs rapporteerden over 91% succesvolle defibrillaties indien dosissen van 2 J/kg werden toegediend of dosissen die hiervan met niet meer dan 10 J afwijkten. De moderne hedendaagse richtlijn omtrent de initiële 2 J/kg richtlijn is volledig gebaseerd op deze studie van 1976, hoewel er in de kantlijn wel wordt opgemerkt dat een onderzoek op 27 kinderen en babies (te) beperkt is om dergelijke majeure aanbevelingen te doen. Bovendien ging het in het onderzoek van Gutgesell e.a. om kinderen met kortdurende VF en werd er geen onderzoek gedaan naar postshock outcome zoals stabiel perfuserend ritme enz... Al meer dan een kwarteeuw lang blijkt uit de praktijk dat 2 J/kg voor kinderen een effectieve defibrillatie dosis is, maar geen enkele recente research bevestigt of 2 J/kg ook dé meest effectieve dosis is. De incidentie van VF bij kinderen Bij babies (< 1 jaar) is VF sowieso een zeldzame oorzaak van de OOH hartstilstand, maar de incidentie van VF neemt toe met de leeftijd. 2 studies duiden VF als initiële ritmestoornis aan (19% vs 24%) bij het OOH arrest (indien SIDS kon worden uitgesloten). [16-17] In studies waarbij men de SIDS-patiëntjes wel includeerde, zakte de incidentie van VF tot 6% en 10%. [18,19,20] SIDS geeft dan wel een globaal beeld van de OOH hartstilstand bij babies, maar er is geen behandeling voor, dus is het beter om SIDS in een onderzoek naar wie kunnen we wel behandelen? uit te sluiten. Nochtans is men ook best voorzichtig met dergelijke uitspraken, want recent werd een baby met VF en SIDS tevens gediagnosticeerd met een lang QT syndroom: de scheidingslijn is dus niet steeds haarfijn te trekken. [21] Recente gegevens suggereren dat VF geen zeldzaam ritme is in de pediatrische hartstilstand. Dit is hoopgevend omdat VF op zich een betere prognose heeft dan andere redenen van hartstilstand bij kinderen. [16,17,22,23] Mogayzel e.a. [13] melden dat 5/29 kinderen (17%) met OOH VF volledig (en neurologisch) recupereerden versus een deprimerende 2/128 (2%) kinderen, die werden binnengebracht met een OOH asystolie of polsloze electrische activiteit (P<0.01). Ook in-hospital (IH) studies m.b.t. pediatrische CPR tonen aan dat VF allesbehalve een zeldzaam ritme is. 2 recente studies duiden VF als het initiëel ritme van het IH arrest aan, of als ritme optredend ergens in het arrest. Suominen e.a. [24] rapporteren over initiëel VF in 11% van de IH hartstilstand gevallen, en 20% VF ergens tijdens het arrest. Een veel grotere studie [25] toont aan dat VF/VT initiëel optreedt in 12% van de IH hartstilstanden bij kinderen en ergens tijdens het arrest bedraagt dit 25% (dus 1 op 4!) Factoren die een effectieve transthoracale shock bepalen Het succes van een defibrillatie hangt af van de hoeveelheid geleverde stroom (ampères) i.r.t. de duur om een bepaalde massa van het myocard te depolarizeren. Midden jaren 70 kon men op dieren aantonen dat onvoldoende stroom doorheen het myocard eindigde in niet-succesvolle defibrillatiepogingen, terwijl een overmaat aan stroom resulteerde in post-resuscitatie myocard beschadiging. [11,14] Dit onderzoek verschafte ook inzicht in het effect van de stroomdensiteit: m.a.w. de hoeveelheid ampères/cm² en de relatie tot succesvolle- of myocardbeschadigende defibrillatie. De basisprincipes van de defibrillatie zijn herbestudeerd geworden. [26] Onafgezien van de golfvorm (Lown, Edmark, bifasisch...) verandert de stroom i.f.v. de ingestelde energie (J): hoe hoger de J, hoe hoger de stroom. Anderzijds neemt de stroom af i.f.v. een toenemende weerstand (ohms): hoe meer weerstand, hoe lager de stroom. Omdat een dier (of mens) bestaat uit zowel geleidende als niet-geleidende delen, spreekt men niet van louter weerstand, maar over de restweerstand en dat is de impedantie. Verschillende factoren tijdens defibrillatie doen de impedantie toenemen (en de stroom dus afnemen). Deze factoren omvatten een te kleine paddle (of electrode), te kleine oppervlakte (verband), hoge electrische weerstand in de borst (door lucht in de longen), gebrek aan (gelpad of gel) of verkeerd geleidingsmateriaal (niet-conductieve gel) tussen electrode en huid. Factoren die de impedantie doen afnemen (en de stroom verhogen) zijn het gebruik van goed geleidingsmateriaal (om de overgangsweerstand van de huid te minimaliseren) en krachtig drukken op de paddles (beter huidcontact en vooral: lucht uit de longen persen). Opeenvolgende shocks (in zelfde omstandigheden) worden effectiever en men vermoedt dat dit te maken kan hebben met een verhoogde bloedflow (maar in feite kent men de reden niet). [27] Men kan tevens met zekerheid stellen dat een grotere paddle, een groter contactoppervlak en dus verminderde impedantie tot gevolg heeft. Men mag hier echter niet mee overdrijven, want als de paddles (veel) groter worden dan het hart, dan zal logischerwijze een groot deel van de stroom niet door het hart gaan, maar door de omliggende weefsels en dat is zin- 100 Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr. 4
