NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 1e vergadering 14 januari 2010, middag Openbare vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 14 januari 2010 te uur. Voorzitter: de heer mr. A. Wolfsen Tegenwoordig zijn de leden: Aydemir, Baerveldt, Beerlage, mevr. Bottse, mevr. Bouazani, Buunk, Çavuşoğlu, Van Corler, mevr. Dibi, Dijk, Van Ditmarsch, Eggermont, Engbers, Essousi, Geldof, mevr. Van Gemert, Gravesteijn, Hoek, Isabella, mevr. Van Iperen, Jansen op de Haar, Kleuver, Van der Marel, mevr. Monnink, mevr. Mos, Oldenborg, mevr. Oskam, mevr. Peetoom, Ravesteijn, Rietkerk, mevr. Van Rooij, mevr. Schell, mevr. Schipper, Schipper, mevr. Schuring, Smid, Taskan, Verhoef, Verkaik, Wijmenga, mevr. Willemsen en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders mevr. Den Besten, Bosch, Janssen, Van der Sluijs en mevr. Spit. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren, hartelijk welkom allemaal! Mevrouw Willemsen jarig is vandaag jarig. Namens iedereen in de zaal feliciteer ik haar van harte! (Applaus.) Afwezig met bericht zijn mevrouw Mossel, mevrouw Boudewijns en de heer Roest. De heer Eggermont en mevrouw Monnink zullen iets later ter vergadering komen. Voor de heer Wijmenga, de invaller van mevrouw Bikker, zal het de laatste raadsvergadering zijn.

2 Middagvergadering van 14 januari Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw Dibi heeft, mede namens de fracties van CDA, ChristenUnie, SP, D66 en GroenLinks, een actuele motie met de titel "College trek Hirsch Ballin aan zijn jasje!!" ingediend. Als ik het dictum goed lees, zal met "College" de raad worden bedoeld. De heer GELDOF (VVD): Voorzitter! Ik vind het onderwerp van de actuele motie spoedeisend genoeg om er een agendapunt van te maken. Aangezien artikel 7, lid 6 van het reglement van orde dat toestaat, stel ik voor om dat te doen. De VOORZITTER: Ik begrijp dat u van de motie een agendapunt wilt maken en er vervolgens over wilt debatteren, maar dat kan over de actuele motie zelf toch ook? De heer GELDOF (VVD): Nee, over een actuele motie kan niet worden gedebatteerd. De VOORZITTER: U hebt gelijk. Er kan over een actuele motie niet echt worden gedebatteerd. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Wij vinden een debat niet nodig. Volgens mij kan er over een actuele motie niet worden gedebatteerd. Wij vragen in de motie of het college aan de minister wil vragen om het wetsvoorstel te wijzigen. Dat is alles. Wij hoeven daarover geen debat te voeren. Ik ben wel benieuwd naar de reacties van andere fracties. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Ik vind het heel goed dat er een actuele motie is ingediend. Ik vind het prima om daarvoor iets meer ruimte te geven dan alleen een stemverklaring. Ik kan mij niet herinneren dat er over een actuele motie ooit een volledig debat is gevoerd. De VVDfractie had het debat eerder moeten aanvragen. Het was gisteren al bekend dat er een actuele motie zou worden ingediend. Het lijkt mij heel goed dat er wat meer gelegenheid tot spreken wordt geboden. Dat is goed om te kunnen begrijpen waarom mensen voor of tegen de motie zijn. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij bekijken het reglement van orde. Wat "spoedeisend" is, bepaalt de raad zelf. De heer SMID (CDA): Voorzitter! Ik geloof niet dat de CDA-fractie op dit moment behoefte heeft aan een debat. Er is sprake van een eenvoudig verzoek aan de regering. Men kan daar óf voor, óf tegen zijn. Wij hoeven niet over het vluchtelingen- en opvangbeleid zelf te discussiëren. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij hetgeen de heer Smid zegt, maar ik wil ook het idee van mevrouw Mos steunen dat over deze motie brede stemverklaringen moeten kunnen worden gegeven. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij kunnen voor het afleggen van stemverklaringen wat meer spreektijd ter beschikking stellen en tevens gelegenheid bieden tot het stellen van een enkele vraag. Wij zullen dan met het reglement enigszins smokkelen, maar dat doet de raad zelf. Ik constateer dat de raad hiermee instemt. De heer GELDOF (VVD): Voorzitter! Dat lijkt mij een juiste uitkomst. De VOORZITTER: Actuele moties worden aan het eind van de vergadering aan de orde gesteld. Wij komen later op de motie terug. Notulen van de openbare vergaqderingen van 19 november en 3 december Worden z.h.o. conform vastgesteld.

3 Middagvergadering van 14 januari Lijst van mededelingen (Jaargang 2010, nr. 1). Ingekomen stukken: De lijst van mededelingen wordt z.h.o. voor kennisgeving aangenomen. 1. Een de 8 e december 2009 ingekomen mail mevrouw D., alhier, inzake maatregelen in de gemeenteprogramma's. Besloten wordt deze mail voor kennisgeving aan te nemen. 2. Een de 15 e december 2009 ingekomen afschrift van een door de voorzitter van De Bundeling, alhier, aan het college van burgemeester en wethouders gerichte brief inzake pilotproject verhuisadviseur 60+. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 3. Een de 15 e december 2009 ingekomen mail van de heer D., alhier, inzake het kappen van bomen voor het plaatsen van grote kerstboom met lampjes voor 4 weken. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 4. Een de 10 e december 2009 ingekomen brief van de familie R., alhier, inzake de verkeerssituatie op de Ina Boudier Bakkerlaan. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 5. Een de 30 e november 2009 ingekomen brief van Stichting Vrienden van de Joostenlaan, alhier, inzake de afsluiting van verkeer Polderweg Haarzuilens. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening, met informatie aan de commissie Stad en Ruimte. 6. Een de 9 e december 2009 ingekomen afschrift van een door de voorzitter Adviesgroep Ondiep, alhier, aan het college van burgemeester en wethouders gerichte brief inzake de communicatie over maatregelenpakket Utrecht-West. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 7. Een de 14 e december 2009 ingekomen brief van D.I. en H., alhier, inzake het plaatsen van een Vikingschip in de Woerd. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 8. Een de 14 e december 2009 ingekomen brief van de heer L., alhier, inzake de afsluiting van de Schoolstraat voor doorgaand verkeer. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening, met informatie aan de commissie Stad en Ruimte.