3 loos. Er is geen lineaire relatie te vinden tussen de transthoracale impedantie van dieren, kinderen of volwassenen en hun grootte, gewicht en thorax impedantie. [28-31] Er is momenteel ook niks gaande om de actueel heersende inconsistenties van de baan te ruimen. Er wordt wel gesuggereerd dat kinderen een hogere thorax impedantie (dus de restweerstand indien men electrisch geleidende en niet-geleidende delen van elkaar aftrekt) zouden hebben dan men zou vermoeden op basis van het gewicht alleen. Wat ertoe leidt dat de 2 J/kg dosis een correctie naar boven toe dient te ondergaan w.b. de kleinere kinderen. Anders gezegd: de vrees voor myocardbeschadiging mag minder uitgesproken zijn, dan wat men actueel stelt. Een andere en belangrijke determinant voor succesvol defibrilleren, is de gebruikte defibrillatie golfvorm. De laatste jaren heeft de bifasische golfvorm prominent zijn intrede gedaan en het is duidelijk dat deze voordelen biedt t.o.v. de monofasische puls. Met een bifasische golf wordt een patiënt even effectief gedefibrilleerd, maar aan lagere dosis, terwijl omgekeerd de hogere dosissen goed getolereerd worden. Dus kan een enkelvoudige dosis vermoedelijk zonder gevaar toegediend worden aan een uitgebreider leeftijds- of gestalte gamma. [32,34] Criteria voor het aanpassen van de heersende richtlijn Een eerste zaak die uitgemaakt moet worden is of het ritme analyse systeem van de AED veilig en effectief is voor kinderen. Kan men op de AED vertrouwen als hij een onderscheid maakt tussen shockable en non-shockable ritmes bij kinderen? Ten tweede dient elke AED een effectieve dosis te leveren voor kinderen, die anderzijds het myocard onbeschadigd laat. Klinische gegevens Voorlopig zijn de gegevens minimaal: 1 case report [35] bericht over het succesvolle aanwenden van een bifasische volwassenen AED bij een 3-jarig kindje. De peuter werd eenmalig gedefibrilleerd met 150 J (= 9 J/kg). Postresuscitatie CK en troponine waren normaal en ook het echocardiogram vertoonde geen enkele afwijking met opnames daterend van voor het incident. Waarom zouden AEDs niet gepast zijn voor kinderen? Jonge kinderen zijn vele malen kleiner dan een volwassene en dus hebben ze veel lagere energie-instellingen (J/kg) nodig om eenzelfde defibrillatiedosis te ondergaan. AEDs zijn daarbij ontwikkeld om toegepast te worden op volwassenen en zullen dientengevolge hoge stromen leveren indien ze gebruikt worden bij kleine kinderen. Een andere bezorgdheid is dat vooral babies en ook kleine kinderen met sinus- of supraventriculaire tachycardiën zo n hoge frekwenties kunnen vertonen, dat een toestel ontworpen voor volwassenen non-shockable ritmes zou kunnen verwarren met shockable met alle gevolgen van dien. Heersende pediatrische richtlijnen voor het gebruik van de AED De 2000 International Guidelines bevelen volgende aan (Klasse IIb): AED aanleggen bij kinderen > 8 jaar voor ritmedetectie. Gebruik (shocken) van het apparaat indien ditzelfde kind VF of polsloze VT vertoont (maar wel: klasse onbepaald ). Defibrillatie met AED bij kinderen < 8 jaar wordt niet aanbevolen. Het gemiddelde kind van 8 jaar weegt om en bij de 25 kg. De dosis die door een AED wordt geleverd bedraagt tussen de J en zou overeenkomen met zo n 6-8 J/kg voor de gemiddelde 8-jarige. Indien de initiële shock de patiënt niet uit VF of VT haalt, zijn sommige AEDs zo ontwikkeld dat zij escalerende dosissen leveren tot en met 360 J. Daardoor zou een gemiddelde 8-jarige shocks ondergaan van 6 tot 15 J/kg, terwijl dit voor een volwassene 1-4 J/kg bedraagt. Ritme analyse Een recent rapport [36] toont aan dat het ritme analyse programma van de AEDs voldoende specifiek en betrouwbaar is volgens de AHA AED criteria, om het onderscheid te maken tussen non-shockable en shockable ritmes bij kinderen. De sensitiviteit voor VF was > 96%, terwijl het AHA 90% vooropstelt. Voor VT echter bedroeg dit 71%, terwijl het AHA 75% vooropstelt. De apparaten zijn hoogspecifiek (100%) en stellen in geen enkel geval voor om te defibrilleren bij non-shockable ritmes. De meeste ritmestrips werden bekomen via een gemodifieerde AED, 12% echter werd achteraf toegevoegd vanuit gedigitaliseeerde papierstrips en met deze input hebben AEDs problemen. Ten gunste van de AED kan men echter stellen dat de resultaten in het algemeen zeer hoopgevend en geruststellend zijn, terwijl anderzijds het gedigitaliseerde deel van de test gebeurde op basis van ECG-strips, die dus niet door de AED zelf werden opgenomen maar achteraf werden ingevoerd. In een andere studie werden de ritmes bekomen via de AED pads, wat meer overeenkomt met de dagelijkse realiteit. Sensitiviteit voor VF bedroeg 94% en die voor VT 60%. De specificiteit was > 99% en het had geen effect op de AED of men de paddles sterno-apicaal of antero-posterieur plaatste. Op basis van deze 2 studies [36,37] kan men voorzichtig stellen dat volwassenen AEDs een aanzienlijke sensitiviteit voor VF en een hoge specificiteit bezitten om veilig ritme analyses bij kinderen en babies uit te voeren. De resultaten voor VT waren slecht, anderzijds staat daartegenover dat deze ritmestoornis zelden optreedt in de pediatrie. [39] Geleverde energie Een bekommernis is toch de volwassenen dosis die wordt geleverd aan een kind door een AED in sé voor volwassenen Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr
4 ontworpen. Verschillende AED fabrikanten brengen heden zowel pediatrische AED pads als kabels op de markt om tegemoet te komen aan de uitbreiding van de markt enerzijds en om een optie te bieden voor de kinderen < 8 jaar. [40] Het kabel/pad systeem zorgt ervoor dat de impedantie toeneemt, waardoor er minder stroom wordt geleverd i.g.v. het gebruik van deze set. Ook wordt een gedeelte van de energie weggeleid van de patient. Dus in sé vuurt de AED even hard, maar is het de kabel/pad extensie die ervoor zorgt dat deze dosis wordt verminderd tot doorgaans J. Het FDA is daarbij tot de slotsom gekomen dat de kabels en pads voor pediatrisch gebruik equivalent zijn met die voor volwassenen, waardoor het deze fabrikanten is toegestaan om de verkoop of distributie van dit soort AED te promoten. Dit betekent evenwel niet dat er geen klinische postmarket follow-up dient te gebeuren, teneinde meer informatie te bekomen over het gedrag van dit produkt in het werkveld. ILCOR aanbevelingen Het ILCOR heeft in oktober 2002 volgende consensus geformuleerd. De AED (automatische externe defibrillator) mag gebruikt bij kinderen tussen 1 en 8 jaar, die geen tekens van circulatie vertonen. Idealiter zou het toestel een pediatrische dosis moeten kunnen leveren. Het aritmie detectie algoritme van deze AED zou een hoge specificiteit moeten bezitten voor pediatrische shockable ritmes. Anders gesteld: de AED zal geen shocks voorstellen in non-shockable ritmes (Klasse IIb). Er is heden te weinig geweten om het gebruik van de AED bij kinderen < 1 jaar zowel aan te moedigen als af te raden. Voor de redder alleen t.o.v. een kind met afwezigheid van circulatie blijft de oorspronkelijke aanbeveling dezelfde: 1 minuut reanimeren (CPR) en pas dan de hulpdiensten verwittigen (call fast) of de AED aanbrengen. Defibrillatie is geïndiceerd bij (gedocumenteerde) ventriculaire fibrillatie (VF) en polsloze ventriculaire tachycardie (VT) (Klasse I). Beperkingen Een belangrijke opmerking is dat men momenteel geen klinische data heeft omtrent het gedrag van de AED met de pediatrische kabel/pads. Vooral in discussies m.b.t. babies kan men daardoor geen uitspraken doen naar veiligheid of efficaciteit. Het onderzoek van Atkinson [36] aangaande de sensitiviteit en specificiteit van de AED omvatte ook een baby-populatie, maar de grootte van de groep verkleinde naarmate de leeftijd afnam. Men kan dus niet echt voortgaan op deze informatie wat babies aanbelangt. Kleine babies zouden dosissen kunnen krijgen die net zoals bij de proefdieren myocardbeschadiging veroorzaken. Er zouden bij kleine babies sowieso minder shockable ritmes aanleiding zijn tot CPR, dan bij de grotere kinderen. De 2 laatste punten suggereren dat er een ongunstige verschuiving zou kunnen optreden in zowel de richting van beschadigen als van zijn er wel kandidaten? Om deze redenen blijft de consensus voor babies meer conservatief. Uit pragmatische overweging en omdat vele resuscitatie counsils de leeftijd van 1 jaar als transitie zien, wordt de vroegere consensus enkel uitgebreid naar de groep van kinderen tussen 1 en 8 jaar. Omdat er geen informatie beschikbaar is m.b.t. het gebruik van de AED met pediatrische kabel/pads, stelt het ILCOR voor om tijdens IH-incidenten bijvoorbeeld de voorkeur te blijven geven aan defibrillatoren waarvan men de te leveren energie kan instellen volgens het gewicht van het kind. Aangezien er onvoldoende gegevens zijn over de ideale AED pad plaatsing, worden hierover geen aanbevelingen gedaan. Men plaatst dus volgens dat de omstandigheden het uitwijzen de AED pads sterno-apicaal of antero-posterieur. Conclusie AEDs worden in ruime mate, meer en meer, overal beschikbaar. Waarschijnlijk nemen zij nu al in vele gevallen de plaats in van het eerste of enige toestel dat beschikbaar is voor de pre-hospitaal defibrillatie. Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat AEDs een hoge specificiteit en sensiviteit bezitten voor de detectie van pediatrische aritmiën. AEDs kunnen veilig en efffectief ingeschakeld worden ook voor het defibrilleren van kinderen tussen de 1 8 jaar oud. Idealiter worden er pediatrische AED kabels en pads gebruikt voor kinderen. Elk specifiek model van AED zou moten onderworpen worden aan een toetsing met een pediatrische aritmie bibliotheek voor de herkenning van shockable vs. non-shockable aritmiën. Het onderzoek en de ontwikkelingen van AED fabrikanten naar de pediatrie toe wordt toegejuichd en ondersteund. Indien nieuwe gegevens beschikbaar worden, zal de task force hierover berichten. Referenties Larsen MP, Eisenberg M5, Cummins RO et al. Predicting survival from out-of-hospital cardiac arrest: a graphic model. Ann Emerg Med. 1993; 22: White RD, Vukov LF, Bugliosi TF. Early defibrillation by police: initial - experience with measurement of critical time intervals and patient outcome. Ann Emerg Med. 1994;23: Mosesso VN Jr, Davis FA, Auble TE, et al. Use of automated external defibrillators by police officers for treatment of out-ofhospital cardiac arrest. Ann Emerg Med. 1998;32: Valenzuela TD, Roe D1, Nichol G, et al. Outcomes of rapid defibrillation by Security officers after cardiac arrest in casinos. N Engl J Med. 2000; 343: O Rourke MF, Donaldson E, Geddes JS. An airline cardiac arrest program. Circulation. 1997;96: Page RL, Joglar JA, Kowal RC, et al. Use of automated external defibrilators by a US airline. N Engl J Med. 2000:343: American Heart Association in collaboration with International Liaison Committee on Resuscitation. Guidelines for Cardiopulmonary Resuscitation and Emergency Cardiovascular Care: International Consensus on Science, Part 9: Pediatric Basic Life Support. Circulation. 2000; 102(suppl 1):I-253-I Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr.4
5 Quan L, Franklin WH, eds. Ventricular Fibrillation: A Pediatric Problem. New York. NY: Futura Publishing; Swan HJC. Cardiac catheterization. In: Moss AJ, Adams FH, eds. Heart Disease in Infants, Children and Adolescents. Baltimore, Md: Williams & Wilkins; 1968:287. Goldberg AH. Cardiopulmonary arrest. :N Engl J Med. 1974;390: Dahl CF, Ewy GA, Warner ED, et al. Myocardial necrosis from direct current countershock: effect of paddle electrode size and time interval between discharges. Circulation. 1974;50: Gaba DM, Talner NS. Myocardial damage following transthoracic direct current countershock in newborn piglets. Pediatr Cardiol. 1982;2: Killingsworth CR. Melnick SB. Chapman FW, et al. Defibrillation threshold and cardiac responses using an external biphasic defibrillator with pediatric and adult adhesive patches in pediatric-sized piglets. Resuscitation. 2002:55: Babbs CF, Tacker WA. VanVleet IF, et al. Therapeutic indices for transchest defibrillator shocks: effective, damaging and lethal electrical doses. Am Heart J. 1980:99: Gutgesell HP, Tacker WA, Geddes LA, et al. Energy dose for ventricular defibrillation of children. Pediatrics. 