4 Middagvergadering van 14 januari Een de 17 e december 2009 ingekomen brief van de ANWB te Den Haag inzake de actuele stand van zaken over de ontwikkelingen op het gebied van bewegwijzering. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 10. Een de 17 e december 2009 ingekomen brief van de wijkraad Oost, alhier, met het verzoek enkele niet gehonoreerde punten uit de zienswijzen op het bestemmingsplan Oudwijk, Kromme Rijn e.o. alsnog te verwerken in het bestemmingsplan. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het t.z.t. uit te brengen voorstel. 11. Een de 17 e december 2009 ingekomen zienswijze van de N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, inzake het ontwerpbestemmingsplan De Uithof. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het t.z.t. uit te brengen voorstel. 12. Een de 18 e december 2009 ingekomen brief van de Provincie Utrecht, alhier, inzake de begrotingstoezicht Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13 Een de 18 e december 2009 ingekomen brief van de Kamer van Koophandel, alhier, inzake het toezenden van bestemmingsplannen. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 14. Een de 27 e december 2009 ingekomen brief van de wijkraad Oost, alhier, inzake bestemmingsplan de Uithof. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 15. Een de 28 e december 2009 ingekomen brief van de Universiteit Utrecht, alhier, inzake het bestemmingsplan de Uithof. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 16. Een de 28 e december 2009 ingekomen zienswijze van het Universitair Medisch Centrum, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan De Uithof. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 17. Een de 28 e december 2009 ingekomen zienswijze van st. Stop Luchtverontreiniging Utrecht alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan De Uithof. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 18. Een de 28 e december 2009 ingekomen zienswijze van Veiligheidsregio Utrecht, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan De Uithof. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.

5 Middagvergadering van 14 januari Een de 28 e december 2009 ingekomen mail van Platform Zelfstandige Ondernemers te Den Haag, inzake de problematiek t.a.v. wijziging van de WMO per 2010 ( notitie ZZPérs en bemiddelingsbureaus in de thuiszorg. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 20. Een de 30 e december 2009 ingekomen zienswijze van Stichting Milieuzorg Zeist e.o. te Zeist, inzake het ontwerpbestemmingsplan De Uithof. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 21. Een de 28 e december 2009 ingekomen brief van familie Van S., alhier, inzake het gedeeltelijk sluiten van de Polderweg. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening, met informatie aan de commissie Stad en Ruimte. 22. Een de 5 e januari 2010 ingekomen brief van mevrouw N.H., alhier, inzake een in de wijk Zuilen verspreide opruiende brief. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 23. Een de 5 e januari 2010 ingekomen brief van M.J. H., alhier, inzake te late uitbetaling van de planschade. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 24. Een de 7 e januari 2010 ingekomen fax van R. de J. en E.H.M. S., alhier, inzake nieuw bouwplan c.a. Jacob van der Borchstraat 47 en 47 BS. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.

6 Middagvergadering van 14 januari Bekrachtiging geheimhouding besluiten en bijlagen: De VOORZITTER: Dames en heren! Hierbij verzoek ik u op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet, de geheimhouding te bekrachtigen van de geheime bijlagen behorende bij Jaargang 2009, nr. 3. Z.h.o. wordt overeenkomstig het verzoek van de voorzitter besloten. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde: 1. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de verbouwing en inrichting Alexander Numankade (Jaargang 2009, nr. 3). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 2. Voorstel tot vaststelling van de verordening tot (eerste) wijziging van de Legesverordening 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010 (Jaargang 2010, nr. 4). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 3. Voorstel tot vaststelling van de Woonvisie (Jaargang 2009, nr. 140). De heer HOEK (CDA): Voorzitter! Door het vaststellen van de nota "Wonen in een sterke stad" wordt het woningcorporaties, projectontwikkelaars en burgers duidelijk wat de gemeente zich de komende tien jaar ten doel stelt. Dat richtinggevende kader is noodzakelijk om grote veranderingen in de nieuw te bouwen wijken Leidsche Rijn en Rijnenburg maar ook daarbuiten te stroomlijnen en vorm te geven. De bouwplannen voor de Vogelaarwijken hebben nu een nuttig kader ten dienste van de diversiteit. Het college heeft een onderscheid gemaakt tussen beleid voor senioren en beleid voor mensen met een beperking. Dat onderscheid heeft voor een aanzienlijke verbetering van de nota gezorgd. Ook het streven om 900 levensloopbestendige woningen te realiseren, juicht de CDA-fractie toe. Het voornemen om met woningbouwcorporaties, institutionele beleggers en particuliere projectontwikkelaars tot heldere prestaties te komen, is ook een verbetering van de Woonvisie. Over de Woonvisie is de afgelopen twee jaar uitvoerig gediscussieerd. In de laatste commissievergadering bleek dat er een consensus bestond. De CDA-fractie heeft er graag mee ingestemd. De wijze waarop de Woonvisie tot stand is gekomen, verdient lof, want die heeft zelfs geleid tot enthousiasme bij de woningcorporaties. Ondanks de terugvallende bouwcapaciteit is de Woonvisie hopelijk een belangrijke stimulans om het gewenste aantal van huizen te realiseren. Nu het duidelijk is dat de gewenste kwantiteit om in de tekorten te voorzien niet wordt gehaald, is het meer dan ooit van belang om het verkoopprogramma van de woningcorporaties te stimuleren. De wethouder heeft al gezegd dat hij dat van plan is. De komende tien jaar zal de Woonvisie daarvoor richtinggevend moeten zijn. De sociale woningverhuur maakt op dit moment 44% van de woningvoorraad van Utrecht uit. Nog eens 12% bestaat uit sociale koopwoningen. De CDA-fractie vindt dat te veel; wij hebben hetzelfde al vaker gezegd. Deze percentages verstoren de markt. Ik zal onze mening onderbouwen. De kloof tussen vraag en aanbod van koop-eengezinswoningen is groter dan bij andere woningtypen. De CDA-fractie wil daarom voor de komende jaren een maximum stellen van 30% sociale huurwoningen in plaats van de huidige 44%. Vrije koop, sociale koop en vrije huur zouden 70% van de woningvoorraad moeten uitmaken. Door de grote omvang van het sociale huursegment is het vrije segment te klein en daardoor te duur geworden. Veel groepen mensen met lage middeninkomens, die eigenlijk in het vrije segment thuishoren kunnen er daarom niet terecht. Deze groepen doen vervolgens een beroep op de sociale huur, terwijl die eigenlijk voor hen niet is bedoeld.