1976;58: Mogayzel C, Quan L. Graves JR, et al. Out-of-hospital ventricular fibrillation in children and adolescents: causes and outcomes, Ann Emerg Med. 1995;25: Hickey RW, Cohen DM, Strausbaugh S, et al. Pediatric patients requiring CPR in the prehospital setting. Ann Emerg Med. 1995:25: Eisenberg M, Bergner L. Hallstrom A. Epidemiology of cardiac arrest and resuscitation in children. Ann Emerg Med. 1983;12: Sirbaugh PE, Pepe PE. Shook JE, et al. A prospective population-based study of the demographics. epidemiology, management and outcome of out-of-hospital pediatric cardiopulmonary arrest Ann Emerg Med. 1999; 33:17d-184. Young KD, Seidel JS. Pediatric cardiopulmonary resuscitation: a collective review Ann Emerg Med. 1999:33: Schwartz PJ, Priori SG, Dumaine R, et al. A molecular link between the sudden infant death syndrome and the long-qt syndrome. N Engl J Med. 2000;343: Losek JD, Hennes H. Glaeser PW, et al. Prehospital countershock treatment of pediatric asystole. Am J Emerg Med. 1980:7: Quan L. Wentz KR. Gore EJ, et al. Outcome and predictors of outcome in pediatric submersion victims receiving prehospital care in King County, Washington. Pediatrics. 1990;86: Suominen P, Olkkola KT, Voipio V, et al. Utstein style reporting of in-hospital paediatric cardiopulmonary resuscitation. Resuscitation. 2000; 45: Nadkarni VM; Berg RA, Kaye W, et al. Survival outcome for inhospital pulseless cardiac arrest reported to the National Registry of CPR is better for children than adults. Crit Care Med. 2003;31:A14. Atkins DL. Pediatric defibrillation: optimal techniques. In: Tacker WA Jr. ed. Defibrillation of the Heart: ICDs, AEDs, and Manual. St Louis, Mo: Mosby-Year Book; 1994: Walker RG, Chapman FW. Revisiting assumptions underlying defibrillation shock protocols: how much does impedance change between first and second shocks? Prehosp Emerg Care. 2002;6:146. Tang W, Weil MH, Jorgenson D, et al. Fixed-energy biphasic waveform defibrillation in a pediatric model of cardiac arrest and resuscitation. Crit Care Med. 2002;30: Clark CB, Zhang Y, Davies LR, et al. Pediatric transthoracic defibrillation: biphasic versus monophasic waveforms in an experimental model. Resuscitation. 2041;51: Samson RA, Atkins DL, Kerber RE. Optimal size of self-adhesive preapplied electrode pads in pediatric defibrillation. Am J Cardiol. 1995;75: Kerber RE, Kouba C, Martins J, et al. Advance prediction of transthoracic impedance in human defibrillation and cardioversion: importance of impedance in determining the success of low-energy shocks. Circulation. 1984;70: Tang W, Weil MH, Sun S, et al. The effects of biphasic and conventional monophasic defibrillation on postresuscitation myocardial function. J Am Coll Cardiol. 1999;34: Schneider T, Martens PR, Paschen H; et al, Multicenter, randomized, controlled trial of biphasic shocks compared with 200- to 360-J monophasic shocks in the resuscitation of out-of-hospital cardiac arrest victims. Optimized Response to Cardiac Arrest (ORCA) Investigators. Circulation. 2000:102: Leng CT, Paradis NA, Calkins H, et al. Resuscitation after prolonged ventricular fibrillation with use of monophasic and biphasic waveform pulses for external defibrillation. Circulation. 2000;101: Gurnett CA, Atkins DL. Successful use of a biphasic waveform automated external defibrillator in a high-risk child. Am J Cardiol. 2000; 86: Cecchin F, Jorgenson DB. Berul CI, et al. Is arrhythmia detection by external defibrillator accurate for children? Sensitivity and specificity of an automatic external defibrillator algorithm in 696 pediatric arrhythmias. Circulation. 200I;103: Kerber RE, Becker LB, Bourland JD, et al. Automatic external defibrillators for public access defibrillation: recommendations for specifying and reporting arrhythmia analysis algorithm performance, incorporating new waveforms, and enhancing safety: a statement for health professionals from the American Heart Association Task Force on Automatic External Defibrillation, Subcommittee on AED Safety and Efficacy. Circulation. 1997;95: Atkinson E, Mikysa B, Conway JA, et al. Specificity and sensitivity of automated external defibrillator rhythm analysis in infants and children. Ann Emerg Med. 2003;41. In press. MacDonald RD, Swanson JM, Mottley JL, et al. Performance and error analysis of automated external defibrillator use in the out-of-hospital setting. Ann Emerg Med. 2001;38: Jorgenson D, Morgan C, Snyder D, et al. Energy attenuator for pediatric application of an automated external defibrillator. Crit Care Med. 2002; 30: S 145-S 147. Spoedgevallen JG 23 (2004) Nr
SPOEDGEVALLEN INHOUD. Redactioneel 95. Incidentie van whiplash minder dan verwacht... 96
Redactie Spoedgevallen Hoofdredacteur Door Lauwaert Eindredactie & Vormgeving Johan Beullens SPOEDGEVALLEN Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg vzw. Redactieleden Johan Beullens Marc
Nadere informatieEUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIE
EUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE DEFIBRILLATIE Bijlage bij Spoedgevallen Jaargang 20 Nummer 4 EUROPESE REANIMATIE RAAD RICHT- LIJNEN 2000 VOOR AUTOMATISCHE EXTERNE
Nadere informatieWaarom richtlijnen? Hoe komen richtlijnen tot stand? Pols voelen. Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes?
Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes? Waarom richtlijnen? Matthijs de Hoog Hoe komen richtlijnen tot stand? In God we trust. All others must bring data. ILCOR 403 worksheets over 276
Nadere informatieBLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005
BLS en ALS bij kinderen Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 ILCOR RICHTLIJNEN 2005 DOELSTELLINGEN Kort en eenvoudig Voor kinderen en volwassenen meer uniformiteit BLS (basic life support) AED (automated external
Nadere informatieNederlandse richtlijnen. 20 januari 2016
ERC Guidelines 2015 R. de Vos Anesthesioloog MMT-arts (np) Medisch Manager Ambulancezorg Lid Wetenschappelijk raad NRR Bestuurslid Stichting Reanimatie Nederlandse richtlijnen 20 januari 2016 Veel veranderd?
Nadere informatieSMART BIPHASIC EEN WETENSCHAPPELIJK ONDERBOUWDE, VASTE, LAAGENERGETISCHE DEFIBRILLATIECURVE
SMART BIPHASIC EEN WETENSCHAPPELIJK ONDERBOUWDE, VASTE, LAAGENERGETISCHE DEFIBRILLATIECURVE INLEIDING De jaren 90 van de vorige eeuw luidden een nieuw tijdperk van transthoracale defibrillatie in, een
Nadere informatieReanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht
Reanimatie richtlijnen 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen Marcel Bontje BHV Plus Simpel(er) Noodzakelijke handelingen Hogere retentie Verbeteren uitkomst Evidence Based Niveau van bewijsvoering:
Nadere informatieEven voorstellen.. Statistieken in Noord Nederland. Vragen. Meet the Expert Kinder ALS. 12 e Reanimatie Congres 18-3-2015
Meet the Expert Kinder ALS 12 e Reanimatie Congres Even voorstellen.. Joke Kieboom Kinderintensivist UMCG Lid WR NRR Wim Thies Nationale Cursusleider EPLS (voorheen PBLS) Cursusleider PHPLS en PLS Nigel
Nadere informatieAdvanced Life Support
Advanced Life Support Dr. Lieven Vergote Urgentiearts ASZ-Aalst Definitie Behandeling van CRA met externe hulpmiddelen: monitor defibrillator, beademingsapparatuur, geneesmiddelen, 1 Cijfergegevens Europa
Nadere informatieVoor gewone mensen in ongewone situaties. Philips HeartStart HS1-defibrillator
Voor gewone mensen in ongewone situaties Philips HeartStart HS1-defibrillator Plotselinge hartstilstand altijd en overal Op dit moment is de overlevingskans bij een plotselinge hartstilstand minder dan
Nadere informatieTOM SCHMITTE. Organisator ILS & ALS cursussen. Conflicts of interest. European & Belgian Resuscitation Council
Coördinator patiëntenzorg Spoedgevallen en PIT AZ H. Familie, Rumst Voorzitter werkgroep spoed en intensieve zorg NVKVV Adj. Nationaal Cursusdirecteur ILS TOM SCHMITTE Conflicts of interest Organisator
Nadere informatieGebruik van mechanische thorax compressie apparatuur in ambulance hulpverlening en in het ziekenhuis. Advies van de Nederlandse Reanimatie Raad
Gebruik van mechanische thorax compressie apparatuur in ambulance hulpverlening en in het ziekenhuis. Advies van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad November 2014 Nederlandse Reanimatie
Nadere informatieR.W. Koster 1, J. Berdowski 1. Nederlandse Hartstichting / Overleving na reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland:
4 Overleving na reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland: resultaten Arrest 7 over 2006-2008. Betere overleving dankzij de Automatische Externe Defibrillator? R.W. Koster 1, J. Berdowski 1 1 Afdeling
Nadere informatieBifasische technologie: klinische overzichten
Bifasische technologie: klinische overzichten Defibrillatie van ventrikelfibrilleren en ventriculaire tachycardie Achtergrond Physio-Control heeft in meerdere centra een prospectieve, gerandomiseerde en
Nadere informatieIs normothermie wel zo cool?
Is normothermie wel zo cool? Joyce Honcoop Circulation Practitioner i.o. M. Barnas Medisch begeleider M. Rigter Afdeling begeleider Intensive Care Ziekenhuis Amstelland, Amstelveen 2017-2019 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieMaakt het redden van levens sneller, eenvoudiger, beter. Philips HeartStart FR3-defi brillator voor professionele hulpverleners
Maakt het redden van levens sneller, eenvoudiger, beter Philips HeartStart FR3-defi brillator voor professionele hulpverleners Maakt het redden van eenvoudiger, beter Hulpverlening bij een plotselinge
Nadere informatieVoor diegenen die het eerst ter plaatse zijn. HeartStart FRx-defibrillator van Philips
Voor diegenen die het eerst ter plaatse zijn HeartStart FRx-defibrillator van Philips Plotselinge hartstilstand kan Het huidige overlevingspercentage voor een plotselinge hartstilstand is minder dan 7%.
Nadere informatie3/12/2013. Zijn de basale reanimatie richtlijnen voor volwassenen haalbaar voor niet professionals? BLS richtlijnen. Borstcompressies.
Zijn de basale reanimatie richtlijnen voor volwassenen haalbaar voor niet professionals? Steffie Beesems afdeling Cardiologie Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam 6 maart 2013 Compressies
Nadere informatieVan de AED (automatische externe defibrillator) naar de specialistische (ALS) zorgverlening tijdens de reanimatie van volwassenen en kinderen
Van de AED (automatische externe defibrillator) naar de specialistische (ALS) zorgverlening tijdens de reanimatie van volwassenen en kinderen Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse
Nadere informatieCURSUS BASIS ECHOVAARDIGHEDEN
CURSUS BASIS ECHOVAARDIGHEDEN Robert K. Riezebos Department of Cardiology, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam, the Netherlands SHOCK EN REANIMATIE cardiac arrest ultra-sound exam INTRODUCTIE Kort historisch
Nadere informatieNiet reanimeren beleid. Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist
Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist Inhoud presentatie Behandelbeperkingen Reanimatie en outcome/getallen Out-of-hospital Factoren van invloed op de outcome
Nadere informatieOvername van Automatische Externe Defibrillator (AED) hulpverlening naar gespecialiseerde reanimatie (ALS) hulpverlening
Overname van Automatische Externe Defibrillator (AED) hulpverlening naar gespecialiseerde reanimatie (ALS) hulpverlening Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Oktober
Nadere informatie7 Reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland en Twente: resultaten ARRESTonderzoek
7 Reanimatie buiten het ziekenhuis in Noord-Holland en Twente: resultaten ARRESTonderzoek over 2006-2011 S.G. Beesems*, J.A. Zijlstra*, R. Stieglis, R.W. Koster Afdeling cardiologie, Academisch Medisch
Nadere informatiePresentatie I. Hartstilstand incidentie, preventieve kansen en aanbevelingen loopevenementen door J.H. Bennekers
Presentatie I Hartstilstand incidentie, preventieve kansen en aanbevelingen loopevenementen door J.H. Bennekers J.H. Bennekers Cardioloog Certe Groningen Looptrainersdag 2014 2 Project 2001. Pacemakerlopers
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieRECHTLIJNIGE BIFASISCHE PULS DEFIBRILLATOR OPTIE.