7 Middagvergadering van 14 januari Daarmee wordt scheefhuur gecreëerd. Scheefhuur verhoogt de druk op de sociale huursector, waardoor de groepen met lagere inkomens eruit worden gedrukt en er drang ontstaat om te voldoen aan de vraag om de sociale huursector uit te breiden. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Ik probeer de heer Hoek te volgen. De heer HOEK (CDA): Daar ben ik blij mee. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): De heer Hoek zegt dat scheefwonen een door ons gecreëerd probleem is en dat wij daarom minder sociale woningen moeten bouwen. De heer HOEK (CDA): Ik zei zojuist dat ik mijn stelling wilde onderbouwen. Daarmee zou ik graag verder willen gaan. Mijn stelling is inderdaad dat wanneer de vrije sector onvoldoende vrije ruimte wordt gegeven er druk op de sociale huur ontstaat. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Misschien kan de heer Hoek bij zijn onderbouwing het feit meenemen dat er in de Woonvisie staat dat het gat tussen sociale huur en koop te groot is. Wat wil de heer Hoek met de mensen doen voor wie het gat te groot is? Wij zijn al jaren met de beroemde verhuisketen bezig, maar die werkt niet. Ik ben benieuwd naar de onderbouwing van de heer Hoek. Misschien kom ik er dadelijk nog op terug. De heer HOEK (CDA): Dat mag. De heer Schipper noemt het punt waarover mijn betoog gaat. De heer Schipper heeft in de commissievergadering zelf aangegeven dat de wachttijd voor het verkrijgen van een huis in de sociale huursector zeven à acht jaar is. Moeten wij daar iets aan doen? Ik probeer op deze vraag een antwoord te geven. De groepen met de lagere inkomens zullen uit de sociale huursector worden gedrukt. Daardoor ontstaat telkens drang om de sociale huur uit te breiden. Deze drang leidt vervolgens tot een groter percentage sociale huur, want omdat er meer vraag naar sociale huurwoningen is, worden er meer van zulke woningen gebouwd. Daardoor ontstaat een lager percentage woningen in de vrije sector, want men kan maar eenmaal bouwen. Dat feit zorgt er ook voor dat er meer mensen vanuit de vrije sector in de sociale huur worden gedrukt. Ook zij zullen op de groeiende sociale huursector een beroep doen, of, wat nog erger is, zij zullen Utrecht verlaten. Ik kom daarop dadelijk terug. De heer WIJMENGA (ChristenUnie): Voorzitter! Ook ik probeer de redenering van de heer Hoek te volgen. Op zichzelf is zijn stelling interessant. Ik kan zijn onderbouwing deels volgen. Zou het niet beter zijn om te bekijken of wij iets aan de huur in de sociale sector zouden kunnen doen? Er loopt een proefproject, namelijk Huur op maat. Utrecht mag daar helaas voorlopig niet aan meedoen. Ziet de heer Hoek voor het oplossen van de scheefhuur daarin geen betere mogelijkheid dan door het verkleinen van de sociale huursector? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Hetgeen de heer Hoek zegt, roept vragen op. Hij zegt dat de mensen niet in de vrije sector terecht kunnen, dus wijken zij uit naar de sociale huursector. In de onderhavige Woonvisie staat een maatregel om voor de sociale huursector weer een inkomenseis te stellen. Ik neem derhalve aan dat de mensen die in de sociale huur terechtkomen juist mensen zijn die sociale huur nodig hebben. Zij kunnen in de vrije sector geen kant op, omdat zij een woning in die sector niet kunnen betalen. De heer HOEK (CDA): Nee, mijn stelling is dat de mensen een beroep op de sociale huursector doen omdat de vrije sector voor hen onbereikbaar is. Dat komt omdat de marktwerking inzake de kleine eengezinswoningen niet goed is. Daardoor ontstaat vanzelf druk op de sociale huur. Dat is de clou van mijn betoog. De mensen die wel in de vrije sector zouden kunnen terechtkomen, doen dat echter niet omdat er een tekort aan woningen is waardoor de prijs wordt opgedreven.

8 Middagvergadering van 14 januari Ik begrijp de invalshoek van de heer Wijmenga. Er moet worden gekozen. Wij willen dat de koopsector wordt vergroot, maar niet door de huursector met nare maatregelen te verkleinen. Als wij de voor mensen met lage middeninkomens betaalbare koopsector in de Woonvisie vergroten, zou daardoor de druk op de sociale huursector worden verminderd. De heer WIJMENGA (ChristenUnie): Dat kan de stad Utrecht niet zelf vastleggen. Men heeft daarbij met landelijke opgaven te maken. Er zijn volgens mij met Almere afspraken gemaakt over wie welk deel van de woningmarkt bedient. Hetgeen de heer Hoek beoogt, leidt tot neveneffecten die in Utrecht alleen niet kunnen worden overzien. De heer HOEK (CDA): Hetgeen ik beoog, zal ongetwijfeld neveneffecten hebben, maar de verhouding sociale huur - vrije sector is nu 44% - 66%. Volgens ons zou die verhouding 30% - 70% moeten worden. Daar moeten wij de komende jaren aan werken. Door meer woningen in het vrije segment beschikbaar te maken, kunnen meer mensen in dat segment terechtkomen. Zij hoeven dan niet langer terug te vallen op het sociale huursegment. Dat voorkomt de groei van het sociale huursegment en behoudt gezinnen en mensen met middeninkomens voor de stad. Utrecht is de stad van kennis, economie en innovatie. Het is derhalve voor de stad van groot belang dat de bevolkingssamenstelling in evenwicht blijft. Utrecht moet studenten, hoog opgeleide starters en mensen die hier komen wonen een plek geven. Er moeten voor deze groepen voldoende woningen zijn. Ook jonge gezinnen verdienen met betrekking tot een evenwichtige bevolkingssamenstelling bijzondere aandacht. Juist gezinnen met een middeninkomen en met een laag middeninkomen hebben het nu zwaar. Zij moeten in het veel te kleine vrije segment vaak concurreren met tweeverdieners en met mensen met hoge inkomens. Het tekort aan eengezinswoningen is veel groter dan het tekort aan andere woningtypen. Huizenbezit heeft op een wijk een zeer positief effect. Dat effect is voldoende onderzocht en onderbouwd. Wij hebben dit effect al uitgedragen toen er hier werd gediscussieerd over de Vogelaarwijken, met name over Overvecht-Noord. Investeringen die mensen in hun eigen huis doen, zijn ook investeringen in de wijk en zijn gunstig voor de binding van de mensen met de wijk. Naast financiële aspecten is er ook sprake van een psychologische binding. Een eigen huis versterkt de binding met de wijk. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Mensen investeren in hun woning. Woensdag vond er in de wijk Zuid-West een raadsbezoek plaats. Wij zijn daar mensen tegengekomen die daar al sedert de bouw van Kanaleneiland wonen en die zelf hun huurwoning hebben opgeknapt. Inmiddels zijn zij gepensioneerd en doorgegroeid naar een middeninkomen. Deze mensen wonen scheef. Wat wil de heer Hoek voor deze mensen doen? De heer HOEK (CDA): Ik heb daar een duidelijk idee over. De woningcorporatie zou grote delen van hun voorraad moeten afstoten aan de mensen die de SP-fractie zojuist noemde. De huidige bewoners komen wellicht in aanmerking om hun huurhuis te kopen. Daarmee wordt de sector vergroot die zich net boven de sociale huur bevindt. De heer SCHIPPER (SP): Als zij dat niet willen, zijn zij scheefwoners. Zij mogen dan meedoen aan het project Huur op maat. Wat is daar volgens de CDA-fractie eerlijk aan? De heer HOEK (CDA): Nee, dat is niet wat ik betoog. Omdat er een grote druk op de sociale huursector is, zullen wij daar iets aan moeten doen. Volgens de CDA-fractie moeten wij dat doen door het vrije segment dat zich net boven de sociale huur bevindt te verruimen. Ik zei zojuist dat de eengezinswoning het meest gewilde woningtype is. Als de woningbouwcorporaties het eigen woningbezit in flinke kwantiteit zouden verkopen, dan zou er in de woningmarkt een doorstroming ontstaan. Dat zou een verruiming betekenen voor mensen die nu in een woning van een woningcorporatie wonen. Hetzelfde geldt voor starters op de woningmarkt en voor gezinnen. Als wij een stad willen zijn van kennis, economie en innovatie, dan moeten wij deze mensen een plek geven. Nu wijkt men uit naar Houten en IJsselstein. Het aantal woningen in de toekomst is eindig. Binnen de sectoren zal moeten worden geschoven. De vergroting van de vrije sector zal de doorstroming en het verlichten van de sociale huursector realiseren.