RECHTLIJNIGE BIFASISCHE PULS DEFIBRILLATOR OPTIE. Algemene informatie Introductie M Series producten zijn beschikbaar met een geavanceerde elektrische technologie die voorziet in een unieke rechtlijnige
Nadere informatieoutcome kinderreanimaties. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis
Ontwikkelingen in de outcome van Joke Kieboom kinderarts-intensivist UMC / Beatrix kinderziekenhuis Groningen outcome reanimaties ALS BLS reanimaties binnen het ziekenhuis e-cpr conclusies in westerse
Nadere informatie10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.
BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde
Nadere informatieVoor diegenen die het eerst ter plaatse zijn. Philips HeartStart FRx defibrillator
Voor diegenen die het eerst ter plaatse zijn Philips HeartStart FRx defibrillator Plotselinge hartstilstand kan Het huidige overlevingspercentage voor een plotselinge hartstilstand is minder dan 5% 1.
Nadere informatieHeartSave Automatische Externe Defibrillator
PRIMEDIC Saves Life. Everywhere. Automatische Externe Defibrillator Technologie in de strijd tegen plotseling hartfalen Altijd bij de hand in noodgevallen en voor iedereen toegankelijk. In Nederland sterven
Nadere informatieEarly Warning & Rapid Response Systems
Early Warning & Rapid Response Systems in search of the holy grail Dr. Joris Fuijkschot Algemeen kinderarts Symposium MUMC+ 22 oktober 2015 inhoud Wat weten we? Trends in outcome kinderreanimatie Wat doen
Nadere informatieDR ANNICK DE JAEGER. Belgian Resuscitation Council
Pediater Intensieve Zorgen Universitair Ziekenhuis Gent Nationaal cursusdirecteur en voorzitter WG EPLS/EPILS DR ANNICK DE JAEGER European Paediatric Life Support Dr Annick De Jaeger Hartstilstand bij
Nadere informatieKlaar om levens te redden
Klaar om levens te redden HeartStart XL+-defibrillator/monitor van Philips Klaar voor hulpverlening, Acute cardiologische zorgverlening is vaak zwaar en chaotisch. U moet er volledig op kunnen vertrouwen
Nadere informatieEven voorstellen.. Vraag. Vraag. Antwoord 9-4-2015. Welkom op het 12 e Reanimatie Congres
Welkom op het 12 e Reanimatie Congres Driekes van der Weert en Wim Thies Even voorstellen.. Driekes van der Weert Nationale Cursusleider PBLS Ambulance verpleegkundige Wim Thies Nationale Cursusleider
Nadere informatieHet kind in Acute Nood September Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS
Het kind in Acute Nood September 2018 Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Doel Herken het kind in acute nood Specifieke volgorde PBLS te begrijpen Nut van
Nadere informatieIs er een leven na reanimatie? Maayke Hunfeld, kinderneuroloog Jasmijn Harpman, masterstudent Corinne Buysse, kinderintensivist
Is er een leven na reanimatie? Maayke Hunfeld, kinderneuroloog Jasmijn Harpman, masterstudent Corinne Buysse, kinderintensivist Pediatrisch out of hospital cardiac arrest (OHCA) 9 per 10.000 kinderen per
Nadere informatieWat is een acute hartritme stoornis?
AED bij de Terriërs Wat is een acute hartritme stoornis? Normale hartactie Acute hartritme stoornis: Chaotisch ritme (ventrikel fibrilleren) Probleem: Het hart pompt niet meer effectief, slachtoffer zakt
Nadere informatieVoor gewone mensen op buitengewone momenten
Voor gewone mensen op buitengewone momenten Philips HeartStart HS-1-defibrillator Productinformatie Plotselinge hartstilstand kan iedereen, altijd 2 en overal overkomen. Het huidige overlevingspercentage
Nadere informatieEen AED redt levens. Martien van Gorp. Vivon Nederland B.V. Ekkersrijt 1121 5692 AD Son
Een AED redt levens Martien van Gorp Vivon Nederland B.V. Ekkersrijt 1121 5692 AD Son Over Vivon Jarenlange expertise Merkonafhankelijk ISO 9001:2008 gecertificeerd Samenwerking met o.a. Nederlandse Hartstichting
Nadere informatieInhoud. Voorkomen is beter dan genezen! Wat zeggen de statistieken? Moeten we kinderen wel reanimeren? Moeten we kinderen wel reanimeren?
Incidentie en AED gebruik bij kinderen? Wim Thies Chief Nurse Mobiel Medisch Team Rotterdam - Lifeliner 2 Ambulanceverpleegkundige Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid Nationale Cursusleider EPLS Cursusleider
Nadere informatieBehandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC
Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire
Nadere informatiePrognose en kwaliteit van leven na cardio-pulmonaire reanimatie
Prognose en kwaliteit van leven na cardio-pulmonaire reanimatie D. Benoit, MD, PhD Intensieve Zorgen 12K12IB Ghent University Hospital Medicine is learned by the bedside and not in the classroom. Let not
Nadere informatieRecente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek
Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk
Nadere informatieDuitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1
Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd
Nadere informatieWaarom koelen na out of hospital reanimatie? Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond
Waarom koelen na out of hospital reanimatie? Marlous Steeghs,, keuze co-assistent Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond Inleiding Cardiac arrest
Nadere informatieDe Powerheart G5. Om levens te redden zijn helden nodig. Helden hebben de G5 nodig. Mei 2012
De Powerheart G5 Om levens te redden zijn helden nodig. Helden hebben de G5 nodig. Mei 2012 1 Agenda Acute hartstilstand Defibrillatie De Powerheart G5 AED 2 Het probleem: Acute hartstilstand 3 Acute hartstilstand:
Nadere informatieBasisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie
Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie DOELSTELLINGEN Aan het einde van deze cursus moeten de deelnemers in staat zijn om te demonstreren: Hoe een bewusteloos slachtoffer te benaderen. Hoe
Nadere informatieMaakt het redden van levens sneller, eenvoudiger, beter. Philips HeartStart FR3-defi brillator voor professionele hulpverleners
Maakt het redden van levens sneller, eenvoudiger, beter Philips HeartStart FR3-defi brillator voor professionele hulpverleners Maakt het redden van levens Hulpverlening bij een plotselinge hartstilstand
Nadere informatieHartritmestoornissen bij jongeren. Prof. Dr. Koen Monsieurs Dienst Spoedgevallen Universitair Ziekenhuis Antwerpen. NVKVV, Oostende, 24 maart 2014
Hartritmestoornissen bij jongeren Prof. Dr. Koen Monsieurs Dienst Spoedgevallen Universitair Ziekenhuis Antwerpen NVKVV, Oostende, 24 maart 2014 Het probleem Oorzaken PrevenJe Behandeling Conclusies Overzicht
Nadere informatiecasus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015
Ventrikel septum ruptuur casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Casus 70 jarige man RVO: post operatief na VSR correctie en triscuspidalisplastiek Dyspneu verdenking pneumonie,
Nadere informatieDia 1. Dia 2. Dia 3. Tijdens de training. Toekomst van Reanimatie in Nederland Dennis van der Geld docent-instructeur (P)BLS
Dia 1 Toekomst van Reanimatie in Nederland Dennis van der Geld docent-instructeur (P)BLS 24-08-2018 Dia 2 Tijdens de training Leren in een veilige omgeving Telefoon op stil Val me gerust in de rede Wat
Nadere informatieBETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon
Nadere informatieRanglijst woongebied land van matena 1 januari 2019
Toelichting Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Hieronder treft u de geanonimiseerde ranglijst per 1 januari 2019 aan voor het woongebied van Land van Matena. Het betreft een momentopname.
Nadere informatieWat is een AED? Hoe werkt een AED?
Wat is een AED? Een AED is een apparaat waarmee men een elektrische schok aan het hart kan toedienen, wanneer er sprake is van levensbedreigende hartritmestoornissen. Een ingebouwde computer analyseert
Nadere informatieCPR-richtlijnen 2005. Werkgroep Limburg: FOD, MUG s (Hasselt, St.-Truiden, Genk, Tongeren, e.a.), Kruisverenigingen, PLOT
CPR-richtlijnen 2005 Werkgroep Limburg: FOD, MUG s (Hasselt, St.-Truiden, Genk, Tongeren, e.a.), Kruisverenigingen, PLOT ILCOR ERC BRR werkgroep Limburg new guidelines? => éénvoudiger => ruimer wetenschappelijke
Nadere informatieACCESSOIRES LIFEPAK 1000 DEFIBRILLATOR. Authentieke accessoires van Physio-Control.
ACCESSOIRES LIFEPAK 1000 DEFIBRILLATOR Authentieke accessoires van Physio-Control. Batterij/ECG-WEERGAVE accessoires Bedankt dat u voor Physio-Control gekozen hebt om u te helpen levens te redden en de
Nadere informatieAED Plus. Your partner in first aid. Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners
AED Plus Your partner in first aid Optimale ondersteuning voor eerstehulpverleners Reanimatie vereist De meest recente richtlijnen van de European Resuscitation Council (ERC) (Europese reanimatieraad)
Nadere informatieRichtlijn Reanimatie, herziening 2002
39 Kern KB, Hilwig RW, Berg RA, Sanders AB, Ewy GA. Importance of continuous chest compressions during cardiopulmonary resuscitation: unproved outcome during a simulated single lay-rescuer scenario. Circulation
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieVerslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 3
Verslag van het Second Belgian Congress on Acute Cardiac Care. Deel 3 Plotse dood Sofie Gevaert op 11 juni organiseerde biwac haar tweede congres dat bijgewoond werd door meer dan 200 cardiologen, enkele
Nadere informatieKwalitei van (over)leven na een reanimatie 1
Kwaliteit van (over) leven na een reanimatie Véronique Moulaert Revalidatiearts i.o./ psycholoog / onderzoeker Een zaal vol helden Ook helden hebben twijfels Doe ik het wel goed Hoe komt hij hier straks
Nadere informatiePre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt).
Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt). D. Ali, MJ. Fokkert, RJ. Slingerland, R. Tolsma, A. Mosterd, M. Ishak, F. Van Eenennaam, K. Bruheim, J.M. ten Berg, A.
Nadere informatieNicolas Mpotos MD PhD FERC
Scholen engageren in reanimatie: jullie handen kunnen levens redden! Nicolas Mpotos MD PhD FERC Emergency Physician AZ St Lucas Gent Academic consultant Ghent and Antwerp University Adult basic life support
Nadere informatie30-3-2015. Waarom beademen belangrijk is. 2-3x beter! Overleving Arrest Noord-Holland. Overleving in Europa
60% Overleving Arrest Noord-Holland Ruud Koster Academisch Medisch Centrum Amsterdam 50% 40% 30% 20% % 0% 1995 2006 2007 2008 2009 20 2011 2012 2013 Totale overleving Overleving bij schokbaar 1e ritme
Nadere informatieToetsing aan recente wetenschappelijke inzichten. (zie volgende sheets)
Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten (zie volgende sheets) Op zoek naar empirisch onderbouwde adviezen Adviezen gebaseerd op degelijk en recent empirisch onderzoek! Consensus Report* van Richard
Nadere informatieRisk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease
Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Nadine Goessens Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Utrecht, Universiteit Utrecht,
Nadere informatieDia 1. Dia 2. Dia 3. Het kind in Acute Nood November Leerdoelen. Programma. Herken het kind in acute nood. Specifieke volgorde PBLS te begrijpen
Dia 1 Het kind in Acute Nood November 2015 Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige Praktijkopleider Acute Zorg NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Dia 2 Leerdoelen Herken het kind in acute nood Specifieke
Nadere informatieHet gaat niet altijd zoals we willen, maar.. W.Taks Hetero anamnese Man 43 jaar Dubbelzijdige trombose benen 2011 Bekend met coumarine resistentie ti Out of hospital cardiac arrest door VF eci CAG 2012:
Nadere informatieRapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA
Rapid Access Raadpleging Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA 1 Waarom een rapid access raadpleging? Wat zal de toekomst brengen? - Vergrijzing van de bevolking aantal 65 plussers x2 aantal
Nadere informatieAlgemene informatie voor patiënten met Osteogenesis Imperfecta over hartreanimatie.