9 Middagvergadering van 14 januari De heer VAN DER MAREL (VVD): Voorzitter! Volgens mij vergeet de heer Schipper dat er sprake is van gesubsidieerde woningbouw. Ik vind het best dat men voor EUR 300,00 per maand in een woning woont, maar de woningen die de heer Schipper noemt, zijn gesubsidieerd. Dat subsidiegeld moet terechtkomen bij de mensen voor wie de subsidie is bedoeld. Wat vindt de heer Schipper daarvan? De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Als er sprake is van gesubsidieerde woningbouw, dan wordt daar al gauw de sociale sector mee bedoeld. Echter, in de koopsector wordt een behoorlijke factor méér gesubsidieerd door middel van de hypotheekrenteaftrek. Ik wil hierover best praten, maar dan moet de hypotheekrenteaftrek bij de beschouwingen worden betrokken. De heer VAN DER MAREL (VVD): Dat klopt. Deze zaken moeten in hun samenhang worden bezien. Er is echter nu sprake van sociale huurwoningen de heer Schipper noemde daarvan een voorbeeld en die woningen worden zwaar gesubsidieerd. Als iemands inkomen hoger wordt, dan is het niet onredelijk om te verwachten dat iemand naar een andere woning zal omkijken. Er moeten dan echter wel andere woningen zijn. Het is niet aan mij om tegen mensen te zeggen dat zij uit hun huis moeten vertrekken, maar het is een andere zaak als er sprake is van gesubsidieerde woningbouw. Er bestaat een groot verschil tussen huurwoningen en woningen in eigendom. De heer HOEK (CDA): Als de vrije sector net boven de sociale huursector helemaal dicht is, is het goed om de vrije sector te verruimen. Mensen moeten dan hun woningen op financieel aantrekkelijke wijze kunnen verwerven. Starters en gezinnen kunnen dan meer panden in het vrije segment bemachtigen. Deze panden komen voor hen beschikbaar en dat heeft op de sociale huursector een positief effect. De Woonvisie is goed, maar verdient nadere uitwerking door de toekomstige colleges. De Woonvisie wordt voor tien jaar vastgesteld. 30% sociale huur en 70% vrije sector zou daarbij het streven moeten zijn. De heer VAN DER MAREL (VVD): Voorzitter! Als er sprake is van de overheid en van visies, is het altijd oppassen geblazen. Utrecht heeft een Woonvisie. Dat is mooi voor Utrecht. Het mooie is dat de Woonvisie klip en klaar aangeeft welke woonvisie de Utrechters hebben. Daar gaat het natuurlijk om. Misschien is de Woonvisie er ook voor mensen die hier graag willen komen wonen. Dat begrijpt natuurlijk iedereen. De bewoner of de would-be bewoner van deze stad heeft een woonvisie en misschien een ideaal. Dat is er de reden van dat wij er zijn. Wij zijn er zodat men zijn idealen kan realiseren. Als dat de strekking en de sfeer van de Woonvisie is dat is die volgens ons dan kan de VVD-fractie zich er voor een groot deel in vinden. Wij willen niet dat de overheid buitenspel staat. De gemeente heeft naast woningcorporaties en marktpartijen steeds meer eigen verantwoordelijkheden. De rol van de gemeente is steeds meer regisserend, voorwaardenscheppend, initiërend en motiverend. Ik bedenk het niet zelf, want het staat keurig in paragraaf 5, punt 1 van de Woonvisie. Het is een nette, liberale visie waar de overheid een rol speelt in de woonvisie van de burger. Iedereen heeft zijn eigen woonvisie. Hoe die eruitziet, weten wij niet. Wij hebben informatie over de woningen en de woningtypen waar de Utrechters de laatste jaren voor hebben gekozen. Wij hebben een idee hoe wij met onze partners de komende jaren aan de slag zullen moeten gaan om op de schaarse Utrechtse markt woningen te realiseren die aansluiten bij de woonvisie en bij de woonwensen van de burgers. De heer BEERLAGE (PvdA): Voorzitter! Het is interessant om te horen hoe de Woonvisie wordt geïnterpreteerd. Ik lees de Woonvisie anders. Volgens mij is de Woonvisie meer een analyse van hoe op dit moment de stand van zaken is. Het is nu eenmaal zo -de PvdA-fractie zou hier graag het woordje "helaas" willen tussenvoegen dat de rol van de gemeente meer een regierol wordt. De gemeente kan minder dwingend zijn dan wij eigenlijk zouden willen. Het is maar van welke kant men de zaak wenst te benaderen. Ik vind dat er in deze Woonvisie meer sprake is van een uitgangspunt dan dat de Woonvisie de visie van de visie is. De heer VAN DER MAREL (VVD): Moet ik hierop reageren?

10 Middagvergadering van 14 januari De heer BEERLAGE (PvdA): Ik wilde een nuancering van het standpunt van de heer Van der Marel inzake de Woonvisie neerzetten. De heer VAN DER MAREL (VVD): Dat dacht ik al. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! In dit geval heeft de heer Van der Marel helemaal gelijk. Hij neemt een liberaal standpunt in. In de Woonvisie is niet alleen sprake van de stand van zaken, maar ook van een veranderde mindset. Eerst werd er gezegd dat omdat de gemeente niet langer een grondpositie had, wij niets meer konden doen, maar nu er een nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening is, beschikken wij over een ruimer instrumentarium om de regiefunctie uit te oefenen. Dat is aardig en dat is tevens toekomstgericht. Als men wil blijven vasthouden aan allerlei oude maatregelen dan moet men dat vooral doen, maar de Woonvisie lijkt mij heel goed om er de komende tien jaar de woningmarkt mee op de kaart te zetten. De heer VAN DER MAREL (VVD): De kracht van de Woonvisie is dat die niet dicteert, maar constateert en de knelpunten in beeld brengt. Het probleem van de Utrechtse woningmarkt is het gebrek aan doorstroming. Er bevindt zich een deksel op de woningmarkt en dat moet er vanaf. Er wonen veel mensen in woningen die niet bij hun inkomen passen, de zogenaamde scheefwoners. Deze mensen zouden moeten kunnen doorstromen. Dat kan maar op één manier, namelijk door het bouwen van woningen waar de behoefte van deze mensen naar uitgaat. Zij blijven zitten waar zij zitten, omdat er geen aanbod is van de woningen waaraan zij behoefte hebben. Er is onvoldoende aanbod van de wat duurdere huurwoningen en van de wat goedkopere koopwoningen. Er moet echter geen misverstand over bestaan dat deze woningen technisch gesproken nog steeds sociale woningen worden genoemd. In de commissievergadering heeft de wethouder een belangrijke toezegging gedaan, namelijk dat de huurwoningen die vanaf nu worden gebouwd of zouden moeten worden gebouwd zich louter in het H3-segment zouden moeten bevinden. Dat zijn woningen met een huur van tussen de EUR 546,00 en EUR 648,00 per maand. Ik neem aan dat de wethouder zijn toezegging gestand doet. Wij maken op het voorafgaande een uitzondering uiteraard moeten er passende huurwoningen worden gebouwd voor de mensen in de herstructureringsgebieden die moeten verhuizen omdat hun woning wordt gesloopt. Dat is logisch. Wij zijn er voor de Utrechters. Als Utrechters hun woning moeten verlaten, dan moeten zij ongeveer in hetzelfde prijssegment kunnen terugkeren. De raad heeft dat principe al vaak vastgesteld. In het geval van koopwoningen dient er op twee segmenten te worden gefocust, namelijk op de goedkope koop de starterskoop en op de dure koop, beide in het segment eengezinswoningen. Ik hoop hierop een toezegging van de wethouder te krijgen. In de commissievergadering wilde hij die toezegging nog niet doen. Als het voorafgaande lukt, dan komt de doorstroming op gang. Een nieuwe woning genereert twee verhuisbewegingen. Dat brengt in de Utrechtse woningmarkt de dynamiek terug. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): De heer Van der Marel maakt er zo'n mooi verhaal van dat ik soms vergeet te interrumperen. De heer Van der Marel heeft in de Woonvisie kunnen zien dat 59% van de Utrechters een inkomen heeft dat minder is dan modaal. Dat zijn mensen die geen goedkope koopwoning kunnen betalen. Hoe passen daar de prachtige liberale ideeën van de heer Van der Marel bij? De heer VAN DER MAREL (VVD): De bewering van de heer Zwanenberg is niet waar. In Utrecht is het gemiddelde inkomen EUR ,00. Dat is een inkomen dat niet bij de kern van de sociale woningen past. De sociale koopgrens is onlangs opgetrokken naar EUR ,00. Een woning van EUR ,00 is technisch gesproken nog steeds een sociale koopwoning. Het noemen van hetgeen sociaal is, wordt echter een woordenspel. Ik deel de mening van de heer Zwanenberg niet dat bij de mensen die hij noemt alleen sociale woningen horen. De heer HOEK (CDA): Luidt de stelling van de heer Zwanenberg dat 59% van de inwoners van Utrecht een inkomen onder modaal heeft en dat zij dus zelf geen huis zouden kunnen kopen? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Deze mensen kunnen heel goed een huis kopen, maar niet in Utrecht.

11 Middagvergadering van 14 januari De heer HOEK (CDA): De heer Zwanenberg beantwoordt mijn vraag eigenlijk niet. De 59% doet veronderstellen dat bijna 60% van de Utrechtse bevolking niet zelf een huis zou kunnen kopen. Natuurlijk is dat niet zo. De heer VAN DER MAREL (VVD): Een tweede belangrijk thema van de Woonvisie is hoe de beschikbaarheid van de kernvoorraad woningen voor mensen met een laag inkomen kan worden vergroot. In 2006 zijn de inkomensgrenzen losgelaten. De inkomensgrenzen waren gekoppeld aan het zich kunnen inschrijven voor een sociale huurwoning. Daarna is het aantal scheefwoners sterk gestegen. 49% van de bewoners van sociale huurwoningen woont boven de huursubsidiegrens. In Leidsche Rijn is dat zelfs 65%. De VVD-fractie vindt dat inkomenspolitiek niet met volkshuisvestingsmiddelen moet worden gevoerd. Het is echter het paard achter de wagen spannen als met inzet van publieke middelen woningen worden gebouwd waar vervolgens de doelgroep niet komt te wonen. Toch zal de focus op het doorstromen moeten komen te liggen. Ook huur naar inkomen, ingrijpen in de bezettingsnorm en de eerder genoemde inkomensgrens zijn en blijven correcties van een imperfect systeem. De maakbare samenleving wil maar geen paradijs worden. Het "wat" van de Woonvisie is ons duidelijk, maar het uitvoeringsprogramma zal het "hoe" duidelijk moeten maken. Wij zijn in afwachting daarvan. De heer BEERLAGE (PvdA): Voorzitter! Vandaag stelt de raad voor de komende tien jaar de Woonvisie voor Utrecht vast. De Utrechtse woningmarkt loopt vast. Vooral mensen met lage en middeninkomens raken daardoor in de knel. Voor Utrechters moeten wij bouwen en de doorstroming vergroten. De Woonvisie geeft de uitgangspunten voor de woningbouw in de komende tien jaar aan. Wij kijken met de Woonvisie verder dan de kredietcrisis. De PvdA-fractie steunt de prioriteiten die in de Woonvisie worden gesteld, namelijk binnenstedelijk bouwen met kwaliteit, doorstroming van de woningmarkt, bouwen met kwaliteit en duurzame woningen. Dit alles is geplaatst in het kader van Utrecht als stad van kennis en cultuur. Wij bouwen voor studenten, voor alleenstaanden, voor gezinnen, voor ouderen, voor mensen met een beperking, kortom, voor alle typen Utrechters die wij kennen. Er was zojuist discussie over percentages huurwoningen, maar wij zien dat in de Woonvisie als analyse de komende jaren zal het aantal huurwoningen in Utrecht toenemen. De Woonvisie is tot stand gekomen met de participatie van vele groepen. Dat is goed. Wij moeten daarmee bij de uitwerking van de Woonvisie doorgaan. Zowel de ouderen uit de binnenstad als bewoners van herstructureringswijken en andere inwoners van Utrecht hebben hun mening erover gegeven. De bouw van huurwoningen moet ook in de regio toenemen. Daarmee kan een betere spreiding van huurwoningen over de gehele regio worden bewerkstelligd. Niet alleen in de stad moeten meer huurwoningen komen. De PvdA-fractie wil dat wij daarover strakkere afspraken maken. Eventueel kunnen wij daarover afspraken met buurgemeenten maken. Desnoods hebben wij er de hulp van de minister bij nodig. Mensen die geen huis kunnen kopen, moeten sneller een passende huurwoning kunnen krijgen. De heer HOEK (CDA): Voorzitter! De raad heeft voor de komende jaren de nota Noordvleugel vastgesteld. In deze nota staat hoe wij met het begrip bouwcapaciteit omgaan. Ik hoor de heer Beerlage zeggen dat de minister ons te hulp moet komen. Komen wij er zelf niet uit? Wil de heer Beerlage dat in Utrecht de sociale huur stijgt? Moet er ook in Utrecht of alleen in de omliggende gemeenten een vergroting van de vrije sector komen? De heer BEERLAGE (PvdA): De PvdA staat bekend als een betrouwbare bestuurderspartij. Ze komt haar afspraken na. Wij verwachten van anderen hetzelfde. Als wij in de NV Utrecht en in de Regionale Woonvisie afspraken maken over de hoeveelheid huurwoningen die in regiogemeenten worden gebouwd, dan verwachten wij dat de buurgemeenten zich daaraan houden. Wij zien echter dat het daarmee niet zo goed gaat. Ik vind het goed dat dit punt in de Woonvisie staat. Ik spreek het college erop aan dat wij de afspraken met de buurgemeenten nakomen. Ik hoop dat de buurgemeenten de afspraken ook zullen nakomen. Wij steunen de manier om mensen sneller aan een passende huurwoning te helpen, onder andere door de invoering van zowel de maximale inkomensgrens als de bezettingsnorm. Het huidige beleid heeft tot nog toe niet gewerkt. Er is zelfs sprake van een scheve instroom. Wij moeten het niet langer zo doen.

12 Middagvergadering van 14 januari De PvdA-fractie is geen voorstander van een inkomensafhankelijke huur zonder dat de mensen echt een keuze voor een andere woning hebben. Dat betekent dat wij aan het project Huur op maat alleen willen meedoen als de mensen een perspectief hebben om naar een andere woning door te stromen en niet alleen om mensen meer te laten betalen voor een huis terwijl zij nergens anders naar toe kunnen. Er moet voldoende aandacht blijven voor de verscheidenheid van woningbouw. Wij moeten niet dezelfde fouten maken die zijn begaan bij de bouw van Kanaleneiland en Overvecht. In Kanaleneiland en Overvecht zijn veel dezelfde typen woningen gebouwd. Er zal differentiatie moeten komen, zodat zowel koop- als huurwoningen in de wijk voor iedereen beschikbaar blijven. Specifiek voor ouderen en voor mensen met een beperking worden er woonservicezones ingesteld. De PvdA-fractie verwacht dat ook andere voorzieningen winkels, scholen, kinderopvang, sportvoorzieningen, ontmoeting, cultuur, openbaar vervoer en fietspaden bij de uitwerking van de Woonvisie worden betrokken. Een verhuisadviseur voor 60-plussers is gebleken een goed initiatief te zijn. De verhuisadviseur wordt ingezet om ouderen te helpen bij het vinden van een andere woning als de ouderen naar een kleinere woning willen verhuizen. Dat bevordert de doorstroming. Wij willen bekijken of deze adviseur ook voor andere groepen kan worden ingezet. De Woonvisie is een goed uitgangspunt voor de ontwikkeling van de stad. Het is een startpunt om de ontwikkeling van Utrecht in duurzame banen te leiden. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! In de Volkskrant van 2 december jl. stond dat de grote woningcorporaties in rap tempo goedkope huurwoningen blijven slopen. In 2008 zijn er bij 25 grote woningcorporaties goedkope huurhuizen verdwenen. De woonbond pleit voor een landelijke code voor corporaties om met de huurders voorzichtig om te gaan. In de code moeten de rechten van de huurder worden vastgelegd. Corporaties moeten huurders niet wegjagen, maar zij moeten in goed overleg tot een renovatieplan komen. Huurders willen vaak graag in de wijk blijven wonen. Op initiatief van PvdA-kamerlid Staf Depla wil de Tweede Kamer deze code vanaf 2011 invoeren. Ik vond de Woonvisie eerlijk inzake de analyse van de woningmarkt. De heer BEERLAGE (PvdA): Natuurlijk worden er ook in Utrecht woningen gesloopt om vervolgens nieuwe te bouwen. Ik heb het zelf nog even nagerekend. Voor ieder huis dat in Utrecht wordt gesloopt, komen er zeventien nieuwe woningen terug. Ik wil deze cijfers naast die van de heer Schipper leggen. De heer Schipper doet het voorkomen alsof half Utrecht wordt gesloopt. Wij verwachten geen schokkende wijzigingen in de zojuist door mij genoemde aantallen. De heer SCHIPPER (SP): Op dit moment wordt Leidsche Rijn gebouwd. Daar komen voornamelijk koopwoningen te staan. De cijfers van de heer Beerlage zijn derhalve gemakkelijk te verklaren. Er komen voor de sociale woningen die worden afgebroken geen sociale huurwoningen terug. De heer BEERLAGE (PvdA): De nieuwbouwproductie bevat 40% sociale woningbouw. Het is niet waar dat er geen huurwoningen voor de gesloopte woningen terugkomen. Er komen veel nieuwe huurwoningen terug. De heer SCHIPPER (SP): Sociale huurwoningen zijn nodig, want er is een gigantische wachtlijst voor. Er bestaat een groot gat tussen huur- en koopwoningen. Er is een aanhoudende druk op de sociale voorraad. Er zijn weinig mogelijkheden om zaken af te dwingen. De heer Beerlage sprak zojuist over de opgave sociale woningbouw in de BRU. Er worden in de Woonvisie goede richtingen genoemd, namelijk het verruimen van het aanbod sociale woningen, het energiezuinig bouwen, het erkennen van de grenzen aan de groei en het tegengaan van omzettingen van huizen tot EUR ,00. Ik noemde de Woonvisie eerlijk. Er staat: "Naast de nieuwbouwopgave is het belangrijk dat de bestaande woningvoorraad niet alleen in stand wordt gehouden, maar dat ze ook van goede kwaliteit blijft." Dat leek mij helder, maar in de commissievergadering zei de wethouder dat het sloopprogramma desondanks onveranderd blijft. Wij vinden dat wij met het sloopprogramma niet op de goede weg zijn. Er is meer daadwerkelijke zeggenschap van huurders nodig. Ik ben benieuwd of het initiatief van de PvdA in de Tweede Kamer al tot het college is doorgedrongen en hoe het college daarmee wil omgaan.

13 Middagvergadering van 14 januari De heer BEERLAGE (PvdA): Voorzitter! Ik spreek de heer Depla nogal eens. Ik heb sterk de indruk dat mijnheer Depla het Utrechtse duo-model de afspraken die wij gezamenlijk met huurder-verenigingen, bewonerscomités en woningcorporaties maken de inspiratiebron is geweest om het Utrechtse duo-model landelijk uit te rollen. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Dat zouden wij dan graag van de heer Depla zelf willen horen. Misschien zien wij hem binnenkort ergens. Dat zal interessant kunnen zijn. Wij delen een aantal conclusies naar aanleiding van de analyse in de Woonvisie niet. Volgens ons is er best aanleiding tot herijking van het project Utrecht vernieuwt en er is een stevige inzet nodig om de bestaande voorraad woningen te renoveren en energiezuinig te maken. Ik deel het standpunt van de heer Beerlage inzake het feit dat het nodig is om het aandeel sociale woningen in de omliggende gemeenten op peil te krijgen. Wij zijn dat al een tijdje aan het proberen. Ik ben benieuwd of wij als dat niet lukt naar de minister gaan. Uit mijn debatje met de heer Hoek is duidelijk geworden dat wij niet het standpunt van de Woonvisie over de aanpak van het scheefwonen delen. Ik sprak laatst mijn voor-voorganger in de raad, de heer Ruers. Hij zei dat er in de jaren zeventig al over hetzelfde werd gesproken. Men moet daar eens mee ophouden, zei hij. Er wordt net gedaan of iemand met een modaal inkomen een wereldsalaris heeft. Iemand met een modaal inkomen moet zesmaal een jaarsalaris lenen om een woning te kunnen kopen. Daarvan is sprake bij sociale koop tot EUR ,00. Wij willen niemand hinderen als men een woning kan of wil kopen, maar een grote groep mensen wil geen woning kopen. Men moet ophouden met het stimuleren van het kopen van woningen. Met ons valt wel te praten ik kom daar misschien de heer Van der Marel tegen over de bezettingsnorm bij nieuwbouw en over de uitgifte van grote woningen. De heer VAN DER MAREL (VVD): Voorzitter! De heer Schipper zegt dat het voor iemand met een modaal inkomen van EUR ,00 erg lastig is om zesmaal dat bedrag te lenen. Dat klopt. Vroeger kon dat wel, maar nu kan dat helemaal niet meer. Wij moeten echter niet vergeten dat veel mensen met een modaal inkomen niet alleen wonen, want zij hebben, zeker in Utrecht, bijna altijd een partner die ook werkt. Voor het kopen van een woning is het gezinsinkomen belangrijk. Dat wordt al gauw EUR ,00 en dan is er sprake van een heel andere situatie. Ik hoop dat de heer Schipper daar ook even aan wil denken. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik denk dat mijn betoog helder is, maar ik neem de woorden van de heer Van der Marel ter harte. Ik houd echter staande wat ik zojuist zei. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! De heer Van der Marel weet toch wel dat 49% van de mensen in Utrecht alleenstaand is? Dat lijkt mij een niet onsubstantieel gedeelte. De heer VAN DER MAREL (VVD): Dat klopt, maar daar zijn heel veel mensen bij die al jaren werken en die een veel hoger inkomen hebben dan modaal. Die mensen zitten voor een deel vast in sociale huurwoningen. Wij moeten voor hen bouwen, zodat zij kunnen opschuiven waardoor andere mensen in de gesubsidieerde sociale huurwoningen kunnen komen. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Er zijn een aantal punten in het raadsvoorstel waar men onmogelijk tegen kan zijn, namelijk het verminderen van de druk op de woningmarkt, het stimuleren van hoge kwaliteit van de bouw en het verhogen van de kwaliteit van de woningvoorraad. Het gaat ons echter te ver om alle doelstellingen van hoofdstuk 4 van de Woonvisie te omarmen. Ik heb zojuist een aantal doelstellingen genoemd waarmee wij niet kunnen instemmen. Ook de afspraken over de BRU-gemeenten zijn onvoldoende hard. Het zijn voor ons punten die wezenlijk genoeg zijn om niet met de Woonvisie te kunnen instemmen. Wij vinden de Woonvisie een te onvolkomen voorstel om er de komende tien jaar mee te kunnen werken. De heer HOEK (CDA): Voorzitter! De heer Schipper is begonnen met het citeren van een oude krant. Later bleek dat hij als adviseurs de heren Ruers en Van der Marel had. Ik was benieuwd hoe hij zou eindigen. Er is sprake van een Woonvisie voor de komende tien jaar. Hij noemde een aantal punten waarin hij zich niet helemaal kon vinden. Ik hoop echter van hem te horen hoe wij de huidige scheefhuur en het vastzitten van de woningsegmenten kunnen oplossen.

14 Middagvergadering van 14 januari Ik heb de heer Schipper daarover niet horen spreken. Ik zou graag van de heer Schipper willen horen wat hij daaraan zou willen doen, want dat is mij onvoldoende duidelijk geworden. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Dit is geen discussie die wij vandaag of in de commissievergadering voor het eerst hebben gevoerd. Wij zetten heel graag in op het behoud van de bestaande voorraad, op renovatie en op het nakomen het eventueel afdwingen van afspraken met de omliggende gemeenten. De omliggende gemeenten komen hun afspraken niet na. Met deze punten valt winst te behalen. Wij moeten verder natuurlijk bouwen voor waar behoefte aan is, voor starters bijvoorbeeld de Merwedekanaalzone. Dat is allemaal tiptop in orde. In de Woonvisie wordt enerzijds gesteld dat wij op de bestaande woningvoorraad zuinig moeten zijn en dat wij daarin moeten investeren en anderzijds wordt er melding gemaakt van het sloopprogramma Utrecht vernieuwt dat bijna tienduizend woningen omvat. Deze zaken rijmen niet met elkaar. Deze Woonvisie is niet de onze. Ik begrijp niet dat de heer Hoek daar overheen heeft kunnen lezen. De heer HOEK (CDA): Ik heb daar helemaal niet overheen gelezen, mijnheer Schipper. Ik heb gezegd dat ik de Woonvisie een heel goed richtinggevend kader voor de toekomst vind. Ik wil echter altijd wat van andere fracties leren om te horen hoe ik mijn visie zou kunnen verbeteren, maar dat hoor ik nog steeds niet. Ik heb in mijn betoog iets over de uitbreiding van de vrije sector gezegd, namelijk voor starters en het verwerven van woningen van woningcorporaties door de huidige huurders. Zijn dat zaken die ook de SP-fractie ambieert? De heer SCHIPPER (SP): Als dat betaalbaar zou zijn voor de mensen die nu een huurwoning bewonen, dan is dat prima, tenminste, als zij de keus zouden hebben. Zij hebben die keus op dit moment echter niet. De mensen kunnen geen EUR ,00 lenen. Als men een goedkopere woning wil kopen, dan komt men in de gesubsidieerde sector terecht waar de heer Van der Marel zo'n moeite mee heeft. De mogelijkheden moeten worden uitgebreid. Er zijn starters op de woningmarkt, maar er komen ook steeds meer senioren bij. Wij moeten de omliggende gemeenten aan hun afspraken houden. Daar valt de eerste winst te halen. Wij moeten daarmee beginnen. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! De Woonvisie is eigenlijk een structuurvisie in het kader van de nieuwe Wro. Hetgeen wij vaststellen, is nogal wat, namelijk de kaders voor de komende tien jaar. De heer BEERLAGE (PvdA): Voorzitter! De Woonvisie is helemaal geen structuurvisie. Het is namelijk helemaal geen ruimtelijk plan. Het is gewoon een visie. Mevrouw OSKAM (D66): Op bladzijde 19 lees ik het volgende: "Om op grond van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) woningbouwcategorieën in de bestemmingsplannen op te kunnen nemen, dient deze Woonvisie tevens als sectorale structuurvisie zoals bedoeld in deze wet en geldt als zodanig van de periode " Misschien kan de wethouder reageren op hetgeen de heer Beerlage zei. De heer BEERLAGE (PvdA): Nee, dan neem ik mijn woorden terug. Sorry. Mevrouw OSKAM (D66): Ik heb de Woonvisie goed gelezen, mijnheer Beerlage. Dat scheelt. Er staat veel goeds in de Woonvisie. De PvdA-fractie had gelijk dat er bij het opstellen van de Woonvisie goed is geparticipeerd. Er hebben veel mensen kunnen inspreken. Zij hebben veel kunnen zeggen. Er is daarvan veel in de Woonvisie opgenomen. Wij zijn het op zichzelf helemaal eens met hetgeen er in de Woonvisie over het binnenstedelijk bouwen wordt gezegd, namelijk dat daardoor het groen om de stad heen wordt beschermd. Er is al veel gezegd over wat er nodig is om meer divers te bouwen. Dat punt wordt in de Woonvisie goed uitgewerkt. Ook hoe de doelstelling kan worden bereikt om van Utrecht een kennis- en cultuurstad te maken, wordt goed in de Woonvisie verwoord.

15 Middagvergadering van 14 januari De D66-fractie is erg blij met het adagium "bouwen, bouwen, bouwen". Op bladzijde 38 staat een prachtige zin: "In kwantitatieve zin streven wij naar een binnen de grenzen van de kwaliteit optimaal bouwprogramma." Na het lezen daarvan vond ik dat de persoon die deze zin heeft geschreven een literaire prijs zou moeten krijgen. Ik vond dat briljant. Wij zijn het daar helemaal mee eens. Er worden in de Woonvisie enkele heikele punten genoemd. Er is over de doorstroming al vaker gesproken. Hoe krijgen wij die voor elkaar? Een ander punt is de realisatie van het binnenstedelijk bouwen. Dat is een lastige zaak. Binnenstedelijk bouwen is duur, omslachtig en door de omgeving niet altijd gewenst. Voor de doorstroming moeten wij inzetten op woningen tussen kamers onzelfstandige wooneenheden en eengezinswoningen in, bijvoorbeeld op appartementen, studio's en tweekamerappartementen. Hoe kunnen wij het scheefwonen tegengaan? Op zichzelf is de kernvoorraad woningen voldoende, maar daar wonen mensen die te veel verdienen om daartoe het recht te hebben. Wij zullen het niet voor elkaar krijgen om voor eengezinswoningen de bezettingsnorm die het scheefwonen moet tegengaan opnieuw in te voeren. Het zou namelijk vreemd zijn om 49% van de Utrechters de alleenstaanden van sociale huurwoningen uit te sluiten. Dat is derhalve geen methode om het scheefwonen tegen te gaan. De heer BEERLAGE (PvdA): Misschien niet volledig. Ik ken echter mensen die alleenstaand zijn en die zich voor een vijfkamerwoning inschrijven. Het is natuurlijk voor de persoon in kwestie hartstikke fijn als hij een vijfkamerwoning krijgt, maar dat betekent dat een gezin dat ook een woning zoekt, daar niet voor in aanmerking kan komen. Een alleenstaande kan wel in een tweekamerwoning wonen, maar voor een gezin met drie kinderen is dat veel lastiger. Een bezettingsnorm helpt om dat probleem op te lossen. Hoe ziet de D66-fractie dat? Mevrouw OSKAM (D66): De analyse die in de commissiebrief is gegeven, maakt duidelijk dat de vier- en vijfkamerwoningen echt niet door eenpersoonshuishoudens worden bezet. Dat is wel het geval met twee- en driekamerwoningen. Twee- en driekamerwoningen zijn echter voor gezinnen met drie kinderen triest. Misschien dat een gedeeltelijke bezettingsnorm enig nut heeft, maar om bijna de helft van de bevolking uit te sluiten van sociale huurwoningen lijkt ons geen goede zaak. Wij kunnen dan beter inzetten op andere zaken, zoals het verbeteren van het doorstromen. Wij moeten daarbij met name de tweekamerappartementen en de studio's bekijken. Een andere mogelijkheid is het verder liberaliseren van de bouwmarkt. Daarvan is MAX een prachtig voorbeeld. De Woonvisie is een liberaal stuk. De heer Van der Marel zei hetzelfde. Liberalisering van de markt is hard nodig. In de Woonvisie wordt veel nadruk gelegd op samenwerking met woningcorporaties. Als wordt bekeken hoeveel er zou moeten worden ontwikkeld door projectontwikkelaars, dan zou dat vrijgegeven moeten worden. MAX is een mooi voorbeeld van de omstandigheid dat iemand een wooncarrière kan maken in één gebouw, namelijk van een onzelfstandige eenheid naar een zelfstandige eenheid en uiteindelijk naar een koopstudio. MAX is gebouwd door SSH en Bouwfonds, dat zijn een woningcorporatie en een projectontwikkelaar. De D66-fractie is voorstander van een soort masterplan over hoe er stedelijk moet worden gebouwd. Wij komen daarbij bij de ruimtelijke ordening terecht. Het is nogal lastig om de ambities die in de Woonvisie staan te realiseren. Dat komt omdat veel bewoners tegen hoogbouw zijn. Hoogbouw is nodig als er binnenstedelijk moet worden gebouwd. Ook verdichting is lastig, want daarbij doen zich problemen voor als ontsluiting, luchtkwaliteit, leefbaarheid en groen. Wij zouden heel graag zien dat bij de uitwerking van deze prachtige structuurvisie ook participatie plaatsvond. Wij noemen dat een masterplan voor hoe er samen met woningcorporaties, projectontwikkelaars en de gemeente binnen-stedelijk moet worden gebouwd. Het lijkt ons goed om de Woonvisie daarmee te realiseren. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! De VVD-fractie zei het al: iedereen heeft zijn eigen woonvisie. Ook de GroenLinks-fractie heeft een eigen visie op de Woonvisie. De vorige Woonvisie heette: "Wonen naar wens". De nieuwe heet: "Wonen in een sterke stad", maar het belangrijkste is hetgeen er in de Woonvisie staat, zoals de knelpunten. De knelpunten en de uitdagingen zijn nagenoeg dezelfde als tien jaar geleden. De tegenstelling in de woningvoorraad tussen oost en west is er ook nog steeds.