Algemene informatie voor patiënten met Osteogenesis Imperfecta over hartreanimatie. Prof. Dr. Gerard A. Rongen, mei 2017 Inleiding. Tegenwoordig wordt, volgens kwaliteitsrichtlijnen voor ziekenhuizen,
Nadere informatieOnderzoeksresultaten transparantie en openbaarheid
Onderzoeksresultaten transparantie en openbaarheid Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde, azm, Maastricht en Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde Uitgangspunten Rapportage van resultaten van (biomedisch)
Nadere informatieSafar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding
Peter Safar Safar 1964 Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Acute coronaire interventie Cornonaire interventie Beademen
Nadere informatie1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders
Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken
Nadere informatieOpvang van circulatiestilstand
6 Hoofdstuk Opvang van circulatiestilstand Leerdoel In dit hoofdstuk leer je hoe de ritmes te herkennen die bij een cardiaal circulatiestilstand optreden en hoe advanced life support uit te voeren 6.1
Nadere informatieWELK M Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige & ZEB NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS
Dia 1 Het kind in Acute Nood WELK M Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige & ZEB NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS 1-2-2015 Dia 2 Leerdoelen: Inzicht in incidentie Wat maakt een kind anders Herken
Nadere informatieAanpak van cardiaal arrest
6 Hoofdstuk Aanpak van cardiaal arrest Leerdoel In dit hoofdstuk leer je hoe de ritmes te herkennen die bij een cardiaal arrest optreden en hoe advanced life support uit te voeren 6.1 INLEIDING Een cardiaal
Nadere informatieDe rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen
De rol van apc en steroiden Peter Pickkers Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen NIVAS 2012 De controverse omtrent APC, Eli-Lilly en de Surviving Sepsis Campaign De studies De sponsering Het commentaar
Nadere informatieDE TOONAANGEVENDE AED
DE TOONAANGEVENDE AED WILT U UW HART VOLGEN DOOR EEN ANDER TE HELPEN? Het gebeurt in een fractie van een seconde. Iemand zakt in elkaar door een plotselinge hartstilstand. Het begin van een race tegen
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieQTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie
QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie 01-11-2018 Waarom QT-tijd? - Verhoogd risico op levensbedreigende ritmestoornissen - Verlenging van QT-tijd bij veel medicijnen, derhalve
Nadere informatiePost-cardiac arrest syndroom
Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%
Nadere informatie15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS
15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden
Nadere informatieReanimatie bij Fontan. Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017
Reanimatie bij Fontan Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017 Inhoud Casus Fysiologie van reanimeren Fontancirculatie Reanimatie bij Fontan Vervolg casus Casus Vrouw, 29 jaar RVO/ OHCA bij
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieCardioPulmonale Resuscitatie: richtlijnen 2010
CardioPulmonale Resuscitatie: richtlijnen 2010 Ref. Circulation.2010 Nov 2;122(18suppl3) Inhoud: praktische samenvatting voor de co-assistenten 1. BLS: Basic Life Support 2. AED: automated external defibrillation
Nadere informatieWERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?
WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatieSepsis. Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige
Sepsis Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige Inhoud Inleiding Sepsis Behandeling sepsis Hemodynamiek bij sepsis Onderzoek Resultaten
Nadere informatieROM in de verslavingszorg
ROM in de verslavingszorg Seminar NETQ Healthcare: Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg Utrecht, 9 juni 2009 Suzan Oudejans, Arkin Academy AIAR Proefschrift Resultaten meten Resultaten van de zorg
Nadere informatieAED s in de openbare ruimte
notitie AED s in de openbare ruimte Marion Matthijssen Chantal Suijkerbuijk Zorgmonitor Cluster Zorgregie Februari 2009 GGD Rotterdam-Rijnmond Inhoudsopgave 1. Inleiding pag. 3 2. Ervaringen met AED s
Nadere informatieCT-Colonografie Virtuele Colonoscopie
CT-Colonografie Virtuele Colonoscopie Philip Ardies Medische Beeldvorming AZ Sint-Jozef Malle Wat is CTC Axiale CT opnames in rug- en buikligging 2 dimensionale reconstructies 3 dimensionale reconstructies
Nadere informatieConnected. Ready. LIFEPAK. CR2 defibrillator met LIFELINKcentral AED-programmabeheer
Connected. Ready. LIFEPAK CR2 defibrillator met LIFELINKcentral AED-programmabeheer 1 LIFEPAK CR2 defibrillator met LIFELINKcentral AED-programmabeheer Een nieuwe aanpak voor publiek toegankelijk defibrilleren
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieSEPSIS 3.0. Σήψις: the process by which flesh rots, swamps generate foul airs, and wounds fester (Hippocrates 700 bce)
SEPSIS 3.0 Σήψις: the process by which flesh rots, swamps generate foul airs, and wounds fester (Hippocrates 700 bce) Mariëlle Van der Steen, Martini Ziekenhuis Groningen Prof. P. Pickkers, Radboud Universiteit
Nadere informatieVeiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente
Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Waarom voortijdig stoppen? Veiligheid Effectiviteit Futiliteit Andere redenen Veiligheid (1) Data and Safety Monitoring
Nadere informatieDeze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Nadere informatieJoke Kieboom Kinderarts-intensivist. verdrinking circulatiestilstand met hypothermie onderzoek conclusie
Verdrinking Joke Kieboom Kinderarts-intensivist overzicht verdrinking circulatiestilstand met hypothermie onderzoek conclusie 1 Amsterdam 2002 definitie van verdrinking: het proces waarbij de ademhaling
Nadere informatieZorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking?
Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking? Jeroen van Oostrum Hoofd Business Intelligence Center 24 november 2009 Stellingen Stelling 1: Patiëntuitkomstmaten, zoals heropnames, complicaties en patiënttevredenheid,
Nadere informatieDe kracht van het netwerk
De kracht van het netwerk 2 e landelijk symposium voor IC-netwerken 28 november 2018 Eén virtuele IC voor de hele regio Mark van der Kuil intensivist, Bernhoven Disclosure (Potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatie